Ellada-Roma 2016 donderdag 22 september– zondag 2 oktober 2016 5 gymnasium Comenius College Hilversum .................................................. Reis en verblijf Heenreis: donderdag 22 september - 04.00 uur 04.15 uur 07.10 uur: 09.10 uur: 13.20 uur: verzamelen op schoolplein Comenius Vertrek per bus naar Brussel-Charleroi inchecken op Brussel-Charleroi vlucht FR1197 Brussel – Athene met Ryanair aankomst Athene; bustransfer naar hotel Terugreis: zondag 2 oktober - 15.30 uur: bustransfer naar vluchthaven Fiumicino 16.50 uur: inchecken 18.15 uur vlucht VY6294 Rome – Amsterdam met Vueling 21.00 uur: aankomst Amsterdam Eigen vervoer naar huis Hotelgegevens datum plaats 22-09 Athene 23-09 Nafplio 24-09 Kaiafas 25-09 Delfi 26-09 boot 27-09 Pompeii 28 t/m 02-10 Rome Begeleiders: hotel Hotel Economy Hotel Nafplia Kaiafas Lake Varonos Patras – Bari (27/9: 9.30 u) Hotel Vittoria Casali adres Kleisthenous 5 Navarinou 11 telefoon +30 210 5220520 +30 27520 28167 +30 26250 32954 V. Pavlos & Friderikis 25 +30 22650 82345 Superfast II Piazza Porta Marina +39 081 5369016 Via Amendola 95 +39 06 486824 Sean Keller en Henk Ruiter Heleen Schoonenberg (Griekenland en Pompeii) Tessa Nagel (Rome) Contactpersoon Comenius: Floor Tiesing 035- 6215751 (Comenius College) 035 –6850801/0630398646(privé) Deelnemers werkweek Ellada-Roma 22 september – 2 oktober 2016 Leerling 1 Djurre Barten 2 Zico Bos 3 Marnix Bos 4 Floor Broer 5 Lucas Brouwer 6 Sander van Buul 7 Kevin David 8 Pascalle Dietrich 9 Lisa Drevijn 10 Jana van Ekeren 11 Dionne Gantzert 12 Floor Geelen 13 Maan Goedhart 14 Anne Gravesteijn 15 Bram Grommers 16 Judith van Halsema 17 Lisa Heijmans 18 Esther Hooimeijer 19 Vera Horjus 20 Fay de Lange 21 Nathan Man 22 Naemo Mollen 23 Emilia Ploeger 24 Laura du Pree 25 Arjen Spijker 26 Michelle Steinvoort 27 Isabel Subke 28 Felice Tabak 29 Dana op het Veld 30 Victor Westgeest Begeleiding Sean Keller Henk Ruiter Heleen Schoonenberg Tessa Nagel +31 6 34770813 +31 6 23115349 +31 6 47134737 +31 6 45552311 Nuttige en praktische informatie Bagage 1 koffer: max. 15kg 1 stuk handbagage: max. afm 40x25x20 (max. 10 kg) Paklijst Geldig paspoort of identiteitskaart Verzekeringspasje Mobiele telefoon + oplader Programmaboekje Ellada-Roma (“reisgids”) KCV-boek Forum Presentatie-documentatie ‘Ontbijtpakket’ voor eerste dag (do 27 augustus) Waterflesje/bidon Kleding; NB: decente kleding voor in de kerken (bedekte schouders; rok/broek over de knie) 1 warm vest/warme trui Jas /dun regenjack Toiletspullen (o.a. zonnebrandcreme) Eigen medicijnen/reistabletten (+ evt geneesmiddelenpaspoort [EMP] Europees Medisch Paspoort) Goede wandelschoenen/sportschoenen Blarenpleisters Zakgeld (ca € 15,- pppd) Schrijfgerei NB Vloeibare toiletspullen, pincets, schaartjes ed, NIET in handbagage. Regels werkweek 2016 1. Een ieder draagt bij aan een goed verloop en een goede sfeer. 2. Tijdens excursies blijft iedereen altijd bij de groep. 3. Op excursievrije momenten blijf je in elk geval in groepjes van minimaal vier personen. De werkweekleiding wil altijd op de hoogte zijn van je plannen voor vrije dagdelen. Dus geen eigen uitstapjes zonder toestemming van de leiding. 4. De tijden in het programma zijn stipt, dus wees steeds op tijd. 5. Het kopen, gebruik en/of bezit van (licht) alcoholische dranken en drugs is verboden. In de gastlanden wordt bij overtreding streng gestraft. 6. Iedereen houdt zich aan de regels van het gastverblijf. 7. Om overlast te voorkomen, mag er geen versterkte geluidsapparatuur mee worden genomen. 8. De kamerindeling in hotel en boot wordt door leiding vastgelegd; jongens en meisjes apart. Gemengd slapen is niet toegestaan. We gaan ervan uit dat alle leerlingen zich houden aan de bovenstaande regels en aan alle aanwijzingen van de begeleiders. De reisleiding zal bij een eerste overtreding van de regels officieel waarschuwen en de ouders en de schoolleiding daarvan op de hoogte stellen. Bij nogmaals overtreden van de regels of ernstig wangedrag wordt contact opgenomen met ouders en kan de leiding ertoe besluiten de betreffende leerling op eigen/ ouders’ kosten voortijdig naar huis te sturen. Programma Donderdag 22 sep Athene: Nationaal Archeologisch Museum; Griekse agora ’s avonds diner + overnachting in Athene. Vrijdag 23 sep 08.30: Akropolismuseum; lunch; wandeling naar Akropolis via o.a. Dionysostheater. 16.00: busrit via Kanaal van Korinthe naar Peloponnesos; overnachting in Nafplio Zaterdag 24 sep ‘s morgens: Epidauros: theater; museum; opgravingen; ‘s middags: burcht van Agamemnon; schathuis van Atreus; Rit over Peloponnesus naar Olympia; diner + overnachting in Kaiafas Zondag 25 sep ‘morgens: Olympia: site en museum namiddag rit naar vasteland via brug Rio-Andirio naar Delphi; diner + overnachting in Delphi Maandag 26 sep ‘s morgens: Delphi: site en museum met de bus naar Patras: 15.30 uur in de haven, overnachting op de boot Patras – Bari (17.30 – dinsdag 9.00 uur) Ellavda Roma Dinsdag 27 sept 10.00– 12.30 uur busrit Bari – Pompeii Pompeii Woensdag 28 sept Oplontis; Napels: Archeologisch museum 15.00 uur busrit naar Roma Donderdag 29 sept Santa Maria Maggiore, Santa Prassede, San Pietro in Vincoli Forum Romanum en Palatijn 17.00 uur: Galleria Borghese via Piazza del Popolo Vrijdag 30 sept 10.30 Vaticaanse musea via Engelenburcht; St Pieter; optioneel: beklimmen van koepel St Pieter 17.30 Colosseum Zaterdag 1 oktober 9.40 uur: Capitolijnse musea; ’s middags: Pantheon, Ara pacis, Res Gestae Zondag 2 oktober Santa Maria degli Angeli e Martyri, evt. Museo Massimo 15.30 uur: bus naar vliegveld: Rome-Amsterdam (18.15 -- 21.00 uur) Presentatieonderwerpen + verdeling Akropolis: Parthenon, Erechtheion, Nikè-tempel, Akropolis-museum Dana en Kevin Theaters: in Athene, Epidauros, Pompeii (Odeon) en Rome Arjen en Aemilia Mykene : burcht Mykene, leeuwenpoort, schathuis, museum Dionne en Felice Delphi: site en belangrijkste stukken in museum Elisa en Pascalle Olympia: site en museum Maan en Floor Museum Napels: Megalh +EllaV, sculpturen, schilderkunst Marnix Pompeii: Stabiaanse thermen + Pompeijaans huis Djurre en Sander Pompeii: geschiedenis Pompeii; uitbarsting Vesuvius (Plinius) Esther en Anne . Oplontis Fay en Jana Colosseum: geschiedenis gebouw, architectuur; spelen Bram en Naemo Triomfbogen Constatijn, Titus en Septimius Severus Victor en Lucas Galleria Borghese: Bernini: David, Pluto, Apollo, Aeneas; Caravaggio Laura en Vera Ara Pacis: architectonische propaganda Augustus; Res Gestae Lisa en Judith Forum Romanum Zico en Nathan Santa Maria degli Angeli e dei Martiri Floor en Isabel Athene Akropolis Het Parthenon werd gebouwd naast de plaats waar de Oude Athenatempel had gestaan, die gewijd was aan Athena Polias en stamde uit ca. 570 v.Chr. Na de overwinning van de Atheners op de Perzen in de Slag bij Marathon in 490 v.Chr. waren de Atheners al aan de bouw van een nieuwe tempel naast deze Oude Athenatempel begonnen. Maar in 480 v.Chr. werd zowel de Oude Athenatempel als de nieuw begonnen Athenatempel (ook wel protoParthenon genoemd) door de Perzen verwoest. Nadat de kas van de Delische Bond in 454 v.Chr. naar Athene was overgebracht, overreedde Pericles de volksvergadering het geld te gebruiken voor een monumentale herbouw van de Akropolis. De bouw van het Parthenon was daarvan het begin. In 447 v.Chr. begon de bouw. Het bouwkundig ontwerp was van de architecten Ictinus en Callicrates, de algehele supervisie en het ontwerp van de sculptuur was in handen van de beeldhouwer Pheidias. De tempel werd ingewijd in 437 v.Chr., al werd er daarna nog vijf jaar aan de frontonsculpturen gewerkt. Geschiedenis Het Parthenon onderging heiligschennis door Demetrius Poliorcetes. De Atheners boden hem als dank voor zijn inname van de stad in 307 v.Chr. het achtervertrek van het Parthenon aan, waar hij zich vervolgens vestigde met zijn gevolg van prostituees (Plutarchus, Leven van Demetrius, 23-24). In de 6e eeuw werd het gebouw een kerk voor de heilige Sophia. Een klokkentoren werd toegevoegd op de zuidwesthoek. In de Middeleeuwen werd het een Rooms-katholieke kerk ter ere van Maria. Na de Turkse verovering van Athene in 1460 werd het een moskee, waarbij de klokkentoren werd omgevormd in een minaret. Reconstructie fries van Parthenon Belangrijk was het bezoek van de Franse ambassadeur markies Charles Olier de Nointel in 1674, omdat hij de schilder Carrey in zijn gevolg had. Deze maakte in opdracht van Nointel tekeningen van het Parthenon die van onschatbare waarde zijn, omdat ze het gebouw weergeven vóór de verwoesting. Tijdens het beleg van de Akropolis door de Venetianen onder leiding van Francesco Morosini werd het Parthenon, dat door de Turken in gebruik was als kruithuis, op 26 september 1687 geraakt, waardoor een explosie ontstond en het middenstuk werd verwoest. Thomas Bruce, Lord Elgin, die van 1799 tot en met 1803 ambassadeur van Groot-Brittannië bij het Ottomaanse Rijk was, verzamelde met instemming van de Ottomaanse machthebbers beeldhouwwerken op de Akropolis en liet ze in 1802-1804 naar Groot-Brittannië overbrengen. In 1816 verkocht hij wegens geldgebrek zijn ‘Elgin marbles’ aan het British Museum. Daar zijn nu nog steeds de meeste metopen en frontonsculpturen van het Parthenon te zien, ondanks grote druk van de Griekse regering om ze terug te geven. Kariatiden-hal van het Erechtheion Theaters 1 theatron : Schuin oplopende toeschouwerszitplaatsen in concentrische rijen, uitgehouwen in de rotsen of in de vorm van houten stellages; er was plaats voor ca 17.000 bezoekers. 2 orchestra: Cirkelvormig speelvlak van ca 20 m doorsnede, waar het koor zong en danste; in het midden was een plaats voor een altaar van Dionysos. 3 parodoi: Twee toegangen tot de orchestra, waarlangs het koor opkomt. Als acteurs langs de parodoi opkomen, wil de toneelconventie dat opkomst van links betekent 'van buiten de stad' en opkomst van rechts 'uit de stad'. 4 skènè : Dit gebouw kon dienen als kleedruimte voor de acteurs. De voorzijde ervan diende ook als decor, meestal een paleisfront. Op een laag podium hiervoor speelden de acteurs. Een van de grote feesten die jaarlijks in het Athene van de 5e eeuw v Chr. werden gevierd, was het vijfdaagse toneelfestival ter ere van de god Dionysos. Dit festival, de Grote Dionysia, vond eind maart plaats. Drie dagen achtereen stonden tragedies op het programma. Iedere dag werden drie tragedies (een zgn trilogie) van een en dezelfde schrijver opgevoerd, gevolgd door een satyrspel. ’s Middags werd een komedie opgevoerd. Het festival was als een wedstrijd georganiseerd. Er werden eerste en tweede prijzen uitgereikt en de namen van de winnende schrijvers werden, ook met vermelding van de rijke Athener die als sponsor was opgetreden, op een momument vereeuwigd. De ‘grote drie’ tragici waren Aischylos (525-456), Sofokles (495-406) en Euripides (480-406). De bekendste komediedichter was Aristophanes (ca 450-385). Het Dionysustheater, gelegen aan de zuidelijke flank van de Atheense akropolis, is het oudste theatergebouw in Europa en de bakermat van de antieke tragedie. Het werd gebouwd in negen verschillende bouwfasen vanaf de 6e eeuw v.Chr. Tussen 342 en 326 v.Chr. kreeg het theater zijn definitieve aanzicht, met 67 rijen marmeren zitbanken voor ca 17.000 toeschouwers. In het midden van de eerste rij bevindt zich nog de ereplaats, een met reliëfs versierde zetel, voorbehouden aan de priester van Dionysos Eleutheros. Herodes Atticus Theater. Op kleine afstand van het theater van Dionysos werd in 161 na Chr. dit theater gebouwd. De Romeinse consul Herodes Atticus liet het uit de rotsen van de zuidhelling van de Akropolis houwen, als herinnering aan zijn vrouw. Herodes Atticus , ook wel Tiberius Claudius genoemd, was een rijke man uit Marathon, die in de tweede eeuw na Chr. in Athene heeft gewoond. Men zegt dat zijn vader "Attikos" een schat had gevonden die hij later heeft geërfd. Herodes Atticus verwierf faam omdat hij een weldoener was en een grote kunstliefhebber. Het grootste deel van zijn fortuin heeft hij aan artistieke verfraaiingswerken en aan monumenten besteed. In 1955 is het theater gerestaureerd en nu wordt het gebruikt voor openluchtconcerten en toneeluitvoeringen. Het biedt plaats aan 5000 toeschouwers. Voor het jaarlijkse Athenefestival, dat de hele zomer duurt, komen internationale ballet-, opera- en toneelgezelschappen naar dit onoverdekte theater. Theater van Epidauros Theater van Pompeii Peloponnesos Peloponnesos betekent letterlijk ‘eiland van Pelops’. Pelops is de naam van de prins die trouwde met een plaatselijke prinses en uiteindelijk de macht over het hele (schier)eiland kreeg. Een echt eiland is de Peloponnesos nooit geweest, want het heeft in de oudheid altijd een smalle, 5 kilometer lange verbinding met het vasteland gehad. De Peloponnesos werd al vanaf het 11e millenium v Chr bewoond. De uitgangen van de verschillende plaatsnamen, zoals Korinthe en Mykene, duiden erop dat deze steden al bestonden vóór de komst van de Griekse stammen naar de Peloponnesos, rond 2000 v Chr. Mykene Geschiedenis en mythologie lopen in Mykene door elkaar heen. Volgens Homeros is de stad Mykene gesticht door Perseus, toen hij terug was in Argos. Uiteindelijk werd de dynastie van Perseus omvergeworpen door Pelops de zoon van Tantalos. Het geslacht van Atreus, waartoe ook Agamemnon behoort, is vermoedelijk af te leiden van de nakomelingen van Pelops, alhoewel de details obscuur zijn. In elk geval was ten tijde van de Trojaanse oorlog het huis van Atreus het machtigst in Griekenland. Mykene en Mykeens staan voor de periode van 1600-1100 v Chr, toen de helden leefden in onneembare burchten en de Griekse cultuur haar eerste bloeiperiode beleefde. De stad Mykene, en vermoedelijk net zo de andere centra van deze cultuur, bestond uit een versterkte citadel, een paleis en een omringende nederzetting. De muren waren zo enorm (13m hoog, 7 m dik) dat de latere Grieken ervan uitgingen dat ze alleen door de Kyclopen konden zijn gebouwd, éénogige reuzen zoals ze in de Odyssee worden beschreven. In die “Kyklopische muren” was een monumentale toegangspoort gebouwd, de beroemde Leeuwenpoort. Lineair B-tablet, vroegste Grieks Olympia Olympia genoot ruim 1000 jaar lang aanzien als religieus en sportief centrum. Hoewel het heiligdom al in de Mykeense tijd bloeide, dateert zijn historische belang van de komst van de Doriërs en hun verering van Zeus, naar wiens verblijf, de berg Olympus, de plaats werd genoemd. Naarmate het heiligdom een meer Hellenistisch karakter kreeg, verrezen er grotere tempels en seculiere gebouwen. Tegen het eind van het bewind van de Romeinse keizer Hadrianus (117-138 n Chr) begon de politieke en religieuze betekenis van het heiligdom af te nemen. Reconstructie van Olympia (100 n Chr) in Romeinse tijd. Toen overheerste de eredienst voor Zeus. De spelen waren aan hem gewijd, en zijn tempel (met daarin een enorm beeld van de god) stond in het centrum van het heiligdom. De eerste Olympische spelen werden gehouden in 776 v Chr. Aanvankelijk ging het alleen om hardloopwedstrijden voor mannen. De eerste geboekstaafde winnaar was Koroibos, een kok uit het naburige Elis. In 708 v Chr werd er voor het eerst geworsteld en werd de vijfkamp (discuswerpen, speerwerpen, verspringen, hardlopen en worstelen) geïntroduceerd. Daarna werden bokswedstrijden op het programma gezet en tenslotte in 680 v Chr, ook wagenrennen. Veertig jaar later kwamen er paardenraces bij en het pankration (combinatie van worstelen en boksen). Tot slot in 520 v Chr werd nog de hoplitodromos (hardloopwedstrijd voor soldaten in volledige wapenuitrusting) een vast onderdeel van het programma. Amfoor met afbeelding van pankration Museum Olympia Zeus en Ganymedes Apollo, westfronton van Zeustempel Hermes met Dionysos (Praxiteles) Oostfronton van Zeustempel Van de Zeustempel zijn beide frontons (gevels) bewaard gebleven. Het oostfronton verbeeldt de wedren tussen de plaatselijke koning Oinomaos en Pelops, die dong naar hand van diens dochter Hippodameia. Zeus (zonder hoofd) staat als bemiddelaar tussen hen in. Het westfronton portretteert de mythologische strijd tussen Lapithen en Centauren. Apollo, de god van de rede, staat in het midden. Zaal 7 van het museum is gewijd aan het atelier van Pheidias, de beroemd(st)e beeldhouwer in de oudheid. De gereedschappen en het materiaal waarmee hij het beroemde Zeusbeeld (van goud en ivoor: chryselefantine) gemaakt zou hebben, zijn nog deels in het museum te zien. Dat beeld werd in de oudheid een van de zeven wereldwonderen genoemd. Delphi Voor de Grieken was Delphi misschien wel de heiligste plek op de hele wereld. Zij waren er vast van overtuigd dat daar het middelpunt van de aarde was en ‘bewezen’ dat met een verhaal uit de mythologie. Oppergod Zeus wilde wel eens weten wat het centrum van het heelal was en liet op hetzelfde moment twee adelaars los, één vanuit het oosten en één vanuit het westen. De vogels botsten boven Delphi op elkaar en sindsdien wist men zeker dat daar de ‘navel’ (ojmfaloV) van de wereld was. Nog altijd is die navel te zien: één van steen naast het Atheense schathuis, en één van marmer in het museum. Wie Delphi zegt, denkt natuurlijk aan de god Apollo. Want Delphi was de belangrijkste plaats van Griekenland waar hij werd vereerd (orakel, pythia;Pythische Spelen; Parnassos, Muzen). Misschien wel de beroemdste beelden uit het museum te Delphi: Cleobis en Biton de Wagenmenner Napels (Nationaal Museum) Bronzen uit Villa dei Papiri Stier van Farnese Alexander-mozaiek Pompeii Plinius: Boek VI Brief 16 C. PLINIUS TACITO SUO S. Een verzoek van Tacitus Petis, ut tibi avunculi mei exitum scribam, quo verius tradere posteris possis. Gratias ago; nam video morti eius, si celebretur a te, immortalem gloriam esse propositam. Quamvis enim pulcherrimarum clade terrarum, ut populi, ut urbes memorabili casu quasi semper victurus occiderit, quamvis ipse plurima opera et mansura condiderit, multum tamen perpetuitati eius scriptorum tuorum aeternitas addet. Equidem beatos puto, quibus deorum munere datum est aut facere scribenda aut scribere legenda, beatissimos vero, quibus utrumque. Horum in numero avunculus meus et suis libris et tuis erit. Quo libentius suscipio, deposco etiam, quod iniungis. Jij vraagt, dat ik jou de dood van mijn oom beschrijf, opdat jij (die) met meer waarheid aan het nageslacht kunt overleveren. Ik bedank je; want ik zie, dat voor zijn dood, als die door jou wordt verheerlijkt, onsterfelijke roem is weggelegd. Want hoewel hij door een ramp van de mooiste landen, net als volkeren, net als steden door een gedenkwaardig voorval is gestorven, terwijl hij als het ware altijd zal leven, (en) hoewel hij zelf zeer vele en ook blijvende werken heeft geschreven, zal de eeuwigheid van jouw geschriften toch veel toevoegen aan zijn voortleven. Ik zelf acht gelukkig, wie het door een geschenk van de goden gegeven is te doen wat waard is beschreven te worden of te schrijven wat waard is te worden gelezen, het meest gelukkig echter (acht ik, wie) beide (gegeven is). In het getal van dezen zal mijn oom zijn door zijn eigen boeken en door die van jou. Met des te meer graagte neem ik op me, eis ik zelfs op, wat jij me vraagt. Een merkwaardig gevormde wolk Erat Miseni classemque imperio praesens regebat. Nonum Kal. Septembres hora fere septima mater mea indicat ei apparere nubem inusitata et magnitudine et specie. Usus ille sole, mox frigida, gustaverat iacens studebatque; poscit soleas, ascendit locum, ex quo maxime miraculum illud conspici poterat. Nubes, incertum procul intuentibus, ex quo monte (Vesuvium fuisse postea cognitum est), oriebatur, cuius similitudinem et formam non alia magis arbor quam pinus expresserit. Hij was in Misenum en voerde persoonlijk het commando over de vloot. Op 24 augustus om ongeveer één uur 's middags wijst mijn moeder hem er op, dat er een wolk met ongewone grootte en uiterlijk verscheen. Hij had een zonnebad genomen, daarna een koudwaterbad, hij had liggend iets gegeten en zat te studeren; hij vraagt om zijn sandalen, klimt naar een plek, waarvanuit dat wonderbaarlijk schouwspel het best kon worden waargenomen. Er kwam een wolk op, onzeker voor mensen die van een afstand keken van welke berg (later is bekend geworden, dat het de Vesuvius was), waarvan de gelijkenis en de vorm geen andere boom dan de pijnboom meer zou kunnen uitdrukken. Nam longissimo velut trunco elata in altum quibusdam ramis diffundebatur, credo, quia recenti spiritu evecta, dein senescente eo destituta aut etiam pondere suo victa in latitudinem vanescebat, candida interdum, interdum sordida et maculosa, prout terram cineremve sustulerat. Want als met een zeer lange stam omhoog gegaan breidde de wolk zich uit met zekere takken, ik denk, omdat hij, door een verse luchtstroom naar buiten gedreven, daarna, omdat die luchtstroom zwakker werd, beroofd van de opwaartse druk of zelfs door zijn eigen gewicht overwonnen, ijler werd, soms wit, dan weer vuil en vlekkerig, al naar gelang hij aarde of as had omhooggebracht. Reacties van Plinius maior Magnum propiusque noscendum, ut eruditissimo viro, visum. Iubet Liburnicam aptari; mihi, si venire una vellem, facit copiam; respondi studere me malle, et forte ipse, quod scriberem, dederat. Egrediebatur domo; accipit codicillos Rectinae Tasci imminenti periculo exterritae (nam villa eius subiacebat, nec ulla nisi navibus fuga); ut se tanto discrimini eriperet, orabat. Vertit ille consilium et, quod studioso animo incohaverat, obit maximo. Deducit quadriremes, ascendit ipse non Rectinae modo, sed multis (erat enim frequens amoenitas orae) laturus auxilium. Properat illuc, unde alii fugiunt, rectumque cursum, recta gubernacula in periculum tenet adeo solutus metu, ut omnes illius mali motus, omnes figuras, ut deprenderat oculis, dictaret enotaretque. Het leek hem, zeer geleerde man als hij was, groot en waard om van dichterbij te onderzoeken. Hij laat een Liburnisch schip in gereedheid brengen; als ik mee wilde gaan, geeft hij mij de gelegenheid; ik antwoordde, dat ik liever wilde studeren, en toevallig had hij zelf een opdracht gegeven die ik moest schrijven. Hij verliet het huis; hij krijgt een briefje van Rectina van Tascus, die hevig geschrokken was van het dreigende gevaar (want haar villa lag aan de voet van de berg, en er was geen enkele mogelijkheid om te vluchten dan met schepen); zij smeekte, dat hij haar uit zo groot gevaar zou weghalen. Hij verandert het plan en wat hij begonnen was met een wetenschappelijke instelling gaat hij (nu) tegemoet met een edelmoedige instelling. Hij laat quadriremen in zee trekken, gaat zelf aan boord, om niet alleen Rectina, maar velen hulp te brengen (want de lieflijkheid van de kust was dichtbevolkt). Hij haast zich daarheen, waarvandaan anderen vluchten, en houdt een rechte koers, het roer recht naar het gevaar, zozeer vrij van angst, dat hij alle bewegingen van die ramp, alle vormen, zodra hij die met zijn ogen had waargenomen, dicteerde en opschreef. Reddingspogingen Iam navibus cinis incidebat, quo propius accederent, calidior et densior, iam pumices etiam nigrique et ambusti et fracti igne lapides, iam vadum subitum ruinaque montis litora obstantia. Cunctatus paulum, an retro flecteret, mox gubernatori, ut ita faceret, monenti 'Fortes' inquit 'fortuna iuvat: Pomponianum pete.' Reeds viel de as op de schepen, hoe dichterbij zij kwamen, des te warmer en dikker, reeds (vielen) ook puimstenen en zwarte en geblakerde en door het vuur gebroken stenen, reeds (ontstond) een plotselinge ondiepte en door het instorten van de berg geblokkeerde stranden. Nadat hij even geaarzeld had, of hij rechtsomkeert zou maken, zei hij al gauw tegen de roerganger, die adviseerde om zo te doen: "Het geluk helpt de dapperen: op naar Pomponianus." Stabiis erat, diremptus sinu medio (nam sensim circumactis curvatisque litoribus mare infunditur); ibi, quamquam nondum periculo appropinquante, conspicuo tamen et, cum cresceret, proximo, sarcinas contulerat in naves, certus fugae, si contrarius ventus resedisset; quo tunc avunculus meus secundissimo invectus complectitur trepidantem, consolatur, hortatur, utque timorem eius sua securitate leniret, deferri in balineum iubet; lotus accubat, cenat aut hilaris aut, quod aeque magnum, similis hilari. Hij was in Stabiae, afgesneden door de baai in het midden (want de zee stroomt allengs gebogen en bochtige kusten binnen); hoewel het gevaar nog niet naderde, maar wel duidelijk zichtbaar was en toen het groeide heel dichtbij, had hij daar zijn bagage in schepen geladen, vastbesloten tot de vlucht, als de tegenwind was gaan liggen; met deze voor hém zeer gunstige wind binnengevaren, omarmt mijn oom dan de trillende Pomponianus, troost hem, spoort hem aan, en om diens angst met zijn eigen onbezorgdheid op te beuren laat hij zich naar de badkamer brengen; na zijn bad gaat hij aan tafel (en) dineert, opgewekt of, wat even groots (is), lijkend op iemand die opgewekt is. Nacht ten huize van Pomponianus Interim e Vesuvio monte pluribus locis latissimae flammae altaque incendia relucebant, quorum fulgor et claritas tenebris noctis excitabatur. Ille agrestium trepidatione ignes relictos desertasque villas per solitudinem ardere in remedium formidinis dictitabat. Tum se quieti dedit et quievit verissimo quidem somno. Nam meatus animae, qui illi propter amplitudinem corporis gravior et sonantior erat, ab iis, qui limini obversabantur, audiebatur. Intussen lichtten uit de berg de Vesuvius op meerdere plaatsen zeer brede vlammen en hoge branden op, waarvan de gloed en de helderheid door het duister van de nacht werd geaccentueerd. Ter bestrijding van de angst zei hij telkens, dat door de paniek van de boeren verlaten vuren en achtergelaten villa's in de eenzaamheid in brand stonden. Toen begaf hij zich ter ruste en sliep met een zelfs zeer echte slaap. Want zijn ademhaling, die voor hem wegens de grote omvang van zijn lichaam zwaarder en luidruchtiger was, werd door hen die heen en weer liepen bij de drempel gehoord. Sed area, ex qua diaeta adibatur, ita iam cinere mixtisque pumicibus oppleta surrexerat, ut, si longior in cubiculo mora, exitus negaretur. Excitatus procedit, seque Pomponiano ceterisque, qui pervigilaverant, reddit. In commune consultant, intra tecta subsistant an in aperto vagentur. Nam crebris vastisque tremoribus tecta nutabant et quasi emota sedibus suis nunc huc nunc illuc abire aut referri videbantur. Sub dio rursus quamquam levium exesorumque pumicum casus metuebatur, quod tamen periculorum collatio elegit. Et apud illum quidem ratio rationem, apud alios timorem timor vicit. Cervicalia capitibus imposita linteis constringunt; id munimentum adversus incidentia fuit. Maar de binnenplaats, van waaruit de woonkamer werd betreden, was al zo erg omhoog gekomen, gevuld door as en gemengde puimstenen, dat de uitgang onmogelijk werd gemaakt, als het oponthoud in de kamer te lang was. Hij wordt gewekt en staat op, en voegt zich weer bij Pomponianus en de anderen, die op waren gebleven. Gemeenschappelijk beraadslagen zij, of zij binnenshuis moeten blijven of in de open lucht ronddwalen. Want door talrijke en hevige schokken zwaaiden de gebouwen heen en weer en als het ware van hun plaats losgetrild leken zij nu eens hierheen dan weer daarheen weg te glijden of terug te gaan. Onder de blote hemel weer werd het vallen ook al (was het) van lichten en poreuze puimstenen gevreesd, hetgeen de vergelijking van de risico's toch verkieslijker maakte. En bij hem won de rede het wel van de rede, bij de anderen won de vrees het van de vrees. Kussens, op hun hoofden geplaatst, binden zij vast met linten; dat was de bescherming tegen alles wat viel. Dood van Plinius maior Iam dies alibi, illic nox omnibus noctibus nigrior densiorque, quam tamen faces multae variaque lumina solabantur. Placuit egredi in litus et ex proximo adspicere, ecquid iam mare admitteret; quod adhuc vastum et adversum permanebat. Ibi super abiectum linteum recubans semel atque iterum frigidam aquam poposcit hausitque. Deinde flammae flammarumque praenuntius odor sulpuris alios in fugam vertunt, excitant illum. Reeds was het elders dag, daar nacht, zwarter en dichter dan alle nachten, welke toch vele fakkels en verschillende lichten verlichtten. Hij besloot naar het strand te gaan en van vlakbij te bekijken, of de zee al iets toestond; maar die bleef aldoor nog woest en gevaarlijk. Daar ging hij bovenop het afgeworpen linnen achterover liggen en vroeg een keer en opnieuw om koud water en dronk dat op. Daarna jagen vlammen en de voorbode van vlammen, de geur van zwavel, anderen op de vlucht, hem wekken zij op. Innitens servolis duobus adsurrexit et statim concidit, ut ego colligo, crassiore caligine spiritu obstructo clausoque stomacho, qui illi natura invalidus et angustus et frequenter aestuans erat. Ubi dies redditus (is ab eo, quem novissime viderat, tertius), corpus inventum integrum, inlaesum opertumque, ut fuerat indutus; habitus corporis quiescenti quam defuncto similior. Steunend op twee slaafjes kwam hij overeind en zakte meteen weer in elkaar, zoals ik concludeer, omdat door de te dikke walm zijn adem was versperd en zijn luchtpijp geblokkeerd, die voor hem van nature zwak en nauw en dikwijls ontstoken was. Toen de dag terugkwam (dat was vanaf die dag, die hij het laatst had gezien, de derde), is zijn lichaam gevonden, heel, ongeschonden en bedekt, zoals hij gekleed was geweest; de houding van zijn lichaam was meer lijkend op die van een rustende dan een overledene. Besluit Interim Miseni ego et mater - sed nihil ad historiam, nec tu aliud quam de exitu eius scire voluisti. Finem ergo faciam. Unum adiciam, omnia me, quibus interfueram quaeque statim, cum maxime vera memorantur, audieram, persecutum. Tu potissima excerpes; aliud est enim epistulam, aliud historiam, aliud amico, aliud omnibus scribere. Vale. Intussen (waren) mijn moeder en ik in Misenum - maar dat heeft niets te maken met de geschiedenis, en jij wilde niets anders weten dan over zijn dood. Laat ik / Ik zal dus een einde maken. Laat ik / Ik zal er één ding aan toevoegen, dat ik alles, waarbij ik aanwezig was geweest en dat ik meteen, wanneer de dingen het meest naar waarheid worden verteld, had gehoord, op de voet heb gevolgd. Jij zult het belangrijkste eruit selecteren; want het is één ding een brief te schrijven, iets anders een geschiedenis, één ding aan een vriend te schrijven, iets anders voor allen te schrijven. Vaarwel! Omgeving Pompeii en Vesuvius Uitbarsting Vesuvius Man en vrouw, samen in het sterven Straat in Pompeii Oplontis Oplontis was een Romeinse plaats. Het lag op de plaats van het huidige Torre Annunziata aan de baai van Napels. Oplontis werd bij de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr. door as, puimsteen en modder bedekt. De naam Oplontis is ons alleen bekend van de Tabula Peutingeriana, een Romeinse wegenkaart die oorspronkelijk uit de 3e-4e eeuw n.Chr. stamt. Vermoedelijk was het geen zelfstandige plaats, maar eerder een wijk van Pompeii voor buitenhuizen van de rijken. Op de locatie van Oplontis zijn enkele luxueuze villa’s teruggevonden. Verreweg de belangrijkste daarvan is de Villa van Poppaea. Poppaea Sabina was de tweede vrouw van keizer Nero. Zij of haar familie wordt beschouwd als eigenaar van de villa tijdens de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr. Deze toeschrijving is gebaseerd op een inscriptie op een amfora: Secundo Poppaeae: ‘Voor Secundus <slaaf/ vrijgelatene> van Poppaea’, in combinatie met de omvang en grote luxe van de villa. Tijdens de uitbarsting was de villa niet bewoond. De aanwezigheid van bouwmaterialen en zuilen die langs de muur van een van de vertrekken liggen, wijst erop dat de villa werd verbouwd of uitgebreid. De villa is gebouwd in de eerste eeuw v.Chr. Hij heeft een grote ontvangsthal, waarachter een peristylium en een atrium liggen. Aan de westkant daarvan ligt het thermen-gedeelte, aan de oostkant liggen verschillende vertrekken rond een tweede ‘rustiek’ peristylium. Deze waren onder andere bedoeld voor de opslag van landbouwproducten. Tuinen en een groot openluchtzwembad maakten deel uit van het complex. De villa is vooral beroemd om zijn rijke, goed bewaarde muurschilderingen, die behoren tot de tweede en derde Pompejaanse stijl. Bij opgravingen in 1984 is ook de villa opgegraven van ene Lucius Crassus Tertius. Deze naam werd aangetroffen op een bronzen zegel. Het gebouw is opgetrokken rondom een monumentaal peristylium. Waarschijnlijk hield de eigenaar zich bezig met wijnhandel, want naast het peristylium werden veel amforen aangetroffen. Ook bevonden zich in een van de ruimtes de resten van een houten kist, die onder andere gouden en zilveren halssnoeren, een spaarpotje met geld en glazen flesjes met oliën bevatte. In een andere ruimte werden meer dan 30 skeletten gevonden van mensen die zich daar verzameld hadden tijdens de eruptie van de Vesuvius en zijn omgekomen. Sommigen van hen hadden grote hoeveelheden munten bij zich. Campidoglio Het Capitool is de meest centrale heuvel van Rome en heeft twee toppen. In de Oudheid stond op de linkertop een tempel voor Juno Moneta, op de rechtertop stond het belangrijkste heiligdom van Rome, de tempel van Jupiter (resten van tempel in Palazzo dei Conservatori). De linkertrap leidt naar de linkertop, waar nu de Santa Maria in Aracoeli staat; de rechtertrap, Cordonata geheten, leidt naar het plein dat tussen de twee toppen ligt. Bovenaan de trap markeren twee beelden uit de late Keizertijd de toegang tot het plein: de mythologische tweeling Castor en Pollux. Het Capitool werd het ‘caput mundi’, het hoofd van de wereld, de plek van waaruit het Romeinse imperium werd bestuurd, en waar ook de staatsarchieven en de munt lagen. Toen de pausen in Avignon verbleven (1305-1377), raakte Rome ontvolkt en kwam het Capitool in verval. Het deed nog slechts dienst als geitenweide, terwijl op het Forum Romanum de koeien graasden. In de volksmond heette het Capitool toen de Monte Caprino, de geitenberg. Nadat Paul Paulus III zich tijdens het bezoek van keizer Karel V aan Rome in 1536 diep geschaamd had voor de modderige aanblik van het Campidoglio, gaf hij aan Michelangelo de opdracht het plein opnieuw in te richten. De eerste verbetering was de verplaatsing van het ruiterstandbeeld naar het Campidoglio. Het is het best bewaarde antieke ruiterstandbeeld: tot aan de Renaissance werd namelijk gedacht dat de ruiter Constantijn was, die een zegenend gebaar maakt. Uit munten bleek dat de bebaarde ruiter echter niemand anders kon zijn dan Marcus Aurelius. Om het plein een perfecte symmetrie te geven, voegde Michelangelo aan het Palazzo Senatorio (achter), en het Palazzo dei Conservatori (re), aan de linkerkant een derde palazzo toe: Palazzo Nuovo, in spiegelbeeld met het Conservatori. Na zijn dood (1564) werd het plein geheel volgens zijn ontwerp afgebouwd. Op de balustrade aan weerszijde van de Cordonata werden antieke sculpturen opgesteld, zodat het plein aan alle kanten omrind werd door marmeren beelden. Santa Maria Maggiore Omdat deze basiliek de grootste is van Romes tachtig Mariakerken, wordt zij ‘Maggiore’ (de Meerdere) genoemd. De kerk behoort tot de vier pauselijke basilieken; de andere drie zijn de Sint Pieter, de Sint-Jan van de Lateranen en de Sint-Paulusbuiten-de-muren. Tijdens de nacht van 4 op 5 augustus 352 droomde de Romeinse grondeigenaar van de Esquilijnse heuvel, de patriciër Julianus, dat Maria aan hem verscheen en hem de opdracht gaf om voor haar een kerk te bouwen op de plek waar hij ’s ochtends sneeuw zou aantreffen. En inderdaad, hoewel Rome smachtte onder hete zomerse temperaturen, lag er de volgende morgen verse sneeuw op de top van de Esquilijn. Toen duidelijk werd dat paus Liberius precies hetzelfde had gedroomd, werd besloten om de droom ernstig te nemen en hier een kerk op te richten. Op een reliëf van Stefano Maderno boven het altaar in de Borghese-kapel (links vooraan) en in een mozaïek in de buitenloggia wordt uitgebeeld hoe paus Liberius de plattegrond van de kerk in de sneeuw tekent. Daarom wordt de kerk ook wel Maria-ter-Sneeuw of, naar de paus, Liberiana, genoemd. San Pietro in Vincoli Deze kerk is genoemd naar de onder het altaar bewaarde ketenen (vincoli). Petrus zou hier door een engel zijn bevrijd toen hij gevangen zat in de Mamertijnse gevangenis. In de kerk bervindt zich wat een veel groter grafmomunment voor Julius II in de Sint Pieter had moeten worden. Het mooiste deel van dit gedenkteken Deze kerk is genoemd naar de onder van Michelangelo is het beeld van Mozes. Colosseum (Uit: SPQR, 53) Op 21 april 80, de verjaardag van de Stad, werd het amfitheater onder keizer Titus (79-81) officieel ingehuldigd met grootse en bloedige feesten, die honderd dagen duurden. Tijdens deze feesten bevochten vele honderden gladiatoren elkaar en werden er negenduizend wilde dieren gedood. In het Colosseum ligt de oorsprong van de uitdrukking ‘panem et circenses’ (Juvenalis, Satire X, 81). Met enig cynisme wilde hij zeggen dat de Romeinen van hun problemen konden worden afgeleid door ze te eten te geven en ze te verstrooien met spectaculaire spelen. Op keizerlijke feestdagen werden immers aan de bevolking voedsel en graan uitgedeeld. De toegang tot het Colosseum was meestal gratis. Er vonden drie soorten spektakels plaats: gevechten tussen gladiatoren, gevechten met wilde dieren en geënsceneerde zeeslagen. De meeste Romeinen waren dol op gladiatorengevechten. Velen gingen geheel op in demonstraties van mannelijkheid, kracht en onverschrokkenheid, zoals de schrijver Tacitus aangeeft: ‘Hoeveel zijn er nog, die thuis over iets anders kunnen spreken? En waarover hoor je jonge mannen praten als je hun schoollokalen binnenloopt (Dial, 29.3). Maar daarentegen walgde Seneca van dergelijke taferelen en hij schreef in zijn Epistulae morales hoe hij op een middag naar een voorstelling ging kijken: “Het is pure moord. De mannen dragen geen beschermende kleding. Met heel hun lichaam staan ze bloot aan klappen, en geen klap wordt vergeefs uitgedeeld (...) ’s Ochtends worden ze voor de leeuwen en de beren gegooid, ‘s middags voor hun toeschouwers. Deze willen dat de moordenaar voor andere moordenaars wordt geworpen die hem zullen doden, en de winnaar mag doorgaan naar de volgende slachtpartij. De uitkomst voor alle partijen is de dood... (Epist. 7) Boog van Constantijn Triomfboog van Constantijn Relief op triomfboog van Constantijn Pantheon Hoogtepunten Pantheon: Koepel: grootste gemetselde koepel in Europa (43,3m) Oculus: diameter van 8,3 m; zorgt voor steun en licht Portiek: geveldriehoek wordt ondersteund door 16 roze en grijze granieten zuilen (op 3 na origineel!) Deuren:massieve bronzen deuren zijn origineel Inscriptie: M.Agrippa cos tertium fecit. Muren: de 6,2m brede muren zijn voorzien van ingebouwde bakstenen bogen die mede gewicht van het dak dragen. Koninklijke graven: Vittorio Emanuel II (1861-1878) Umberto I (1878-1900) Graf Rafaël stierf op 37-jarige Graf van Rafaël: Rafaël, de lieveling van de Romeinse-renaissance-kunst, leeftijd. Hij rust onder een eenvoudige stenen sarcofaag. De Latijnse inscriptie is van de dichter Bembo: ille hic est Raphael timuit quo sospite vinci rerum magna parens et moriente mori. Ara pacis En de vertaling van dit prachtige grafschrift luidt............. Villa Farnesina De villa is gebouwd tussen 1506 en 1510. De architect was Baldassare Tommaso Peruzzi. Hij werkte in opdracht van Agostino Chigi, een rijke bankier en handelaar. Dit paleis bezoeken we niet zozeer vanwege de architectuur, maar vooral vanwege enkele beroemde fresco’s van schilders als Raphaël, Peruzzi, Sebastiano del Piombo en Sodoma (Bazzi). Het binnenhof van de Villa Farnesina wordt vaak als een van de meest indrukwekkendste van de Renaissance gezien. We gaan eerst naar de Sala di Galatea. De zaal is genoemd naar het beroemde fresco van Raphaël, genaamd Galatea. Het geheel is nogal een vreemd samenraapsel. De bedoeling was dat er alleen mythologische verhalen op de wanden zouden komen en dat het plafond met het blauw van de lucht beschilderd zou worden. Raphaël is een heel andere schilder dan Caravaggio (in villa Borghese). Raphaël was een kind van de Renaissance net als Michelangelo. In die tijd hoorde je de natuur te vervolmaken, zoals je dit ook bij de beelden van Michelangelo kunt zien. Links is de cycloop Polyphemos afgebeeld en rechts de nimf Galatea. Het verhaal over de onbeantwoorde liefde van Polyphemos voor Galatea is prachtig beschreven door Ovidius in zijn Metamorphosen 13. 738-903 Raphaël plaatst het gezicht van Galatea precies in het midden van het beeldvlak. Zij wordt staande op een schelp voortgetrokken door twee dolfijnen. Haar lichaam is in een nogal ingewikkelde contraposto weergegeven. Erg realistisch doet deze houding niet aan als je je voorstelt dat je op zo´n schelpje op de golven wordt voortgetrokken. Als je de compositie bekijkt, zie je dat die uit verschillende diagonalen is opgebouwd. Let bijvoorbeeld op de cupido´s met hun pijlen en bogen in de aanslag. De pijl van de linkerengel loopt door in de teugels waarmee Galatea de dolfijnen stuurt. De pijl van de andere engel gaat over in de belaagde vrouw: een watergeest. De tritonen rechts en links blazen op hun hoorns om de komst van Galatea aan te kondigen. Het uiteindelijke resultaat van Raphaël in deze zaal werd alom bewonderd. Op de begane grond is nog een loggia met prachtige fresco’s: Loggia di Psiche, de loggia van Psyche en Eros. Het verhaal is gebaseerd op de Metamorfose van Apuleius. Het verhaal gaat over een vrouw Psyche die zo mooi was, dat mannen haar nog meer bewonderden dan de godin Venus. Dit was natuurlijk tegen het zere been van de godin. Zij zon op wraak en stuurde haar zoon Eros, op de arme Psyche af. Eros moest ervoor zorgen dat zij hopeloos verliefd zou raken op een miserabel en mismaakt mannetje. Helaas voor moeder Venus, maar Eros raakte toen hij Psyche zag volledig in de ban van haar schoonheid. Hij ontvoerde haar om met zijn nieuwe vrouw samen te leven. Op een dag wilde Psyche weten wie haar man nu precies was. Zij goot een druppel hete olie uit de lamp op haar geliefde. Eros schrok wakker en vluchtte. Hij moest nu zijn zonden aan zijn moeder Venus opbiechten. Na dit aangehoord te hebben was Venus helemaal door het dolle heen. Er moest en zou wraak op deze vrouw genomen worden. Maar steeds weer wist Psyche met behulp van de goden te ontsnappen. Uiteindelijk greep Jupiter in en zorgde ervoor dat de mooie Psyche niet meer lastig werd gevallen. Rafaël gaf deze ruimte het aanzien van een pergola in de zomer met fruit en bloemen. Op het plafond zijn twee grote fresco’s afgebeeld: ‘Het huwelijk van Eros en Psyche’ en ‘De vergadering der goden’. In één van de hoeken is ‘De drie Gratiën’ te zien, een fresco van drie vrouwen. Degene die met haar rug naar de toeschouwers staat, is mogelijk Chigi’s maîtresse. Op de lunetten (halvemaanvormige bogen) zijn de verschillende stadia van Psyches moeilijke relatie met de jaloerse moeder van Eros, Venus/Afrodite. Ara pacis Reliefs van het Ara pacis Mausoleum van Augustus Res gestae Rerum gestarum divi Augusti, quibus orbem terrarum imperio populi Romani subiecit, et inpensarum, quas in rem publicam populumque Romanum fecit, incisarum in duabus aheneis pilis, quae sunt Romae positae exemplar subiectum. I Annos undeviginti natus exercitum privato consilio et privata impensa comparavi, per quem rem publicam a dominatione factionis oppressam in libertatem vindicavi. Eo nomine senatus decretis honorificis in ordinem suum me adlegit C. Pansa et A. Hirtio consulibus consularem locum sententiae dicendae tribuens et imperium mihi dedit. Res publica ne quid detrimenti caperet, me propraetore simul cum consulibus providere iussit. Populus autem eodem anno me consulem, cum consul uterque in bello cecidisset, et triumvirum rei publicae constituendae creavit. Latijnse tekst Res gestae Griekse tekst Res gestae Res gestae Hieronder volgt een kopie van de krijgsdaden van de vergoddelijkte Augustus waarmee hij de wereld onder het gezag van het Romeinse volk bracht en van de uitgaven die hij gedaan heeft voor de staat en het Romeinse volk. Deze daden en uitgaven zijn aangebracht op twee bronzen zuilen die in Rome zijn opgesteld. 1 Toen ik negentien jaar was heb ik op eigen initiatief en met mijn eigen financiële middelen een leger op de been gebracht, waarmee ik de staat, die onderdrukt werd door de willekeur van een politieke partij, bevrijd heb. Hierdoor heeft de senaat mij, tijdens het consulaat van Gaius Pansa en Aulus Hirtius, in eervolle bewoordingen opgenomen in zijn midden. Hij gaf mij het recht om tegelijk met de consuls het woord te voeren en de hoogste militaire macht. Tegelijk beval de senaat mij er in de rang van propraetor met de consuls op toe te zien dat de staat geen schade zou lijden. Maar het volk koos mij in datzelfde jaar, toen allebei de beide consuls gesneuveld waren, tot consul en tot één van de drie leden van de commissie tot inrichting van de staat. Enkele topstukken uit de Galleria Borghese Bernini (Uit Ovidius, Metamorphosen, I, 548-556) Vix prece finita torpor gravis occupat artus: mollia cinguntur tenui praecordia libro, in frondem crines, in ramos bracchia crescunt, pes modo tam velox pigris radicibus haeret, ora cacumen habet: remanet nitor unus in illa. Hanc quoque Phoebus amat positaque in stipite dextra sentit adhuc trepidare novo sub cortice pectus conplexusque suis ramos, ut membra, lacertis oscula dat ligno: refugit tamen oscula lignum. Haar klacht weerklinkt nog als starre stijfheid haar bevangt: Haar zachte borst wordt door een dunne laag van schors omsloten, haar armen groeien uit tot takken en haar haar tot loof, haar voeten, eerst zo snel, zijn nu verstokt tot trage wortels, haar hoofd wordt kruin. Haar gratie is het enige wat rest. Nog steeds bemint Apollo haar, zijn vingers langs de boomstam voelen haar hart nog sidderen onder de nieuwe bast en met zijn armen om haar takken heen, als om een lichaam, kust hij het hout, maar zelfs dat hout buigt van zijn kussen weg..... (vert. M.d’Hane Scheltema) Pluto en Proserpina Piazza del Popolo (Plein van het volk) Aeneas, Anchises en Ascanius Spaanse trappen Trevifontein De Trevifontein – 20 m breed en 26 m hoog – is de beroemdste fontein van Rome. Zij werd opgericht in de jaren 1732-1751, onder meer met het geld dat Urbanus VIII bijeengebracht had met een extra belasting op wijn. De naam Trevi is een verbastering van ‘trivio’, driesprong, de plaats waar drie straten samenkomen. Maar er wordt ook verteld dat de maagd, de virgo, Trivia zou hebben geheten. In het fonteindecor wordt de zeegod Oceanus uitgebeeld die op een reusachtige schelp staat, voortgetrokken door twee gevleugelde paarden die door trtons worden geleid. In de nissen staan de beelden van Gezondheid (rechts) en de Overvloed (links) Bovenop de fries staan de vier seizoenen uitgebeeld. Onder bezoekers van de stad bestaat het geloof dat men Rome zal terugzien wanneer men een muntstuk in de fontein gooit. Volgens de regels moet men met de rug naar de fontein gaan staan; rechtshandigen gooien de munt over linkerschouder, linkshandigen over de rechterschouder. Men mag hierbij NIET achteromkijken! Santa Maria dei Angeli (e dei Martiri) Santa Maria degli Angeli Deze basiliek werd in opdracht van Puas Pius IV in 1561 door Michelangelo ingebouwd in de Thermen van Diocletianus. Het werd Michelangelo’s laatste architecturale werk; het voltooide het toen hij zesen-tachtig jaar was. Als voorgevel van de kerk heeft hij de muren van de thermen gebruikt. Nergens elders in Rome heeft men een beter beeld van de enorme omvang die de geboiuwen in de Oudheid moeten hebben gehad. Deel van de Linea Clementina In de rechterzijbeuk werd in 1702 in brons een 46 m lange meridiaan gelegd, de Linea Clementina, in opdracht van Paus Clemens XI. Tot 1846 werden de horloges van Rome erop gelijk gezet. De Thermen van Diocletianus waren eens de mooiste, fraaiste en rijkste van de Oudheid. Ze werden , naar model van de Thermen van Trajanus, tussen 298 en 306 gebouwd door 40.000 christelijke dwangarbeiders, die volgens het verhaal na het voltooien van hun opdracht werden vermoord. In het kerkje van Tre Fontane liggen 10.203 van deze arbeiders/soldaten-martelaren begraven. De thermen hadden een oppervlakte van 376 bij 361 meter en boden plaats aan 3.000 bezoekers. Castel Sant’Angelo (Engelenburcht) Engelenburcht is de populaire naam voor het Mausoleum van Hadrianus (117-138). De naam Engelenburcht is ontstaan nadat paus Gregorius de Grote in 590 de aartsengel Michaël boven het mausoleum had zien verschijnen. Rome werd op dat moment geteisterd door een pestepidemie. De paus liet daarom 40 processies rondgaan om een einde van epidemie af te smeken. Toen de laatste processie op de brug voor het mausoleum stond, zag .neerdalen die zijn wrekend en vlammend de paus een engel op de burcht neerdalen die zijn wrekend en vlammend zwaard de schede stak. zwaard in de schede stak. in Kennelijk waren Kennelijk waren de gebeden van de paus verhoord en erde kwam een van einde deverhoord. pest. Daarom gebeden deaan paus Er werd op de burcht een beeld van de gerechtsengel Michaël geplaatst. kwam een einde aan de pest. Daarom werd op de burcht een beeld van de gerechtsengel Michaël geplaatst. Vaticaanstad De naam ‘Vaticaan’ zou afkomstig zijn van het Latijnse woord ‘vaticinium’ voor de plaats waar priesters en profeten het orakel raadpleegden. De Romeinen noemden de vlakte op de rechter Tiberoever ‘Campus Vaticanus’ of ‘Ager Vaticanus’. De Vaticaanse staat bestaat alleen om een tastbare vorm te geven aan de soevereiniteit van de paus. Pas sinds 1947 is die onafhankelijkheid in de Italiaanse grondwet opgenomen. Voor het Sint-Pietersplein geeft een dikke witte streep de grens van de staat aan. Al is Vaticaanstad dan klein (839 inw, opp. 50 ha), als bezienswaardigheid is het onvergelijkbaar. Binnen de muren liggen de SintPieter, de verbazingwekkende Sixtijnse kapel, weelderige tuinen, appartementen met fresco’s van Fra’Angelico, Rafaël en Pinturicchio en zo’n 10 musea. Deze omvatten collecties Egyptische, Griekse, Etruskische en Romeinse oudheden, vroegchristelijke, renaissancistische en moderne kunst en een wereldvermaarde etnografische collectie. Sint Pieter Koepel St Pieter Beeld van Petrus in St Pieter Baldakijn door Bernini Pietà door Michelangelo Michelangelo Buonarroti signeerde met: MICHEL.A [N]ELVS. BVONAROTVS. FLORENT.FACIEBA[T] Dit betekent letterlijk: Michelangelo Buonarroti de Florentijn was [me] aan het maken. Het beeld spreekt als het ware zelf, maar dan wel in de onvoltooid verleden tijd. Door de laatste letter, de T, weg te laten benadrukt Michelangelo nog eens dat zijn Pietà niet af was. Dit lijkt op wat Plinius schrijft over de wijze waarop Apelles en Polyclitus hun werk ondertekenden. Zij tekenden met een provisorische titel als Faciebat Apelles (Polyclitus), alsof kunst altijd een moment in een proces is. Tegelijkertijd getuigt het woord faciebat van een bescheiden houding, het is immers nog niet voltooid. (Rona Goffen, 'Renaissance Rivals Michelangelo, Leonardo, Raphael, Titian', Yale University Press, New Haven&London, 2002 blz. 113-114). Dit was trouwens ook handig tegen kritiek. Michelangelo had immers in het contract laten zetten dat hij met zijn beeld alle andere Pietà’s zou overtreffen. Vergeet daarbij niet dat dit een jeugdwerk van Buonarroti is waarbij hij voor zijn compositie duidelijk gebruik heeft gemaakt van het werk van Leonardo da Vinci. Buonarroti nam niet alleen de driehoekscompositie over, maar ook de wijze waarop Leonardo draperieën schilderde. Da Vinci signeerde nimmer zijn werk: zijn stijl was zijn handschrift. Michelangelo zou na de Pietà zijn beelden en schilderwerk nooit meer van zijn monogram voorzien. Vaticaanse musea Apollo Belvedere Laocoöngroep De school van Athene van Rafaël Schepping van Adam (plafond Sixtijnse kapel) Jonas (plafond Sixtijnse kapel) Forum Romanum ‘Voordat hij nu naar buiten komt zal ik u wijzen waar u gemakkelijk ieder type vinden kunt. ’t Kost u dan niet zoveel moeite, als u iemand spreken wilt, onfatsoenlijk of fatsoenlijk, achtenswaard of waardeloos,. Wilt u een meinedige spreken, zoek hem op t Comitium, ’n leugenaar en bluffer bij de tempel van Cloacina, rijkgetrouwde geldverkwisters op ’t beursplein in de galerij; daar zijn ook de rijpe hoeren die een afspraak willen maken. Op de vismarkt contribuanten – leden van de clubdiners; op t beneden-Forum lopen hoge en rijke omes rond; op t midden-Forum langs t riool zijn louter lieden van de show. Boven t meer astrante knapen, praatjesmakers, criticasters, die maar raak in t wilde lasteren en brutaal op anderen kankeren, aan wie zelf een afstraffing wel t meest terecht besteed zou zijn. Geld op rente geeft en neemt men doorgaans aan de Oude Winkels, achter t heiligdom van Castor volk dat niet betrouwbaar is In de Tuscusstraat zijn lieden die zichzelf te koop aanbieden; die zichzelf beschikbaar stellen of die kans aan anderen geven. (Uit Plautus, Curculio, 467-485; vert J. Hemelrijk) Forum Romanum Curia Julia (binnen) Palatijn/Palatium De Palatijn, een hoge plaats, was bij uitstek geschikt voor een nederzetting. Hier is Rome dan ook ontstaan: blijkens opgravingen was de zuidwesthoek van het Palatium al in de 9e eeuw v Chr bewoond en werd de plek gedurende de latere oudheid als heilig beschouwd. (Zie plattegrond: 5 Huis van Romulus). Volgens de legende zou de stichter van Rome van Aeneas afstammen. Aeneas was uit Troje gevlucht en landde na veel omzwervingen in Italië. Een later familielid van Aeneas was Rhea Silvia. Zij kreeg een tweeling van de god Mars: Romulus en Remus. Deze tweeling werd door hun oom Amulius, broer van de vader van Rhea Silvia, in de Tiber gegooid en hun moeder Rhea werd gegeseld en vervolgens gedood. Het mandje met de tweeling baby’s landde bij een oever van de Tiber. De kinderen werden door een wolvin gevoed. Groot geworden gingen zij terug naar de plek waar het mandje aangespoeld was nabij een heilige vijgenboom. Wie van de twee moest nu koning worden van deze streek en zijn naam geven aan de stad? Zij raadpleegden de Goden. Remus ging naar de Aventijn en Romulus naar de Palatijn. Hier trokken zij om hun standplaats een ring in het zand. Beiden keken naar de lucht boven hen wachtend op een teken van de goden. Remus zag zes gieren die binnen de kring rond de Palatijn doordrongen. Hij snelt naar beneden om dit heugelijke nieuws aan Romulus te vertellen, maar dan ziet hij dat er in de kring van Romulus maar liefst twaalf gieren vliegen. Er ontstond grote verwarring. Wat hebben de goden nu bedoeld? Wie was nu koning? Een felle woordenstrijd onderling mondde uit in een gevecht. Er vloeide bloed en Remus werd gedood. Volgens sommige schrijvers doodde Romulus Remus in zijn legerkamp. Zo werd Romulus de eerste koning en kreeg de nieuwe stad ook de naam van deze koning. De bevolking van de nieuwe stad nam nauwelijks toe. De Romeinen hadden te weinig vrouwen. Romulus verzon een list. Er werd een groot feest gehouden waarbij ook de naburige volkeren, de Sabijnen op de Capitolijn en de Esquilijn werden uitgenodigd. Onverwacht op een afgesproken teken, grepen Romeinen de jonge Sabijnse vrouwen. Zij werden binnen de stadspoort gesleurd en gedwongen te trouwen. Er dreigde oorlog. De jonge pas getrouwde vrouwen losten het conflict op door tussen de partijen te gaan staan: ‘stop met de oorlog, want hoe het ook afloopt wij zullen altijd verliezen. Als de Romeinen winnen, verliezen we onze vaders en broers, maar als de Sabijnen winnen verliezen we onze mannen.’ Volgens deze legende werd Rome in 753 v. Chr. gesticht. Dit tijdstip blijkt aardig te kloppen. Etrurië, ten noorden van Rome, begint zich sterk te ontwikkelen en Cumae, ten zuiden van Rome, wordt door de Grieken gesticht. Deze twee gebieden dreven handel met elkaar. De Etrusken handelden vooral in brons (in Etrurië werd koper en tin gedolven) dit werd verhandeld voor onder meer Grieks aardewerk. De Palatijn en de Capitolijn lagen precies op een belangrijk knooppunt van handelswegen van noord naar zuid. Via de Tiber kon je van zee tot aan het eiland in de Tiber met de boot komen, dicht bij de Palatijn en Capitolijn. Bovendien kruisten twee wegen van Etrurië naar Campanië de Tiber en wel precies bij een eiland in deze rivier. Deze plek was voor de karren met goederen makkelijk doorwaadbaar. In de Republiek hadden rijke mensen hier hun luxe woonhuizen, onder wie ook staatsman Cicero. Ook Augustus bewoonde hier een pand, dat gezien de status van de inwoner bescheiden mag heten (plattegrond: 9). Ook Livia, vrouw van keizer Augustus, bezat hier een villa (6). Fresco in triclinium van Villa van Livia De Romeinse geschiedschrijver Suetonius, schreef in zijn, ‘Keizers van Rome,’ dat het huis van Augustus in vergelijking met het paleis van Domitianus zeer bescheiden was. ‘Het viel niet op door grootte of pracht. […] Meer dan veertig jaar gebruikte Augustus dezelfde slaapkamer, niet alleen ’s zomers maar ook ’s winters, al voelde hij wel dat de winter in Rome, waar hij dat jaargetijde in de regel doorbracht, bepaald nadelig was voor zijn gezondheid. Wilde hij eens in afzondering, zonder lastiggevallen te worden, werken, dan had hij daarvoor een geïsoleerd vertrek op de bovenste verdieping, dat hij ‘Syracuse’ noemde of ‘het atelier’. Hier trok hij zich dan terug, of in het buitenhuis van een van zijn vrijgelatenen. Maar wanneer hij ziek was, werd hij verpleegd in het huis van [zijn vriend] Maecenas. […] De soberheid van zijn huisraad en zijn meubilair is duidelijk te zien aan de bedden en de tafels, die tot op heden bewaard zijn gebleven. De meeste zouden nu voor een gewoon burger nauwelijks fraai genoeg zijn. Zelfs het bed waarop hij sliep was volgens de verhalen laag en eenvoudig opgemaakt.’ Na Augustus werd de Palatijn keizerlijke residentie. Verschillende keizers bouwden hier grote paleizen. De nu nog zichtbare resten zijn een reusachtig complex, begonnen door Domitianus (81-96) en veranderd en uitgebreid door latere keizers. Hierdoor kreeg de naam van de heuvel een nieuwe betekenis: ‘Palatium’ leeft nog altijd voort in ‘palazzo’, ‘palace’, ‘paleis’. De grote gewelfde constructies die vanaf het Forum Romanum en de Circus Maximus zichtbaar zijn, dienden om de heuvel rechte randen te geven en de paleiscomplexen extra steun te geven. Palatijn Capitolijnse musea Capitolijnse wolvin (5e eeuw v Chr; Etruskisch) Romulus en Remus (uit Renaissance) I see before me the gladiator lie: He leans upon his hand – his manly brow Consents to his death, but conquers agony And his drooped head sinks low, And through his side the last drops, ebbing slow, From the red gash, fall heavily, one by one, Like the first of a thunder shower; and now The arena swims around him (= he is gone), Ere ceased the human shout which hailed the wretch who won. De Engelse dichter Lord Byron bezocht dit museum in 1817 en verwoordde zijn indrukken van dit beeld in bovenstaande verzen uit ‘Childe Harold’s Pilgrimage’ Ganymedes Toen hij voor 't eerst de beker in moest schenken, Naakt en berooid nog na zijn arendsvlucht, Verwarden hem van meet af aan de wenken Der oud're dienaren, en zeer beducht Hun lang gewende dienstbaarheid te krenken, Boog hij zich onder die denkbeeld'ge tucht, Niet wetende wat van hun blik te denken En van dat voortgefluisterde gerucht: Wie was hier schoon? Wie zou hier de eerste zijn? Wie was de jong'ling die door God geschaakt was? De zaal gonsde ervan. Hij bracht de wijn, Beefde en morste, en zag de borstelbrauwen Van vader Zeus zich spiedende vernauwen, En bloosde, en schaamde zich omdat hij naakt was. Simon Vestdijk Parthenon De lente ademt witte vlinders uit en klaproosjes en witte voorjaarsbloemen, waarover zichtbare insekten zoemen; de rotsgrond is gesluierd als een bruid Maar boven de verganklijkheid van 't leven, de kortheid van de lente en 't licht van de zon, rijst, tegen 't mateloos azuur geheven, de eeuwge wasdom van het Parthenon. De zuilen als de lendenen der goden, vol zekerheid en toverloze rust, loochenen al wat is gedoemd ten dode, en wat op aard zichzelf verdelgt in lust Zij zien de geurge wereld van 't vergaan met onbewogen marmren steilte aan. Bertus Aafjes Παρά θῖνα θαλάσσης Drie woorden slechts van Homerus, o hóór het kantelen en ruisen dat er in schuilt ; - als een kind dat gelovig de schelp aan het oor legt. Hoorde ge eigenlijk nooit dat komen en gaan, gaan en komen: hoorde ge eigenlijk nooit de zee in het vers van Homerus? Ida Gerhardt παρά θῖνα θαλάσσης langs het strand van de zee En [Rome] En, langs het atrium der Vestalinnen en op de Via Appia Antica gaan en onder Titus- en Augustusbogen en voor de David van Bernini staan, en uit het Pantheon de mussen horen, en in de buurt de kuil der katten zien, en door de parken van Maecenas lopen, en naar de graven der Horatii, en zitten in de kerk van San Clemente, en bij de echo's van een springfontein, en luisteren naar de blinkende Najaden, en in een kloostertuin gelukkig zijn, en door Rome zonder tijd bewegen, en als een pelgrim in de warme nacht, en in de kokers van het Colosseum kijken. En leven in een staat van overmacht. Anton van Wilderode Brand van Rome Men ziet hem aarz'len tusschen twee gebaren, Terwijl hij 't kijkglas bliks'mend houdt gericht Op de avond'lijke stad, waar lupanaren Reeds vlammen voor de brand is gesticht. En ook het hof erkent als wreede plicht Voor hij één woord zingt zóó verrukt te staren Alsof de strofen van zijn vuurgedicht Te feilloos vluchtten voor de harpenaren. Nog aarzelt hij. Uit het vermetel vuur Deed zijn gebaar koortsige vonken springen. Maar als in 't vaalomwalmde laat're uur Brandstichters naad'ren, hovelingen dringen Tot voor zijn blik, dan vindt men hem bestuurd Door histrionen en hun handenwringen. Simon Vestdijk Kleine ode aan een al heel lang dode keizer Meiregen. Mist. Pufhitte. Hagelbuien. Tintelend vriesweer. Herfstnevels. Orkaan. Bleek voorjaarszonnetje. Sneeuwjacht. Slagregens. Grauwgrijze stolp. Azuren firmament. Kille wind. Zoele wind. Bijtende wind. IJsbloemen. Waterkou. Tropische nachten. Krieuwelig lentebriesje. Donderstorm. Druilerig gemiezer. Rood-vlammende luchten. Ik laat het allemaal over me heen komen. Natuurlijk heb ik voorkeuren, wie niet? 'k Rook liever Henry Clay dan Agio. Maar om mijn moeder nog eens te citeren: "Lieverkoekjes worden hier niet gebakken." Marcus Aurelius, jou vind ik groots. C. Buddingh' Laocoon Laocoon, El Greco, 1614 Terwijl de priester met zijn zonen paart, bijten de slangen in hun eigen staart. Tussen de serpentinische figuren staart naar Toledo het Trojaanse paard. Paul Claes Daphne Waarom zijn heesters en de liefste bloemen Als toevluchtsoord voor vrouwen steeds bezongen? Omdat een god die fabel had bedongen, Opdat een god op dit gewas kon roemen. Zoo hoort men door de eeuwen namen zoemen Van haar die in die bladerafgrond sprongen: Omdat een god in haar zich had bedwongen, Opdat een god in haar zich held kon noemen. Onstuimig had hij bij haar aangedrongen, Haar verontrust, en met zijn slanke sprongen Haar heengedreven tot ze om uitkomst bad. Laurier, omvang haar met uw geurig blad, Opdat de god, die haar niet mag beminnen, Haar streelende zijn lust kan overwinnen! Simon Vestdijk Italiaans in praktijk Hoofdtelwoorden (i numeri) 1 = uno(a) 2 = due 3 = tre 4 = quattro 5 = cinque 6 = sei 7 = sette 8 = otto 9 = nove 10= dieci 11= undeci 12= dodeci 13 = tredeci 14 = quattordeci 15 = quindeci 16 = sedici 17 = diciasette 18 = diciotto 19 = dicianove 20 = venti 21 = ventuno 22 = ventidue 30 = trenta 31 = terntuno Dagen van de week zondag domenica maandag lunedi dinsdag martedi woensdag mercoledi donderdag giovedi vrijdag venerdi zaterdag sabato Enige veel gebruikte woorden en uitdrukkingen goedendag buon giorno goedenavond buona sera ( na 16.00 uur) goedenacht buona notte alstublieft (verzoek) per favore, prego alstublieft dank u wel nee, dank u niets te danken neem me niet kwalijk goed...begrepen ik begrijp u niet ik spreek een beetje Italiaans spreekt u Engels? de morgen de middag middernacht twaalf uur ’s middags vandaag gisteren morgen ecco grazie no grazie di niente mi scusi bene...capito non la capisco parlo un po’ italiano Parla inglese? la mattina il pomeriggio mezzanotte mezzogiorno oggi ieri domani 32 = terntadue 40 = quaranta 50 = cinquanta 60 = sessanta 70 = settanta 80 = ottanta 90 = novanta 100=cento 200=duecento 300=trecento 1000= mille 2000= duemila mijnheer mevrouw mejuffrouw hoeveel kost? hoeveel kosten? postzegels de brief de ansichtkaart Holland betalen Hoe laat is het? Het is een uur. Het is twee uur Het is half drie. Het is tien over vier Het is tien voor vijf de koffie zwarte koffie koffie met melk cappuchino het bier coca-cola thee water mineraalwater sinaasappelsap iets te drinken iets te eten zonder melk/suiker het ijs ijssalon het brood de kaas de ham de boter het zout de peper het mes de vork de lepel het bord het glas waar is de bus/tramhalte de ingang de uitgang de trein signore signora signorina Quanta costa? Quanta costano? francobolli la lettera la cartolina Olanda pagare Che ora e? E l’una. Sono le due Sono le due e mezzo Sono le quattro e dieci Sono le cinque meno dieci il caffe espresso caffe latte cappuchino la birra cola il tè acqua acqua minerale arancia spremuta qualcosa da bere qualcosa da mangiare senza latte/zucchero il gelato gelateria il pane il formaggio prosciutto lo burro il sale il pepe il coltello la forchetta il cucchiaio il piatto il bicchiere dov’è la fermata dell’autobus/del tram? l’ ingresso l’ uscita il treno © Maria van Beers, augustus 2016