Chirurgie | Vaatchirurgie Behandeling van spataderen Chirurgie | Vaatchirurgie U heeft spataderen. Deze brochure geeft u een overzicht van de oorzaken en klachten van spataderen en de behandel­mogelijk­ heden. Verder vindt u informatie over de gang van zaken bij de verschillende behandelingen en de nazorg. Spataderen In het lichaam bevinden zich twee soorten bloedvaten: slagaders en aders. Slagaders zijn bloedvaten waarin het bloed van het hart naar alle delen van het lichaam stroomt. Aders zijn bloedvaten waarin het bloed vanuit het lichaam weer terug naar het hart stroomt. Spataderen komen voornamelijk voor in de benen. Hier moet het bloed tegen de zwaartekracht in terugstromen naar het hart. Om te voorkomen dat het bloed weer naar beneden zakt, zijn er kleppen in de aders. Door verschillende oorzaken kunnen de kleppen in deze aders gaan lekken (insufficiënt worden). Het kan zijn dat de kleppen minder goed sluiten, doordat er teveel druk op de kleppen staat het bloedvat wijder wordt de kleppen zelf zwak zijn aangelegd. Spataderen ontstaan dan als volgt: als er kleppen lekken, wordt de druk onder die kleppen in de ader groter. Hoe groter de druk, hoe wijder het bloedvat wordt, waardoor er meer kleppen gaan lekken. Na verloop van tijd worden de gevolgen zichtbaar als spataderen: uitgezette, onder de huid gelegen, kronkelend verlopende aderen. Wie krijgt spataderen? Eigenlijk kan iedereen spataderen krijgen, maar sommige mensen zijn er vatbaarder voor: 1 Behandeling van spataderen - - - - mensen bij wie spataderen in de familie voorkomen zwangere vrouwen mensen die veel en lang moeten (stil) staan bij hun werk of bezigheden mensen die in het verleden trombose in een been hebben gehad. Welke klachten kunnen spataderen geven? Vaak bestaat er alleen een cosmetisch bezwaar: men vindt zo’n zichtbaar bloedvat op het been niet mooi. Sommige mensen met spataderen hebben jeuk, pijn of een onrustig gevoel in het onder­ been, soms met krampen. Verder kan er huiduitslag ontstaan, of een verkleuring (bruine vlekken). Ook kan zich een aderontsteking of een spataderbloeding voordoen. In het ergste geval ontstaat er een ‘open been’. Nader onderzoek De arts vertelt u of de spataderen nader moeten worden onderzocht. Meestal bestaat dit uit een Duplex onderzoek. Dit is een onderzoek met ultrageluidsgolven, waarbij een indruk wordt verkregen over de doorgankelijkheid van de bloedvaten, de stroomrichting van het bloed en het functioneren van de kleppen. Het onderzoek is pijnloos en wordt poliklinisch uitgevoerd. U krijgt hiervoor een aparte afspraak. In de folder “Vaatonderzoeken” leest u wat de gang van zaken rondom het onderzoek is. Behandelmogelijkheden De arts stelt een behandeling aan u voor. De keuze is in eerste instantie tussen wel of niet (operatief) ingrijpen. 2 Chirurgie | Vaatchirurgie Als het diepe adersysteem niet goed meer functioneert, bijvoor­ beeld als gevolg van een doorgemaakte trombose, zal de arts terughoudend zijn met het operatief weghalen van spataderen. In dat geval zal de arts u alleen steunkousen adviseren. Ook als er medische bezwaren zijn tegen een operatie, kunnen steunkousen uitkomst bieden. Als er geen bezwaar is tegen een (operatieve) ingreep, is het afhankelijk van de uitgebreidheid van de spataderen en de eventuele bevindingen bij het Duplex onderzoek, welke behandel­ mogelijkheid voor u geschikt is. - - - De spatader wordt van binnenuit dichtgebrand (VNUS procedure, minimaal invasief) De spatader wordt operatief verwijderd (‘strippen’) De spatader wordt dichtgespoten (sclerocompressie­ therapie). U kunt de aders gerust missen, omdat het bloed langs een andere weg kan stromen. Dat gebeurde ten dele al, omdat de spatader toch al niet goed werkte. Het is voor u van belang om te weten dat spataders altijd weer terug kunnen komen ondanks de behandeling die u heeft gehad. Tijdens uw bezoek aan de polikliniek vertelt de arts u over de ingreep die voor u geschikt is, de behandeling, eventuele complicaties en waar de littekens komen. Hieronder leest u wat de verschillende behandelings­ mogelijkheden inhouden. Het dichtspuiten van spataderen (sclerocompressie­therapie) Het dichtspuiten (wegspuiten) van spataderen gebeurt op de polikliniek Dermatologie. U ontvangt van hen een afspraak. Het zijn vooral kleinere spataderen die hiervoor in aanmerking komen. 3 Behandeling van spataderen Hoe werkt het? De dermatoloog spuit een bepaalde vloeistof in de spatader, die vervolgens wordt dichtgedrukt. De vloeistof brengt een reactie in de ader teweeg. Deze reactie moet er voor zorgen dat de ader dichtplakt. Na verloop van tijd is de spatader veranderd in een litteken. Het is dan nauwelijks meer te zien. Het lijkt dus of hij is weggespoten. Het inspuiten van de vloeistof gebeurt met een heel dun naaldje. Vaak zijn er meerdere prikjes nodig. Na de sclerocompressietherapie Om de ader goed te laten verkleven moet u na het wegspuiten enkele weken een steunkous dragen. Van de dermatoloog ontvangt informatie over nazorg en leefregels. Mogelijke complicaties van de sclerocompressietherapie De ingespoten vloeistof geeft ter plaatse in de ader een reactie, maar heeft verder weinig bijwerkingen voor de rest van het lichaam. Een hoogst enkele keer komt een overgevoeligheids­ reactie voor. Sclerocompressietherapie kan soms resulteren in een bruine verkleuring. Deze trekt niet altijd weg. Er bestaat een kleine kans dat de injectievloeistof op de huid komt. Het is dan mogelijk dat de huid ter plaatse stuk gaat. Dichtbranden (VNUS procedure ) Als er meerdere lekke kleppen zijn in de ader, en de ader niet te kronkelig verloopt, dan zal de arts voorstellen om de ader van binnenuit dicht te branden, (de zgn. VNUS procedure) De VNUS procedure is niet geschikt voor kleinere aders net onder de huid. Het gaat om een relatief kleine ingreep. De behandeling wordt poliklinisch uitgevoerd, onder plaatselijke verdoving. U krijgt op de polikliniek direct een datum mee voor de ingreep. Als u antistollingsmedicijnen gebruikt vertelt de arts u hoeveel dagen voor de behandeling u daarmee moet stoppen. 4 Chirurgie | Vaatchirurgie Hoe werkt het? Ter plaatse van de knie wordt de ader, na verdoving, aangeprikt. Soms moet de ader opgezocht worden met een klein sneetje. Hierna wordt er een dun slangetje (katheter) in de ader geschoven. Door dit slangetje wordt de VNUS katheter opgeschoven naar de lies. Hierna wordt er koelvloeistof langs het traject van de ader gespoten. Vervolgens wordt de ader met RFA (Radio Frequente Abblatie, een soort magnetronenergie) dichtgebrand. Door de koelvloeistof merkt u hier niets van. Na het verwijderen van de katheter krijgt u een steunkous aan en kunt u zelf van de operatie­ tafel stappen. Na de VNUS procedure U draagt de steunkous 48 uur. U mag na de ingreep gewoon lopen en fietsen. Sporten wordt de eerste week ontraden. Het prikgaatje in de ader wordt gesloten met een hechtpleister. Hierlangs kan de eerste dag wat van de ingespoten koelvloeistof lekken, dit is normaal. De hechtpleister mag gedurende drie dagen niet nat worden. De pleister mogen na drie dagen worden verwijderd. U krijgt een afspraak mee voor een Duplex onderzoek (zie boven) ongeveer twee weken na de ingreep. Ook wordt er een controleafspraak met de vaatchirurg gemaakt. Mogelijke complicaties van de VNUS procedure. Geen enkele ingreep is vrij van risico’s. De risico’s van de VNUS procedure zijn zeer klein. Er kan door een doof gevoel van de huid in het behandelde traject (maar ook daarbuiten) optreden. Dit dove gevoel is soms tijdelijk, soms blijvend. Er kan een brandwond van de huid in het behandelde traject ontstaan, en er kan trombose optreden. Operatief verwijderen (strippen) Wanneer er meerdere lekke kleppen zijn en de ader te kronkelig verloopt voor een VNUS procedure, wordt deze ader meestal weggehaald (het zogenaamde strippen). Meestal vindt deze 5 Behandeling van spataderen behandeling plaats in een behandelkamer op de polikliniek, onder plaatselijke verdoving. Heel soms wordt de behandeling in dag­ behandeling of een kortdurende opname uitgevoerd. U ontvangt daarover dan apart informatie Gang van zaken bij het operatief verwijderen (strippen) In de lies en/of knie wordt met een kleine snede de verbinding van de oppervlakkige ader met de grote beenader opgeheven. Daarna wordt via een kleine snede onder de knie of bij de enkel met een speciaal instrument (de stripper) de ader uit het been verwijderd. In het gebied waar de ader heeft gezeten ontstaat vaak een bloed­ uitstorting. Deze trekt in de loop van een aantal weken vanzelf weg. Bij uitgebreide spatadervorming kunnen tijdens dezelfde ingreep de overige uitgezette zijaderen via kleine sneetjes onderhuids worden verwijderd. Eventuele restanten kunnen later zo nodig worden dichtgespoten door de dermatoloog (sclerocompressietherapie). Mogelijke complicaties bij strippen Geen enkele ingreep is vrij van risico’s. Zo zijn er bij de operatieve behandeling van spataderen dezelfde kansen op complicaties als bij elke operatie, zoals trombose, nabloeding en wondinfectie. Als de hoofdader moet worden weggehaald, kan dat een enkele keer gepaard gaan met een letsel van een kleine begeleidende huidzenuw die pal naast het bloedvat loopt. Dat kan dan op een deel van het onderbeen een wat doof gevoel tot gevolg hebben. Soms is dit tijdelijk, soms blijvend. Na het strippen Er wordt er een drukverband om het been aangelegd. Dit zorgt ervoor dat u zo min bloeduitstortingen krijgt en dat de spataderen worden dichtgedrukt. Het verband mag u 24 uur na de operatie verwijderen. 6 Chirurgie | Vaatchirurgie Als u eerder een steunkous droeg, dan gebruikt die nu ook. U draagt de steunkous steeds overdag tot het slapen gaan, vijf tot zes weken na de operatie. De eerste dagen na de operatie mag de wond niet nat worden. Na drie dagen mag u de pleisters verwijderen en weer douchen. De hechtingen zijn oplosbaar. Vooral de eerste dagen zal het lopen niet gemakkelijk gaan. Toch is het belangrijk om regelmatig even te lopen. Stilstaan moet u zoveel mogelijk vermijden. Als u ergens moet blijven staan, kunt u het beste ondertussen een loopbeweging maken (pas op de plaats). Als u zit is het verstandig om het been hoog te leggen. Op geleide van klachten kunt u het lopen steeds meer uitbereiden. Het is beter enkele weken niet te sporten. Als u na de operatie wordt terugverwacht bij de dermatoloog voor sclerocompressietherapie (het wegspuiten van spataderen), maakt u zelf een afspraak met de polikliniek Dermatologie. U kunt deze afspraak maken zodra u de datum van de operatie (strippen) weet. Let u erop dat de afspraak voor de sclerocompressietherapie tenminste 2 weken later is dan de operatie. U kunt de polikliniek Dermatologie bereiken op nummer (050) 361 80 25. U krijgt van ons een afspraak mee voor de controle bij de vaatchirurg na ongeveer zes weken. Complicaties en problemen Als er complicaties zijn of als u problemen en/of vragen heeft, kunt u contact opnemen met het telefonisch verpleegkundig spreekuur, van maandag tot en met vrijdag van 8.30-16.00 uur. U kunt ons bereiken op het algemene nummer van het UMCG (050) 361 61 61 en vragen naar zoemer 55833. 7 Behandeling van spataderen Neemt u in ieder geval contact op bij: • koorts, hoger dan 38,5°C • roodheid van de wond • pijn • aanhoudende misselijkheid • ongerustheid of twijfel Ten slotte Wij leren graag van uw ervaringen. Als er dingen anders zijn gelopen dan u had verwacht dan horen wij dit graag van u. 8 Patiënteninformatie vlc 862/1005