Ellada-Roma 2016 - Comenius Hilversum

advertisement
Ellada-Roma 2016
donderdag 22 september– zondag 2 oktober 2016
5 gymnasium
Comenius College Hilversum
..................................................
Reis en verblijf
Heenreis: donderdag 22 september
-
04.00 uur
04.15 uur
07.10 uur:
09.10 uur:
13.20 uur:
verzamelen op schoolplein Comenius
Vertrek per bus naar Brussel-Charleroi
inchecken op Brussel-Charleroi
vlucht FR1197 Brussel – Athene met Ryanair
aankomst Athene; bustransfer naar hotel
Terugreis: zondag 2 oktober
-
15.30 uur: bustransfer naar vluchthaven Fiumicino
16.50 uur: inchecken
18.15 uur vlucht VY6294 Rome – Amsterdam met Vueling
21.00 uur: aankomst Amsterdam
Eigen vervoer naar huis
Hotelgegevens
datum
plaats
22-09
Athene
23-09
Nafplio
24-09
Kaiafas
25-09
Delfi
26-09
boot
27-09
Pompeii
28 t/m 02-10 Rome
Begeleiders:
hotel
Hotel Economy
Hotel Nafplia
Kaiafas Lake
Varonos
Patras – Bari (27/9: 9.30 u)
Hotel Vittoria
Casali
adres
Kleisthenous 5
Navarinou 11
telefoon
+30 210 5220520
+30 27520 28167
+30 26250 32954
V. Pavlos & Friderikis 25 +30 22650 82345
Superfast II
Piazza Porta Marina +39 081 5369016
Via Amendola 95
+39 06 486824
Sean Keller en Henk Ruiter
Heleen Schoonenberg (Griekenland en Pompeii)
Tessa Nagel (Rome)
Contactpersoon Comenius: Floor Tiesing
035- 6215751 (Comenius College)
035 –6850801/0630398646(privé)
Deelnemers werkweek Ellada-Roma 22 september – 2 oktober 2016
Leerling
1 Djurre Barten
2 Zico Bos
3 Marnix Bos
4 Floor Broer
5 Lucas Brouwer
6 Sander van Buul
7 Kevin David
8 Pascalle Dietrich
9 Lisa Drevijn
10 Jana van Ekeren
11 Dionne Gantzert
12 Floor Geelen
13 Maan Goedhart
14 Anne Gravesteijn
15 Bram Grommers
16 Judith van Halsema
17 Lisa Heijmans
18 Esther Hooimeijer
19 Vera Horjus
20 Fay de Lange
21 Nathan Man
22 Naemo Mollen
23 Emilia Ploeger
24 Laura du Pree
25 Arjen Spijker
26 Michelle Steinvoort
27 Isabel Subke
28 Felice Tabak
29 Dana op het Veld
30 Victor Westgeest
Begeleiding
Sean Keller
Henk Ruiter
Heleen Schoonenberg
Tessa Nagel
+31 6 34770813
+31 6 23115349
+31 6 47134737
+31 6 45552311
Nuttige en praktische informatie
Bagage
1 koffer: max. 15kg
1 stuk handbagage: max. afm 40x25x20 (max. 10 kg)
Paklijst
 Geldig paspoort of identiteitskaart
 Verzekeringspasje
 Mobiele telefoon + oplader
 Programmaboekje Ellada-Roma (“reisgids”)
 KCV-boek Forum
 Presentatie-documentatie
 ‘Ontbijtpakket’ voor eerste dag (do 27 augustus)
 Waterflesje/bidon
 Kleding; NB: decente kleding voor in de kerken (bedekte schouders; rok/broek over de knie)
1 warm vest/warme trui
 Jas /dun regenjack
 Toiletspullen (o.a. zonnebrandcreme)
 Eigen medicijnen/reistabletten (+ evt geneesmiddelenpaspoort [EMP] Europees Medisch Paspoort)
 Goede wandelschoenen/sportschoenen
 Blarenpleisters
 Zakgeld (ca € 15,- pppd)
 Schrijfgerei
NB Vloeibare toiletspullen, pincets, schaartjes ed, NIET in handbagage.
Regels werkweek 2016
1. Een ieder draagt bij aan een goed verloop en een goede sfeer.
2. Tijdens excursies blijft iedereen altijd bij de groep.
3. Op excursievrije momenten blijf je in elk geval in groepjes van minimaal vier personen.
De werkweekleiding wil altijd op de hoogte zijn van je plannen voor vrije dagdelen.
Dus geen eigen uitstapjes zonder toestemming van de leiding.
4. De tijden in het programma zijn stipt, dus wees steeds op tijd.
5. Het kopen, gebruik en/of bezit van (licht) alcoholische dranken en drugs is verboden.
In de gastlanden wordt bij overtreding streng gestraft.
6. Iedereen houdt zich aan de regels van het gastverblijf.
7. Om overlast te voorkomen, mag er geen versterkte geluidsapparatuur mee worden
genomen.
8. De kamerindeling in hotel en boot wordt door leiding vastgelegd; jongens en meisjes apart.
Gemengd slapen is niet toegestaan.
We gaan ervan uit dat alle leerlingen zich houden aan de bovenstaande regels en aan alle aanwijzingen van
de begeleiders. De reisleiding zal bij een eerste overtreding van de regels officieel waarschuwen en de ouders
en de schoolleiding daarvan op de hoogte stellen. Bij nogmaals overtreden van de regels of ernstig
wangedrag wordt contact opgenomen met ouders en kan de leiding ertoe besluiten de betreffende leerling
op eigen/ ouders’ kosten voortijdig naar huis te sturen.
Programma
Donderdag 22 sep
Athene: Nationaal Archeologisch Museum; Griekse agora
’s avonds diner + overnachting in Athene.
Vrijdag
23 sep
08.30: Akropolismuseum; lunch; wandeling naar Akropolis via
o.a. Dionysostheater.
16.00: busrit via Kanaal van Korinthe naar Peloponnesos;
overnachting in Nafplio
Zaterdag
24 sep
‘s morgens: Epidauros: theater; museum; opgravingen;
‘s middags: burcht van Agamemnon; schathuis van Atreus;
Rit over Peloponnesus naar Olympia; diner + overnachting in Kaiafas
Zondag
25 sep
‘morgens: Olympia: site en museum
namiddag rit naar vasteland via brug Rio-Andirio naar Delphi;
diner + overnachting in Delphi
Maandag
26 sep
‘s morgens: Delphi: site en museum
met de bus naar Patras: 15.30 uur in de haven,
overnachting op de boot Patras – Bari (17.30 – dinsdag 9.00 uur)
Ellavda
Roma
Dinsdag
27 sept
10.00– 12.30 uur busrit Bari – Pompeii
Pompeii
Woensdag
28 sept
Oplontis; Napels: Archeologisch museum
15.00 uur busrit naar Roma
Donderdag 29 sept
Santa Maria Maggiore, Santa Prassede, San Pietro in Vincoli
Forum Romanum en Palatijn
17.00 uur: Galleria Borghese via Piazza del Popolo
Vrijdag
30 sept
10.30 Vaticaanse musea via Engelenburcht;
St Pieter; optioneel: beklimmen van koepel St Pieter
17.30 Colosseum
Zaterdag
1 oktober
9.40 uur: Capitolijnse musea;
’s middags: Pantheon, Ara pacis, Res Gestae
Zondag
2 oktober
Santa Maria degli Angeli e Martyri, evt. Museo Massimo
15.30 uur: bus naar vliegveld: Rome-Amsterdam (18.15 -- 21.00 uur)
Presentatieonderwerpen + verdeling
Akropolis: Parthenon, Erechtheion, Nikè-tempel, Akropolis-museum
Dana en Kevin
Theaters: in Athene, Epidauros, Pompeii (Odeon) en Rome
Arjen en Aemilia
Mykene : burcht Mykene, leeuwenpoort, schathuis, museum
Dionne en Felice
Delphi: site en belangrijkste stukken in museum
Elisa en Pascalle
Olympia: site en museum
Maan en Floor
Museum Napels: Megalh +EllaV, sculpturen, schilderkunst
Marnix
Pompeii: Stabiaanse thermen + Pompeijaans huis
Djurre en Sander
Pompeii: geschiedenis Pompeii; uitbarsting Vesuvius (Plinius)
Esther en Anne
.
Oplontis
Fay en Jana
Colosseum: geschiedenis gebouw, architectuur; spelen
Bram en Naemo
Triomfbogen Constatijn, Titus en Septimius Severus
Victor en Lucas
Galleria Borghese: Bernini: David, Pluto, Apollo, Aeneas; Caravaggio
Laura en Vera
Ara Pacis: architectonische propaganda Augustus; Res Gestae
Lisa en Judith
Forum Romanum
Zico en Nathan
Santa Maria degli Angeli e dei Martiri
Floor en Isabel
Athene
Akropolis
Het Parthenon werd gebouwd naast de plaats waar de Oude Athenatempel had gestaan, die
gewijd was aan Athena Polias en stamde uit ca. 570 v.Chr. Na de overwinning van de
Atheners op de Perzen in de Slag bij Marathon in 490 v.Chr. waren de Atheners al aan de
bouw van een nieuwe tempel naast deze Oude Athenatempel begonnen. Maar in 480 v.Chr.
werd zowel de Oude Athenatempel als de nieuw begonnen Athenatempel (ook wel protoParthenon genoemd) door de Perzen verwoest.
Nadat de kas van de Delische Bond in 454 v.Chr. naar Athene was overgebracht,
overreedde Pericles de volksvergadering het geld te gebruiken voor een monumentale
herbouw van de Akropolis. De bouw van het Parthenon was daarvan het begin. In 447 v.Chr.
begon de bouw. Het bouwkundig ontwerp was van de architecten Ictinus en Callicrates, de
algehele supervisie en het ontwerp van de sculptuur was in handen van de
beeldhouwer Pheidias. De tempel werd ingewijd in 437 v.Chr., al werd er daarna nog vijf jaar
aan de frontonsculpturen gewerkt.
Geschiedenis
Het Parthenon onderging heiligschennis door Demetrius Poliorcetes. De Atheners boden hem
als dank voor zijn inname van de stad in 307 v.Chr. het achtervertrek van het Parthenon aan,
waar hij zich vervolgens vestigde met zijn gevolg van prostituees (Plutarchus, Leven van
Demetrius, 23-24).
In de 6e eeuw werd het gebouw een kerk voor de heilige Sophia. Een klokkentoren werd
toegevoegd op de zuidwesthoek. In de Middeleeuwen werd het een Rooms-katholieke kerk
ter ere van Maria. Na de Turkse verovering van Athene in 1460 werd het een moskee, waarbij
de klokkentoren werd omgevormd in een minaret.
Reconstructie fries van Parthenon
Belangrijk was het bezoek van de Franse ambassadeur markies Charles Olier de Nointel in
1674, omdat hij de schilder Carrey in zijn gevolg had. Deze maakte in opdracht van Nointel
tekeningen van het Parthenon die van onschatbare waarde zijn, omdat ze het gebouw
weergeven vóór de verwoesting.
Tijdens het beleg van de Akropolis door de Venetianen onder leiding van Francesco
Morosini werd het Parthenon, dat door de Turken in gebruik was als kruithuis, op 26
september 1687 geraakt, waardoor een explosie ontstond en het middenstuk werd verwoest.
Thomas Bruce, Lord Elgin, die van 1799 tot en met 1803 ambassadeur van Groot-Brittannië bij
het Ottomaanse Rijk was, verzamelde met instemming van de Ottomaanse machthebbers
beeldhouwwerken op de Akropolis en liet ze in 1802-1804 naar Groot-Brittannië overbrengen.
In 1816 verkocht hij wegens geldgebrek zijn ‘Elgin marbles’ aan het British Museum. Daar zijn
nu nog steeds de meeste metopen en frontonsculpturen van het Parthenon te zien, ondanks
grote druk van de Griekse regering om ze terug te geven.
Kariatiden-hal van het Erechtheion
Theaters
1 theatron : Schuin oplopende toeschouwerszitplaatsen in concentrische rijen, uitgehouwen in
de rotsen of in de vorm van houten stellages; er
was plaats voor ca 17.000 bezoekers.
2 orchestra: Cirkelvormig speelvlak van ca 20 m
doorsnede, waar het koor zong en danste; in het
midden was een plaats voor een altaar van
Dionysos.
3 parodoi: Twee toegangen tot de orchestra,
waarlangs het koor opkomt. Als acteurs langs
de parodoi opkomen, wil de toneelconventie
dat opkomst van links betekent 'van buiten de
stad' en opkomst van rechts 'uit de stad'.
4 skènè : Dit gebouw kon dienen als kleedruimte voor de acteurs. De voorzijde ervan
diende ook als decor, meestal een paleisfront.
Op een laag podium hiervoor speelden de
acteurs.
Een van de grote feesten die jaarlijks in het Athene van de 5e eeuw v Chr. werden gevierd, was
het vijfdaagse toneelfestival ter ere van de god Dionysos. Dit festival, de Grote Dionysia,
vond eind maart plaats. Drie dagen achtereen stonden tragedies op het programma. Iedere
dag werden drie tragedies (een zgn trilogie) van een en dezelfde schrijver opgevoerd, gevolgd
door een satyrspel. ’s Middags werd een komedie opgevoerd. Het festival was als een
wedstrijd georganiseerd. Er werden eerste en tweede prijzen uitgereikt en de namen van de
winnende schrijvers werden, ook met vermelding van de rijke Athener die als sponsor was
opgetreden, op een momument vereeuwigd.
De ‘grote drie’ tragici waren Aischylos (525-456), Sofokles (495-406) en Euripides (480-406).
De bekendste komediedichter was Aristophanes (ca 450-385).
Het Dionysustheater, gelegen aan de zuidelijke flank van de Atheense akropolis, is het oudste
theatergebouw in Europa en de bakermat van de antieke tragedie. Het werd gebouwd in
negen verschillende bouwfasen vanaf de 6e eeuw v.Chr. Tussen 342 en 326 v.Chr. kreeg het
theater zijn definitieve aanzicht, met 67 rijen marmeren zitbanken voor ca 17.000 toeschouwers. In het midden van de eerste rij bevindt zich nog de ereplaats, een met reliëfs
versierde zetel, voorbehouden aan de priester van Dionysos Eleutheros.
Herodes Atticus Theater. Op kleine afstand
van het theater van Dionysos werd in 161 na
Chr. dit theater gebouwd. De Romeinse consul
Herodes Atticus liet het uit de rotsen van de
zuidhelling van de Akropolis houwen, als
herinnering aan zijn vrouw. Herodes Atticus ,
ook wel Tiberius Claudius genoemd, was een
rijke man uit Marathon, die in de tweede eeuw
na Chr. in Athene heeft gewoond. Men zegt dat
zijn vader "Attikos" een schat had
gevonden die hij later heeft geërfd. Herodes Atticus verwierf faam omdat hij een weldoener
was en een grote kunstliefhebber. Het grootste deel van zijn fortuin heeft hij aan artistieke
verfraaiingswerken en aan monumenten besteed.
In 1955 is het theater gerestaureerd en nu wordt het gebruikt voor openluchtconcerten en
toneeluitvoeringen. Het biedt plaats aan 5000 toeschouwers. Voor het jaarlijkse Athenefestival, dat de hele zomer duurt, komen internationale ballet-, opera- en toneelgezelschappen
naar dit onoverdekte theater.
Theater van Epidauros
Theater van Pompeii
Peloponnesos
Peloponnesos betekent letterlijk ‘eiland van Pelops’. Pelops is de naam van de prins die
trouwde met een plaatselijke prinses en uiteindelijk de macht over het hele (schier)eiland
kreeg. Een echt eiland is de Peloponnesos nooit geweest, want het heeft in de oudheid altijd
een smalle, 5 kilometer lange verbinding met het vasteland gehad.
De Peloponnesos werd al vanaf het 11e millenium v Chr bewoond. De uitgangen van de
verschillende plaatsnamen, zoals Korinthe en Mykene, duiden erop dat deze steden al
bestonden vóór de komst van de Griekse stammen naar de Peloponnesos, rond 2000 v Chr.
Mykene
Geschiedenis en mythologie lopen in Mykene door elkaar heen. Volgens Homeros is de stad
Mykene gesticht door Perseus, toen hij terug was in Argos. Uiteindelijk werd de dynastie van
Perseus omvergeworpen door Pelops de zoon van Tantalos. Het geslacht van Atreus, waartoe
ook Agamemnon behoort, is vermoedelijk af te leiden van de nakomelingen van Pelops,
alhoewel de details obscuur zijn. In elk geval was ten tijde van de Trojaanse oorlog het huis
van Atreus het machtigst in Griekenland.
Mykene en Mykeens staan voor de periode van 1600-1100 v Chr, toen de helden leefden in
onneembare burchten en de Griekse cultuur haar eerste bloeiperiode beleefde. De stad
Mykene, en vermoedelijk net zo de andere centra van deze cultuur, bestond uit een versterkte
citadel, een paleis en een omringende nederzetting.
De muren waren zo enorm (13m hoog, 7 m dik)
dat de latere Grieken ervan uitgingen dat ze alleen
door de Kyclopen konden zijn gebouwd, éénogige
reuzen zoals ze in de Odyssee worden beschreven.
In die “Kyklopische muren” was een
monumentale toegangspoort gebouwd, de
beroemde Leeuwenpoort.
Lineair B-tablet, vroegste Grieks
Olympia
Olympia genoot ruim 1000 jaar lang aanzien als religieus en sportief centrum. Hoewel het
heiligdom al in de Mykeense tijd bloeide, dateert zijn historische belang van de komst van de
Doriërs en hun verering van Zeus, naar wiens verblijf, de berg Olympus, de plaats werd
genoemd. Naarmate het heiligdom een meer Hellenistisch karakter kreeg, verrezen er grotere
tempels en seculiere gebouwen. Tegen het eind van het bewind van de Romeinse keizer
Hadrianus (117-138 n Chr) begon de politieke en religieuze betekenis van het heiligdom af te
nemen.
Reconstructie van Olympia (100 n Chr) in Romeinse tijd. Toen overheerste de eredienst voor
Zeus. De spelen waren aan hem gewijd, en zijn tempel (met daarin een enorm beeld van de
god) stond in het centrum van het heiligdom.
De eerste Olympische spelen werden gehouden in 776 v Chr. Aanvankelijk ging het alleen om
hardloopwedstrijden voor mannen. De eerste geboekstaafde winnaar was Koroibos, een kok
uit het naburige Elis. In 708 v Chr werd er voor het eerst geworsteld en werd de vijfkamp
(discuswerpen, speerwerpen, verspringen, hardlopen en worstelen) geïntroduceerd. Daarna
werden bokswedstrijden op het programma gezet en tenslotte in 680 v Chr, ook wagenrennen.
Veertig jaar later kwamen er paardenraces bij en het pankration (combinatie van worstelen en
boksen). Tot slot in 520 v Chr werd nog de hoplitodromos (hardloopwedstrijd voor soldaten
in volledige wapenuitrusting) een vast onderdeel van het programma.
Amfoor met afbeelding van pankration
Museum Olympia
Zeus en Ganymedes
Apollo, westfronton van Zeustempel
Hermes met Dionysos (Praxiteles)
Oostfronton van Zeustempel
Van de Zeustempel zijn beide frontons (gevels) bewaard gebleven. Het oostfronton verbeeldt de
wedren tussen de plaatselijke koning Oinomaos en Pelops, die dong naar hand van diens dochter
Hippodameia. Zeus (zonder hoofd) staat als bemiddelaar tussen hen in.
Het westfronton portretteert de mythologische strijd tussen Lapithen en Centauren. Apollo, de
god van de rede, staat in het midden.
Zaal 7 van het museum is gewijd aan het atelier van Pheidias, de beroemd(st)e beeldhouwer in de
oudheid. De gereedschappen en het materiaal waarmee hij het beroemde Zeusbeeld (van goud en
ivoor: chryselefantine) gemaakt zou hebben, zijn nog deels in het museum te zien. Dat beeld werd
in de oudheid een van de zeven wereldwonderen genoemd.
Delphi
Voor de Grieken was Delphi misschien wel de heiligste plek op de hele wereld. Zij waren er
vast van overtuigd dat daar het middelpunt van de aarde was en ‘bewezen’ dat met een
verhaal uit de mythologie. Oppergod Zeus wilde wel eens weten wat het centrum van het
heelal was en liet op hetzelfde moment twee adelaars los, één vanuit het oosten en één vanuit
het westen. De vogels botsten boven Delphi op elkaar en sindsdien wist men zeker dat daar de
‘navel’ (ojmfaloV) van de wereld was. Nog altijd is die navel te zien: één van steen naast het
Atheense schathuis, en één van marmer in het museum.
Wie Delphi zegt, denkt natuurlijk aan de god Apollo. Want Delphi was de belangrijkste plaats
van Griekenland waar hij werd vereerd (orakel, pythia;Pythische Spelen; Parnassos, Muzen).
Misschien wel de beroemdste beelden uit het museum te Delphi:
Cleobis en Biton
de Wagenmenner
Napels (Nationaal Museum)
Bronzen uit Villa dei Papiri
Stier van Farnese
Alexander-mozaiek
Pompeii
Plinius: Boek VI Brief 16
C. PLINIUS TACITO SUO S.
Een verzoek van Tacitus
Petis, ut tibi avunculi mei exitum scribam, quo verius tradere
posteris possis. Gratias ago; nam video morti eius, si
celebretur a te, immortalem gloriam esse propositam.
Quamvis enim pulcherrimarum clade terrarum, ut populi, ut
urbes memorabili casu quasi semper victurus occiderit,
quamvis ipse plurima opera et mansura condiderit, multum
tamen perpetuitati eius scriptorum tuorum aeternitas addet.
Equidem beatos puto, quibus deorum munere datum est aut
facere scribenda aut scribere legenda, beatissimos vero,
quibus utrumque. Horum in numero avunculus meus et suis
libris et tuis erit. Quo libentius suscipio, deposco etiam, quod
iniungis.
Jij vraagt, dat ik jou de dood van mijn oom beschrijf, opdat jij
(die) met meer waarheid aan het nageslacht kunt overleveren.
Ik bedank je; want ik zie, dat voor zijn dood, als die door jou
wordt verheerlijkt, onsterfelijke roem is weggelegd. Want
hoewel hij door een ramp van de mooiste landen, net als
volkeren, net als steden door een gedenkwaardig voorval is
gestorven, terwijl hij als het ware altijd zal leven, (en) hoewel hij
zelf zeer vele en ook blijvende werken heeft geschreven, zal de
eeuwigheid van jouw geschriften toch veel toevoegen aan zijn
voortleven. Ik zelf acht gelukkig, wie het door een geschenk
van de goden gegeven is te doen wat waard is beschreven te
worden of te schrijven wat waard is te worden gelezen, het
meest gelukkig echter (acht ik, wie) beide (gegeven is). In het
getal van dezen zal mijn oom zijn door zijn eigen boeken en
door die van jou. Met des te meer graagte neem ik op me, eis ik
zelfs op, wat jij me vraagt.
Een merkwaardig gevormde wolk
Erat Miseni classemque imperio praesens regebat. Nonum
Kal. Septembres hora fere septima mater mea indicat ei
apparere nubem inusitata et magnitudine et specie. Usus ille
sole, mox frigida, gustaverat iacens studebatque; poscit soleas,
ascendit locum, ex quo maxime miraculum illud conspici
poterat. Nubes, incertum procul intuentibus, ex quo monte
(Vesuvium fuisse postea cognitum est), oriebatur, cuius
similitudinem et formam non alia magis arbor quam pinus
expresserit.
Hij was in Misenum en voerde persoonlijk het commando over
de vloot. Op 24 augustus om ongeveer één uur 's middags wijst
mijn moeder hem er op, dat er een wolk met ongewone grootte
en uiterlijk verscheen. Hij had een zonnebad genomen, daarna
een koudwaterbad, hij had liggend iets gegeten en zat te
studeren; hij vraagt om zijn sandalen, klimt naar een plek,
waarvanuit dat wonderbaarlijk schouwspel het best kon
worden waargenomen. Er kwam een wolk op, onzeker voor
mensen die van een afstand keken van welke berg (later is
bekend geworden, dat het de Vesuvius was), waarvan de
gelijkenis en de vorm geen andere boom dan de pijnboom meer
zou kunnen uitdrukken.
Nam longissimo velut trunco elata in altum quibusdam ramis
diffundebatur, credo, quia recenti spiritu evecta, dein
senescente eo destituta aut etiam pondere suo victa in
latitudinem vanescebat, candida interdum, interdum sordida
et maculosa, prout terram cineremve sustulerat.
Want als met een zeer lange stam omhoog gegaan breidde de
wolk zich uit met zekere takken, ik denk, omdat hij, door een
verse luchtstroom naar buiten gedreven, daarna, omdat die
luchtstroom zwakker werd, beroofd van de opwaartse druk of
zelfs door zijn eigen gewicht overwonnen, ijler werd, soms wit,
dan weer vuil en vlekkerig, al naar gelang hij aarde of as had
omhooggebracht.
Reacties van Plinius maior
Magnum propiusque noscendum, ut eruditissimo viro, visum.
Iubet Liburnicam aptari; mihi, si venire una vellem, facit
copiam; respondi studere me malle, et forte ipse, quod
scriberem, dederat.
Egrediebatur domo; accipit codicillos Rectinae Tasci
imminenti periculo exterritae (nam villa eius subiacebat, nec
ulla nisi navibus fuga); ut se tanto discrimini eriperet, orabat.
Vertit ille consilium et, quod studioso animo incohaverat,
obit maximo. Deducit quadriremes, ascendit ipse non
Rectinae modo, sed multis (erat enim frequens amoenitas
orae) laturus auxilium. Properat illuc, unde alii fugiunt,
rectumque cursum, recta gubernacula in periculum tenet adeo
solutus metu, ut omnes illius mali motus, omnes figuras, ut
deprenderat oculis, dictaret enotaretque.
Het leek hem, zeer geleerde man als hij was, groot en waard om
van dichterbij te onderzoeken. Hij laat een Liburnisch schip in
gereedheid brengen; als ik mee wilde gaan, geeft hij mij de
gelegenheid; ik antwoordde, dat ik liever wilde studeren, en
toevallig had hij zelf een opdracht gegeven die ik moest
schrijven. Hij verliet het huis; hij krijgt een briefje van Rectina
van Tascus, die hevig geschrokken was van het dreigende
gevaar (want haar villa lag aan de voet van de berg, en er was
geen enkele mogelijkheid om te vluchten dan met schepen); zij
smeekte, dat hij haar uit zo groot gevaar zou weghalen. Hij
verandert het plan en wat hij begonnen was met een
wetenschappelijke instelling gaat hij (nu) tegemoet met een
edelmoedige instelling. Hij laat quadriremen in zee trekken,
gaat zelf aan boord, om niet alleen Rectina, maar velen hulp te
brengen (want de lieflijkheid van de kust was dichtbevolkt). Hij
haast zich daarheen, waarvandaan anderen vluchten, en houdt
een rechte koers, het roer recht naar het gevaar, zozeer vrij van
angst, dat hij alle bewegingen van die ramp, alle vormen, zodra
hij die met zijn ogen had waargenomen, dicteerde en opschreef.
Reddingspogingen
Iam navibus cinis incidebat, quo propius accederent, calidior
et densior, iam pumices etiam nigrique et ambusti et fracti
igne lapides, iam vadum subitum ruinaque montis litora
obstantia. Cunctatus paulum, an retro flecteret, mox
gubernatori, ut ita faceret, monenti 'Fortes' inquit 'fortuna
iuvat: Pomponianum pete.'
Reeds viel de as op de schepen, hoe dichterbij zij kwamen, des
te warmer en dikker, reeds (vielen) ook puimstenen en zwarte
en geblakerde en door het vuur gebroken stenen, reeds
(ontstond) een plotselinge ondiepte en door het instorten van
de berg geblokkeerde stranden. Nadat hij even geaarzeld had,
of hij rechtsomkeert zou maken, zei hij al gauw tegen de
roerganger, die adviseerde om zo te doen: "Het geluk helpt de
dapperen: op naar Pomponianus."
Stabiis erat, diremptus sinu medio (nam sensim circumactis
curvatisque litoribus mare infunditur); ibi, quamquam
nondum periculo appropinquante, conspicuo tamen et, cum
cresceret, proximo, sarcinas contulerat in naves, certus fugae,
si contrarius ventus resedisset; quo tunc avunculus meus
secundissimo invectus complectitur trepidantem, consolatur,
hortatur, utque timorem eius sua securitate leniret, deferri in
balineum iubet; lotus accubat, cenat aut hilaris aut, quod
aeque magnum, similis hilari.
Hij was in Stabiae, afgesneden door de baai in het midden
(want de zee stroomt allengs gebogen en bochtige kusten
binnen); hoewel het gevaar nog niet naderde, maar wel
duidelijk zichtbaar was en toen het groeide heel dichtbij, had hij
daar zijn bagage in schepen geladen, vastbesloten tot de vlucht,
als de tegenwind was gaan liggen; met deze voor hém zeer
gunstige wind binnengevaren, omarmt mijn oom dan de
trillende Pomponianus, troost hem, spoort hem aan, en om
diens angst met zijn eigen onbezorgdheid op te beuren laat hij
zich naar de badkamer brengen; na zijn bad gaat hij aan tafel
(en) dineert, opgewekt of, wat even groots (is), lijkend op
iemand die opgewekt is.
Nacht ten huize van Pomponianus
Interim e Vesuvio monte pluribus locis latissimae flammae
altaque incendia relucebant, quorum fulgor et claritas
tenebris noctis excitabatur. Ille agrestium trepidatione ignes
relictos desertasque villas per solitudinem ardere in
remedium formidinis dictitabat. Tum se quieti dedit et
quievit verissimo quidem somno. Nam meatus animae, qui
illi propter amplitudinem corporis gravior et sonantior erat,
ab iis, qui limini obversabantur, audiebatur.
Intussen lichtten uit de berg de Vesuvius op meerdere plaatsen
zeer brede vlammen en hoge branden op, waarvan de gloed en
de helderheid door het duister van de nacht werd
geaccentueerd. Ter bestrijding van de angst zei hij telkens, dat
door de paniek van de boeren verlaten vuren en achtergelaten
villa's in de eenzaamheid in brand stonden. Toen begaf hij zich
ter ruste en sliep met een zelfs zeer echte slaap. Want zijn
ademhaling, die voor hem wegens de grote omvang van zijn
lichaam zwaarder en luidruchtiger was, werd door hen die
heen en weer liepen bij de drempel gehoord.
Sed area, ex qua diaeta adibatur, ita iam cinere mixtisque
pumicibus oppleta surrexerat, ut, si longior in cubiculo mora,
exitus negaretur. Excitatus procedit, seque Pomponiano
ceterisque, qui pervigilaverant, reddit. In commune
consultant, intra tecta subsistant an in aperto vagentur. Nam
crebris vastisque tremoribus tecta nutabant et quasi emota
sedibus suis nunc huc nunc illuc abire aut referri videbantur.
Sub dio rursus quamquam levium exesorumque pumicum
casus metuebatur, quod tamen periculorum collatio elegit. Et
apud illum quidem ratio rationem, apud alios timorem timor
vicit. Cervicalia capitibus imposita linteis constringunt; id
munimentum adversus incidentia fuit.
Maar de binnenplaats, van waaruit de woonkamer werd
betreden, was al zo erg omhoog gekomen, gevuld door as en
gemengde puimstenen, dat de uitgang onmogelijk werd
gemaakt, als het oponthoud in de kamer te lang was. Hij wordt
gewekt en staat op, en voegt zich weer bij Pomponianus en de
anderen, die op waren gebleven. Gemeenschappelijk
beraadslagen zij, of zij binnenshuis moeten blijven of in de open
lucht ronddwalen. Want door talrijke en hevige schokken
zwaaiden de gebouwen heen en weer en als het ware van hun
plaats losgetrild leken zij nu eens hierheen dan weer daarheen
weg te glijden of terug te gaan. Onder de blote hemel weer
werd het vallen ook al (was het) van lichten en poreuze
puimstenen gevreesd, hetgeen de vergelijking van de risico's
toch verkieslijker maakte. En bij hem won de rede het wel van
de rede, bij de anderen won de vrees het van de vrees. Kussens,
op hun hoofden geplaatst, binden zij vast met linten; dat was de
bescherming tegen alles wat viel.
Dood van Plinius maior
Iam dies alibi, illic nox omnibus noctibus nigrior densiorque,
quam tamen faces multae variaque lumina solabantur. Placuit
egredi in litus et ex proximo adspicere, ecquid iam mare
admitteret; quod adhuc vastum et adversum permanebat. Ibi
super abiectum linteum recubans semel atque iterum
frigidam aquam poposcit hausitque. Deinde flammae
flammarumque praenuntius odor sulpuris alios in fugam
vertunt, excitant illum.
Reeds was het elders dag, daar nacht, zwarter en dichter dan
alle nachten, welke toch vele fakkels en verschillende lichten
verlichtten. Hij besloot naar het strand te gaan en van vlakbij te
bekijken, of de zee al iets toestond; maar die bleef aldoor nog
woest en gevaarlijk. Daar ging hij bovenop het afgeworpen
linnen achterover liggen en vroeg een keer en opnieuw om
koud water en dronk dat op. Daarna jagen vlammen en de
voorbode van vlammen, de geur van zwavel, anderen op de
vlucht, hem wekken zij op.
Innitens servolis duobus adsurrexit et statim concidit, ut ego
colligo, crassiore caligine spiritu obstructo clausoque
stomacho, qui illi natura invalidus et angustus et frequenter
aestuans erat. Ubi dies redditus (is ab eo, quem novissime
viderat, tertius), corpus inventum integrum, inlaesum
opertumque, ut fuerat indutus; habitus corporis quiescenti
quam defuncto similior.
Steunend op twee slaafjes kwam hij overeind en zakte meteen
weer in elkaar, zoals ik concludeer, omdat door de te dikke
walm zijn adem was versperd en zijn luchtpijp geblokkeerd, die
voor hem van nature zwak en nauw en dikwijls ontstoken was.
Toen de dag terugkwam (dat was vanaf die dag, die hij het
laatst had gezien, de derde), is zijn lichaam gevonden, heel,
ongeschonden en bedekt, zoals hij gekleed was geweest; de
houding van zijn lichaam was meer lijkend op die van een
rustende dan een overledene.
Besluit
Interim Miseni ego et mater - sed nihil ad historiam, nec tu
aliud quam de exitu eius scire voluisti. Finem ergo faciam.
Unum adiciam, omnia me, quibus interfueram quaeque
statim, cum maxime vera memorantur, audieram, persecutum.
Tu potissima excerpes; aliud est enim epistulam, aliud
historiam, aliud amico, aliud omnibus scribere.
Vale.
Intussen (waren) mijn moeder en ik in Misenum - maar dat
heeft niets te maken met de geschiedenis, en jij wilde niets
anders weten dan over zijn dood. Laat ik / Ik zal dus een einde
maken. Laat ik / Ik zal er één ding aan toevoegen, dat ik alles,
waarbij ik aanwezig was geweest en dat ik meteen, wanneer de
dingen het meest naar waarheid worden verteld, had gehoord,
op de voet heb gevolgd. Jij zult het belangrijkste eruit
selecteren; want het is één ding een brief te schrijven, iets
anders een geschiedenis, één ding aan een vriend te schrijven,
iets anders voor allen te schrijven.
Vaarwel!
Omgeving Pompeii en Vesuvius
Uitbarsting Vesuvius
Man en vrouw, samen in het sterven
Straat in Pompeii
Oplontis
Oplontis was een Romeinse plaats. Het lag op de plaats van het huidige Torre
Annunziata aan de baai van Napels. Oplontis werd bij de uitbarsting van de Vesuvius in
79 n.Chr. door as, puimsteen en modder bedekt.
De naam Oplontis is ons alleen bekend van de Tabula Peutingeriana, een Romeinse
wegenkaart die oorspronkelijk uit de 3e-4e eeuw n.Chr. stamt. Vermoedelijk was het geen
zelfstandige plaats, maar eerder een wijk van Pompeii voor buitenhuizen van de rijken.
Op de locatie van Oplontis zijn enkele luxueuze villa’s teruggevonden. Verreweg de
belangrijkste daarvan is de Villa van Poppaea. Poppaea Sabina was de tweede vrouw van
keizer Nero. Zij of haar familie wordt beschouwd als eigenaar van de villa tijdens de
uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr. Deze toeschrijving is gebaseerd op een inscriptie op
een amfora: Secundo Poppaeae: ‘Voor Secundus <slaaf/ vrijgelatene> van Poppaea’, in
combinatie met de omvang en grote luxe van de villa. Tijdens de uitbarsting was de villa niet
bewoond. De aanwezigheid van bouwmaterialen en zuilen die langs de muur van een van de
vertrekken liggen, wijst erop dat de villa werd verbouwd of uitgebreid.
De villa is gebouwd in de eerste eeuw v.Chr.
Hij heeft een grote ontvangsthal, waarachter
een peristylium en een atrium liggen. Aan de
westkant daarvan ligt het thermen-gedeelte,
aan de oostkant liggen verschillende
vertrekken rond een tweede ‘rustiek’ peristylium. Deze waren onder andere bedoeld
voor de opslag van landbouwproducten.
Tuinen en een groot openluchtzwembad
maakten deel uit van het complex.
De villa is vooral beroemd om zijn rijke, goed
bewaarde muurschilderingen, die behoren tot
de tweede en derde Pompejaanse stijl.
Bij opgravingen in 1984 is ook de villa
opgegraven van ene Lucius Crassus Tertius.
Deze naam werd aangetroffen op een bronzen
zegel. Het gebouw is opgetrokken rondom
een monumentaal peristylium.
Waarschijnlijk hield de eigenaar zich bezig met wijnhandel, want naast het peristylium
werden veel amforen aangetroffen. Ook bevonden zich in een van de ruimtes de resten van
een houten kist, die onder andere gouden en zilveren halssnoeren, een spaarpotje met geld en
glazen flesjes met oliën bevatte. In een andere ruimte werden meer dan 30 skeletten gevonden
van mensen die zich daar verzameld hadden tijdens de eruptie van de Vesuvius en zijn
omgekomen. Sommigen van hen hadden grote hoeveelheden munten bij zich.
Campidoglio
Het Capitool is de meest centrale heuvel van Rome en
heeft twee toppen. In de Oudheid stond op de linkertop
een tempel voor Juno Moneta, op de rechtertop stond het
belangrijkste heiligdom van Rome, de tempel van Jupiter
(resten van tempel in Palazzo dei Conservatori).
De linkertrap leidt naar de linkertop, waar nu de Santa
Maria in Aracoeli staat; de rechtertrap, Cordonata geheten,
leidt naar het plein dat tussen de twee toppen ligt.
Bovenaan de trap markeren twee beelden uit de late
Keizertijd de toegang tot het plein: de mythologische
tweeling Castor en Pollux.
Het Capitool werd het ‘caput mundi’, het hoofd van de
wereld, de plek van waaruit het Romeinse imperium werd
bestuurd, en waar ook de staatsarchieven en de munt
lagen.
Toen de pausen in Avignon verbleven (1305-1377), raakte Rome ontvolkt en kwam het
Capitool in verval. Het deed nog slechts dienst als geitenweide, terwijl op het Forum
Romanum de koeien graasden. In de volksmond heette het Capitool toen de Monte Caprino,
de geitenberg. Nadat Paul Paulus III zich tijdens het bezoek van keizer Karel V aan Rome in
1536 diep geschaamd had voor de modderige aanblik van het Campidoglio, gaf hij aan
Michelangelo de opdracht het plein opnieuw in te richten. De eerste verbetering was de
verplaatsing van het ruiterstandbeeld naar het Campidoglio. Het is het best bewaarde antieke
ruiterstandbeeld: tot aan de Renaissance werd namelijk gedacht dat de ruiter Constantijn was,
die een zegenend gebaar maakt. Uit munten bleek dat de bebaarde ruiter echter niemand
anders kon zijn dan Marcus Aurelius.
Om het plein een perfecte symmetrie te geven, voegde Michelangelo
aan het Palazzo Senatorio (achter),
en het Palazzo dei Conservatori
(re), aan de linkerkant een derde
palazzo toe: Palazzo Nuovo, in
spiegelbeeld met het Conservatori.
Na zijn dood (1564) werd het plein
geheel volgens zijn ontwerp
afgebouwd.
Op de balustrade aan weerszijde van de Cordonata werden antieke sculpturen opgesteld,
zodat het plein aan alle kanten omrind werd door marmeren beelden.
Santa Maria Maggiore
Omdat deze basiliek de grootste is van Romes tachtig Mariakerken, wordt zij
‘Maggiore’ (de Meerdere) genoemd. De kerk behoort tot de vier pauselijke basilieken;
de andere drie zijn de Sint Pieter, de Sint-Jan van de Lateranen en de Sint-Paulusbuiten-de-muren.
Tijdens de nacht van 4 op 5 augustus 352 droomde de Romeinse grondeigenaar van
de Esquilijnse heuvel, de patriciër Julianus, dat Maria aan hem verscheen en hem
de opdracht gaf om voor haar een kerk te bouwen op de plek waar hij ’s ochtends sneeuw
zou aantreffen. En inderdaad, hoewel Rome smachtte onder hete zomerse temperaturen,
lag er de volgende morgen verse sneeuw op de top van de Esquilijn.
Toen duidelijk werd dat paus Liberius precies hetzelfde had gedroomd, werd besloten om de
droom ernstig te nemen en hier een kerk op te richten. Op een reliëf van Stefano Maderno
boven het altaar in de Borghese-kapel (links vooraan) en in een mozaïek in de buitenloggia
wordt uitgebeeld hoe paus Liberius de plattegrond van de kerk in de sneeuw tekent. Daarom
wordt de kerk ook wel Maria-ter-Sneeuw of, naar de paus, Liberiana, genoemd.
San Pietro in Vincoli
Deze kerk is genoemd naar de onder
het altaar bewaarde ketenen (vincoli).
Petrus zou hier door een engel zijn
bevrijd toen hij gevangen zat in de
Mamertijnse gevangenis.
In de kerk bervindt zich wat een veel
groter grafmomunment voor Julius II
in de Sint Pieter had moeten worden.
Het mooiste
deel van dit
gedenkteken
Deze
kerk is genoemd
naar
de onder
van Michelangelo is het beeld
van Mozes.
Colosseum
(Uit: SPQR, 53)
Op 21 april 80, de verjaardag van de Stad, werd
het amfitheater onder keizer Titus (79-81)
officieel ingehuldigd met grootse en bloedige
feesten, die honderd dagen duurden. Tijdens
deze feesten bevochten vele honderden
gladiatoren elkaar en werden er negenduizend
wilde dieren gedood.
In het Colosseum ligt de oorsprong van de
uitdrukking ‘panem et circenses’ (Juvenalis,
Satire X, 81). Met enig cynisme wilde hij zeggen
dat de Romeinen van hun problemen konden
worden afgeleid door ze te eten te geven en ze te
verstrooien met spectaculaire spelen. Op
keizerlijke feestdagen werden immers aan de
bevolking voedsel en graan uitgedeeld. De
toegang tot het Colosseum was meestal gratis.
Er vonden drie soorten spektakels plaats:
gevechten tussen gladiatoren, gevechten met
wilde dieren en geënsceneerde zeeslagen.
De meeste Romeinen waren dol op gladiatorengevechten. Velen gingen geheel op in demonstraties van mannelijkheid, kracht en
onverschrokkenheid, zoals de schrijver Tacitus
aangeeft: ‘Hoeveel zijn er nog, die thuis over iets
anders kunnen spreken? En waarover hoor je
jonge mannen praten als je hun schoollokalen
binnenloopt (Dial, 29.3). Maar
daarentegen walgde Seneca van dergelijke
taferelen en hij schreef in zijn Epistulae morales
hoe hij op een middag naar een voorstelling ging
kijken: “Het is pure moord. De mannen dragen
geen beschermende kleding. Met heel hun
lichaam staan ze bloot aan klappen, en geen klap
wordt vergeefs uitgedeeld (...) ’s Ochtends worden ze voor de leeuwen en de beren gegooid, ‘s
middags voor hun toeschouwers. Deze willen
dat de moordenaar voor andere moordenaars
wordt geworpen die hem zullen doden, en de
winnaar mag doorgaan naar de volgende slachtpartij. De uitkomst voor alle partijen is de dood...
(Epist. 7)
Boog van Constantijn
Triomfboog van Constantijn
Relief op triomfboog van Constantijn
Pantheon
Hoogtepunten Pantheon:
Koepel: grootste gemetselde koepel in
Europa (43,3m)
Oculus: diameter van 8,3 m; zorgt voor
steun en licht
Portiek: geveldriehoek wordt ondersteund door 16 roze en grijze granieten zuilen (op 3 na origineel!)
Deuren:massieve bronzen deuren zijn
origineel
Inscriptie: M.Agrippa cos tertium fecit.
Muren: de 6,2m brede muren zijn voorzien van ingebouwde bakstenen bogen die
mede gewicht van het dak dragen.
Koninklijke graven:
Vittorio Emanuel II (1861-1878)
Umberto I (1878-1900)
Graf Rafaël stierf op 37-jarige
Graf van Rafaël: Rafaël, de lieveling van de Romeinse-renaissance-kunst,
leeftijd. Hij rust onder een eenvoudige stenen sarcofaag. De Latijnse inscriptie is van
de dichter Bembo:
ille hic est Raphael timuit quo sospite vinci
rerum magna parens et moriente mori.
Ara pacis
En de vertaling van dit prachtige grafschrift luidt.............
Villa Farnesina
De villa is gebouwd tussen 1506 en 1510. De
architect was Baldassare Tommaso Peruzzi.
Hij werkte in opdracht van Agostino Chigi,
een rijke bankier en handelaar.
Dit paleis bezoeken we niet zozeer vanwege
de architectuur, maar vooral vanwege
enkele beroemde fresco’s van schilders als
Raphaël, Peruzzi, Sebastiano del Piombo en
Sodoma (Bazzi).
Het binnenhof van de Villa Farnesina wordt
vaak als een van de meest indrukwekkendste
van de Renaissance gezien.
We gaan eerst naar de Sala di Galatea. De zaal is
genoemd naar het beroemde fresco van
Raphaël, genaamd Galatea. Het geheel is nogal
een vreemd samenraapsel. De bedoeling was
dat er alleen mythologische verhalen op de
wanden zouden komen en dat het plafond met
het blauw van de lucht beschilderd zou
worden.
Raphaël is een heel andere schilder dan
Caravaggio (in villa Borghese). Raphaël was een
kind van de Renaissance net als Michelangelo.
In die tijd hoorde je de natuur te vervolmaken,
zoals je dit ook bij de beelden van Michelangelo
kunt zien.
Links is de cycloop Polyphemos afgebeeld en
rechts de nimf Galatea. Het verhaal over de
onbeantwoorde liefde van Polyphemos voor
Galatea is prachtig beschreven door Ovidius in
zijn Metamorphosen 13. 738-903
Raphaël plaatst het gezicht van Galatea
precies in het midden van het beeldvlak.
Zij wordt staande op een schelp voortgetrokken door twee dolfijnen. Haar lichaam
is in een nogal ingewikkelde contraposto
weergegeven. Erg realistisch doet deze
houding niet aan als je je voorstelt dat je op
zo´n schelpje op de golven wordt voortgetrokken.
Als je de compositie bekijkt, zie je dat die
uit verschillende diagonalen is opgebouwd.
Let bijvoorbeeld op de cupido´s met hun
pijlen en bogen in de aanslag. De pijl van
de linkerengel loopt door in de teugels
waarmee Galatea de dolfijnen stuurt.
De pijl van de andere engel gaat over in de
belaagde vrouw: een watergeest.
De tritonen rechts en links blazen op hun
hoorns om de komst van Galatea aan te
kondigen.
Het uiteindelijke resultaat van Raphaël in
deze zaal werd alom bewonderd.
Op de begane grond is nog een loggia met prachtige fresco’s: Loggia di Psiche, de loggia
van Psyche en Eros. Het verhaal is gebaseerd op de Metamorfose van Apuleius.
Het verhaal gaat over een vrouw Psyche die zo mooi was, dat mannen haar nog meer
bewonderden dan de godin Venus. Dit was natuurlijk tegen het zere been van de godin.
Zij zon op wraak en stuurde haar zoon Eros, op de arme Psyche af. Eros moest ervoor
zorgen dat zij hopeloos verliefd zou raken op een miserabel en mismaakt mannetje.
Helaas voor moeder Venus, maar Eros raakte toen hij Psyche zag volledig in de ban van
haar schoonheid. Hij ontvoerde haar om met zijn nieuwe vrouw samen te leven.
Op een dag wilde Psyche weten wie haar man nu precies was. Zij goot een druppel
hete olie uit de lamp op haar geliefde. Eros schrok wakker en vluchtte. Hij moest nu
zijn zonden aan zijn moeder Venus opbiechten. Na dit aangehoord te hebben was Venus
helemaal door het dolle heen. Er moest en zou wraak op deze vrouw genomen worden.
Maar steeds weer wist Psyche met behulp van de goden te ontsnappen. Uiteindelijk greep
Jupiter in en zorgde ervoor dat de mooie Psyche niet meer lastig werd gevallen.
Rafaël gaf deze ruimte het aanzien van een pergola in de zomer met fruit en bloemen.
Op het plafond zijn twee grote fresco’s afgebeeld:
‘Het huwelijk van Eros en Psyche’ en ‘De vergadering der goden’.
In één van de hoeken is ‘De drie Gratiën’ te zien, een fresco van drie vrouwen. Degene die met
haar rug naar de toeschouwers staat, is mogelijk Chigi’s maîtresse.
Op de lunetten (halvemaanvormige bogen) zijn de verschillende stadia van Psyches moeilijke
relatie met de jaloerse moeder van Eros, Venus/Afrodite.
Ara pacis
Reliefs van het Ara pacis
Mausoleum van Augustus
Res gestae
Rerum gestarum divi Augusti, quibus orbem terrarum imperio populi Romani subiecit, et
inpensarum, quas in rem publicam populumque Romanum fecit, incisarum in duabus aheneis
pilis, quae sunt Romae positae exemplar subiectum.
I
Annos undeviginti natus exercitum privato consilio et privata impensa comparavi, per quem rem
publicam a dominatione factionis oppressam in libertatem vindicavi.
Eo nomine senatus decretis honorificis in ordinem suum me adlegit C. Pansa et A. Hirtio
consulibus consularem locum sententiae dicendae tribuens et imperium mihi dedit.
Res publica ne quid detrimenti caperet, me propraetore simul cum consulibus providere iussit.
Populus autem eodem anno me consulem, cum consul uterque in bello cecidisset, et triumvirum
rei publicae constituendae creavit.
Latijnse tekst Res gestae
Griekse tekst Res gestae
Res gestae
Hieronder volgt een kopie van de krijgsdaden van de vergoddelijkte Augustus waarmee hij de
wereld onder het gezag van het Romeinse volk bracht en van de uitgaven die hij gedaan heeft
voor de staat en het Romeinse volk. Deze daden en uitgaven zijn aangebracht op twee bronzen
zuilen die in Rome zijn opgesteld.
1
Toen ik negentien jaar was heb ik op eigen initiatief en met mijn eigen financiële middelen een
leger op de been gebracht, waarmee ik de staat, die onderdrukt werd door de willekeur van een
politieke partij, bevrijd heb.
Hierdoor heeft de senaat mij, tijdens het consulaat van Gaius Pansa en Aulus Hirtius, in eervolle
bewoordingen opgenomen in zijn midden. Hij gaf mij het recht om tegelijk met de consuls het
woord te voeren en de hoogste militaire macht.
Tegelijk beval de senaat mij er in de rang van propraetor met de consuls op toe te zien dat de staat
geen schade zou lijden.
Maar het volk koos mij in datzelfde jaar, toen allebei de beide consuls gesneuveld waren, tot
consul en tot één van de drie leden van de commissie tot inrichting van de staat.
Enkele topstukken uit de Galleria Borghese
Bernini
(Uit Ovidius, Metamorphosen, I, 548-556)
Vix prece finita torpor gravis occupat artus:
mollia cinguntur tenui praecordia libro,
in frondem crines, in ramos bracchia crescunt,
pes modo tam velox pigris radicibus haeret,
ora cacumen habet: remanet nitor unus in illa.
Hanc quoque Phoebus amat positaque in stipite dextra
sentit adhuc trepidare novo sub cortice pectus
conplexusque suis ramos, ut membra, lacertis
oscula dat ligno: refugit tamen oscula lignum.
Haar klacht weerklinkt nog als starre stijfheid haar bevangt:
Haar zachte borst wordt door een dunne laag van schors omsloten,
haar armen groeien uit tot takken en haar haar tot loof,
haar voeten, eerst zo snel, zijn nu verstokt tot trage wortels,
haar hoofd wordt kruin. Haar gratie is het enige wat rest.
Nog steeds bemint Apollo haar, zijn vingers langs de boomstam
voelen haar hart nog sidderen onder de nieuwe bast
en met zijn armen om haar takken heen, als om een lichaam,
kust hij het hout, maar zelfs dat hout buigt van zijn kussen weg.....
(vert. M.d’Hane Scheltema)
Pluto en Proserpina
Piazza del Popolo (Plein van het volk)
Aeneas, Anchises en Ascanius
Spaanse trappen
Trevifontein
De Trevifontein – 20 m breed en 26 m hoog – is de beroemdste fontein van Rome. Zij werd
opgericht in de jaren 1732-1751, onder meer met het geld dat Urbanus VIII bijeengebracht
had met een extra belasting op wijn.
De naam Trevi is een verbastering van ‘trivio’, driesprong, de plaats waar drie straten
samenkomen. Maar er wordt ook verteld dat de maagd, de virgo, Trivia zou hebben
geheten.
In het fonteindecor wordt de zeegod Oceanus uitgebeeld die op een reusachtige schelp
staat, voortgetrokken door twee gevleugelde paarden die door trtons worden geleid. In de
nissen staan de beelden van Gezondheid (rechts) en de Overvloed (links) Bovenop de fries
staan de vier seizoenen uitgebeeld.
Onder bezoekers van de stad bestaat het geloof dat men Rome zal terugzien wanneer men
een muntstuk in de fontein gooit. Volgens de regels moet men met de rug naar de fontein
gaan staan; rechtshandigen gooien de munt over linkerschouder, linkshandigen over de
rechterschouder. Men mag hierbij NIET achteromkijken!
Santa Maria dei Angeli (e dei Martiri)
Santa Maria degli Angeli
Deze basiliek werd in opdracht van Puas Pius IV in
1561 door Michelangelo ingebouwd in de Thermen
van Diocletianus. Het werd Michelangelo’s laatste
architecturale werk; het voltooide het toen hij
zesen-tachtig jaar was. Als voorgevel van de kerk
heeft hij de muren van de thermen gebruikt.
Nergens elders in Rome heeft men een beter beeld
van de enorme omvang die de geboiuwen in de
Oudheid moeten hebben gehad.
Deel van de Linea Clementina
In de rechterzijbeuk werd in 1702 in brons een 46 m
lange meridiaan gelegd, de Linea Clementina, in
opdracht van Paus Clemens XI. Tot 1846 werden de
horloges van Rome erop gelijk gezet.
De Thermen van Diocletianus waren eens de
mooiste, fraaiste en rijkste van de Oudheid. Ze
werden , naar model van de Thermen van
Trajanus, tussen 298 en 306 gebouwd door
40.000 christelijke dwangarbeiders, die volgens
het verhaal na het voltooien van hun opdracht
werden vermoord. In het kerkje van Tre Fontane
liggen 10.203 van deze arbeiders/soldaten-martelaren begraven.
De thermen hadden een oppervlakte van 376 bij
361 meter en boden plaats aan 3.000 bezoekers.
Castel Sant’Angelo (Engelenburcht)
Engelenburcht is de populaire naam voor
het Mausoleum van Hadrianus (117-138).
De naam Engelenburcht is ontstaan nadat
paus Gregorius de Grote in 590 de
aartsengel Michaël boven het mausoleum
had zien verschijnen. Rome werd op dat
moment geteisterd door een pestepidemie.
De paus liet daarom 40 processies
rondgaan om een einde van epidemie af te
smeken. Toen de laatste processie op de
brug voor het mausoleum stond, zag
.neerdalen die zijn wrekend en vlammend
de paus een engel op de burcht neerdalen die zijn wrekend
en vlammend
zwaard
de schede
stak.
zwaard
in de schede
stak. in
Kennelijk
waren
Kennelijk waren de gebeden van de paus verhoord en erde
kwam
een van
einde
deverhoord.
pest. Daarom
gebeden
deaan
paus
Er
werd op de burcht een beeld van de gerechtsengel Michaël
geplaatst.
kwam een einde aan de pest. Daarom werd
op de burcht een beeld van de
gerechtsengel Michaël geplaatst.
Vaticaanstad
De naam ‘Vaticaan’ zou afkomstig zijn van het Latijnse woord ‘vaticinium’ voor de plaats
waar priesters en profeten het orakel raadpleegden. De Romeinen noemden de vlakte op de
rechter Tiberoever ‘Campus Vaticanus’ of ‘Ager Vaticanus’.
De Vaticaanse staat bestaat alleen om een tastbare vorm te geven aan de soevereiniteit van de
paus. Pas sinds 1947 is die onafhankelijkheid in de Italiaanse grondwet opgenomen. Voor het
Sint-Pietersplein geeft een dikke witte streep de grens van de staat aan.
Al is Vaticaanstad dan klein (839
inw, opp. 50 ha), als bezienswaardigheid is het onvergelijkbaar.
Binnen de muren liggen de SintPieter, de verbazingwekkende
Sixtijnse kapel, weelderige tuinen,
appartementen met fresco’s van
Fra’Angelico, Rafaël en
Pinturicchio en zo’n 10 musea.
Deze omvatten collecties
Egyptische, Griekse, Etruskische en
Romeinse oudheden, vroegchristelijke, renaissancistische en moderne
kunst en een wereldvermaarde
etnografische collectie.
Sint Pieter
Koepel St Pieter
Beeld van Petrus in St Pieter
Baldakijn door Bernini
Pietà door Michelangelo
Michelangelo Buonarroti signeerde met: MICHEL.A [N]ELVS. BVONAROTVS.
FLORENT.FACIEBA[T] Dit betekent letterlijk: Michelangelo Buonarroti de Florentijn
was [me] aan het maken.
Het beeld spreekt als het ware zelf, maar dan wel in de onvoltooid verleden tijd.
Door de laatste letter, de T, weg te laten benadrukt Michelangelo nog eens dat zijn
Pietà niet af was. Dit lijkt op wat Plinius schrijft over de wijze waarop Apelles en
Polyclitus hun werk ondertekenden. Zij tekenden met een provisorische titel als
Faciebat Apelles (Polyclitus), alsof kunst altijd een moment in een proces is. Tegelijkertijd
getuigt het woord faciebat van een bescheiden houding, het is immers nog niet voltooid.
(Rona Goffen, 'Renaissance Rivals Michelangelo, Leonardo, Raphael, Titian', Yale
University Press, New Haven&London, 2002 blz. 113-114). Dit was trouwens ook handig
tegen kritiek. Michelangelo had immers in het contract laten zetten dat hij met zijn beeld
alle andere Pietà’s zou overtreffen. Vergeet daarbij niet dat dit een jeugdwerk van
Buonarroti is waarbij hij voor zijn compositie duidelijk gebruik heeft gemaakt van het
werk van Leonardo da Vinci. Buonarroti nam niet alleen de driehoekscompositie over,
maar ook de wijze waarop Leonardo draperieën schilderde. Da Vinci signeerde nimmer
zijn werk: zijn stijl was zijn handschrift. Michelangelo zou na de Pietà zijn beelden en
schilderwerk nooit meer van zijn monogram voorzien.
Vaticaanse musea
Apollo Belvedere
Laocoöngroep
De school van Athene van Rafaël
Schepping van Adam (plafond Sixtijnse kapel)
Jonas (plafond Sixtijnse kapel)
Forum Romanum
‘Voordat hij nu naar buiten komt
zal ik u wijzen waar u gemakkelijk ieder type vinden kunt.
’t Kost u dan niet zoveel moeite, als u iemand spreken wilt,
onfatsoenlijk of fatsoenlijk, achtenswaard of waardeloos,.
Wilt u een meinedige spreken, zoek hem op t Comitium,
’n leugenaar en bluffer bij de tempel van Cloacina,
rijkgetrouwde geldverkwisters op ’t beursplein in de galerij;
daar zijn ook de rijpe hoeren die een afspraak willen maken.
Op de vismarkt contribuanten – leden van de clubdiners;
op t beneden-Forum lopen hoge en rijke omes rond;
op t midden-Forum langs t riool zijn louter lieden van de show.
Boven t meer astrante knapen, praatjesmakers, criticasters,
die maar raak in t wilde lasteren en brutaal op anderen kankeren,
aan wie zelf een afstraffing wel t meest terecht besteed zou zijn.
Geld op rente geeft en neemt men doorgaans aan de Oude Winkels,
achter t heiligdom van Castor volk dat niet betrouwbaar is
In de Tuscusstraat zijn lieden die zichzelf te koop aanbieden;
die zichzelf beschikbaar stellen of die kans aan anderen geven.
(Uit Plautus, Curculio, 467-485; vert J. Hemelrijk)
Forum Romanum
Curia Julia (binnen)
Palatijn/Palatium
De Palatijn, een hoge plaats, was bij uitstek geschikt voor een nederzetting. Hier is Rome
dan ook ontstaan: blijkens opgravingen was de zuidwesthoek van het Palatium al in de 9e
eeuw v Chr bewoond en werd de plek gedurende de latere oudheid als heilig beschouwd.
(Zie plattegrond: 5 Huis van Romulus).
Volgens de legende zou de stichter van Rome van Aeneas afstammen. Aeneas was uit
Troje gevlucht en landde na veel omzwervingen in Italië. Een later familielid van Aeneas
was Rhea Silvia. Zij kreeg een tweeling van de god Mars: Romulus en Remus. Deze
tweeling werd door hun oom Amulius, broer van de vader van Rhea Silvia, in de Tiber
gegooid en hun moeder Rhea werd gegeseld en vervolgens gedood. Het mandje met de
tweeling baby’s landde bij een oever van de Tiber. De kinderen werden door een
wolvin gevoed.
Groot geworden gingen zij terug naar de plek waar het mandje aangespoeld was nabij een
heilige vijgenboom. Wie van de twee moest nu koning worden van deze streek en zijn
naam geven aan de stad? Zij raadpleegden de Goden. Remus ging naar de Aventijn en
Romulus naar de Palatijn. Hier trokken zij om hun standplaats een ring in het zand.
Beiden keken naar de lucht boven hen wachtend op een teken van de goden.
Remus zag zes gieren die binnen de kring rond de Palatijn doordrongen. Hij snelt naar
beneden om dit heugelijke nieuws aan Romulus te vertellen, maar dan ziet hij dat er in de
kring van Romulus maar liefst twaalf gieren vliegen. Er ontstond grote verwarring.
Wat hebben de goden nu bedoeld? Wie was nu koning? Een felle woordenstrijd onderling
mondde uit in een gevecht. Er vloeide bloed en Remus werd gedood. Volgens sommige
schrijvers doodde Romulus Remus in zijn legerkamp. Zo werd Romulus de eerste koning
en kreeg de nieuwe stad ook de naam van deze koning. De bevolking van de nieuwe stad
nam nauwelijks toe. De Romeinen hadden te weinig vrouwen. Romulus verzon een list. Er
werd een groot feest gehouden waarbij ook de naburige volkeren, de Sabijnen op de
Capitolijn en de Esquilijn werden uitgenodigd. Onverwacht op een afgesproken
teken, grepen Romeinen de jonge Sabijnse vrouwen. Zij werden binnen de stadspoort
gesleurd en gedwongen te trouwen. Er dreigde oorlog. De jonge pas getrouwde vrouwen
losten het conflict op door tussen de partijen te gaan staan: ‘stop met de oorlog, want hoe
het ook afloopt wij zullen altijd verliezen. Als de Romeinen winnen, verliezen we onze
vaders en broers, maar als de Sabijnen winnen verliezen we onze mannen.’
Volgens deze legende werd Rome in 753 v. Chr. gesticht. Dit tijdstip blijkt aardig te
kloppen. Etrurië, ten noorden van Rome, begint zich sterk te ontwikkelen en Cumae, ten
zuiden van Rome, wordt door de Grieken gesticht. Deze twee gebieden dreven handel met
elkaar. De Etrusken handelden vooral in brons (in Etrurië werd koper en tin gedolven) dit
werd verhandeld voor onder meer Grieks aardewerk. De Palatijn en de Capitolijn lagen
precies op een belangrijk knooppunt van handelswegen van noord naar zuid. Via de Tiber
kon je van zee tot aan het eiland in de Tiber met de boot komen, dicht bij de Palatijn en
Capitolijn. Bovendien kruisten twee wegen van Etrurië naar Campanië de Tiber en wel
precies bij een eiland in deze rivier. Deze plek was voor de karren met goederen makkelijk
doorwaadbaar.
In de Republiek hadden rijke mensen hier hun luxe woonhuizen, onder wie ook staatsman
Cicero. Ook Augustus bewoonde hier een pand, dat gezien de status van de inwoner
bescheiden mag heten (plattegrond: 9). Ook Livia, vrouw van keizer Augustus, bezat hier
een villa (6).
Fresco in triclinium van Villa van Livia
De Romeinse geschiedschrijver Suetonius, schreef in zijn, ‘Keizers van Rome,’ dat het huis
van Augustus in vergelijking met het paleis van Domitianus zeer bescheiden was.
‘Het viel niet op door grootte of pracht. […] Meer dan veertig jaar gebruikte
Augustus dezelfde slaapkamer, niet alleen ’s zomers maar ook ’s winters, al
voelde hij wel dat de winter in Rome, waar hij dat jaargetijde in de regel
doorbracht, bepaald nadelig was voor zijn gezondheid. Wilde hij eens in
afzondering, zonder lastiggevallen te worden, werken, dan had hij daarvoor een
geïsoleerd vertrek op de bovenste verdieping, dat hij ‘Syracuse’ noemde of ‘het
atelier’. Hier trok hij zich dan terug, of in het buitenhuis van een van zijn
vrijgelatenen. Maar wanneer hij ziek was, werd hij verpleegd in het huis van [zijn
vriend] Maecenas. […]
De soberheid van zijn huisraad en zijn meubilair is duidelijk te zien aan de
bedden en de tafels, die tot op heden bewaard zijn gebleven. De meeste zouden
nu voor een gewoon burger nauwelijks fraai genoeg zijn. Zelfs het bed waarop hij
sliep was volgens de verhalen laag en eenvoudig opgemaakt.’
Na Augustus werd de Palatijn keizerlijke residentie. Verschillende keizers bouwden
hier grote paleizen. De nu nog zichtbare resten zijn een reusachtig complex, begonnen
door Domitianus (81-96) en veranderd en uitgebreid door latere keizers. Hierdoor
kreeg de naam van de heuvel een nieuwe betekenis: ‘Palatium’ leeft nog altijd voort
in ‘palazzo’, ‘palace’, ‘paleis’. De grote gewelfde constructies die vanaf het
Forum Romanum en de Circus Maximus zichtbaar zijn, dienden om de heuvel rechte
randen te geven en de paleiscomplexen extra steun te geven.
Palatijn
Capitolijnse musea
Capitolijnse wolvin (5e eeuw v Chr; Etruskisch)
Romulus en Remus (uit Renaissance)
I see before me the gladiator lie:
He leans upon his hand – his manly brow
Consents to his death, but conquers agony
And his drooped head sinks low, And through his side the last drops, ebbing slow,
From the red gash, fall heavily, one by one,
Like the first of a thunder shower; and now
The arena swims around him (= he is gone),
Ere ceased the human shout which hailed
the wretch who won.
De Engelse dichter Lord Byron bezocht
dit museum in 1817 en verwoordde zijn
indrukken van dit beeld in bovenstaande
verzen uit ‘Childe Harold’s Pilgrimage’
Ganymedes
Toen hij voor 't eerst de beker in moest schenken,
Naakt en berooid nog na zijn arendsvlucht,
Verwarden hem van meet af aan de wenken
Der oud're dienaren, en zeer beducht
Hun lang gewende dienstbaarheid te krenken,
Boog hij zich onder die denkbeeld'ge tucht,
Niet wetende wat van hun blik te denken
En van dat voortgefluisterde gerucht:
Wie was hier schoon? Wie zou hier de eerste zijn?
Wie was de jong'ling die door God geschaakt was?
De zaal gonsde ervan. Hij bracht de wijn,
Beefde en morste, en zag de borstelbrauwen
Van vader Zeus zich spiedende vernauwen,
En bloosde, en schaamde zich omdat hij naakt was.
Simon Vestdijk
Parthenon
De lente ademt witte vlinders uit
en klaproosjes en witte voorjaarsbloemen,
waarover zichtbare insekten zoemen;
de rotsgrond is gesluierd als een bruid
Maar boven de verganklijkheid van 't leven,
de kortheid van de lente en 't licht van de zon,
rijst, tegen 't mateloos azuur geheven,
de eeuwge wasdom van het Parthenon.
De zuilen als de lendenen der goden,
vol zekerheid en toverloze rust,
loochenen al wat is gedoemd ten dode,
en wat op aard zichzelf verdelgt in lust
Zij zien de geurge wereld van 't vergaan
met onbewogen marmren steilte aan.
Bertus Aafjes
Παρά θῖνα θαλάσσης
Drie woorden slechts van Homerus, o hóór het kantelen en ruisen
dat er in schuilt ; - als een kind
dat gelovig de schelp aan het oor legt.
Hoorde ge eigenlijk nooit
dat komen en gaan, gaan en komen:
hoorde ge eigenlijk nooit
de zee in het vers van Homerus?
Ida Gerhardt
παρά θῖνα θαλάσσης
langs het strand van de zee
En [Rome]
En, langs het atrium der Vestalinnen
en op de Via Appia Antica gaan
en onder Titus- en Augustusbogen
en voor de David van Bernini staan,
en uit het Pantheon de mussen horen,
en in de buurt de kuil der katten zien,
en door de parken van Maecenas lopen,
en naar de graven der Horatii,
en zitten in de kerk van San Clemente,
en bij de echo's van een springfontein,
en luisteren naar de blinkende Najaden,
en in een kloostertuin gelukkig zijn,
en door Rome zonder tijd bewegen,
en als een pelgrim in de warme nacht,
en in de kokers van het Colosseum kijken.
En leven in een staat van overmacht.
Anton van Wilderode
Brand van Rome
Men ziet hem aarz'len tusschen twee gebaren,
Terwijl hij 't kijkglas bliks'mend houdt gericht
Op de avond'lijke stad, waar lupanaren
Reeds vlammen voor de brand is gesticht.
En ook het hof erkent als wreede plicht
Voor hij één woord zingt zóó verrukt te staren
Alsof de strofen van zijn vuurgedicht
Te feilloos vluchtten voor de harpenaren.
Nog aarzelt hij. Uit het vermetel vuur
Deed zijn gebaar koortsige vonken springen.
Maar als in 't vaalomwalmde laat're uur
Brandstichters naad'ren, hovelingen dringen
Tot voor zijn blik, dan vindt men hem bestuurd
Door histrionen en hun handenwringen.
Simon Vestdijk
Kleine ode aan een al heel lang dode keizer
Meiregen. Mist. Pufhitte. Hagelbuien.
Tintelend vriesweer. Herfstnevels. Orkaan.
Bleek voorjaarszonnetje. Sneeuwjacht. Slagregens.
Grauwgrijze stolp. Azuren firmament.
Kille wind. Zoele wind. Bijtende wind.
IJsbloemen. Waterkou. Tropische nachten.
Krieuwelig lentebriesje. Donderstorm.
Druilerig gemiezer. Rood-vlammende luchten.
Ik laat het allemaal over me heen komen.
Natuurlijk heb ik voorkeuren, wie niet?
'k Rook liever Henry Clay dan Agio.
Maar om mijn moeder nog eens te citeren:
"Lieverkoekjes worden hier niet gebakken."
Marcus Aurelius, jou vind ik groots.
C. Buddingh'
Laocoon
Laocoon, El Greco, 1614
Terwijl de priester met zijn zonen paart,
bijten de slangen in hun eigen staart.
Tussen de serpentinische figuren
staart naar Toledo het Trojaanse paard.
Paul Claes
Daphne
Waarom zijn heesters en de liefste bloemen
Als toevluchtsoord voor vrouwen steeds bezongen?
Omdat een god die fabel had bedongen,
Opdat een god op dit gewas kon roemen.
Zoo hoort men door de eeuwen namen zoemen
Van haar die in die bladerafgrond sprongen:
Omdat een god in haar zich had bedwongen,
Opdat een god in haar zich held kon noemen.
Onstuimig had hij bij haar aangedrongen,
Haar verontrust, en met zijn slanke sprongen
Haar heengedreven tot ze om uitkomst bad.
Laurier, omvang haar met uw geurig blad,
Opdat de god, die haar niet mag beminnen,
Haar streelende zijn lust kan overwinnen!
Simon Vestdijk
Italiaans in praktijk
Hoofdtelwoorden (i numeri)
1 = uno(a)
2 = due
3 = tre
4 = quattro
5 = cinque
6 = sei
7 = sette
8 = otto
9 = nove
10= dieci
11= undeci
12= dodeci
13 = tredeci
14 = quattordeci
15 = quindeci
16 = sedici
17 = diciasette
18 = diciotto
19 = dicianove
20 = venti
21 = ventuno
22 = ventidue
30 = trenta
31 = terntuno
Dagen van de week
zondag
domenica
maandag
lunedi
dinsdag
martedi
woensdag
mercoledi
donderdag
giovedi
vrijdag
venerdi
zaterdag
sabato
Enige veel gebruikte woorden en uitdrukkingen
goedendag
buon giorno
goedenavond
buona sera ( na 16.00 uur)
goedenacht
buona notte
alstublieft (verzoek)
per favore, prego
alstublieft
dank u wel
nee, dank u
niets te danken
neem me niet kwalijk
goed...begrepen
ik begrijp u niet
ik spreek een beetje Italiaans
spreekt u Engels?
de morgen
de middag
middernacht
twaalf uur ’s middags
vandaag
gisteren
morgen
ecco
grazie
no grazie
di niente
mi scusi
bene...capito
non la capisco
parlo un po’ italiano
Parla inglese?
la mattina
il pomeriggio
mezzanotte
mezzogiorno
oggi
ieri
domani
32 = terntadue
40 = quaranta
50 = cinquanta
60 = sessanta
70 = settanta
80 = ottanta
90 = novanta
100=cento
200=duecento
300=trecento
1000= mille
2000= duemila
mijnheer
mevrouw
mejuffrouw
hoeveel kost?
hoeveel kosten?
postzegels
de brief
de ansichtkaart
Holland
betalen
Hoe laat is het?
Het is een uur.
Het is twee uur
Het is half drie.
Het is tien over vier
Het is tien voor vijf
de koffie
zwarte koffie
koffie met melk
cappuchino
het bier
coca-cola
thee
water
mineraalwater
sinaasappelsap
iets te drinken
iets te eten
zonder melk/suiker
het ijs
ijssalon
het brood
de kaas
de ham
de boter
het zout
de peper
het mes
de vork
de lepel
het bord
het glas
waar is de bus/tramhalte
de ingang
de uitgang
de trein
signore
signora
signorina
Quanta costa?
Quanta costano?
francobolli
la lettera
la cartolina
Olanda
pagare
Che ora e?
E l’una.
Sono le due
Sono le due e mezzo
Sono le quattro e dieci
Sono le cinque meno dieci
il caffe
espresso
caffe latte
cappuchino
la birra
cola
il tè
acqua
acqua minerale
arancia spremuta
qualcosa da bere
qualcosa da mangiare
senza latte/zucchero
il gelato
gelateria
il pane
il formaggio
prosciutto
lo burro
il sale
il pepe
il coltello
la forchetta
il cucchiaio
il piatto
il bicchiere
dov’è la fermata dell’autobus/del tram?
l’ ingresso
l’ uscita
il treno
© Maria van Beers, augustus 2016
Download