Vooroordelen blijf bij jezelf!

advertisement
HANDLEIDING
Vooroordelen
blijf bij jezelf!
Lesgeven over
stereotypen, vooroordelen
en discriminatie aan
studenten op het mbo.
Inleiding
pag 3
Samenvatting werkvormen
pag 4
Doelgroepen
pag 4
Doelen
pag 4
Programma’s in het
Anne Frank Huis
“Wat is gebeurd, kunnen we niet
meer veranderen. Het enige dat we
kunnen doen is van het verleden
leren en beseffen wat discriminatie
en vervolging van onschuldige
mensen betekent. Mijn mening
is dat iedereen de plicht heeft
vooroordelen te bestrijden.”
Otto Frank, 1970
pag 5
10 vragen over lesgeven over
vooroordelen en discriminatie
pag 5
2
Inleiding
Wat zijn stereotypen,
vooroordelen en discriminatie?
Stereotypen, vooroordelen en
discriminatie; iedereen kan ermee
te maken krijgen. Vooroordelen, blijf
bij jezelf! stelt deze onderwerpen op
een toegankelijke en aansprekende
manier aan de orde in je klas. Door
te werken met deze lesmaterialen
worden studenten zich bewust van
hun eigen vooroordelen en die van
een ander. Ze zien welke impact
vooroordelen kunnen hebben en
leren rekening houden met de
referentiekaders van anderen.
Stereotypen
Stereotypen zijn generalisaties. Het zijn de
algemene beelden en ideeën over mensen en
groepen die wij in ons achterhoofd hebben
opgeslagen. Ze zijn een vast onderdeel van
ons denkpatroon en iedereen gebruikt ze.
Bijvoorbeeld: Bejaarden zijn vergeetachtig,
Duitsers drinken bier en gamers zijn niet
sociaal.
Vooroordelen
Vooroordelen zijn emotioneel geladen
oordelen vooraf. Iedereen heeft vooroordelen,
geen mens gaat geheel onbevooroordeeld
door het leven. Vaak hebben vooroordelen een
negatieve lading.
‘Polen moeten oprotten’. Deze opmerking
kreeg docent Kees (mbo niveau 2, Den Haag)
te horen in zijn les over Europa. Hoe reageer
je in zo’n situatie? Vooroordelen, blijf bij
jezelf! stimuleert studenten om hun eigen
vooroordelen onder de loep te nemen. Ze leren
zichzelf en hun klasgenoten beter kennen via
laagdrempelige identiteits- oefeningen. Daarbij
leren ze om op een zinvolle manier te discussiëren over de grenzen van de vrijheid van
meningsuiting.
Bijvoorbeeld: Je hebt een keer een leuk
gesprek gehad met een Amerikaanse, je weet
het zeker: alle Amerikanen zijn leuke mensen!
Of: Je leest in de krant dat Poolse arbeiders
problemen hebben veroorzaakt, je denkt nu
dat alle Polen gemakkelijk problemen
veroorzaken.
Discriminatie
In deze handleiding voor mbo-docenten
staan drie werkvormen over stereotypen,
vooroordelen en discriminatie. Het materiaal
kan gebruikt worden in de klas en stimuleert
de actieve inzet van de studenten. De Anne
Frank Stichting biedt tevens drie educatieve
programma’s aan waarin deze werkvormen
worden gebruikt. De programma’s maken
studenten bewust van (hun eigen) vooroordelen ten opzichte van groepen en de effecten
hiervan. Daarnaast leren studenten rekening
houden met het referentiekader van anderen.
Meer informatie over de educatieve
programma’s is te vinden op
www.annefrank.org/mbo.
Discriminatie in onterechte ongelijke
behandeling. De gronden waarop je geen
direct onderscheid mag maken, zijn wettelijk
vastgelegd: godsdienst, levensovertuiging,
politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit,
seksuele gerichtheid en burgerlijke staat.
Artikel 1 van de Grondwet
Allen die zich in Nederland bevinden, worden
in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging,
politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke
grond dan ook, is niet toegestaan.
Bijvoorbeeld: Het is discriminatie als een
sollicitant geweigerd wordt voor een baan op
school vanwege zijn seksuele gerichtheid.
3
Samenvatting werkvormen
Doelgroepen
Er zijn drie werkvormen om in de klas te
gebruiken:
1. Identiteitskaart: Dit wist ik nog niet van jou
Duur
20 minuten
De werkvormen zijn geschikt voor studenten
in het middelbaar beroepsonderwijs. Het
materiaal kan worden ingezet in de lessen
burgerschapsvorming en omgangskunde.
Tevens is het geschikt als materiaal om
invulling te geven aan het mentoraat en voor
projectweken, waarin omgangsvormen,
respect en/of het tegengaan van discriminatie
centraal staan.
2. Vooroordelen, waar komen die vandaan?
Duur
45 minuten
Doelen
3.Free2choose
Duur
30 minuten
Door met deze materialen te werken kunnen
docenten:
–– hun kennis over stereotypen, vooroordelen
en discriminatie vergroten;
–– hun vaardigheden verbeteren wat betreft
het bespreekbaar maken van deze
onderwerpen in de klas;
–– hun eigen ideeën ontwikkelen en/of
aanscherpen over deze onderwerpen;
–– ideeën opdoen om met deze onderwerpen
in de les aan de slag te gaan.
Als startpunt van de lessen kan de werkvorm
‘Identiteitskaart’ gebruikt worden. Deze
werkvorm gaat over de student zelf.
Studenten leren kenmerken van hun eigen
identiteit te benoemen en ontdekken
overeenkomsten en verschillen tussen henzelf
en hun medestudenten. Tevens worden de
gesprekstechnieken open vragen, actief
luisteren en samenvatten geoefend. Nadat de
studenten kenmerken van hun eigen identiteit
hebben leren benoemen, gaan ze nadenken
over de groepen waarvan zij deel uit maken.
Bij elke werkvorm is een handleiding
voor docenten.
Aansluitend biedt de werkvorm ‘Vooroordelen,
waar komen die vandaan?’ de mogelijkheid
om in te gaan op groepsidentiteit en stereotypen. In de werkvormen worden studenten
uitgedaagd om de stereotiepe denkbeelden en
vooroordelen die zij zelf hebben te bespreken.
Door deze werkvormen te doen kunnen
studenten:
–– leren over de gevaren van discriminatie, het
denken in stereotypen en het hebben van
vooroordelen;
–– uitleggen wat de verschillen zijn tussen
stereotypen, vooroordelen en discriminatie;
–– nadenken over een eigen aanpak over goed
omgaan met stereotypen en vooroordelen;
–– zich bewust worden van hoe vooroordelen
gedrag kunnen beïnvloeden.
Om studenten te laten oefenen in discussiëren en debatteren gaat de werkvorm
‘Free2choose’ in op de vraag: Mogen rappers
tekeergaan tegen homo’s? Studenten wordt
gevraagd om stelling te nemen en hun mening
te beargumenteren.
4
Programma’s van het
Anne Frank Huis
10 vragen over lesgeven over
vooroordelen en discriminatie
De Anne Frank Stichting biedt mbo-studenten
drie verschillende programma’s aan waarin met
de lesmaterialen wordt gewerkt.
Meer informatie hierover is te vinden op
www.annefrank.org/mbo
1. Waarom is het belangrijk om
les te geven over deze thema’s?
Iedereen in het onderwijs kan ermee te maken
krijgen. Als je vaardigheden ontwikkelt om
hiermee om te gaan, behoud je een veilige
sfeer in de klas.
Docententraining
De Anne Frank Stichting verzorgt op
verschillende momenten in het jaar een training
voor docenten, waarin didactiek, achtergrondinformatie en vaardigheden centraal staan. De
deelnemers maken kennis met de materialen
en ontvangen achtergrondinformatie over de
werkvormen. Het actuele aanbod docententrainingen is te vinden op
www.annefrank.org/docenten
2. Wat zijn stereotypen
en vooroordelen?
Iedereen gebruikt stereotypen, dat is niet
erg en het heeft een functie: het ordenen
en indelen van de wereld om deze beter te
begrijpen. Indelen doet iedereen: dat gaat
meestal automatisch. Maar indelen leidt
gemakkelijk tot generaliseren. Stereotypen zijn
generalisaties. Het zijn algemene ideeën en
beelden over mensen en groepen. Iedereen
gebruikt stereotypen, maar ze kunnen je in
de weg zitten, omdat ze je het zicht op de
veelkleurige werkelijkheid ontnemen. Vooroordelen zijn emotioneel geladen oordelen vooraf.
Iedereen heeft vooroordelen: geen mens gaat
geheel onbevooroordeeld door het leven.
Stereotypen kunnen leiden tot vooroordelen,
maar doen dat niet automatisch.
Materialen
De werkvormen worden ondersteund door het
handboek ‘Begin bij jezelf! Kleine uiteenzetting
over stereotypen en vooroordelen’
PDF http://www.annefrank.org/ImageVaultFiles/id_15999/cf_21/Begin_bij_jezelf.PDF
Online cursus begin bij jezelf!
Hoe ga je als docent om met vooroordelen
van jongeren? Wat kun je doen tegen discriminatie? En hoe kun je leerlingen corrigeren in en
bewust maken van hun gedrag ten opzichte
van anderen? Voor deze en andere vragen kun
je terecht bij de online cursus Begin bij Jezelf!
http://www.annefrank.org/beginbijjezelf
3. Hoe kan je lesgeven
over stereotypen en vooroordelen?
Communicatietraining
Stereotypen en vooroordelen kunnen abstracte
onderwerpen zijn voor leerlingen. Wat in
dat geval goed werkt, is om het onderwerp
persoonlijker te maken. Laat leerlingen én
docenten ontdekken welke generalisaties en
stereotypen zij zelf gebruiken en bespreek
met elkaar welke vooroordelen jullie kennen.
De AFS biedt naast de vijf werkvormen uit dit
lesmateriaal ook een online cursus aan:
http://www.annefrank.org/beginbijjezelf
Volg de communicatietraining Reageren op
discriminerende opmerkingen. Hierin leer je
op een effectieve manier reageren op heftige
opmerkingen, zodat je een veilige sfeer houdt
in de klas. Je kunt de training zowel in het
Anne Frank Huis als op je eigen opleiding
volgen. Neem bij interesse contact op met
[email protected]
5
4. Maak ik niet onnodige
discussie in de klas los door
deze onderwerpen te bespreken?
komt. Wat bedoelt iemand nou precies te
zeggen? Vanuit welke emotie doet iemand dit?
De LSD-methode (Luisteren, Samenvatten,
Doorvragen) leent zich hiervoor. Afhankelijk
van de situatie kun je ervoor kiezen om de klas
te betrekken in het gesprek of om de betreffende student er later een-op-een op aan te
spreken. Stel wel duidelijke grenzen vast welke
opmerkingen wel en niet worden toegestaan.
Bespreek deze afspraken met de studenten
en zorg ervoor dat deze voor iedereen helder
zijn. Terug kunnen grijpen op dit kader van
afspraken is een goede manier om studenten
duidelijk te maken wat wel en niet is toegestaan in de klas. Geef jongeren de kans om
zichzelf te corrigeren: check waar het oordeel
vandaan komt, maar zet de jongere niet klem.
Wijs niet de jongere af, maar wel het gedrag of
de uitspraak.
Als er in de klas gepest wordt, of leerlingen
worden buitengesloten, dan kan het bespreken
van dit onderwerp lastig zijn. Het is in dat soort
situaties juist van belang om de tijd te nemen
om met de klas het gesprek aan te gaan.
Schat de situatie goed in: welke leerlingen
kunnen extreme standpunten innemen?
En welke leerlingen zitten misschien in een
slachtofferrol?
5. Wat doe ik als leerlingen
emotioneel reageren?
Praten over vooroordelen en discriminatie kan
emotionele reacties bij leerlingen oproepen.
Misschien zijn zij zelf slachtoffer van
discriminatie of worden ze in de klas gepest
of buitengesloten. Het is belangrijk dat er een
veilige sfeer in de klas is, zodat leerlingen
zich op hun gemak voelen en over hun eigen
ervaringen kunnen en durven te praten. Het is
niet erg als er emotioneel gereageerd wordt,
dat is meestal een goed teken: de leerlingen
durven zich te uiten. Luisteren naar elkaar
en elkaar opbouwende feedback geven
kan helpen om de emotionele lading weg te
nemen.
Let op
het is niet vanzelfsprekend dat iemand
(na een incident waarbij hij of zij zich
gediscrimineerd voelt) als voorbeeld wil dienen.
7. Wat kan de school nog meer
doen?
De Anne Frank Stichting heeft een relevant
trainingsaanbod voor docenten:
6. Wat doe ik als er een
discriminerende opmerking wordt
gemaakt?
Reageren op discriminerende opmerkingen
In deze training leer je een aantal gesprekstechnieken waardoor je de rust in het gesprek
houdt en in contact blijft met degene die de
opmerking maakt (leerling, collega, vriend).
Hiermee waarborg je een veilige, positieve
sfeer in de klas en de docentenkamer.
Reageer zoveel mogelijk op discriminerende
opmerkingen. Negeer het niet, want zwijgen
kan worden opgevat als toestemmen; jij
beïnvloedt de sfeer in de groep. Bepaal
van tevoren een standpunt ten aanzien van
discriminatie. Geef duidelijk jouw normen
en waarden aan. Die beïnvloeden de sfeer
namelijk ook. Ben je je daar bewust van?
Zorg ervoor dat je erachter komt hoe ernstig
de opmerking is die de student maakt. Wordt
er iemand direct door geraakt? Stel dan de
norm en waarborg een veilige omgeving, dan
heeft het gesprek de meeste kans van slagen.
Ontdek eerst waar de opmerking vandaan
De strip Nieuwe vrienden is in 2014
gepubliceerd. Nieuwe vrienden is een
educatieve strip met lesmaterialen en
bijbehorende docententraining over identiteit,
vriendschap, vooroordelen en discriminatie
voor jongeren van 11 tot 14 jaar. Hoe ontstaan
nieuwe vriendschappen? Wat doe je als
iemand wordt buitengesloten?
6
10. Waar leer ik meer over Anne
Frank en de geschiedenis van
haar tijd?
In sommige situaties is het noodzakelijk om
juridische stappen te zetten. Je kunt daarvoor
contact opnemen met het kenniscentrum Art.1
of een antidiscriminatiebureau in jouw regio.
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/
discriminatie/aangifte-doen-van-discriminatie
Dit lesmateriaal gaat over stereotypen,
vooroordelen en discriminatie hier en nu. De
Anne Frank Stichting stelt daarnaast ook
lesmateriaal beschikbaar over Anne Frank
en de Tweede Wereldoorlog. Dit lesmateriaal
is ontwikkeld voor het primair en voortgezet
onderwijs. De lesmaterialen zijn te vinden op
de docentenportal:
www.annefrank.org/docenten.
8. Heeft de Anne Frank Stichting
ook tips hoe ik om kan gaan met
antisemitische opmerkingen in de
les?
Op http://www.annefrank.org/nl/educatie/
docentenportal/producten-en-trainingen/
daar-heb-ik-wel-van-terug/
vindt je veelvoorkomende vragen en
opmerkingen die met antisemitisme (haat
tegen joden) te maken hebben. De Anne Frank
Stichting heeft verschillende online en offline
publicaties over dit onderwerp verzorgd.
9. Waarom maakt de Anne Frank
Stichting lesmateriaal over
stereotypen en vooroordelen?
Dat volgt uit de doelstelling van de Stichting.
De Stichting is een onafhankelijke organisatie
die de plek beheert waar Anne Frank tijdens
de Tweede Wereldoorlog was ondergedoken
en waar zij haar dagboek schreef. De AFS
brengt Annes levensverhaal wereldwijd onder
de aandacht ter bezinning op de gevaren
van antisemitisme, racisme en discriminatie
en het belang van vrijheid, gelijke rechten en
democratie.
“Wat is gebeurd, kunnen we niet meer
veranderen. Het enige dat we kunnen doen is
van het verleden leren en beseffen wat
discriminatie en vervolging van onschuldige
mensen betekent. Mijn mening is dat iedereen
de plicht heeft vooroordelen te bestrijden.”
Otto Frank, 1970
7
Download