Handout TV 5 geloof De belangstelling in de Klassieken kwam weer terug waardoor de schilderkunst, beeldhouwkunst en literatuur helemaal opleefde. Maar de belangrijkste verandering is dat de individu meer naar voren kwam. Men leefde niet meer alleen voor het leven na de dood, maar waren van mening dat je maar één keer leeft, dus er wat moois van moet maken. Vergeleken met de middeleeuwen is dit natuurlijk een vrij ingrijpende verandering. Het geloof kwam nog zwaarder onder druk te staan toen wetenschappers (ook wel humanisten genoemd) kritiek begonnen te geven op de theorieën uit te bijbel. Een van de bekendste humanisten is Erasmus. Dankzij deze humanisten zoals bijvoorbeeld Erasmus, werd het individuele persoon dus als veel belangrijker ervaren dan God in het middelpunt van het dagelijks leven. Verspreiding geloven in TV 5 Afsplitsingen in het christendom in de katholieke kerk en de protestanten door de hervorming. Er ontstonden ook andere kerken als de Anglicaanse kerk. Tegenreactie van de katholieke kerk door middel van de Contrareformatie. Deze hield enkele veranderingen binnen kerk in. Ook de manier van geloven veranderde. De persoonlijke relatie tot God werd als belangrijker beschouwd binnen de Kerk. Vanuit de Kerk werd minder gepreekt over de angst voor God die de mensen moesten hebben, maar er kwam een verschuiving naar het verbeteren van het contact of de persoonlijke relatie met God. De renaissance was een periode waarin de intolerantie ten opzichte van andersdenkenden eerder toe- dan afnam. Niet katholieken werden niet geaccepteerd en konden niet openlijk hun geloof beoefenen. Zij werden vervolgd door de Kerkelijke Inquisitie of bloedbank. Het geloof had nog steeds een zeer grote invloed op het dagelijks leven. Vorsten werden gezalfd bij hun troonsbestijging, huwelijken werden in de Kerk ingezegend, kinderen werden gedoopt en begrafenissen werden in de Kerk gehouden. Islam: o Had geen directe invloed op het leven in West-Europa, maar werd daar wel bestreden. o Wel was er interesse van geleerden in de islamitische cultuur. De Koran en Arabische boeken werden vertaald naar het Latijn zodat ook zij het begrepen. Jodendom: o Werden regelmatig verdreven uit gebieden. De joden waren nog steeds buitenstaanders in de samenleving. Zij konden geen lid worden van een Gilde en kregen geen ambtelijke banen. Hierdoor hadden sommigen een macht verworven door het lenen van geld en waren opgeklommen tot de bankiers of rijke kooplieden. Boeddhisme en Hindoeïsme: o In dit tijdvak hebben er geen ingrijpende veranderingen plaatsgevonden.