ckvweekgroep13 - WordPress.com

advertisement
Maandag 10:00 Begin CKV Week
De CKV week is bedoeld voor een HAVO 5 groep bestaande uit +/- 30 leerlingen.
Jullie gaan een onderzoek doen over het onderwerp: Surrealisme. De leerlingen ondervinden hier, per discipline, wat deze
stroming precies inhoudt en hoe deze herkend kan worden binnen theater/muziek/beeldendekunst/dans. Dit uit zich aan het
einde van de week in een presentatiemoment. Het wordt een labyrint waarin de vier disciplines waarin de leerlingen
presentaties laten zien vanuit het thema surrealisme.
De opdrachten die de leerlingen deze week moeten maken staan in dit document aangegeven in het groen. 10.00-11.00 //
Introductie Onderwerp CKV Week
Voordat de leerlingen het lokaal binnenkomen, krijgen ze allemaal 1 snoepje. Dit staat
symbool, zoals in Alice in Wonderland (en zoals we in het labyrint gaan doen), dat ze een
andere wereld binnentreden: de surrealistische wereld.
Het lokaal is verduisterd, de stoelen en tafels staan scheef en door elkaar). De presentatie
begint absurd (in een of meerdere vormen die we in de theaterworkshop toepassen). Dus we
beginnen bijvoorbeeld fluisterend en staan in een hoekje te presenteren…
Bijlage voor tijdens de presentatie: PowerPoint.
Het surrealisme is een kunststroming in de moderne kunst ontstaan als literaire stroming rond
1924, die is begonnen als een culturele beweging voor de samenkomst van artiesten,
onderzoekers en denkers in Frankrijk. Zij waren op zoek naar:
- Een hogere werkelijkheid
- Een positieve beweging ten midden van alle negatieve gevolgen van de Eerste
Wereldoorlog.
- Manieren om de grenzen van de rede op te zoeken en daarbuiten te zoeken. Logica
was voor hen niet genoeg.
Het surrealisme betekent letterlijk: het bovennatuurlijke, het boven de werkelijkheid
uitstijgen. Het kenmerkt zich in een organisch vloeiende, gedetailleerde en nauwkeurige
manier van werken. Woorden die het surrealisme omschrijven zijn: onderbewust, magische
elementen, irrationeel, oncontroleerbaar, dingen zijn niet wat zij schijnen, boven
verstandelijke betekenissen.
Bij het surrealisme is de visuele verbeeldingskracht losgemaakt van het verstand en de logica,
waardoor het onderbewustzijn in staat is onthullende, suggestieve voorstellingen te scheppen.
Het toeval bepaalt dat absurde, zins-begoochelende fantasieën in zowel 2- als 3-dimensionale
af.
De theoretische basis van het surrealisme, waar Sigmund Freud en Carl Jung een van de
grootste inspiratoren zijn geweest, is belangrijk om te begrijpen als we het over een begrip als
dit gaan hebben. Freud is de maker van de belangrijkste theorie die heeft gezorgd voor het
opbloeien van de interesse naar wat uiteindelijk het surrealisme zou worden. Zijn vele
theorieën over het bewuste en onderbewuste wakkerden bij de kunstenaars een verlangen aan
om dit te onderzoeken en bekrachtigen door middel van artisticiteit. Zij raakten geïnspireerd
door zijn opvatting en kwamen zo op het surrealistische pad terecht.
Freud beweerde dat een persoon drie verschillende vormen van bewustzijn heeft. De eerste
noemt hij het ES, dit is het onderbewuste en primitieve in een persoon. Deze kant bestaat uit
lust en zoekt naar bevrediging, op vlakken die verschillen van seksuele stimulering naar eten.
De tweede vorm is het ICH, deze staat voor het maken van beslissingen. Het bewuste deel van
onszelf dat keuzes moet maken. Het leert ons dat de bevrediging waar ES naar zoekt soms
niet mogelijk is en dat de hunkering ernaar zinloos is. De laatste vorm noemt hij het UBERICH. Dit zijn de normen en waarden die ieder persoon met zijn eigen opvoeding heeft
meegekregen, de morele opvattingen van ons leven. Deze drie vormen werken elkaar constant
tegen.
Simpel voorbeeld: Je zit in een café en een tafeltje verder zit een man. Het ES voelt een
enorme aantrekkingskracht tot die man en dit maakt dat er grote opwinding door je lijf vliegt.
Het ICH zorgt ervoor dat je je afvraagt of je op de man af moet stappen? Zou hij dat wel leuk
vinden? Misschien valt hij wel helemaal niet op blond. Het UBER ICH zal je laten inzien dat
het eigenlijk helemaal niet het soort man is waar je mee thuis kunt komen. Je moeder zou die
afgetrapte schoenen, het baardje en de warrige haren niet kunnen waarderen. Ze heeft je
geleerd dat uiterlijke verzorging een belangrijk deel is van het presenteren van jezelf, dus
vanuit je opvoeding gezien, de normen en waarden van je ouders die zij op jouw hebben
geprojecteerd, zou je nooit op de man af moeten stappen.
Voor de kunstenaars en denkers was het ES, het onderbewuste, een heel interessant
aanknopingspunt in verband met hun zoektocht naar een hogere werkelijkheid. Het zijn de
geestelijke processen, de gedachten en gevoelens die ieder mens ondervindt maar niet altijd
blijk aan geeft, die voor hen belangrijk waren. Wat voor gedachten bestaan er allemaal in ons
onderbewustzijn en hoe zien die er uit? Bestaat de mogelijkheid menselijke fantasie in zijn
puurste vorm weer te geven?
Wat ook een zeer belangrijk persoon is geweest voor het ontstaan van deze kunststroming, is
de schrijver van het Surrealistisch Manifest. Hierin stond, in grote lijnen, dat het tijd was om
de bestaande orde omver te werpen en de hogere werkelijkheid toelaten tot de denkwijze van
de mens. De bedenker hiervan is de Franse dichter en schrijver André Breton (19 februari
1896 - 28 september 1966) Ook hij werd geïnspireerd door de ideeën van Freud en schreef het
Manifest in 1924 en dat werd gepubliceerd in 1925. Hij wilde de realiteit meer koppelen aan
de wereld van de dromen en de fantasie. Volgens hem kon je, door het zo goed mogelijk
weergeven ervan, de fantasie doen laten lijken op de werkelijkheid. Het schrijven van dit
manifest heeft Breton de naam ‘Theoreticus en grondlegger van het surrealisme’ gegeven.
’’Surrealisme, psychisch automatisme in zijn puurste vorm, waarbij men zich ten doel stelt
zich uit te drukken (…) is het uiteindelijke functioneren van ons denken.”
De term ‘psychisch automatisme’ die Breton hier gebruikt zal ik uitlichten. Het surrealisme
richt zich op het menselijke onderbewustzijn als de essentiële bron van alle kunst. Breton
maakte, om het menselijke onderbewustzijn zo dicht mogelijk te raken, gebruik van
automatisch schrijven of tekenen. Dit is een methode die wij nu ook allemaal eens gaan
uitproberen. Pak allemaal een pen en een stuk papier en ga klaar zitten. Deze methode vraagt
dat we twee minuten lang blijven schrijven zonder je pen van het papier te halen.
- We doen de opdracht met de leerlingen en hebben het over wat ze hebben geschreven Hier staat het brein compleet los van alle logica en ordening die we normaal gezien loslaten
op onze creatieve processen. We hebben geen filter dus zijn we alleen maar bezig met het
wezenlijk maken van fantasieën. Dit en een andere methode, het bijhouden van dromen,
zorgen voor een openbaring van het onderbewustzijn, het uiteindelijke functioneren van ons
denken waar Breton het over heeft in het Surrealistisch Manifest.
We kunnen het surrealisme rekenen tot een stroming uit de moderne kunst, die oorspronkelijk
weer van de avant-gardistische uitingen kwamen, die vanaf 1900 tot 1960 werden gecreëerd.
Stromingen die naast het surrealisme ook bij de moderne kunst horen:
- Het kubisme (meerdere standpunten, dobbelsteenvorm en verwarrend perspectief)
- Het futurisme (ontstaan uit kubisme - krachtige lijnen, agressiviteit en vooruitgang)
- En het dadaïsme
Het Dadaïsme is de voorloper van het surrealisme. Dit was geen kunststroming zoals het
surrealisme is, maar meer een beweging tegen de maatschappij de zich richtte op het afbreken
van oude principes, de opkomst van gelijkwaardigheid en het willekeurig handelen. De
surrealisten bouwen voort aan enkele principes van het Dadaïsme, maar dan op een
positievere manier. Ze wilden de maatschappij niet afbreken, maar ze wilden een nieuwe
mogelijkheid bieden. De wereld iets buiten de realiteit laten zien. We zouden het surrealisme
een tot rijpheid gekomen Dadaïsme kunnen noemen.|
BEELDENDE KUNST
In de beeldende kunst heeft het surrealisme een grote rol gespeeld. Om dit te specificeren zijn
er twee verschillende stromingen binnen het surrealisme. Figuratief surrealisme en het
abstracte surrealisme.
“Het is een manier van totale bevrijding van de geest en al wat er op gelijkt”
– Breton op 27 januari 1924 in een samenvatting van zijn werk.
Dat is de opvatting die vooraf ging aan de grote splitsing binnen het surrealisme. Omdat juist
de vrijheid van de geest en haar onbewustheid zo centraal stond in het surrealisme, werden er
vanuit verschillende hoeken vragen gesteld over de uitwerking van de kunst. Schilderen
bijvoorbeeld, is een hele bewuste actie. Een gestuurde actie. Hoe kan het dan nog uit die vrije
en onbewuste geest komen? Kunstenaar Salvador Dali had daar hele sterke opvattingen over.
Hij was van mening dat de onbewuste artisticiteit, dromen en fantasie geholpen moesten
worden door bewuste expressiviteit. Er moést wel een vorm van bewustzijn komen kijken bij
het uitwerken van kunst, want juist door middel van zijn artistieke vaardigheden kon hij een
concreet beeld van zijn vrije intuïtie en geest weergeven en dit volledig tot uiting laten
komen. Dit mondde uit in het figuratief surrealisme.
Figuratief surrealisme: deze stroming staat voor het uitwerken van droombeelden, het
vastleggen van de zaken die diep in onze fantasie verborgen liggen in herkenbare
onderwerpen. Het creëren van onsamenhangende en afwijkende beelden van werkelijkheden
zou een omschrijving van een definitie van het figuratieve surrealisme. Tekenend voor de
figuratieve surrealistische kunst, waren afbeeldingen van landschappen, stillevens of
portretten. Ook het samenvoegen van voorwerpen die normaal gezien niet naast elkaar kunnen
worden gezet hoort hierbij. Dit noemde men de collagetechniek.
Salvador Dali (11 mei 1904 –23 januari 1989) was één van de kunstenaars wiens werk onder
het figuratief surrealisme geplaatst kan worden. Hij zocht naar een hogere werkelijkheid door
middel van het schilderen van zijn droombeelden. Een van de belangrijkste inzichten die Dali
aan de stroming heeft toegevoegd is de introductie van de paranoïde-kritische methode. Dit is
een methode waar hallucinatie en werkelijkheid door elkaar lopen, die inhoudt dat een
kunstenaar een bepaald object te zien krijgt, maar eigenlijk alleen maar oog heeft voor een
ander onbeduidend klein object. Dit kan ik koppelen aan een van zijn schilderijen genaamd
‘De duurzaamheid van de herinnering’ oftewel de smeltende klokken. Dali heeft hier klokken
afgebeeld die slap en gesmolten over andere objecten heen hangen. Hiermee wilde hij zeggen
dat de tijd alle vorm van betekenis verliest. Dit kan gekoppeld worden aan paranoïde kritisch
denken doordat Dali op het idee kwam om dit te schilderen toen hij aan het kijken was naar
een stuk smeltende camembert kaas. Hij nam de werkelijkheid waar, maar voegde hier zijn
eigen hallucinaties mee samen, en dit is wat de paranoïde-kritische methode inhoudt. Wat men
over zijn werk zegt:
‘Onsamenhangende flarden van de werkelijkheid ten midden van een vreemde en
onsamenhangende verwarring’
Een andere belangrijke figuratieve surrealist is René Magritte. Ook hij creëerde beelden van
onsamenhangende en afwijkende werkelijkheden.
Abstract surrealisme: de surrealisten die zich daar juist niet in konden vinden, en het meer
eens waren met de visie van Breton (brein staat los van ordening tijdens het maken van
creatieve uitingen), vonden hun weg in een meer abstractere vorm van het surrealisme. De
tweede stroming die ontpopte door de splitsing was daarom ook; het abstract surrealisme. Dit
kenmerkte zich als stroming waarbij een de kunst juist het weglaten was en toevalligheid het
uitgangspunt. Spontaniteit van gedachten weergeven zonder de beelden die je als kunstenaar
binnenkrijgt ook maar enigszins te censureren. Deze kunstwerken kregen ook vaak zeer
poëtische titels of benamingen.
De meest belangrijke abstract surrealisten waren André Masson en Joan Miró. Zij schilderden
veel seksuele symbolen, op een manier zodat ze (getrouw aan de herkenningspunten van deze
stroming) niet direct herkenbaar waren. In een van zijn schilderijen kan men sperma en
eierstokken, symbool voor man en vrouw ontdekken. Het eerder genoemde automatisch
tekenen hoort bij deze stroming. De gecreëerde beelden zijn betekenisloos maar worden juist
vanuit een gevoel gemaakt. Niet de werkelijkheid is belangrijk, maar wel het gevoel daarbij.
De uiterlijke verscheidenheid binnen die twee vormen van surrealisme is niet eenvoudig te
zien. Figuratief surrealisme is niet realistisch, maar maakt wel gebruik van herkenbare,
samengestelde vormen. Terwijl abstract surrealisme niet herkenbaar is en alleen bestaat uit
toevalligheden.
Wat wel goed zichtbaar is, bij alle twee de stromingen, is dat er nog steeds vastgehouden
wordt aan de punten waar de denkers en kunstenaars naar op zoek waren toen de
kunststroming zich begon te ontpoppen. Zicht op een hogere werkelijkheid en de grenzen van
de rede op te zoeken en fantasie in zijn meest pure vorm weer te geven, bij het abstracte en bij
het figuratieve surrealisme komt dit terug in de kunst.
DANS
Kenmerken van surrealisme: Onderbewuste, magische elementen, irrationeel,
oncontroleerbaar, dingen zijn niet wat zij schijnen, boven verstandelijke betekenis, geen
esthetische of morele zorg, psychisch automatisme, absurd
Compositie: Het is moeilijk om een rode draad te zien bij een surrealistische dansvoorstelling.
Er is vaak geen logische volgorde van gebeurtenissen of een duidelijke verhaal.
Esthetica: Dans hoeft helemaal niet mooi te zijn.
Afhankelijk van dansstijl: Je hebt geen duidelijke dansstijl of kenmerk van een dansstijl.
Meestal wordt surrealistische dans “moderne dans” genoemd, maar het kan binnen een andere
bepaalde danstechniek gedanst worden, bij voorbeeld Butoh. Ander voorbeeld: Je ziet een
danser die duidelijk in street dance stijl danst, dan verandert zij naar klassieke dans tijdens
optredens (absurdisme).
Dansomgeving: Je kiest meestal een bijzonder of absurde plek te dansen, die meestal buiten
is. Je danst op een plek, die normaal niet voor dans bedoeld is. (niet in een dansclub,
dansstudio of toneel dus) Thema’s zijn vaak taboes. Bij voorbeeld naakt dansen, extreme rage,
homoseksualiteit enz.
Bewegingskenmerken van het surrealisme. Spelen met het aspect tijd komt aan de beurt
(Butoh techniek) Je danst dus heel langzaam, net alsof niemand kan zien dat je eigenlijk
beweegt.
Verder beweeg je vanuit een innerlijk instinct dat je overneemt. Je laat je instincten je
overnemen en je laat het jou bewegen. Je kunt vormen wel gebruiken, of juist vormen
loslaten.
Inspiratie: Je kunt de inspiratie voor surrealistische dans uit je onderbewustzijn halen. Je
maakt kennis met aspecten van jezelf. Als danser heb je ook een intieme band met je coach
over innerlijke gedachten, gevoelens of problemen. Je laat je innerlijke bron je leiden. Je
lichaam volgt wel.
- LINK FILMPJE PINA BAUSCH ZIE POWERPOINT -
THEATER
Binnen de beeldende kunst vind je hele duidelijke voorbeelden van surrealistische
kunstwerken, maar in het theater zijn er niet zo gemakkelijk puur surrealistische
toneelstukken terug te vinden.
Wel is er een belangrijke stroming in de toneelwereld aan te wijzen die erg veel
overeenkomsten met het surrealisme (en het dadaïsme) heeft: het absurd toneel.
Het absurde theater ontstaat vlak na WOII.
De oorsprong van dit theater ligt in de absurdistische filosofie. In deze filosofiestroming ging
men er vanuit dat het leven betekenisloos en onverklaarbaar was. Na WOII had de bevolking
in korte tijd veel ellende meegemaakt (denk ook aan WOI) en heerste er een negatieve
stemming. Het geloof in God die een bedoeling had met de wereld, zwakte af en zo kreeg het
absurdisme binnen de filosofie meer aanhang. Het feit dat het leven op zich geen doel had,
was een gedachte waar steeds meer mensen zich in konden vinden.
Het absurde van het leven (de doelloosheid) wordt in het absurdistische theater getoond door
een toneelstuk onlogisch en irrationeel te maken (zoal het leven zelf ook is). Zaken die op het
eerste oog heel normaal zijn, kunnen binnen het absurd theater een andere wending krijgen.
- Zo hoeft het verhaal binnen het absurd theater niet logisch (en chronologisch) te zijn.
- Teksten dragen niet persé bij aan het verhaal en kunnen zeer onzinnig zijn/worden.
- De zinsopbouw kan door elkaar gegooid worden, waardoor de logica verdwijnt.
- Maar ook personages kunnen plotsklaps verwisseld worden, etc.
 Voorbeeld: Delen van scène XI uit ‘De Kale Zangeres’ van Ionesco. Zichtbaar is de
onlogica
– ZIE POWERPOINT Het irrationele van absurd toneelwerk kun je koppelen aan het surrealisme (waarin het
irrationele een belangrijk kenmerk is). Maar ook het feit dat er in absurde toneelstukken vaak
beangstigende of droomachtige sferen worden neergezet kun je koppelen aan het surrealisme
(waarin ook boven de werkelijkheid uitgestegen wordt).
Overkoepelend kan er over het surrealisme en het absurd toneel gezegd worden dat het
publiek in beide gevallen geen werkelijkheid voorgeschoteld krijgt; maar een vervreemde
wereld waarin logica en ordening niet van toepassing zijn.
Wat nog belangrijk is om te vernoemen bij het absurd theater is dat de voorloper van deze
stroming het dadaïstische theater was. Veel absurdistische theatermakers hadden dan ook
contacten met dadaïstische en surrealistische theatermakers, zoals Tristan Tzara en Andre
Breton. Veel kenmerken zoals de onlogica, de onbegrijpelijkheid van tijd en identiteit, de
inspiratie vanuit de droomwereld zijn zowel in het dadaïstisch als absurdistisch toneelwerk
terug te vinden.
Bekende absurdistische toneelschrijvers zijn Beckett, ionesco, Adamov, Genet. Maar ook de
schrijver Fernando Arrabal kun je koppelen aan het absurd theater.  De leerlingen hebben
de mogelijkheid om in de CKV-week een toneelstuk van Arrabal te bezoeken.
MUZIEK
Het doel van de artiest is het absurde en ongewone te laten horen wat meestal in het
onderbewustzijn van de mens ligt. Binnen de esthetica van surrealistische muziek is
maatsoort, melodie en structuur, helemaal niet belangrijk. In ‘normale’ muziek worden deze
zaken juist wel aangehouden. Het onbewuste van de mens hoeft ook niet mooi te zijn, het is
wat het is.
Surrealisme in muziek wordt gekenmerkt door het gebruik van de volgende elementen:
stilte/pauze, geen duidelijke structuur of tempo in de muziek, gebruik van ongewone objecten
als instrument, veel herhalingen van een vaste melodie/geluid, gebruik van toeval en
onverwachte tegenstellingen. Voorbeelden van muziek composities volgen:
Stilte / Pauze
Artiest: John Cage (1912-1992)
John Cage is misschien het best bekend door zijn compositie 4'33 " (1952) die wordt
uitgevoerd in de afwezigheid van opzettelijke geluid; muzikanten die zich presenteren maar
ze doen niks behalve aanwezig zijn voor de duur van de stuk, 4 minuten 33 seconden. De
inhoud van de compositie is niet "4 minuten en 33 seconden stilte ', zoals soms wordt
verondersteld, maar de geluiden van de omgeving gehoord worden door het publiek tijdens
het spelen. Het werk is gemaakt als een uitdaging naar de algemene definities van muziek,
voorstelling en muzikante. Het werk werd beroemd en het onderwerp werd controversieel en
populair in kunstwereld, door zijn visie naar kunst en esthetica.
- FILMPJE ZIE POWERPOINTGebruik van Toeval
In zijn compositie “Music of Changes” (1951) heeft John Cage het toeval gebruikt om
bepalen van welke notes te spelen en wanneer. Hij gebruikt de volgende schema die ingevuld
is door toeval. Vandaar krijgt hij de notes om te spelen.
- AFBEELDING ZIE POWERPOINTGeen duidelijke tempo
“Concerto for Active Frogs”, Anne Lebaron
- FILMPJE ZIE POWERPOINTKenmerken van stuk: Geluiden die geen geheel maken, geen duidelijke stijl, absurd muziek.
Instrumenten gebruikt zijn niet ordinair. Je kunt niet precies verstaan wat voor instrumenten
gebruikt worden. Je hoort menselijke stemmen, geluiden van allerdaagse activiteiten (deur
geluid), kikker. Er is menselijke stem maar niet verstaanbaar.
Ongewone objecten als instrument
The Vienna Vegetable Orchestra: - FILMPJE ZIE POWERPOINT11.00-11.15 // Uitleg over de week waarin we op vrijdag een groot Labyrint maken.
We leggen de leerlingen uit dat het de bedoeling is dat het presentatiemoment van deze week
zich gaat uiten in een Labyrint. We willen samen met de leerlingen een ruimte bouwen die
onderverdeeld is in kamers en gangen. Deze zijn van elkaar afgeschermd en geven genoeg
ruimte om met een aantal leerlingen in te staan. Iedere discipline maakt, in tegenstelling tot
een saaie voorgelezen presentatie, een visuele of auditieve weergave van hun week. Mensen
die een workshop van Dans hebben gehad, laten hun bewegingsfrase of iets dergelijks dus
zien in een hoek van het labyrint. Dit gaat hetzelfde bij de beeldende groep en de
theatergroep. De muziek wordt vertegenwoordigd door iedereen. We hebben in de workshop
muziek in samenwerkingsverband een fragment gemaakt dat op zal staan tijdens de gehele
doorloop van het labyrint. Iedere groep kiest één vertegenwoordiger zodat die drie mensen
een x aantal vergaderingen kunnen plannen om ervoor te zorgen dat er een zekere rode lijn zit
in hoe je het labyrint ervaart als je er doorheen loopt. De performances in het labyrint spelen
gelijktijdig. We verdelen het publiek in groepen van maximaal 15 mensen. Wanneer de eerste
groep publiek langs de eerste performance in het labyrint is geweest, en uit het zicht is van de
ingang, mag de tweede groep het labyrint betreden. Zij komen elkaar nooit tegen, maar lopen
wel dezelfde route.
Zo meteen zal je zien in Alice in wonderland, dat de tripwereld vorm begon te krijgen na het
drinken van een onbekende substantie. Jullie publiek krijgt allemaal een onbekend snoepje
voor het binnengaan van jullie labyrint. Dit betekent dat het labyrint voor het publiek een
tripwereld is die door jullie op een surrealistische manier wordt ingekleurd.
11:30 – 12:00 MIDDAGACTIVITEIT // Film + beeldend
Alice in Wonderland en Destino ( Van Walt Disney en Salvador Dali)
OPRDACHT LEERLINGEN
Disney is een goede inspiratiebron voor het surrealisme. Denk maar eens aan de tekenfilms
die je vroeger hebt bekeken ( Alice in Wonderland, Sneeuwwitje etc.). Probeer hier ook
elementen uit mee te nemen in de workshop. De film van Disney en Dali kunnen jullie
nogmaals bekijken kijken ?
Tijdens de introductie hebben jullie een aantal schilderijen gezien van de surrealistische
kunstenaar Salvador Dali. Wat jullie vast niet wisten, is dat hij in samenwerking met Walt
Disney een korte tekenfilm heeft gemaakt. Deze gaan jullie bekijken, let op het volgende;
- Wat voor sfeer zet deze film neer ? Waar komt dit door ?
- Welke rol speelt de muziek ?
- Welke bewegingen maken de figuren en hoe spelen zij samen ?
- Versterkt het kleurgebruik de sfeer ?
Disney zou sowieso een goede inspiratiebron kunnen zijn, denk maar eens aan de tekenfilms
die je vroeger hebt bekeken ( Alice in Wonderland, Sneeuwwitje etc.). Probeer hier ook
elementen uit mee te nemen in de workshop. De film van Disney en Dali kunnen jullie
nogmaals bekijken op
 http://www.youtube.com/watch?v=1GFkN4deuZU
13.15 – 15:15 // CULTURELE ACTIVITEIT Theatervoorstelling: Picknick op het slagveld +
nabespreken onder begeleiding van een docent.
Jullie zijn naar Picknick op het Slagveld geweest. Dit is een typische voorstelling van absurd
theater. Let tijdens de voorstelling op het volgende:
- Waaraan zie je dat de voorstelling absurd is? Herken je absurde elementen?
- Dragen het decor en de kostuums bij aan het absurde van de inhoud van de voorstelling?
- Wordt er muziek gebruikt in de voorstelling? Wat doet deze muziek met de voorstelling?
- Wat is het conflict binnen de voorstelling?
- Welk moment van de voorstelling is je het meest bijgebleven?
In de nabespreking van de voorstelling zullen we jullie antwoorden bespreken.
Tussendoor is een pauze om te eten en om naar huis te gaan. ’S Avonds zullen we weer
bijeenkomen voor de volgende activiteit.
20 00-22.00 // CULTURELE ACTIVITEIT Concert: Jean Michel Jarre.
OPDRACHT LEERLINGEN
Dit wordt nabesproken in de workshop muziek.
Muziek speelt bij de andere disciplines vaak een achtergrondrol, maar Jean Michel Jarre
draait het om ; hij maakt de lichtshow onderdeel van zijn muziek, de muziek komt hierbij op
de eerste plaats.
Jullie gaan zijn concert bezoeken , let op het volgende ;
- Welk genre is de muziek ?
- Zou deze muziek passen in jullie surrealistisch labyrint?
- Wat voor effect heeft de muziek op de toeschouwers ?
- Let op het ritme, is het snel of juist heel langzaam ?
Neem de aantekeningen mee naar de workshop die jullie gaan volgen. Hier gaan jullie dieper
in op de voorstelling. Het is de bedoeling dat je nadenkt over muziek die in het labyrint zou
kunnen passen. Als je alvast een voorbeeld wilt bekijken, kun je dit vinden op
 http://www.youtube.com/watch?v=SYnQ0T3mwaI
Dinsdag 10:00 Begin DAG 2 CKV Week
10.00- 12.45 // CULTURELE ACTIVITEIT Dansvoorstelling Pina Bausch kijken op DVD +
nabespreken
OPDRACHT LEERLINGEN
Pina Bausch is een excentriek dansgezelschap, zij staan bekend om de vernieuwende
performances die zij neerzetten. Jullie krijgen een dansvoorstelling te zien, waar een
opdracht aan gekoppeld zit. Omdat jullie woensdag een workshop gaan volgen waarbij je
elementen moet gebruiken uit deze voorstelling, is het belangrijk dat je goed oplet op het
volgende ;
- Hoe bewegen zij, heel uitbundig of juist heel introvert ? Leg uit.
-Hoe bewegen de dansers samen ? Synchroon of juist individueel? Leg uit.
- Welke rol speelt de muziek ?
- Welke rol spelen de kostuum?
- Zit er een verhaal achter de dansvoorstelling ?
Neem de aantekeningen mee naar de workshop, door de dansdocent wordt hier dieper op in
gegaan, jullie gaan zelf namelijk een opvoering bedenken waarbij Pina Bausch de
inspiratiebron is. Hierna bespreken we de film na met zijn allen, aan de hand van die vragen.
12.45 – 13.30 // Pauze
13.30 – 15.00 // PRAKTISCHE ACTIVITEIT Workshop MUZIEK
Zie woensdag voor de complete workshop.
15.00 – 17.00 // Gezamenlijke opbouw Labyrint
17:00 – 19:00 // Tijd om te eten en om naar huis te gaan.
19.00- 22.00 // CULTURELE ACTIVITEIT Bezoek aan Glow in Eindhoven.
OPDRACHT LEERLINGEN
Eindhoven lichtstad, dat is in deze week wel duidelijk te zien. Glow is een lichtfestival waarbij
kunstenaars en ontwerpers over de hele wereld lichtkunst en nieuwe technologische
ontwikkelingen laten zien in een route door Eindhoven.
Woensdag volgen jullie een workshop beeldende kunst waarbij er elementen gebruikt
moeten worden die bij Glow gaan bekijken, let dus goed op het volgende;
- Heeft de kunstenaar gekeken naar de omgeving ? Speelt deze een duidelijke rol of had het
werk net zo goed op een andere plek kunnen staan ?
- Hoe is de interactie met het publiek ? Kun je er doorheen lopen of alleen naar kijken ?
- Is het een projectie ? Of een object wat zelf licht geeft ?
- Sommige werken maken geluid, wat doet dit met het kunstwerk ?
Neem de aantekeningen mee naar de workshop, jullie gaan namelijk zelf een beeld, een
projectie, lichtshow, schilderij of iets dergelijks maken, waarbij Glow en de films die jullie
gaan bekijken de inspiratiebron is.
kijken ?
- Is het een projectie ? Of een object wat zelf licht geeft ?
- Sommige werken maken geluid, wat doet dit met het kunstwerk ?
Neem de aantekeningen mee naar de workshop, jullie gaan namelijk zelf een beeld, een
projectie, lichtshow, schilderij of iets dergelijks maken, waarbij Glow en de films die jullie
gaan bekijken de inspiratiebron is.
 www.gloweindhoven.nl
Woensdag 10:00 DAG 3 CKV Week
10.00 - 11.30 // PRAKTISCHE ACTIVITEIT Workshop THEATER
11. 45 – 13.15 // PRAKTISCHE ACTIVITEIT Workshop BEELDEND
13.15 – 14.00 // Pauze
14.00 – 15.30 // PRAKTISCHE ACTIVITEIT Workshop DANS
- zie hieronder voor de complete workshops.
WORKSHOP MUZIEK
De doelstelling van de workshop houdt in dat de leerlingen een eigen muziekstuk van 2
minuten kunnen maken, met het gebruik van ongewone instrumenten en gebruik van de
volgende elementen: herhaling, spanning opbouw, pauzes, tempo of geen tempo. De
leerlingen gebruiken de muziek, die ze gemaakt hebben, bij verschillende workshops die ze
krijgen. Dit wordt de rode draad.
Aan het begin van de workshop zal er gereflecteerd worden op het concert van Jean Michel
Jarre.
Maak muziek met gebruik van gewone objecten (i.p.v. instrumenten): papier, plastic beker,
pen, pingpong bal, mes en lepel, plastic fles, AH zakje, plakband, boek, fles vol water enz. Dit
zijn de materialen die de leerlingen kunnen gebruiken.
De groepen worden gemaakt door de docent. Het worden 5 groepen van 6 leerlingen.
Opdracht 1, duurt 10 minuten: Laat de leerlingen luisteren naar ’’Concerto for Active Frogs
van Anne Lebaron’’.
Link
http://www.youtube.com/watch?v=57N3dhecPek
Geef met je groep antwoord op de volgende vragen:
- Luister de stuk nogmaals tot 05:00 minuut. Welke instrumenten worden er gebruikt? Schrijf
op letterlijk wat je hoort.
- Kun je verschillende instrumenten duidelijk horen?
- Welke elementen van muziek kun je terug horen: Herhaling, opbouw in spanning, vast
tempo, pauzes/stilte. (uitleg van termen als niet duidelijk is)
Opdracht 2, duurt 10 minuten: Laat de leerlingen naar de video fragment van ’’The Vienna
Vegetable Orchestra’’ kijken.
Link
http://www.guardian.co.uk/music/video/2007/nov/28/vegetable.orchestra
Je kiest een object om geluid te maken. Je kunt ook bijvoorbeeld je stem gebruiken, of
klappen/knippen. Je werkt eerst zelfstandig met je object, experimenteer naar het vinden
van verschillende manieren om geluid te maken. Je kunt je object
toepassen/knippen/veranderen.
Opdracht 3: De docent geeft een ritme aan en de leerlingen doen dit zelfde ritme na, met
hun eigen instrument.
De docent varieert in het ritme (laat en tel weg, of doet twee klappen in een tel). De
leerlingen volgen nog steeds.
De docent klapt een ritme in vier tellen en de leerlingen antwoorden (vier tellen) met hun
eigen instrumenten.
Opdracht 4 duurt 15 minuten: Elke leerling kiest een eigen ritme met hun instrument en
hierna gaan ze in een groep samenwerken. Ze zitten of staan in een kring. De leerlingen
maken geluid met hun instrument één voor één achter elkaar in de groep (niet tegelijkertijd
dus). Daarna worden er tweetallen gemaakt in de groep en elk tweetal bespeelt om de beurt
zijn instrument.
Verdieping opdracht: Reageer in een kring met je instrument op elkaar. Het maakt niet uit
wat de volgorde is, als je maar reactie geeft op elkaar. Verbale reflectie: Wat heb je gebruikt?
Pauzes? Herhalingen? Spanning opbouw ?
Opdracht 4, duurt 15 minuten: De leerlingen werken in hun groep aan een muziekstuk van 2
minuten die ze gaan creëren. Ze kunnen herhalingen, pauzes, spanning opbouw, actie/reactie
gebruiken. De leerlingen kunnen een klasgenoot solo laten spelen, of ze spelen met zijn
tweeën /drieën tegelijkertijd. Ze moeten een duidelijke begin , midden en eind maken van
hun muziekstuk.
Opdracht 5, duurt 15 minuten: De leerlingen geven een muziek concert voor de gehele klas.
Vijf groepen spelen achter elkaar met een volgorde die bepaald is door de docent. Docent
maakt een opname.
Opdracht 6, duurt 15 minuten: Elke groep vertelt wat ze gehoord hebben van de andere
groepen. (Reflecteren en beleven)
Hierna ruimen we gezamenlijk op.
WORKSHOP THEATER
REFLECTIE VOORSTELLING
We verzamelen de leerlingen in een lokaal. We reflecteren kort op de voorstelling die we met
zijn allen hebben bekeken (er is al uitgebreid gereflecteerd in de nabespreking). We vertellen
hen dat wij vandaag zelf aan de slag gaan met het maken van absurde scènes.
OPWARMING
We gaan met zijn allen in een kring staan. Een iemand mag plaatsnemen in het midden, deze
persoon beweegt op de muziek die we opzetten. De muziek is natuurlijk onze zelf
gecomponeerde, surrealistische workshop –muziek. Wanneer de muziek stopt, is het de
bedoeling dat de bewegingen van de persoon in het midden ook stopen. Die freezet als het
ware in een vreemde houding. Vanuit deze houding probeert die persoon een geluid te
vinden dat bij de houding past. Iedereen neemt deze houding over en bootst het geluid na.
De persoon in het midden loopt een rondje langs de kring en zoekt contact met één persoon.
Zij wisselen van plek. De muziek gaat weer aan en de nieuwe persoon in het midden
beweegt. De cyclus herhaalt zich.
Later in de oefening kun je als variatie inbrengen dat niet iedereen de bewegingen en het
geluid van de persoon in het midden nabootst. De persoon in het midden van de kring zoekt
één specifiek iemand uit die hem moet nabootsen.
TEKST
Er zijn drie personages. Een vader, een moeder en een kind. Vader en moeder hebben een
condoom gevonden in de kamer van het kind. Zij wachten tot het kind thuis komt van school
om hierover een gesprek te beginnen.
- Ga eens zitten
- Waarom?
- Ga eens zitten, ik wil dat je even rustig gaat zitten
- Wat is er aan de hand?
- We hebben iets gevonden.
- Wat?
- Wat denk je zelf?
- …
- Een condoom
- Waarom zijn jullie op mijn kamer geweest?
- Wat doe jij met die condoom?
- Gaat jullie niets aan!
- Jij bent onze dochter/zoon, en dat gaat ons alles aan!
- Dat jullie nou geen seks meer hebben, daar kan ik niets aan doen!
- vertrekt
We analyseren de scene en bespreken samen wat de personages willen bereiken en welke
personages het überhaupt zijn. We spreken het door op de inhoud. Wat wordt er nou eigenlijk
gespeeld/bedoeld?
We spelen de scene eens door in gemaakte groepjes. Iedereen door elkaar heen verspreid over
de ruimte. De scene is realistisch en er zijn nog geen absurde vormen op losgelaten.
Hierna laten we de leerlingen zien hoe je een realistische tekst omvormt tot iets absurds. We
gaan werken vanuit verschillende vormen. Ieder groepje krijgt een andere vorm om mee te
werken, zo ontstaan er vijf verschillende scenes. We hebben de volgende uitgekozen:
- Personagewissel.
De personages worden uitvergroot weergegeven en hun karakters wisselen midden in een
scene.
- Plotseling verspringen van onderwerp.
De lijn van de scene die duidelijk leek te zijn, vervaagt plotseling en er vormt zich een nieuwe
lijn die niets te maken heeft met het vorige onderwerp. Ze mogen zelf een onderwerp zoeken
dat niet aansluit bij de basis scene. Na dit zijspoor komen ze wel weer uit bij het eind van de
basis scene.
- Herhaling / spelen met ritme binnen de scene.
Er worden onlogische herhalingen van handeling of tekst toegepast in de scene.
- Emoties / sfeer veranderen zodat deze niet meer aansluit bij de inhoud van de tekst.
Er worden twee verschillende kleuren meegegeven aan de spelers. Deze passen niet bij elkaar.
- Afstand
De leerlingen werken met verschillende soorten afstanden ten opzichte van elkaar. Deze
afstanden zijn totaal niet logisch. Bijvoorbeeld: fluisteren wanneer je heel ver uit elkaar staat.
De leerlingen oefenen met de vormen en proberen uit hoe je deze kunt toepassen op een
bestaande, realistische scene. De docent begeleidt en loopt rond om te helpen.
Aan het einde van de les laten we de scenes aan elkaar zien en reflecteren we op de
surrealistische, absurde elementen.
Enkel voor de leerlingen die verder gaan werken met de discipline theater (voor in het
labyrint):
RICHTLIJN VOOR DE REPETITIEDAG
De leerlingen maken in tweetallen een scene die maximaal drie minuten duurt.
- Ieder tweetal moet één vorm kiezen, en de docent zorgt ervoor dat iedere vorm minstens
één keer wordt gebruikt.
- De leerlingen moeten de tekst eerst zelf analyseren (net zoals in de workshop) voordat ze
de absurde vorm eraan toevoegen.
- De tekst mogen ze zelf bewerken naar hoe ze het willen hebben. De tekst die wij geven is
enkel een richtlijn.
- De leerlingen beslissen voor henzelf wie ze zijn ten opzichte van elkaar.
- Waar het zich zou kunnen afspelen. Ze mogen kiezen voor iets niet voor de hand ligt (een
bad, een dierentuin, tussen de wolken).
- Ze mogen zelf een kleine setting + kostuums vormgeven die passen bij hun keuzes.
- Zorg ervoor dat je stukje past bij de muzikale ondersteuning die we hebben gemaakt.
Tekst waarmee ze gaan werken:
A Is dit een droom?
B Weet ik niet
A Ik denk dat dit een droom is
B Slaap je dan?
A Volgens mij niet
B Zal ik je knijpen?
A Probeer eens
- B knijpt A B Voel je dat
A Nee
B Dan is dit een droom
A Of een nachtmerrie
B Ben je bang dan?
A Nee
B Dan is dit een droom
A Even testen..
- A knijpt B –
B Deed je iets
A Ik kneep je
B Niet waar
A Wel
B Dan zit ik ook in een droom!
A Of.. of het is de realiteit dat we niets voelen
B Misschien is het dan toch een nachtmerrie.
A Maak me wakker!
- Ze proberen elkaar wakker te maken –
B Zou het gelukt zijn?
A Weet ik niet
B Ik ben moe
A Ja, we gaan slapen.
B Welterusten
A Welterusten.
De docent koppelt ieder tweetal aan een ander tweetal. Het is de bedoeling dat zij elkaar
ondersteunen in het maakproces. Feedback geven op wat zij zien en doen.
Wanneer alle stukjes grof in elkaar gezet zijn en de leerlingen weten hoe iedere scène er
ongeveer uit komt te zien, moeten ze de stukjes na elkaar spelen. Zodat ze kunnen uitvinden
in welke volgorde ze de stukjes neer moeten zetten in het labyrint en of ze kleine
aanpassingen moeten maken waardoor er een lijn ontstaat.
Belangrijk is dat de leerlingen bij de doorlopen steeds de muziek gebruiken die in het labyrint
te horen is.
WORKSHOP DANS
DOELSTELLING:
De leerlingen kunnen een tekst over zichzelf naar beweging vertalen, door gebruik van
absurdisme waardoor ze doen totaal anders dan wat in de tekst geschreven werd.
WORKSHOP:
(5min) Introductie: Het klopt niet! Uitgangspunt is droom. Wat is een droom? Het bestaat niet
in het werkelijkheid. Je kan niet alles onthouden, je hebt meestal scenes achter elkaar zonder
geen logica. Het kan van een scene naar de andere snel veranderen. Het is absurd, onverwacht
en klopt niet.
(10min) Gezamenlijke opwarming : (in een kring) Je gebruikt beelden om een beweging te
maken. De kring staat voor de grenzen van de droom. Binnen de kring is een droomwereld.
De docent zegt een woord. De leerlingen een voor een moeten in de kring(droom) stappen en
de absurde en tegenstelde doen in relatie tot de woord. De docent gaat door, tot dat een rondje
klaar is. Een woord per 5 leerlingen, dan wisselt steeds de docent de woord. Woorden: “moe,
regen, knuffel, beker, berg, trekken” Vervolgens de leerlingen een voor een zoeken een
nieuwe plek en ze gaan door de droomwereld naar hun nieuwe plek (binnen de kring dus). Dat
doen ze in relatie tot een woord, maar wel absurd.
(10min)Opdracht 1: De leerlingen gaan de zaal oversteken, iedere keer dat ze een woord
horen dan maken ze een absurde beweging in relatie tot de woord. De leerlingen oversteken in
groepen en de docent geeft de woord.
(20min) Opdracht 2: De leerlingen gaan in 2-tal werken. Een leerling schrijft een tekst over
zich met max 4 zinnen. Ze geeft deze naar haar partner, de partner leest deze voor, en de
leerling danst het absurde en tegenoverstelde. Bijvoorbeeld: “ik voel me moe” en de leerling
danst met veel energie. Dan wisselen de leerlingen. De docent zet de muziek aan.
(15min) Opdracht 3: De leerling maakt zelfstandig een dansje op haar eigen tekst met gebruik
van absurdisme en “Het klopt niet!”. Het moet minimaal 20 seconden duren. De dans klopt
niet met de tekst, dus de leerlingen tonen een tegenstelling. Je kunt herhalingen gebruiken.
Zorg dat er genoeg beweging erin zit.
(15min) Opdracht 4: De leerling laat haar dansstuk naar haar partner zien. Ze danst twee keer.
De andere leerling observeert. Ze vertelt verbaal naar haar partner wat ze gezien heeft, de
relatie of absurdisme tussen de tekst en de bewegingen. Ze wisselen en herhalen.
(15min) Opdracht 5: De docent laat de leerlingen optreden. De leerlingen dansen hun eigen
stuk in groepen van 6 in verschillende opstellingen die door de docent bepaald is.
Bijvoorbeeld: een groep van leerlingen die dichtbij staan of de groep helemaal uit elkaar
dansen, of anders groepen van 3 en 3 die ver van elkaar staan.
Enkel voor de leerlingen die verder gaan werken met de discipline dans (voor in het labyrint):
RICHTLIJN VOOR DE REPETITIEDAG
De leerlingen maken samen een dansstuk van 5 minuten naar de muziek vanuit de muziek
workshop.
De uitgangspunt voor je dansstuk is de droom:
“Ik was in een grote tuin vol met bomen die zweven boven de grond. Een kleine kikker kwam
langs en vroeg of ik te laat was. Ik keek naar de bomen en de kikker, en voelde me ontzettend
gelukkig. Ik begon te dansen met de kikker en de bomen, totdat een boom op de kikker viel.
De kikker is dood.”
Let op! Wat belangrijk is het thema absurdisme en “het klopt niet!” Dus als je
bijvoorbeeld een dansstijl kiest voor je dansstuk net als “hiphop”, moet je nog steeds
absurdisme en de verbinding naar de droom inzetten. Mooi hoeft je dansstuk niet te zijn!








Je kunt gebruik maken van herhalingen van bewegingen, snel veranderingen van
bewegingen, snel verandering van scenes in de droom.
Je kunt de scenes in een andere volgorde dansen.
Gebruik bewegingen/gevoelens/opstellingen die niet kloppen met elkaar en met de
droom.
Probeer de droom niet letterlijk af te beelden.
Maak een duidelijk begin, midden en eind van je dansstuk.
Jullie bepaalen als groep de costumes. Er moet een samenhang zijn vanuit thema
“Het klopt niet!” en de droom.
Jullie bepaalen als groep hoe jullie de ruimte in labyrinth gaan gebruiken en in welke
opstelling jullie gaan dansen.
Jullie krijgen de muziek voor je dansstuk
SUCCES en Veel Plezier!!
WORKSHOP BEELDEND
Doelstelling
De leerlingen kunnen een landschap vervullen met vervreemding erin.
De leerlingen kunnen omgaan met verschillende technieken en materialen.
De leerlingen kunnen kleur, vormen en instructies van de bezochte culturele activiteiten
toepassen op hun werk.
Materialen
Verf - kwasten - lijm - papier - karton - ijzerdraad - schaar - tang, eventueel zelf materialen
toevoegen.
Groepsindeling
Er worden 5 groepen gemaakt van 6 leerlingen.
Opdracht
In de introductie van het surrealisme hebben leerlingen afbeeldingen gezien van
surrealistische schilderijen. In het surrealisme zie je vooral veel droomwerelden,
vervreemding en shocking. Het is de bedoeling dat de leerlingen een landschap maken met
vervreemding erin. Ook kunnen ze de realiteit met de droomwereld combineren, zoals het
verwerken van objecten/materialen in hun schilderij. Zie afbeelding: een boom, waar geld
aan groeit.
Dit is hun droomwereld en ze kunnen het zo fantasievol maken als dat ze dit willen. Per groep
maken ze een schildering.
De leerlingen moeten rekening houden dat het in het labyrint komt. De leerlingen verwerken
hun schilderij in de gordijnen/muren.
Ze kunnen denken aan:
 De surrealistische vormen in schilderij
 De gemaakte muziek (bij workshop muziek) in beeld omzetten
 Licht en constructies/vormen van GLOW
 De leerlingen kunnen inspiratie erin verwerken uit de film ‘’Alice in Wonderland’’ en
‘’Destino’’ van Salvador Dali.
 Ze moeten denken aan de kleurgebruik. Chaos = felle kleuren en harde strepen.
Zachtheid / liefelijk = lichte kleuren en zachte streken van verf.
 Materiaal en techniek erin verwerken, zoals karton, ijzerdraad enz.
Richtlijn voor de repetitiedag
 De leerlingen bepalen het formaat waarop ze gaan presenteren
 De leerlingen gaan onderzoeken over hoe je je werk het in de ruimte kunt hangen

De leerlingen bepalen waar hun werk het in de labyrint komt te hangen
Op de dag van de presentatie, gaan er een twee leerlingen door de labyrint filmen. Het video
bestand wordt afgegeven aan de docent en de docent maakt hier een dvd van voor de
leerlingen.
Leerlingen van beeldend schilderen op vrijdag elkaars gezicht in een surrealistische beeld en
lopen door het labyrint (als een levend schilderij). Op donderdag kunnen ze hier ook al
ontwerpen voor maken.
Tijdens de voorstelling kleden de leerlingen van beeldend zich zwart aan en vallen bijna niet
op in het donkere labyrint (behalve hun schilderij – gezicht).
Planning van workshop
Start
Introductie opdracht
Indelen van groepen
Kern
Onderzoeken/experimenteren naar materialen en technieken
die in schilderij verwerkt kunnen worden.
Starten met het maken van een schildering
10 min
20 min
45 min
Slot
Gezamenlijk afsluiting met een korte evaluatie per groep
10 min
Opruimen
5 min
_____________
Totaal 90 min
Beeldmateriaal voor de introductie
Kunstenaar: René Magritte
Kunstenaar: Salvador Dali
Onbekend kunstenaar:
DONDERDAG 09:00 DAG 3 CKV Week
Docenten zijn de hele dag beschikbaar voor de leerlingen om ze te helpen.
11.00 – 12.00 Dans werkt aan de opbouw van het labyrint.
12.00 – 13.00 Theater werkt aan de opbouw van het labyrint.
13.30 - 14.30 Beeldend werkt aan de opbouw van het labyrint.
9.00-9.30 // Introductie: komende twee dagen, groepjes verzamelen etc.
Leerlingen uitkiezen die de drie disciplines in het labyrint vertegenwoordigen. Zij overleggen
met elkaar over de verdeling van de plekken in het labyrint en de algemene lijn.
09.30 – 13.15 // Groepjes beginnen aan het maken van hun performances.
11.00 – 12.30 // Werken aan performance.
Om 12:00 komen de drie vertegenwoordigers bij elkaar en bekijken de werken van de
verschillende disciplines.
13.00 – 13.30// Pauze.
De drie vertegenwoordigers spreken even door hoe ze de verschillende disciplines kunnen
overkoepelen.
13.30 – 16.00 // Groepen werken aan hun performances.
13:30 komen de vertegenwoordigers langs bij alle disciplines en geven hen mogelijke
aanpassingen door over de presentatie in het labyrint.
VRIJDAG 10:00 DAG 5 CKV Week
10.00 – 11.30 // Laatste hand zetten aan de performances
11.30 – 13.30 / Locatie inrichten.
Ieder groepje mag in het labyrint zijn stukje oefenen en de dingen neerzetten die daar horen
te staan voor hun performance.
In deze tijd delen de leerlingen ook zelf hun pauze in.
De leerlingen kunnen in de tijd dat ze niet hoeven te spelen ook aan hun reflectieverslag van
de week beginnen.
OPDRACHT LEERLINGEN Reflectieverslag CKV Week
Jullie hebben allemaal deelgenomen aan de CKV-week en wij hopen dat jullie hiervan
hebben genoten. De bedoeling is dat jullie nu een verslag gaan maken over deze week, waar
het volgende in terug moet komen ;
- Een beschrijving van het surrealisme in je eigen woorden
- Omschrijf welke culturele activiteit je het meest aansprak en waarom.
Beschrijf objectief wat je hebt gezien. Wat sprak je daarin aans? Ben specifiek. “Ik vond het
mooi” is niet voldoende, onderbouw met argumenten (met dat wat je hebt gezien) waarom
je het dan mooi vond.
- Een uitleg van hetgeen wat je hebt gemaakt, wat voor een verband zit er tussen je
eindwerkstuk en het surrealisme ? ( Hoe ben je te werk gegaan, welke inspiratie heb je
gebruikt et cetera).
- Hoe is je maakproces verlopen?
-Hoe heb je de samenwerking ervaren binnen je eigen groep ? En tussen de rest van HAVO-5
?
Dit verslag moet minimaal 3 a-4’tjes lang zijn.
13.30 – 15.00 // Eerste doorloop
De leerlingen gaan op volgorde van hun verschijning in het labyrint, het labyrint in. Groepje
1 begint op hun plek met hun performance. Zij sluiten achter in de rij aan wanneer het klaar
is, waardoor groepje twee op kop loopt. Wanneer zij aankomen op hun locatie, laten zij hun
performance zien en zo verder tot iedereen is geweest en iedereen elkaar heeft gezien.
15.30-16.00 // Laatste repetitie tijd.
De docenten lopen de route en stellen een grote groep bezoekers voor. De leerlingen
ondervinden hoe het is om hun performances doorlopend te laten zien. Docenten hebben
een laatste check over of het klopt, en maken indien nodig kleine aanpassingen.
16.30 – 18:30 // Eetpauze
18.30-19.00 // Generale repetitie (alles in het Labyrint).
19.30 // Presentatiemoment!
Docentenhandleiding
Inleiding
Surrealisme, dat is het thema van deze CKV-week. In deze lessenreeks leren leerlingen
verbanden te leggen tussen de verschillende kunstdisciplines. Beeldende kunst, dans, theater
en muziek komen hierin bij elkaar. De leerlingen maken een labyrint waarin alles disciplines
in een samenwerking vertegenwoordigd zijn. Hiermee houden ze rekening met het thema
Surrealisme. Het labyrint wordt een route met verschillende ruimtes die de droomwerelden
van de leerlingen voorstellen. Deze Surrealistische droomwereld wordt uitgebeeld door
beeldende kunst, dans, muziek en theater .
Leerdoelen/ criteria
 Leerling kan verbanden leggen tussen verschillende kunstdisciplines
 Leerling kan werken vanuit een inspiratiebron
 Leerling kan in samenwerking met andere leerlingen tot een interdisciplinair
eindproduct komen
 Leerling kan omschrijven wat het surrealisme inhoudt in de verschillende disciplines
en dit toepassen in de praktijk
 Leerling kan een uitgebreide reflectie schrijven aan de hand van de leidraad die hem
aangereikt wordt
Benodigdheden
 Genoeg hekken/doeken/verf om een labyrint op te bouwen
 Muziek apparatuur; opname- en afspeelmogelijkheden
 Textiel om op te schilderen
 Filmcamera's
 Aula of grote ruimte
 3 lokalen ( workshops en werken eindproduct)
 Bussen ( om naar een activiteit vervoerd te worden)
Voorwaarden/eisen
 Leerlingen mogen hun creativiteit tot het uiterste gebruiken
 Leerlingen hebben de mogelijkheid om verschillende prikkelende activiteiten te doen
 Leerlingen hebben de mogelijkheid om naar deze activiteiten vervoerd te worden
 Leerlingen hebben recht op volledige begeleiding van de vakdocenten
Producten
Het labyrint, met hierin;
 6 verschillende muziekcomposities
 minimaal één theaterstukje
 minimaal één danschoreografie
 Minimaal 3 wandschilderingen
 Een verslag van 3 a-4'tjes met de bijbehorende criteria
Bronnen
 Haslam M. “The Real Worlds Of The Surrealists” 1e druk.
Deventer: Druckerij de Lange 1978
 Nederlandse Surrealisten. “De automatische verbeelding”
Amsterdam: Meulenhoff/Landshoff en de auteurs 1989
 Willem den Broeder & Reinard Maarleveld. Surrealisme
http://www.surrealisme.nl/tekst/surrealisme.htm - 27/02/2012
 Anne Porcelijn. translation of Surrealism art quotes
http://www.dekunsten.net/dk-citaat-surrealisme.htm - 27/02/2012
 Artsz. Surrealism Art
http://www.artsz.org/surrealism-art/ - 27/02/2012
 Surrealisme
http://www.dali-salvador.nl/page6.htm - 28/02/2012
 De psychoanalyse van Sigmund Freud
http://home.wanadoo.nl/a.heer/Freud.htm - 27/02/2012
 Psychologie van gedrag. ThinkQuest Team
http://library.thinkquest.org/26618/dutch/1.1.1=Freud.htm - 28/02/2012
 Jan Ensink. Dada en surrealisme
http://members.casema.nl/jensink/arman/arman09.html - 06/03/2012
 Hartnoll P. “Geschiedenis van het theater”
Amsterdam: International Theater Bookshop 1987
 Kostelanetz R. “Conversing with Cage”
Routledge, 2003. P69-70.
 Wim Wenders, Pina Bausch. “Pina 3D” DVD, 2011.
 'Wetenschap in beeld' Tijdschrift Nummer 11 jaargang 2012
Reflectieverslag projectweek
Groep 13
Het project was verrijkend door de gegeven workshops en dat er verschillende docenten uit
verschillende disciplines ons advies en informatie konden geven.
We hebben vooral geleerd over hoe we een projectweek moeten indelen en ontwerpen. Het
onderwerp surrealisme hebben we diep onderzocht in verschillende disciplines. We hebben
geleerd hoe we alle disciplines aan elkaar moeten koppelen.
De ervaringen waren verschillend in de groep. De studenten van theater hebben geleerd dat
vele dans vormen ook toepasbaar zijn voor theater. De student van dans, heeft de werkwijze
van een docent binnen een projectweek ervaren. We hebben vele informatie verzameld uit
verschillende disciplines en een workshop gemaakt voor een ander discipline, namelijk
muziek. We hadden niemand van muziek in ons groep en voor ons was het een uitdaging, om
een leerzame en aantrekkelijke workshop neer te zetten voor de leerlingen. De studenten
van beeldend hebben ervaren hoe in andere disciplines beeld uitgebeeld kan worden, door
dans, theater en muziek. Het was erg interessant om te zien dat alle disciplines samenkomen
in één project.
De samenwerking verliep goed. Iedereen stond open voor ideeën en er was altijd respect
binnen de groep. Kleine miscommunicaties werden met begrip opgelost. In het begin
hebben we een duidelijke taakverdeling gemaakt en ons daaraan gehouden. We zijn erg
enthousiast over het project wat we hebben ontwikkeld en hebben opgezet. Tijdens het
maken van de workshops hielpen we elkaar door feedback en inspiratie te geven.
We hebben vooral opgestoken over hoe je de leerlingen tijdens de workshop kunt prikkelen.
Het is belangrijk dat het vooral helder is voor de leerlingen en dat je als docent zeker moet
zijn van je kennis en ervaring. De studenten van beeldend kunnen de dynamiek en
verschillen in het uitbeelden van onderwerpen meenemen in hun praktijk. De studenten van
theater die kunnen de veel dansvormen in theater toepassen. De student van dans heeft de
structuur en planning van een docent kunnen zien tijdens de workshops. Iedereen docent
pakt het op een ander manier aan.
We hebben de volgende kunstenaars en culturele activiteiten als uitgangspunt genomen:
Beeldend
Waarom?
Alice in wonderland
Droomwereld
Destino van Salvador Dali
Disney, Surrealistische vormen/beeld van Salvador Dali
Salvador Dali
Surrealistisch kunstenaar, vervreemding, shocking
René Magritte
Surrealistisch kunstenaar, vervreemding
Theater
Waarom?
Picknick op slagveld
Het is absolutisme - surrealistisch
Dans
Pina 3D DVD
Waarom?
Bizar en absurd zit erin. Vervreemding, het klopt niet wat je ziet.
Muziek
The Vienna Vegetable
Waarom?
Ongewone objecten als instrument, groenten.
Orchestra
John Cage
Gebruik van stilte (omgeving) als muziek
Dus, we zijn het er over eens dat dit een leerzame week was en een brede kijk hebben
ontwikkeld voor andere disciplines.
Download