LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING - VERZORGING Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Namen: Karlien Vervecken, Ellen Philippaerts, Kaatje Op de Beeck Reeks en vakkencombinatie: 1SA2 Economie- biologie, economie- biologie, nederlands- biologie School: Heilig Hart Heverlee Vak: Natuurwetenschappen Onderwijsvorm: A-stroom Onderwerp: Uitscheiding Vakmentor: Mevr. …. of Mr. T’Jampens Richting: ….. Lesuur: Klas: Aantal lln: Datum: Aantal PC’s: Les gegeven door: Beginsituatie SITUERING IN DE LESSENREEKS In voorgaande lessen werd al de inwendige bouw van gewervelde dieren en de samenhang tussen de organen bestudeerd, oa de spijsvertering. Ook de ademhaling, dus de uitscheidingsfunctie van de longen is reeds geziene leerstof, dit is dus herhalingsleerstof voor de lln. De lln leerden tijdens de lessen over het bloed enkele eenvoudige herkenningsmiddelen kennen: albustix voor eiwitten, clinistix voor glucose, kobaltchloridepapier voor water én zilvernitraatoplossing voor zouten. Het is niet zeker dat ze al deze benamingen nog kunnen geven. RELEVANTE VOORKENNIS Werkelijke linkerzijde en rechterzijde van menselijk lichaam op de tekening is omgekeerd van hoe wij het zien. Dit aspect kwam reeds in het 1ste trimester aan bod bij de studie van de inwendige bouw van het konijn: nl. linkerlong en rechterlong, zie leerwerkboek Biogenie+ 1 p. 83 +84+212. In het 3 de trimester komt dit ook aan bod bij de studie van het hart: vb. rechterkamer en linkerkamer van het hart in leerwerkboek p. 236, deze leerstof is vermoedelijk nog niet in alle klassen aan bod gekomen. De lln kennen de termen zweet en urine reeds uit het dagelijkse leven. Ze weten dat er verschillende mogelijkheden van uitscheiding zijn (maar waarschijnlijk niet gekend met deze term). KENNIS DIE NOG NIET AANWEZIG IS Verschil tussen excretie en secretie. Bij excretie spreken we over stoffen die geen verdere functie/ nut meer hebben voor het lichaam. Secretie is afgifte van stoffen die nog nuttig of bruikbaar kunnen zijn (vb nectar bij insectenbloeiers). Secretie wordt wel pas besproken in de 2e graad. Verschil tussen excretie en ontlasting (= defeacatie). Ontlasting via de anus is GEEN excretie aangezien de stoffen in de ontlasting nooit in het lichaam zijn opgenomen maar enkel door het darmkanaal gepasseerd zijn. De lln gaan ontlasting waarschijnlijk wel als voorbeeld van uitscheiding geven. CO2 wordt vaak gezien als afvalstof, toch is deze stof noodzakelijk voor het lichaam. BELEVINGS- EN ERVARINGSWERELD De lln kunnen omschrijven wat er gebeurt als het heel warm is of als ze (intensief) aan het sporten zijn. Eveneens merken ze op dat ze op bepaalde plaatsen (bijvoorbeeld onder de oksels) heftiger zweten dan op andere plaatsen (bv. Voetzool). Ze kunnen beschrijven wat honden doen als ze het warm hebben (ze beginnen te hijgen en hun tong hangt uit hun bek). - Ze weten ook dat als ze heel veel (water) drinken, ze meer naar het toilet moeten. VERANTWOORDING Situering in de eindtermen Vakgebonden eindtermen Natuurwetenschappen 2) De leerlingen kunnen systemen bij de mens de bouw, de werking en de onderlinge samenhang van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloed, de bloedsomloop en het uitscheidingsstelsel beschrijven. Situering in leerplan Leerplan natuurwetenschappen 1ste graad A van het VVKSO, D/2010/7841/001 (p. …) Leerlijn / leerstofthema 3. Organismen functioneren door energie en stoffen om te zetten en te transporteren 3.4 functie en samenhang van stelsels bij de mens 3.4.4 uitscheidingsstelsel (ca 2 lestijden) Leerplandoelen en didactische wenken B43) De noodzaak van het verwijderen van afvalstoffen en stoffen in overmaat uit het bloed weergeven. Wenken De organen die helpen bij de uitscheiding zijn: nieren, huid, longen. Het verband kan gelegd worden tussen de rol van de cel in de stofomzetting en meer specifiek in de productie van afvalstoffen en de functie van het uitscheidingsstelsel in het afvoeren van deze afvalstoffen. Zonder deze uitscheiding kan het organisme niet functioneren en gaat het dood. In B11 komt de inwendige bouw en de samenhang van de organen aan bod. B44) Op model en beeldmateriaal de organen betrokken bij het afvoeren van afvalstoffen herkennen en benoemen. Wenken De volgende organen spelen een rol in het verwijderen van afvalstoffen uit het organisme: long, huid, nieren (nierschors, niermerg, nierbekken), urineleider, urineblaas, urinebuis. Het is niet de bedoeling om al deze organen in detail te bespreken. Via het gebruik van een 3D-model kan een geleidelijke overgang worden gemaakt naar animaties en (vlak) beeldmateriaal. Op die manier leren leerlingen ruimtelijke waarnemingen te abstraheren en zich ook bij vlak beeldmateriaal een ruimtelijke voorstelling te maken. B45) De aanpassing van een orgaan betrokken bij uitscheiding in verband brengen met de specifieke functie. Wenken Er kan een keuze gemaakt worden tussen long, huid, nieren. Als basis is het voldoende dat één orgaan behandeld wordt en de algemene betekenis van het verwijderen van afvalstoffen aan bod komt. Indien de tijd en de leerlingengroep het toelaat kan men meer verdiepend werken en meerdere organen die een rol spelen in de uitscheiding behandelen. De uitscheidingsfunctie van de long komt aan bod in B40. De rol van de huid in thermoregulatie kan nu uitgebreid worden naar uitscheiding. De dissectie van de nier behoort tot de mogelijkheden om macroscopisch waarneembare delen te benoemen (zie ook punt 3.7 – wenk i.v.m. dissecties). Zijn er verschillen tussen het leerplan en het leerwerkboek van de lln? - de term ‘longzakje’ moet volgens het leerplan niet worden aangebracht. Opperhuid en lederhuid moeten dan weer wel gezien worden, deze staan in de samenvatting van het leerwerkboek. ALGEMEEN LESDOEL De noodzaak van uitscheidingsorganen longen, zweetklieren en nieren bespreken Schoolagenda (leerling): Uitscheiding (p. 250-261) Gebruikte bronnen bij het lesontwerp (door de student/stagiair): DE SCHEEMAEKER, K., VAN NEVEL, C. en VAN WYNSBERGHE, H., NW voor Jou 1- ontdekeditie, katern C’, Uitg. Van In, Wommelgem, 2010. (p. ….) DE SCHEEMAEKER, K., VAN NEVEL, C. en VAN WYNSBERGHE, H., NW voor Jou 1- onderzoekeditie, katern 4’, Uitg. Van In, Wommelgem, 2010. (p. ….) VANOPRE, B., ea., BIOgenie+1 – leerwerkboek, Uitg. De Boeck, Antwerpen, 2010, 300 pagina’s (p 250-261) WALKER, R., Hét boek over het menselijk lichaam: een fotografische reis door je eigen lijf, uitg. Gottmer, Haarlem, 2001, 64 pagina’s. DISCART, C., ea., Naturalis 1 leerwerkboek, uitg. Plantyn, Mechelen, x, 222 pagina’s (p.206- 215) DISCART, C., ea., Naturalis 1 leerboek, uitg. Plantyn, Mechelen, x, 180 pagina’s (p.171-178) Papillon,’Ureum, wat doet het voor je huid ?’, internet, 2009-01-15, (http://mens-engezondheid.infonu.nl/aandoeningen/30155-ureum-wat-doet-het-voor-je-huid.html) Provincie Oost- Vlaanderen, ‘studiehoekje’, internet, 2011-04-04, (http://www.pmgent.be/Leren/bio/bio1_stelsels.htm) CAMPBELL, ea., ‘ Biology, een samenvatting, H22: Ademhaling/ gaswisseling’, internet, 2011-04-04, (http://www.fontys.nl/lerarenopleiding/tilburg/biologie/cd%20amsterdam/bCMR/deel5/H22/02pagH22.htm) X, bedpan, internet, 2011-04-04, (http://www.bouwinfo.be/forum/viewtopic.php?f=20&t=17289&start=225) Amy Henry, ‘Why teen boys don’t stink’, internet, 2010-08-19, (http://www.youthbeat.com/blog/?Tag=Axe) Schoolbieb.nl, ‘Broeikaseffect’, internet, 2011-04-04, (http://www.schoolbieb.nl/voortgezet_onderwijs_doelgroep/3_44_4_vmbo_%28onderwijsniveau%29/natuurkun 2 de__38__scheikunde_%28vak%29/gevolgen_van_energieverbruik_gr/broeikaseffect_gr) http://www.vsvapor.net/blog/e-cigarette/sustain-your-breathing-fitness-and-keep-your-lungshealthy%E2%80%93-use-e-cigarette/ http://gezondheidsweb.blogspot.com/2010/04/huid.html http://www.urolog.nl/urolog/php/patients.php?doc=nier&lng=nl http://www.nierdialyse.nl/content/dialyse/nierdialyse.asp Handboek en/of werkbladen van de lln VANOPRÉ, B., D’HAENINCK, L., DEKEERSMAEKER, L. en CELEP, H., BIOgenie+ 1 – leerwerkboek, Uitg. De Boeck, Antwerpen, 2010, 300 pagina’s (p. 250-261) GEBRUIKTE ONDERWIJS- EN LEERMEDIA a) Aanwezig in het leslokaal Biolokaal DLO overheadprojector model menselijke romp (skelet mens) wandplaat huid model huid Biolokalen 2de graad S.O. (NW 1ste verdieping, Bio 2de verdieping en Aa/Bio 4de verdieping) overheadprojector model menselijke romp? skelet mens? b) Aanwezig in materiaaldoosje zes druppeltellerflesjes met ontsmettingsalcohol of ether c) Zelf mee te brengen 1. 2. 3. 4. 5. 6. Transparantstift Absorberend papier (keukenrol) nier bordkrijt ballon koffiefilter d) Transparanten A) B) C) D) E) F) G) H) I) J) K) instap: bedpan, deodorant en koolstofdioxideuitstoot (bovenaan)+ zweet (onderaan) longen macroscopisch en microscopisch de huid macro- en microscopisch de huid schematische tekeningen WB Figuur ligging nieren tov ribben Fig. nieren in leerwerkboek p. 257 Samenvatting leerwerkboek p. 261 Fig. drinken + medicijn Phenacetine Fig. nierstenen + nierdyalise Fig. risicofactoren oa driedimensionaal model’ van de huid op transparant: geen Engelse benamingen, bovenaanzicht groeven en poriën moeten zichtbaar zijn om een meerwaarde te bieden tov de figuur in het leerwerkboek. 3 Werkbladen invullen met visuele ondersteuning voor de lln Samen met de lln de werkbladen invullen tijdens de les is didactisch het beste, maar vaak verloopt dit moeizaam (vb. onduidelijk geschrift, vraagt veel tijd zodat men minder aandacht heeft voor de klasgroep, …). In deze eerste stageles doe je dit daarom beter niet. Alle wb worden dus vooraf thuis ingevuld met een blauwe transparantstift. Tijdens de les wordt een ‘schuifsysteem’ gebruikt. (Voor benamingen naast tekeningen werkt een schuifsysteem niet, dus deze worden best tijdens de les in een duidelijk handschrift geschreven.) 4 5 Didactisch lesontwerp Leerdoelen De lln kunnen … Lesfasen & timing Onderwijs- en leeractiviteiten Instap motivatie 4’ KRACHTIGE LEEROMGEVING Lkr stelt zich voor. Lln moeten hun schoolagenda, leerwerkboek en schrijfgerief klaar leggen op de bank. DEMONSTRATIE - transparant Wat zien we op de foto’s? Waarvoor gebruiken we een bedpan? Wanneer gebruiken we deodorant? Welke stof wordt er uitgestoten bij verbranding? Wat hebben deze stoffen (urine, zweet en koolstofdioxide) nu met elkaar te maken? Wat is een synoniem voor uitscheiding? aankondigen lesonderwerp + invullen agenda “Vandaag gaan we dus de uitscheiding, ook wel excretie genoemd, bespreken.” De term uitscheiding en de noodzaak ervan verklaren (C3) Lesfase 1: Ontdekking sfase 6’ Leerinhoud (Blanco naamkaartjes liggen reeds op lln-tafels) Transparant A (bovenaan): Bedpan, deo en koolstofdioxide uitstoot DEMONSTRATIE - transparant ONDERWIJSGESPREK Wat is deze persoon aan het doen? Wat heb je nodig om te kunnen sporten? Waar in het lichaam gebeurde de stofwisseling (= energieproductie) ook alweer? Als je zelf een half uurtje intensief aan het sporten bent, wat gebeurt er dan met je ademhaling? Met welke organen nemen wij (zoogdieren) zuurstof op? Tijdens het sporten krijg je het ook heel warm, hoe merk je dat aan je lichaam? Door de uitputting ga je ook heel dorstig worden, wat gebeurt er door heel veel te drinken? Welke organen “deze organen, namelijk de huid, longen en nieren, zijn delen van het uitscheidingsstelsel” Uitscheiding = excretie ONDERZOEKSVRAAG: ‘ Welke organen zorgen voor de uitscheiding van stoffen?’ agenda Bord: UITSCHEIDING (LWB p. 250-261) “ Excretie is een moeilijk woord, wat verstaan we hier nu onder?” Voorbeelden van overtollige stoffen en afvalstoffen geven (C2) Media 1. NOODZAAK VAN EXCRETIE Transparant A (onderaan): ‘zweet’ 1.1 WAT IS UITSCHEIDING? Excretie = uitscheiding= verwijderen (buiten het lichaam brengen) van afvalstoffen en overtollige stoffen A Afvalstoffen: stofwisseling. onbruikbare eindproducten van de - Vb van afvalstoffen: afbraakstoffen van eiwitten B Overtollige stoffen: stoffen die nog nuttig kunnen zijn voor het lichaam maar toch worden afgescheiden wanneer ze in overvloed aanwezig zijn. - Vb. van overtollige stoffen: water, zouten, koolstofdioxide, … 6 “ Nu is er een onderscheid tussen de stoffen die door het lichaam worden uitgescheiden.” Opslag van afvalstoffen in cellen: cellen functioneren niet normaal aantasting van weefsels organisme wordt ziek en sterft Uitscheiding wil dus zeggen, verwijderen uit het lichaam. Welke (vloeibare) stof wordt er verwijderd bij de spijsvertering? Zou deze urine nog nuttig kunnen zijn voor het lichaam? In urine zitten afbraakstoffen afvalstoffen voor het lichaam. 2.2 WAAROM IS UITSCHEIDING ZO BELANGRIJK? van eiwitten, deze Teveel aan overtollige stoffen: kunnen schade toebrengen aan weefsels zijn Tijdens het ademhalen, welke stof wordt er da verwijderd uit het lichaam? We hebben ook al gezien dat we gaan zweten door de huid, waaruit bestaat dit zweet? Heeft ons lichaam nood aan oa. water, zout en koolstofdioxide? Deze stoffen classeren we onder overtollige stoffen. Ze kunnen nuttig zijn, maar wanneer ze in overvloed voorkomen worden ze verwijderd uit het lichaam. Stel nu dat je deze stoffen niet zou uitscheiden, zou Leerwerkboek p. je dan nog optimaal kunnen functioneren? 252 bovenaan Lln duiden de te kennen leerstof aan en vullen voorbeelden overtollige stoffen en afvalstoffen aan De gasuitwisseling van Lesfase 2: Herhaling het longblaasje aantonen en de gassen koolstofdioxide, waterdamp en zuurstofgas benoemen. (C2) “ Het verwijderen van de afvalstoffen en overtollige stoffen gebeurt niet zomaar, hiervoor hebben we speciale organen nodig, welke organen zijn dit?” 2. UITSCHEIDINGSORGANEN 2.1. UITSCHEIDING VIA DE LONGEN ONDERWIJSGESPREK We beginnen met de longen De ademhaling hebben jullie al eens besproken, wat zijn weer de 2 hoofdredenen waarom we moeten ademhalen? (1 Zuurstof opnemen, 2 koolstofdioxide afgeven) Waar in ons lichaam bevinden zich de longen? Lln wijzen op zichzelf de longen aan DEMONSTRATIE – romp 2.1.1 LIGGING VAN DE LONGEN De longen bevinden zich in de borststreek, boven het hart en worden beschermd door de ribben Model menselijke romp De longen vullen zich met zuurstof wanneer inademen. wordt opgenomen door het bloed het bloedt geeft koolstofdioxide + water af we 7 DEMONSTRATIE - transparant Transparant B: ‘longen macroscopisch en microscopisch’ Wat ademen we ook alweer in? En uit? Koolstofdioxide EN waterdamp Wanneer we uitademen verwijderen we de overtollige koolstofdioxide en water uit ons lichaam. Lln passen termen aan: Longtrechtertje longzakje Oxidatie schrappen Vb wanneer we uitademen op een (koude) spiegel vormt er condens. DUOWERK Lln maken adhv. de korte herhaling opdracht 1, WB 253 KLASSIKALE VERBETERING opdracht 1 KLASSIKAAL OPLOSSEN opdracht 2 Wat gebeurde er ook weer wanneer we uitademen op een koude spiegel? lln pasen term aan (puntje 2): afvalstoffen overtollige stoffen Wat gebeurt er in afvalstoffen creëren? de cellen waardoor 2.1.1 AANPASSING LONGEN AAN DE UITSCHEIDING Energieproductie (= vorming afvalstoffen en overtollige stoffen) : in de cellen we Energieproductie Lkr blaast in de ballon, nadien in het filterzakje Longblaasjes: dunne wand zodat gassen makkelijk worden uitgewisseld Wat zie je? Hoe komt het dat alle lucht in de ballon gevangen blijft en in het filterzakje niet? Zijn de ‘wanden’ allebei even dik? Als je het filterzakje vergelijkt met de wand van de longblaasjes, wat zou dan het nut van hun bouw kunnen zijn? aanduiden volledig p.253 + besluit p. 254 toepassing 2: niet Lln leest besluit p 254 Ballon en koffiefilter Een zweetklier op een schematische tekening aanduiden en twee functies van het zweet bespreken (C3) Lesfase 3: “Hoe komt het dat we niet oververhit raken?” Onderzoek en verwerkin g DEMONSTRATIE - transparant OLG Transparant C: 2.2 UITSCHEIDING VIA DE HUID De huid macroen microscopisch 2.2.1 LIGGING VAN DE HUID 1) ligging huid De huid bedekt gans ons lichaam 8 Welk orgaan heeft een oppervlakte van ongeveer 1,5m2 en heeft een massa die ca 15% van het Transparant D: Schematische lichaamsgewicht bedraagt? tekeningen WB Kijk eens goed naar jullie huid, wat zien jullie? Welke kliertjes zorgen ervoor dat we stoffen via de huid kunnen uitscheiden? Over welke stof hebben we het? Hoe smaakt zweet? Waaruit zou zweet dan kunnen bestaan? In welk deel van de huid bevinden deze zweetkliertjes zich? Kijk eens naar een zweetkliertje op de microscopische foto, hoe zien ze eruit? Wat zit er rond? Wat zou het nut kunnen zijn van het haarvatennetwerk rond het kluwen? Lln vullen tegelijkertijd hun WB p 254 aan Het zweet wordt gevormd in het kluwen, langs welke weg wordt het uit het lichaam verwijderd? ether Denk aan een toilet (afvoerbuis) Waar eindigt de weg van het zweet? luidop lezen tekstje onderaan p.254 zelfstandig maken van opdracht 4 p.255 klassikale verbetering opdracht 4 “ Een eerste functie van de zweetklieren is dus het uitscheiden van stoffen via de huid, welke is er nu nog?” DEMONSTRATIE – proef + onmiddellijk noteren op wb 255 Druppeltje ether op hand van lln doen Blijft de ether lang op je hand? Wat gebeurt ermee? Hoe voelt het aan? Welke functie kunnen we nu nog afleiden uit dit proefje? Macroscopisch: groeven en haren hoe jonger je bent, hoe fijner en dunner de haartjes 2) ligging zweetklieren in de huid - verspreid over gans het lichaam in de lederhuid (soepel) 2.2.2 UITZICHT ZWEETKLIEREN kronkelende buisjes, opgerold tot een kluwen en omgeven door haarvatennetwerk 3) zweet Bestaat uit water, minerale zouten en afvalstoffen kluwen afvoerbuis porie 2.2.3 FUNCTIE VAN ZWETEN 1) aanpassing kluwen aan de uitscheiding - dunne wand voor opname uitscheidingsproducten uit het bloed (haarvatennetwerk) groot oppervlak zodat veel zweet kan gevormd worden 2) afkoelend effect - de verdamping van zweet onttrekt warmte aan de huid 9 In eigen woorden uitleggen hoe het komt dat we rood worden in een warme omgeving en bleker in een koude omgeving. (C3) Lesfase 4: ontdekkin gsfase 4’ “Waarom worden we rood als we het heel warm Transparant E: hebben?” Regeling 2.2.4 VERNAUWEN EN UITZETTEN BLOEDVATEN lichaamstempera tuur DEMONSTRATIE- TRANSPARANT bekijk fig 13.4 in jullie WB, wat is het verschil in de linkse en rechtse prent? Wat gebeurt er met de bloedvaten in de lederhuid wanneer we ons in een warme omgeving bevinden? En in een koude omgeving? Verklaren vernauwen en uitzetten bloedvaten 1) warme omgeving Bloedvaten zetten uit bloed koelt af meer zweet afkoeling versterkt rode kleur 2) koude omgeving Bloedvaten vernauwen beperkte afkoeling minder zweet blekere kleur Leerlingen kunnen de nieren op een tekening en bij hun eigen lichaam situeren. (C3) Lesfase 5: ‘Als het bloed doorheen het lichaam stroomt, breng het niet enkel voedingsstoffen en zuurstofgas naar alle cellen, maar neemt het ook afvalstoffen op. Een deel van deze afvalstoffen wordt uit het lichaam verwijderd door de nieren.’ 2.3. UITSCHEIDING VIA DE NIEREN Transparant F: Ligging nieren OPDRACHT (lln staan recht) + DEMONSTRATIEtransparant ligging nieren Ga allemaal eens rechtstaan en zet je handen op de aangegeven plaats. Welk uitscheidingsorgaan ligt er op de plaats waar (model je handen staan? menselijke romp) DEMONSTRATIE - model menselijke romp Lkr duidt middenrif aan op het model. Wat is de functie van het middenrif? Zien jullie een verschil op het model tussen de rechter - en de linkernier? Wat zou de oorzaak zijn van dat verschil in hoogte tussen de linker – en de rechternier? 2.3.1. LIGGING VAN DE NIEREN 1) ligging nieren De twee nieren liggen tegen de achterwand van de buikholte, ter hoogte van de lenden. Ze liggen links en rechts van de wervelkolom en worden beschermd door een laag vetweefsel. - - De rechternier ligt lager dan de linkernier (Verklaring: de lever ligt aan de rechterzijde en drukt de rechternier naar beneden.) Aandachtspunt: werkelijke linkerzijde en rechterzijde op de tekening is omgekeerd van hoe wij het zien (cfr. linkerkamer en rechterkamer op tekeningen van het hart, deze leerstof is vermoedelijk nog niet in alle klassen aan bod gekomen) 10 Leerlingen kunnen de verschillende delen die bijdragen tot de uitscheiding via de nieren benoemen en aanduiden op een tekening. (C3) Wat is de linker - en de rechternier op het model? DEMONSTRATIE – invullen p. 257 Lkr gebruikt transparant 2) urineleiders Functie: voert urine (afvalstoffen en overtollige stoffen) af naar de urineblaas Transparant G: Wb. p. 257 Lln. maken individueel opdracht 5 in wb p.257 Klassikale verbetering opdracht 5 Nummer 1 is de linkernier en nummer 2 is de rechternier. Dit kan je vergelijken met het hart. De linkerkamer en de rechterkamer is ook omgekeerd op de tekening dan je zou vermoeden. 3) urineblaas Functie urineblaas: … Inhoud urineblaas:urine 4) urinebuis Urine wordt hier tijdelijk opgeslagen. Nummer 3 is de urineleider. Wat zou de functie van de urineleider kunnen zijn? Nummer 4 is de urineblaas Nummer 5 is de urinebuis. Integratie Kan er iemand nog eens herhalen welke weg de urine aflegt? Urine ontstaat in de nieren. Via de urineleiders komt de urine in de urinebuis terecht. Via de urinebuis verlaat ze het lichaam. Weg van de urine: nieren -> urineleiders ->urineblaas ->urinebuis ‘Laten we even alles herhalen’ Kan er iemand nog eens even herhalen wat excretie Transparant H: Wb. 261 of uitscheiding is? Samenvatting Som nog eens de verschillende uitscheidingsorganen op. Wat ademen we in? Wat ademen we uit of wat scheiden we uit? Waar worden die gassen uitgewisseld? Wat was het voordeel van het longblaasje? Waarom verloopt dit vlot? Wat scheiden we uit wanneer we lang gesport hebben? Welk orgaan zorgt hiervoor? Lln. passen term aan. gekronkeld buisje ->afvoerbuis Wat is het laatste uitscheidingsorgaan dat in jullie samenvatting staat? SAMENVATTING Uitscheiding of excretie is het verwijderen van afvalstoffen en overtollige stoffen uit het bloed en uit het lichaam. De uitscheidingsorganen zijn longen, huid en nieren. We ademen zuurstofgas in en ademen koolstofdioxide + waterdamp uit. De gassen worden uitgewisseld in het longblaasje. Het longblaasje heeft een dunne wand. We scheiden zweet uit via de zweetklieren in onze huid. De nieren 11 Lln. schrappen uitleg bij nieren en lkr. dicteert het juiste. De nieren vormen urine. Deze urine wordt opgeslagen in de urineblaas en tenslotte geloosd via de urinebuis. Leerlingen kunnen de oorzaken en remedies van een aantal nieraandoeningen benoemen. (C3) Slot Wat is uitermate belangrijk voor een goede urineproductie? Waarom is drinken zo belangrijk? Wat zou schadelijk kunnen zijn voor de nieren? Een voorbeeld van een medicijn dat schade kan toebrengen aan de nieren Phenacetine. Het is een pijnstiller, die het nierweefsel kan aantasten. Kan er iemand een voorbeeld geven van een aandoening aan de nieren? Hoe zouden bijvoorbeeld nierstenen kunnen ontstaan? Wat zou de oorzaak kunnen zijn van de vorming van nierstenen? Transparant I: Drinken + Phenacetine Gezondheidseducatie Voldoende drinken is heel belangrijk voor een goede nierwerking. Sommige medicijnen kunnen schadelijk zijn voor de nieren of kunnen de nierwerking beletten. Transparant J: Nierstenen, nierdyalise Waarom kan heel snel vermageren slecht zijn voor de nieren? Nieraandoeningen Een niersteen is een klein steentje dat wordt gevormd door de samenklontering van onoplosbare kristallen in de urine. De voornaamste oorzaak van nierstenen is een onvoldoende vochtopname. Hoe minder we drinken, hoe geconcentreerder onze urine is en hoe makkelijker zich nierstenen vormen. Weinig drinken en veel zweten zorgt voor een snelle gewichtsafname. Maar als je te weinig drinkt komt de werking van de nieren in het gedrang. Kan er mij iemand vertellen waarom een nierdialyse wordt uitgevoerd? Transparant K: Wat gebeurt er tijdens een nierdyalise? Risicofactoren Wat is de laatste stap wanneer de nieren niet meer functioneren? Wat zijn mogelijke risicofactoren die de nierfunctie verminderen? Als de nieren onvoldoende werken, wordt het bloed niet voldoende gezuiverd. Het lichaam wordt dan stilaan vergiftigd. Bij nierdialyse wordt de functie van de nieren gedeeltelijk overgenomen. De nieren zuiveren het bloed van allerlei afvalstoffen. Als de nieren heel slecht werken, wordt het bloed niet goed gezuiverd. Het bloed moet dan kunstmatig gezuiverd worden. Dat kunstmatige zuiveren wordt nierdialyse genoemd. Men gaat de nieren transplanteren. - diabetes - hoge bloeddruk - hart – en vaataandoeningen - familiale voorgeschiedenis - roken 12 13 Biolokaal DLO B O R D S C H E M A PROJECTIE TRANSPARANTEN ACHTERZIJDE LINKERBORD RECHTERHELFT MIDDENBORD RECHTERBORD Uitscheiding (p. 250-261) Biolokaal S.O. (2de verdieping) B O R D S C H E M A L O K A A L KRIJTBORD Uitscheiding (p. 250-261) SMART-BORD PROJECTIE TRANSPARANTEN 14