Weg-Wijs - Plantyn

advertisement
k
ru
fd
Pr
oe
Weg-Wijs
Wat heb ik al ontdekt?
1 Waar komt suiker vandaan? 1
Weg-Wijs
AARDEWERKEN
ru
23°27'
Pr
oe
Keiko Tsuji
(12 jaar, Japan)
fd
Mijn school heeft alle
afdelingen van kleuterafdeling
tot universiteit. In april ga ik naar
het eerste jaar van de middelbare
school. Alle leerlingen dragen
daar een schooluniform. Ik zal
hard studeren, want je moet hoge
cijfers halen om naar de beste
universiteiten te mogen gaan.
k
1 Het aardrijkskundig stappenplan
2 Landschap en kaart
3 Landschappen
4 Schaal en afstanden
5 Afstanden digitaal berekenen
6 Kaarten en atlas
7 Oriënteren
8Situeren
9 Gps en geocaching
0°
Wij zitten met 38 kinderen
van 6 tot 13 jaar samen in een klas.
Onze juf heeft alleen een bord en
krijt. We hebben geen leerboeken.
Iedere leerling moet de juf elke dag
50 kwacha (10 eurocent) betalen.
Mijn vader verdient maar 12 euro
per maand. Als er geen geld meer
over is, kan ik een paar dagen niet
naar school.
Bungu Muthari
(11 jaar, Malawi)
2 To biet or not to biet
23°27'
lcirkel
Zuidpoo
k
ru
fd
Pr
oe
ŸŸ Aardrijkskundige actualiteit kun je aanduiden op de kaart.
ŸŸ Bespreek ze aan de hand van de W-vragen.
KW1
3
Aardewerk 1 Het aardrijkskundig stappenplan
Aardrijkskunde
Een synoniem voor ‘aardrijkskunde’ is geografie. Dat woord is afgeleid van
de Griekse woorden ‘γη’ (uitspraak: gé) en ‘γραφή’ (uitspraak: grafia).
a Wat betekent ‘geografie’ [B1]?
de aarde beschrijven
γη: [gé] aarde, land, grond
περιγραφή: [grafie]
beschrijving
γεωγραφία: [geografia]
aardrijkskunde
1
Grieks-Nederlands woordenboek ~
Daarbij gaat het om alle verschijnselen die zich op aarde voordoen en de
manier waarop ze elkaar beïnvloeden: lucht, water, land, planten, dieren …
De mens speelt daar uiteraard een belangrijke rol in: het milieu beïnvloedt
de mens en de mens beïnvloedt het milieu. In de aardrijkskunde ontmoeten
de natuurwetenschappen de menswetenschappen.
k
Het aardrijkskundig stappenplan
fd
ru
Aardrijkskunde behoort tot de wetenschappen, samen met onder andere
biologie, fysica en chemie. Bij het bestuderen van aardrijkskundige
onderwerpen volg je de wetenschappelijke methode. In de aardrijkskunde
spreek je dan van het aardrijkskundig stappenplan.
Pr
oe
STAP 1: Een aardrijkskundig verschijnsel waarnemen
a Vergelijk de ligging van autowegen in het noorden en het zuiden van
België [A België wegen en autosnelwegen].
b In het noorden zijn er minder X meer wegen dan in het zuiden.
2
Autosnelweg ~
STAP 2: Een onderzoeksvraag opstellen
c Waarom zijn er in het noorden van België minder X meer wegen
dan in het zuiden?
STAP 3: Een hypothese formuleren
Je probeert dus te raden wat de oorzaak is.
dHypothese:
Er wonen meer mensen, er zijn minder bergen, de grond is er beter (landbouw),
er zijn meer fabrieken (werk) …
STAP 4: Informatie verzamelen
e Noteer drie informatiebronnen die je aantreft in dit thema.
foto’s, cijfers (tabellen), kaarten, tekeningen
f Geef nog andere informatiebronnen.
boeken, (internet)filmpjes, websites …
g Welke informatiebronnen heb je nodig om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag?
Houd rekening met je hypothese.
atlaskaarten van de hoogte, het reliëf, de landbouw, de bodem, de industrie, de bevolking
4 Weg-Wijs
STAP 5: Informatie verwerken – waarnemingen doen
h Vul de tabel in.
Noorden van België
Zuiden van België
X minder oneffenheden
meer oneffenheden
minder oneffenheden
X meer oneffenheden
X goed geschikt (landbouw)
minder geschikt (landbouw)
goed geschikt (landbouw)
X minder geschikt (landbouw)
Landbouw [A België]
minder
X meer
X minder
meer
Bevolking [A België]
X dichtbevolkt
dunbevolkt
dichtbevolkt
X dunbevolkt
Industrie [A België]
weinig
X veel
X weinig
veel
Hoogtezones [A België]
Bodem
[A België Pedologie]
STAP 6: Een besluit trekken – de onderzoeksvraag beantwoorden
i Geef antwoord op de onderzoeksvraag ‘Waarom zijn er in het noorden van ons land meer wegen?’.
minder vlak.
X vlakker.
Er wonen
minder mensen.
X meer mensen.
Er zijn
minder fabrieken.
X meer fabrieken.
De bodem is er
X veel beter om aan landbouw te doen.
veel slechter om aan landbouw te doen.
Pr
oe
fd
ru
k
Het noorden is
Daarom zijn er
minder wegen nodig.
X meer wegen nodig.
STAP 7: De hypothese controleren
Je controleert of je hypothese klopt en eventueel waar je fout zat.
Het aardrijkskundig stappenplan bestaat uit zeven stappen:
1 Je neemt een aardrijkskundig verschijnsel waar.
2 Je stelt een onderzoeksvraag op.
3 Je formuleert een hypothese.
4 Je verzamelt informatie.
5 Je verwerkt de informatie en doet waarnemingen.
6 Je trekt een besluit uit de waarnemingen en beantwoordt zo de onderzoeksvraag.
7 Je controleert of je hypothese klopt en eventueel waar je fout zat.
Aardewerk 1 Het aardrijkskundig stappenplan 5
Aardewerk 2 Landschap en kaart
Het deel van het aardoppervlak dat je om je heen kunt waarnemen of bekijken op een foto is een landschap.
Dat is opgebouwd uit een reeks waarneembare landschapselementen (onderdelen van dat landschap) [B1].
a Zet een kruisje in de juiste kolom.
een legende.
een symbool.
Een landschapselement stel je op een kaart voor door
een schaal.
X
De betekenis ervan lees je af van
X
Hoeveel keer de werkelijkheid verkleind is, zie je in
X
ru
k
b Baken het gebied dat je op de rechterfoto ziet [B1] met een kader af op de kaart [B2].
2
Pr
oe
Luchtfoto’s van Damme ~
fd
1
Symbool
Topografische kaart Damme ~
c Vul de tabel aan [B1-2, legende topografische kaart].
Landschapselement
kerk
molen
kanaal
weg
huis
spoorweg (meervoudig)
waterloop
autosnelweg
vijver
ŸŸ Een landschap bestaat uit landschapselementen.
ŸŸ De landschapselementen worden op een kaart voorgesteld door symbolen
ŸŸ De betekenis vind je in de legende
6 Weg-Wijs
Aardewerk 3 Landschappen
Landschap en landschapselementen
a Vul aan.
Welke natuurlijke elementen zie je [B1]?
(ontstaan door de natuur)
Welke menselijke elementen zie je [B2]?
(ontstaan door ingrepen van de mens)
Als die elementen overheersen, spreek je van een:
X natuurlandschap.
cultuurlandschap.
Als die elementen overheersen, spreek je van een:
natuurlandschap.
X cultuurlandschap.
1
Pr
oe
fd
ru
k
2
De schoolomgeving
a Kruis de landschapselementen die je gezien hebt in de schoolomgeving aan.
huizen park rivier wolken garage fabriek plein beek kanaal bos duinen kerk spoor winkel akker
b Welke andere landschapselementen heb je waargenomen?
c Je school ligt in een natuurlandschap. X cultuurlandschap.
ŸŸ Wanneer de natuurlijke landschapselementen overheersen, spreek je van een natuurlandschap.
ŸŸ Wanneer de menselijke landschapselementen overheersen, spreek je van een cultuurlandschap.
Aardewerk 3 Landschappen 7
Soorten cultuurlandschappen
Er zijn verschillende cultuurlandschappen te onderscheiden. Je kijkt dan welke soort menselijke
landschapselementen het meest voorkomen.
Vaak hebben die elementen te maken met het bodemgebruik.
Afhankelijk van de soort menselijke landschapselementen die het meest voorkomen, spreek je van
industrielandschap, landelijk landschap, stedelijk landschap, toeristisch landschap en
havenlandschap.
4
Langemark-­ Poelkapelle ~
ru
3
k
a Vul onder de foto’s de ontbrekende gegevens aan.
Topografische kaart Langemark-­Poelkapelle ~
fd
Welk soort landschap is dit? Landelijk landschap
Geef enkele typische landschapselementen. akkers, weiden, boerderijen, landwegen
Pr
oe
5
Gent ~
6
Topografische kaart Gent ~
Welk soort landschap is dit? Stedelijk landschap
Geef enkele typische landschapselementen. huizen, appartementen, winkels, horeca
8 Weg-Wijs
7
8
Topografische kaart Wilrijk ~
Wilrijk ~
Welk soort landschap is dit? Industrielandschap
Geef enkele typische landschapselementen. fabrieken, verkeerswegen, groenaanplantingen
Antwerpen ~
10
Pr
oe
9
fd
ru
k
Topografische kaart Antwerpen ~
Welk soort landschap is dit? Havenlandschap
Geef enkele typische landschapselementen. kranen, dokken, schepen, containers, verkeerswegen, industrie
11
Blankenberge ~
12
Topografische kaart Blankenberge ~
Welk soort landschap is dit? Toeristisch landschap
Geef enkele typische landschapselementen. strand, zee, hotels, appartementen, casino’s
Aardewerk 3 Landschappen 9
In ons dichtbevolkte land lopen de verschillende landschappen vaak door elkaar. Dan is er niet één soort van
landschapselementen die domineert. Je kunt het landschap dan geen precieze naam geven en zou in zo’n geval
eventueel van een gemengd landschap kunnen spreken.
b Noteer de landschapselementen die je ziet achter de juiste naam [B13-14].
13
14
Topografische kaart Lier ~
Landschapselementen
weiden, akkers, boerderij, bosje
Stedelijke
huizen, school, kerk, straten, plein
Industriële
fabriek
fd
ru
Landelijke
k
Lier ~
Pr
oe
c Kleef hieronder de kaart van jouw schoolomgeving.
Omcirkel landelijke, stedelijke en industriële landschapselementen telkens in een andere kleur.
ŸŸ Afhankelijk van het soort menselijke elementen onderscheid je binnen de cultuurlandschappen industrielandschap, stedelijk landschap, landelijk landschap, toeristisch landschap en havenlandschap.
ŸŸ Soms wordt het landschap niet gedomineerd door één soort van landschapselementen. Je kunt het dan
geen precieze naam geven.
10 Weg-Wijs
Aardewerk 4 Schaal en afstanden
Soorten schalen
De schaal van een kaart geeft aan hoeveel maal de werkelijkheid verkleind werd.
Door middel van de schaal kun je de afstanden op de kaart in werkelijkheid berekenen.
fd
ru
k
a Noteer in het juiste kader: de breukschaal en de lijnschaal [B1].
Pr
oe
3
belangrijk
gebouw
bebouwing
water
park, bomen
0
100
200
300
400
spoorweg
500
1 = Steen
2 = Stadhuis
3 = O.L.V.-kathedraal
4 = Torengebouw
5 = Rubenshuis
6 = Bourlaschouwburg
Schaal 1/10000
600
700
800
900
1000 m
1
Plattegrond Antwerpen centrum ~
De breukschaal
Aan de breukschaal kun je zien hoeveel 1 cm op de kaart (teller) in werkelijkheid (noemer) is.
a Bereken de afstand tussen het Rubenshuis en het Steen [B1].
ŸŸ schaal kaart: 1 /10 000
ŸŸ 1 cm op de kaart is in werkelijkheid: 10 000 cm = 0,1 km
ŸŸ afstand op de kaart: 11,4 cm
ŸŸ afstand in de werkelijkheid: 0,1 km x 0,1 km x 11,4 = 1,14 km
Aardewerk 4 Schaal en afstanden 11
De lijnschaal
De lijnschaal is een lijnstuk waarmee je de afstand tussen twee plaatsen kunt meten.
De cijfers en de eenheid geven aan met welke afstand het lijnstuk in de werkelijkheid overeenstemt.
Je gebruikt de lijnschaal om vlug afstanden in vogelvlucht te meten.
a Meet met de lijnschaal de werkelijke afstand.
Bron
Plaatsen
Werkelijke afstand
B1
Stadhuis – Rubenshuis
950
m
B1
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal – Steen 400
m
A België
Gent-Oostende
22
km
A België
Hasselt- Maastricht
27
km
A Europa
Brussel-Parijs
240
km
A Europa
Londen-Berlijn
900
km
k
Soorten kaarten volgens schaal
ru
Kaarten krijgen een andere naam volgens de gebruikte schaal.
a Vul de juiste naam in. Kies uit: aardrijkskundige kaart – plattegrond – topografische kaart.
B1
plattegrond
B2
topografische kaart
B3
Schaal
Gebruikt door/als
> 1/10 000
architect, gemeentekaart
1/10 000 – 1/100 000
wandelaar, fietser
< 1/100 000
wegenkaart, atlas
fd
Naam
Pr
oe
Kaart
aardrijkskundige kaart
b Hoe kleiner de schaal, hoe X minder meer details [B1-3].
2
3
Leuven ~
Leuven ~
ŸŸ Met de breukschaal en de lijnschaal kun je berekenen en meten hoe groot een afstand op de kaart
in werkelijkheid is.
ŸŸ Volgens de schaal onderscheiden we plattegronden, topografische kaarten en aardrijkskundige kaarten.
ŸŸ Hoe kleiner de schaal, hoe X minder meer details.
12 Weg-Wijs
Aardewerk 5 Afstanden digitaal berekenen
Afstanden berekenen met Google Earth
a Joren Callens is van plan om volgend schooljaar
naar de middenschool Drie Hofsteden in de Hugo
Verriestlaan 155 in 8500 Kortrijk te gaan. Hij woont
vlak bij het station van Lauwe en wil dagelijks naar
Kortrijk sporen. Maar hoe ver ligt de school van het
station in Kortrijk?
Volg het stappenplan dat je van je leerkracht krijgt.
Via de toepassing ‘liniaal’ kun je met Google Earth de
afstand tussen twee punten of de lengte van een traject
meten.
1
Drie Hofsteden in Google Earth ~
k
Afstanden berekenen met Google Maps
ru
Google Maps bestaat uit een verzameling gedetailleerde digitale kaarten van de hele wereld.
fd
a Kruis aan wat we bedoelen met ‘digitaal’.
De gegevens zijn verwerkt in een boek.
X De gegevens zijn opgeslagen in computerbestanden, zogenaamde databestanden.
De gegevens zijn verwerkt in grafieken.
Pr
oe
b Ga naar www.google.be/maps.
Tik het adres van jouw school in.
Je krijgt nu de plaats van jouw school in haar
omgeving te zien. Je kunt ook kiezen om
satellietbeelden te bekijken.
Je kunt Google Maps ook als routeplanner
gebruiken.
2
3
Google zoekschermpje ~
c Klik op ‘Routebeschrijving’ [B4].
Tik in het bovenste zoekschermpje je thuisadres in.
Je ziet de kortste weg tussen je school en je
thuisadres. Standaard is dat een verplaatsing
per auto, maar je kunt ook kiezen voor andere
verplaatsingswijzen.
3
Google routebeschrijving ~
Aardewerk 5 Afstanden digitaal berekenen 13
d Vul de tabel in.
Verplaatsingswijze
Tijd
Afstand
Met de auto
min. km.
Met het openbaar vervoer
min. km.
Te voet
min. km.
Met de fiets
min. km.
5
Google Maps ~
Andere routeplanners
k
Naast Google Maps bestaan er nog andere
routeplanners voor autoreizen. Sommige berekenen
zelfs hoeveel de verplaatsing zal kosten.
fd
ru
a Zoek de gevraagde gegevens voor de reis met een
kleine auto met benzinemotor van je thuisadres
naar Hotel Esmeralda in de Carrer Grau 23 in 17310
Lloret de Mar, Spanje [www.viamichelin.nl].
6
Pr
oe
Lloret de Mar ~
Kosten benzine = + kosten tol = Totale kosten = Tijd = Afstand = Met routeplanners kun je het te volgen traject tussen twee plaatsen vinden.
Je krijgt informatie over de afstand en over de tijd die je nodig hebt.
14 Weg-Wijs
Fietsknooppunten
Een fietsknooppuntennetwerk is een netwerk van
verschillende fietsroutes die via fietsknooppunten
(meestal kruispunten) met elkaar verbonden zijn. Die
knooppunten hebben elk een nummer. Het netwerk is
volledig bewegwijzerd met borden die op ooghoogte
en op vaste afstanden van elke kruising staan [B7].
Met behulp van een kaart van het netwerk kun je zelf
een fietstocht samenstellen door van knooppunt naar
knooppunt een route te plannen [B9].
7
In België bedekt het fietsknooppuntennetwerk nu het
volledige Vlaamse Gewest [B8].
2 750 km
Limburg
2 000 km
Oost-Vlaanderen
3 440 km
Vlaams-Brabant
1 680 km
West-Vlaanderen
2 610 km
Totaal
12 490 km
8
9
Knooppunten rond Veurne ~
Pr
oe
Fietsknooppuntennetwerk ~
k
Antwerpen
ru
Lengte
fd
Provincie
Knooppunt ~
ŸŸ Naast de Vlaamse fietsnetwerken bestaan er ook fietsroutes die doorheen heel Europa lopen.
Zoek op of er zo’n LF-route (Lange Fietsroute) in de buurt van jouw school loopt.
ŸŸ Met de gratis fietsapp ‘Fiets!-app’ kun je routes samenstellen en downloaden met je smartphone of tablet.
Zoek op of er beschikbaar zijn voor jouw regio.
ŸŸ Er bestaan zogenaamde fietssnelwegen of fietsostrades. Zoek op welke in de buurt van de schoolgemeente liggen.
Op internet vind je een aantal websites [www.fietsnet.be]
waarop je een route kunt samenstellen.
Daarna kun je de route afdrukken als een kaart [B10],
een knooppuntenstrook [B11] die je op de
bovenste buis van je fiets kleeft of een
knooppunterblaadje [B11] dat je in een houder, een
‘Knooppunter’, op je fietsstuur plaatst.
a Stippel via een website het knooppuntentraject uit
tussen knooppunt nummer 1 in jouw regio en het
knooppunt het dichtst bij de school.
Hoe lang is het traject? Hoeveel knooppunten heb je nodig? 10
Kaartje met traject rond Veurne ~
11
Knooppunter en knooppuntenstrook }
Met een fietsrouteplanner kun je zelf een fietsroute langs fietsknooppunten samenstellen.
Je krijgt informatie over de afstanden tussen de knooppunten en over de volledige afstand.
Aardewerk 5 Afstanden digitaal berekenen 15
Aardewerk 6 Kaarten en atlas
Gebruik van een atlas
1
2
3
Waar?
Vooraan in de atlas
Waar?
Op het schutblad achteraan
Waar?
Achteraan in de atlas
Gebruik?
Om een kaart van een werelddeel,
land of regio te zoeken
Gebruik?
Blinde kaarten met kaders met
nummers van atlaskaarten
Gebruik?
Om een bepaalde plaats op te
zoeken
Inhoudstabel ~
Register ~
k
Bladwijzer ~
a Zoek op in het register: Samsun.
- Wat staat er achter de plaatsnaam? 74 H3
ru
Opzoeken in een atlas
.
fd
- Het eerste getal verwijst naar de kaart, in dit geval het nummer 74
- Neem die kaart. Tussen de verticale lijnen zie je rode letters staan. Tussen de horizontale lijnen staan rode
Pr
oe
cijfers. Zo krijg je een combinatie van een letter en een cijfer. In het geval van Samsun is dat H3
.
Die combinatie geeft het gebied aan waarin je moet zoeken.
- Lokaliseer nu Samsun: in het noorden van Turkije aan de Zwarte Zee
b Zoek in het register in welke landen de volgende plaatsen liggen.
plaats
Titicacameer
Bikini
kaartnummer
128
136-137
land
plaats
Peru en Bolivia
Dom (berg)
kaartnummer
land
64-65
Zwitserland
108A
Zuid-Afrika
Marshalleilanden Bloemfontein
c Zoek in de inhoudstafel de kaartnummers met de volgende landen, streken of onderwerpen.
plaats
kaartnummer
plaats
kaartnummer
Haven Gent
26C
Indonesië
94
Ijsland
46A
De aarde - El Nino
152
d Zoek bij de bladwijzer het kaartnummer met de volgende landen of streken.
plaats
kaartnummer
plaats
kaartnummer
Grensregio Limburg
29B
Caribisch gebied
124
Noordzee
51
Marokko
112
Met behulp van het register, de inhoudstafel en de bladwijzer kun je in een atlas snel een plaats,
streek of onderwerp vinden.
16 Weg-Wijs
Aardewerk 7 Oriënteren
De windrichtingen
Oriënteren betekent een windrichting zoeken.
a Omcirkel de hoofdwindrichtingen.
noorden, noordwesten, oosten, zuidoosten, zuiden, zuidwesten, westen, noordwesten
Windrichtingen (of windstreken) worden aangeduid op een windroos [B1].
ru
k
b Vervolledig de windroos [B1].
Als je de windroos volgt in de richting van de wijzers
van de klok, helpen de volgende zinnen als geheugensteuntje om de windrichtingen te vinden:
Nooit Opstaan Zonder Wekker
Nooit Oorlog Zonder Wapens
Nooit Overstroming Zonder Water
fd
1
Windroos ~
Pr
oe
c Verbind het oriëntatiemiddel met de windrichting die je ermee kunt vinden.
N
2
Kompas ~
NO
O
5
Poolster ~
ZO
Z
3
Zon 's middags~
6
ZW
Kaart ~
W
NW
4
Uurwerk ~
7
Kerk ~
Aardewerk 7 Oriënteren 17
Oriënteren met een kompas
a Waarnaar wijst het gekleurde gedeelte van een kompasnaald [B2]? naar het noorden
Oriënteren met de zon en het uurwerk
Hoe beweegt de zon gedurende een dag in België [B3]?
noorden
oosten
De zon komt ’s morgens op in het
zuiden
westen
X
Ze staat ’s middags het hoogst in het
X
Ze gaat ’s avonds onder (weg) in het
X
Ze staat nooit in het
X
Hoe bepaal je, met behulp van de zon en een uurwerk met wijzers, een windrichting [B4]?
ru
Oriënteren met de Poolster
k
a De Poolster (Polaris) staat in het verlengde van de aardas [B5]. Om ze te vinden zoek je eerst het sterrenbeeld de
fd
Grote Beer. Als je de afstand tussen de twee aangegeven sterren vijfmaal in de aangeduide richting verlengt, dan
ontdek je de Poolster [B5]. Die richting is het .
noorden
Pr
oe
Oriënteren met een kaart
a Bij de meeste kaarten is de bovenkant het X noorden b Manier 1 om een kaart te oriënteren.
Zoek het X noorden westen oosten zuiden.
Draai de bovenkant van de kaart naar het noorden.
c
westen oosten zuiden [B6].
Manier 2 om een kaart te oriënteren.
Zoek twee opvallende herkenningspunten, bv. een bos en een kerktoren.
Zoek die landschapselementen op de kaart.
Draai de kaart tot de landschapselementen op de kaart in dezelfde richting liggen als in het landschap.
De bovenkant van de kaart wijst nu naar het X noorden westen oosten zuiden.
Oriënteren met religieuze gebouwen
a Bij kerkgebouwen staat het centrale gedeelte, het schip, west-oost georiënteerd. Wanneer je van de ingang naar
het altaar wandelt, ga je naar het [B7].
oosten
ŸŸ
ŸŸ
ŸŸ
ŸŸ
ŸŸ
Oriënteren is een richting zoeken.
De hoofdwindrichtingen: noorden, oosten, zuiden en westen.
De tussenwindrichtingen: noordoosten, zuidoosten, zuidwesten en noordwesten.
Middelen om je te oriënteren: een kompas, de Poolster, de zon, een uurwerk, een religieus gebouw en een kaart.
Een kaart is georiënteerd als je de bovenkant naar jet noorden wijst.
18 Weg-Wijs
Aardewerk 8 Situeren
De juiste ligging van een plaats of een gebied op de kaart of in werkelijkheid vinden, heet lokaliseren of situeren.
a Lokaliseer jezelf in:
de klas: de school: b Lokaliseer of situeer de volgende plaatsen.
Houd rekening met natuurlijke landschapselementen, provinciegrenzen, gewestgrenzen … [A België-Administratief].
- Oostende: aan de Noordzee, in de provincie West-Vlaanderen
- Dendermonde: aan de samenvloeiing van de Dender en de Schelde
- Damme: in de provincie West-Vlaanderen
- Hoge Venen: in de provincie Luik
k
- België in Europa: in het westen van Europa, deel van de Benelux
ru
Je kunt ook de ligging van een plaats geven ten opzichte van een andere plaats [B1].
Pr
oe
fd
c Waar ligt Antwerpen ten opzichte van Brussel?
Trek een denkbeeldige pijl die vertrekt in Brussel en eindigt in Antwerpen.
Kijk dan naar de windrichting waarin de pijl wijst.
Dat is in dit geval naar het X noorden westen oosten zuiden.
Je zegt dan ‘Antwerpen ligt ten X noorden westen oosten zuiden van Brussel’.
Antwerpen
Gent
Hasselt
Brussel
1
Vlaanderen ~
d Waar ligt Brussel ten opzichte van Hasselt? Brussel ligt ten westen
van Hasselt.
e Waar ligt Gent ten opzichte van Antwerpen?
Gent ligt ten zuidwesten van Antwerpen.
f Welke provinciehoofdplaats ligt ten zuidoosten van Brussel?
gewestgrens
Waver
rivier
autosnelweg
stad +100 000 inwoners
stad 100 000 inw.
0
10 20
30 40 50 km
Aardewerk 8 Situeren 19
g Geef de ligging van de volgende plaatsen ten opzichte van je schoolgemeente [A België].
Hoogstraten
Maaseik
Torhout
h Wie zijn onze noorderburen [A Europa]?de Nederlanders
i Wie zijn onze oosterburen [A Europa]? de Duitsers
j In welke richting stroomt de Maas tussen Namen en Hoei [A België]? naar het ONO
k Welke kustgemeente is het zuidelijkst gelegen? De Panne
l Welke provincie grenst in het noorden aan Nederland en in het oosten aan Duitsland? Luik
m Welke provincie ligt ten westen van het Groothertogdom Luxemburg? Luxemburg
n Teken een pijl naar het noorden bij het kaartje dat juist georiënteerd is [B2]. Verklaar je keuze.
C
ru
B
fd
A
k
Bij C staat het noorden van België boven aan de kaart
Pr
oe
2
Kaarten oriënteren ~
o Noteer de afkortingen van de windrichtingen rondom jou [B3].
Let op: je kijkt in de zomer om 14 uur naar de zon.
p Teken vanuit de leerling een pijl die naar het zuiden wijst. De rechthoek stelt de klas voor [B4].
3
Lokaliseren met de zon ~
4
Plattegrond van de klas ~
De juiste ligging van een plaats of een gebied op de kaart of in werkelijkheid vinden, noemen we
lokaliseren of situeren.
20 Weg-Wijs
D
Aardewerk 9 Gps en geocaching
Global positioning system (gps)
Global positioning system (gps) is de commerciële
naam voor een wereldwijd plaatsbepalingssysteem.
Het maakt gebruik van satellieten in een baan om de
aarde. Met de ontvangst van minimaal vier van die
satellietsignalen kan een gps-ontvanger [B1] zijn positie
op aarde bepalen. We gebruiken vooral signalen van
Amerikaanse militaire satellieten. Dat kan soms voor
problemen zorgen. Bij een militair conflict zorgt het
Amerikaanse leger er immers voor dat het systeem
minder nauwkeurig werkt voor andere gebruikers.
1
Fiets- en wandel-gps-ontvanger ~
k
Europa werkt aan een eigen gps-systeem.
Zoek eens op hoe dat heet en hoe ver de
ontwikkeling gevorderd is.
ru
a Wie gebruikt gps-ontvangers om een route te bepalen? automobilisten, fietsers en wandelaars
Met een smartphone kun je je positie bepalen zonder gps-signalen.
fd
b Welke signalen worden dan gebruikt? signalen van de gsm-zendmasten
Pr
oe
Geocaching
Geocaching is een hoogtechnologische schattenjacht.
Het spel bestaat erin een verborgen schat (een
‘geocache’) [B2] terug te vinden aan de hand van
coördinaten van het wereldgradennet. Die zijn door
degenen die de schat verborgen hebben gepubliceerd
op het internet [www.opencaching.com, www.geocaching.be,
www.geocaching.com]. Voorzien van een gps-ontvanger
kunnen de schattenjagers op zoek gaan. Zodra de cache
gevonden is, onthult die haar geheimen en de beloning
is vaak de moeite waard.
2
Geocache ~
a Wat moet een ‘jager’ doen wanneer hij een voorwerp uit de cache meeneemt?
een ander voorwerp in de cache stoppen
b Geef de coördinaten van een geocache in de schoolomgeving [www.opencaching.com].
N = Z = c Geef de betekenis van de symbolen van deze eenheden:
° = ‘= “”= graden
minuten
seconden
Aardewerk 9 Gps en geocaching 21
Het wereldgradennet
Het wereldgradennet bestaat uit een aantal denkbeeldige lijnen die op de aarde zijn getrokken.
Er zijn horizontale en verticale lijnen.
HORIZONTALE LIJNEN
De nullijn voor de horizontale lijnen is de evenaar. Die verdeelt de aarde in twee halfronden: een noordelijk en een
zuidelijk halfrond.
Evenwijdig met de evenaar lopen de andere horizontale lijnen.
Die horizontale lijnen op de kaart zijn op de bolvormige aarde eigenlijk cirkels. Aangezien ze in de breedte lopen,
noem je ze breedtecirkels of parallellen.
Er zijn een aantal bijzondere breedtecirkels: de noordpoolcirkel (NPC), de zuidpoolcirkel (ZPC), de
Kreeftskeerkring (KKK) en de Steenbokskeerkring (SKK).
a Teken die bijzondere breedtecirkels samen met de evenaar in het rood [B3].
ru
k
De afstand tussen de breedtelijnen en de evenaar wordt weergegeven in graden.
Zo kun je de breedteligging van een plaats geven: van 0 tot 90° noorderbreedte (N) en van 0 tot 90°
zuiderbreedte (Z).
b Wat is de breedteligging van plaats A [B3]? Z 30° X N 30° c Wat is de breedteligging van plaats B [B3]? Z 60° N 40°
N 60° X Z 15° N 15°
fd
Z 40° Pr
oe
VERTICALE LIJNEN
De nullijn voor de verticale lijnen is de nulmeridiaan. Die verdeelt de aarde in twee halfronden: een westelijk en een
oostelijk halfrond.
Ten oosten en westen van de nulmeridiaan lopen andere verticale lijnen.
Deze verticale lijnen op de kaart lopen tussen de noord- en zuidpool. Aangezien ze in de lengte lopen
noem je ze lengtelijnen of meridianen.
d Teken de nulmeridiaan in het blauw [B3].
De afstand tussen de lengtelijnen en de nulmeridiaan wordt ook weergegeven in graden.
Zo kun je de lengteligging van een plaats geven: van 0 tot 180° westerlengte (W) en van 0 tot 180°
oosterlengte (O).
e Wat is de lengteligging van plaats A [B3]? X O 30° f Wat is de lengteligging van plaats B [B3]?
22 Weg-Wijs
W 30° O 40° W 40°
O 60° X W 60° O 15° W 15°
STERRENKUNDIGE LIGGING
Wanneer je de breedte- en lengteligging samenvoegt, krijg je de sterrenkundige ligging in het
wereldgradennet.
g Wat is de sterrenkundige ligging van plaats A [B3]? 60° N, 40° O
h Wat is de sterrenkundige ligging van plaats B [B3]? 15° Z, 60° W
i Duid zelf aan met een stip en een letter [B3]:
- plaats C: N 60°, W 120°
- plaats D: N 15°, O 105°
- plaats E: N 30°, O 90°
- plaats F: Z 45°, W 75°
j Welke stad ligt op
- N 60°, O 30° [A Europa]? St.-Petersburg
- N 30°, W 90° [A Noord-Amerika]? New Orleans
k
k Geef de sterrenkundige ligging van je schoolgemeente. fd
ru
Dankzij het wereldgradennet kunnen we de positie van een plaats nauwkeurig weergeven.
Pr
oe
C
E
D
C
3
Wereldgradennet ~
Aardewerk 9 Gps en geocaching 23
Wat heb ik in deze les ontdekt?
natuurlandschap
lijnschaal
Schaal
breukschaal
natuurlijke
Landschapselementen
Landschap
menselijke
verkleinde weergave
cultuurlandschap
Kaart
Symbolen
betekenis: legende
- plattegrond
- topografische kaart
- wegenkaart, atlaskaart, wandkaart, ...
een richting zoeken
= t.o.v. de evenaar
- ten N: noorderbreedte (N)
- ten Z: zuiderbreedte (Z)
= t.o.v. de nulmeridiaan
- ten W: westerlengte (W)
- ten O: oosterlengte (O)
Pr
oe
t.o.v. plaatsen, rivieren e.d.
Wereldgradennet
breedteligging
lengteligging
Wat zijn de nieuwe begrippen en woorden? Vul eventueel zelf aan.
het aardrijkskundig stappenplan
het industrielandschap
de aardrijkskundig verschijnsel
de inhoudstafel
de aardrijkskundige kaart
de Kreeftskeerkring
de bladwijzer
het landelijk landschap
de breedtecirkel
het landschap
de breedteligging
het landschapselement
de breukschaal
de legende
het cultuurlandschap
de lengteligging
de digitale kaart
de lengtelijn
de evenaar
de lijnschaal
het fietsknooppunt
lokaliseren
het fietsknooppuntennetwerk
de meridiaan
het geocaching
het natuurlandschap
de geografie
de nulmeridiaan
het global positioning system (gps) de onderzoeksvraag
het havenlandschap
de noordpoolcirkel
de hypothese
oriënteren
24 Weg-Wijs
de juiste ligging van een plaats of gebied geven
fd
Situeren
tussenwindrichtingen
- NO
- ZO
- ZW
- NW
kompas (N)
zon (Z)
poolster (N)
altaar kerk (N)
kaart richten volgens
landschapselementen
(bovenkant is N)
k
hoofdwindrichtingen
- N
- O
- Z
- W
-
-
-
-
-
ru
Oriënteren
de parallel
de plattegrond
het register
de routeplanner
situeren
het stedelijk landschap
de Steenbokskeerkring
de sterrenkundige ligging
het symbool
het toeristisch landschap
de topografische kaart
vogelvlucht
het wereldgradennet
de zuidpoolcirkel
de windrichting
de windroos
de windstreek
Wat is de samenvatting van deze les?
Het aardrijkskundig stappenplan bestaat uit zeven stappen:
1 Je neemt een aardrijkskundig verschijnsel waar.
2 Je stelt een onderzoeksvraag op.
3 Je formuleert een hypothese.
4 Je verzamelt informatie.
5 Je verwerkt de informatie en doet waarnemingen.
6 Je trekt een besluit uit de waarnemingen en beantwoordt zo de onderzoeksvraag.
7 Je controleert of je hypothese klopt en eventueel waar je fout zat.
Pr
oe
fd
ru
k
Een landschap bestaat uit landschapselementen.
De landschapselementen worden op een kaart voorgesteld door symbolen.
Wat ze betekenen, vind je in de legende.
Wanneer de natuurlijke landschapselementen overheersen, spreek je van een natuurlandschap.
Wanneer de menselijke landschapselementen overheersen, spreek je van een cultuurlandschap.
Soms wordt het landschap niet gedomineerd door één soort van landschapselementen. Je kunt het dan geen
precieze naam geven.
Met de breukschaal en de lijnschaal kun je berekenen en meten hoe groot een afstand op de kaart in
werkelijkheid is.
Volgens de schaal onderscheiden we plattegronden, topografische kaarten en aardrijkskundige
kaarten.
Via de toepassing ‘lineaal’ kun je met Google Earth de afstand tussen twee punten of de lengte van
een traject meten.
Met routeplanners kun je het te volgen traject tussen twee plaatsen vinden. Je krijgt informatie over
afstand en over de tijd die je nodig hebt.
Met behulp van het register, de inhoudstafel en de bladwijzer kun je in een atlas snel een plaats,
streek of onderwerp vinden.
Oriënteren is een richting zoeken.
De hoofdwindrichtingen: noorden, oosten, zuiden en westen. De tussenwindrichtingen: noordoosten,
zuidoosten, zuidwesten en noordwesten.
Middelen om jezelf te oriënteren: een kompas, de Poolster, de zon, een uurwerk, een religieus gebouw en een
kaart.
De juiste ligging van een plaats of een gebied op de kaart of in werkelijkheid vinden, noemen we
lokaliseren of situeren.
Dankzij het wereldgradennet kunnen we de positie van een plaats nauwkeurig weergeven.
Wat heb ik in deze les ontdekt 25
LEREN LEREN
HOUD JE VORDERINGEN BIJ
Geef het bolletje de kleur die volgens jou past bij je eigen kunnen.
Dit lukt nog niet ™ Nog even doorbijten ™ Dit kan ik al goed ™ Super!
™
Aardewerk 2: Ik kan een kaart lezen door symbolen en de legende te gebruiken.
™
Aardewerk 3: Ik kan een landschap herkennen met behulp van landschapselementen.
™
Aardewerk 4: Ik kan mezelf lokaliseren en oriënteren in de klas, op school of op het terrein.
™
Aardewerk 5: Ik kan oriënteringsmiddelen gebruiken.
™
Aardewerk 6: Ik kan met de lijnschaal en de breukschaal afstanden op kaarten omrekenen naar
werkelijke afstanden.
™
Aardewerk 7: Ik kan afstanden bepalen met behulp van digitale kaarten.
™
Aardewerk 8: Ik kan gebieden en plaatsen opzoeken in een atlas en daarbij gebruikmaken van de
inhoud, de bladwijzer en het register.
™
Aardewerk 9: Ik kan een plaats of een gebied lokaliseren of situeren.
™
fd
ru
k
Aardewerk 1: Ik kan werken volgens het aardrijkskundige stappenplan.
Pr
oe
Exit ticket
Welke dingen uit deze module zijn je het meest bijgebleven?
Hoe studeer ik mijn aardrijkskundeles ?
LL2
26 Weg-Wijs
Download