Bottransplantatie

advertisement
Bottransplantatie
Inhoudsopgave
Klik op het onderwerp om verder te lezen.
Operatie waarbij donorbot wordt gebruikt
Waarom wordt bot getransplanteerd?
Hoe wordt de transplantatie verricht?
Herstelperiode
Wat zijn de risico’s?
Waar komt het bot dat getransplanteerd wordt vandaan?
Kwaliteit en veiligheid
Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ)
Verdere vragen?
Belangrijke telefoonnummers
1
1
1
2
2
2
3
3
3
3
Operatie waarbij donorbot wordt gebruikt
In overleg met uw behandelend arts hebt u besloten dat u wordt geopereerd. Bij deze operatie wordt
onder andere het bij u ontbrekende bot hersteld of het verzwakte bot vervangen.
Waarom wordt bot getransplanteerd?
Een bottransplantatie (het overplaatsen van een bot) wordt meestal verricht om (een gedeelte van) een
beschadigd bot te herstellen. Het verdwijnen van (een gedeelte van) een bot, kan vele oorzaken hebben.
Het verdwijnen van bot kan ontstaan zijn door een ongeluk (een botbreuk die niet geneest), door een
losgelaten prothese of door een ziekte van het bot zelf. Daardoor zijn er beschadigingen of gaten in het
bot ontstaan waardoor het bot ernstig verzwakt is. Dit geeft risico’s op een breuk of meer beschadiging
en verlies van het botweefsel.
Op dit moment worden in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis bottransplantaties het meest gedaan in
de kom van het heupgewricht nadat een heupprothese heeft losgelaten.
Hoe wordt de transplantatie verricht?
Bij de bottransplantatie wordt het bot via een operatie in kleine brokjes of als een geheel, in de
beschadiging aangebracht en stevig aangedrukt. Vaak wordt hierbij tevens gebruikgemaakt van een
metalen netje (het medische woord hiervoor is ‘mesh’) en schroeven die de botplastiek op zijn plaats
moeten houden (afbeelding).
1
metalen netje
Bot wordt stevig
aangedrukt
Bot wordt
aangebracht
Na 3 maanden is het
bot van de patiënt in
het donorbot
doorgegroeid
Afbeelding: bottransplantatie
Herstelperiode
In de maanden na de operatie is het de bedoeling dat het getransplanteerde bot ingroeit en net zo stevig
wordt als uw eigen bot is (geweest). U mag de periode direct na de operatie het geopereerde
lichaamsdeel minimaal gebruiken of belasten. Deze belasting wordt in de weken of maanden hierna in
overleg met uw behandelend arts geleidelijk aan uitgebreid.
Het getransplanteerde bot krijgt zo de tijd en de kans om goed in te groeien en één te worden met het
bot waar het ingebracht is. De periode van ingroeien duurt ongeveer 3 tot 6 maanden.
Wat zijn de risico’s?
Zoals bij iedere operatie zijn er ook aan deze operatie bepaalde risico’s verbonden. De behandelend
specialist opereert zorgvuldig om deze risico’s te minimaliseren en/of te vermijden. Desondanks is er toch
een kans aanwezig dat er een infectie optreedt in het geopereerde gewricht of botdeel en dat het
getransplanteerde bot niet (goed) of onvoldoende ingroeit. Ook bestaat er een risico dat het
bottransplantaat wordt afgestoten.
Als deze complicatie optreedt, overlegt de arts met u de verdere behandelingsmogelijkheden.
Waar komt het bot dat getransplanteerd wordt vandaan?
Het bot dat bij de transplantatie gebruikt wordt, komt van de heupkop van andere patiënten. Op het
moment dat deze patiënten een totale heupgewrichtprothese operatie ondergingen, zijn deze
heupkoppen gedoneerd. De heupkop is bij die operatie ontdaan van het beschadigde kraakbeen en het
omgevende weefsel. Het bot zelf is nog bruikbaar voor transplantatie.
Als er geen of onvoldoende heupkoppen in de Botbank van ons ziekenhuis voorradig zijn, wordt een
heupkop besteld bij BIS Life in Leiden.
2
Kwaliteit en veiligheid
Het doneren van een heupkop wordt vrijwillig gedaan. De donoren van een heupkop zijn zeer zorgvuldig
geselecteerd en gekeurd. Daarbij worden donoren met eventuele ziekten, aanwijzingen van ziekte of een
verhoogd risico uitgesloten. Een donorkeuring omvat het onderzoek van de medische geschiedenis van
de donor, een lichamelijk onderzoek en het testen op de aanwezigheid van ziekteverwekkers in bloed of
ander lichaamsmateriaal.
De bloedbezinking (BSE) bij de donoren wordt gecontroleerd vóór de operatie. Eén dag na het uitnemen
van de heupkop wordt het bloed gecontroleerd op infectieziekten, waaronder HIV. Het inbrengen van een
donorheupkopbot (een implantatie) bij een ontvanger is alleen mogelijk als de heupkopbot na alle testen
door de Botbank is goedgekeurd. De heupkop wordt in de tijd tussen uitname bij de donor en het
plaatsen (de implantatie) bij u, bewaart onder steriele omstandigheden in een speciale vrieskast.
Na de implantatie wordt u zorgvuldig en regelmatig gecontroleerd op een goede genezing en ingroei van
het ingebrachte botweefsel.
Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ)
Het proces voor het verkrijgen van donorbot wordt geregeld en gecontroleerd door de Inspectie voor de
Volksgezondheid (IGZ). Elke twee jaar verleent deze instantie een erkenning. De weefselinstelling wordt
daarbij getoetst aan de Wet ‘Veiligheid en Kwaliteit Lichaamsmateriaal’.
Verdere vragen?
Hebt u na het lezen van deze informatie nog vragen over een botacceptatie, dan kunt u die altijd stellen
aan uw behandelend arts.
Belangrijke telefoonnummers
Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis
Locatie St. Elisabeth:
Polikliniek Orthopedie:
Secretariaat Orthopedie:
(013) 539 13 13
(013) 539 80 23
(013) 539 29 42
Locatie TweeSteden Tilburg:
Polikliniek Orthopedie:
Secretariaat Orthopedie:
(013) 465 56 55
(013) 465 52 97
(013) 465 53 99
Locatie Waalwijk:
(0416) 68 22 22
Orthopedie, 33.414 10-15
(terug naar de inhoudsopgave)
Copyright© Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis
Afdeling Communicatie
Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
3
Download