Presentatie onderzoek TU Delft en vervolgstappen Hans Alders Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 WELKOM Programma: • Welkom en introductie door Hans Alders, Nationaal Coördinator Groningen • Toelichting uitkomsten onderzoek door Prof.Dr.Ir. Rots en Ir. Van Staalduinen TU Delft • Aanpak vervolg en inspecties Hans Alders, Nationaal Coördinator Groningen • Vragen Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 Introductie Nationaal Coördinator Groningen • NAM heeft NCG gevraagd het eerdere onderzoek van Arcadis te valideren. Conclusie NAM: ‘De waarschijnlijkheid van schade door aardbevingen in totaal elf onderzochte gebieden kleiner is dan 1% en dus verwaarloosbaar is’. • NCG heeft Technische Universiteit (TU) Delft de opdracht gegeven deze validatie uit te voeren. Het onderzoek van TU Delft is begeleid door een onafhankelijke begeleidingscommissie, ingesteld door de NCG: Namens de bestuurlijke stuurgroep: • Burgemeester Wiersma, gemeente de Marne • Burgemeester Beukema, gemeente Delfzijl Namens de maatschappelijke stuurgroep: • Dhr. Wienk, Libau Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 Resultaten Validatiestudie Jan Rots, Piet van Staalduinen Validatiestudie • Opdrachtgever: NCG • Uitvoerder: TU Delft • Doel: nagaan of de methodiek juist is, waarop CVW/NAM de conclusie baseerde om buiten de contour geen schades te behandelen • Context: ongeveer 1800 schademeldingen buiten de contour • Onderzoeksmateriaal: 11 rapporten van Arcadis over 11 onderzoeksgebieden buiten de contour, waar in totaal circa 70 schademeldingen zijn onderzocht • Alleen de methodiek van Arcadis is getoetst, niet de 70 individuele schademeldingen Methodische opzet van Arcadis onderzoek Inspecties - beoordeling van schadebeelden o.b.v. visuele inspecties Sensordata – beoordeling van de sterkte van gemeten trillingen Bodemdaling – beoordeling invloed van bodemdaling en peilaanpassingen 70 schademeldingen door Arcadis onderzocht, schadebeelden vastgelegd en geanalyseerd, hoofdoorzaken vastgesteld Sensordata van 10 recente bevingen (periode 20142015, M = 2,1 tot 3,1) door Arcadis onderzocht en getoetst tegen SBR Richtlijn Gegevens bodemdaling onderzocht, gegevens aanpassingen grondwaterpeilen door Arcadis onderzocht, invloed op lokale bodem en fundering onderzocht Tussenconclusie Arcadis o.b.v. inspecties Tussenconclusie Arcadis o.b.v. sensordata Tussenconclusie Arcadis o.b.v. bodemdaling Eindconclusie Arcadis: de waarschijnlijkheid van schade door aardbevingen voor de gebieden is kleiner dan 1% en dus verwaarloosbaar Beoordeling methodiek Arcadis onderzoek Inspecties - beoordeling van schadebeelden o.b.v. visuele inspecties Sensordata – beoordeling van de sterkte van de trillingen • Steekproef te klein, niet opschaalbaar naar groot onderzoeksgebied; • Invloed trillingen niet volledig uit te sluiten indien andere hoofdoorzaak is vastgesteld Belangrijke elementen van onzekerheid zijn niet voldoende kwantitatief onderbouwd Tussenconclusie Arcadis Tussenconclusie Arcadis Beperkt bruikbaar Beperkt bruikbaar Bodemdaling – beoordeling invloed van bodemdaling en peilaanpassingen Tussenconclusie Arcadis Eindconclusie van Arcadis: Niet bruikbaar voor grotere onderzoeksgebieden c.q. grote aantallen schademeldingen Resultaat Validatiestudie • Conclusies Arcadis zijn te stellig en onvoldoende onderbouwd. Steekproef • Steekproef is te klein om resultaten te kunnen veralgemeniseren naar alle schademeldingen buiten de contour Inhoudelijke tekortkomingen • Schade-inspecties: het benoemen van een hoofdoorzaak van een schade laat mogelijke invloed van bevingen onderbelicht (m.n. verergering van schade, uitbreiding van scheuren etc.) • Sensor-data: onzekerheden bij interpretatie van sensordata zijn onvoldoende onderbouwd (spreiding in waarnemingen, niet alle historische bevingen zijn beschouwd, aspect herhaald voorkomende trillingen is niet beschouwd) Opmerkingen • Het gaat hier in de regel over schade die niet van invloed is op de veiligheid van de bouwconstructie – toch is de maatschappelijke impact groot • Bij deze schades spelen veel onzekerheden een rol: • De sterkte van een beving en andere invloeden van gaswinning (bodemdaling en peilaanpassingen) • Specifieke omstandigheden in het bouwkundige object, in de fundering en in de directe omgeving • Zeer beperkt fundamenteel inzicht en weinig praktijkervaring: • We kunnen slechts beperkt leren van ervaringen met andere trillingsbronnen (verkeer, heiwerkzaamheden) • Weinig kennis over invloed van herhaalde lichte aardbevingen op ontstaan of verergering van (lichte) schade bij specifiek Nederlandse constructies in metselwerk en over invloed op zettingen afhankelijk van lokale bodemomstandigheden • Gelet op beperkte ervaring en grote onzekerheden is het noodzakelijk bij diagnose en beoordeling aan de veilige kant te gaan zitten • Er zijn nog grote stappen te zetten van reactie, predictie naar preventie Conclusie NCG n.a.v. validatie TU Delft • Op basis van de uitkomsten van het onderzoek van de TU Delft concludeert de NCG dat de door de NAM vastgestelde schadecontourlijn niet houdbaar is. • Alle aangemelde schade moet alsnog individueel worden beoordeeld. • Dat geldt ook voor toekomstige schademeldingen in relatie tot het Groninger gasveld. Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 VERVOLGSTAPPEN • Iedereen die schade heeft gemeld wordt bezocht voor inspectie. • 1700 woningen in de 11 door Arcadis onderzochte gebieden. • Ca. 100 in Langelo (gasopslag Norg). Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 INSPECTIE SCHADES • CVW start in de gebieden die zijn onderzocht door Arcadis met een proef. Deze proef moet het schadeafhandelingsproces verbeteren. • Huidige schademeldingen (ca. 1700) in het betreffende gebied worden met een gerichte aanpak afgehandeld. Bij deze methode wordt niet alleen gekeken of aardbevingen de oorzaak zijn, maar wordt ook aandacht besteed aan andere oorzaken en de samenhang. • In deze nieuwe aanpak wordt de schade opgenomen en voorgelegd aan een panel van experts. Meerdere deskundigen zullen de schade beoordelen. Een duidelijk verschil met de huidige manier van schadeafhandeling, er wordt met meer ogen gekeken naar de schades. Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 BEGELEIDINGSCOMMISSIE Een onafhankelijke begeleidingscommissie ingesteld door de NCG gaat deze proef valideren, monitoren en evalueren: • Burgemeester Beukema, gemeente Delfzijl • Burgemeester Wiersma, gemeente de Marne • Prof. Wijte, TU Eindhoven • Dhr. Wienk, namens het Gasberaad • Dhr. Wassenaar, onafhankelijk expert Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 Vervolgonderzoek naar oorzaak schade aan randen • Van belang om in beeld te krijgen wat de oorzaak is van de hoge frequentie van schade aan de randen van het gebied. • Voor een bewoner en/of eigenaar is het belangrijk om duidelijk te krijgen wat de oorzaak is van de schade aan zijn woning of pand, ook als de hoofdoorzaak geen aardbeving blijkt te zijn. • De NCG start een breder vervolgonderzoek dat antwoord moet geven op deze vraag. • Uitvoering door de TU Delft • Onafhankelijke begeleidingsgroep (in oprichting). Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 Vervolgonderzoek naar oorzaak schade aan randen Hoe ziet het vervolgonderzoek eruit? In het vervolgonderzoek wordt bekeken in hoeverre de hoeveelheid schade aan de randen van het Groningen-veld verschilt van de rest van Nederland en wat de oorzaken daarvan kunnen zijn. Belangrijke thema’s hierbij zijn: - de effecten van bodemdaling - verschillen in waterpeil - bodemsamenstelling en -opbouw. Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016 VRAGEN? Nationaal Coördinator Groningen 10 september 2016