soortenkennis M41b 2e deel presentaties

advertisement
SOORTENKENNIS
M41B 2 E DEEL PRESENTATIES
Toegepaste
biologie
M41
LEERLINGEN
2016-2017
AMERIKAANS KRENTENBOOMPJE
AMELANCHIER LAMARCKII
Soortgroep
Hoofd-biotoop
Uiterlijke kenmerken
Een elliptisch blad van 4-8 cm wat van onder zijdezacht wit
behaard is
Er zitten 5 witte langwerpige kroonbladeren aan
Er groeien kleine ronde oranje achtige eetbare besjes aan
Extra foto’s
VOGELKERS
PRUNUS PADUS
(ROZENFAMILIE)
Soortgroep
Geleedpotige
Hoofd-biotoop
Vochtige gronden door heel europa
Uiterlijke kenmerken
Bloemtrossen tot 15 cm groot na het bloeien komen er
kleine zwarte besjes aan
Meestal is hij meerstammig
Er zitten 2 klieren aan de bladsteel
Extra foto’s
BLAUWE BOSBES
VACCINIUM MYRTILLUS
(HEIFAMILIE)
Soortgroep
Hoofd-biotoop
Vochtige zure voedselarme grond
Uiterlijke kenmerken
Kleine eironden bladeren van 3 cm
Eetbare blauw paarse besjes
Extra foto’s
ADELAARSVAREN
PTERIDIUM AQUILINUM
(ADELAARSVARENFAMILIE)
Soortgroep
Hoofd-biotoop
Wereldwijd verspreid
Uiterlijke kenmerken
Bladeren zij 3 tot 4 voudig geveerd
De plant is kanker verwekkend
Bladeren beginnen als ze beginnen met groeien opgerold
en krullen dan open
Extra foto’s
Soortenkennis
AALSCHOLVER, BLAUWE REIGER, FUUT, KOEKOEK
Aalscholver
Kenmerken Aalscholver
Soortgroep
Chordadieren
Hoofd-biotoop
Gebieden in de buurt van zowel zoet als zout water.
Uiterlijke kenmerken
-
-
80 tot 100 cm lang
Vrijwel geheel zwart maar met een witte wang met een
gele vlek erop.
Lange snavel voorzien van haakvormig uiteinde.
Blauwe reiger
Kenmerken Blauwe reiger
Soortgroep
Chordadieren
Hoofd biotoop
Vochtige weiden, meren, sloten, rivieren
Kenmerken
-90 tot 98 cm
- Grijze bovenzijde, vleugels en staart met zwarte vleugel
uiteinden. De kop is wit met een zwarte band door het oog
die doorloopt tot een kuif. De buik is grotendeels lichtgrijs en
hij heeft dolkvormige gele snavel.
Fuut
Kenmerken fuut
Soortgroep
Chordadieren
Hoofd-biotoop
Plassen en meren.
Uiterlijke kenmerken
Donkere grote oorpluimen ,het gezicht is wit met een
roodbruine en zwarte kraag eromheen die opgericht staat bij
het baltsritueel. De bovenkant is donkerbruin en zijn buik wit
Koekoek
Kenmerken koekoek
Soortgroep
Chordadieren
Hoofd-biotoop
Halfopen landschappen, moerassen, duinen en oude
cultuurlandschappen.
Uiterlijke kenmerken
Spitse vleugels en een lange staart. Mannetjes hebben een
effen blauwgrijze borst, kop en bovenzijde en de buik is witzwart gestreept. Vrouwtjes zijn of bruin of grijs. De grijze variant
is bijna hetzelfde als het mannetje maar de bruine variant is
vaak helemaal gebandeerd met bruine strepen.
Extra foto‘s koekoek
Schapenzuring
●
Naam: Rumex acetosella
●
Afmeting: 10 tot 60 cm
●
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus en september
Groeiplaatsen: Bosranden, kapvlakten, brandplekken,
akkers
●
Veldzuring
●
Naam: Rumex acetosa
●
Afmeting: 50 tot 100 cm.
●
Bloeimaanden: Mei en juni.
Groeiplaatsen: Grasland , bermen, bossen, open
plaatsen in loofbossen en langs bospaden.
●
Grote weegbree
●
Naam: Plantago major subsp. Major
●
Afmeting: 10-50 cm
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus, september,
oktober, november
●
Groeiplaatsen: Grasland stukgetrapte plekken in
weiland, speelvelden.
●
Smalle weegbree
●
Naam: Plantago lanceolata
●
Afmeting: 10 tot 80 cm.
●
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus en september
Groeiplaatsen: Dijken, dijkbeschoeiingen, bermen,
grasland ,licht bemest grasland, hooiland en weiland,
o.a. zinkweiden.
●
De Gewone berenklauw
(Schermbloem familie)
de Gewone berenklauw
 Hoofd-biotoop : Graslanden (stikstofrijke, vochtige bodems)
 Uiterlijke kenmerken : te vinden in bermen langs dijken of wegen.
Hij is ruw behaart, heeft drievoudig gevinde bladeren, is schermbloemig en heeft een witte
bloemkleur.
De plant bloeit van juni tot oktober.
Behaarde stengel
.
Schermbloemig
Blad drievoudig gevind
De Reuzen berenklauw
(Schermbloem familie)
De Reuzen berenklauw
 Hoofd-biotoop : Niet-begraasde of niet-bewerkte gebieden (langs wegen)
 Uiterlijke kenmerken : De plant is tweejarig, schermbloemig met witte bloemen en heeft
klauwvormige bladeren.
Hij komt oorspronkelijk uit Zuidwest Azië, in de 19e eeuw werd deze geïntroduceerd als tuinplant
in Europa.
Zijn sap is schadelijk voor huid en ogen, na aanraking kunnen er brandwonden ontstaan.
.
Stengel
Schermbloemig (witte bloemkleur)
Klauwvormige bladeren
De Gewone engelwortel
(Schermbloem familie)
De Gewone engelwortel
 Hoofd-biotoop : Bossen, moerassen en vochtige graslanden.
 Uiterlijke kenmerken : Deze is schermbloemig met witte bloemen, heeft een glad gestreepte
holle rood purperen stengels en heeft 2 tot 3-voudig geveerde bladeren die eivormig en
getand zijn.
Stengel
.
Schermbloemig
Blad
De wilde peen
(Schermbloem familie)
De wilde peen
 Hoofd-biotoop : Droge graslanden.
 Uiterlijke kenmerken : Deze plant is schermbloemig met een witte bloemkleur, heeft een stijf
behaarde stengel en is 2 tot 3-voudig geveerd.
De plant is een tweejarige plant en bloeit in het 2e jaar van juni tot de herfst.
In het 2e jaar gebruikt hij de voeding uit zijn verdikte wortel om verder te groeien.
Na het bloeien krult de bloem op in de vorm van een soort vogelnestje.
.
Stengel / blad
Schermbloemig
Uitgebloeid (vogelnestje)
Bedankt voor jullie aandacht
Akkerdistel
Círsium arvense
Composieten-familie
 Lila/paarse bloemen
 1 hoofdje
 Buisvormige bloemen
 Eenslachtig
5 vergroeide
kroonbladeren
5 vergroeide
meeldraden
 Rechtopstaande
geribbelde stengel
Verspreide bladstand
Akkerdistel: Círsium arvense
Speerdistel
Círsium vulgáre
Composieten-familie
Lila/paarse bloemen
 1 hoofdje
 Buisvormige bloemen
 tweeslachtig
5 vergroeide
kroonbladeren
5 vergroeide
meeldraden
 Rechtopstaande
geribbelde stengel
Verspreide bladstand
Speerdistel: Círsium vulgáre
Echte kamille
Matricaria recutita
Composieten-familie
 Gele 5-tallige
buisbloemen
 De bloembodem is
2/3 maal zo hoog als
breed
 Oude lintbloemen
naar beneden
 Meervoudig
veerdelige bladeren
 Slippen draadvormig
en rolrond
Echte kamille: Matricaria chamomilla
Duizendblad
Achillea millefolium
Composieten-familie
 Witte buisbloemen
 Witte lintbloemen
 Dubbel veerdelig blad
van boven behaard
 Hoofdjes dicht bij
elkaar
 omwindsel
dakpansgewijs
4/5 lintbloemen
15/20 buisbloemen
Duizendblad: Achillea millefolium
“TAMME KASTANJE”
KENMERKEN SOORTNAAM
Soortgroep
Hoofd-biotoop
Vrijalgemeen in de hogere gebieden van Nederland
Uiterlijke kenmerken
Plantvorm:
boom
Plantgrootte:
25.00 - 30.00 meter
Bloeiperiode:
Mei - Juni
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
Katje
Bloemtype:
eenslachtig
Extra foto’s
WITTE PAARDEKASTANJE
KENTMERKEN WITTE PAARDEHAZELAAR
Soortgroep
Geleedpotige
Hoofd-biotoop
natte en vochtigeplaatsen
Uiterlijke kenmerken
Plantvorm:
boom
Plantgrootte:
2.00 - 20.00 meter
Bloeiperiode:
Mei - Juni
Bloemkleuren:
wit, rood, geel
Bloeiwijze:
pluim
Bloemvorm:
tweezijdig symmetrisch
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
HAZELAAR
KENMERKEN HAZELAAR
Soortgroep
Zoorgdieren
Hoofd-biotoop
Bossen
Uiterlijke kenmerken
Plantvorm:
struik
Plantgrootte:
1.00 - 6.00 meter
Bloeiperiode:
Januari - Maart
Bloemkleuren:
lichtgeel, groen, bruin
Bloeiwijze:
katje
Bloemvorm:
nvt
Bloemtype:
eenslachtig
“HULST”
KENMERKEN HULST
Soortgroep
Hoofd-biotoop
Uiterlijke kenmerken
Plantvorm:
struik
Plantgrootte:
1.00 - 10.00 meter
Bloeiperiode:
Mei - Juni
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijzen:
tros, kluwen
Bloemvormen:
viertallig, vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
eenslachtig
Schietwilg
Kenmerken schietwilg
soortgroep
tweezaadlobbigen
Hooftbiotoop
Wilgenvloedbossen of alleenstaand
Uiterlijke kenmerken
De boom heeft altijd eenslachtige bloemen, de mannelijke bloemen zijn geel
en de vrouwelijke bloemen zijn groen. De fijn gezaagde bladeren zijn smal en
langwerpig en hebben een Zijde achtige beharing. In het voorjaar heeft de
kroon een zilverige glans.
Extra foto
Zwarte populier
Kenmerken Zwarte populier
soortgroep
tweezaadlobbigen
Hoofdbiotoop
ooibossen
Uiterlijk kenmerk
Heeft een eenslachtige bloem en is tweehuizig. De kale bladeren zijn 5-10 cm. Ze
zijn eirond-ruitvormig tot driehoekig, aan de voet meestal wigvormig en aan de top
toegespitst. De bladeren zijn verder fijn getant
Extra foto
Vlasbekje
Kenmerken vlasbekje
soortgroep
tweezaadlobbigen
hoofdbiotopen
Grasland en langs wegen
Uiterlijke kenmerken
Tweeslachtige bloem met een gele bloem kroon. De lant heeft langwerpige,
grijs groenige bladeren.
Stengel is weinig tot niet behaart.
Extra foto
Ruwe berk
Kenmerken Ruwe berk
soortengroep
tweezaadlobbigen
Hoofdbiotoop
Zonnige plaatsen op best wel droge gronden van zand, leem, mergel of veen
Uiterlijke kenmerken
De plant heeft eenslachtige eenhuizige bloemen. De stam is eerst roodbruin,
maar wordt later zilverwit en gaat dan afschilferen, nog later krijgt de stam
donkere knoesten. De plant heeft ruitvormige bladeren en zijn regelmatig
dubbel gezaagd.
Extra foto
Download