Uitwerkingen lesdoelen Godsdienst Hoe God zich laat kennen Hoofdstuk 1. 1. Vier verschillende Godsbewijzen: a. Schepping b. Bijbel c. Chinese tekens d. Persoonlijke ervaringen 2. Anselmus is van mening dat God het wezen is waarboven niets hogers of volmaakter gedacht kan worden. Alleen het gegeven dat mensen een besef van God kunnen hebben, is al een bewijs dat God bestaat. 3. De RK-mensen houden zich vooral bezig met de Godsbewijzen omdat de natuur en het denken nauwelijks aangetast is door de zondaval. 4. Vijf Godsbewijzen van Thomas van Aquino: a. Het idee van de eerste beweger: alle beweging of verandering heeft een oorzaak. Er moet een eerste Beweger zijn: God. b. Kosmologisch godsbewijs: alles heeft een oorzaak. De wereld moet een oorzaak hebben. De eerste oorzaak kan alleen God zijn. c. De noodzakelijkheid: we zien dat dingen in de wereld komen en verdwijnen, maar dit geldt niet voor alles. Als dat met alles zo zou zijn, dan zou er een tijd zijn geweest waarin er niets was en er dan ook niets kon ontstaan. Dit betekend dat er dingen noodzakelijk zijn. er moet Er moet een eerste, uit zichzelf, noodzakelijk ding of wezen zijn en dat is God. d. Het idee van het volmaakte:al het onvolmaakte is een afsplitsing van het volmaakte, het oneindige. Er moet ‘iets’ perfects wezen en dat kan alleen God zijn. e. Teleologisch godsbewijs: (teleos=doel) Alle dingen dienen een bepaald doel. Wie heeft dat doel gesteld en bedacht? Dat moet God zijn. 5. Inhoud artikel 1 van de Nederlandse Geloofs Belijdenis (NGB): Wij geloven dat er één God is, een geheel enig en éénvoudig geestelijk wezen. x. eeuwig x. ondoorgrondbaar x. onzienlijk x. onveranderlijk x. oneindig x. almachtig x. volkomen wijs x. rechtvaardig en goed 6. Artikel 1 is geschreven door een gelovig iemand omdat er staat: Wij geloven en wij belijden. 7. Genoemde eigenschappen van God in artikel 1: - eeuwig - geestelijk - wezen - eenvoudig - ondoorgrondelijk - onzienlijk - onveranderlijk - oneindig -almachtig - volkomen wijs - rechtvaardig - Goed en een zeer overvloedige bron van al het goede Hoofdstuk 2. 1. De waarde van godsbewijzen is je kunt het gebruiken in evangelisatiecontacten en voor jezelf kan het bestaan van God daardoor bevestigd worden. De waarde is dat je veel argumenten hebt voor het bestaan van God. Daarnaast is het ook betrekkelijk, want het zijn geen keiharde bewijzen; ze overtuigen niet: kijk maar er zijn nog steeds mensen die ontkennen of bestrijden dat God bestaat. 2. Geloof wat over het geloof tegen je gezegd word. Een bijbel laat meer zien dan iemand die uit de dood is opgestaan. Laat iedereen horen dat dit de enigste kans is die je hebt gekregen. 3. Door te bidden spreek jij persoonlijk met God, alleen God praat niet terug. Als je in de bijbel leest praat God persoonlijk tegen jou. 4. Vijf punten die belangrijk zijn voor een persoonlijke relatie met God: a. naar de eredienst gaan, dit traint het geloof b. je moet geloven, maar geloof niet als doel gebruiken. Het is een middel c. Je aan de lijn van de reeds geopenbaarde woorden blijven houden d. in het duister roepen dat je gelooft e. zingen in een wereld vol pijn omdat je vertrouwt dat hij het goed zal maken 5. Vier mogelijke storingen in de persoonlijke relatie met God: a. Onze geest is niet voldoende gereinigd en voorbereid op het gaan Bijbellezen en bidden. b. We lezen de bijbel vaak met lege ogen: zonder zoekende aandacht voor de gunstgever. c. We geven te weinig aandacht aan de uiterlijke vormen die de eerbied ondersteunen. Bijvoorbeeld: lichaamshouding, kleding, woordkeus. d. Kerken en groepen worden in onze samenleving niet meer belangrijk gevonden. We leven in een tijd van individualisme. 6. Drie verschillende manieren Bijbels spreken over God: a. Als je uitkomt voor je geloof in God moet je dat ten eerste altijd met bescheidenheid doen. b. Ook moet het een echt spreken zijn, dat diep en echt betrokken is op Hem die zichzelf aan ons te kennen heeft gegeven. c. Het vraagt een houding van knielen en amen zeggen, geloven en loven. Als je altijd zo spreek over God moet je dat ook luisterend en lerend doen. Hoofdstuk 3. 1. 2 manieren om God te leren kennen: a. Door de schepping b. Door zijn heilig en goddelijk Woord 2. De bijbel is belangrijk voor het kennen van God want, als je de bijbel vanuit een ander perspectief leest is het volgens Nico ter Linden wel waar maar niet echt gebeurd. Wij geloven dat al deze gebeurtenissen door God uitgevoerd zijn. Hierdoor leren wij God kennen. 3. De bijbel bekijken van verschillende kanten (RKK en Wederdopers van de 16e eeuw): a. De Rooms Katholieke Kerk: - De bijbel is van zichzelf onduidelijk en ongevoelig - Wij kennen God door de kerk ~ Pauselijk leergezag ~ Traditie ~Aprocriefe boeken b. Karl Barth: - God is heilig en hoog verheven - God is niet gebonden aan mensen, of aan een tekst (Bijbel) - De bijbel is dus Gods woord, en kan het ook voor jou worden. c. Nico ter Linden: - De bijbel is wel waar, maar niet echt gebeurd. Denk aan een bliksem inslag. God zegt zelf vaak in de bijbel dat het Zijn woord is. d. H. M. Kuitert: - De bijbel gevat verschillende godsbeelden. ~Beelden van God: _ Gods woord is betrouwbaar _ God maakt zich in de bijbel bekend als één en dezelfde. e Wederdoperij in de 16 eeuw: a. De openbaring door Gods geest is belangrijker dan de bijbel. Reactie: b. ‘BIJ-bel’ ‘is van papier’ De H.G. werkt in en door de bijbel Bijbel staat boven onze persoonlijke ingevingen. 4. Zie lesdoel 3. 5. God leer je ten eerste kennen door de schepping, de hele wereld is voor God al voldoende om de mensen te overtuigen dat hij bestaat. Ten tweede leren wij God kennen door zijn Woord. Hierin maakt Hij Zichzelf nog duidelijker en voorkomender aan ons bekend. 6. God kan je leren kennen zonder Bijbel door: a. zijn werken. b. zijn eeuwige kracht. c. zijn eeuwige goddelijkheid. d. de schepping zelf. Hoofdstuk 4. 1. `de Heilige Geest gaat uit van de vader, en van de zoon´ ( 3 eenheid) 2. Alinea 1 Artikel 8 NGB Filioque God is een geheel enig wezen, waarin drie Personen 1054 -> Grote schisma zijn, namelijk de Vader de Zoon en de Heilige Geest. De Vader is de oorzaak, de oorsprong en het begin van alle zichtbare dingen. West. kerk Oost. kerk De Zoon is het Woord, de wijsheid en het beeld van de Vader. Rome Constantinopel De Heilige Geest is de eeuwige kracht en macht, die Gaat alleen uit uitgaat van de Vader en van de Zoon. van de vader, Filioque Alinea 2 Artikel 8 NGB niet van de zoon Hieruit volgt niet dat God in drieën gedeeld is. De Bijbel leert ons dat de drie gedaantes wel hun eigen zelfstandigheid hebben, onderscheiden door haar eigenschappen, maar toch zo, dat deze drie Personen slechts één God zijn. Alinea 3 Artikel 8 NGB De Vader heeft ons vlees en bloed niet aangenomen en ook de Heilige Geest niet, alleen de Zoon. Alle drie zijn nooit zonder elkaar. Ze zijn alle drie even eeuwig in eenzelfde wezen. 3. 2 voorbeelden van schriftbewijs volgens Artikel 9 van de NGB: a. Genesis 1 vers 26-27 zegt: Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, enzovoort. En God schiep de mens naar zijn beeld, man en vrouw schip Hij hen. b. Jezus heeft voor de doop van alle gelovigen deze formule gegeven: doopt al de volken in de naam van de Vader en van de Zoon en van de HG. 4. Zie lesdoel 1 5. De 3-eenige God is onze redder. In de bijbel staat dat de H.G. uitgaat van de Vader en de Zoon, als je dit ontkent komt de bijbel op een lagere plek te staan. Je gelooft niet dat de H.G. ook van de Zoon uitgaat. Russisch Orthodoxe kerk Gereformeer X – sfeer X – veel rituelen X – ikonen X – ikonostase X – heel weinig bijbels X – Sola scriptura X – Bijbel centraal X – Kansel, preek 6. Gevolgen van het ontkennen van het filioque in de Oosterse Orthodoxe kerk: Hoofdstuk 5. 1. 4 voorbeelden waaruit blijkt dat het scheiden van het werk van de Zoon van het werk van de Heilige Geest ook in Nederland dreigt en welke gevolgen dit kan hebben voor het geloof van een christen: a. Oosterse Orthodoxe kerk: sfeer en iconen in plaats van de bijbel. b. Bevindelijk gereformeerde kerken: Woord // Geest -- Bijbel // ervaring van wedergeboorte Door tekst B. H.G. onzekerheid Christus c. Pinkstergemeente: Woord // Geest – Bijbel // ervaring van wedergeboorte d. Deïsme: klokkenmakers geloof. God is een hoog verheven opperwezen Niet actief, de mens redt zichzelf. 2. Oosterse Orthodoxe kerk: hier is de sfeer en zijn de iconen belangrijker dan de Bijbel. Bevindelijk gereformeerde kerken: De heilige geest staat boven de bijbel, de Bijbel werkt door de Geest. Pinkstergemeente: Het gevoel van de Geest en de ervaring van de wedergeboorte staat boven het woord, en dus de bijbel. 3. Wat leerde Arius over Jezus? Arius (rond 300) ontkende de godheid van Jezus, noemde Hem het eerste en hoogste schepsel 4. Hoe is op het concilie van Nicea (325) gesproken over de Here Jezus? Er is een geloofsbelijdenis aangenomen waarin staat dat De Zoon niet geschapen door de Vader is, maar geboren uit de Vader is. Voor alle eeuwen (een van wezen met de Vader ‘homo-ousios’). Ook is Arius op dit concilie veroordeeld. 5………………………………………………. 6. Informatie uit de oude kerkgeschiedenis over kerkvergaderingen: Concilie van Efeze (431): Nestorius veroordeeld: Christus is één persoon met een goddelijke en menselijke natuur. Eutyches: Christus goddelijke natuur overheerst zo de menselijke, dat Christus in bijna niets op een mens lijkt. Concilie van Chalcedon (451): Christus: twee naturen, in één persoon. Die goddelijke en menselijke natuur zijn: _ Ongemengd en onveranderd (tegen Eutychus) _ Ongedeeld en ongescheiden (tegen Nestorius) 7. Hoe wordt er in de algemene belijdenisgeschriften gesproken over de drie-eenheid van God? God is één eeuwige die bestaat uit de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De drie-eenheid staat is het centrum van de Bijbel. 8. Inhoud Artikel 10 en 11 van de NGB Artikel 10: God is niet gemaakt of geschapen – want dan zou Hij een schepsel zijn – maar één van wezen met de Vader, mede-eeuwig, Hem in alles gelijk. Artikel 11: De Heilige Geest gaat uit van de eeuwigheid van de Vader en de Zoon. Hij is niet gemaakt of geschapen en ook niet voortgebracht; wij kunnen alleen maar zeggen: Hij gaat van beiden uit. Hoofdstuk 6. 1. Argumenten van Jehovah’s getuigen tegen de leer van Gods drie-eenheid: a. De termen: *drie-eenheid, 8 het Goddelijke wezen en * de drie personen komen niet in de Bijbel voor b. Het gaat tegen je verstand in: 1 is geen 3 c. In de oudste kerkgeschiedenis wordt de drie-eenheid niet geleerd. d. De christelijke kerk heeft het overgenomen van de heidense godsdiensten in de 4e eeuw toen het de staatskerk werd. e. Dat Jezus God wordt genoemd, dat zegt niets. f. Deuteronomium 6:4 (het sjema van het Oude Testament) zegt duidelijk dat er één God is. g. Uit het Nieuwe Testament blijkt duidelijk dat Jezus mens is. h. De woorden: Vader en Zoon en eerstgeborene De Vader kan geen Zoon zijn en een Zoon kan geen Vader zijn. 2. Aantoning vanuit de Bijbel dat de Here Jezus zowel volkomen God als volkomen mens is: a. Verstand is ondergeschikt aan openbaring b. Goddelijke namen: _ eerstgeborene Die alles van de vader erft _ Jezus Jahweh is heil (geluk) x. niet zelf gekozen (door de engel gegeven) x. hij maakt zijn naam waar _ Here = kurios x. speciaal voor de keizer x. sptuaginta veraald JHWH als kurios _ Immanuel = God zij met ons. Openbaring 1: Alfa en Omega, almachtige c. Goddelijke eer (hij wordt aanbeden) d. Goddelijke werken: schepping, oordelen, koning der koningen (dingen die alleen God kan) 3. Waarom is het ontkennen van de Godheid van Jezus zo erg? a. onze verlossing staat op het spel. _ denk aan de naam Jezus (alleen JHWH kan redden) _ denk aan het hele Oude Testament (mensen brengen geen heil) b. we leren God kennen door Jezus: informatie uit de eerste hand? Als Jezus geen God is wordt dat anders. 4.Den Heyer beweert dat Jezus niet was zoals hij door de evangelist Johannes was getekend. Hij zegt dat Jezus een mens met bijzondere gaven was. Een genezer en een exorcist. Een verkondiger van de spoedige komst van het Koninkrijk van God. Lesdoel 5 had ik niet.