Hematologie Patiënteninformatie Myelofibrose U ontvangt deze informatie, omdat wij u graag meer willen vertellen over myelofibrose. Bij deze aandoening wordt in het beenmerg op een ongecontroleerde wijze bindweefsel aangemaakt. Hierna leest u meer over de symptomen, het stellen van de diagnose en de behandeling. U kunt uiteraard altijd contact met ons opnemen als u vragen heeft. De aandoening myelofibrose Myelofibrose is onderdeel van een groep ziekten die we myeloproliferatieve aandoeningen noemen. Hieronder vallen de volgende ziektebeelden: polycytemia vera, essentiële trombocytemie en myelofibrose. Bij de meeste patiënten is er duidelijk sprake van één van deze drie beelden, maar er zijn ook patiënten bij wie de aandoening van meet af aan moeilijk is in te delen. Bij hen zien we zogenaamde mengbeelden met kenmerken van twee (of meer) verschillende groepen. Ook kan het ene ziektebeeld overgaan in het andere ziektebeeld. Hierna leest u alleen over het ziektebeeld myelofibrose. De symptomen Myelofibrose is een aandoening waarbij in het beenmerg een ongecontroleerde aanmaak van bindweefsel plaatsvindt. Deze bindweefselvorming wordt gestimuleerd door factoren, die worden uitgescheiden door een bepaald type ontspoorde beenmergcellen (megakaryocyten), die op hun beurt andere cellen (fibroblasten) aanzetten tot bindweefselvorming. Vandaar dat er in de beginfase van dit ziektebeeld in het beenmerg vaak een sterke toename is van sterk afwijkende megakaryocyten. Megakaryocyten zijn de voorlopercellen die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van bloedplaatjes (trombocyten). Bij onze patiënten zien we in het begin van hun ziekte dan ook vaak een toename van bloedplaatjes (trombocytose). Meerdere problemen Naarmate de bindweefselvorming toeneemt, ontstaan meerdere problemen: De normale aanmaak van bloedcellen in het beenmerg komt in het gedrang. Er kan bloedarmoede ontstaan met op den duur ook een tekort aan bloedplaatjes. Vervolgens is de zeefvorming tussen bloed en beenmerg verstoord, waardoor er beenmergcellen in het bloed terechtkomen. Bovendien veranderen de rode bloedcellen wat van vorm en sommige nemen de vorm van een traan aan. Deze cellen heten ook wel traandruppelcellen (teardrop cells). Ten slotte probeert het lichaam elders bloed aan te maken en kiest daar meestal de milt voor. De milt zal dan ook sterk vergroten, wat hinder en pijn kan veroorzaken. De milt zit links in uw buik en kan bij sterke vergroting de maag en andere organen hinderen. Dit kan gepaard gaan met pijn, een zwaar gevoel in de buik of het gevoel snel verzadigd te zijn met eten. De steeds groter wordende milt versterkt de bloedarmoede en het tekort aan bloedplaatjes verder, doordat deze cellen in de milt achterblijven in plaats van in het bloed circuleren. Pagina 1/3 In de latere fase van de ziekte kunnen zich algemene symptomen ontwikkelen, zoals moeheid, kortademigheid bij inspanning, gewichtsverlies, 's nachts heftig transpireren (nachtzweten) en koorts. In dat stadium is het beenmerg inmiddels volledig vervangen door bindweefsel. Myelofibrose is een ziekte van ouderen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten is 65 jaar, maar de ziekte komt ook voor bij jongeren; 10 procent is jonger dan 45 jaar Zo stellen wij de diagnose Om de diagnose myelofibrose te stellen, is het nodig dat wij naast routinematig bloedonderzoek ook aanvullend onderzoek doen. Het belangrijkste hierbij is specifiek bloed- en beenmergonderzoek. Bloedonderzoek Bij het bloedonderzoek brengen wij allereerst het bloedbeeld goed in kaart. Daarbij kijken wij naar afwijkingen in de rode bloedcellen (traandruppelcellen) en naar de aanwezigheid van andere beenmergcellen. Omdat myelofibrose in relatie gebracht wordt met afwijkingen in de stamcel, waarbij een zogeheten JAK2-mutatie is ontstaan, onderzoeken wij ook of deze mutatie aanwezig is. Bij 50 procent van de patiënten is dat het geval. Bij deze mutatie (een fout in de aanmaak van het eiwit) blijven cellen geactiveerd zonder dat ze de juiste signalen daarvoor krijgen. Beenmergonderzoek Het beenmergonderzoek moet de uiteindelijke diagnose bevestigen. Hierbij blijkt het vaak moeilijk om goed beenmerg op te zuigen. Dit fenomeen, veroorzaakt door de bindweefselvorming, noemen we ook wel dry tap (droge oogst). Daarom bestaat het beenmergonderzoek ook uit de afname van een beenmergbiopt, omdat dit de enige methode is om goed beenmergweefsel te verkrijgen waarop wij het bindweefsel kunnen ‘aankleuren’. Als wij toch nog wat beenmerg kunnen opzuigen, sturen wij dit ook in voor een chromosomenanalyse door middel van cytogenetisch onderzoek (zie chromosomenonderzoek). De behandeling van myelofibrose Er bestaat geen eenduidige therapie voor myelofibrose. Of behandeling nodig is en welke dat dan is, hangt erg af van de fase van de ziekte. Tot op heden is er geen therapie die de ziekte kan genezen, tenzij een familiedonor een stamceltransplantatie met stamcellen kan aanbieden. Vaak kunt u in de eerste periode dat de diagnose gesteld is gewoon afwachten, omdat er dan nog weinig klachten zijn en het risico op complicaties gering is. Pagina 2/3 Verschillende mogelijkheden Als er wel therapie nodig is, zijn er verschillende mogelijkheden: In de beginfase, als er nog beenmergcelgroei is en de bloedplaatjes erg hoog zijn, werken celdodende middelen (cytostatica) vaak goed, zoals hydroxyureum (Hydrea®) of melfalan. Daarmee lukt het vaak om de milt te verkleinen. Een behandeling met een lage dosis prednison en/of thalidomide helpt soms goed om de symptomen van moeheid, bloedarmoede, gewichtsverlies en transpireren te onderdrukken. Recent is een blokkerend medicijn tegen de JAK2-mutatie ontwikkeld: ruxolitinib. Dit middel blijkt bij een aanzienlijk deel van de patiënten de milt te doen verkleinen en ook hun welbevinden te vergroten. Helaas is het effect niet blijvend. Wanneer zij stoppen met ruxolitinib, komen de verschijnselen weer snel terug. Vanwege het experimentele karakter van dit medicijn en de mogelijk late bijwerkingen ervan, wordt het bij voorkeur in studieverband toegediend aan geselecteerde patiënten. Als er bloedarmoede ontstaat, zijn bloedtransfusies nuttig, maar het effect kan tegenvallen omdat een deel van het bloed in de milt kan blijven steken. Als alternatief worden soms mannelijke hormonen gegeven (oxymethalon of danazol) die de aanmaak een beetje kunnen stimuleren. Als de milt te groot wordt, is het de moeite waard deze operatief te verwijderen, ook al is dit een grote operatie. Als het om jonge patiënten gaat met een potentiële beenmergstamceldonor, zoals een broer of zus, moeten zij het traject van stamceltransplantatie serieus overwegen. Ook al is dit een zeer zware behandeling, het is de enige optie die de ziekte definitief kan genezen. Levensverwachting Patiënten met een myelofibrose hebben een sterk gevarieerde levensverwachting van enkele tot vele jaren, afhankelijk van hun leeftijd en het stadium van de ziekte. Wilt u meer weten? De MPN Stichting is een actieve patiëntenvereniging, die brochures uitgeeft voor zowel patiënten als artsen. Daarnaast besteedt de vereniging veel aandacht aan lotgenotencontact en belangenbehartiging. Het correspondentieadres is: MPN Stichting Postbus 10496, 6000 GL Weert Tel: 088 007 43 00 E-mail: [email protected] www.mpn-stichting.nl Versie: augustus 2015 Pagina 3/3