Vragen 19de eeuw

advertisement
Vragen Negentiende eeuw
Vraag 1
Beschrijf en verklaar de belangrijkste rol van de Académie en de Salon in de Franse kunstwereld
(voorbeeld voor de rest van de kunstwereld). Tot hoe lang was dit Instituut toonaangevend?
Duidelijk verschil tussen kunst en ambacht.
Groot en gevarieerd, dus in verval. Midden 19de eeuw.
Salon de Refusé in 1863 opgericht.
Academie werd bepaald door het vorstenhuis, wat de smaak is, het neoclassicisme. Sinds de Franse
Revolutie is de smaak verbreed, maar de academie bepaalde wat er te zien was. Kunst werd
tentoongesteld, en koopkracht gestimuleerd in de salon. Er kwamen kunsthistorici en kunstcritici. De
jury was zo bepalend dat nieuwe stromingen niet tentoongesteld werden. Ze kwamen in opstand,
vroegen bij keizer Lodewijk III, stelde de Salon de Refusé in om het publiek te laten bepalen, of de
smaak van de jury juist was. Salon de Refusé werd populairder dan de gewone salon. 7 jaar later
stopt de Salon en de kunst verlegd zich naar kunstgaleries en kunsthandelaren die uiteindelijk de
smaak bepalen.
In Manet’s leven en werk zitten grote tegenstrijdigheden, samen te vatten in de termen rebellie en
conformisme. Geef een aantal voorbeelden daarvan aan d ehand van zijn werk. Kun je verklaren
waarom hij door de Académie vaak negatief benaderd werd?
Manet wilde door de Salon geaccepteerd worden, maar hij wilde ook bezoekers choqueren.
Hij volgde niet de eigentijdse regels, maar brak met vroeger.
Artistieke oprechtheid.
Conformisme: zwaar leunen op oude meesters, koos thema’s die aansloot op traditie. Schilderde op
groot formaat.
Rebellie: manier van schilderen niet volgens de academische principes, maar neigde naar realisme.
Maar de thema’s naar de eigen tijd trok, door het gebruik van dames die model waren in het
eigentijdse Parijs. Of hij verwerkte politiek gevoelige details in zijn schilderijen.
Olympia (alle hoeren kregen dat soort namen)
Schopt tegen de gevestigde orde, tegen de traditionele tradities.
Alle klassieke regels aan zijn laars lappen, waardoor hij negatief benaderd werd door de Academie.
Vraag 2
Omschrijf het verschil tussen twee in de negentiende eeuw belangrijke uitgangspunten: l’art pur l’art
de term is van romanschrijver Th. Gautier) en kunst met een sociaal doel (voorgestaan door P.J.
Proudhon).
L’art pour l’art: kunst om kunst zonder sociaal, didactisch doel
Proudhon: kunst moet niet alleen genot zijn.
Educatief doel. In de kunst laten ze zien hoe het er echt aan toe gaat in de maatschappij en wat er
mis is, en dat laten ze zien.
Geef aan: Het belang van kunstkritiek en de media in de negentiende eeuw, en ga met name in op de
figuur Charles Baudelaire.
Kritiek heeft ten alle tijden…
Massamedia; informeren bepaalde doelgroep.
Kranten waren voor verschillend en bepaalde groepen in het leven gebracht. Kunstcritici sc hreven in
bepaalde kranten. Er kwam een discussie waaraan kunst moest beantwoorden.
Verschillende visies
 kritiek wordt beter
 kunstenaars die vooruitstrevend waren voelden zich gesteund door het
uitdragen van hun werk in de publieke opinie.
Baudelaire had een eigen mening. Schreef uit zijn gevoel en sociale bewogenheid. EN gaf ruim baan
aan ontwikkelingen op het kunstvlak.
Vraag 3
Ook in de Romantiek speelde het eigentijdse, de realiteit vaak een grote rol. Maar er is verschil met
het Realisme. Toon dat aan de hand van voorbeelden.
Romantiek: Emotie van de kunstenaar en hoe hij over het leven van die tijd denkt.
Realisme: het alledaagse leven van die tijd.
Romantiek
Cultiveren van emotie
Reactie tegen industrie
Autonomie/originaliteit
Realisme
Registeren van alle situaties
Niet per se tegen/eerlijke
arbeid
Moreel/politiek
Goya – De derde mei
Vraag 4
Impressionisten, die de laatste fase van het Realisme vertegenwoordigen, werden beschouwd als
rebellen.
Kun je ze behalve artistiek, ook politiek-maatschappelijk als rebellen benomen?
Ze beweerden emotioneel volledig los te staan van hun thematiek. Eigentijdse ervaringen. Objectief
tegenover de wereld.
Artistiek rebels. En plein air. Vlugge verftoets, een impressie geven van de werkelijkheid.
Licht en sfeer zijn belangrijk  niet om realiteit.
Politiek niet geëngageerd, dat ligt aan de onderwerpen.
Wat is karakteristiek voor de door hen gekozen thema’s en onderwerpen?
Thema’s die te maken hadden met vrijetijdsbesteding van de bourgeoisie.
Wat is karakteristiek voor de gekozen beeldtaal, en hoe past die bij de onderwerpen?
- De kleurstelling is vrolijk, helder en past bij de luchtige onderwerpen die met de vrije tijd de maken
hebben.
- De snelle toetsen hebben te maken met het snelle stadsleven.
- Door de snelle verftoets wordt de verf oppervlakkig aangebracht en dat weerspiegelt de
oppervlakkigheid op de bourgeoisie.
Vraag 5
Welke rol speelde de Japanse kunst in de Westerse kunst van de latere 19de eeuw?
In Japanse kunst was een soort ongekunstelde argeloosheid wordt dit met grote vakbekwaamheid
tot stand gebracht. Dit verbijsterde Europese kunstenaars.
Japanse prenten hebben de ontwikkeling van de westerse kunst in de tweede helft van de
negentiende eeuw beïnvloedt.
Dit kwam toen pas, omdat toen de grenzen waren opengesteld. De prenten uit Japan vormden een
bron waardoor schilders zich konden bevrijden van de klassieke traditie, het gezag van de oude
meesters en nieuwe kunstopvattingen, waardoor ze nieuwe zienswijzen konden ontwikkelen.
Volgens Degas waren de prenten een manier om de ‘vorm te zien’.
Kunstenaars probeerde Japanse kunst echt te begrijpen. Het brak definitief met de regels van de
klassieke vormentaal. Eenvoudige ruimte, loslaten ruimteperspectief. In vrolijke kleuren kon er werk
gemaakt worden. Techniek van blokken  hoge oplage  veel verspreiding. Speciale prenten in
Japan gemaakt voor de westerse wereld. Westerse verzamelaars legden verzamelingen aan.
Wat bewonderen kunstenaars in Japanse prenten?
De ongekunstelde argeloosheid die met grote vakbekwaamheid tot stand werd gebracht.
De nadruk lag op het toevallige moment, groepen zijn informeel en normale houdingen. Maar soms
werd er ook verwezen naar een ander niveau van artistieke realiteit.
Het lijkt allemaal toevallig, maar dat is maar schijn.
Waarin verschilt het negentiende eeuwse japonisme van de achttiende eeuwse Chinoiserie?
Chinoiserie was in wezen een kunst van het exotische en fantastische geweest. Een van elegante
grilligheid en verfijnde maskerade. Er werd in Europa geen enkele poging gedaan om de Chinese
kunst of de principes waarop zij berustte te begrijpen. Het was niet om er van te leren.
In de belangstelling voor de Japanse kunst lag dit anders. Ze voelden zich erdoor bevrijdt, ze zagen
hoe het ook anders kan. Het werd gezien als kunst. Het is onder ogen van de kunstenaars gekomen.
Het was serieus onderzoek, studiemateriaal.
Een nieuw verschijnsel was het primitivisme, het verwerken van invloeden van kunst van zogenaamde
primitieve volken in de Westerse kunst. Hoe manifesteert zich dat? Hoe wordt er in het Westen tegen
deze zogenaamde primitieven aangekeken?
Er werd gezocht naar de oprechtheid en zuiverheid van eenvoudige, onbedorven mensen die niet
door de beschaving en het moderne stadsleven waren aangetast.
Sinds het classicisme hield men zich bezig met mythen over de primitieve mens. Gauguin ging op
zoek naar de ‘edele wilde’ en keerde Europa de rug toe. Dit waren Romantische ideeën. Gauguin ging
wonen op Tahiti.
Hij had een tekening gemaakt van een Tihatiaanse vrouw, een naakt. Daarna voelde hij zich
gedwongen om ‘dit naakt te doordringen met inheems gevoel, traditie en karkater’ en voegde rood
en geel toe. Ook voegde hij paars toe in de achtergrond, om ‘verschrikking’ op te roepen.
Dus: inheems gevoel, traditie en karakter; verschrikking, zuiverheid. Zo werd er aangekeken tegen de
‘primitieve volken’.
Door Wereldtentoonstellingen, reizen, kolonies, artefacten in etnografische musea  meer
aandacht.
Kunststromingen + losse kunstenaars hadden er belangstelling voor. Eerst vanuit een
superioriteitsgevoel, Romantiek  exotisme, fantasie. Uiteindelijk een inspiratiebron om het
eenvoudige pure gevoelsleven uit te drukken
Vraag 6
Architecten en ingenieus waren in de negentiende eeuw actief betrokken bij architecturprojecten,
maar meestal van zeer verschillende aard. Zoek twee voorbeelden van beide soorten projecten, en
toets ze aan de volgende vragen:
- Theater aan de Gendarmenmarkt, Berlijn – Karl Friedrich
Schinkel
- Trinitiy Church, New York – Richard
Upjohn
- Opera Garnier
- Crystal Palace, Londen – Joseph Paxton
- Brooklyn Bridge, New York – John A. Roebling
Welke taken waren voor de architect en welke voor de ingenieur?
De architect zorgt voornamelijk voor het uiterlijk van een gebouw, voor het ontwerp. Een ingenieur
zorgt ervoor dat het gebouw blijft staan, onder elke omstandigheid, voor de constructie.
Wat was het verschil in waardering, en wat voor reden kun je daarvoor aangeven?
De architectuur werd gewaardeerd, het waren stijlen die herkenbaar waren. Ook al moest het
vernieuwend zijn, er waren altijd wel onderdelen ‘gejat’ van een andere stijl. De ingenieurs hadden
een grotere afstand. Het Crystal Palace werd bijvoorbeeld niet als architectuur beschouwd. Het was
opgebouwd uit losse ‘pref-fab’ onderdelen. Hierdoor waren er minder geschoolde arbeidskrachten
nodig. Het was ook alleen voor het eenmalige gebruik gemaakt.
Werd de vraag naar eigentijdse architectuur in eigentijdse stijl uiteindelijk vervuld? Geef voorbeelden.
In eerste instantie bleef men stijlen kopiëren. Ze hergebruikten Griekse zuilen, Romeinse, Romaanse,
gotische en Italiaanse Renaissance onderdelen. Dit was bijvoorbeeld zo in het theater aan de
Gendarmenmarkt van Schinkel.
Het Crystal Palace was wel een vernieuwend gebouw. Net zoals de wolkenkrabbers die waren
ontstaan. Hele nieuwe gebouwen met nieuwe materialen en technieken. Skeletconstructies, metalen
geraamtes  allemaal nieuw. Dus uiteindelijk werd de vraag naar eigentijdse architectuur vervult.
Elke stijl die gekozen werd hing samen met de functie van het gebouw  eigen tijd.
Geef twee voorbeelden van negentiende eeuwse architectuur waarin bouwkunst en ingenieurskunst
uiteindelijk samenkomen
- Guaranty Building, Buffalo, New York – Louis H. Sullivan
- Tacoma Building, Chicago – Holabird Roch
La Brouste
Galleria del Umbertuno
Download