Verslag kippenvleugel practicum Inez Hakkeling G1a Inleiding Wij hebben voor biologie een kippenvleugeltje ontleed, daarbij gingen we onderzoeken: Waarmee spieren aan het skelet vastzitten. Welke spieren er voor zorgen dat je arm kan buigen en strekken en aan welke botten deze vastzitten. Hoe spieren genoemd worden die een tegenovergestelde beweging maken. Welk type gewrichten het ellebooggewricht en het schoudergewricht zijn. In dit verslag heb ik alle waarnemingen en tekeningen die ik heb gemaakt verwerkt. Alle waarnemingen en tekeningen die gemaakt zijn tijdens het practicum. 1. Nadat we het vel van de kippenvleugel af hadden gehaald zagen we veel spieren en hier en daar een stukje bot. 2. Het ellebooggewricht is een scharniergewricht. 3. Figuur 1 is een schematische tekening van het bovenaanzicht na ontdoen van de huid. Figuur 1 4. 5. 6. 7. De spieren zitten met pezen vast aan het bot. Het lijkt alsof het bloedvat op de spier geplakt is. De spier zit met behulp van pezen vastgegroeid aan het bot. De antagonisten van de bovenarm: De Biceps, die zit vast aan het sleutelbeen en aan het spaakbeen. De Triceps, die zit vast aan de ellepijp en aan het schouderblad. 8. Door de kraakbeenlaagjes en het gewrichtsmeer schuiven de botten in het gewricht soepel langs elkaar. In figuur 2 zie je de binnenkant van het ellebooggewricht. Figuur 2 9. Figuur 3 is een schematische tekening van de binnenkant van het bot. Figuur 3 Resultaten (antwoorden van vragen in inleiding) De spieren zitten vast aan de botten met pezen. De biceps en de triceps. De biceps is ontspannen wanneer je je arm strekt. De triceps is ontspannen wanneer je je arm buigt. Antagonisten. De buigspier zit vast aan het sleutelbeen en aan het spaakbeen. De trekspier zit vast aan de ellepijp en aan het schouderblad. Het ellebooggewricht is een scharniergewricht. Het schoudergewricht is een kogelgewricht Nabespreking Er zitten biceps, triceps en onderarmspieren in een kippenvleugeltje. De biceps zit vast aan het sleutelbeen en aan het spaakbeen. De triceps zit vast aan de ellepijp en aan het schouderblad. De onderarmspieren zitten vast aan de handbeenderen en aan het opperarmbeen. De spieren zitten met pezen vast aan de botten. Figuur 4 De biceps zit boven het opperarmbeen. De triceps zit onder het opperarmbeen. Zie figuur 4. Aan de buitenkant van het bot heb je botvlies, helemaal in de binnenkant heb je beenmerg, om het beenmerg heb je sponsachtig/zacht bot en daar omheen heb je hard bot. Verder lopen er nog zenuwen en bloedvaten door het harde bot heen. Zie figuur 5. Om het gewrichtskapsel zitten de gewrichtsbanden De gewrichtskogel zit in de gewrichtskom en het gewrichtsmeer en het kraakbeenlaagje zijn er om het gewricht soepel te laten bewegen. Figuur 5