Auteur: Frits Mulder (Nederland) Japan heeft een oppervlakte van ruim 377.000 km2 en is daarmee ongeveer negen keer zo groot als Nederland. Het land telt ongeveer 128 miljoen inwoners. Hoewel de Japanse archipel uit meer dan 3.000 eilanden bestaat, is de bevolking geconcentreerd op een viertal eilanden: Hokkaido, Honshu, Kyushu en Shikoku. Japan heeft zich enkele eeuwen lang vrijwel geheel van de buitenwereld afgesloten, met een belangrijke uitzondering: de Nederlandse handelspost (van 1641-1859) op het kunstmatige eilandje Dejima (ook wel: Decima) in de haven van Nagasaki. Van die eeuwenoude banden tussen Nederland en Japan zijn ook vandaag de dag nog sporen terug te vinden; zo is er tegenwoordig in de buurt van Nagasaki een aan Nederland gewijd themapark dat de naam Huis ten Bosch draagt... Op deze site vindt u informatie over de Japanse geschiedenis en cultuur, en we besteden verder aandacht aan enkele belangrijke steden. We hopen dat de site o.a. goede diensten kan bewijzen bij het voorbereiden van een reis naar Japan, een spreekbeurt of werkstuk over Japan! Geografie Japan bestaat uit meer dan 3000 eilanden. De archipel is ontstaan door vulkaanuitbarstingen en aardbevingen. Op deze plaats botsen drie aardschollen met elkaar. In het noorden botsen de Euraziatische plaat en de Pacifische plaat, in het zuiden zit daar nog een kleine plaat tussen, de Filippijnse. Japan heeft een oppervlakte van ruim 372.000 km², daarmee is het ongeveer negen keer zo groot als Nederland. De grootste eilanden zijn Hokkaido, Honshu, Kyushu en Shikoku. Hokkaido is het noordelijkste eiland. Het wordt van het Russische eiland Sakhalin gescheiden door de Straat van La Perousse. Tussen Hokkaido en de eveneens Russische (maar betwiste) Koerilen Eilanden ligt de Straat van Nemuro. Ten zuiden van Hokkaido ligt het dichtbevolkte en grootste eiland, Honshu. Centraal aan de oostkust ligt de Japanse hoofdstad Tokyo. Dit eiland heeft de vorm van een halve maan. Ten zuidwesten liggen de eilanden Shikoku en Kyushu. Deze laatste twee eilanden en Honshu omsluiten de Japanse Binnenzee (Seto-naikai). Ten zuiden van Kyushu liggen nog enkele eilandengroepen, met als bekendste eiland Okinawa. In het oosten grenst Japan aan de Grote Oceaan. Aan die kust liggen de grootste steden. Ten westen van het land ligt de Japanse Zee. Aan de overkant van die zee liggen Rusland, Noord-Korea en Zuid-Korea. Kyushu en Zuid-Korea worden van elkaar gescheiden door de smalle (200 km) Straat van Korea. In die zeestraat liggen overigens ook nog enkele Japanse eilandjes. Het eiland Tsushima ligt op slechts 60 kilometer van de Zuidkoreaanse stad Pusan. De zuidelijkste eilandjes van Japan liggen tegenover China, met daartussen de Oostchinese Zee. Japan is een bergachtig land. De hoogste bergen vind je in het Sammyaku-gebergte, centraal op het eiland Honshu. Verscheidene toppen reiken daar tot boven 3000 meter hoogte. De hoogste berg is de (niet meer werkzame) vulkaan Fuji (3776 m), ten zuidwesten van Tokyo. Deze kegelvormige vulkaan is voor de Japanners een heilige berg. Slechts 15% van het land bestaat uit laagvlakten, die je alleen in de kuststreken aantreft. Daar liggen dan ook de grootste steden. Japan is een zeer verstedelijkt land, er zijn meer dan 10 steden met een inwoneraantal van 1 miljoen of meer (Tokyo heeft, inclusief voorsteden, 12 miljoen inwoners). Volgens een Japanse mythe zijn de eilanden van Japan een schepping van de goden Izanagi en Izanami. Zij ontmoetten elkaar ter hoogte van Siberië, Korea en China. Uit hun onstuimige liefdesspel werd Japan geboren. Alles wat deze goden in voorraad hebben aan stormen, tyfoons en aardbevingen richten ze vooral op deze "goddelijke archipel". Helemaal vreemd is het verhaal niet. Japan is het resultaat van enorme krachten in de aardbodem en die zijn nog steeds niet uitgewoed. De vulkanen op de eilanden geven al aan dat dit een seismisch zeer actief gebied is. Elk jaar wordt Japan getroffen door zo’n duizend aardbevingen. De meeste richten weinig schade aan, doordat ze plaatsvinden in afgelegen gebieden of doordat ze slechts lichte schokken veroorzaken. Maar soms is het goed raak. In 1923 werden Tokyo en Yokohama getroffen door een zware aardbeving. In 1995 werd er grote schade aangericht in Kobe, ten westen vanOsaka. Daarnaast veroorzaken onderzeese aardbevingen vloedgolven die de kusten van Japan beschadigen. Sinds de vloedgolf eind 2004 in Zuid-Azië kent iedereen het Japanse woord voor dit natuurverschijnsel: tsunami. Vooral de oostelijke kusten van de grote Japanse eilanden zijn zeer grillig van vorm. Ook de kleinere eilanden hebben onregelmatige kustlijnen. Het levert een boeiend landschap op van water, bergen en diepe inhammen. Volk en cultuur 1 In Japan leven ruim 127 miljoen mensen. Dat is een gemiddelde van 336 mensen per km². Bedenk daarbij dat het grootste deel van Japan bestaat uit ruige bergen, waar bijna niemand woont. Bijna de helft van de Japanners woont in een stedelijke gordel, die loopt van Tokyo tot Kobe. De bevolking bestaat vrijwel geheel uit Japanners. Minderheidsgroepen zijn de Ainu (voornamelijk op het noordelijke eiland Hokkaido) en Koreanen, afstammelingen van dwangarbeiders die tussen 1910 en 1945 naar Japan kwamen. Japanners hebben de hoogste levensverwachting ter wereld: mannen worden gemiddeld ruim 77 jaar oud, vrouwen zelfs 84 jaar. Voor een leek lijkt Japans schrift op Chinees, maar de twee talen hebben geen verwantschap. Wel worden er Chinese karakters gebruikt, vaak in vereenvoudigde vorm. Tot de 3de eeuw kende het Japans geen geschreven taal. Toen deChinezen naar de eilanden kwamen, werd hun schrift overgenomen, maar de uitspraak is in het Japans heel anders. Ook wordt Japans van boven naar beneden geschreven, net als het Koreaans. In het Japans heet het land Nippon (die naam zie je onder meer op postzegels). De meeste Japanners zijn zowel aanhanger van het shintoïsme als van het boeddhisme. Shintoïsme is een natuurgodsdienst, waarbij zogeheten kamiworden vereerd. Dat begrip wordt meestal vertaald als "goden", maar ook natuurverschijnselen als wind, regen, zeeën, bergen en rivieren kunnen kami (heilig) zijn. De hoogste berg van Japan, de Fuji, is een heilige berg. Met de Chinezen kwam in de 6de eeuw het boeddhisme naar Japan, maar van de oorspronkelijke leer bleef weinig over. De Japanners vonden dat Boeddha zich in vele vormen kon manifesteren en dat sloot perfect aan bij de kami uit het shintoïsme. Het zenboeddhisme is een stroming waarbij mediteren centraal staat. Het ceremoniële theedrinken is een uiting van zen-boeddhisme. Door te mediteren en thee te drinken ontspannen lichaam en geest zich. Volk en cultuur 2 Japanners zijn zeer gezagsgetrouw en loyaal aan de groep waartoe men behoort. Dat komt voort uit het confucianisme, ook geïntroduceerd door de Chinezen. Die extreme loyaliteit blijkt bijvoorbeeld uit de loopbanen van Japanners. Het is heel gebruikelijk dat iemand zijn leven lang bij één bedrijf werkt. Bovendien werken Japanners keihard en is het heel gewoon om iedere dag overuren te maken. Dat legt een buitengewone druk op Japanners en dat begint al in de schooltijd. Japanse kinderen worden al vroeg sterk gestimuleerd om hard te studeren, zodat ze de hoogst mogelijke opleiding kunnen volgen. In het verleden leidde dat weleens tot extreme situaties, zoals kinderen die zelfmoord pleegden als ze slechte cijfers hadden gehaald. Inmiddels is het schoolsysteem wat versoepeld. In 2003 werd de vijfdaagse schoolweek ingevoerd. De Japanse cultuur wordt gekenmerkt door het overnemen van ideeën uit het buitenland om die vervolgens aan de eigen cultuur aan te passen. Met name China en Korea hebben grote invloed gehad op bijvoorbeeld architectuur, schilderkunst en tradities. Toch is er een typisch Japanse cultuur blijven bestaan, onder meer dankzij het eeuwenlange isolement van Japan (zie Geschiedenis). Het tegenwoordige Japan is een mengeling van oude waarden en westerse normen. In de steden zie je bijvoorbeeld weinig Japanners nog een kimono dragen of op het traditionele schoeisel (houten sandalen) lopen. Hun voorliefde voor bloemen heeft Japanners tot uitstekende tuiniers gemaakt. Japanse tuinen vind je niet alleen in Japan zelf, maar ook in veel grote westerse steden. Vechtsporten als judo, karate en jiujitsu zijn allemaal van Japanse oorsprong. Deze sporten werden ontwikkeld door de samurai. Japanse keuken De Japanse keuken draait om verse ingrediënten die met zorg worden bereid. Japanners eten veel vis, wat volgens sommigen hun hoge gemiddelde levensverwachting verklaart. Een bekend gerecht is sashimi: dunne schijfjes rauwe vis met zeer scherpe mierikswortelpasta (wasabi). De koks die dit gerecht bereiden, hebben jaren opleiding achter de rug. Voor het zorgvuldig snijden van de vis zweren ze bij hun eigen (vaak peperdure) messen. Sushi heeft de laatste jaren een ware triomftocht over de wereld gemaakt: het bestaat uit gekookte rijst gemengd met diverse ingrediënten (ook weer vaak vis) en gewikkeld in zeewier. In bijna elke grote stad ter wereld vind je tegenwoordig wel een sushi-restaurant. Geschiedenis 1 De voorouders van de Japanners waren hoogstwaarschijnlijk afkomstig van het Aziatische vasteland. Tijdens de IJstijden was het zeeniveau lager dan nu en was er een landverbinding met het Koreaanse schiereiland. Japanners zelf laten hun geschiedenis beginnen in de 7de eeuw v. Chr. toen ene Jimmu de keizerlijke troon besteeg. Volgens de legende was deze Jimmu een directe afstammeling van de zonnegodin Amaterasu. Rond het begin van onze jaartelling trokken Mongoolse volken uit China en Zuidoost-Azië naar de Japanse eilanden. Zij introduceerden onder meer nieuwe landbouwmethoden, zoals het verbouwen van rijst op ondergelopen velden, de zogeheten natterijstbouw. Ook namen ze hun godsdienst mee, waarin de verering van goden en voorvaderen centraal stond. Die godsdienst zou zich ontwikkelen tot het shintoïsme (zieVolk en cultuur). Deze volken organiseerden zich in ‘clans’. De Yamato-clan werd de machtigste, omdat de leiders zich erop beriepen directe afstammelingen te zijn van keizer Jimmu. Ze onderwierpen veel andere clans en stichtten een Japanse kolonie op het Koreaanse schiereiland. Vanaf die tijd trokken veel Chinezen naar Japan. De cultuur van de Chinese immigranten drukte een zwaar stempel op Japan. Zo werd het Chinese schrift ingevoerd en ook het boeddhisme. In 645 maakte keizer Naka no Oe (later veranderde hij zijn naam in Tenji) een einde aan de macht van de clans. Alle grond kwam in handen van de staat (lees: de keizer). De boeren kregen het in bruikleen en moesten belasting betalen aan de keizer. In 794 verplaatste keizer Kammu de hoofdstad naar Heian-kyo (het huidige Kyoto). Het zou meer dan duizend jaar de zetel van de keizer blijven. Opeenvolgende keizers breidden het grondgebied van Japan gestaag uit. Alleen het noordelijke eiland Hokkaido bleef in handen van de oorspronkelijke bevolking, de Ainu (die daar nog steeds leven). De militaire leiders van de exercities tegen de Ainu kregen de titel sei-i-tai shogun, meestal afgekort tot shogun. Het betekent letterlijk: "opperste generaal ter onderwerping van de barbaren". Die shoguns kregen veel macht, verschillende families controleerden grote delen van Japan. In feite was daarmee de situatie van de clans hersteld. De functie van de keizer werd een ceremoniële. Geschiedenis 2 Aan het eind van de 12de eeuw brak er een burgeroorlog uit tussen twee machtige clans: de Minamoto’s en de Taira’s. De Minamoto-clan won en hun leider Minamoto Joritomo kreeg de titel shogun. Na zijn dood kwam de macht in handen van de familie van zijn vrouw, de Hojo-clan. De Hojo’s regeerden streng maar rechtvaardig. Ze verplichtten rijke landeigenaren tot het betalen van hoge belastingen en ze controleerden het gedrag van de grootgrondbezitters tegenover hun pachters. In die tijd werd ook het sobere zenboeddhisme in Japan geïntroduceerd. In de 13de eeuw probeerden Mongolen tot twee maal toe Japan te veroveren. In die tijd was Mongolië een wereldrijk dat zich uitstrekte van de Chinese Zee tot aan Constantinopel (Istanbul). Zowel in 1274 als in 1282 werden deze Mongoolse invasies verijdeld door een plotseling opstekende tyfoon of "goddelijke wind" (kamikaze). Althans, zo wil de legende. Latere onderzoekingen toonden aan dat de Mongoolse schepen nauwelijks zeewaardig waren. In 1326 weigerde keizer Go-Daigo afstand te doen van de troon, zoals hij volgens de wet verplicht was. Hij werd verbannen, maar kwam zeven jaar later terug met steun van het leger van shogun Ashikaga Takauji. Die shogun had echter zo zijn eigen plannen. Drie jaar later zette hij de keizer af en plaatste een ander op de troon. Deze keizer – Komio – regeerde slechts in naam over noordelijk Japan; de werkelijke macht lag bij de Ashikagaclan. Er brak een periode aan van voortdurende strijd om de macht. In 1573 werd Ashikaga uiteindelijk verslagen door Oda Nobunaga, een legerleider. Hij wordt gezien als de grondlegger van het moderne Japan. Nobunaga voerde levendige handel met de Portugezen en was zeer geïnteresseerd in techniek en geneeskunst die door jezuïetenmissionarissen was geïntroduceerd. Nobunaga werd in 1582 vermoord. Zijn opvolger probeerde de macht van Japan uit te breiden naar het Aziatische vasteland. Hij veroverde Korea, maar werd door de Chinezen tegengehouden en uiteindelijk verslagen. Na deze nederlaag trok Japan zich in zichzelf terug. Onder de Tokugawa-clan werden contacten met het buitenland beperkt. Alleen Chinezen, Koreanen en Hollanders kregen toestemming om handel te drijven. Maar de Koreanen mochten niet verder komen dan het eiland Tsushima, de Chinezen waren uitsluitend aangewezen op de haven van Nagasaki en de Hollanders mochten alleen op een kunstmatig eilandje in die haven hun handel slijten. Edo, het huidige Tokyo, werd de onofficiële hoofdstad van Japan. Onofficieel, omdat de zetel van de keizer in Kyoto bleef. In die tijd werd ook een kastenstelsel ingevoerd. Bovenaan stonden de samoerai, een kaste die bestond uit krijgsheren, landeigenaren en intellectuelen. Daarna kwamen de boeren, dan de ambachtslieden en ten slotte handelaren. Maar Japan ontwikkelde steeds meer een moderne (geld)economie. De ironie wil dat daardoor de handelaren steeds rijker werden en de samoerai steeds armer. Daardoor was het kastenstelsel uiteindelijk onhoudbaar. Geschiedenis 3 In 1853 vroegen de Amerikanen om toestemming handel te drijven met Japan. Een jaar later werd die toestemming gegeven en werden twee havens voor Amerikaanse schepen opengesteld. De macht van de Tokugawa-clan nam verder af en in 1868 werd de laatste shogun van die clan door de daimyo’s (krijgsheren) gedwongen af te treden. De macht kwam weer in handen van de keizer, die zijn zetel verplaatste naar Edo. Die stad werd omgedoopt in Tokyo, wat "hoofdstad van het oosten" betekent. De daimyo’s bleven echter grote invloed houden. Zij hadden immers de keizer weer aan de macht geholpen. Zij schaften het feodale systeem af en namen het initiatief tot een grondwet. In 1890 werd voor het eerst een parlement geïnstalleerd, naar Brits model. Tegelijkertijd ontwikkelde Japan een veroveringsdrift. In 1894 brak er een oorlog uit tussen Japan en China om het Koreaanse schiereiland. Japan veroberde Korea, Formosa (Taiwan) en Mantsjoerije (in het noordoosten van China). Onder internationale druk moest Japan die gebieden weer afstaan, waarop Rusland Mantsjoerije bezette. Daarop verklaarde Japan de oorlog aan Rusland en kreeg het land alsnog Korea en het zuiden van Mantsjoerije in handen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog beleefde Japan een enorme economische groei. De scheepswerven en fabrieken kregen de ene na de andere order van de geallieerde landen. De zwakke keizer Taisho werd al voor zijn dood door kroonprins Hirohito opgevolgd. Eerst werd Hirohito regent, na de dood van zijn vader in 1926 besteeg hij de troon. De economische crisis van de jaren '30 leidde ook in Japan tot sociale onrust. Er waren demonstraties tegen politici en rijke zakenlieden. Het leger echter kon rekenen op onvoorwaardelijke steun van het volk. Japan veroverde in de jaren dertig grote delen van China. In 1940 sloot Japan het zogeheten Driemogendhedenverdrag met nazi-Duitsland en fascistisch Italië. De betrekkingen met Groot-Brittannië en de Verenigde Staten verslechterden, omdat die landen China steunden. Op 7 december 1941 deed Japan een verrassingsaanval op Pearl Harbor, een Amerikaanse marinebasis op Hawaï. De Amerikanen konden zich daardoor niet langer afzijdig houden van de Tweede Wereldoorlog. In datzelfde jaar veroverde Japan het ene land na het andere: Hongkong, Maleisië, Singapore, Nederlands-Indië (het tegenwoordige Indonesië), de Filippijnen, Birma en eilandjes in de Stille Oceaan. Net als de nazi’s in Europa richtte Japan concentratiekampen in. De gevangenen leefden onder erbarmelijke omstandigheden en de Japanners voerden een bruut regime. In 1944 werden de rollen omgedraaid. Het Amerikaanse leger behaalde de ene overwinning na de andere. In de zomer van 1945 werden luchtaanvallen uitgevoerd op Japan, maar dat land was nog niet bereid zich over te geven. De Amerikanen besloten daarop een zwaar middel toe te passen. Op 6 augustus 1945 werd de Japanse stad Hiroshima verwoest door een atoombom. Drie dagen later werden ook de voorsteden van Nagasaki door zo’n bom getroffen. Op 14 augustus 1945 maakte keizer Hirohito bekend dat Japan de strijd staakte. De officiële overgave werd op 2 september getekend aan boord van het Amerikaanse oorlogsschip Missouri. Moderne politiek 1 Nadat Japan in de Tweede Wereldoorlog was verslagen, werd het land bezet door de Amerikanen, onder leiding van generaal MacArthur. In 1946 werd een nieuwe grondwet aangenomen, waarin de democratisering van Japan werd vastgelegd. De keizer werd zijn macht ontnomen, de regeringsleden moesten voortaan burgers zijn en Japan werd ontwapend. Verder werd landbouwgrond herverdeeld onder de boeren, die het in eigendom kregen en werden de lesmethoden op scholen aangepast aan nieuwe, democratische ideeën. Bij de eerste verkiezingen, in 1946, behaalden twee partijen veel zetels: de Liberale Partij en de Progressieve Partij, die overigens beide een conservatieve inslag hadden. Deze partijen fuseerden in 1954 tot de Liberaal-Democratische Partij, die sindsdien bijna onafgebroken regeringsverantwoordelijkheid heeft gedragen. Al kort na afloop van de Tweede Wereldoorlog wijzigden de Amerikanen hun ontwapeningspolitiek tegenover Japan. In China greep de communistische leider Mao Zedong de macht en er brak een oorlog uit tussen het door de geallieerden bezette ZuidKorea en Noord-Korea, dat gesteund werd door de Sovjet-Unie. Uit angst voor een opmars van het communisme kreeg Japan toestemming een Nationale Veiligheidswacht op te richten. En op 28 april 1952 herkreeg Japan zijn onafhankelijkheid. Wel bleven er Amerikaanse marinebases in het land (de grootste op het eiland Okinawa). Sinds die onafhankelijkheid kende Japan een grote economische bloei. De basis daarvoor werd al gelegd tijdens de Koreaanse oorlog, toen Japanse bedrijven militair materieel leverden en repareerden voor de VN-troepen. Door de snel toenemende welvaart was het politiek betrekkelijk rustig. Wel waren er aan het eind van de jaren '60 felle en soms gewelddadige demonstraties tegen de aanwezigheid van de Amerikanen. Aan het eind van de jaren '60 was Japan al de derde economische macht in de wereld. De economische groei stagneerde in de jaren '70, maar dat was wereldwijd het geval. Een belangrijke oorzaak was de oliecrisis van 1973, toen Arabische landen de oliekraan dichtdraaiden. Tegelijkertijd kwamen er corruptieschandalen aan het licht. Zo had het Amerikaanse vliegtuigconcern Lockheed miljoenen dollars smeergeld betaald aan LDPpolitici. De LDP verloor veel aanhang door de economische malaise en de schandalen, maar kon toch blijven regeren. Intussen werden de relaties met de Aziatische buurlanden hersteld. Nadat de Amerikaanse president Nixon de banden met China aanhaalde, volgde Japan dat voorbeeld. In 1978 sloten China en Japan een vriendschaps- en vredesverdrag. Moderne politiek 2 In de volgende jaren bekeken de westerse landen Japan met een mengeling van bewondering en afgunst. Het land exporteerde enorme aantallen goederen: auto’s, elektronische apparatuur, schepen en hoge kwaliteit staal. Door de lage koers van de Japanse munteenheid –de yen– waren die goederen goedkoop. In 1985 werd premier Nakasone door de belangrijkste industrielanden (VS, Groot-Brittannië, Duitslanden, Italië) gedwongen om de koers van de yen aan te passen. Volgens velen in Japan legde dat de basis voor de diepe economische crisis waarin het land vervolgens belandde (zie verder bij Economie). In januari 1989 overleed keizer Hirohito. Hij had 62 jaar op de troon gezeten. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Akihito. De LDP verloor aanhang door (opnieuw) corruptieschandalen, de economische teruggang en onenigheid binnen de partij. In 1993 won een coalitie van acht oppositiepartijen de verkiezingen. Daarmee kwam een eind aan de politieke hegemonie van de LDP. Maar die partij zat een jaar later al weer in een coalitieregering. In deze jaren was politieke stabiliteit ver te zoeken. Partijen hadden onderlinge onenigheid, politici braken met hun partij en richtten nieuwe op en de ene coalitieregering volgde op de andere. De rust keerde pas weer met de hervormingsgezinde en charismatische Koizumi Junichiro, die in 2001 leider werd van de LDP. In oktober 2003 behaalde zijn partij geen meerderheid in het parlement, maar doordat drie onafhankelijke parlementsleden zich bij de LDP aansloten, kwam de LDP op precies de helft van het aantal zetels uit. Koizumi bleef premier van een coalitieregering met twee kleinere partijen. De relatie met China liep in 2003 een flinke deuk op door een orgie in een hotel in de Chinese stad Zhuhai. Niet zozeer de orgie zelf als wel het feit dat die samenviel met de herdenking van de Japanse bezetting van China deed de anti-Japanse sentimenten hoog oplaaien. In de jaren daarna namen die gevoelens alleen maar toe. China en Zuid-Korea protesteerden tegen geschiedenisboeken waarin de Japanse wreedheden tijdens de Tweede Wereldoorlog werden verdoezeld. In Chinese steden kwam het tot massademonstraties tegen Japan. De anti-Japanse stemming groeide verder door bezoeken van premier Koizumi aan de Yasukuni-tempel in Tokyo, waar de Japanse oorlogsdoden worden herdacht. Verder ruziede Japan met China en Zuid-Korea over territoriale aangelegenheden. In 2005 speelde Koizumi hoog politiek spel. Zijn voorgestelde privatisering van de Postbank stuitte op verzet bij een deel van zijn partij. Koizumi schreef vervroegde verkiezingen uit en beval tegenstanders van zijn plannen de LDP te verlaten. De verkiezingen van september 2005 werden een grote overwinning voor de LDP. De partij veroverde een absolute meerderheid in het parlement, maar bleef doorregeren met coalitiepartner Nieuw Komeito. Het reglement van de LDP bepaalde dat Koizumi in 2006 plaats moest maken voor een opvolger; dat werd Shinzo Abe, die op 26 september 2006 door de Diet (het Japanse parlement) werd verkozen tot minister-president. Nog geen jaar later trad Abe al weer af, na maanden van oplopende politieke druk. Hij werd opgevolgd door Yasuo Fukuda, die zelf een jaar later plaats moest maken voor Taro Aso. Op 30 augustus 2009 zorgde de centrum-linkse Democratische Partij van Japan (DPJ) voor een politieke aardverschuiving na een historische overwinning op de LDP. Economie Toen Japan zich in de tweede helft van de 19de eeuw weer openstelde voor het buitenland (zie Geschiedenis), stelde het economisch nog weinig voor. Daar kwam snel verandering in. De overheid zag de noodzaak van industrialisering en deed daarom forse investeringen. Aan het begin van de 20ste eeuw was Japan een geïndustrialiseerd land geworden. De textielindustrie was destijds de belangrijkste tak. Na het verlies in de Tweede Wereldoorlog was Japan geruïneerd. Met hulp van de VS kon het land de industrie weer opbouwen, daarbij geholpen door de Koreaanse oorlog (19501953). Het land leverde materieel en services (reparaties) voor de VN-troepen in Korea. De Verenigde Staten zagen Japan als een bastion tegen het oprukkende communisme in OostAzië. Aan het eind van de jaren '60 had Japan zich al opgewerkt tot derde economische macht van de wereld. Daarnaast schermde Japan zijn thuismarkt af voor buitenlandse concurrentie. Japanse producten werden aanvankelijk als inferieur beschouwd. De opdruk Made in Japan stond gelijk aan "B-kwaliteit". Maar Japan leerde snel en wist in korte tijd dat negatieve imago af te schudden. Daarbij kwam dat Japanse goederen (vooral auto’s en elektronica) goedkoop waren. Aan het eind van de jaren '70 groeide in het Westen het verzet tegen de ongebreidelde Japanse uitvoer. Het land werd in 1985 door de andere grote industrielanden gedwongen de koers van de Japanse munt te verhogen. De yen won in een klap 37% aan waarde tegenover de Amerikaanse dollar. Daardoor nam de export af. Om de economie te stimuleren, verlaagde de overheid de rente. Door die lage rente was het niet erg rendabel grote spaartegoeden aan te houden en geld lenen was voordelig. Het kapitaal stroomde de markt op: huizenprijzen stegen explosief en ook Japanse aandelen stegen fors in waarde. De overheid zag het gevaar en verhoogde de rente weer. Dat leidde echter niet tot een geleidelijke afkoeling; in plaats daarvan barstte de financiële zeepbel uit elkaar. De aandelenmarkt van Tokyo daalde tussen 1989 en 1992 met 70% en de huizenprijzen zelfs met 80%. Daarna kwam de Aziatische valutacrisis. In 1997 daalden vele Zuidoost-Aziatische valuta's scherp in waarde. De Japanse investeringen in de regio waren opeens veel minder waard. Dit alles bij elkaar bracht Japanse ondernemingen in moeilijkheden. Ze konden hun schulden niet langer terugbetalen. Daardoor kregen ook financiële instellingen het moeilijk. Banken en effectenhuizen gingen failliet. De regering besloot tot forse financiële injecties om de binnenlandse vraag aan te wakkeren. Het hielp weinig. De diepe economische crisis in Japan duurde maar liefst 15 jaar. Er was soms wel een korte opleving die dan weer direct gevolgd werd door een nieuwe recessie. Deflatie stak de kop op, oftewel dalende prijzen. Dat is gevaarlijk voor een economie, omdat mensen hun aankopen uitstellen in de verwachting dat de prijzen nog wel verder zullen dalen. Pas in de tweede helft van 2005 waren er tekenen dat de Japanse economie echt herstelde. Inmiddels ontwikkelt rivaal China zich in een razend tempo als economische macht. Dat is op de korte termijn gunstig voor Japan, omdat China veel grondstoffen en andere goederen nodig heeft. Op de lange termijn kan China een geduchte economische concurrent van Japan worden. Japan heeft weinig natuurlijke hulpbronnen. Voor hun energiebehoefte zijn de Japanners aangewezen op kernenergie en de import van olie. Omdat slechts een klein deel van Japan geschikt is voor landbouw, worden ook voedingsmiddelen geïmporteerd. Toerisme Hoewel Japan mooie natuurgebieden heeft, een interessante cultuur en historische bezienswaardigheden wordt het land door betrekkelijk weinig toeristen bezocht. Toch groeit dat aantal wel. In 2005 bezochten 4,3 miljoen buitenlanders Japan, voor het merendeel Zuid-Koreanen, Chinezen en Taiwanezen. Het Japanse Bureau voor Toerisme mikt op 10 miljoen toeristen in 2010. Tokyo De naam Tokyo betekent "hoofdstad van het oosten". De stad kreeg die naam in 1868, toen de keizer zijn zetel verhuisde van Kyoto naar Edo en de naam veranderde in Tokyo. Het moderne Tokyo is een verzameling van steden, met in totaal 12 miljoen inwoners. Het maakt deel uit van een nog veel groter stedelijk gebied. Tokyo is vastgegroeid aan Yokohama en andere steden. In dat hele stedelijk gebied rond de baai van Tokyo wonen maar liefst 35 miljoen mensen. Het is de grootste stedelijke agglomeratie ter wereld. De Japanse hoofdstad heeft een bewogen geschiedenis. In 1923 werden Tokyo en Yokohama getroffen door een aardbeving. Een groot deel van de stad werd verwoest en er vielen meer dan 100.000 doden. In 1944 en 1945 werd er opnieuw grote schade aangericht door Amerikaanse bombardementen. De geschiedenis van Edo-Tokyo staat centraal in het Edo-Tokyo Museum. Het Keizerlijk Paleis staat op de plaats waar vroeger het kasteel van de shogun stond. Dat kasteel werd bij een bombardement in 1944 verwoest, maar in 1968 in dezelfde stijl herbouwd. Alleen de tuinen aan de oostkant van het paleis zijn toegankelijk voor het publiek. Het paleis zelf is slechts twee dagen per jaar geopend: op de verjaardag van de keizer (23 december) en ter gelegenheid van Nieuwjaar (2 januari). In het algemeen vind je ten noorden en ten oosten van dit paleis historisch Tokyo, ten zuiden en ten westen ligt het moderne, zakelijke Tokyo. Zo ligt ten noordoosten van het paleis (niet ver van Ueno Park) de oude volkswijk Yanaka, waar je een idee krijgt van het vroegere leven in Tokyo. Deze wijk heeft de Tweede Wereldoorlog vrijwel ongeschonden doorstaan. Je vindt er nauwe straten, houten huisjes, vele tempels en winkels waar typisch Japanse producten te koop zijn. Bovendien zijn de meeste straten in Yanaka vrij rustig. Een verademing vergeleken met het jachtige, drukke leven in zakelijk Tokyo. Bij Ueno Park ligt een oude tempel, Tosho-gu, gewijd aan de eerste shogun van de Tokugawa-dynastie. Hij overleed in 1616 en kreeg na zijn dood de titel ToshoDaigongen (“Hij die het Oosten Verlicht”). De wijk rond het Yoyogipark is voetgangersgebied. Vooral op zondag trekt dit park en de wijk eromheen veel mensen. De Takeshita Straat is het domein van jong en trendy Tokyo. Niet ver hier vandaan ligt de Meiji Jingu tempel, waar keizer Meiji en zijn vrouw liggen begraven. De tempel ligt in een prachtig park. Ginza is het sjieke winkel- en amusementsdistrict. Dit deel van de stad werd in 1872 door brand verwoest. De houten huizen die er stonden werden vervangen door huizen van steen in een Westerse stijl. Ten westen van het paleis ligt de zakenwijk Shinjuku met vele wolkenkrabbers. Daar staat onder meer de Tokyo Government Building. Vanaf het observatieplatform heb je een fraai (gratis) uitzicht over Tokyo. Een hoger, maar duur uitzichtpunt is de Tokyo Tower in de wijk Minatoku. Een getrouwe kopie van de Eiffeltoren, alleen enkele meters hoger. Japanners zijn goed in het kopiëren van gebouwen; het Centraal Station van Tokyo lijkt verdacht veel op de architectuur van Amsterdam-CS. Odaiba is een wijk direct aan de Baai van Tokyo. Je vindt er winkelcentra, een amusementspark en vele eetgelegenheden. En, jazeker, er is ook een strand, dat in de weekends overvol is. Kyoto Kyoto was eeuwenlang de keizerlijke hoofdstad van Japan, tot de keizer in 1868 besloot zijn zetel te verplaatsen naar Tokyo. Het is ook de enige grote Japanse stad die werd gespaard bij de bombardementen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Daardoor heeft de stad een uitgesproken Japans karakter, al zou je dat niet direct zeggen als je aankomt op het centraal station. De wijk om het station is zeer modern. Kyoto heeft meer dan duizend tempels en trekt jaarlijks miljoenen Japanners, vooral tijdens shintoherdenkingsfeesten. De stad ligt 370 kilometer ten westen van Tokyo en 45 kilometer ten noordoosten van Osaka. Rond Kyoto liggen beboste bergen, waar vele riviertjes door de dalen stromen. De belangrijkste attractie is de tempel Kinkaku-ji, ook wel het Gouden Paviljoen genoemd. Het gebouw is een replica van het oorspronkelijke paviljoen uit de 12de eeuw. Dat werd in 1950 in brand gestoken door een monnik. Het paviljoen werd herbouwd en behalve de bovenste verdieping werden ook de muren en pilaren op de 1ste etage voorzien van bladgoud. Niet ver van het Gouden Paviljoen staat de Ryoanji Tempel, die een beroemde zen-tuin heeft: keurig aangeharkt grind waarin 15 rotsen zijn geplaatst, als "eilandjes" in de zee. Van welke hoek je ook kijkt, er zijn nooit meer dan 14 rotsen tegelijkertijd zichtbaar. Een andere mooie zen-tuin vind je in de Daisen-in Tempel, een van de tempels in het complex Daitokuji. Hier komen veel minder bezoekers dan in de Ryoanji Tempel. Boven een ravijn vol esdoorns, Japanse dennen en sinaasappelbomen ligt de grote Kiyomizudera Tempel ("Tempel van de Zuivere Bronnen"). Het drinken van water uit de bron is goed voor de gezondheid, zo wordt gezegd. De Sanjusangen-do is zeer indrukwekkend. Het is een zaal van 120 meter lang en 10 meter breed, die door middel van bogen 33 openingen heeft. In het midden staat een groot verguld beeld van Kannon, de godin van de barmhartigheid. Aan weerszijden staan 1001 kleinere beelden van de godin. Kannon kan op 33 verschillende manieren incarneren. Daarom zijn er 33 openingen, voor iedere verschijning één. Ieder beeld heeft 40 armen en elke arm kan 25 werelden redden. Boeddhisten zeggen daarom dat Kannon 1000 armen heeft. Het Nijo-kasteel is een groot houten complex dat in 1603 werd gebouwd door de eerste Tokugawa-shogun. De vloer maakt een krakend geluid als je er overheen loopt. Dat was bedoeld om te voorkomen dat de shogun stiekem werd benaderd en vermoord. De Arashiyama-wijk in het westen van de stad is populair onder Japanse bezoekers. Door een woud van bamboebomen loop je naar de Nonomiya Schrijn en een traditioneel Japans huis. Ook in de wijk Gion vind je oude houten huizen. Er zijn vele restaurants en theaters en het is niet ongebruikelijk daar een echte geisha tegen te komen. Geisha’s zijn geen prostituees zoals vaak wordt gedacht. Hun functie is een avond op te luisteren met klassieke Japanse muziek, zang en dans. Het Keizerlijk Paleis in het centrum van de stad is omring door een groot park. Het paleis is alleen te bezoeken volgens afspraak, maar de tuin is vrij toegankelijk. Er staan onder meer kersen-, pruimen- en perzikbomen. Het Katsura Paleis ligt in het westen van de stad, aan de rivier Katsura. Dit 17de-eeuwse paviljoen geldt als een meesterwerk van Japanse architectuur. Ook dit paleis is alleen volgens afspraak te bezoeken. Osaka Osaka is de derde stad van Japan met bijna 3 miljoen inwoners. Ze ligt 45 kilometer ten zuidwesten van Kyoto, en net als Tokyo ligt Osaka aan een fraaie inham, de Osaka Baai. De stad is gebouwd op de plaats waar de rivier de Jodo in deze baai uitmondt. Behalve door rivieren wordt de stad ook doorsneden door kanalen, waarover vroeger de handel werd aan- en afgevoerd. Osaka was in een ver verleden (tussen de 4de en 8ste eeuw) de hoofdstad van Japan. Toen heette de stad Niniwa, wat "snelle golven" betekent. Nu is het een drukke industrie- en zakenstad. In 1583 bouwde legeraanvoerder Toyotomi Hideyoshi een kasteel in Osaka. Het was de grootste versterkte vesting in Japan. Dit kasteel werd tijdens de heerschappij van de Tokugawa’s verwoest. Het werd in 1931 herbouwd, maar bij een bombardement in 1945 opnieuw beschadigd. Pas in het midden van de jaren '90 werd het kasteel gerestaureerd. Rond de Tsutenkaku-toren ligt de wijk Shin-sekai, waar het zakelijke Osaka ver weg lijkt. In Shin-sekai barst het van de goedkope restaurantjes, bars, kledingwinkeltjes en gokhallen. Vroeger was deze wijk het domein van homo’s en travestieten, maar die vind je inmiddels ook in andere delen van Osaka. Aan de Osaka Baai staat het Osaka Aquarium Kaiyukan. Dit is een van de grootste aquaria ter wereld. Eigenlijk zijn het verschillende aquaria, waarin de diverse biotopen van de Stille Oceaan worden getoond. De grote attractie is een 4,5 meter lange walvishaai. Het is het enige aquarium ter wereld dat deze grote vis in leven kan houden. In 1970 organiseerde Osaka de Wereldtentoonstelling. Het terrein waar die plaatsvond, ligt in het noorden van de stad. Het is nu een groot park, waar in de lente vele Japanners genieten van de in bloei staande kersenbomen. Van de tentoonstelling is alleen het symbool over, de Taiyo no To("Zonnetoren"), een sculptuur van kunstenaar Okamoto Taro. In het park vind je verder het Nationaal Kunstmuseum, met een boeiende collectie moderne Japanse kunst. In het National Bunraku Theater wordt het traditionele Japanse poppenspel uit de 17de en 18de eeuw levend gehouden. Banraku-poppen zijn enorm groot; voor de bewegingen zijn per pop drie mensen nodig. Osaka heeft een reputatie als stad waar je lekkere specialiteiten kunt eten. Okonomiyaki is een soort pannenkoek, traditioneel gevuld met groente, vlees, pijlinktvis en gedroogde garnalen. Takoyaki zijn met inktvis gevulde meelballetjes. Verder kent Osaka veel regionale varianten van bekende Japanse gerechten, zoals sushi. Sapporo Sapporo is de moderne hoofdstad van het noordelijke eiland Hokkaido, dat met ruim 83.000 km² twee keer zo groot is als Nederland. De stad heeft 1,8 miljoen inwoners; op het hele eiland wonen 5 miljoen mensen. Door de noordelijke ligging en de aanwezigheid van bergen is Sapporo hét wintersportgebied van Japan. In 1972 werden de Olympische Winterspelen er gehouden. In de winter vindt het grootste festival van Sapporo plaats,Yuki-matsuri, oftewel het Sneeuwfestival. Dat festival heeft zijn wortels in 1950, toen zes studenten grote sculpturen van sneeuw maakten in het Odori Park. Tegenwoordig zijn er enorme objecten van sneeuw en ijs te zien, soms zelfs complete gebouwen! De deelnemers komen uit binnen- en buitenland, net als de 2 miljoen bezoekers die het evenement trekt. Het Sneeuwfestival vindt elk jaar plaats, vanaf de eerste maandag in februari tot de daarop volgende zondag. Aan de rand van de stad ligt kaitaku no mura, een openluchtmuseum met traditionele huizen van Hokkaido. Het museum is onderverdeeld in een vissersdorp, een boerendorp en een typisch bergdorpje. Je vindt er ook het Historisch Museum, waar de ontwikkeling van Hokkaido centraal staat. Hokkaido was overigens het laatste eiland dat door de Japanners werd veroverd. Hokkaido Hokkaido is een vrij leeg eiland, met prachtig natuurschoon. Ten zuiden van Sapporo ligt het Shikotsu Toya National Park, waar onder meer vulkanen zijn te zien. Sommige vulkanen zijn nog niet zo hoog, omdat ze pas recent zijn ontstaan! Er is ook een museum gewijd aan de Ainu, de oorspronkelijke bevolking. Centraal op Hokkaido ligt het Daisetzusan National Park, in de Ishikari-Sanchi bergen. In het oosten van Hokkaido zijn in de winter kolonies kraanvogels te zien, die vanuit nog noordelijker streken daar naar toe trekken om te overwinteren. Op de zuidpunt van Hokkaido ligt de stad Hakodate. Deze stad heeft een prachtig historisch centrum en een park dat vroeger een stervormig fort was, naar het voorbeeld van westerse verdedigingswerken. Voor 1985 was het eiland Hokkaido alleen per veerboot bereikbaar. Nu loopt er een 54 kilometer lange onderzeese weg- en spoortunnel (de Seikan-tunnel) tussen Hokkaido en Honshu. De reistijd is daarmee aanzienlijk bekort. Nagasaki Nagasaki is een havenstad aan de westkust van het zuidelijke eiland Kyushu. Door zijn ligging zijn er altijd veel contacten geweest met Korea en Japan, maar ook met westerlingen. Tijdens het isolement van Japan van de 17de tot halverwege de 19de eeuw (zie Geschiedenis) waren Nederlanders de enige westerlingen die zaken mochten doen met het land. Ze mochten alleen niet verder komen dan het kunstmatige eilandje Deshima in de haven van Nagasaki. Het eilandje bestaat niet meer, omdat dat deel van de baai is drooggelegd. Wel worden de oude huizen en barakken gereconstrueerd. In 2010 zal de Nederlandse handelsvesting geheel zijn herbouwd. De stad, met een half miljoen inwoners, heeft een bijzondere band met Nederland. Ten noorden van Nagasaki ligt een groot openluchtmuseum met Nederlandse gebouwen uit de Gouden Eeuw. Het heet Paleis Huis ten Bosch, en behalve een kopie van dat gebouw vind je er exacte replica’s van de Utrechtse Domtoren, het stadhuis van Gouda, grachtenhuizen, molens en andere monumenten. Verder zijn er tentoonstellingen over de kunstenaar M.C. Escher en… Loeki de Leeuw! In het zuidelijke deel van Nagasaki ligt een heuvelachtige wijk met kronkelige straatjes, die zijn geplaveid met kinderkopjes. Deze wijk heet Oranda Zaka ("Hollandse Hellingen"). Vroeger stonden hier houten Hollandse huizen, maar die zijn allemaal verdwenen. Oude westerse huizen zijn nog wel te zien in het Glover Park, genoemd naar een Schotse zakenman, die hier in de 19de eeuw de eerste moderne scheepswerf van Japan stichtte. Vanuit het park heb je een mooi uitzicht over de stad. De naam Nagasaki doet vrijwel iedereen meteen denken aan de atoombom die de Amerikanen hier op 9 augustus 1945 tot ontploffing lieten komen. Dat was drie dagen na de eerste atoombom op Hiroshima. Tot op de dag van vandaag ondervinden inwoners van Nagasaki de negatieve gevolgen van de radioactieve straling. Zo is het aantal leukemie- en kankerpatiënten er hoger dan normaal. Op de plaats waar de bom ontplofte, ligt het Vredespark met het Atoombommuseum en een 9 meter hoog Vredesbeeld. Iets ten zuiden van het park staat de Urikami kathedraal, die werd herbouwd na de verwoesting door de atoombom. Nagasaki heeft een oude Chinese wijk met onder meer de Sofuku-ji Tempel uit 1629. Door de wijk stroomt de Nakajima-rivier met vele verschillende bruggetjes. Een van de bruggen, de Megane-bashi, stamt uit 1634 en is daarmee de oudste stenen brug van Japan. Het is een typische Chinese "brilbrug": weerspiegeld in het water lijken de 2 bogen op een bril. Nagasaki heeft ook de oudste houten kerk van Japan, de katholieke Oura Kerk, niet ver van het Glover Park. De kerk uit 1865 is een schepping van de Franse missionaris Bernard Petitjean ter nagedachtenis aan 26 christelijke martelaren. Buitenlanders mochten destijds wel hun geloof belijden, maar christelijke Japanners werden zwaar vervolgd. In 1872 werd dat geloofsverbod ingetrokken. In het noorden van de stad staat een bijzondere tempel: de Fukusai-ji tempel. Het gebouw heeft de vorm van een reusachtige schildpad met op zijn rug een 18 meter hoog beeld van de godin Kannon.