Naam: Als u de test liever anoniem afneemt, vul dan een nepnaam in. De bedoeling is dat we kunnen zien welke vragenlijsten bij dezelfde persoon horen. Leeftijdscategorie: o <15 o 15 – 24 jaar o 25 – 34 jaar o 35 – 44 jaar o 45 – 54 jaar o 55 – 64 jaar o 65+ Geslacht: M / V Hoogst genoten opleiding: o Geen onderwijs/Basisonderwijs/Lagere School o LBO / VBO / VMBO (kader‐ en beroepsgerichte leerweg) o MAVO / Eerste 3 jaar HAVO of VWO / VMBO (theoretische en gemengde leerweg) o MBO o HAVO en VWO bovenbouw / WO‐propedeuse o HBO / WO‐bachelor of kandidaats o WO‐doctoraal of Master LET OP: Overleg niet! Vul deze test zelf in en kies daarbij telkens het (voor u) beste antwoord. Kies telkens het beste antwoord. Gelieve niet overleggen. 2) Wat is een bacterie? o Een eencellig organisme. o Een meercellig organisme. o Een gist cel. o Een soort virus. 3) Wat is DNA? o Een stof die codeert voor het typische gedrag van een organisme. o Een stof die codeert voor uiterlijke kenmerken van een organisme. o Een stof die de genetische informatie van een organisme bevat. o Een stof die codeert voor het typische gedrag en uiterlijke kenmerken van een organisme 4) Waar bevindt het DNA zich in een mens? o Alleen in de hersenen. o Alleen in het beenmerg. o In alle levende cellen. o In alle levende cellen behalve rode bloedcellen. 5) Waar bevindt het DNA zich in een bacterie? o Los drijvend in het cytoplasma (Waterige substantie in de cel) o Zit vast aan het celmembraan. o Zit netjes verpakt in het centrum van de cel. o Een bacterie heeft geen DNA. 6) Wat is een plasmide? o Een circulair stuk DNA. o Een bepaald eiwit. o Een bepaalde soort bacterie. o Een bepaalde soort antibiotica. 7) Wat wordt er met genetische modificatie aangepast? o De genetische code. o De uiterlijke kenmerken. o De manier waarop op DNA opgeslagen is o De manier waarop de genetische code wordt afgelezen 8) Wat is een aminozuur: o Zuur geproduceerd door spieren o Energie bron van de cel o Bouwsteen voor eiwitten o Bouwsteen voor DNA 9) Wat is een eiwit? o Een molecuul dat als een klein machinetje een taak kan uitvoeren. o Een voedingstof gemaakt door de voedsel industrie o Een molecuul dat als afvalproduct wordt afgescheiden. o Een molecuul dat alleen door kippen wordt geproduceerd. 10) Wat is translatie? o Het proces waarbij DNA wordt afgelezen en overgeschreven op een boodschap molecuul o Het proces waar bij de cellen DNA met elkaar uitwisselen o Het proces waarbij DNA zich vermeerdert. o Het proces waarbij een eiwit wordt opgebouwd 11) Wat is transcriptie? o Het proces waarbij DNA wordt afgelezen en overgeschreven op een boodschap molecuul o Het proces waar bij de cellen DNA met elkaar uitwisselen o Het proces waarbij DNA zich vermeerdert. o Het proces waarbij een eiwit wordt opgebouwd