Test 2 informatie over gramkleuring EUSO 2013

advertisement
$ COUNTRY – Test 2 – Appendix 2
Appendix 2: Informatie over Gramkleuring
Hans Christian Gram, een Deens wetenschapper, toonde in 1884 aan dat sommige
microben gekleurd kunnen worden met kristalviolet en dan purper kleuren (Gram
positieve soorten), terwijl andere soorten (Gram negatieve) de kleurstof niet
vasthouden in hun celwand. Dit is te wijten aan belangrijke verschillen in de
samenstelling van de celwand.
Grampositieve bacteriën worden naar buiten toe begrensd door een dikke
peptidoglycaan celwand (Peptidoglycanen zijn reuzenmoleculen, samengesteld uit
aminozuren, suikers en peptiden)
Gramnegatieve bacteriën hebben een dunne peptidoglycaan celwand en een
buitenmembraan van lipiden en polysachariden.
Celstructuur van micro-organismen
Grampositieve kleuring
van cellen uit een
enkelvoudige culture
Gramnegatieve kleuring
van cellen uit een eenvoudige
culture
1 Cytoplasma; 2 Plasmamembraan; 3 Peptidoglycaan (mureïne) laag; 4 Buitenmembraan
van lipiden en polysachariden
Na kleuring met kristalviolet, lugol en safranine kan bij grampositieve organismen het
kristalviolet-lugol complex niet meer verwijderd worden met stoffen zoals alcohol of
aceton. De cellen blijven blauw-violet. Bij gramnegatieve organismen kan het
kristalviolet-lugol kleurstofcomplex wel verwijderd worden en krijgen de cellen een
roze kleur door de resterende safranine.
Grampositieve kleuring
Gramnegatieve kleuring
1
Download