Boeddha Ratnasambhava De dhyana-boeddha’s staan voor de onveranderlijke eigenschappen in de Boeddha en als zodanig zijn zij een spiegel voor de eigenschappen, de skandha’s, in de mens. Boeddha ontdekte 2500 jaar geleden dat de geest helder licht is. De geest is niet geboren en kan niet sterven. Ook al ontstaan lichamen, gedachten en gevoelens, die vervolgens veranderen en verdwijnen, de geest zelf is onveranderlijk en niet te beschadigen. Maar hoe is dit alles als een geheel te ervaren? Door nu gebruik te maken van de dhyana-boeddha’s spiegelen we ons geestelijk aan de verlichte eigenschappen van de Boeddha. In de ervaring van de energie van deze transcendente Boeddha’s is de weg verborgen die men loopt in de spirituele ontwikkeling. Als mens vertrouwen we wellicht op het voorbeeld en het wezen van de Boeddha; door dat vertrouwen is hij als een spiegel voor ons. De dhyana-boeddha kan als beeld dienen voor de innerlijke bespiegeling tot aan de verlichting. Het mededogen, de onbevreesdheid, het stralende en krachtige, het inzicht dat er uit de dhyana-boeddha’s spreekt, kan een ieder die zich wezenlijk wil ontwikkelen horen, voelen en ervaren. Die enorme groei is mogelijk als er de openheid is voor die liefde en kracht en de identificatie met de energie, het inzicht en de kracht van de dhyana-boeddha’s wordt ervaren als het ontwikkelen van de eigen geest. 1 Boeddha Ratnasambhava is een van de vijf dhyana-boeddha’s. Deze Boeddha’s van wijsheid, ook wel de overwinnaars genoemd, hebben de onwetendheid overwonnen waardoor zij de werkelijkheid, de relatieve en de absolute, in een moment kunnen doorschouwen. Het zijn vijf spirituele koningen, ieder met zijn eigen koninkrijk waarin de dharma wordt onderwezen, niet in woorden maar in energieën: door Licht. Het maken van dit onderscheid, vijf verschillende Boeddha’s in vijf verschillende rijken en vijf verschillende energieën is bedacht voor de mens en dient hem slechts als wegwijzer voor zijn bewustzijn. Door zijn geconditioneerde geest is hij namelijk niet in staat om multidimensionaal te denken, laat staan te ervaren. De vijf dhyanaboeddha's vertegenwoordigen het ‘Absolute'. Elk van hen staat aan het hoofd van een 'familie' met verschillende Boeddhavormen. Denk bijvoorbeeld aan de toornige Boeddha’s, aan de Bodhisattva’s etc. Deze energieën dienen door de mediterende onderzocht en gekend te worden om ooit de Boeddha-energie te kunnen ervaren en doorgronden. De familie vormt dan het spirituele lichaam van de mediterende, het is gelijk de creatie van een mandala tijdens het nemen van toevlucht. De vijf soorten van energie die worden beschouwd als de meest schadelijke uitingen van de vijf skandha's, zoals woede, trots, begeerte, afgunst en geestelijke blindheid, worden met de vijf dhyana-boeddha’s en met de vijf initiatiefamilies die daarmee corresponderen, de vajra, ratna, padma, karma en de Tathagata, geassocieerd. Als we de mandala nu bekijken dan valt ons op dat het rijk van de Tathagatafamilie in het midden van de mandala ligt. Daar omheen bevinden zich in het oosten het rijk van de Vajrafamilie, in het zuiden de Ratnafamilie, in het westen de Padmafamilie en in het noorden de Karmafamilie. In de boeddhistische traditie is Boeddha Ratnasambhava buiten de mandala van de vijf dhyana-boeddha’s nauwelijks bekend. Terwijl Boeddha Amitabha en Vairochana veel bekendheid genieten en er vele sadhana’s aan hen gewijd zijn moet Boeddha Ratnasambhava nog helemaal ontdekt worden. Hij wordt geassocieerd met rijkdom en voorspoed en zijn symbool is het juweel dat alle wensen in vervulling doet gaan. Hij is het hoofd van de Ratna- of Juweelfamilie. Met zijn gebaar van het ultieme geven (de varada mudra: de handpalm naar buiten gekeerd), overspoelt hij de wereld 2 met kostbaarheden. Voor mensen wier leven slechts consumptief en materialistisch is, toont hij op vriendelijke wijze de weg naar de innerlijke rijkdom middels de dharma. De troon van Boeddha Ratnasambhava wordt gedragen door vier paarden. Deze paarden dragen ieder Drie Juwelen op hun rug. Dat wil zeggen dat ze de energieën van de skandha’s gezuiverd hebben en dat zij in staat zijn de Boeddha, de Dharma en de Sangha te dragen. De paarden hebben als het ware vleugels gekregen, wat betekent dat de geest zijn skandha’s bevrijd heeft van de vijf meest schadelijke energieën zoals woede, trots, begeerte, afgunst en geestelijke blindheid. Het paard vertegenwoordigt in eerste instantie de geconditioneerde geest van de mens, die volledig gebonden is aan de vier skandha's van vorm, gevoel, waarneming en motivatie. De vijfde skandha, het bewustzijn, wordt door Boeddha Ratnasambhava vertegenwoordigd. Door te mediteren wordt het paard, dat eigenlijk onze geconditioneerde geest is, steeds vrijer en uiteindelijk draagt het paard het bewustzijn, het individuele bewustzijn dat tot de drie juwelen wordt getransformeerd. Boeddha Ratnasambhava zit in de varada mudra, waarbij hij in zijn linkerhand, die in zijn schoot rust met de handpalm naar boven gekeerd, een prachtig juweel houdt. De Drie Juwelen: het goudgele boeddha-juweel, het diepblauwe dharma-juweel en de robijnrode sangha-juweel. Zijn rechterhand bevindt zich op zijn rechterknie, met de handpalm naar buiten gekeerd. Zijn vrijgevigheid is eindeloos. Ben je eenmaal verbonden met deze overdadige energie dan krijg je onherroepelijk een overstromend gevoel van blijdschap over je heen en je voelt dat zich de creativiteit , wijsheid en liefde in je vergroten. Het is niet zo moeilijk om de drie kwaliteiten van deze drie juwelen te waarderen maar om deze kwaliteiten werkelijk te ervaren moeten we diep in onszelf de overtuiging hebben dat we te transformeren zijn; want anders blijft het nemen van toevlucht slechts een spelletje. We bewonderen de drie juwelen dan als iets wat helemaal buiten onszelf staat. Deze onjuiste gedachte zorgt ervoor dat we onszelf wijsmaken dat we werkelijk al wat lichter en stralender geworden zijn, terwijl er in werkelijkheid weinig of niets gebeurt. 3 Wat betekent eigenlijk toevlucht nemen tot de Boeddha? Toevlucht nemen tot de Boeddha betekent dat we onze toevlucht zoeken tot zijn visie, tot zijn juweel dat zich manifesteert in zijn levens- en geesteshouding. Het juweel van de Boeddha staat dus voor de boeddhanatuur en de glans ervan appelleert aan ons diepe verlangen om steeds meer vanuit onze boeddhanatuur te gaan leven. Dat is waar we onze toevlucht toe nemen; dat is waarmee we ons verbinden wanneer we besluiten daadwerkelijk het pad van de Boeddha te volgen. Het is een kwestie van inzet, van toewijding; we kunnen ons net als de Siddhartha bevrijden van levensangst, we kunnen ons bevrijden van terughouding en van de neiging het leven te wantrouwen. In het rijk waar Ratnasambhava woont, genoemd de Glorieuze, kunnen de inwoners putten uit een eindeloze spirituele rijkdom. De woongemeenschappen zijn volmaakte gelijkwaardige gemeenschappen daar alle denkbare onderscheid gesmolten is door het gouden licht van de Boeddha. De inwoners zijn zich niet bewust van enig egoïsme met de daaruit voortkomende begeerte en haat. Ze zijn speels en behept met de voortdurende spontaniteit van een Bodhisattva. Zowel artistiek als spiritueel zijn ze creatief daar ze hun omgeving en hun geest voortdurend veranderen in verfijndere vormen. Om het zuivere land te betreden moet je eerst in de spiegel van Akshobya kijken en zien dat alle levens een weerspiegeling van je eigen leven vertegenwoordigen Dit is de weerspiegelende wijsheid. Dan zul je niet meer dralen om je eigen grenzen los te laten, ook al zou alles verdwijnen. Dan kom je aan bij Boeddha Ratnasambhava en je ontdekt dat alle levens in de kern gelijk zijn. Je schenkt jezelf volkomen. En dan zul je tot je verbazing merken dat je heel de wereld hebt gekregen. Je hebt de onuitputtelijke schatten van Ratnasambhava ontvangen. Dan pas begrijp je wat Boeddha bedoelde met zijn uitspraak: “Er is geen ik , er is geen ander”. Door de denkbeeldige wijze waarop Boeddha Ratnasambhava ontdekt kan worden zouden we al een idee kunnen krijgen, welke specifieke wijsheid hij 4 vertegenwoordigt. Hij transformeert namelijk onze trots in de wijsheid van gelijkheid. Zijn wijsheid brengt alle voorkomende facetten van een ervaring aan het licht, waardoor men alle aspecten van leven, in al zijn ontelbare vormen, als een kenmerk van shunyata beschouwt, namelijk: niets existeert op zichzelf en daarin zijn alle fenomenen gelijk. Boeddha Ratnasambhava wordt speciaal geassocieerd met het rijk van de mensen en is verbonden met het aarde element, daar aarde de grootste gelijkmaker is. Welke sociale positie we ook hebben, welke sekse en welke vorm we hier ook hebben, iedereen is gemaakt uit dezelfde klei. Zo schijnt het licht van de Boeddha tegelijkertijd zowel op het paleis als ook op de mesthoop. Door ons te verbinden met zijn wijsheid ontwikkelen we een saamhorigheidsgevoel met alle vormen van leven. De kwaliteiten van Ratnasambhava zorgen ervoor dat vele vormen van trots getransformeerd worden en datgene gehandhaafd blijft, wat in ieder leven gemeenschappelijk aanwezig is. De wijsheid van gelijkheid leidt tot gelijkmoedigheid. We worden als de aarde: we ondergaan alles in gelijke gemoedsrust. Om dit te kunnen ervaren moeten we nog één ander aspect van gelijkheid belichten, namelijk de overeenkomst tussen onszelf en de ander. De wijsheid van gelijkheid is niet een intellectueel rechtvaardige gelijkheid. Om dit te kunnen ervaren en uiteindelijk te kunnen bewerkstelligen is een sterk invoelend vermogen nodig met alles wat leeft. Door het gouden licht van Ratnasambhava worden de grenzen van een ‘zelf’ en een ‘ander’ opgelost. Door op Ratnasambhava te mediteren zal men vooral spirituele rijkdom krijgen. Hij is zeer vrijgevig voor de mediterende. Door in zijn stralend gouden figuur te verwijlen, met het juweel in de ene hand en de andere hand in de mudra van het geven, ontstaat er ruimte binnenin de mediterende. Concentreert men zich steeds meer op deze Boeddha dan ontstaat er een verandering in de geest. Deze verandering vindt vooral op het subtiele niveau plaats. Een armzalige mentaliteit verandert in een geestesgesteldheid waarin rijkdom heerst, wetend dat alles op de juiste tijd in 5 voldoende mate aanwezig is. Iedere beperkende gedachte stopt. In het Hier en Nu is alles volmaakt. Door de transformatie van de trots stopt het zoeken op de verkeerde plaats om tevreden te zijn. Het zoeken vanuit de armoede van de geest, waardoor we externe bronnen denken nodig te hebben om ons te vervullen, stopt. Ook het knagende gevoel van de tekortkomingen gericht op ‘meer’, zoals het zoeken naar meer zegenende meditaties, een goeroe, die heel populair is en onderwijzingen, die ons sneller naar verlichting brengen, stopt. Door het pad van Ratnasambhava te ontwikkelen voelen we al snel geen materiële gebreken meer en zien we dat het onze eigen geest is die een bron is van eindeloze rijkdom en overvloed. Door het vinden van het zuivere wensvervullend juweel, de ervaring van verlicht mededogen, zullen we totaal vervuld worden. Alles wat we dan nog willen doen is de eindeloze spirituele rijkdom delen met anderen. 6