A) Aarde en Venus B) Aarde en Mars C) Aarde en

advertisement
RUIMTE QUIZ
Vraag 1
Op welke foto is het volle maan?
A)
B)
C)
D)
Foto A
Foto B
Foto C
Foto D
Vraag 2
Op 16 december 1992 maakte het
ruimtevaartuig Galileo deze foto. Welke twee
hemellichamen zijn op de foto te zien?
A) Aarde en Venus
B) Aarde en Mars
C) Aarde en Pluto
D) Aarde en Maan
Vraag 3
Op de foto zie je een vergelijking tussen de afmeting van de
maan en de zon zoals je ze vanaf de aarde ziet. Het valt op
dat ze ongeveer even groot lijken. Wat is waar?
A) De maan is veel kleiner dan de zon, maar omdat de
maan veel dichter bij de aarde staat dan de zon lijken ze
ongeveer even groot
B) De maan en zon lijken ongeveer even groot omdat ze
ook ongeveer even groot zijn
C) De maan is veel groter dan de zon, maar omdat de maan
veel dichter bij de aarde staat dan de zon lijken maan en
zon ongeveer even groot
D) Geen van de andere antwoorden is goed
Actieve opdracht 1
Zonsverduistering
Maak een levende zonsverduistering.
1 persoon speelt de maan, 1 persoon de zon en 1 persoon
de aarde.
Hiervoor krijgen jullie 3 bordje met daarop ofwel maan,
zon of aarde.
De eventueel overblijvende persoon kan aanwijzingen
geven.
Ga in juiste volgorde staan, en doe dit zo snel mogelijk,
maar wees correct! Let ook op de afstanden tussen de
hemellichamen, probeer de verhoudingen te laten
kloppen!
Oplossing opdracht 1
Vraag 4
Op deze foto's zie je de opeenvolgende
schijngestalten van de maan. De serie eindigt met
nieuwe maan. Welke uitspraak is goed?
De perioden tussen nieuwe maan en volle maan
en die tussen volle maan en nieuwe maan heten
(in deze volgorde):
A) Krimpende maan en groeiende maan
B) Wassende maan en afnemende maan
C) Groeiende maan en krimpende maan
D) Afnemende maan en wassende maan
Vraag 5
Wat is waar? De astronauten die op de maan geweest zijn
...?
A) ...moesten een speciaal astronautenpak aan, om te
voorkomen dat ze ziek zouden worden door
maanbacteriën.
B) ...moesten een speciaal astronautenpak aan, omdat je
anders te diep wegzakt in de maanbodem.
C) ...moesten een speciaal astronautenpak aan, omdat de
maan geen atmosfeer heeft.
D) ...konden in hun gewone kleren buiten lopen, maar
moesten wel handschoenen dragen en een zonnebril op.
Vraag 6
Wat gebeurt er bij een maansverduistering?
A) De maan schuift even tussen de aarde en de zon
B) De zon schuift even tussen de aarde en de maan
C) De aarde schuift even tussen de maan en de zon
D) Geen van de andere antwoorden is goed
Actieve opdracht 2
Eigenschappen van planeten
Leg de kaartjes bij de juiste planeet. Van links naar
rechts:
Mercurius (4) – Venus (3)- Aarde(3)- Mars(4) –
Jupiter(3)- Saturnus(3)- Uranus(2) – Neptunus(2)
Oplossing opdracht 2
• Mercurius:
De planeet die het dichtst bij de zon staat en tevens de kleinste planeet in ons
zonnestelsel.
Overdag is het heel erg heet, ‘s nachts is het erg koud. Dat komt omdat hij dichtbij de
zon staat.
Hij zit, net als de maan, vol met kraters.
Deze planeet is 3 keer kleiner dan de aarde (4878 km).
Oplossing opdracht 2
• Venus:
De planeet is vernoemd naar de Romeinse godin van de liefde.
Vanaf aarde gezien is de planeet erg helder, na de zon en de maan zelfs het helderste
object aan de hemel.
Op deze planeet kan de temperatuur oplopen tot wel 500 graden boven nul!
Oplossing opdracht 2
• Aarde:
Vanuit de ruimte ziet de aarde er werkelijk prachtig uit met het blauw van de
oceanen, het groen van de bomen en de wat donkere werelddelen.
De enige planeet in het zonnestelsel waarop leven is.
Ze draait in 23 uur, 56 minuten en 4 seconden om z’n as (dus niet in 24 uur) en in 365
dagen om de zon.
Oplossing opdracht 2
• Mars:
Aan de hemel is de planeet te zien als een heldere rode ster.
Overdag stijgt de temperatuur tot soms wel 20 graden boven nul,
maar ‘s nachts kan het er wel 120 graden vriezen.
De planeet is vernoemd naar de Romeinse god van de oorlog.
Mars is ongeveer 2 keer kleiner dan de Aarde, namelijk 6887 km in
doorsnede.
Oplossing opdracht 2
• Jupiter:
De reus van het zonnestelsel.
De planeet bestaat voor een groot gedeelte uit gas. Je zakt er dus in weg!
De oude Grieken hem vernoemden naar Oppergod Zeus, de God van de hemel, het
weer, het daglicht en de donder en bliksem
Oplossing opdracht 2
• Saturnus:
De ringen rondom is een enorme verzameling van stenen en ijs, die door de
aantrekkingskracht bij elkaar worden gehouden.
Vernoemd naar de Romeinse god van de landbouw.
De planeet is bijna net zo groot als Jupiter en bestaat uit veel gassen. Deze gassen
zijn zo licht dat de planeet zou blijven drijven op het water.
Oplossing opdracht 2
• Uranus:
Omdat hij zover van de zon af staat kan het er wel 200 graden vriezen!
De planeet ziet er uit als een blauwe wereld. Het blauwe komt omdat er nogal wat
methaangas aanwezig is in de atmosfeer van de planeet.
• Neptunus:
Staat zover weg, dat je de planeet niet met het blote oog kunt zien!
De planeet is vernoemd naar de Romeinse god van de zee.
Vraag 7
In welk jaar zette voor het eerst een mens voet
op de maan?
A) 1959
B) 1969
C) 1979
D) 1989
Vraag 8
Hoe ver is de maan verwijderd van de aarde?
A) 400 km
B) 4000 km
C) 40.000 km
D) 400.000 km
Vraag 9
Wat is het verschil tussen een planeet en een
maan?
A) Er is geen verschil.
B) Een maan draait om de zon; een planeet draait
om een maan.
C) Een maan is hoogstens 1000 kilometer in
doorsnede; planeten zijn groter.
D) Een planeet draait om de zon; een maan draait
om een planeet.
Actieve opdracht 3
Tegen de tijd!
Zo dadelijk krijg je een foto te zien. Je hebt dan 2 minuten
de tijd om woorden die bij het zien van de foto bij je
opkomen op te schrijven. Dat kan zijn: ufo, maan,
donker, ruimte, zon, …
Nadien moet elke groep overlopen wat hij/zij heeft
opgeschreven. Wanneer iemand hetzelfde heeft
opgeschreven als iemand anders moet dit doorstreept
worden (door beiden). De groep die de meeste woorden
op zijn papier over heeft die niet doorstreept zijn, wint!
We doen dit met 2 afbeeldingen!
Actieve opdracht 3
Afbeelding 1
Actieve opdracht 3
Afbeelding 2
Vraag 10
De grootste planeet in ons zonnestelsel is:
A) Aarde
B) Mars
C) Jupiter
D) Dat weten we niet omdat we niet weten hoe
groot de planeten zijn
Vraag 11
Wat hoort in dit rijtje niet thuis: Mercurius,
Venus, Maan, Aarde?
A) Aarde
B) Maan
C) Venus
D) Mercurius
Vraag 12
Welke planeet in ons zonnestelsel heeft een
mooie ring?
A) Saturnus
B) Venus
C) Mars
D) Alle planeten hebben een mooie ring
Actieve opdracht 4
Puzzel
Elke groep krijgt dezelfde puzzel. De bedoeling
is om zo snel mogelijk deze puzzel op te lossen.
De snelste groep krijgt het punt.
Oplossing opdracht 4
Vraag 13
Welke planeet wordt ook wel de 'rode planeet'
genoemd?
A) Uranus
B) Neptunus
C) Venus
D) Mars
Vraag 14
Als je met een raket een reis maakt van de zon naar de
rand van het zonnestelsel kom je de planeten tegen in
de volgorde:
A) Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus,
Uranus, Neptunus.
B) Mars, Mercurius, Venus, Aarde, Jupiter, Saturnus,
Uranus, Neptunus.
C) Neptunus, Uranus, Saturnus, Jupiter, Mars, Aarde,
Venus, Mercurius.
D) Aarde, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus,
Uranus, Neptunus.
Vraag 15
Welk bekend hemellichaam heeft dezelfde
naam als een bekend Walt Disney figuur?
A) Buzz Lightyear
B) Pluto
C) Mickey
D) Aladin
Actieve opdracht 5
Problemen in de ruimte
Met welke problemen hebben ruimtevaarders
soms te maken?
Je krijgt 8 kaartjes, waarvan er slechts 4 juist
zijn. Jullie moeten raden welke 4.
Actieve opdracht 5
Problemen in de ruimte
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Juist :
o
Afname van het spier- en botweefsel
o
Duizeligheid
o
Bij terugkeer naar aarde: moeilijkheden met rechtop staan
o
Evenwichtsproblemen
Fout :
o
Toename van de hoeveelheid puitjes
o
Problemen bij het plassen
o
Bij terugkeer naar aarde: moeilijkheden met het herkennen van
alledaagse voorwerpen
• o
In ruimte kunnen astronauten zich niet scheren
Vraag 16
De Goddard raket, de eerste raket met vloeibare
brandstof, werd in 1926 gelanceerd. De raket was
1.2 m hoog en had een diameter van 15 cm.
Hoe hoog denken jullie dat deze raket vloog?
a) 0.5 m
b) 12 m
c)100 m
d) 42.500 m
Vraag 17
Hoe lang denken jullie dat deze raket vloog?
a) 1 uur
b) 5 dagen
c) 2,5 seconde
d) 3 minuten
Vraag 18
Wat is SPOETNIK?
a. merk van tennisballen
b. eerste Russische satelliet
c. de naam voor het eerste ruimtewezen
d. een speciaal astronautensnoepje
Vraag 19
Wat was het eerste levende wezen in de
ruimte?
a. Een mens: Gagarin
b. Een hond: Laika
c. Een aapje: Tara
d. Een kip: Mira
Vraag 20
Wie zette als eerste een voet op de maan?
a. Louis Armstrong
b. Neil Armstrong
c. Michael Armstrong
d. Lance Armstrong
Actieve opdracht 6
Memory
Elke groep krijgt dezelfde memory, ze moeten
proberen het juiste prentje met de juiste
omschrijving te combineren. Om de beurt
draait er een groepslid twee kaartjes om, dit zal
gebeuren onder toezicht van een animator. Wie
eerst klaar is wint.
Proficiat!
Download