Correctievoorschrift VWO

advertisement
Correctievoorschrift VWO
2012
tijdvak 1
maatschappijwetenschappen
Het correctievoorschrift bestaat uit:
1 Regels voor de beoordeling
2 Algemene regels
3 Vakspecifieke regels
4 Beoordelingsmodel
5 Inzenden scores
6 Bronvermeldingen
1 Regels voor de beoordeling
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en
42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
Voorts heeft het College voor Examens (CvE) op grond van artikel 2 lid 2d van
de Wet CvE de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen
vastgesteld.
Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 36, 41, 41a en 42 van
het Eindexamenbesluit van belang:
1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de
beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de
examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de
directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het
toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het College voor Examens.
2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van
de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het
bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen.
3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de
beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn
gegeven door het College voor Examens.
VW-1034-a-12-1-c
1
lees verder ►►►
4
5
De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de
verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd
gezag van de gecommitteerde.
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal
scorepunten voor het centraal examen vast.
Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming
komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de
gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd
gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt
hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde
onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde
gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.
2 Algemene regels
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling
van het College voor Examens van toepassing:
1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten,
het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het
totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat.
2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de
gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het
beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, ..., n, waarbij n het
maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die
geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels:
3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen
aantal scorepunten toegekend;
3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te
behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het
beoordelingsmodel;
3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt
en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist
of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden
toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;
3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord
gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;
3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig
antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden
beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;
3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of
berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij
in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;
3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen,
gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende
formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
VW-1034-a-12-1-c
2
lees verder ►►►
4
5
6
7
8
9
3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes
staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen;
3.9 indien een kandidaat op grond van een algemeen geldende woordbetekenis,
zoals bijvoorbeeld vermeld in een woordenboek, een antwoord geeft dat
vakinhoudelijk onjuist is, worden aan dat antwoord geen scorepunten
toegekend, of tenminste niet de scorepunten die met de vakinhoudelijke
onjuistheid gemoeid zijn.
Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de
juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het
in het beoordelingsmodel vermelde aantal scorepunten toegekend. Voor elk ander
antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord
gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend.
Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend,
tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het
beoordelingsmodel anders is vermeld.
Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw
worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.
Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het
beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het
werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de
fout of onvolkomenheid mededelen aan het College voor Examens. Het is niet
toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele
fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden.
Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven
antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven.
Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen.
Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score
wordt meegedeeld aan de directeur.
De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels
voor omzetting van score naar cijfer.
NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de
behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de
scores van de kandidaten.
Het vermelden van het schoolexamencijfer is toegestaan, maar niet verplicht.
Binnen de ruimte die de regelgeving biedt, kunnen scholen afzonderlijk of in
gezamenlijk overleg keuzes maken.
3 Vakspecifieke regels
Voor dit examen kunnen maximaal 80 scorepunten worden behaald.
VW-1034-a-12-1-c
3
lees verder ►►►
4 Beoordelingsmodel
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 1 Medialandschap in beweging
1
maximumscore 2
Voorwaarden voor het verlenen van een zendmachtiging aan een
omroepvereniging zijn:
Voorwaarde 1:
De omroep moet bijdragen aan de pluriformiteit (in de nieuwsvoorziening)
Citaat: “PowNed heeft de ambitie een tegenwicht te bieden aan de
gevestigde politieke, bestuurlijke en journalistieke belangen in Nederland”
(regels 22-25).
Voorwaarde 2:
De omroep moet een eigen identiteit hebben / een godsdienstige,
maatschappelijke of geestelijke stroming vertegenwoordigen / (of zoals
geformuleerd in de nieuwe Mediawet:) De omroep moet zich qua
doelgroep onderscheiden van andere omroepverenigingen
Citaten (één van de volgende):
− “De omroepvereniging PowNed is de eerste publieke omroep, die
voortkomt uit een sterke online community.” (regels 1-3)
− “PowNed is geïnitieerd door een omvangrijke volksbeweging: de
bezoekers van de website GeenStijl.” (regels 4-6)
−
“PowNed is … voor eigenwijze mensen, die geen discussie uit de weg
gaan, (… wordt verteld.)” (regels 13-18)
− “Mensen met een eigen mening die zij ook willen kunnen uitdragen.
PowNed biedt deze reaguurders hiervoor een platform.” (regels 18-21).
per juiste voorwaarde met bijbehorend citaat
2
1
maximumscore 2
• Informatiefunctie
Citaat: “Ze (…) leveren zelf een bijdrage aan de nieuwsgaring” (regels
35-36)
• Controle- / waakhondfunctie
Citaten (één van de volgende):
− “Op het moment dat een minister-president ergens een persconferentie
geeft, is het deze groep die zijn uitspraken onder een vergrootglas
legt.” (regels 63-67)
− “Gezagsdragers worden op internet – tot hun ongenoegen – gefileerd
en doorgelicht op hun inconsequenties door honderdduizend man
tegelijkertijd.” (regels 69-73).
1
1
Opmerking
Alleen wanneer een juiste politieke functie met een passend citaat is
genoemd, mag een scorepunt worden toegekend.
VW-1034-a-12-1-c
4
lees verder ►►►
Vraag
3
4
Antwoord
Scores
maximumscore 3
maatschappelijke functies van de media:
• Functie van vrijetijdsbesteding/ontspanning / amuserende functie
• Socialiserende functie
• Functie van aanbrengen van sociale cohesie of groepsvorming /
bindende functie
1
1
1
maximumscore 3
citaat en uitleg bij functie van vrijetijdsbesteding/ontspanning / amuserende
functie:
• Voorbeeld van een juist antwoord is:
“GeenStijl is een onderdeel van hun dagelijks leven.” (regels 9-10).
Duizenden mensen maken gebruik van GeenStijl. Voor veel mensen zijn
deze media (GeenStijl en andere weblogs) een vorm van
vrijetijdsbesteding/ontspanning/amusement.
citaat en uitleg bij socialiserende functie:
• Voorbeeld van een juist antwoord (één van de volgende) is:
− In de tekst staat dat “Hun gedrag is beïnvloed door de ontwikkeling van
de internettechnologie. ……niet langer media consumeren, maar in
media participeren.” (regels 27-34).
Door dit interactieve medium heeft de groep gebruikers een houding
ontwikkeld om actief te participeren in de nieuwe media.
− “Ze hebben sociale codes, scherpen hun opinies en opvattingen aan
elkaar.” (regels 53-55).
Dus ze hebben eigen normen ontwikkeld waarmee ze zich
onderscheiden van andere groepen.
1
1
Opmerking
Er is niet zozeer sprake van het overdragen van normen en waarden door
de media, maar van het ontstaan van een nieuwe cultuur door het gebruik
van ‘nieuwe’ media.
citaat en uitleg bij functie aanbrengen van sociale cohesie of
groepsvorming / bindende functie:
• Voorbeeld van een juist antwoord is:
“….. die voortkomt uit een internetcommunity. … ze vormen een groep.
Een groep van honderdduizenden, zo niet miljoenen mensen.” (regels 1-5)
/ “De PowNed-leden … met elkaar. …….. Ze hebben sociale codes,
scherpen hun opinies en opvattingen aan elkaar.” (regels 46-55).
Er is sprake van een hele grote groep gebruikers van internet, de internetcommunity. De grote groep gebruikers van de website/weblog GeenStijl
communiceren met elkaar, delen en leveren informatie. Er ontstaat onder
hen een gevoel van verbondenheid. / Ze vormen netwerken die met elkaar
via internet communiceren en hebben eigen sociale codes waardoor ze
zich met elkaar verbonden voelen.
VW-1034-a-12-1-c
5
1
lees verder ►►►
Vraag
5
6
Antwoord
Scores
maximumscore 2
• Het uitgangspunt van de liberalen:
vrije markteconomie / vrije marktwerking / geen verstoring van de
marktordening
Voorbeeld van een juiste uitleg is:
• Reclame zorgt voor een oneerlijke concurrentie, aangezien de publieke
omroep behalve de STER-gelden ook geld ontvangt van de overheid,
terwijl de commerciële media (commerciële zenders en sites, maar ook
de geschreven pers) het zonder die overheidsbijdrage moeten doen
maximumscore 2
In het antwoord dienen de volgende elementen te staan:
• Commerciële zenders streven naar winst en bij commerciële zenders
geldt het principe hoe meer kijkers, hoe hoger de inkomsten uit
reclame/sponsoring
• Een zender met uitsluitend vraaggesprekken zal waarschijnlijk niet veel
kijkers trekken die advertentie-inkomsten opleveren. Als
commerciële zender is het dus ‘gedurfd’ om alleen vraaggesprekken uit
te zenden
1
1
1
1
Opgave 2 Politieke steun aan inval Irak
7
maximumscore 1
Voorbeeld van een juiste uitleg is (één van de volgende):
− Het opgeven van een standpunt van een partij kan zorgen dat ze een
ander belangrijk standpunt wel kunnen doorvoeren in het
regeerakkoord / kan dienen als ‘wisselgeld’ / biedt
onderhandelingsruimte.
− Wanneer een standpunt een ‘breekpunt’ is voor een partij dan staat er
bij het vasthouden aan dat standpunt regeringsdeelname op het spel.
Omdat een partij in het kabinet in de regel meer macht uit kan
uitoefenen dan in de oppositie, kan een partij uit politieke
overwegingen dus belangrijke standpunten laten vallen.
8
maximumscore 2
• De parlementaire enquête
• een juiste uitleg
Een parlementaire enquête is het zwaarste controlemiddel omdat (één van
de volgende):
− in tegenstelling tot de andere middelen alle betrokkenen mogen
worden ondervraagd (ook militairen en ambtenaren op het ministerie)
en dus veel meer aan waarheidsvinding kan worden gedaan, dan
alleen het formele antwoord van de verantwoordelijke minister.
− Een parlementaire enquêtecommissie mag getuigen onder ede
ondervragen. Daarom is een parlementaire enquête een zwaarder
middel / het zwaarste controlemiddel.
VW-1034-a-12-1-c
6
1
1
lees verder ►►►
Vraag
9
Antwoord
Scores
maximumscore 2
andere formele controlemiddelen zijn (drie van de volgende):
− het indienen van moties
− het instellen van een (parlementair) onderzoek
− het aanvragen van een spoeddebat of interpellatie
− het stellen van (schriftelijke en mondelinge) vragen
− het budgetrecht
indien drie antwoorden juist
indien twee antwoorden juist
indien minder dan twee antwoorden juist
2
1
0
Opmerking
Het antwoord ‘het indienen van een wetsvoorstel’’ is niet goed.
In het budgetrecht komen beide hoofdtaken van de Tweede Kamer
(controle én wetgeving) samen; http://www.tweedekamer.nl.
10
maximumscore 3
Het is een uiting van monisme.
Voorbeelden van elementen die in het antwoord dienen te staan:
• Er is sprake van dualisme als er een zekere scheiding bestaat tussen
regering en volksvertegenwoordiging; elk heeft duidelijk van elkaar
onderscheiden taken en verantwoordelijkheden
• Monisme: de regering vormt min of meer een eenheid met de
meerderheid in het parlement
• Uitleg:
− Regeringsfracties hebben door de afspraak tussen de coalitiepartijen
niet meer de vrijheid om in te stemmen met een onderzoek naar de
besluitvorming rondom de steun aan de Irak-oorlog (tenzij ze een
kabinetscrisis wilden riskeren). De afspraak is dus een uiting van
monisme.
of
− De afspraak tussen de coalitiepartijen beperkte de ruimte voor de
partijen in de Tweede Kamer (ook de oppositiepartijen) om invloed uit
te oefenen op de besluitvorming over een onderzoek naar de oorlog in
Irak. De afspraak is dus een uiting van monisme.
VW-1034-a-12-1-c
7
1
1
1
lees verder ►►►
Vraag
11
Antwoord
Scores
maximumscore 3
• Punt 1: Irak voldoet niet aan ontwapeningsverplichtingen en de
inspecties.
Doelstellingen VN (één van de volgende):
− de internationale vrede en veiligheid veiligstellen
− handhaven of bereiken van internationale samenwerking bij het
oplossen van economische, sociale, culturele en humanitaire
problemen
• Punt 2: Irak neemt geen duidelijke afstand van terrorisme.
Doelstellingen VN (één van de volgende):
− de internationale vrede en veiligheid veiligstellen
− handhaven of bereiken van internationale samenwerking bij het
oplossen van economische, sociale, culturele en humanitaire
problemen
• Punt 3: Irak onderdrukt de burgerbevolking.
Doelstelling VN: bevorderen van respect voor mensenrechten en
fundamentele vrijheden
1
1
1
Opmerking
Alleen een scorepunt toekennen wanneer aan het punt een juiste
doelstelling gekoppeld is.
12
13
maximumscore 2
Voorbeelden van antwoordelementen die in de uitleg dienen te staan:
• De permanente leden van de Veiligheidsraad (de Verenigde Staten,
Rusland, China, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) hebben een
vetorecht
• Resoluties zijn vaak het resultaat van veto vermijdende compromissen,
omdat één permanent lid of meerdere permanente leden (één van de
volgende):
− vriendschappelijke banden heeft/hebben met de ‘conflictlanden’
− gedeelde politieke of economische belangen heeft/hebben met de
‘conflictlanden’
− niet wil/willen tornen aan het principe van soevereiniteit van staten
maximumscore 6
Voorbeelden van antwoordelementen die in de uitleg dienen te staan:
In het klassieke beeld van de internationale orde
• nemen staten zelfstandig besluiten over nationale en internationale
kwesties en laten zich primair leiden door eigen nationale belangen
• zullen staten zich niet of minder houden aan internationale afspraken
als de eigen nationale belangen in gevaar zijn
VW-1034-a-12-1-c
8
1
1
1
1
lees verder ►►►
Vraag
Antwoord
•
−
−
Scores
Verwijzing naar een tekst (één van de volgende):
De VS laat zijn eigen nationale veiligheidsbelangen prevaleren en niet
het internationaal recht; er is geen volkenrechtelijk mandaat (zie regels
10-13 en regels 15-20 van tekst 5). Dit past in het klassieke beeld van
internationale orde.
In tekst 6 (zie regels 4-6) wordt gesproken over het unilaterale karakter
van het Amerikaanse optreden. Dat wil zeggen dat de VS zijn eigen
nationale belangen nastreefde zonder rekening te houden met
internationale afspraken. Het unilaterale karakter van de VS past in het
klassieke beeld van internationale orde.
Daarnaast is er ook sprake van het postklassieke beeld van de
internationale orde:
• De speelruimte van de natiestaten is in de huidige wereldorde beperkt
doordat staten geacht worden samen te werken om mondiale
vraagstukken zoals de onveiligheid en internationale conflicten op te
lossen (Deze samenwerking verloopt via internationale organisaties
zoals de VN, de NAVO en de EU)
• Staten zijn afhankelijk van andere actoren en mondiale processen als
globalisering (interdependentie)
•
VW-1034-a-12-1-c
Verwijzing naar een tekst:
Het door Nederland beleden multilateralisme en het versterken van de
internationale rechtsorde (tekst 6) passen in het postklassieke beeld
van de internationale orde. In tekst 6 staat dat het Amerikaans beleid unilateralisme - op gespannen voet stond met het door Nederland
beleden multilateralisme. Dat wil zeggen dat het beleid van de VS
betreffende Irak botste met de praktijk van internationale verhoudingen
waarin samenwerking tussen staten via internationale organisaties
wordt gezocht en waarbinnen het internationaal recht geldt.
9
1
1
1
1
lees verder ►►►
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 3 Een verbod op gewelddadige computergames?
14
15
16
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• De overheid dient verantwoordelijkheid te geven aan maatschappelijke
organisaties / doet een beroep op gedeelde verantwoordelijkheid /
zoekt samenwerking met maatschappelijk middenveld. (De overheid
sluit eerst convenanten met maatschappelijke groeperingen)
• Pas als de audiovisuele branches en winkelketens daar zelf niet in
slagen, dan grijpt de overheid in met wetgeving. / De overheid grijpt
pas in wanneer de markt niet zorgt voor zelfregulatie
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Hirsch Balin vindt verkoop en verspreiding van extreem gewelddadig
beeldmateriaal aan jongeren strafwaardig, dat wil zeggen het zou
verboden moeten zijn dat jongeren dit beeldmateriaal zouden kunnen
kopen en zien
• maar de minister stelt de strafbaarheid van verkoop en verspreiding
van extreem gewelddadig beeldmateriaal nog uit. Wat hem betreft komt
er een strafrechtelijk verbod op verkoop en verspreiding van extreem
gewelddadig beeldmateriaal als de entertainmentbranch de afspraken
niet nakomt
1
1
1
1
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is (één van de volgende):
− De conclusies van Charlton en collega’s lijken valide omdat er haast
sprake is van een (bijna) experimentele situatie. De invloed van de
televisie op het gedrag van kinderen kon tamelijk zuiver worden
vastgelegd.
− Doordat er nog helemaal geen televisie beschikbaar was op St. Helena
konden de onderzoekers zowel het (agressieve) gedrag van de
kinderen meten vóór blootstelling aan televisie (de nulmeting) als na de
introductie van televisie. Door de metingen van beide situaties te
vergelijken kunnen zij het effect van televisie nauwkeurig vaststellen,
omdat er geen andere invloeden zijn.
VW-1034-a-12-1-c
10
lees verder ►►►
Vraag
17
18
19
Antwoord
Scores
maximumscore 3
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Correlatie is een aangetoond verband. Dat wil zeggen er is een
verband (een samenhang) tussen twee factoren (variabelen)
• Het verband dat Anderson en Dill vinden is dat (hoog)agressieve
jongeren die vaak gewelddadige computergames spelen, vaker
betrokken zijn bij (echt) geweld dan (hoog)agressieve jongeren die
weinig voorkeur tonen voor die games
• Dit is geen causaal verband. De onderzoekers zouden dan moeten
aantonen dat het spelen van gewelddadige games dé oorzaak / één
van de oorzaken is van het plegen van gewelddadigheden. Dan pas is
er sprake van een oorzaak-gevolg relatie en dus van een causaal
verband
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Socialisatie: kinderen hebben zich de waarden en normen van de
ouders eigen gemaakt. In dit geval bijvoorbeeld de norm dat bij het
oplossen van problemen geweld gebruikelijk is
• Met het begrip cultuur wordt de leefwijze van een groep bedoeld zoals
die op verschillende manieren tot uiting komt in waarden, normen,
gewoontes, regels, etc. De gezinnen van de jongeren die een voorkeur
hebben voor mediageweld, kunnen een leefwijze hebben waarin fysiek
en verbaal geweld veel voorkomen
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Socialisatie: in de puberteit neemt de rol van de ouders in het proces
van socialisatie sterk af, en die van vriendengroepen sterk toe. Bij de
overdracht van waarden en normen via de media (horrorfilms,
gewelddadige films) wordt ‘de duiding’ van die cultuuruiting voor een
groot gedeelte vormgegeven/bepaald door de vriendengroep. Met
vrienden kijkt je naar dergelijke media-uitingen en bespreek je deze en
op deze manier spelen vriendengroepen een grote rol als socialisator
• (Sub)cultuur: het samen kijken naar gewelddadige films en het praten
daarover met vrienden en leeftijdgenoten maakt deel uit van de
(sub)cultuur van bepaalde groepen jongeren. Het hoort bij de
levenswijze van deze jongeren om gezamenlijk met gewelddadige
mediaproducties om te gaan
VW-1034-a-12-1-c
11
1
1
1
1
1
1
1
lees verder ►►►
Vraag
Antwoord
Scores
20
maximumscore 2
In dit geval betekent ‘significant’ dat jongeren die zich vervreemd voelen
van school en meer betrokken zijn bij geweld in groepsverband een
grotere kans hebben op het hebben van agressieve gevoelens bij het
zien van geweld in de media dan jongeren die daarbij niet betrokken zijn.
(Bij een significant verschil heeft de onderzoeker kunnen aantonen dat het
gevonden verschil of overeenkomst tussen twee variabelen niet berust op
toeval (kans) / Een significant verschil is ‘te groot’ om toevallig te zijn.)
21
maximumscore 4
• Argumentatie vanuit de selectieve perceptietheorie om gewelddadige
games te verbieden. Voorbeeld van een juist antwoord is:
Deze theorie stelt dat geweld in media invloed heeft op de normen en
waarden / op het gedrag van de gebruiker indien de mediaboodschap
aansluit op het referentiekader van jongeren.
Jongeren die in een ‘risico omgeving’ opgroeien (met ouders die zich
minder zorgen maken over de toepassing van geweld) / jongeren die
zich vervreemd voelen van school) beschikken over een
referentiekader waarin het gebruik van geweld wordt geaccepteerd.
Gewelddadige games versterken hun houding, waarden en normen
betreffende het gebruik van geweld.
• Argumentatie vanuit de cultivatietheorie om gewelddadige games te
verbieden. Voorbeeld van een juist antwoord is:
Jongeren die intensief en langdurig kijken naar mediaboodschappen
met geweld – de zogeheten zware gebruikers – zullen volgens de
cultivatietheorie in sterke mate een vertekend beeld van de
werkelijkheid krijgen, waarin het gebruik van geweld ‘gewoner’ is. Deze
jongeren zullen eerder naar dit beeld handelen dan jongeren die niet of
minder spelen met dergelijke games.
2
2
Opgave 4 Politieke keuzes in het veiligheidsbeleid
22
maximumscore 4
Medialogica
In het antwoord dienen bijvoorbeeld de volgende elementen te staan:
• kenmerk 1 medialogica
De media opereren marktgericht en berichten daarom veel over
incidenten zoals een ontsnapte tbs’er of een spraakmakende
moordzaak. Het publiek neemt graag kennis van de berichtgeving over
incidenten
• kenmerk 2 medialogica
De berichtgeving laat ook de politici niet onberoerd. Parlementariërs
grijpen de gevallen aan om hun standpunten luid kenbaar te maken
met vele spoeddebatten als gevolg
VW-1034-a-12-1-c
12
1
1
lees verder ►►►
Vraag
Antwoord
•
•
Scores
kenmerk 3 medialogica
De hoge toon waarop zulke debatten worden gevoerd, doet
onvermijdelijk veel stof opwaaien in de media en bereikt daarmee ook
weer de burgers (wat ook de bedoeling is van de politici)
Door bovenstaand mechanisme verschijnen er in de media veel
spraakmakende zaken over criminaliteit. Het publiek krijgt daardoor het
beeld dat het slecht gesteld is met de veiligheid / dat de omvang van
(gewelds)criminaliteit hoger is dan in werkelijkheid het geval is
1
1
Opmerking
Kern van het verschijnsel medialogica is dat media, politici en het publiek
als het ware in een houdgreep zitten. Burgers, politici en media houden
elkaar vast in een interactie waaruit zij niet meer kunnen ontsnappen. “Ze
worden gedwongen het ‘spel’ binnen de driehoeksrelatie mee te spelen en
kunnen (en willen) zich daaraan eigenlijk ook niet onttrekken; ze hebben
elkaar nodig en zijn tegelijk tot elkaar ‘veroordeeld’.” (Zie het rapport
‘Ontsnappen aan Medialogica’, Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling
citeert Van Beek et al. 2006)
23
maximumscore 1
(de resultaten van) slachtofferenquêtes
24
maximumscore 4
• vergelijking slachtofferenquêtes met politiestatistieken
Voorbeeld van een juiste uitleg is:
De resultaten van slachtofferenquêtes (Veiligheidsmonitor) geven inzicht in
criminaliteit die niet zichtbaar wordt in politiestatistieken, omdat er
bijvoorbeeld geen aangifte wordt gedaan (denk aan fietsendiefstal). Juist
veel delicten die vallen onder de categorie veelvoorkomende criminaliteit
komen niet ter kennis van de politie.
•
vergelijking slachtofferenquêtes met daderenquêtes (zelfrapportage
onderzoeken)
Voorbeelden van een juiste uitleg zijn (één van de volgende):
− In vergelijking met slachtofferonderzoeken leveren zelfrapportage
onderzoeken minder betrouwbare gegevens over de totale omvang van
veelvoorkomende criminaliteit. De respondent beantwoordt vragen
naar slachtofferervaringen meer naar waarheid dan een respondent die
vragen beantwoordt of hij/zij zelf dader is geweest van bepaalde
delicten.
− Bij daderenquête bestaat een drempel voor oprechte beantwoording
van de vragen naar daderschap, door bijvoorbeeld schaamte over de
daad. Bij slachtofferonderzoek komt dit minder voor (met uitzondering
van vragen naar seksuele misdrijven).
VW-1034-a-12-1-c
13
2
2
lees verder ►►►
Vraag
Antwoord
−
Scores
Slachtofferenquêtes zijn bij uitstek geschikt om over een langere
periode betrouwbare gegevens van – door burgers ervaren –
veelvoorkomende delicten te verzamelen. Zelfrapportage onderzoeken
van delinquent gedrag richten zich op specifieke doelgroepen zoals
jongeren. (b.v. Monitor zelfrapportage jeugdcriminaliteit van
Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum – WODC –, zie
publicatie Jeugdcriminaliteit in de periode 1996-2010; ontwikkelingen
in zelfgerapporteerde daders, door de politie aangehouden verdachten
en strafrechtelijke daders op basis van de Monitor Jeugdcriminaliteit).
Opmerking
Alleen wanneer bij de vergelijking een juiste uitleg gegeven is, mogen
scorepunten worden toegekend.
25
26
maximumscore 4
• Gelegenheidstheorie / Rationele keuzetheorie
Voorbeeld van een juiste uitleg is:
• Doordat de pakkans bij ontduiken van motorrijtuigenbelasting altijd
klein was, waren de baten van dit criminele gedrag vaak hoog. De kans
dat je omgeving de belastingontduiking doorheeft (en daar iets van
zegt) is klein. Deze rationele afweging van kosten en baten zal minder
positief uitvallen als de kans groter wordt om gepakt te worden
en
• De sociale controletheorie
Voorbeeld van een juiste uitleg is:
• Crimineel gedrag wordt verhinderd door de pijnlijke of vervelende
gevolgen van formele en informele sociale controle. De inzet van de
automatische nummerplaatregistratie kan gezien worden als een
voorbeeld van formele controle
maximumscore 4
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Door de brede inzet van automatische nummerplaatregistratie (ANPR)
probeert de overheid te zorgen dat de burgers zich aan de regels
houden, bijvoorbeeld dat zij boete en belasting betalen. Deze inzet
beantwoordt aan een doel van de rechtsstaat namelijk
rechtshandhaving
• De inzet van ANPR kan ten koste gaan van een ander doel van de
rechtsstaat namelijk de rechtsbescherming. De overheid dient de
vrijheid van burgers of de privacy van burgers te waarborgen. Als het
gebruik van nummerplaatgegevens niet gebonden is aan bepaalde
(privacy)wetgeving, dan kan de overheid de gegevens ook voor andere
doeleinden gebruiken. De rechtsbescherming van burgers komt dan in
gevaar. Er moet goed worden vastgelegd wanneer gegevens wel of
niet gebruikt mogen worden, voor welke doeleinden etc.
VW-1034-a-12-1-c
14
1
1
1
1
2
2
lees verder ►►►
Vraag
Antwoord
Scores
Opmerking
Wanneer alleen een juiste definitie gegeven wordt van het dilemma van de
rechtsstaat, 1 scorepunt toekennen.
Het dilemma van de rechtsstaat houdt in dat de overheid aan twee doelen
van de rechtsstaat probeert te voldoen. Er is sprake van een spanning
tussen enerzijds het doel rechtshandhaving en anderzijds het doel
rechtsbescherming.
27
maximumscore 1
De kern van een juist antwoord is:
Wanneer je beide grafieken vergelijkt, is in 2011 het aandeel jongeren
sinds 1979 gedaald.
Gezien de leeftijdsopbouw in Nederland hebben we nu te maken met een
relatief grote groep boven de 35 jaar.
28
maximumscore 4
Voorbeelden van juiste antwoorden zijn (twee van de volgende):
− Jongeren vertonen over het algemeen meer crimineel gedrag dan
ouderen, doordat ze vaak nog niet gebonden zijn aan werk en huwelijk
en weinig verplichtingen hebben, waardoor ze zich minder aan
heersende normen en waarden gebonden voelen (Hirschi en Box:
bindingstheorie).
− Jongeren hebben soms sterk het gevoel dat ze door groepsdwang of
groepsloyaliteit mee moeten doen aan het plegen van criminaliteit. Dit
groepsgedrag neemt af naarmate mensen ouder worden
(sociaalpsychologische verklaring).
− Specifiek risicogedrag van adolescenten wordt mede veroorzaakt door
de nog onvoltooide ontwikkeling van bepaalde hersenfuncties. / Het
oordeelsvermogen van jongeren is pas op latere leeftijd (in de regel
vanaf het 16e jaar) vergelijkbaar met dat van volwassenen. Biologische
en psychologische ontwikkeling van de jongere en van de adolescent
veroorzaken voor een groot deel crimineel gedrag van jongeren
(biologisch-psychologische verklaring).
per juist toegelichte theorie en/of verklaring
2
Opmerking
Zie het rapport: Het jeugdstrafproces: toekomstbestendig!, Raad voor
Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, 2011: “Uit onderzoek blijkt
dat de nog onvoltooide emotionele, sociale, morele en intellectuele
ontwikkeling er de oorzaak van is dat een zeer groot deel van de
jeugdcriminaliteit optreedt tijdens de adolescentie, maar ook eindigt vóór
het 23ste levensjaar. Men spreekt in dit kader wel van (…) ‘fase gebonden
gedrag’.
VW-1034-a-12-1-c
15
lees verder ►►►
Vraag
Antwoord
Scores
Opgave 5 Verkiezingen en kiezersgedrag
29
maximumscore 1
Voorbeelden van juiste antwoorden zijn (twee van de volgende):
− de samenwerking in de EU
− relaties van Nederland met andere landen/staten
− de economische crisis
− de eurocrisis
− de rol van supranationale organisaties
− macht van grote multinationale bedrijven
Opmerking
Alleen 1 scorepunt toekennen als twee antwoorden juist zijn.
30
31
maximumscore 2
Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:
uitleg ‘de samenwerking in de EU’
• De ruimte voor eigen Nederlands beleid wordt door relaties met de EU
beperkt omdat bevoegdheden aan EU-organen worden overgedragen. /
Belangrijke beslissingen worden steeds minder in Den Haag genomen
en steeds meer in Brussel. (Meer dan de helft van de Nederlandse
wetgeving komt vanuit de Europese Unie)
uitleg ‘eurocrisis’
• Om de schuldencrisis in het eurogebied te kunnen oplossen, hebben
de EU-landen afspraken gemaakt om noodlijdende EU-landen
financieel te steunen en om maatregelen te nemen voor meer
economische en financiële stabiliteit in het eurogebied. Deze afspraken
om de eurocrisis te bezweren, beperken de eigen beleidsruimte van de
regering
1
maximumscore 3
Juiste conclusie is:
• Mensen blijven als het ware in dezelfde ‘hoek’ van het politieke
spectrum met hun stemkeuze. De links-rechts verhouding tussen
partijen blijft grotendeels gelijk
1
VW-1034-a-12-1-c
16
1
lees verder ►►►
Vraag
Antwoord
Scores
Voorbeeld van een juiste uitleg is:
• Op links zie je dat kiezers zich vooral bewegen tussen de PvdA, SP en
GroenLinks en D66. Zie bijvoorbeeld het electoraat van de SP: 18
procent van de kiezers die in 2006 een stem had uitgebracht op deze
partij wilde nu op de PvdA stemmen en 10 procent overwoog
GroenLinks. / Of 10 procent van de stemmers op GroenLinks in 2006
overwoog nu een stem op D66 en 7 procent op de PvdA
• Op rechts zie je dat kiezers zich grotendeels bewegen tussen de VVD
en de PVV en tussen CDA en VVD. 12 procent van de kiezers die in
2006 een stem uitbracht op de VVD wilde nu op de PVV stemmen. / En
van de CDA-stemmers in 2006 was op 6 juni 2010 een kwart van plan
om op de VVD te gaan stemmen
1
1
5 Inzenden scores
Verwerk de scores van de alfabetisch eerste tien kandidaten per school in het
programma WOLF.
Zend de gegevens uiterlijk op 4 juni naar Cito.
VW-1034-a-12-1-c
17
lees verder ►►►
6 Bronvermeldingen
tekst 1
naar: Beleidsplan van omroep PowNed, juli 2009, pag. 74
http://www.powned.tv/
tekst 2
naar: Beleidsplan van omroep PowNed, juli 2009, pag. 24
http://www.powned.tv/
tekst 3
Ingekorte versie van het artikel ‘Tijdlijn Irak-onderzoek’ van NOS.nl
http://nos.nl/artikel/127775-tijdlijn-irakonderzoek.html
tekst 4
Fragment uit het Rapport Commissie van Onderzoek Besluitvorming Irak
(Rapport Commissie-Davids), 2010, pag. 239
www.rijksoverheid.nl › Alle onderwerpen › Irak
tekst 5
naar: NRC Handelsblad, 12 januari 2010. De tekst is ingekort en bewerkt.
http://www.nrc.nl/binnenland/irakoorlog/article2456788.ece/Vijf_conclusies_commissieDavids_nader_bekeken
tekst 6
Fragment uit een artikel uit de International Spectator, jaargang 64 nr. 11, november
2010, van Jan Rood en Marieke Doolaard, respectievelijk als hoofd strategisch onderzoek
en stagiaire verbonden aan Instituut Clingendael
tekst 7
‘Conclusie’ van kamerstuk 28 684 ‘Naar een veiliger samenleving’. Ingekorte versie van
tekst 8
naar: Nikken, Peter (2007), Mediageweld en kinderen, pag. 129 en verder. Uitgeverij SWP
tekst 9
naar Yvonne van der Heijden uit Secondant, nr. 3, 4 juli, augustus 2010. Interview met
een brief van minister Hirsch Ballin aan de Tweede Kamer van 28 juni 2010
raadadviseur Bert Berghuis over bezuinigingen en veiligheid. “Bezuiniging noopt tot harde
keuzes in de veiligheidszorg” (ingekorte versie)
figuur 1
CBS
figuur 2
M. de Hond, ‘De sterke volatiliteit van het Nederlandse electoraat’.
Gepubliceerd op 6 juni 2010, www.joop.nl/opinies
VW-1034-a-12-1-c
18
lees verdereinde
►►►

Download