k ru fd Pr oe Weg-Wijs Wat heb ik al ontdekt? 1 Waar komt suiker vandaan? 1 Weg-Wijs AARDEWERKEN ru 23°27' Pr oe Keiko Tsuji (12 jaar, Japan) fd Mijn school heeft alle afdelingen van kleuterafdeling tot universiteit. In april ga ik naar het eerste jaar van de middelbare school. Alle leerlingen dragen daar een schooluniform. Ik zal hard studeren, want je moet hoge cijfers halen om naar de beste universiteiten te mogen gaan. k 1 Het aardrijkskundig stappenplan 2 Landschap en kaart 3 Landschappen 4 Schaal en afstanden 5 Afstanden digitaal berekenen 6 Kaarten en atlas 7 Oriënteren 8Situeren 9 Gps en geocaching 0° Wij zitten met 38 kinderen van 6 tot 13 jaar samen in een klas. Onze juf heeft alleen een bord en krijt. We hebben geen leerboeken. Iedere leerling moet de juf elke dag 50 kwacha (10 eurocent) betalen. Mijn vader verdient maar 12 euro per maand. Als er geen geld meer over is, kan ik een paar dagen niet naar school. Bungu Muthari (11 jaar, Malawi) 2 To biet or not to biet 23°27' lcirkel Zuidpoo k ru fd Pr oe Aardrijkskundige actualiteit kun je aanduiden op de kaart. Bespreek ze aan de hand van de W-vragen. KW1 3 Aardewerk 1 Het aardrijkskundig stappenplan Aardrijkskunde Een synoniem voor ‘aardrijkskunde’ is geografie. Dat woord is afgeleid van de Griekse woorden ‘γη’ (uitspraak: gé) en ‘γραφή’ (uitspraak: grafia). a Wat betekent ‘geografie’ [B1]? de aarde beschrijven γη: [gé] aarde, land, grond περιγραφή: [grafie] beschrijving γεωγραφία: [geografia] aardrijkskunde 1 Grieks-Nederlands woordenboek ~ Daarbij gaat het om alle verschijnselen die zich op aarde voordoen en de manier waarop ze elkaar beïnvloeden: lucht, water, land, planten, dieren … De mens speelt daar uiteraard een belangrijke rol in: het milieu beïnvloedt de mens en de mens beïnvloedt het milieu. In de aardrijkskunde ontmoeten de natuurwetenschappen de menswetenschappen. k Het aardrijkskundig stappenplan fd ru Aardrijkskunde behoort tot de wetenschappen, samen met onder andere biologie, fysica en chemie. Bij het bestuderen van aardrijkskundige onderwerpen volg je de wetenschappelijke methode. In de aardrijkskunde spreek je dan van het aardrijkskundig stappenplan. Pr oe STAP 1: Een aardrijkskundig verschijnsel waarnemen a Vergelijk de ligging van autowegen in het noorden en het zuiden van België [A België wegen en autosnelwegen]. b In het noorden zijn er minder X meer wegen dan in het zuiden. 2 Autosnelweg ~ STAP 2: Een onderzoeksvraag opstellen c Waarom zijn er in het noorden van België minder X meer wegen dan in het zuiden? STAP 3: Een hypothese formuleren Je probeert dus te raden wat de oorzaak is. dHypothese: Er wonen meer mensen, er zijn minder bergen, de grond is er beter (landbouw), er zijn meer fabrieken (werk) … STAP 4: Informatie verzamelen e Noteer drie informatiebronnen die je aantreft in dit thema. foto’s, cijfers (tabellen), kaarten, tekeningen f Geef nog andere informatiebronnen. boeken, (internet)filmpjes, websites … g Welke informatiebronnen heb je nodig om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag? Houd rekening met je hypothese. atlaskaarten van de hoogte, het reliëf, de landbouw, de bodem, de industrie, de bevolking 4 Weg-Wijs STAP 5: Informatie verwerken – waarnemingen doen h Vul de tabel in. Noorden van België Zuiden van België X minder oneffenheden meer oneffenheden minder oneffenheden X meer oneffenheden X goed geschikt (landbouw) minder geschikt (landbouw) goed geschikt (landbouw) X minder geschikt (landbouw) Landbouw [A België] minder X meer X minder meer Bevolking [A België] X dichtbevolkt dunbevolkt dichtbevolkt X dunbevolkt Industrie [A België] weinig X veel X weinig veel Hoogtezones [A België] Bodem [A België Pedologie] STAP 6: Een besluit trekken – de onderzoeksvraag beantwoorden i Geef antwoord op de onderzoeksvraag ‘Waarom zijn er in het noorden van ons land meer wegen?’. minder vlak. X vlakker. Er wonen minder mensen. X meer mensen. Er zijn minder fabrieken. X meer fabrieken. De bodem is er X veel beter om aan landbouw te doen. veel slechter om aan landbouw te doen. Pr oe fd ru k Het noorden is Daarom zijn er minder wegen nodig. X meer wegen nodig. STAP 7: De hypothese controleren Je controleert of je hypothese klopt en eventueel waar je fout zat. Het aardrijkskundig stappenplan bestaat uit zeven stappen: 1 Je neemt een aardrijkskundig verschijnsel waar. 2 Je stelt een onderzoeksvraag op. 3 Je formuleert een hypothese. 4 Je verzamelt informatie. 5 Je verwerkt de informatie en doet waarnemingen. 6 Je trekt een besluit uit de waarnemingen en beantwoordt zo de onderzoeksvraag. 7 Je controleert of je hypothese klopt en eventueel waar je fout zat. Aardewerk 1 Het aardrijkskundig stappenplan 5 Aardewerk 2 Landschap en kaart Het deel van het aardoppervlak dat je om je heen kunt waarnemen of bekijken op een foto is een landschap. Dat is opgebouwd uit een reeks waarneembare landschapselementen (onderdelen van dat landschap) [B1]. a Zet een kruisje in de juiste kolom. een legende. een symbool. Een landschapselement stel je op een kaart voor door een schaal. X De betekenis ervan lees je af van X Hoeveel keer de werkelijkheid verkleind is, zie je in X ru k b Baken het gebied dat je op de rechterfoto ziet [B1] met een kader af op de kaart [B2]. 2 Pr oe Luchtfoto’s van Damme ~ fd 1 Symbool Topografische kaart Damme ~ c Vul de tabel aan [B1-2, legende topografische kaart]. Landschapselement kerk molen kanaal weg huis spoorweg (meervoudig) waterloop autosnelweg vijver Een landschap bestaat uit landschapselementen. De landschapselementen worden op een kaart voorgesteld door symbolen De betekenis vind je in de legende 6 Weg-Wijs Aardewerk 3 Landschappen Landschap en landschapselementen a Vul aan. Welke natuurlijke elementen zie je [B1]? (ontstaan door de natuur) Welke menselijke elementen zie je [B2]? (ontstaan door ingrepen van de mens) Als die elementen overheersen, spreek je van een: X natuurlandschap. cultuurlandschap. Als die elementen overheersen, spreek je van een: natuurlandschap. X cultuurlandschap. 1 Pr oe fd ru k 2 De schoolomgeving a Kruis de landschapselementen die je gezien hebt in de schoolomgeving aan. huizen park rivier wolken garage fabriek plein beek kanaal bos duinen kerk spoor winkel akker b Welke andere landschapselementen heb je waargenomen? c Je school ligt in een natuurlandschap. X cultuurlandschap. Wanneer de natuurlijke landschapselementen overheersen, spreek je van een natuurlandschap. Wanneer de menselijke landschapselementen overheersen, spreek je van een cultuurlandschap. Aardewerk 3 Landschappen 7 Soorten cultuurlandschappen Er zijn verschillende cultuurlandschappen te onderscheiden. Je kijkt dan welke soort menselijke landschapselementen het meest voorkomen. Vaak hebben die elementen te maken met het bodemgebruik. Afhankelijk van de soort menselijke landschapselementen die het meest voorkomen, spreek je van industrielandschap, landelijk landschap, stedelijk landschap, toeristisch landschap en havenlandschap. 4 Langemark-­ Poelkapelle ~ ru 3 k a Vul onder de foto’s de ontbrekende gegevens aan. Topografische kaart Langemark-­Poelkapelle ~ fd Welk soort landschap is dit? Landelijk landschap Geef enkele typische landschapselementen. akkers, weiden, boerderijen, landwegen Pr oe 5 Gent ~ 6 Topografische kaart Gent ~ Welk soort landschap is dit? Stedelijk landschap Geef enkele typische landschapselementen. huizen, appartementen, winkels, horeca 8 Weg-Wijs 7 8 Topografische kaart Wilrijk ~ Wilrijk ~ Welk soort landschap is dit? Industrielandschap Geef enkele typische landschapselementen. fabrieken, verkeerswegen, groenaanplantingen Antwerpen ~ 10 Pr oe 9 fd ru k Topografische kaart Antwerpen ~ Welk soort landschap is dit? Havenlandschap Geef enkele typische landschapselementen. kranen, dokken, schepen, containers, verkeerswegen, industrie 11 Blankenberge ~ 12 Topografische kaart Blankenberge ~ Welk soort landschap is dit? Toeristisch landschap Geef enkele typische landschapselementen. strand, zee, hotels, appartementen, casino’s Aardewerk 3 Landschappen 9 In ons dichtbevolkte land lopen de verschillende landschappen vaak door elkaar. Dan is er niet één soort van landschapselementen die domineert. Je kunt het landschap dan geen precieze naam geven en zou in zo’n geval eventueel van een gemengd landschap kunnen spreken. b Noteer de landschapselementen die je ziet achter de juiste naam [B13-14]. 13 14 Topografische kaart Lier ~ Landschapselementen weiden, akkers, boerderij, bosje Stedelijke huizen, school, kerk, straten, plein Industriële fabriek fd ru Landelijke k Lier ~ Pr oe c Kleef hieronder de kaart van jouw schoolomgeving. Omcirkel landelijke, stedelijke en industriële landschapselementen telkens in een andere kleur. Afhankelijk van het soort menselijke elementen onderscheid je binnen de cultuurlandschappen industrielandschap, stedelijk landschap, landelijk landschap, toeristisch landschap en havenlandschap. Soms wordt het landschap niet gedomineerd door één soort van landschapselementen. Je kunt het dan geen precieze naam geven. 10 Weg-Wijs Aardewerk 4 Schaal en afstanden Soorten schalen De schaal van een kaart geeft aan hoeveel maal de werkelijkheid verkleind werd. Door middel van de schaal kun je de afstanden op de kaart in werkelijkheid berekenen. fd ru k a Noteer in het juiste kader: de breukschaal en de lijnschaal [B1]. Pr oe 3 belangrijk gebouw bebouwing water park, bomen 0 100 200 300 400 spoorweg 500 1 = Steen 2 = Stadhuis 3 = O.L.V.-kathedraal 4 = Torengebouw 5 = Rubenshuis 6 = Bourlaschouwburg Schaal 1/10000 600 700 800 900 1000 m 1 Plattegrond Antwerpen centrum ~ De breukschaal Aan de breukschaal kun je zien hoeveel 1 cm op de kaart (teller) in werkelijkheid (noemer) is. a Bereken de afstand tussen het Rubenshuis en het Steen [B1]. schaal kaart: 1 /10 000 1 cm op de kaart is in werkelijkheid: 10 000 cm = 0,1 km afstand op de kaart: 11,4 cm afstand in de werkelijkheid: 0,1 km x 0,1 km x 11,4 = 1,14 km Aardewerk 4 Schaal en afstanden 11 De lijnschaal De lijnschaal is een lijnstuk waarmee je de afstand tussen twee plaatsen kunt meten. De cijfers en de eenheid geven aan met welke afstand het lijnstuk in de werkelijkheid overeenstemt. Je gebruikt de lijnschaal om vlug afstanden in vogelvlucht te meten. a Meet met de lijnschaal de werkelijke afstand. Bron Plaatsen Werkelijke afstand B1 Stadhuis – Rubenshuis 950 m B1 Onze-Lieve-Vrouwekathedraal – Steen 400 m A België Gent-Oostende 22 km A België Hasselt- Maastricht 27 km A Europa Brussel-Parijs 240 km A Europa Londen-Berlijn 900 km k Soorten kaarten volgens schaal ru Kaarten krijgen een andere naam volgens de gebruikte schaal. a Vul de juiste naam in. Kies uit: aardrijkskundige kaart – plattegrond – topografische kaart. B1 plattegrond B2 topografische kaart B3 Schaal Gebruikt door/als > 1/10 000 architect, gemeentekaart 1/10 000 – 1/100 000 wandelaar, fietser < 1/100 000 wegenkaart, atlas fd Naam Pr oe Kaart aardrijkskundige kaart b Hoe kleiner de schaal, hoe X minder meer details [B1-3]. 2 3 Leuven ~ Leuven ~ Met de breukschaal en de lijnschaal kun je berekenen en meten hoe groot een afstand op de kaart in werkelijkheid is. Volgens de schaal onderscheiden we plattegronden, topografische kaarten en aardrijkskundige kaarten. Hoe kleiner de schaal, hoe X minder meer details. 12 Weg-Wijs Aardewerk 5 Afstanden digitaal berekenen Afstanden berekenen met Google Earth a Joren Callens is van plan om volgend schooljaar naar de middenschool Drie Hofsteden in de Hugo Verriestlaan 155 in 8500 Kortrijk te gaan. Hij woont vlak bij het station van Lauwe en wil dagelijks naar Kortrijk sporen. Maar hoe ver ligt de school van het station in Kortrijk? Volg het stappenplan dat je van je leerkracht krijgt. Via de toepassing ‘liniaal’ kun je met Google Earth de afstand tussen twee punten of de lengte van een traject meten. 1 Drie Hofsteden in Google Earth ~ k Afstanden berekenen met Google Maps ru Google Maps bestaat uit een verzameling gedetailleerde digitale kaarten van de hele wereld. fd a Kruis aan wat we bedoelen met ‘digitaal’. De gegevens zijn verwerkt in een boek. X De gegevens zijn opgeslagen in computerbestanden, zogenaamde databestanden. De gegevens zijn verwerkt in grafieken. Pr oe b Ga naar www.google.be/maps. Tik het adres van jouw school in. Je krijgt nu de plaats van jouw school in haar omgeving te zien. Je kunt ook kiezen om satellietbeelden te bekijken. Je kunt Google Maps ook als routeplanner gebruiken. 2 3 Google zoekschermpje ~ c Klik op ‘Routebeschrijving’ [B4]. Tik in het bovenste zoekschermpje je thuisadres in. Je ziet de kortste weg tussen je school en je thuisadres. Standaard is dat een verplaatsing per auto, maar je kunt ook kiezen voor andere verplaatsingswijzen. 3 Google routebeschrijving ~ Aardewerk 5 Afstanden digitaal berekenen 13 d Vul de tabel in. Verplaatsingswijze Tijd Afstand Met de auto min. km. Met het openbaar vervoer min. km. Te voet min. km. Met de fiets min. km. 5 Google Maps ~ Andere routeplanners k Naast Google Maps bestaan er nog andere routeplanners voor autoreizen. Sommige berekenen zelfs hoeveel de verplaatsing zal kosten. fd ru a Zoek de gevraagde gegevens voor de reis met een kleine auto met benzinemotor van je thuisadres naar Hotel Esmeralda in de Carrer Grau 23 in 17310 Lloret de Mar, Spanje [www.viamichelin.nl]. 6 Pr oe Lloret de Mar ~ Kosten benzine = + kosten tol = Totale kosten = Tijd = Afstand = Met routeplanners kun je het te volgen traject tussen twee plaatsen vinden. Je krijgt informatie over de afstand en over de tijd die je nodig hebt. 14 Weg-Wijs Fietsknooppunten Een fietsknooppuntennetwerk is een netwerk van verschillende fietsroutes die via fietsknooppunten (meestal kruispunten) met elkaar verbonden zijn. Die knooppunten hebben elk een nummer. Het netwerk is volledig bewegwijzerd met borden die op ooghoogte en op vaste afstanden van elke kruising staan [B7]. Met behulp van een kaart van het netwerk kun je zelf een fietstocht samenstellen door van knooppunt naar knooppunt een route te plannen [B9]. 7 In België bedekt het fietsknooppuntennetwerk nu het volledige Vlaamse Gewest [B8]. 2 750 km Limburg 2 000 km Oost-Vlaanderen 3 440 km Vlaams-Brabant 1 680 km West-Vlaanderen 2 610 km Totaal 12 490 km 8 9 Knooppunten rond Veurne ~ Pr oe Fietsknooppuntennetwerk ~ k Antwerpen ru Lengte fd Provincie Knooppunt ~ Naast de Vlaamse fietsnetwerken bestaan er ook fietsroutes die doorheen heel Europa lopen. Zoek op of er zo’n LF-route (Lange Fietsroute) in de buurt van jouw school loopt. Met de gratis fietsapp ‘Fiets!-app’ kun je routes samenstellen en downloaden met je smartphone of tablet. Zoek op of er beschikbaar zijn voor jouw regio. Er bestaan zogenaamde fietssnelwegen of fietsostrades. Zoek op welke in de buurt van de schoolgemeente liggen. Op internet vind je een aantal websites [www.fietsnet.be] waarop je een route kunt samenstellen. Daarna kun je de route afdrukken als een kaart [B10], een knooppuntenstrook [B11] die je op de bovenste buis van je fiets kleeft of een knooppunterblaadje [B11] dat je in een houder, een ‘Knooppunter’, op je fietsstuur plaatst. a Stippel via een website het knooppuntentraject uit tussen knooppunt nummer 1 in jouw regio en het knooppunt het dichtst bij de school. Hoe lang is het traject? Hoeveel knooppunten heb je nodig? 10 Kaartje met traject rond Veurne ~ 11 Knooppunter en knooppuntenstrook } Met een fietsrouteplanner kun je zelf een fietsroute langs fietsknooppunten samenstellen. Je krijgt informatie over de afstanden tussen de knooppunten en over de volledige afstand. Aardewerk 5 Afstanden digitaal berekenen 15 Aardewerk 6 Kaarten en atlas Gebruik van een atlas 1 2 3 Waar? Vooraan in de atlas Waar? Op het schutblad achteraan Waar? Achteraan in de atlas Gebruik? Om een kaart van een werelddeel, land of regio te zoeken Gebruik? Blinde kaarten met kaders met nummers van atlaskaarten Gebruik? Om een bepaalde plaats op te zoeken Inhoudstabel ~ Register ~ k Bladwijzer ~ a Zoek op in het register: Samsun. - Wat staat er achter de plaatsnaam? 74 H3 ru Opzoeken in een atlas . fd - Het eerste getal verwijst naar de kaart, in dit geval het nummer 74 - Neem die kaart. Tussen de verticale lijnen zie je rode letters staan. Tussen de horizontale lijnen staan rode Pr oe cijfers. Zo krijg je een combinatie van een letter en een cijfer. In het geval van Samsun is dat H3 . Die combinatie geeft het gebied aan waarin je moet zoeken. - Lokaliseer nu Samsun: in het noorden van Turkije aan de Zwarte Zee b Zoek in het register in welke landen de volgende plaatsen liggen. plaats Titicacameer Bikini kaartnummer 128 136-137 land plaats Peru en Bolivia Dom (berg) kaartnummer land 64-65 Zwitserland 108A Zuid-Afrika Marshalleilanden Bloemfontein c Zoek in de inhoudstafel de kaartnummers met de volgende landen, streken of onderwerpen. plaats kaartnummer plaats kaartnummer Haven Gent 26C Indonesië 94 Ijsland 46A De aarde - El Nino 152 d Zoek bij de bladwijzer het kaartnummer met de volgende landen of streken. plaats kaartnummer plaats kaartnummer Grensregio Limburg 29B Caribisch gebied 124 Noordzee 51 Marokko 112 Met behulp van het register, de inhoudstafel en de bladwijzer kun je in een atlas snel een plaats, streek of onderwerp vinden. 16 Weg-Wijs Aardewerk 7 Oriënteren De windrichtingen Oriënteren betekent een windrichting zoeken. a Omcirkel de hoofdwindrichtingen. noorden, noordwesten, oosten, zuidoosten, zuiden, zuidwesten, westen, noordwesten Windrichtingen (of windstreken) worden aangeduid op een windroos [B1]. ru k b Vervolledig de windroos [B1]. Als je de windroos volgt in de richting van de wijzers van de klok, helpen de volgende zinnen als geheugensteuntje om de windrichtingen te vinden: Nooit Opstaan Zonder Wekker Nooit Oorlog Zonder Wapens Nooit Overstroming Zonder Water fd 1 Windroos ~ Pr oe c Verbind het oriëntatiemiddel met de windrichting die je ermee kunt vinden. N 2 Kompas ~ NO O 5 Poolster ~ ZO Z 3 Zon 's middags~ 6 ZW Kaart ~ W NW 4 Uurwerk ~ 7 Kerk ~ Aardewerk 7 Oriënteren 17 Oriënteren met een kompas a Waarnaar wijst het gekleurde gedeelte van een kompasnaald [B2]? naar het noorden Oriënteren met de zon en het uurwerk Hoe beweegt de zon gedurende een dag in België [B3]? noorden oosten De zon komt ’s morgens op in het zuiden westen X Ze staat ’s middags het hoogst in het X Ze gaat ’s avonds onder (weg) in het X Ze staat nooit in het X Hoe bepaal je, met behulp van de zon en een uurwerk met wijzers, een windrichting [B4]? ru Oriënteren met de Poolster k a De Poolster (Polaris) staat in het verlengde van de aardas [B5]. Om ze te vinden zoek je eerst het sterrenbeeld de fd Grote Beer. Als je de afstand tussen de twee aangegeven sterren vijfmaal in de aangeduide richting verlengt, dan ontdek je de Poolster [B5]. Die richting is het . noorden Pr oe Oriënteren met een kaart a Bij de meeste kaarten is de bovenkant het X noorden b Manier 1 om een kaart te oriënteren. Zoek het X noorden westen oosten zuiden. Draai de bovenkant van de kaart naar het noorden. c westen oosten zuiden [B6]. Manier 2 om een kaart te oriënteren. Zoek twee opvallende herkenningspunten, bv. een bos en een kerktoren. Zoek die landschapselementen op de kaart. Draai de kaart tot de landschapselementen op de kaart in dezelfde richting liggen als in het landschap. De bovenkant van de kaart wijst nu naar het X noorden westen oosten zuiden. Oriënteren met religieuze gebouwen a Bij kerkgebouwen staat het centrale gedeelte, het schip, west-oost georiënteerd. Wanneer je van de ingang naar het altaar wandelt, ga je naar het [B7]. oosten Oriënteren is een richting zoeken. De hoofdwindrichtingen: noorden, oosten, zuiden en westen. De tussenwindrichtingen: noordoosten, zuidoosten, zuidwesten en noordwesten. Middelen om je te oriënteren: een kompas, de Poolster, de zon, een uurwerk, een religieus gebouw en een kaart. Een kaart is georiënteerd als je de bovenkant naar jet noorden wijst. 18 Weg-Wijs Aardewerk 8 Situeren De juiste ligging van een plaats of een gebied op de kaart of in werkelijkheid vinden, heet lokaliseren of situeren. a Lokaliseer jezelf in: de klas: de school: b Lokaliseer of situeer de volgende plaatsen. Houd rekening met natuurlijke landschapselementen, provinciegrenzen, gewestgrenzen … [A België-Administratief]. - Oostende: aan de Noordzee, in de provincie West-Vlaanderen - Dendermonde: aan de samenvloeiing van de Dender en de Schelde - Damme: in de provincie West-Vlaanderen - Hoge Venen: in de provincie Luik k - België in Europa: in het westen van Europa, deel van de Benelux ru Je kunt ook de ligging van een plaats geven ten opzichte van een andere plaats [B1]. Pr oe fd c Waar ligt Antwerpen ten opzichte van Brussel? Trek een denkbeeldige pijl die vertrekt in Brussel en eindigt in Antwerpen. Kijk dan naar de windrichting waarin de pijl wijst. Dat is in dit geval naar het X noorden westen oosten zuiden. Je zegt dan ‘Antwerpen ligt ten X noorden westen oosten zuiden van Brussel’. Antwerpen Gent Hasselt Brussel 1 Vlaanderen ~ d Waar ligt Brussel ten opzichte van Hasselt? Brussel ligt ten westen van Hasselt. e Waar ligt Gent ten opzichte van Antwerpen? Gent ligt ten zuidwesten van Antwerpen. f Welke provinciehoofdplaats ligt ten zuidoosten van Brussel? gewestgrens Waver rivier autosnelweg stad +100 000 inwoners stad 100 000 inw. 0 10 20 30 40 50 km Aardewerk 8 Situeren 19 g Geef de ligging van de volgende plaatsen ten opzichte van je schoolgemeente [A België]. Hoogstraten Maaseik Torhout h Wie zijn onze noorderburen [A Europa]?de Nederlanders i Wie zijn onze oosterburen [A Europa]? de Duitsers j In welke richting stroomt de Maas tussen Namen en Hoei [A België]? naar het ONO k Welke kustgemeente is het zuidelijkst gelegen? De Panne l Welke provincie grenst in het noorden aan Nederland en in het oosten aan Duitsland? Luik m Welke provincie ligt ten westen van het Groothertogdom Luxemburg? Luxemburg n Teken een pijl naar het noorden bij het kaartje dat juist georiënteerd is [B2]. Verklaar je keuze. C ru B fd A k Bij C staat het noorden van België boven aan de kaart Pr oe 2 Kaarten oriënteren ~ o Noteer de afkortingen van de windrichtingen rondom jou [B3]. Let op: je kijkt in de zomer om 14 uur naar de zon. p Teken vanuit de leerling een pijl die naar het zuiden wijst. De rechthoek stelt de klas voor [B4]. 3 Lokaliseren met de zon ~ 4 Plattegrond van de klas ~ De juiste ligging van een plaats of een gebied op de kaart of in werkelijkheid vinden, noemen we lokaliseren of situeren. 20 Weg-Wijs D Aardewerk 9 Gps en geocaching Global positioning system (gps) Global positioning system (gps) is de commerciële naam voor een wereldwijd plaatsbepalingssysteem. Het maakt gebruik van satellieten in een baan om de aarde. Met de ontvangst van minimaal vier van die satellietsignalen kan een gps-ontvanger [B1] zijn positie op aarde bepalen. We gebruiken vooral signalen van Amerikaanse militaire satellieten. Dat kan soms voor problemen zorgen. Bij een militair conflict zorgt het Amerikaanse leger er immers voor dat het systeem minder nauwkeurig werkt voor andere gebruikers. 1 Fiets- en wandel-gps-ontvanger ~ k Europa werkt aan een eigen gps-systeem. Zoek eens op hoe dat heet en hoe ver de ontwikkeling gevorderd is. ru a Wie gebruikt gps-ontvangers om een route te bepalen? automobilisten, fietsers en wandelaars Met een smartphone kun je je positie bepalen zonder gps-signalen. fd b Welke signalen worden dan gebruikt? signalen van de gsm-zendmasten Pr oe Geocaching Geocaching is een hoogtechnologische schattenjacht. Het spel bestaat erin een verborgen schat (een ‘geocache’) [B2] terug te vinden aan de hand van coördinaten van het wereldgradennet. Die zijn door degenen die de schat verborgen hebben gepubliceerd op het internet [www.opencaching.com, www.geocaching.be, www.geocaching.com]. Voorzien van een gps-ontvanger kunnen de schattenjagers op zoek gaan. Zodra de cache gevonden is, onthult die haar geheimen en de beloning is vaak de moeite waard. 2 Geocache ~ a Wat moet een ‘jager’ doen wanneer hij een voorwerp uit de cache meeneemt? een ander voorwerp in de cache stoppen b Geef de coördinaten van een geocache in de schoolomgeving [www.opencaching.com]. N = Z = c Geef de betekenis van de symbolen van deze eenheden: ° = ‘= “”= graden minuten seconden Aardewerk 9 Gps en geocaching 21 Het wereldgradennet Het wereldgradennet bestaat uit een aantal denkbeeldige lijnen die op de aarde zijn getrokken. Er zijn horizontale en verticale lijnen. HORIZONTALE LIJNEN De nullijn voor de horizontale lijnen is de evenaar. Die verdeelt de aarde in twee halfronden: een noordelijk en een zuidelijk halfrond. Evenwijdig met de evenaar lopen de andere horizontale lijnen. Die horizontale lijnen op de kaart zijn op de bolvormige aarde eigenlijk cirkels. Aangezien ze in de breedte lopen, noem je ze breedtecirkels of parallellen. Er zijn een aantal bijzondere breedtecirkels: de noordpoolcirkel (NPC), de zuidpoolcirkel (ZPC), de Kreeftskeerkring (KKK) en de Steenbokskeerkring (SKK). a Teken die bijzondere breedtecirkels samen met de evenaar in het rood [B3]. ru k De afstand tussen de breedtelijnen en de evenaar wordt weergegeven in graden. Zo kun je de breedteligging van een plaats geven: van 0 tot 90° noorderbreedte (N) en van 0 tot 90° zuiderbreedte (Z). b Wat is de breedteligging van plaats A [B3]? Z 30° X N 30° c Wat is de breedteligging van plaats B [B3]? Z 60° N 40° N 60° X Z 15° N 15° fd Z 40° Pr oe VERTICALE LIJNEN De nullijn voor de verticale lijnen is de nulmeridiaan. Die verdeelt de aarde in twee halfronden: een westelijk en een oostelijk halfrond. Ten oosten en westen van de nulmeridiaan lopen andere verticale lijnen. Deze verticale lijnen op de kaart lopen tussen de noord- en zuidpool. Aangezien ze in de lengte lopen noem je ze lengtelijnen of meridianen. d Teken de nulmeridiaan in het blauw [B3]. De afstand tussen de lengtelijnen en de nulmeridiaan wordt ook weergegeven in graden. Zo kun je de lengteligging van een plaats geven: van 0 tot 180° westerlengte (W) en van 0 tot 180° oosterlengte (O). e Wat is de lengteligging van plaats A [B3]? X O 30° f Wat is de lengteligging van plaats B [B3]? 22 Weg-Wijs W 30° O 40° W 40° O 60° X W 60° O 15° W 15° STERRENKUNDIGE LIGGING Wanneer je de breedte- en lengteligging samenvoegt, krijg je de sterrenkundige ligging in het wereldgradennet. g Wat is de sterrenkundige ligging van plaats A [B3]? 60° N, 40° O h Wat is de sterrenkundige ligging van plaats B [B3]? 15° Z, 60° W i Duid zelf aan met een stip en een letter [B3]: - plaats C: N 60°, W 120° - plaats D: N 15°, O 105° - plaats E: N 30°, O 90° - plaats F: Z 45°, W 75° j Welke stad ligt op - N 60°, O 30° [A Europa]? St.-Petersburg - N 30°, W 90° [A Noord-Amerika]? New Orleans k k Geef de sterrenkundige ligging van je schoolgemeente. fd ru Dankzij het wereldgradennet kunnen we de positie van een plaats nauwkeurig weergeven. Pr oe C E D C 3 Wereldgradennet ~ Aardewerk 9 Gps en geocaching 23 Wat heb ik in deze les ontdekt? natuurlandschap lijnschaal Schaal breukschaal natuurlijke Landschapselementen Landschap menselijke verkleinde weergave cultuurlandschap Kaart Symbolen betekenis: legende - plattegrond - topografische kaart - wegenkaart, atlaskaart, wandkaart, ... een richting zoeken = t.o.v. de evenaar - ten N: noorderbreedte (N) - ten Z: zuiderbreedte (Z) = t.o.v. de nulmeridiaan - ten W: westerlengte (W) - ten O: oosterlengte (O) Pr oe t.o.v. plaatsen, rivieren e.d. Wereldgradennet breedteligging lengteligging Wat zijn de nieuwe begrippen en woorden? Vul eventueel zelf aan. het aardrijkskundig stappenplan het industrielandschap de aardrijkskundig verschijnsel de inhoudstafel de aardrijkskundige kaart de Kreeftskeerkring de bladwijzer het landelijk landschap de breedtecirkel het landschap de breedteligging het landschapselement de breukschaal de legende het cultuurlandschap de lengteligging de digitale kaart de lengtelijn de evenaar de lijnschaal het fietsknooppunt lokaliseren het fietsknooppuntennetwerk de meridiaan het geocaching het natuurlandschap de geografie de nulmeridiaan het global positioning system (gps) de onderzoeksvraag het havenlandschap de noordpoolcirkel de hypothese oriënteren 24 Weg-Wijs de juiste ligging van een plaats of gebied geven fd Situeren tussenwindrichtingen - NO - ZO - ZW - NW kompas (N) zon (Z) poolster (N) altaar kerk (N) kaart richten volgens landschapselementen (bovenkant is N) k hoofdwindrichtingen - N - O - Z - W - - - - - ru Oriënteren de parallel de plattegrond het register de routeplanner situeren het stedelijk landschap de Steenbokskeerkring de sterrenkundige ligging het symbool het toeristisch landschap de topografische kaart vogelvlucht het wereldgradennet de zuidpoolcirkel de windrichting de windroos de windstreek Wat is de samenvatting van deze les? Het aardrijkskundig stappenplan bestaat uit zeven stappen: 1 Je neemt een aardrijkskundig verschijnsel waar. 2 Je stelt een onderzoeksvraag op. 3 Je formuleert een hypothese. 4 Je verzamelt informatie. 5 Je verwerkt de informatie en doet waarnemingen. 6 Je trekt een besluit uit de waarnemingen en beantwoordt zo de onderzoeksvraag. 7 Je controleert of je hypothese klopt en eventueel waar je fout zat. Pr oe fd ru k Een landschap bestaat uit landschapselementen. De landschapselementen worden op een kaart voorgesteld door symbolen. Wat ze betekenen, vind je in de legende. Wanneer de natuurlijke landschapselementen overheersen, spreek je van een natuurlandschap. Wanneer de menselijke landschapselementen overheersen, spreek je van een cultuurlandschap. Soms wordt het landschap niet gedomineerd door één soort van landschapselementen. Je kunt het dan geen precieze naam geven. Met de breukschaal en de lijnschaal kun je berekenen en meten hoe groot een afstand op de kaart in werkelijkheid is. Volgens de schaal onderscheiden we plattegronden, topografische kaarten en aardrijkskundige kaarten. Via de toepassing ‘lineaal’ kun je met Google Earth de afstand tussen twee punten of de lengte van een traject meten. Met routeplanners kun je het te volgen traject tussen twee plaatsen vinden. Je krijgt informatie over afstand en over de tijd die je nodig hebt. Met behulp van het register, de inhoudstafel en de bladwijzer kun je in een atlas snel een plaats, streek of onderwerp vinden. Oriënteren is een richting zoeken. De hoofdwindrichtingen: noorden, oosten, zuiden en westen. De tussenwindrichtingen: noordoosten, zuidoosten, zuidwesten en noordwesten. Middelen om jezelf te oriënteren: een kompas, de Poolster, de zon, een uurwerk, een religieus gebouw en een kaart. De juiste ligging van een plaats of een gebied op de kaart of in werkelijkheid vinden, noemen we lokaliseren of situeren. Dankzij het wereldgradennet kunnen we de positie van een plaats nauwkeurig weergeven. Wat heb ik in deze les ontdekt 25 LEREN LEREN HOUD JE VORDERINGEN BIJ Geef het bolletje de kleur die volgens jou past bij je eigen kunnen. Dit lukt nog niet Nog even doorbijten Dit kan ik al goed Super! Aardewerk 2: Ik kan een kaart lezen door symbolen en de legende te gebruiken. Aardewerk 3: Ik kan een landschap herkennen met behulp van landschapselementen. Aardewerk 4: Ik kan mezelf lokaliseren en oriënteren in de klas, op school of op het terrein. Aardewerk 5: Ik kan oriënteringsmiddelen gebruiken. Aardewerk 6: Ik kan met de lijnschaal en de breukschaal afstanden op kaarten omrekenen naar werkelijke afstanden. Aardewerk 7: Ik kan afstanden bepalen met behulp van digitale kaarten. Aardewerk 8: Ik kan gebieden en plaatsen opzoeken in een atlas en daarbij gebruikmaken van de inhoud, de bladwijzer en het register. Aardewerk 9: Ik kan een plaats of een gebied lokaliseren of situeren. fd ru k Aardewerk 1: Ik kan werken volgens het aardrijkskundige stappenplan. Pr oe Exit ticket Welke dingen uit deze module zijn je het meest bijgebleven? Hoe studeer ik mijn aardrijkskundeles ? LL2 26 Weg-Wijs