versie: maart 2011 REGISTER OP BIJBELPLAATSEN van liederen uit de bundels: code uitgever ALLES WORDT NIEUW DIENSTBOEK … (deel 1 ‘geel’) Liturgische Gezangen EEN PLAATS ONTZEGD.. FILIPPUS LIEDERENBOEK LITURGISCHE GEZANGEN I en II PETRUS EN PAULUS BUNDEL (de psalmen) TUSSENTIJDS WOORD OP WIEKEN ZINGEND GELOVEN deel 1 ZINGEND GELOVEN deel 2 * ZINGEND GELOVEN deel 3 ZINGEND GELOVEN deel 4 ZINGEND GELOVEN deel 5 ZINGEND GELOVEN deel 6 ZINGEND GELOVEN deel 7 ZINGEND GELOVEN deel 8 LIEDEREN EN GEBEDEN UIT TAIZÉ (Gooi & Sticht 1994) ZINGENDE GEZEGEND (A.F. Troost) ZINGT GOD TER ERE AWN Die EPO FIL LG & LGII P&P TT WOW ZG1 ZG2 ZG3 ZG4 ZG5 ZG6 ZG7 ZG8 Tai Tro ZGTE Callenbach Boekencentrum Bosch & Keuning Traktaakgenootschap Filippus Gooi & Sticht Gooi & Sticht Boekencentrum & Kok Cantoraat Oude Kerk, A'dam Boekencentrum Boekencentrum Boekencentrum Boekencentrum Boekencentrum Boekencentrum Boekencentrum Boekencentrum Gooi & Sticht Boekencentrum Centrum voor de Kerkzang * volgens de nieuwe nummering; achter de titel is de oude nummering aangegeven [oud: ..] van de losbladige uitgaven uit 1983 Vet bij de aanduiding op bijbelplaats wil zeggen dat de het lied op meerdere hoofdstukken betrekking heeft. De indeling (en - eerste - naam) van de bijbelboeken is volgens de NBV (de Deutero-canonieke boeken staan achter het Oude Testament) OUDE TESTAMENT GENESIS GEN. Gen. Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1 Gen. 1, 2 Gen. 1, 2 Gen. 1: 1-2:3 Gen. 1: 2b ZG2 104 LGII-54 TT 100 TT 165 TT 183 TT 184 TT 20 TT 21 TT 56 ZG3 19 ZG4 51 ZG5 74 ZG6 44 ZG6 52 ZG7 34 AWN 1, 1 AWN 1, 2 ZG3 84 WOW 24 zie ook de bundel: LIEDEREN VAN HET BEGIN (Boekencentrum) Gij die de wereld hebt gemaakt [oud: ZG 167] Ten dage dat Hij maakte O God, die uit het water Licht, ontloken aan het donker Zij zit als een vogel Wij danken U God voor het lieve licht Die chaos schiep tot mensenland In het begin lag de aarde verloren Heel de schepping, prijs de Heer Zeg het aan ieder dat Hij leeft Bron van het zijnde Op de dag, toen de wereld nog woestijn was Ons lied put uit de bronnen Op het woeste water zweeft de Geest van God De oorsprong van leven en licht Het lied van het begin Scheppingslied Een twee drie [=ZG7 35] Lied van de vogel Gods (vs. 2) -2- Gen. 1: 3-5 Gen. 1: 3-5 Gen. 1: 3-5 Gen. 1: 29 Gen. 2 Gen. 2 Gen. 2 Gen. 2 Gen. 2 Gen. 2 Gen. 2 Gen. 2 Gen. 2: 8-17 Gen. 2: 8-25 Gen. 3 Gen. 4 Gen. 4: 3-15 Gen. 4: 9 Gen. 4: 10 Gen. 4: 10 Gen. 4: 23-24 Gen. 6, 7, 8 Gen. 6: 9 e.v. Gen. 6-9 Gen. 7 Gen. 7, 8 Gen. 7-9 Gen. 8 Gen. 8 Gen. 8 Gen. 8: 8-12 Gen. 8:22 Gen. 8-9 Gen. 9 Gen. 9 Gen. 9: 8-17 Gen. 9: 12-17 Gen. 11: 1-9 Gen. 11: 1-9 Gen. 11: 7 Gen. 12 Gen. 12 Gen. 12: 1 Gen. 12: 1-4 Gen. 12: 1-9 Gen. 12:1 Gen. 15 Gen. 15: 1-6 Gen. 15: 5 Gen. 17:15-16 Gen. 18:1-15 Gen. 21:12 Gen. 22 Gen. 22: 8 Gen. 23 Gen. 23 Gen. 24 TT 118 TT 185 ZG2 145 Tro 1 AWN 1, 1 AWN 1, 2 TT 195 TT 21 ZG2 74 ZG3 45 ZG5 74 ZG8 45 TT 77 ZG2 113 Tro 109 ZG8 46 EPO 8 TT 101 TT 134 ZG2 99 ZG7 36 Tro 206 ZG3 85 LGII-49 ZG785 Tro 138 AWN 1, 3 TT 100 ZG7 21 ZG7 22 WOW 24 TT 164 AWN 2, 2 AWN 2, 2 ZG6 44 Tro 2 ZG4 52 AWN 1, 4 Tro 119 ZG2 95 TT 22 ZG8 47 Tro 191 ZG6 39 AWN 2, 3 TT 208 ZG8 47 ZG6 39 Tro 108 TT 23 TT 23 TT 23 ZG8 47 ZG8 75 TT 23 ZG3 55 AWN 3, 1 Licht dat ons aanstoot in de morgen Licht om te leven de duisternis voorbij Licht om te leven [oud: ZG 255] Zingende gezegend Het lied van het begin Scheppingslied Hoog in de hemelen heeft God gesproken In het begin lag de aarde verloren Hoog in de hemelen [oud: ZG 117] Als enkeling noem ik de namen Op de dag, toen de wereld nog woestijn was Niet zonder de aarde Ik ben in mijn hof gekomen De mens, gemaakt uit aarde [oud: ZG 184] De wereld is opnieuw begonnen De stad van Kaïn Zij offerden tezaam tot God Stem als een zee van mensen Scheur toch de wolken weg en kom Scheur toch de wolken weg en kom (vs 2) [oud: ZG 162] Ken je wel het lied van Lamech O God, de aarde vergaat Zeshonderd jaar is Noach oud [=ZG7 37] Om wat misdaan wordt Wanneer het water ons te na komt Een vogel komt gevlogen Noach O God, die uit het water Kom vogel, we laten je vrij Ik weet van een vogel Lied van de vogel Gods (vs. 3) In U zijn wij begrepen Het lied van de goede regen Het lied van de goede regen Ons lied put uit de bronnen In zeven kleuren rijst omhoog Een boog van licht en leven De toren van Babel Hoog aan de hemel straalt O Babylon, o Babylon [oud: ZG 158] Abraham, Abraham Nu klinkt een danklied Geld maakt geen mens ooit rijk U die mij ooit de sterren wees Abraham Door de wereld gaat een woord Nu klinkt een danklied U die mij ooit de sterren wees De toekomst staat geschreven Zij is een vrouw van naam in Israël Zij is een vrouw van naam in Israël Zij is een vrouw van naam in Israël Nu klinkt een danklied Als ik in deze stille tijd Zij is een vrouw van naam in Israël Toen onze moeder Sara was gestorven Rebeka wordt de bruid -3- Gen. 27: 1-40 Gen. 28 Gen. 28 Gen. 28 Gen. 28 Gen. 28: 10-15 Gen. 28: 10-19 Gen. 28: 10-22 Gen. 28: 10-22 Gen. 28: 10-22 Gen. 28: 10-22 Gen. 28:10-19 Gen. 28:22 Gen. 32 Gen. 32: 22-32 Gen. 32: 29 Gen. 34 Gen. 34 e.v. Gen. 35: 9-15 Gen. 37: 1-11 Gen. 37: 1-45 Gen. 37-50 Gen. 37-50 Gen. 40 Gen. 49: 18 AWN 4, 1 Fil 52 ZG5 1 ZG6 53 ZG7 22 AWN 2, 4 Tro 250 AWN 1, 5 Tro 143 Tro 3 ZG5 5 TT 54 TT 1 ZG5 6 AWN 3, 2 ZG5 7 TT 210 ZG2 94 ZG6 53 ZG3 57 AWN 1, 6 ZG6 54 ZG7 38 Tro 209 Tro 4 Jakob krijgt de zegen mee Jakob is gekomen De vreugde voert ons naar dit huis Wie eenmaal werd gezegend Ik weet van een vogel Jakob droomt De avond valt – nu is een eind gekomen Jakob in het huis van God Geworteld in de aarde Wat moet ik moederziel alleen Het eerste licht raakt Jacob aan Zo dor en doods De vreugde voert ons naar dit huis De man die uit den vreemde kwam Jakob Spelbreker Samen op de aarde Samen op de aarde [oud: ZG 157] Wie eenmaal werd gezegend "Ik droomde een droom" [=ZG7 39] De dromen Jozef gaat de vreemde wegen Hij wandelt in zijn koningsjas Zwart heet wit en goed heet slecht Uw heil verwacht ik, Here EXODUS Ex. Ex. Ex. Ex. 1: 15-22 Ex. 2 Ex. 2 Ex. 2: 1-5 Ex. 3, 4: 1-17 Ex. 3, 4: 1-18 Ex. 3: 6,14 Ex. 3: 12-14 Ex. 4: 29-31 Ex. 6: 19 Ex. 12 Ex. 12 Ex. 12 Ex. 12 Ex. 12 Ex. 12: 29-42 Ex. 12: 31-39 Ex. 13, 14, 15 Ex. 13: 17-22 Ex. 13: 17-22 Ex. 13: 17-22 Ex. 13: 21-22 Ex. 13: 21-22 Ex. 14 Ex. 14 Ex. 14 ZG5 8 ZG7 45 ZG8 48 ZG7 40 AWN 2, 5 Tro 191 ZG7 41 ZG6 55 ZG7 42 TT 140 TT 202 TT 167 ZG7 41 TT 160 ZG1 35 ZG1 36 ZG4 16 ZG5 46 TT 24 AWN 1, 7 Tro 5 TT 24 TT 25 TT 78 TT 113 TT 122 AWN 1, 8 TT 100 TT 167 Een kind wordt gered (Ballade van Mirjam) Wij gaan met heel Gods volk Wat geschreven staat Jakobs zonen Mozes’ moeder zingt Geld maakt geen mens ooit rijk Jij bent niet meer van mij Jou heb ik lief De engel zei tot Mozes Vanwaar zijt Gij gekomen Kom, God, en schrijf uw eigen Naam De toekomst is al gaande Jij bent niet meer van mij Op de avond toen de uittocht Vannacht zal het wonder gebeuren Hoort, mensenbroeders Op de avond, toen de uittocht [=ZG7 16] Vanavond zullen wij weten Wij gaan met heel Gods volk De uittocht Wij gaan met heel Gods volk Wij gaan met heel Gods volk Met Mozes zijn wij meegegaan Roept God een mens tot leven Hij die gesproken heeft een woord dat gáát Die ons schiep De doortocht O God, die uit het water De toekomst is al gaande -4- Ex. 14 Ex. 14 Ex. 14 Ex. 14 Ex. 14 Ex. 14 Ex. 14: 19-22 Ex. 15 Ex. 15 Ex. 15 Ex. 15: 1-18 Ex. 15: 1-21 Ex. 16 Ex. 16 Ex. 16 Ex. 16 Ex. 16: 4-20 Ex. 16: 31 Ex. 16-17 Ex. 17 Ex. 17 Ex. 17: 1-16 Ex. 17: 5-6 Ex. 17: 8-16 Ex. 17: 8-16 Ex. 19: 4 Ex. 20 Ex. 20: 1 Ex. 20: 1 Ex. 20: 1-17 Ex. 20: 1-17 Ex. 20: 1-18 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 2-17 Ex. 20: 4,5 Ex. 20: 18-21 Ex. 20: 34 Ex. 23: 16 Ex. 24 – 32:21 Ex. 24: 10 Ex. 31: 18 Ex. 31: 18 Ex. 32 Ex. 32 Ex. 32 Ex. 34: 28 Ex. 34: 28 TT 24 Wij gaan met heel Gods volk TT 25 Met Mozes zijn wij meegegaan TT 78 Roept God een mens tot leven ZG1 58 Met Mozes zijn wij mee gegaan ZG6 57 Wij trekken door de zee [=ZG7 44] ZG6 58 Uit het slavenhuis getogen [=ZG7 43] TT 149 Op de berg van het verbond LG 71 Ik zing voor de Heer en prijs zijn gezag TT 24 Wij gaan met heel Gods volk ZG6 57 Wij trekken door de zee [=ZG7 44] AWN 1, 9 Het lied van Mozes en Mirjam ZG1 59 De koning van Egypteland Tro 5 Wij gaan met heel Gods volk TT 24 Wij gaan met heel Gods volk TT 27 Zomaar te gaan met een stok in je hand ZG6 58 Uit het slavenhuis getogen [=ZG7 43] ZG2 79 Eens aten de vaderen in de woestijn [oud: ZG 131] TT 66 Het brood, het goede brood AWN 2, 6 Zomaar te gaan AWN 2, 6 Zomaar te gaan TT 27 Zomaar te gaan met een stok in je hand TT 24 Wij gaan met heel Gods volk TT 167 De toekomst is al gaande Tro 5 Wij gaan met heel Gods volk Tro 7 Houdt hoog uw staf tot God geheven ZG3 58 Langs de luchten snelt een spoor Tro 5 Wij gaan met heel Gods volk TT 147 Het waren tien geboden TT 167 De toekomst is al gaande TT 24 Wij gaan met heel Gods volk TT 26 Wij kiezen voor de vrijheid ZG7 46 De woorden alle tien Die 28 t/m 34 [gezongen keervers bij gesproken tekst] Die 30 Zie naar ons om Die 31 Geprezen zijt Gij Die 35 Wij geloven met hart en ziel Die 36 [gezongen keervers bij gesproken tekst] Die 37 Met uw woord in ons hart Die 38 Dit is mijn woord Die 39 Tien levensregels gaf de Heer Die 40 Wij kiezen voor de vrijheid ZG6 66 Hé, jij, god met oren [=ZG7 58] TT 149 Op de berg van het verbond TT 157 Gedenken wij dankbaar de daden des Heren ZG2 151 God is in zijn gaven goed [oud: ZG 262] ZG4 55 Mozes [=ZG7 47] ZG6 63 Wie weet van uw geschonken land TT 147 Het waren tien geboden ZG1 13 Het waren tien geboden [=ZG7 12] Tro 5 Wij gaan met heel Gods volk TT 24 Wij gaan met heel Gods volk ZG1 12 Veertig dagen, veertig nachten TT 147 Het waren tien geboden ZG1 13 Het waren tien geboden [=ZG7 12] -5- LEVITICUS Lev. Lev. Lev. Lev. 13 Lev. 16 Lev. 23: 33-34 Lev. 25: 8,9 ZG3 59 ZG3 60 ZG4 56 ZG8 59 TT 152 TT 120 ZG4 57 De aangewezen weg De aangewezen weg Wanneer Hij roept God heeft een kring getrokken Wie zal voor God verschijnen Zo vriendelijk en veilig als het licht Mozes is gestorven [=ZG7 48] NUMERI Num. Num. 5 Num. 6: 24-27 Num. 6: 24-27 Num. 6: 24-27 Num. 6: 25 Num. 6: 25 Num. 9 Num. 9 Num. 10 Num. 11: 4-35 Num. 13 Num. 13, 14 Num. 20 Num. 20: 1-13 Num. 20: 2- 5 Num. 20: 2-13 Num. 21: 4-9 Num. 21: 4-9 Num. 21: 4-9 Num. 22 - 24 Num. 24: 17 Num. 32: 13 Num. 32: 13 ZG5 8 ZG8 59 TT 116 TT 122 TT 211 TT 180 ZG6 16 TT 110 ZG3 20 ZG3 20 WOW 46 ZG6 49 Tro 8 TT 49 Tro 5 TT 167 TT 24 Tro 147 Tro 5 TT 24 ZG5 9 TT 141 TT 147 ZG1 13 Een kind wordt gered (Ballade van Mirjam) God heeft een kring getrokken De Levende zegene en behoede u Die ons schiep God, schenk ons de kracht Heilige Geest, Gij zijt als de wind Heilige Geest, Gij zijt als de wind Reizend naar het land van ons verlangen 't Zal Pasen zijn in de woestijn 't Zal Pasen zijn in de woestijn Lied van de kwakkels Ongeziene vreemde verten Mijn kind, ga niet terug De steppe zal bloeien Wij gaan met heel Gods volk De toekomst is al gaande Wij gaan met heel Gods volk Ontferm U Heer – het einde van ons leven Wij gaan met heel Gods volk Wij gaan met heel Gods volk De mens met een geopend oog Als een ster in lichte luister Het waren tien geboden Het waren tien geboden [=ZG7 12] TT 167 ZG6 66 TT 101 TT 26 Tro 9 TT 62 TT 28 TT 53 ZG3 25 TT 214 ZG2 98 LG 248 TT 92 TT 113 WOW 28 ZG3 58 ZG6 28 ZG5 10 TT 147 zie ook de bundel: DE WOORDEN GEZONGEN (Boekencentrum) De toekomst is al gaande Hé, jij, god met oren [=ZG7 58] Stem als een zee van mensen Wij kiezen voor de vrijheid Hoor Israël, de Here Wie oren om te horen heeft Hoor. Maar ik kan niet horen Zoals een moeder zorgt Zwoegend volk van zwervelingen Voor hen die ons regeren Ach Heer, geef vrede aan het land [oud: ZG 161] Het Woord dat ik jou geef (canon) Het woord dat ik jou geef Hij die gesproken heeft een woord dat gáát Een lied tot God de arend Langs de luchten snelt een spoor Ik zoek U in den blinde (Een lied tot God de arend) Veel hoger dan Abraham klom Het waren tien geboden DEUTERONOMIUM DEUT. Deut. 1: 31 Deut. 4: 15-19, 28 Deut. 4: 30-40 Deut. 5: 6-21 Deut. 6: 4- 9 Deut. 6: 4-10 Deut. 6: 4-25 Deut. 10: 12 Deut. 11: 8-32 Deut. 17: 8-20 Deut. 20: 1-20 Deut. 30 Deut. 30: 11,14 Deut. 31: 1-8 Deut. 32: 11 Deut. 32: 11 Deut. 32: 11 Deut. 32: 48 e.v. Deut. 34 -6- Deut. 34 Deut. 34 Deut. 34: 1- 7 Deut. 34: 1-12 ZG1 13 ZG1 23 AWN 4, 2 TT 91 Het waren tien geboden [=ZG7 12] Dit is het land dat de Heer belooft Mozes Gij hebt met groot geduld JOZUA Joz. Joz. 1:8 Joz. 1-6 Joz. 3 Joz. 3 Joz. 4 Joz. 4 Joz. 4 Joz. 4: 19 Joz. 5, 6 Joz. 5, 6 Joz. 5, 6 Joz. 5: 10 Joz. 6 Joz. 6 Joz. 6 Joz. 7 Joz. 23 Joz. 24 Joz. 24 Joz. 24 ZG6 58 TT 20 ZG4 57 Tro 295 TT 24 AWN 4, 3 Tro 5 TT 24 ZG4 57 AWN 1, 10 Tro 185 Tro 5 ZG4 57 Tro 186 TT 24 ZG4 57 Tro 61 ZG4 58 TT 212 ZG4 57 ZG5 81 Uit het slavenhuis getogen [=ZG7 43] Die chaos schiep tot mensenland Mozes is gestorven [=ZG7 48] Jozua, zie ons hier staan Wij gaan met heel Gods volk Waarom staan die stenen daar Wij gaan met heel Gods volk Wij gaan met heel Gods volk Mozes is gestorven [=ZG7 48] Jericho O Geest van God, die wind en vuur Wij gaan met heel Gods volk Mozes is gestorven [=ZG7 48] Zing met ons mee uit alle macht Wij gaan met heel Gods volk Mozes is gestorven [=ZG7 48] Als Jozua gekomen Wij reizen rusteloos Te doen gerechtigheid Mozes is gestorven [=ZG7 48] Te doen gerechtigheid RECHTERS [RICHTEREN] Ri. 7 Ri. 9: 7-20 Ri. 9: 8-15 Ri. 9: 8-15 Ri. 13-16 Ri. 13-17 AWN 3, 3 AWN 4, 4 ZG3 87 ZG7 49 AWN 2, 7 ZG4 59 Dit is het lied van Gideon De fabel van Jotham De bomen Wij zijn de bomen Simson Zegevierend komt hij schijnen RUTH Ruth Ruth Ruth 1 Ruth 1: 16,17 Ruth 1: 16,17 Ruth 2 AWN 4, 5 ZG4 60 Tro 191 ZG6 59 ZG6 60 Tro 10 Ruth De boeren werden nieuw geboren Geld maakt geen mens ooit rijk Jouw vreemde land wordt mijn land (mel. Planinga) Jouw vreemde land wordt mijn land (mel. De Vries) Kom bedroefde vrouw 1 SAMUËL 1 Sam. 1 Sam. 2: 1-10 1 Sam. 2: 1-10 1 Sam. 3: 1-10 1 Sam. 9 vv ZG7 50 TT 68 ZG4 61 AWN 2, 8 AWN 4, 6 Samuel Mijn ziel maakt groot de Heer Mijn hart is vrolijk om jou Samuël Koning Saul -7- 1 Sam. 16 1 Sam. 16 1 Sam. 16 1 Sam. 16: 1-13 1 Sam. 16: 1-13 1 Sam. 16: 14-23 1 Sam. 16: 14-23 1 Sam. 17 1 Sam. 17 1 Sam. 17 1 Sam. 17: 20-52 1 Sam. 18 1 Sam. 20 1 Sam. 22, 23 1 Sam. 24, 26 Tro 11 ZG4 40 ZG7 51 AWN 3, 4 Tro 107 Tro 107 ZG4 23 Tro 107 Tro 11 ZG6 61 AWN 1, 11 AWN 4, 7 Tro 11 Tro 11 Tro 11 Ik zing u van een herderszoon Lieve God, kom toch ter sprake Zeg herdertje David Christuskind van Bethlehem Christuskind van Bethlehem Gods adem waait zijn woorden uit de hoge Christuskind van Bethlehem Ik zing u van een herderszoon Geen nood als de reus zich driest vertoont [=ZG7 52] Reus Goliath David, speel nog eens voor mij Ik zing u van een herderszoon Ik zing u van een herderszoon Ik zing u van een herderszoon 2 SAMUËL 2 Sam. 1 : 19vv 2 Sam. 23: 2-4 2 Sam. 6 2 Sam. 6 2 Sam. 6, 9, 11 ZG4 62 TT 5 ZG6 62 ZG7 54 Tro 11 Mijn God, uw volk, gevallen is het nu In de veelheid van geluiden Kom mee, zei David, allemaal [=ZG7 53] Zie al die mensen Ik zing u van een herderszoon 1 KONINGEN 1 Kon. 3: 6-15 1 Kon. 9: 3 1 Kon. 10: 1-13 1 Kon. 16: 29–17:6 1 Kon. 17, 18, 19 1 Kon. 17: 8-16 1 Kon. 18: 20-46 1 Kon. 19 1 Kon. 19: 1-8 1 Kon. 19: 8 1 Kon. 19: 8 ZG7 55 ZG5 4 AWN 4, 8 ZG6 63 ZG5 11 ZG6 39 AWN 2, 9 Tro 13 Tro 12 TT 147 ZG1 13 De koning heeft gebeden Dat uw ogen dag en nacht De koningin van Scheba Wie weet van uw geschonken land De vogels brengen brood (Ballade van Elia) U die mij ooit de sterren wees Elia Heer, houd mij vast Neemt en gedenkt Het waren tien geboden Het waren tien geboden [=ZG7 12] 2 KONINGEN 2 Kon. 2 2 Kon. 5 2 Kon. 5 2 Kon. 6: 8-23 2 Kon. 7: 9 Tro 191 Tro 14 TT 100 Tro 15 Tro 16 Geld maakt geen mens ooit rijk Generaal Naäman, helemaal melaats O God, die uit het water Opent de vensters van uw ogen Dit is een dag van goede bootschap 1 KRONIEKEN 1 Kron. 29: 10-20 Tro 17 Gelooft zijt Gij, God onze Heer EZRA Ezra 8: 22 Tro 18 Ik schaam mij om te vragen -8- NEHEMIA Neh. Neh. 2: 20 ZG3 61 Tro 19 Groot en geducht is Hij Het zal ons waarlijk wel gelukken ESTER [ESTHER] Est. AWN 4, 9 Esther wordt de koningin JOB Job Job Job 6 Job 7 Job 14: 1-12 Job 14: 18-22 Job 19: 25-27 Job 35: 36 Job 35: 36 Job 38: 4, 5 Job 42: 3-5 Job 42: 5 AWN 4, 10 ZG4 63 TT 205 TT 205 ZG2 117 ZG2 117 LG 224 WOW 30 ZG6 24 ZG8 52 ZG8 52 ZG4 63 Job Van horen zeggen weten wij Ik sta voor U in leegte en gemis Ik sta voor U in leegte en gemis De mens, geboren uit de vrouw [oud: ZG 193] De mens, geboren uit de vrouw [oud: ZG 193] Ik geloof dat mijn bevrijder leeft Een lied over de haan (‘Wie gaf de haan besef’) Wie gaf de haan besef Geen taal bij machte Geen taal bij machte Van horen zeggen weten wij PSALMEN Ps. 1 Ps. 2: 12 Ps. 4 Ps. 4 Ps. 6 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8 Ps. 8-I Ps. 8-II Ps. 10: 12 Ps. 13 Ps. 14 Ps. 16 Ps. 18: 29 Ps. 18: 29 Ps. 18: 29 Ps. 19 Ps. 19-I Ps. 19-II Ps. 22 Ps. 22-I Ps. 22-II Ps. 23 Ps. 23 ZG8 53 ZG4 69 P&P 97 TT 121 ZG1 53 AWN 2, 1 TT 119 TT 29 TT 30 TT 98 ZG4 64 ZG5 12 ZG5 75 ZG5 77 ZG8 45 LG 32 LG 99 TT 16 LG 168 LG 172 LG 223 Tai 19 Tai 19 Tai 19 LG 227 LG 104 LG 40 LGII-33 LG 112 LG 148 AWN 4, 11 EPO 10 Leven als de bomen Hij die de hoge bomen Als ik U aanroep De dag gaat nu bij ons vandaan Straf mij in uw gramschap niet Wanneer ik naar Uw hemel kijk Zoals een bloem zijn kelk heft naar de zon Heer, onze Heer, hoe machtig is uw Naam Heer, onze Heer, hoe heerlijk is In de schoot van mijn moeder geweven Hoe heerlijk, Heer, breidt overal Heer, onze Heer, hoe heerlijk is uw naam Zoals een bloem zijn kelk heft naar de zon In de schoot van mijn moeder geweven Niet zonder de aarde Heer onze Heer, hoe machtig is uw naam [=P&P 98] Heer onze Heer, hoe machtig [=P&P 99] Laat ons bidden uit gemis Dan nog (canon) Niksers, leeghoofden - lied naar ps. 14 God bewaar mij [=P&P 100] C’est toi ma lampe, Seigneur Jo bin myn lampe o Hear Mijn lamp ontsteekt U De hemel ontvouwt [=P&P 101] De hemel ontvouwt Het woord des Heren is volmaakt [=P&P 102 Liefde, wanhoop Gij zijt mijn God God mijn God [=P&P 103] Een lied van David Mijn herder is de Heer in wien -9- Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. Ps. 23 23 23 23 23 23-I 23-II 24 24 25 25 25: 15 25-I 25-II 25-III 27 27 27 27 27: 1 27: 4-10 27: 7-9 27: 14 30 31 31 31: 1-6,15-19 31: 3-4 33 33: 21-21 33: 21-21 34 42 42 42 42 42 42 43 44 45 46 46 46 47 48 51 51 57: 2 61 62: 2 62: 2 63 63 63: 1-6,8-9 63: 1-8 65 P&P 104 TT 31 ZG3 63 ZG6 64 ZG8 31 LG 31 LG 30 LG 115 LGII-6 P&P 108 TT 32 TT 150 LG 18 LG 19 LG 20 Die 152 P&P 112 TT 204 TT 53 TT 120 TT 32 ZG6 88 Tai 17 LG 118 P&P 114 ZG4 65 TT 199 ZG5 44 P&P 115 Tai 8 Tai 8 P&P 116 LG 100 LGII-11 TT 129 TT 150 TT 55 TT 9 TT 55 ZG1 6 P&P 119 LG 105 TT 200 TT 215 P&P 120 TT 38 P&P 121 TT 14 TT 2 TT 122 Tai 21 Tai 21 P&P 122 TT 35 TT 33 TT 123 ZG6 41 Mijn herder is de Heer Want mijn Herder is de Heer Ontferming heeft God toegezegd Was ik een schaap [=ZG7 56] Het leven verliest zijn glans Mijn Herder is de Heer Mijn Herder is de Heer [=P&P 105] Van God is de aarde [=P&P 106] Van God is de aarde [=P&P 107] Naar de levende Houd mij in leven, wees Gij mijn redding Mijn ogen zijn gevestigd Naar U gaat mijn verlangen [=P&P 109] Naar U gaat mijn verlangen [= P&P 110] Houd mij in leven [= P&P 11] Bij God ben ik geborgen De Heer is mijn licht Gij hemelhoog verheven Zoals een moeder zorgt Zo vriendelijk en veilig als het licht Houd mij in leven, wees Gij mijn redding Hoor mijn stem Heer Wait for the Lord Van U wil ik spreken Wees mij, Heer Een zwaluw opde vlucht voor winterstormen Mijn leven is een splinter aan de tijd Wees voor mij een beschuttende rots Uw genade Heer Mijn ziel verlangt naar de Heer Notre âme attend le Seigneur Ervaart het Zoals een hert [=P&P 117] Zoals een hert [=P&P 118] Als tussen licht en donker Mijn ogen zijn gevestigd Looft de Heer, al wat gemaakt is Wij zoeken hier uw aangezicht Looft de Heer, al wat gemaakt is Waak op, verlaat ons niet, o Heer Boven mensen uit God onze toevlucht Zoals rivieren van de bergen stromen Waar zou de stad van de vrede zijn God voer omhoog Alle einden der aarde aanschouwen het heil Spreek tot mij God van genade, wees ons genadig Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig Die ons schiep Mijn ziel verstilt Mon âme se repose God, mijn God, naar U blijf ik zoeken Nu mag uw land onder uw glimlach liggen God, mijn God, naar U blijf ik zoeken O vrolijk levenslicht Aan U, Heer, brengen wij dank - 10 - Ps. 65: 10-14 Ps. 66 Ps. 66: 1 Ps. 66: 1 Ps. 67 Ps. 67 Ps. 67 Ps. 67 Ps. 69 Ps. 71: 5-8,20 Ps. 72 Ps. 72 Ps. 72: 1-7 Ps. 72: 12-19 Ps. 72-I Ps. 72-II Ps. 78: 24-25 Ps. 80 Ps. 80 Ps. 80 Ps. 80: 2 Ps. 80: 4,8,20 Ps. 84 Ps. 85 Ps. 85 Ps. 85 Ps. 85: 8 Ps. 89: 2 Ps. 89: 2 Ps. 89: 14-19 Ps. 90 Ps. 90 Ps. 90 Ps. 90: 1-2 Ps. 91 Ps. 91 Ps. 91 Ps. 91 Ps. 91 Ps. 91 Ps. 91: 2-3 Ps. 91: 11-12 Ps. 93 Ps. 93 Ps. 95 Ps. 95: 1-2 Ps. 96 Ps. 96 Ps. 96 Ps. 97 Ps. 98 Ps. 98 Ps. 98: 1 Ps. 98: 1-4 Ps. 100: 1 Ps. 103 Ps. 103 TT 184 Fil 37 Tai 22 TT 174 Die 127 P&P 124 TT 184 TT 34 P&P 125 TT 196 LGII-25 TT 5 TT 193 TT 34 LG 149 LG 209 ZG2 79 LG 114 TT 91 ZG6 89 ZG3 37 TT 13 TT 112 LG 150 TT 35 ZG8 42 Tai 35 Tai 25 Tai 25 TT 151 LG 151 P&P 130 TT 199 TT 205 LG 98 P&P 131 TT 122 TT 36 ZG2 121 ZG6 65 TT 117 TT 111 LG 125 LG 33 P&P 133 TT 174 P&P 134 TT 37 ZG2 146 LGII-9 Fil 76 P&P 137 TT 6 TT 38 Tai 39 LGII-22 P&P 138 Wij danken U God voor het lieve licht Heel de aarde jubelt en juicht [=P&P 123] Jubilate Deo Zingt jubilate voor de Heer Wij roemen in ’t kruis (Intredezang: - ) God wees ons barmhartig Wij danken U God voor het lieve licht Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer Keer U niet af In de ongerepte morgen Voor kleine mensen [=P&P 127] In de veelheid van geluiden Zal er ooit een dag van vrede Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer Voor kleine mensen Voor kleine mensen [=P&P 128] Eens aten de vaderen in de woestijn [oud: ZG 131] Wees hier aanwezig Gij hebt met groot geduld Die ons geroepen hebt Hoor, herder, hoor (canon) Wees hier aanwezig woord ons gegeven Geef ons genadig, Here God Genade en trouw [=P&P 129] Nu mag uw land onder uw glimlach liggen Horen en zien wil ik Ostende nobis (canon) Misericordias Domini Uw barmhartigheid Weest blijde nu in 't midden van het lijden Gij zijt voor ons Gij doet [mensen tot stof vergaan] Mijn leven is een splinter aan de tijd Ik sta voor U in leegte en gemis Wie woont onder de hoede [mel. Huijbers] Wie woont onder de hoede [mel. Pirenne] Die ons schiep Wie in de schaduw Gods mag wonen Wie in de schaduw Gods mag wonen [oud: ZG 197] Wie in Gods schaduw wonen wil De dag gaat open voor het Woord des Heren Kom uit de hemel tot ons neer Koning is onze God (Pirenne) [=P&P 132] Koning is onze God Heden, als gij zijn stem hoort Zingt jubilate voor de Heer Zingt een nieuw lied Zingt een nieuw lied, alle landen Regen en zon, aarde en hemel [oud: ZG 256] [=ZG7 26] God is Hij alleen [=P&P 135] O laten wij zingen Alle einde der aarde Van ver, van oudsher aangereikt Alle einden der aarde aanschouwen het heil Jubilate, sevite (canon) Duren zal de liefde van God Hij roept mijn leven - 11 - Ps. 103 Ps. 103 Ps. 103: 1 Ps. 103: 1 Ps. 103: 5 Ps. 103: 19-22 Ps. 103-I Ps. 103-II Ps. 103-III Ps. 104 Ps. 104 Ps. 104 Ps. 104 Ps. 104: 1-2 Ps. 104: 14-15 Ps. 104: 30 Ps. 104-I Ps. 104-II Ps. 104-III Ps. 106 Ps. 110 Ps. 110 Ps. 111: 1-5 Ps. 114 Ps. 114: 1 Ps. 114: 8 Ps. 115 Ps. 115: 4-7 Ps. 116 Ps. 117 Ps. 117 Ps. 117 Ps. 117 Ps. 117 Ps. 117 Ps. 118 Ps. 118 Ps. 118 Ps. 118 Ps. 118: Ps. 118: 1 Ps. 118: 8-9 Ps. 118: 19-29 Ps. 118: 24 Ps. 118: 26 Ps. 119 Ps. 119 Ps. 119 Ps. 119: 19 Ps. 119: 89-112 Ps. 119: 105 Ps. 119: 49-53 Ps. 119: 64-66 Ps. 119: 89-112 Ps. 121 Ps. 121 Ps. 121 TT 18 TT 39 Tai 18 Tai 18 ZG3 58 TT 17 LG 21 LG 22 LG 23 P&P 142 TT 119 TT 18 ZG8 53 TT 120 TT 184 TT 13 LG 27 LG 142 LG 143 TT 24 TT 86 ZG3 4 TT 3 LG 39 ZG6 56 TT 49 LG 26 ZG6 66 P&P 144 Tai 16 Tai 16 Tai 37 Tai 37 Tai 37 TT 40 LG 113 LG 24 TT 153 TT 41 Die 151 Tai 30 Tai 40 TT 61 TT 170 Tai 33 LG 84 P&P 147 ZG6 53 ZG6 56 ZG5 13 ZG2 142 TT 120 TT 120 TT 42 LG 38 TT 150 TT 5 Komt, laat ons vrolijk zingen Barmhartige Heer, genadige God Bles the Lord Prijs de Heer Langs de luchten snelt een spoor Alle eer en alle glorie Onze hulp is de naam van de Heer [=P&P 139] Barmhartige Heer [=P&P 140] Hoe is uw naam [=P&P 141] Zegen ons [met het licht van uw ogen] Zoals een bloem zijn kelk heft naar de zon Komt, laat ons vrolijk zingen Leven als de bomen Zo vriendelijk en veilig als het licht Wij danken U God voor het lieve licht Wees hier aanwezig woord ons gegeven U wil ik noemen, God, bij uw naam Alles wacht op u vol hoop Gij geeft de aarde een nieuw gezicht Wij gaan met heel Gods volk Die rechtens God gelijk Heden zult gij zijn glorie aanschouwen Hier is de plaats waar God ons wil ontmoeten Toen Israël uit Egypte trok Wij zijn hier vreemdelingen De steppe zal bloeien Niet aan ons komt de eer toe [=P&P 143] Hé, jij, god met oren [=ZG7 58] Thans wandel ik vrij Laudate Dominum Loof, zing en prijs de Heer Bring huld’ oan God Laudate omnes gentes Verblijdt u alle volken Laudate omnes gentes De Heer is mij tot hulp en sterkte Mijn God zijt Gij [=P&P 145] Dit is een dag van zingen Mijn God zijt Gij, U wil ik danken Confitemini Domino Confitemini Domino Bonum est confidere Klim in de hoogste bomen Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt Benedictus (canon) Een smekeling zo kom ik [=P&P 146] Een lamp voor mijn voet Wie eenmaal werd gezegend Wij zijn hier vreemdelingen Uw woord omvat mijn leven De nacht komt nest'len in de bomen [oud: ZG 237] Zo vriendelijk en veilig als het licht Zo vriendelijk en veilig als het licht Uw woord omvat mijn leven Ik sla mijn ogen op [=P&P 148] Mijn ogen zijn gevestigd In de veelheid van geluiden - 12 - Ps. 121 Ps. 121: 4 Ps. 122 Ps. 122 Ps. 122: 5 Ps. 123: 2 Ps. 123: 2 Ps. 124 Ps. 124: 6 Ps. 125 Ps. 126 Ps. 126 Ps. 126 Ps. 126 Ps. 126 Ps. 126 Ps. 126 Ps. 126 Ps. 126 Ps. 127 Ps. 128 Ps. 130 Ps. 130 Ps. 130 Ps. 130: 1-4,7-8 Ps. 131 Ps. 133 Ps. 135: 15-17 Ps. 136 Ps. 136 Ps. 137 Ps. 137 Ps. 137 Ps. 137: 1-4 Ps. 138 Ps. 138 Ps. 139 Ps. 139 Ps. 139 Ps. 139 Ps. 139: 1-16 Ps. 139: 12 Ps. 139: 12 Ps. 139: 12 Ps. 139-I Ps. 139-II Ps. 143: 8 Ps. 145 Ps. 145 Ps. 145: 1-13 Ps. 146 Ps. 147 Ps. 148 Ps. 148 Ps. 148: 1-6 Ps. 150 Ps. 150 TT 9 TT 137 LG 218 TT 126 TT 192 Tai 28 Tai 28 LG 206 TT 217 ZG6 8 LG 101 LGII-59 TT 43 TT 49 ZG4 66 ZG6 35 ZG6 40 ZG6 56 ZGTE 1 LG 102 LG 103 P&P 151 TT 15 TT 150 TT 44 LG 187 TT 5 ZG6 66 TT 184 TT 56 AWN 3, 5 ZG5 14 ZG7 59 ZG6 56 P&P 152 TT 94 LGII-74 TT 183 TT 2 ZG5 77 TT 98 Tai 14 Tai 14 TT 45 LG 25 LG 111 TT 117 Die 153 P&P 156 TT 29 P&P 157 TT 56 TT 185 TT 56 TT 17 Die 139 P&P 158 Wij zoeken hier uw aangezicht Uit het duister hier gekomen Stad van mijn hart Een stad van vrede zoeken wij Van grond en vuur zult Gij ons maken Oculi nostri Rjochtsje dyn eagen Terecht Wij die met eigen ogen Zie wij gaan op naar Jeruzalem Als God ons thuisbrengt [=P&P 149] De steppe zal bloeien Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap De steppe zal bloeien De steppe zal bloeien Breng ons weer thuis uit de ballingschap Zoals de regen Wij zijn hier vreemdelingen Toen God het lot van Sion keerde Als de Heer het huis niet bouwt Gelukkig is de man [=P&P 150] De Heer is steeds barmhartig God, wij roepen uit de diepte Mijn ogen zijn gevestigd De Heer is steeds barmhartig God ik ben niet hooghartig In de veelheid van geluiden Hé, jij, god met oren [=ZG7 58] Wij danken U God voor het lieve licht Heel de schepping, prijs de Heer Lied van de hoop Vol tranen zien wij hoe de tijd Toen wij zaten langs het water Wij zijn hier vreemdelingen Loven wil ik U O God onze Vader Gij, Gij peilt mijn hart [=P&P 155] Zij zit als een vogel Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig In de schoot van mijn moeder geweven In de schoot van mijn moeder geweven Heel het duister is vol van luister La ténèbre Heel het duister is vol van luister Mijn God Gij peilt mijn hart [=P&P 153] Zegen ons met het licht van uw ogen [=P&P 154] De dag gaat open voor het Woord des Heren Ik zal verhogen U, mijn Koning De Heer is voor wie Hem aanroept nabij Heer, onze Heer, hoe machtig is uw Naam Een loflied voor de Heer Heel de schepping, prijs de Heer Licht om te leven de duisternis voorbij Heel de schepping, prijs de Heer Alle eer en alle glorie Halleluja (Looft God in zijn heiligdom) Alles wat adem heeft - 13 - Ps. 150 Ps. 150 Ps. 150 Tro 300 TT 40 TT 46 Looft de Heer met vreugde Laudate omnes gentes Alles wat adem heeft, love de Heer SPREUKEN Spr. 8: 1-13,30 Spr. 14: 21 Spr. 20: 7 Spr. 30: 19 TT 90 TT 16 TT 189 ZG3 58 Dat woord, waarin ons richting werd gegeven Laat ons bidden uit gemis Voor de toegewijden Langs de luchten snelt een spoor PREDIKER Pr. Pr. Pr. Pr. 1 Pr. 3: 1-15 Pr. 11: 1-6 ZG5 15 ZG8 54 ZG8 55 LG 156 TT 47 ZG4 67 Wat brengt een mens het zwoegen op? Alleen te leven om te zwoegen Wijze, leer mij leven Het ene geslacht gaat Tijd van vloek en tijd van zegen Strooi uw brood op het water HOOGLIED Hoogl. Hoogl. Hoogl. Hoogl. Hoogl. LG 91 TT 48 TT 77 ZG4 68 ZG5 85 In diepe nacht ben ik gegaan Liefde, eenmaal uitgesproken Ik ben in mijn hof gekomen Wij zijn geroepen tot het feest Liefde eenmaal uitgesproken JESAJA Jes. Jes. (advent) Jes. 1: 12-18 Jes. 2: 1-5 Jes. 2: 1-5 Jes. 2: 1-5 Jes. 2: 1-5 Jes. 2: 1-5 Jes. 2: 2-4 Jes. 2: 4 Jes. 2: 4 Jes. 4: 1 - 6 Jes. 5: 1-7 Jes. 5: 1-7 Jes. 6: 1-7 Jes. 6: 1-7 Jes. 7: 10-14 Jes. 7: 10-14 Jes. 7: 14 Jes. 8: 23 Jes. 8: 23 Jes. 8: 23 Jes. 9: 1 Jes. 9: 1-12 Jes. 9: 1-6 Jes. 9: 1-6 ZG3 4 ZG5 86 Tro 20 Tro 205 Tro 21 TT 128 ZG2 108 ZG5 36 TT 193 Tro 176 Tro 193 ZG1 60 ZG1 60 ZG3 64 TT 89 ZG8 66 TT 128 ZG5 36 TT 133 TT 192 TT 70 TT 71 TT 133 TT 137 AWN 2, 10 TT 126 Heden zult gij zijn glorie aanschouwen God heeft gesproken in de tijd Waarom toch komt gij voor mijn aangezicht Kom. laat ons opgaan Hoger dan men ooit bergen zag Het zal geschieden in de laatste dagen Hoger dan men ooit bergen zag [oud: ZG 171] Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.1) Zal er ooit een dag van vrede Laat ons van Pasen zingen Heer, Gij hebt dit lieve leven Ik zing van de wijngaard [zie -] Ik zing van de wijngaard van Die ik bemin Mijn lief plantte een wijngaard aan Ere wie ere toekomt Ere wie ere toekomt [TT 89] Het zal geschieden in de laatste dagen Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.4) De nacht loopt ten einde Van grond en vuur zult Gij ons maken Een schoot van ontferming is onze God Nu is het Woord gezegd De nacht loopt ten einde Uit het duister hier gekomen De mensen die gaan in het duister Een stad van vrede zoeken wij - 14 - Jes. 9: 1-6 Jes. 9: 1-6 Jes. 9: 1-6 Jes. 9: 1-6 Jes. 9: 1-6 Jes. 9: 1-6 Jes. 11 & 65 Jes. 11: 1-10 Jes. 11: 1-10 Jes. 11: 1-10 Jes. 11: 1-10 Jes. 11: 5 Jes. 11: 5 Jes. 11: 6 Jes. 11: 6 Jes. 11: 6, 7 Jes. 11: 10 Jes. 12 Jes. 12: 2 Jes. 12: 2 Jes. 12: 2 Jes. 24: 7-13 Jes. 25: 6 Jes. 25: 6 Jes. 26: 7-9 Jes. 26: 19 Jes. 26: 19-20 Jes. 26: 19-20 Jes. 32: 1-8 Jes. 32: 1-8 Jes. 35 Jes. 35 Jes. 35 Jes. 35: 1-10 Jes. 35: 1-10 Jes. 35: 1-2 Jes. 35: 5-7 Jes. 38: 18, 19 Jes. 40 Jes. 40: 1-11 Jes. 40: 1-11 Jes. 40: 1-11 Jes. 40: 5 Jes. 40: 9-11 Jes. 40: 11 Jes. 40: 12-24 Jes. 40: 31 Jes. 40: 31 Jes. 41: 8-13 Jes. 41: 8-20 Jes. 42 Jes. 42: 1-7 Jes. 42: 1-7 Jes. 42: 1-7 Jes. 42: 1-7 Jes. 42: 5-7 Jes. 43: 1 TT 126 TT 135 TT 192 TT 70 TT 71 ZG5 34 AWN 4, 12 TT 128 ZG2 96 ZG5 36 ZGTE 2 TT 217 ZG2 100 TT 191 TT 80 Tro 104 ZG4 69 Tro 22 Tai 9 Tai 9 Tai 9 TT 217 TT 16 ZG4 16 ZGTE 3 ZG6 16 TT 163 TT 180 TT 190 TT 214 Tro 23 TT 128 TT 49 ZG4 5 ZG5 36 TT 151 LGII-38 ZG2 122 TT 37 TT 39 ZG3 65 ZGTE 4 ZG8 9 TT 109 Tro 227 TT 20 Tro 24 ZG3 58 Tro 25 TT 204 ZG5 17 Tro 105 TT 142 TT 50 ZG5 16 TT 137 Tro 232 Een stad van vrede zoeken wij De mensen die gaan in het duister Van grond en vuur zult Gij ons maken Een schoot van ontferming is onze God Nu is het Woord gezegd In de duisternis verwachten wij het licht Eens zal er vrede zijn Het zal geschieden in de laatste dagen De wortel bloeit, de stam loopt uit [oud: ZG 159] Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.2) De wortel bloeit, de stam loopt uit Wij die met eigen ogen Wij die met eigen ogen [oud: ZG 163] Nu nog met halve woorden hier en daar Niemand leeft voor zichzelf Dromen in het donker Hij die de hoge bomen Heer, ik zal U loven In de Heer vind ik heel mijn sterkte Al myn hope en al myn freugde El Senyor és la meva força Wij die met eigen ogen Laat ons bidden uit gemis Op de avond, toen de uittocht [=ZG7 16] Het pad van de rechtvaardige is effen Heilige Geest, Gij zijt als de wind Als alles duister is Heilige Geest, Gij zijt als de wind Dag der dagen, als de tijden Voor hen die ons regeren Het dorre land zal juichen Het zal geschieden in de laatste dagen De steppe zal bloeien Het feest gaat nu beginnen (vs. 3) Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.3) Weest blijde nu in 't midden van het lijden Dat blinde ogen Here Jezus, na dit leven [oud: ZG 198] Zingt een nieuw lied, alle landen Barmhartige Heer, genadige God Troost, troost mijn volk Troost, troost mijn volk De glorie van de Eeuwige Zoals Ik ben, kom Ik nabij Geloof, mijn kind Die chaos schiep tot mensenland Laat ons de loopbaan lopen Langs de luchten snelt een spoor Vrees niet en zie niet angstig rond Gij hemelhoog verheven Mijn dienstknecht, mijn geliefde O volk, verdwaald, verloren Heer, hoe zijt Gij gekomen Ik breng een rechter aan het licht Ik breng een rechter aan het licht Uit het duister hier gekomen Kind van God gegeven - 15 - Jes. 43: 1 Jes. 43: 1, 2 Jes. 43: 1-9 Jes. 43: 18-19 Jes. 44: 6-20 Jes. 45: 8 Jes. 45: 18 Jes. 48: 16 Jes. 48: 16-19 Jes. 49: 16 Jes. 49: 16 Jes. 50: 4 Jes. 50: 4-11 Jes. 50: 10 Jes. 52: 7 Jes. 53 Jes. 53: 1-4 Jes. 53: 3 Jes. 54: 1 Jes. 54: 1-8 Jes. 54: 6-10 Jes. 55: 1-7 Jes. 55: 6-13 Jes. 55: 10-12 Jes. 56: 10-12 Jes. 57: 1-2 Jes. 58: 1-10 Jes. 59 Jes. 60 Jes. 60: 1 Jes. 61 Jes. 61: 1-3 Jes. 61: 1-3 Jes. 61: 1 - 2 Jes. 62: 1 - 5 Jes. 62: 6 Jes. 64: 1 Jes. 64: 1 Jes. 65 (& 11) Jes. 66: 10-11 Jes. 66: 13 Jes. 66: 22 Jes. 66: 25 ZG8 19 Tro 26 TT 200 TT 51 ZG3 66 TT 134 ZG6 52 TT 138 TT 200 Tro 232 ZG8 19 ZG2 130 TT 52 TT 100 TT 216 ZG1 51 TT 156 ZG6 32 TT 151 Tro 27 LGII-52 Tro 28 TT 13 ZG6 67 ZG4 70 ZG4 70 TT 146 LG 147 LG 147 TT 180 ZG2 85 TT 106 TT 72 ZG5 18 LG 34 ZG4 50 TT 134 ZG2 99 AWN 4, 12 TT 151 TT 53 TT 81 Tro 187 Onze namen staan geschreven Mijn kind, zo spreekt de Here Zoals rivieren van de bergen stromen Blijf niet staren Zo zegt de Here u, der goden God Scheur toch de wolken weg en kom Op het woeste water zweeft de Geest van God Uit uw verborgenheid, hebt Gij ons Zoals rivieren van de bergen stromen Kind van God gegeven Onze namen staan geschreven Hij wekt mij elke morgen [oud: ZG 214] Het heeft de Heilige behaagd O God, die uit het water Komen ooit voeten gevleugeld Zingenderwijze wilt uw Heiland prijzen U komt mij, lieve God U komt mij, lieve God Weest blijde nu in 't midden van het lijden Zing welgemoed, mijn volk Gij die gezegd hebt Alwie dorst heeft, kom tot Mij Wees hier aanwezig woord ons gegeven De regen daalt neer De wakers zijn stomme honden De wakers zijn stomme honden Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft Ontwaakt gij die slaapt Ontwaakt gij die slaapt Heilige Geest, Gij zijt als de wind Hij nam de schrift [oud: ZG 137] Hij nam de Schrift, Hij las en zei De Geest des Heren is op hem De Geest des Heren is op hem Zoals een man zich verheugt Dat wij wachters op de muren zijn Scheur toch de wolken weg en kom Scheur toch de wolken weg en kom [oud: ZG 162] Eens zal er vrede zijn Weest blijde nu in 't midden van het lijden Zoals een moeder zorgt Geef, o Heer, dat onze namen Dat eens de Heer zal komen JEREMIA Jer. Jer. 10: 1-16 Jer. 12: 1-5 Jer. 15: 16 Jer. 19 Jer. 20: 7-9 Jer. 23: 5 Jer. 33: 14-16 Jer. 33: 15 ZG6 68 ZG6 66 ZG4 71 TT 8 AWN 2, 11 ZG4 72 ZG4 69 TT 126 ZG4 69 Zie de aarde woest en leeg Hé, jij, god met oren [=ZG7 58] Het recht is aan uw zijde Wij komen als geroepen Jeremia O God, o God is mij de baas geworden Hij die de hoge bomen Een stad van vrede zoeken wij Hij die de hoge bomen - 16 - KLAAGLIEDEREN Klaagl. 3: 22, 23 Klaagl. 5: 20 Tro 241 TT 188 Het is uw goedheid, Heer der heren Vergeet niet hoe wij heten EZECHIËL Ez. Ez. 2, 3 Ez. 2: 1 - 3: 4 Ez. 34 Ez. 34 Ez. 34 Ez. 34 Ez. 34: 1-16 Ez. 36: 22-28 Ez. 37 Ez. 37 Ez. 37: 1-14 LGII-39 ZG7 60 Tro 29 Tro 123 Tro 30 ZG3 63 ZG6 69 ZG5 20 Tro 31 ZG5 21 ZG6 11 TT 54 Toen ik daar zat (Lied van Ezekiel) Waar haal jij het lef vandaan Sta, mensenkind, recht op uw voeten Komt herders, laat uw schapen Ik sta op de oever Ontferming heeft God toegezegd Over de heuvels Voortaan zal Ik zelf omzien naar mijn schapen Hoor, huis van Israël Zo dor en doods Wie gezaaid wordt in de aarde Zo dor en doods DANIËL Dan. 3 Dan. 3 Dan. 3 Dan. 3 Dan. 3 Dan. 3: 18 Dan. 3: 25 vv Dan. 3: 52-90 Dan. 3: 52-90 Dan. 5 Dan. 6 Dan. 6 Dan. 6: 1-29 Dan. 14 Tai 23 Tai 23 ZG1 57 ZG3 15 ZG4 73 ZG6 66 ZG8 56 TT 55 TT 56 Tro 32 Tro 209 Tro 33 AWN 1, 13 ZG6 66 Loof de Heer onze God Bénissez le Seigneur Heel de schepping, prijst de Heer! Wij loven u met man en macht Gij werken des Heren Hé, jij, god met oren [=ZG7 58] God onzer vaad'ren Looft de Heer, al wat gemaakt is Heel de schepping, prijs de Heer Een teken aan de wand Zwart heet wit en goed heet slecht Ik roep u aan, Heer, hoor naar mijn gebed Daniël Hé, jij, god met oren [=ZG7 58] HOSEA Hos. 14: 6 Hos. 14: 6 TT 180 ZG6 16 Heilige Geest, Gij zijt als de wind Heilige Geest, Gij zijt als de wind JOËL Joël 2 Joël 2: 23-24 Joël 2: 28-32 Joël 3 ZG8 57 TT 184 Tro 34 ZG6 18 Sta, dag, na duizend jaren Wij danken U God voor het lieve licht In het laatst van alle dagen Geschenk uit de hemel AMOS Amos Am. 5: 21-24; 8: 4-8 Am. 8: 4-8 LGII-51 AWN 3, 6 AWN 3, 6 Klaagzang en klacht (Lied van Amos) Amos Amos - 17 - JONA Jona Jona Jona Jona 1 Jona 2 Jona 2: 2-6 AWN 1, 12 ZG3 67 ZG4 74 TT 100 AWN 2, 12 Tro 35 Jona uit de grote vis Wie wil uit zijn hokje komen [=ZG7 61] Jona wilde vluchten O God, die uit het water Toen Jona in de walvis zat Als een duif, hoog opgevlogen MICHA Mi. 4: Mi. 4: Mi. 4: Mi. 4: Mi. 4: Mi. 4: Mi. 4: Mi. 5 Mi. 5: Mi. 6 Mi. 7: Tro 205 Tro 21 TT 193 Tro 176 Tro 193 TT 217 ZG2 100 EPO 11 TT 126 ZG5 80 Tro 36 Kom, laat ons opgaan Hoger dan men ooit bergen zag Zal er ooit een dag van vrede Laat ons van Pasen zingen Heer, Gij hebt dit lieve leven Wij die met eigen ogen Wij die met eigen ogen [oud: ZG 163] Wat, Bethlehem Een stad van vrede zoeken wij Wat vraagt de Heer nog meer Al zit ik in het duister HABAKUK Hab. 3: 16-19 Tro 37 Als rechter zult Gij reddend komen SEFANJA Sef. 3: 14-18 TT 126 Een stad van vrede zoeken wij ZACHARIA Zach. 3: 8 Zach. 6: 12 Zach. 8: 1-13 Zach. 8: 1-8 Zach. 8: 1-8 Zach. 8: 3-8 Zach. 8: 3-8 Zach. 8: 11-12 Zach. 8: 14-19 Zach. 9: 9-10 ZG4 69 ZG4 69 ZG4 5 TT 126 TT 43 Tro 38 ZG2 107 TT 184 TT 146 TT 61 Hij die de hoge bomen Hij die de hoge bomen Het feest gaat nu beginnen (vs. 4) Een stad van vrede zoeken wij Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap Jeruzalem, zo zegt de Heer Jeruzalem, zo zegt de Heer [oud: ZG 170] Wij danken U God voor het lieve licht Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft Klim in de hoogste bomen MALEACHI Mal. 4: 1 Mal. 4: 1,2 Tro 306 Tro 39 O God, de goede aarde De Heer openbaarde 1-5 1-5 1-5 3 3 4 4 1-4 8 - 18 - DEUTERO-CANONIEKE BOEKEN TOBIT [TOBIAS] Tobit Tobit 5, 6 Tobit 13 ZG5 22 ZG4 30 ZG5 23 Een volk eet weer het bitterbrood Zoals Tobias met een engel mee Het is Gods eigen hand WIJSHEID Wijsh. 6: 12 ZG8 64 Vrede voor dit huis BARUCH Bar. 5:1-9 TT 126 Een stad van vrede zoeken wij - 19 - NIEUWE TESTAMENT MATTEÜS [MATTHEÜS] Mat. 1: 18-24 Mat. 1: 18-25 Mat. 1: 23 Mat. 2 Mat. 2 Mat. 2: 1-11 Mat. 2: 1-12 Mat. 2: 1-12 Mat. 2: 1-12 Mat. 2: 1-12 Mat. 2: 1-12 Mat. 2: 1-16 Mat. 2: 1-16 Mat. 2: 13-15 Mat. 3 Mat. 3: 1-12 Mat. 3: 2 Mat. 3: 9 Mat. 3: 13-17 Mat. 3: 13-17 Mat. 3: 13-17 Mat. 3: 13-17 Mat. 4: 1-11 Mat. 4: 1-11 Mat. 4: 1-11 Mat. 4: 1-11 Mat. 4: 1-11 Mat. 4: 1-11 Mat. 4: 1-11 Mat. 4: 1-11 Mat. 4: 16 Mat. 4: 23-25 Mat. 5: 3-12 Mat. 5: 13 Mat. 5: 14-16 Mat. 5: 44-48 Mat. 6 Mat. 6: 9-13 Mat. 6: 9-13 Mat. 6: 9-13 Mat. 6: 9-13 Mat. 6: 9-13 Mat. 6: 10 Mat. 6: 11 Mat. 6: 14 Mat. 6: 17 Mat. 6: 25-34 Mat. 6: 25-34 Mat. 6: 26 Mat. 7: 7-12 Mat. 7: 7vv Mat. 7: 9 ZG5 36 TT 128 TT 133 AWN 1, 16 AWN 4, 14 ZG1 28 AWN 1, 17 Tro 108 Tro 119 Tro 126 Tro 132 ZG6 5 ZG7 8 ZG7 11 AWN 2, 14 TT 128 TT 64 ZG1 11 Tro 138 TT 100 TT 63 ZGTE 5 Tro 221 TT 111 TT 147 TT 58 TT 63 ZG1 13 ZG1 15 ZG6 70 TT 141 TT 57 TT 59 TT 64 TT 88 TT 146 WOW 8 Die 115 Die 116 Die 117 Die 118 Die 143 TT 13 TT 107 TT 146 Tro 141 AWN 4, 17 Tro 40 Tro 212 TT 33 LG 36 TT 64 Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.4) Het zal geschieden in de laatste dagen De nacht loopt ten einde Herders, heb je ’t wel verstaan Als Bethlehem geen plaats meer heeft Klim in de hoogste bomen De wijzen De toekomst staat geschreven Hoog aan de hemel straalt O ster die alle sterren Vrolijk zingen wij ons lied Zij lazen de loop van de sterren Koning naaste ‘Jozef’, - zei de engel Een stem in de woestijn Het zal geschieden in de laatste dagen Dit lied gaat over Jezus Wij gaan de veertig dagen in Een vogel komt gevlogen O God, die uit het water Toen Jezus was gekomen Johannes zag dat Jezus kwam Kom uit de hemel tot ons neer Kom uit de hemel tot ons neer Het waren tien geboden Jezus, diep in de woestijn Toen Jezus was gekomen Het waren tien geboden [=ZG7 12] Jezus, diep in de woestijn Wij leven niet van brood alleen Als een ster in lichte luister Daar komt een man uit Nazareth Gelukkig de mens Dit lied gaat over Jezus Glorie zij gegeven aan de Heer voortaan Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft Lied van de vogels [ej] Onze Vader Onze Vader Onze Vader Onze Vader Onze Vader Wees hier aanwezig woord ons gegeven Het brood in de aarde gevonden Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft De Geest zalft onze hoofden Kijk eens naar de vogels God dank! Er is een koning De hemel zoekt een woning God, mijn God, naar U blijf ik zoeken Weest niet bezorgd Dit lied gaat over Jezus - 20 - Mat. 7: 21 Mat. 7: 24-27 Mat. 7: 24-27 Mat. 8: 5-10 Mat. 8: 5-13 Mat. 8: 5-13 Mat. 8: 8 Mat. 8: 8 Mat. 8: 14-16 Mat. 8: 20 Mat. 8: 23 e.v. Mat. 9: 10-11 Mat. 9: 1-8 Mat. 9: 18-26 Mat. 9: 18-26 Mat. 10: 1-15 Mat. 10: 24-25 Mat. 10: 28 Mat. 10: 29 Mat. 10: 34 Mat. 11: 2-11 Mat. 11: 2-11 Mat. 11: 2-6 Mat. 11: 7-11 Mat. 11: 19 Mat. 11: 25-27 Mat. 11: 28-30 Mat. 12: 22 Mat. 13 Mat. 13: 1-9 Mat. 13: 13-17 Mat. 13: 16 Mat. 13: 16-17 Mat. 13: 18-23 Mat. 13: 25 Mat. 13: 31-32 Mat. 13: 31-33 Mat. 13: 43 Mat. 13: 44-52 Mat. 13: 47-48 Mat. 13: 53-58 Mat. 14: 1-12 Mat. 14: 13-21 Mat. 14: 13-22 Mat. 14: 15-21 Mat. 14: 22 e.v. Mat. 14: 22-33 Mat. 14: 22-33 Mat. 15: 29-31 Mat. 15: 29-31 Mat. 15: 32-39 Mat. 16: 5-12 Mat. 16: 13-20 Mat. 16: 23 Mat. 16: 24-27 Mat. 17: 1-13 Mat. 17: 1-9 Tro 135 Tro 215 Tro 270 TT 76 Tro 41 TT 209 TT 106 ZG2 85 TT 76 Tro 42 ZG2 155 TT 64 TT 76 Tro 53 ZG3 68 TT 73 TT 158 Tro 299 Tro 174 ZG2 92 TT 128 ZG5 36 TT 76 ZG3 70 TT 64 TT 64 ZG1 45 TT 76 AWN 4, 18 AWN 4, 19 TT 57 WOW 24 TT 64 TT 195 TT 195 TT 74 ZG8 53 TT 5 ZG6 71 Tro 43 TT 64 Tro 209 Tro 44 ZG7 65 TT 65 ZG2 155 Tro 45 TT 205 TT 57 TT 76 TT 66 TT 65 ZG1 14 Tro 214 Tro 223 Tro 46 TT 147 Wij gaan met haast naar Bethlehem Gezegend zijt Gij, Heer der kerk De Heer beschut wie bij hem schuilen Hij die de blinden weer liet zien Heer, nu Gij hoort In Christus is noch west noch oost Hij nam de Schrift, Hij las en zei Hij nam de schrift [oud: ZG 137] Hij die de blinden weer liet zien De vossen hebben holen Wij, varend op de oceaan [oud: ZG 273] Dit lied gaat over Jezus Hij die de blinden weer liet zien Ze was een kind, ze was twaalf jaar Meisje, sta op [=ZG7 62] Zoals Ik zelf gezonden ben Toen Jezus wist: nu is gekomen Lieve God, Gij hebt de tijd Zingt met de vogels mee een lied God laat ons volop leven [oud: ZG 155] Het zal geschieden in de laatste dagen Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.3) Hij die de blinden weer liet zien Wat zijt gij uitgegaan Dit lied gaat over Jezus Dit lied gaat over Jezus Daar is een koning opgestaan Hij die de blinden weer liet zien Waar lijkt het op? De zaaier Daar komt een man uit Nazareth Lied van de vogel Gods (vs. 5) Dit lied gaat over Jezus Hoog in de hemelen heeft God gesproken Hoog in de hemelen heeft God gesproken Wil je wel geloven dat het groeien gaat Leven als de bomen In de veelheid van geluiden Verborgen in de akker Er is geen vis die hem ontkwam Dit lied gaat over Jezus Zwart heet wit en goed heet slecht Gods liefde is te groot Over het meer vaart Jezus Aan de oever van het meer Wij, varend op de oceaan [oud: ZG 273] Mensen, allemaal aan boord Ik sta voor U in leegte en gemis Daar komt een man uit Nazareth Hij die de blinden weer liet zien Het brood, het goede brood Aan de oever van het meer Wie zeggen de mensen, dat Jezus is [=ZG7 66] Er was een Lam dat kwam en riep De tijding aller tijden Heer, het is goed Het waren tien geboden - 21 - Mat. 17: 1-9 Mat. 17: 1-9 Mat. 17: 1-9 Mat. 17: 1-9 Mat. 17: 1-9 Mat. 17: 1-9 Mat. 17: 1-9 Mat. 17: 2 Mat. 17: 2 Mat. 18: 3 Mat. 18: 3 Mat. 18: 10 Mat. 18: 21-22 Mat. 18: 23-25 Mat. 19: 12, 21 Mat. 19: 13-15 Mat. 19: 13-15 Mat. 19: 16-22 Mat. 19: 21 Mat. 20: 1-16 Mat. 20: 1-16 Mat. 20: 1-16 Mat. 20: 1-16 Mat. 20: 18 Mat. 20: 26-28 Mat. 20: 29-34 Mat. 20: 29-34 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 1-11 Mat. 21: 9 Mat. 21: 15-16 Mat. 21: 28-32 Mat. 21: 33-42 Mat. 22: 1-14 Mat. 22: 1-14 Mat. 22: 2-10 Mat. 22: 15-22 Mat. 22: 33 Mat. 22: 34-40 Mat. 23: 9-12 Mat. 23: 37-39 Mat. 23: 37-39 Mat. 24: 27 Mat. 24: 27 Mat. 24: 29-33 Mat. 24: 29-33 Mat. 24: 37-39 TT 148 TT 149 ZG1 13 ZG1 17 ZG1 18 ZG4 14 ZG6 72 ZG2 134 ZG6 13 TT 60 ZG2 67 TT 16 ZG7 36 EPO 12 TT 206 TT 67 ZG7 14 ZG8 37 TT 186 ZG1 4 ZG1 5 ZG7 67 ZGTE 6 TT 145 TT 63 Tro 55 TT 76 AWN 1, 25 AWN 3, 21 Tro 224 TT 128 TT 153 TT 154 TT 61 ZG1 28 ZG1 29 ZG6 7 ZG7 14 Tai 33 TT 213 AWN 4, 22 AWN 4, 23 AWN 1, 22 ZG5 78 ZG4 5 AWN 4, 24 TT 188 TT 62 TT 207 TT 57 ZG1 31 TT 194 ZG4 76 TT 133 TT 193 Tro 47 Gij zijt in glans verschenen Op de berg van het verbond Het waren tien geboden [=ZG7 12] Op de berg van het verbond Die in de hoogte woont Christus staat in majesteit Staat op en weest niet bang Des ochtends als het licht ontstaat [oud: ZG 225] De lichtvorst Het koninkrijk is voor een kind Het koninkrijk is voor een kind [oud: ZG 110] Laat ons bidden uit gemis Ken je wel het lied van Lamech Het koninkrijk der hemelen Alleen wie het gegeven is Laat de kind 'ren tot mij komen Stap voor stap Wat te kiezen Het jaar neigt zich tot stille groet Al wie in de renbaan loopt Die vroeg zijn aangeworven Wij wonen in de tuin van God Al wie in de renbaan loopt Alles wat over ons geschreven is Toen Jezus was gekomen Ik ben een blinde bedelaar Hij die de blinden weer liet zien zie: Palmpasen Palmpasen Ballade van een ezel Wij komen voor uw aangezicht Het zal geschieden in de laatste dagen Dit is een dag van zingen Driewerf een gloria voor wie in hoge staat Klim in de hoogste bomen Klim in de hoogste bomen O mensen, hoort wat is geschied Een ezelrijder Stap voor stap Benedictus (canon) Groot is de wereld (canon) Een vader vroeg zijn oudste zoon Als een wijngaard Het grote feest Hebt Gij ons niet gedacht Het feest gaat nu beginnen (vs. 1) Geef aan de keizer, waarom hij vraagt Vergeet niet hoe wij heten Wie oren om te horen heeft De wijze woorden en het groot vertoon Daar komt een man uit Nazareth Een droeve stem, met druk en pijn Zoals het witte bliksemlicht Zoals het witte bliksemlicht De nacht loopt ten einde Zal er ooit een dag van vrede Weer is het als ten dage - 22 - Mat. 24: 37-44 Mat. 24: 37-44 Mat. 25: 1-13 Mat. 25: 1-13 Mat. 25: 1-13 Mat. 25: 1-13 Mat. 25: 1-13 Mat. 25: 1-13 Mat. 25: 1-13 Mat. 25: 31-40 Mat. 25: 34-40 Mat. 25: 35 vv Mat. 26: 14-16 Mat. 26: 17 Mat. 26: 17 Mat. 26: 26-28 Mat. 26: 26-29 Mat. 26: 26-29 Mat. 26: 26-29 Mat. 26: 26-29 Mat. 26: 26-29 Mat. 26: 29 Mat. 26: 29 Mat. 26: 30-35 Mat. 26: 30-46 Mat. 26: 30-46 Mat. 26: 36-46 Mat. 26: 36-46 Mat. 26: 36-46 Mat. 26: 36-46 Mat. 26: 38 Mat. 26: 38 Mat. 26: 39 Mat. 26: 47-54 Mat. 26: 69-75 Mat. 27: 11-26 Mat. 27: 33-44 Mat. 28: 1-10 Mat. 28: 1-10 Mat. 28: 1-10 Mat. 28: 1-10 Mat. 28: 1-10 Mat. 28: 1-10 Mat. 28: 1-10 Mat. 28: 16-20 Mat. 28: 16-20 Mat. 28: 16-20 Mat. 28: 18-20 TT 128 ZG5 36 AWN 1, 23 Tro 240 Tro 48 Tro 49 TT 131 TT 132 ZG7 68 TT 130 Tro 50 ZG4 42 AWN 3, 22 TT 160 ZG4 16 ZG2 79 TT 106 TT 108 TT 144 TT 160 TT 161 ZG4 16 ZG8 75 TT 56 ZG1 41 ZGTE 7 Tro 142 TT 156 TT 159 ZG4 17 Tai 12 Tai 12 ZG6 32 ZG1 43 Tro 214 Tro 146 ZG1 46 AWN 1, 26 AWN 1, 27 Tro 155 TT 166 TT 169 TT 171 TT 172 Tro 170 TT 113 TT 73 Tro 51 Het zal geschieden in de laatste dagen Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.1) Meisje dwaas, meisje wijs Gaat heen in vrede O Jezus Christus, bruidegom Met lampen voor het feest gereed Wij wachten op de koning Wachters van de tijd Tien meisjes Verheft uw hart, weest welgemoed Gij zult gezegend zijn Slechts het water dat wij te drinken Judas Op de avond toen de uittocht Op de avond, toen de uittocht [=ZG7 16] Eens aten de vaderen in de woestijn [oud: ZG 131] Hij nam de Schrift, Hij las en zei Neemt en eet met elkaar Hij ging van stad tot stad Hij sprak Op de avond toen de uittocht Neemt Gods woord met hart en mond Op de avond, toen de uittocht [=ZG7 16] Als ik in deze stille tijd Heel de schepping, prijs de Heer Nadat zij zongen, God ten lof Nadat zij zongen, God ten lof Blijft hier en waakt met Mij U komt mij, lieve God In stille nacht Door wat voor grote eenzaamheden Bleibet hier und wachet mit mir Blijf bij Mij U komt mij, lieve God O Christus, onze koning Er was een Lam dat kwam en riep O Lam dat lijdt en duldt en draagt Neem ter harte 't kruis des Heren Paaslied De Heer is waarlijk opgestaan God dank! Laat iedereen het horen Tussen waken, tussen dromen De Heer is waarlijk opgestaan Het pure witte licht U zij de glorie, opgestane Heer Wie zegt ons dat de dood heeft afgedaan Hij die gesproken heeft een woord dat gáát Zoals Ik zelf gezonden ben Hoort ! Een woord van eeuwig leven MARCUS Mar. Mar. Mar. 1: 2-5 Mar. 1: 9 Mar. 1: 9-11 Mar. 1: 9-11 ZG6 8 ZG6 35 TT 128 ZG2 73 Tro 138 TT 100 Zie wij gaan op naar Jeruzalem Breng ons weer thuis uit de ballingschap Het zal geschieden in de laatste dagen Johannes doopte bij de Jordaan [oud: ZG 116] [=ZG7 69] Een vogel komt gevlogen O God, die uit het water - 23 - Mar. 1: 9-11 Mar. 1: 9-13 Mar. 1: 12-13 Mar. 1: 12-13 Mar. 1: 12-13 Mar. 1: 15 Mar. 1: 21-28 Mar. 1: 29-34 Mar. 2: 1-12 Mar. 2: 1-12 Mar. 2: 1-12 Mar. 2: 15-16 Mar. 3: 13-15 Mar. 4: 13-20 Mar. 4: 30-32 Mar. 4: 31,32 Mar. 4: 35-41 Mar. 5: 21-43 Mar. 5: 21-43 Mar. 6: 1-6 Mar. 6: 7-11 Mar. 6: 35-44 Mar. 6: 35-44 Mar. 6: 35-44 Mar. 6: 45-52 Mar. 6: 45-52 Mar. 6: 45-52 Mar. 6: 45-56 Mar. 6: 53-56 Mar. 7: 31-37 Mar. 7: 37 Mar. 8: 1-9 Mar. 8: 1-9 Mar. 8: 14-21 Mar. 8: 22-26 Mar. 8: 33 Mar. 8: 34-38 Mar. 8: 35-37 Mar. 9: 2- 9 Mar. 9: 2-10 Mar. 9: 2-13 Mar. 9: 2-13 Mar. 9: 2-13 Mar. 9: 33-37 Mar. 9: 50 Mar. 10: 13-16 Mar. 10: 13-16 Mar. 10: 13-16 Mar. 10: 15 Mar. 10: 17-22 Mar. 10: 17-27 Mar. 10: 21 Mar. 10: 21 Mar. 10: 33 Mar. 10: 35-45 Mar. 10: 43-45 Mar. 10: 46-52 TT 57 TT 63 Tro 255 TT 147 TT 58 TT 64 Tro 260 TT 76 AWN 4, 16 Tro 52 TT 76 TT 64 TT 73 TT 195 TT 74 ZG7 64 ZG8 58 Tro 53 ZG3 69 TT 64 TT 73 AWN 1, 19 Tro 54 TT 65 TT 205 ZG4 75 ZG6 73 Tro 45 TT 144 TT 76 TT 144 TT 66 ZG2 81 TT 65 TT 76 Tro 214 Tro 223 ZG2 87 ZG4 14 TT 148 TT 147 TT 149 TT 207 TT 64 AWN 1, 20 TT 67 ZG7 14 TT 60 ZG8 37 AWN 4, 21 TT 186 TT 206 TT 145 TT 78 TT 63 Tro 55 Daar komt een man uit Nazareth Toen Jezus was gekomen De dagen onzer jaren Het waren tien geboden Jezus, diep in de woestijn Dit lied gaat over Jezus Alom verheffen zich de stemmen Hij die de blinden weer liet zien Vier mannen en een zieke vriend Hier lig ik, Heiland, zonder kracht Hij die de blinden weer liet zien Dit lied gaat over Jezus Zoals Ik zelf gezonden ben Hoog in de hemelen heeft God gesproken Wil je wel geloven dat het groeien gaat Een heel klein zaadje Als golven stormen eeuwen aan Ze was een kind, ze was twaalf jaar Talitha koem [=ZG7 63] Dit lied gaat over Jezus Zoals Ik zelf gezonden ben Samen delen Twee vissen en vijf broden Aan de oever van het meer Ik sta voor U in leegte en gemis Gij ziet ons vechten met de macht Een onverhoedse valwind Mensen, allemaal aan boord Hij ging van stad tot stad Hij sprak Hij die de blinden weer liet zien Hij ging van stad tot stad Hij sprak Het brood, het goede brood Het brood, het goede brood [oud: ZG 133] Aan de oever van het meer Hij die de blinden weer liet zien Er was een Lam dat kwam en riep De tijding aller tijden Wie zijn leven niet wil geven [oud: ZG 139] Christus staat in majesteit Gij zijt in glans verschenen zie: Mat. 17: 1-9 Het waren tien geboden Op de berg van het verbond De wijze woorden en het groot vertoon Dit lied gaat over Jezus Laat de kind’ren tot mij komen Laat de kind 'ren tot mij komen Stap voor stap Het koninkrijk is voor een kind Wat te kiezen De rijke jongen Het jaar neigt zich tot stille groet Alleen wie het gegeven is Alles wat over ons geschreven is Roept God een mens tot leven Toen Jezus was gekomen Ik ben een blinde bedelaar - 24 - Mar. 10: 46-52 Mar. 11: 1-10 Mar. 11: 1-10 Mar. 11: 1-10 Mar. 11: 1-10 Mar. 11: 25 Mar. 12: 28-31 Mar. 13: 24-29 Mar. 13: 24-29 Mar. 13: 33 Mar. 14: 12 Mar. 14: 22-25 Mar. 14: 22-25 Mar. 14: 22-25 Mar. 14: 22-25 Mar. 14: 26-31 Mar. 14: 32-42 Mar. 14: 32-42 Mar. 14: 32-42 Mar. 14: 32-43 Mar. 14: 65 Mar. 15: 22-32 Mar. 16: 1-8 Mar. 16: 1-8 Mar. 16: 1-8 Mar. 16: 1-8 Mar. 16: 14-20 Mar. 16: 14-20 TT 76 TT 153 TT 154 TT 61 ZG6 7 TT 146 TT 62 TT 133 TT 193 TT 130 TT 160 TT 108 TT 144 TT 160 TT 161 TT 57 Tro 142 TT 156 TT 159 ZG1 41 ZG6 13 ZG1 46 TT 166 TT 169 TT 171 TT 172 TT 113 TT 73 Hij die de blinden weer liet zien Dit is een dag van zingen Driewerf een gloria voor wie in hoge staat Klim in de hoogste bomen Een ezelrijder Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft Wie oren om te horen heeft De nacht loopt ten einde Zal er ooit een dag van vrede Verheft uw hart, weest welgemoed Op de avond toen de uittocht Neemt en eet met elkaar Hij ging van stad tot stad Hij sprak Op de avond toen de uittocht Neemt Gods woord met hart en mond Daar komt een man uit Nazareth Blijft hier en waakt met Mij U komt mij, lieve God In stille nacht Nadat zij zongen, God ten lof De lichtvorst Neem ter harte 't kruis des Heren Tussen waken, tussen dromen De Heer is waarlijk opgestaan Het pure witte licht U zij de glorie, opgestane Heer Hij die gesproken heeft een woord dat gáát Zoals Ik zelf gezonden ben LUCAS Luc. 1 Luc. 1 Luc. 1 Luc. 1: 26-38 Luc. 1: 26-56 Luc. 1: 35 Luc. 1: 46 Luc. 1: 46 Luc. 1: 46 Luc. 1: 46 Luc. 1: 46-55 Luc. 1: 46-55 Luc. 1: 46-56 Luc. 1: 46-56 Luc. 1: 66 Luc. 1: 68-79 Luc. 1: 68-79 Luc. 1: 68-79 Luc. 1: 68-79 Luc. 1: 68-79 Luc. 1: 78-79 Luc. 2 Luc. 2 Luc. 2 Luc. 2 Luc. 2 LG 87 TT 131 ZG6 2 ZG5 24 TT 143 WOW 24 Tai 36 Tai 36 Tai 38 Tai 38 Die 142 TT 68 ZG5 26 ZG6 79 TT 99 Die 141 TT 132 TT 135 TT 69 ZG6 80 TT 70 AWN 1, 16 AWN 2, 13 AWN 4, 14 Tro 115 Tro 128 Ik zing van ganser harte Wij wachten op de koning Als kleine mensen offers brengen [=ZG7 2] Ze boog het hoofd (Het lied "Maria") Wat heeft Maria ons bewaard Lied van de vogel Gods (vs. 4) Magnificat (canon) Met hart en ziel (canon) Magnificat anima mea Dominum Mijn hart prijst hoof de Heer Christus, onze Heiland Mijn ziel maakt groot de Heer Looft God! Mijn ziel en zinnen Met hart en ziel maak ik Hem groot Jouw leven staat aan het begin Geloofd zij de Heer Wachters van de tijd De mensen die gaan in het duister Gezegend de Heer, gezegend Isrels God Gezegend de Heer Een schoot van ontferming is onze God Herders, heb je ’t wel verstaan Gloria in excelsis Als Bethlehem geen plaats meer heeft Halleluja! Laat het horen O Zoon van God, o zuiver lam - 25 - Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. Luc. 2: 1-14 2: 1-20 2: 6-14 2: 7 2: 8-20 2: 8-20 2: 14 2: 14 2: 14 2: 26-38 2: 29-32 2: 29-32 2: 29-32 2: 29-32 2: 40-52 2: 40-52 2: 41-52 3: 3-9 3: 21-22 3: 21-22 3: 21-22 3: 21-22 4: 1-13 4: 1-13 4: 1-13 4: 1-13 4: 1-13 4: 1-13 4: 14-30 4: 14-30 4: 18-19 4: 18-21 4: 38-41 5: 1-11 5: 1-11 5: 17-26 5: 30 6: 17-19 6: 27-35 6: 47-49 6: 47-49 7: 1-9 7: 11-17 7: 11-17 7: 18-27 7: 18-28 7: 19-23 7: 31-32 7: 34 8: 1 8: 4-15 8: 4-15 8: 5, 12 en 15 8: 11-18 8: 22-25 8: 26-39 8: 40-56 TT 128 AWN 1, 15 ZG4 5 Tro 116 AWN 1, 14 TT 143 Tai 29 Tai 29 ZG7 87 ZG6 1 TT 71 ZG2 152 ZG8 10 ZG8 9 AWN 4, 15 TT 143 Fil 83 TT 128 Tro 138 TT 100 TT 57 TT 62 AWN 3, 7 Tro 255 TT 147 TT 58 TT 63 ZG1 15 TT 72 ZG5 18 ZG2 85 TT 106 TT 76 ZG5 27 ZG6 74 TT 76 TT 64 TT 57 TT 146 Tro 215 Tro 270 TT 76 Tro 56 TT 64 AWN 3, 8 TT 128 TT 76 AWN 2, 15 TT 64 TT 144 ZG1 6 ZG7 71 ZG6 1 TT 195 AWN 2, 17 Tro 57 AWN 2, 18 Het zal geschieden in de laatste dagen Kerstlied Het feest gaat nu beginnen (vs. 2) Heden gaat heel de hemel open Kerstlied Wat heeft Maria ons bewaard Ere zij God (canon) Gloria (canon) Eer zij de God van de hemel Eeuwenoude woorden [=ZG7 1] Nu is het Woord gezegd Laat, Heer, uw knecht in vrede gaan [oud: ZG 270] Nu laat Gij, Heer, mij gaan De glorie van de Eeuwige De twaalfjarige Jezus in de tempel Wat heeft Maria ons bewaard Toen Jezus nog een jongen was Het zal geschieden in de laatste dagen Een vogel komt gevlogen O God, die uit het water Daar komt een man uit Nazareth Wie oren om te horen heeft Jezus, diep in de woestijn De dagen onzer jaren Het waren tien geboden Jezus, diep in de woestijn Toen Jezus was gekomenv Jezus, diep in de woestijn De Geest des Heren is op hem De Geest des Heren is op hem Hij nam de schrift [oud: ZG 137] Hij nam de Schrift, Hij las en zei Hij die de blinden weer liet zien De vissen scholen samen De visser ging uit vissen [=ZG7 70] Hij die de blinden weer liet zien Dit lied gaat over Jezus Daar komt een man uit Nazareth Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft Gezegend zijt Gij, Heer der kerk De Heer beschut wie bij Hem schuilen Hij die de blinden weer liet zien Door de poort van Naïn gaat Dit lied gaat over Jezus Johannes weet het ook niet meer Het zal geschieden in de laatste dagen Hij die de blinden weer liet zien Wij hebben op de fluit gespeeld Dit lied gaat over Jezus Hij ging van stad tot stad Hij sprak Waak op, verlaat ons niet, o Heer Een zaaier zaaide zaad Eeuwenoude woorden [=ZG7 1] Hoog in de hemelen heeft God gesproken Storm op zee Gaat heen, gaat heen, hebt Gij gezegd Kleine dochter van Jaïrus - 26 - Luc. 8: 40-56 Luc. 8: 54 Luc. 9: 12-17 Luc. 9: 1-6 7 Luc. 9: 10-17 Luc. 9: 10-17 Luc. 9: 23-27 Luc. 9: 28-36 Luc. 9: 28-36 Luc. 9: 28-36 Luc. 9: 28-36 Luc. 9: 28-36 Luc. 9: 62 Luc. 10: 1-11 Luc. 10: 1-12 Luc. 10: 21-24 Luc. 10: 25 e.v. Luc. 10: 25 vv Luc. 10: 25-28 Luc. 10: 25-37 Luc. 10: 25-37 Luc. 10: 25-37 Luc. 10: 30-37 Luc. 10: 38-42 Luc. 11: 2 Luc. 11: 2-4 Luc. 11: 2-4 Luc. 11: 2-4 Luc. 11: 2-4 Luc. 11: 2-4 Luc. 11: 9-13 Luc. 11: 14-28 Luc. 12 Luc. 12: 6 Luc. 12: 6-8 Luc. 12: 13-21 Luc. 12: 24 Luc. 12: 35-36 Luc. 12: 35-40 Luc. 13: 6-9 Luc. 13: 6-9 Luc. 13: 18-19 Luc. 13: 18-19 Luc. 13: 31-35 Luc. 14: 7-11 Luc. 14: 34-35 Luc. 15: 1-7 Luc. 15: 11-32 Luc. 15: 11-32 Luc. 15: 11-32 Luc. 16: 19-31 Luc. 17: 11-19 Luc. 17: 11-19 Luc. 17: 24 Luc. 18: 15-16 Luc. 18: 17 Luc. 18: 18-23 Tro 53 Tro 58 TT 65 TT 3 Tro 54 ZG2 89 Tro 223 TT 147 TT 148 TT 149 ZG4 14 ZG1 56 TT 73 AWN 3, 20 TT 64 ZG7 72 ZG3 71 TT 62 Tro 213 Tro 59 ZGTE 8 AWN 2, 21 Tro 60 TT 13 Die 115 Die 116 Die 117 Die 118 Die 143 TT 33 ZG1 20 ZG3 80 WOW 50 AWN 4, 25 AWN 3, 14 Tro 212 TT 132 TT 131 AWN 3, 15 Tro 257 AWN 3, 9 TT 74 TT 57 AWN 3, 16 TT 64 AWN 1, 21 AWN 2, 20 TT 44 ZG6 75 AWN 3, 17 AWN 3, 18 ZG8 59 TT 194 TT 67 TT 60 ZG8 37 Ze was een kind, ze was twaalf jaar Heer, aan uw voeten kniel ik neer Aan de oever van het meer Hier is de plaats waar God ons wil ontmoeten Twee vissen en vijf broden Onuitputtelijke korven [oud: ZG 141] De tijding aller dingen zie: Mat. 17: 1-9 Het waren tien geboden Gij zijt in glans verschenen Op de berg van het verbond Christus staat in majesteit O God die boven wolken troont Zoals Ik zelf gezonden ben Het eerste woord zal vrede zijn Dit lied gaat over Jezus Een man alleen op reis gegaan Een man, alleen op reis Wie oren om te horen heeft Dit huis, een herberg onderweg Er is niet ver van Jericho Een man ging van Jeruzalem Barmhartige Samaritaan Martha, Jezus heeft je lief Wees hier aanwezig woord ons gegeven Onze Vader Onze Vader Onze Vader Onze Vader Onze Vader God, mijn God, naar U blijf ik zoeken De leugenaar van den beginne Wij wensen onszelf vele jaren Lied van de musjes Kijk naar de mussen Er was er eens een rijke man De hemel zoekt een woning Wachters van de tijd Wij wachten op de koning Iemand had een vijgeboom Nu weer een jaar is heengegaan Wil je wel geloven Wil je wel geloven dat het groeien gaat Daar komt een man uit Nazareth God keert de rollen om Dit lied gaat over Jezus De herder Een vader had twee zonen De Heer is steeds barmhartig Een vader had twee zonen [=ZG7 73] Lazarus Tien melaatsen God heeft een kring getrokken Zoals het witte bliksemlicht Laat de kind 'ren tot mij komen Het koninkrijk is voor een kind Wat te kiezen - 27 - Luc. 18: 22 Luc. 18: 22 Luc. 18: 31 Luc. 18: 31 Luc. 18: 31-43 Luc. 18: 31a Luc. 18: 35-43 Luc. 18: 35-43 Luc. 18: 35-43 Luc. 18: 35-43 Luc. 19: 1-10 Luc. 19: 1-10 Luc. 19: 1-10 Luc. 19: 10 Luc. 19: 28-40 Luc. 19: 28-40 Luc. 19: 28-40 Luc. 19: 28-44 Luc. 19: 29-40 Luc. 19: 41-44 Luc. 20: 27-40 Luc. 21: 5-38 Luc. 21: 25-31 Luc. 21: 34-36 Luc. 22: 7 Luc. 22: 14-20 Luc. 22: 14-20 Luc. 22: 14-20 Luc. 22: 14-20 Luc. 22: 19 Luc. 22: 19-20 Luc. 22: 24-30 Luc. 22: 26-28 Luc. 22: 39-46 Luc. 22: 39-46 Luc. 22: 39-46 Luc. 22: 39-46 Luc. 22: 39-46 Luc. 22: 54-62 Luc. 22: 54-62 Luc. 23: 33-43 Luc. 24: 1-12 Luc. 24: 1-12 Luc. 24: 1-12 Luc. 24: 1-12 Luc. 24: 1-12 Luc. 24: 13-35 Luc. 24: 13-35 Luc. 24: 13-35 Luc. 24: 13-35 Luc. 24: 13-35 Luc. 24: 21-23 Luc. 24: 29 Luc. 24: 29 Luc. 24: 32 Luc. 24: 32 Luc. 24: 32-35 TT 186 TT 206 TT 145 ZG1 9 ZG1 8 ZG3 83b AWN 2, 22 Tro 55 TT 76 ZGTE 9 AWN 1, 24 Tro 61 Tro 62 TT 75 TT 153 TT 154 TT 61 Tro 224 ZG6 7 ZG1 31 ZG2 119 TT 133 TT 193 TT 130 TT 160 TT 108 TT 160 TT 161 ZG4 15 TT 144 ZG2 85 TT 158 TT 63 Tro 142 TT 156 TT 159 ZG1 41 ZG6 76 AWN 4, 27 Tro 214 ZG1 46 AWN 2, 23 TT 166 TT 169 TT 171 TT 172 AWN 3, 24 Tro 170 TT 168 ZG5 28 ZG8 23 TT 73 Tai 27 Tai 27 TT 147 ZG1 13 Tro 168 Het jaar neigt zich tot stille groet Alleen wie het gegeven is Alles wat over ons geschreven is Alles wat over ons geschreven is Toen Jezus kwam bij de Jordaan [=ZG7 74] Zie, wij gaan op naar Jeruzalem Bartimeüs Ik ben een blinde bedelaar Hij die de blinden weer liet zien Blinde man, ga voort gij Zacheüs Als Jozua gekomen Here Jezus, heel mijn leven Wat vrolijk over U geschreven staat Dit is een dag van zingen Driewerf een gloria voor wie in hoge staat Klim in de hoogste bomen Wij komen voor uw aangezicht Een ezelrijder Een droeve stem, met druk en pijn Hier leggen wij ... (vs. 3) [oud: ZG 195] De nacht loopt ten einde Zal er ooit een dag van vrede Verheft uw hart, weest welgemoed Op de avond toen de uittocht Neemt en eet met elkaar Op de avond toen de uittocht Neemt Gods woord met hart en mond Wij houden maaltijd Hij ging van stad tot stad Hij sprak Hij nam de schrift (vs. 3,4) [oud: ZG 137] Toen Jezus wist: nu is gekomen Toen Jezus was gekomen Blijft hier en waakt met Mij U komt mij, lieve God In stille nacht Nadat zij zongen, God ten lof In stille nacht Petrus Er was een Lam dat kwam en riep Neem ter harte 't kruis des Heren Het lied van het ledige graf Tussen waken, tussen dromen De Heer is waarlijk opgestaan Het pure witte licht U zij de glorie, opgestane Heer Op weg naar Emmaüs Wie zegt ons dat de dood heeft afgedaan Voor mensen die naamloos Hij kwam ons tegemoet Heer, wees mijn toevlucht Zoals Ik zelf gezonden ben Bleib mit deiner Gnade Blijf met uw genade bij ons Het waren tien geboden Het waren tien geboden [=ZG7 12] Traag waren onze harten - 28 - Luc. 24: 44-46 Luc. 24: 50-53 TT 145 TT 116 Alles wat over ons geschreven is De Levende zegene en behoede u JOHANNES Joh. (avondmaal) Joh. 1 Joh. 1 Joh. 1 Joh. 1 Joh. 1 Joh. 1 Joh. 1: 1- 5 Joh. 1: 1- 5 Joh. 1: 1, 14 Joh. 1: 1,14 Joh. 1: 1-14 Joh. 1: 1-14 Joh. 1: 1-14 Joh. 1: 1-14 Joh. 1: 1-14 Joh. 1: 1-18 Joh. 1: 1-18 Joh. 1: 1-18 Joh. 1: 1-18 Joh. 1: 1-18 Joh. 1: 3 Joh. 1: 4-5, 9 Joh. 1: 19-28 Joh. 1: 29 Joh. 1: 29-31 Joh. 1: 32-34 Joh. 1: 32-34 Joh. 1: 32-34 Joh. 1: 50 Joh. 2, 6, 11 Joh. 2: 1-11 Joh. 2: 1-11 Joh. 2: 1-11 Joh. 2: 1-11 Joh. 2: 1-11 Joh. 2: 1-11 Joh. 2: 1-11 Joh. 2: 1-11 Joh. 3 Joh. 3: 1-13 Joh. 3: 1-21 Joh. 3: 8 Joh. 3: 8 Joh. 3: 14-16 Joh. 3: 16 Joh. 3: 29-30 Joh. 3: 31-36 Joh. 4 Joh. 4: 14 Joh. 4: 14 ZG5 63 LG 200 TT 165 TT 75 ZG3 5 ZG5 41 ZG7 34 TT 11 TT 127 ZG6 1 TT 6 TT 138 TT 139 TT 140 TT 142 TT 21 TT 120 TT 128 TT 52 TT 86 TT 90 TT 208 TT 118 TT 132 Die 121 TT 109 Tro 138 TT 100 TT 57 ZG1 45 EPO 14 AWN 1, 18 AWN 2, 16 Tro 63 Tro 64 TT 201 TT 48 ZG2 110 ZG5 29 ZG6 25 TT 28 AWN 3, 10 TT 147 ZG1 13 Tro 147 ZG8 20 Tro 65 TT 95 ZG8 60 Tro 137 Tro 28 De hemel reikt ons leeftocht aan In den beginne was het woord Licht, ontloken aan het donker Wat vrolijk over U geschreven staat In den beginne was het woord Het Woord dat op Gods lippen lag De oorsprong van leven en licht Die de morgen ontbood Gij die aangeroepen wordt Eeuwenoude woorden [=ZG7 1] Van ver, van oudsher aangereikt 6 Uit uw verborgenheid, hebt Gij ons In den beginne was het Woord Vanwaar zijt Gij gekomen Heer, hoe zijt Gij gekomen In het begin lag de aarde verloren Zo vriendelijk en veilig als het licht Het zal geschieden in de laatste dagen Het heeft de Heilige behaagd Die rechtens God gelijk Dat woord, waarin ons richting werd gegeven Door de wereld gaat een woord Licht dat ons aanstoot in de morgen Wachters van de tijd Zie, het Lam van God (canon) Zoals Ik ben, kom Ik nabij Een vogel komt gevlogen O God, die uit het water Daar komt een man uit Nazareth Daar is een koning opgestaan Het Pascha is nabij Het lied van de bruiloft te Kana De bruiloft te Kana In Kana is het feest vandaag Drink vrolijk, proef de zoete wijn God die ons aan elkaar Liefde, eenmaal uitgesproken God, die ons aan elkaar [oud: ZG 181] Op de derde scheppingdag Ik heb u lief Hoor. Maar ik kan niet horen Nicodemus Het waren tien geboden Het waren tien geboden [=ZG7 12] Ontferm U Heer – het einde van ons leven Stefanus Johannes bij het water Wie is die God die eeuwig leeft Jij hebt van tranen en van pijn geweten Christus, levensbrood Alwie dorst heeft, kom tot Mij - 29 - Joh. 4: 23-24 Joh. 4: 46-53 Joh. 4: 46-54 Joh. 5: 1- 9 Joh. 5: 1-18 Joh. 5: 1-9 Joh. 6, 2, 11 Joh. 6: 1-13 Joh. 6: 1-15 Joh. 6: 1-15 Joh. 6: 1-15 Joh. 6: 1-15 Joh. 6: 1-15 Joh. 6: 1-15 Joh. 6: 1-15 Joh. 6: 1-15 Joh. 6: 5-15 Joh. 6: 16-21 Joh. 6: 16-21 Joh. 6: 19 Joh. 6: 22-41 Joh. 6: 32-35 Joh. 6: 35 Joh. 6: 35 Joh. 6: 35 Joh. 6: 48-51 Joh. 6: 48-51 Joh. 6: 48-51 Joh. 6: 51 Joh. 6: 68 Joh. 8: 1-11 Joh. 8: 12 Joh. 8: 12 Joh. 8: 12 Joh. 8: 12-16 Joh. 8: 30-36 Joh. 8: 45-59 Joh. 8: 58b Joh. 9 Joh. 9: 1-41 Joh. 9: 1-41 Joh. 10 Joh. 10: 1-10 Joh. 10: 1-18 Joh. 10: 1-18 Joh. 10: 1-18 Joh. 10: 1-29 Joh. 10: 7-10 Joh. 10: 8, 11 Joh. 10: 38-42 Joh. 11, 2, 6 Joh. 11: 1-45 Joh. 11: 5 Joh. 11: 28 Joh. 12: 5 Joh. 12: 12-16 Joh. 12: 12-19 TT 170 Tro 66 ZG6 39 Tro 67 TT 76 AWN 2, 19 EPO 14 ZG7 65 Tro 54 TT 151 TT 66 ZG1 22 ZG1 23 ZG1 24 ZG8 70 ZG8 71 TT 65 Tro 45 TT 205 TT 174 ZG1 22 TT 66 Tro 137 TT 120 ZG8 74 TT 106 TT 161 ZG2 79 TT 120 TT 144 AWN 3, 11 Tro 137 TT 120 ZG8 74 TT 118 ZG3 72 ZG1 27 ZGTE 11 ZG6 77 TT 76 AWN 4, 20 ZG3 63 AWN 3, 12 Tro 133 Tro 254 TT 31 Tro 219 Tro 68 Tro 137 AWN 3, 13 EPO 14 ZG6 78 Tro 60 Tro 69 TT 16 TT 154 Tro 224 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt Meester, kom, ga met mij mee U die mij ooit de sterren wees Daar ligt een man op een matras Hij die de blinden weer liet zien De zieke in Bethesda Het Pascha is nabij Over het meer vaart Jezus Twee vissen en vijl broden Weest blijde nu in 't midden van het lijden Het brood, het goede brood O Jezus Christus, Zoon van God Dit is het land dat de Heer belooft Lof zij den Here Wie kent de eenvoud Wie kent de eenvoud Aan de oever van het meer Mensen, allemaal aan boord Ik sta voor U in leegte en gemis Zingt jubilate voor de Heer O Jezus Christus, Zoon van God Het brood, het goede brood Christus, levensbrood Zo vriendelijk en veilig als het licht Verzadigd de honger Hij nam de Schrift, Hij las en zei Neemt Gods woord met hart en mond Eens aten de vaderen in de woestijn [oud: ZG 131] Zo vriendelijk en veilig als het licht Hij ging van stad tot stad Hij sprak Jezus schreef in het zand Christus, levensbrood Zo vriendelijk en veilig als het licht Verzadigd de honger Licht dat ons aanstoot in de morgen De waarheid is het huis waarin wij wonen God heeft Abraham verkoren Die, Zoon en Woord, de Vader is gelijk Blind dool ik rond Hij die de blinden weer liet zien De blinde bedelaar Ontferming heeft God toegezegd De schapen luisteren naar een stem Wees stil en kom wat dichterbij Wij willen U van harte danken Want mijn Herder is de Heer Herder, allerwege De deur staat wijd open Christus, levensbrood Maria en Martha Het Pascha is nabij Waarom houdt Gij U verborgen? Martha, Jezus heeft je lief Ik ben, o Heer, ten einde raad Laat ons bidden uit gemis Driewerf een gloria voor wie in hoge staat Wij komen voor uw aangezicht - 30 - Joh. 12: 12-19 Joh. 12: 12-19 Joh. 12: 12-19 Joh. 12: 20-28 Joh. 12: 22-59 Joh. 12: 24 Joh. 12: 24 Joh. 12: 24 Joh. 12: 24 Joh. 12: 24-25 Joh. 12: 24-25 Joh. 12: 24-25 Joh. 12: 24-26 Joh. 12: 25 Joh. 13 - 18 Joh. 13 - 18 Joh. 13: 1 Joh. 13: 1-17 Joh. 13: 1-17 Joh. 13: 1-17 Joh. 13: 1-20 Joh. 13: 1-20 Joh. 13: 31-35 Joh. 13: 33-35 Joh. 14, 25vv Joh. 14: 1-7 Joh. 14: 2-4 Joh. 14: 6 Joh. 14: 6 Joh. 14: 6 Joh. 14: 15-17 Joh. 14: 15-20 Joh. 14: 15-20 Joh. 14: 15-21 Joh. 14: 15-26 Joh. 14: 23 Joh. 14: 23-28 Joh. 15 Joh. 15: 1 Joh. 15: 1 Joh. 15: 1- 2 Joh. 15: 1- 8 Joh. 15: 1- 8 Joh. 15: 1- 8 Joh. 15: 1-9 Joh. 15: 5 Joh. 15: 9-17 Joh. 15: 12-16 Joh. 15: 26 e.v. Joh. 16: 5-15 Joh. 16: 16-22 Joh. 16: 21 Joh. 16: 23-30 Joh. 18: 15-18 Joh. 18: 25-27 Joh. 20, 21 Joh. 20: 11-18 TT 153 TT 61 ZG6 7 TT 104 ZG6 50 TT 155 TT 78 ZG1 47 ZG8 75 LG 57 TT 195 ZG1 7 TT 206 TT 47 LG 61 ZG1 37 TT 103 TT 157 TT 158 ZG1 38 ZG6 9 ZGTE 12 TT 103 AWN 3, 19 LG 37 TT 115 AWN 3, 28 Tro 137 Tro 299 ZG8 74 TT 96 TT 182 TT 182 AWN 3, 26 TT 177 TT 17 TT 178 Fil 49 Tro 133 Tro 137 Tro 70 Tro 254 ZG2 110 ZG6 50 TT 201 ZG8 74 ZG8 61 TT 73 ZG5 54 TT 178 ZG5 50 Tro 196 ZG2 80 Tro 214 Tro 214 Tro 170 TT 77 Dit is een dag van zingen Klim in de hoogste bomen Een ezelrijder De hemel reikt ons leeftocht aan Wij komen zingend in de kring Graan dat in de aarde Roept God een mens tot leven Jezus' kruis, zijn angst en pijn (vs 9) Als ik in deze stille tijd Wie als een God wil leven Hoog in de hemelen heeft God gesproken Wie als een God wil leven Alleen wie het gegeven is Tijd van vloek en tijd van zegen Toen Jezus in zijn uur gekomen was Toen Jezus in zijn uur gekomen was De mens die ons beminde Gedenken wij dankbaar de daden des Heren Toen Jezus wist: nu is gekomen Toen Jezus met de zijnen at Toen Jezus wist: nu is gekomen Toen Jezus met de zijnen at De mens die ons beminde Als je geen liefde hebt voor elkaar De Heilige Geest, de helper Wonen overal, nergens thuis Het lichtje van verlangen Christus, levensbrood Lieve God, Gij hebt de tijd Verzadigd de honger Wij geloven één voor één Is feest vandaag, 't is pinksterfeest [’t Is …] 't Is feest vandaag, 't is pinksterfeest Er is een woord waarvan ik zing De Heiland bij zijn hemelvaart Alle eer en alle glorie De Geest van God waait als een wind Ik ben de wijnstok Wees stil en kom wat dichterbij Christus, levensbrood O Vader, die de landman zijt Wij willen U van harte danken God, die ons aan elkaar [oud: ZG 181] Wij komen zingend in de kring God die ons aan elkaar Verzadigd de honger Ontmoeten wil ik het volmaakte licht Zoals Ik zelf gezonden ben Wanneer de Trooster komt De Geest van God waait als een wind Dat uur tussen nacht en morgen Het einde aller dingen Brood om te eten en wijn van de vreugd [oud: ZG 132] Er was een Lam dat kwam en riep Er was een Lam dat kwam en riep Wie zegt ons dat de dood heeft afgedaan Ik ben in mijn hof gekomen - 31 - Joh. 20: 1-18 Joh. 20: 1-18 Joh. 20: 1-18, 24-29 Joh. 20: 1-23 Joh. 20: 1-9 1 Joh. 20: 11-18 Joh. 20: 16-18 Joh. 20: 19-23 Joh. 20: 24-29 Joh. 20: 29 Joh. 21 Joh. 21 Joh. 21: 1-14 Joh. 21: 1-14 Joh. 21: 1-14 Joh. 21: 3-18 Joh. 21: 9 Joh. 21: 9 Joh. 21: 15-17 Joh. 21: 25 Joh. 21: 25 TT 166 TT 171 ZG6 13 ZG8 13 TT 72 Tro 166 Tro 165 TT 73 AWN 3, 25 Tro 169 Tro 170 ZG8 58 AWN 2, 24 Tro 171 Tro 71 AWN 3, 23 ZG8 70 ZG8 71 Tro 72 EPO 16 TT 64 Tussen waken, tussen dromen Het pure witte licht De lichtvorst O, kon ik je maar vinden De Geest des Heren is op hem Maria, waarom huil je Ik noem je bij je diepste naam Zoals Ik zelf gezonden ben Thomas Niet zien en toch geloven Wie zegt ons dat de dood heeft afgedaan Als golven stormen eeuwen aan De vissers op het meer Dit is de nieuwe dag De volgelingen van de Heer Petrus Wie kent de eenvoud Wie kent de eenvoud Heer Jezus, goede herder Wat Jezus heeft gedaan Dit lied gaat over Jezus HANDELINGEN Hand. 1: 9-11 Hand. 1: 9-11 Hand. 1: 1-11 Hand. 1: 1-11 Hand. 1: 4,5 Hand. 1: 4-9, 12, 13 Hand. 1: 9-11 Hand. 2 Hand. 2 Hand. 2 Hand. 2 Hand. 2 Hand. 2: 1-13 Hand. 2: 1-13 Hand. 2: 1-13 Hand. 2: 1-13 Hand. 2: 1-13 Hand. 2: 1-13 Hand. 2: 1-21 Hand. 2: 2-4 Hand. 2: 3, 4 Hand. 2: 3-4 Hand. 2: 17-21 Hand. 2: 43-47 Hand. 2: 44-46 Hand. 3: 1-10 Hand. 4 :32-35 Hand. 4: 1-31 Hand. 4: 20 Hand. 4: 32-37 Hand. 4: 8-12 TT 176 TT 177 Tro 178 Tro 180 Tro 73 ZG6 17 AWN 3, 27 AWN 1, 28 Tro 183 ZG6 15 ZG6 16 ZG6 17 AWN 2, 25 TT 170 TT 179 TT 180 TT 182 TT 183 TT 181 WOW 24 ZG1 13 TT 147 Tro 34 TT 2 TT 201 Tro 74 TT 4 Tro 75 Tro 214 TT 201 TT 172 De Heer is opgetogen De Heiland bij zijn hemelvaart Die uit de dood is opgestaan Ten hemel opgevaren Hoe lang laat Gij ons wachten? Wij wachten op het uur Hemelvaart ’t Is feest vandaag De adem Gods beroert de aarde Dit is de dag, dit is het uur Heilige Geest, Gij zijt als de wind Wij wachten op het uur Een lied voor Pinksteren Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt Als alle hoop vervlogen is Heilige Geest, Gij zijt als de wind Is feest vandaag, 't is pinksterfeest [’t Is …] Zij zit als een vogel Wat altijd is geweest Lied van de vogel Gods (vs. 6,7) Het waren tien geboden [=ZG7 12] Het waren tien geboden In het laatst van alle dagen Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig God die ons aan elkaar Er zit bij de tempelpoort een man Hier wordt een huis voor God gebouwd Geef, Heer uw volk vrijmoedigheid Er was een Lam, dat kwam en riep God die ons aan elkaar U zij de glorie, opgestane Heer - 32 - Hand. 5: 27-41 Hand. 7 Hand. 7 Hand. 8: 26-39 Hand. 8: 26-40 Hand. 8: 39 Hand. 9 Hand. 9: 1-19a Hand. 9: 26 - 39 Hand. 10: 34-43 Hand. 12: 6 Hand. 12: 6 Hand. 16: 19-40 Hand. 16: 19-40 Hand. 16: 25 Hand. 16: 25 Hand. 16: 27 Hand. 17: 24-27 Hand. 17: 24-31 Hand. 17: 24-31 Hand. 19: 23vv Hand. 20: 35 TT 172 TT 24 ZG8 20 TT 100 Tro 76 Tro 77 Tro 78 AWN 4, 29 ZGTE 13 TT 172 Tro 209 Tro. 79 Tro 184 Tro 186 Tro 80 TT 175 Tro 209 TT 210 Tro 81 TT 18 ZG3 73 TT 186 U zij de glorie, opgestane Heer Wij gaan met heel Gods volk Stefanus O God, die uit het water Ga heen in vrede naar uw huis Ik zoek naar God, zo goed ik kan Heer, wat wilt Gij dat ik doe ? Saul van Tarsus Er kwam een wagen rijden U zij de glorie, opgestane Heer Zwart heet wit en goed heet slecht Herder, hoeder van Uw schapen, als wij slapen In vuur en vlam zet ons de Geest Zing met ons mee uit alle macht Ook al zitten wij gevangen Zolang wij ademhalen Zwart heet wit en goed heet slecht Samen op de aarde Aan hem die deze wereld schiep Komt, laat ons vrolijk zingen Demetrius [=ZG7 76] Het jaar neigt zich tot stille groet ROMEINEN Rom. 1: 1-7 Rom. 1: 1 - 7 Rom. 3: 21-26 Rom. 5: 1-11 Rom. 5: 1-11 Rom. 5: 12 Rom. 6: 1- 9 Rom. 6: 1-12 Rom. 6: 1-14 Rom. 6: 3-9 Rom. 6: 4 Rom. 6: 4 - 5 Rom. 6: 8 Rom. 8 Rom. 8: 1-17 Rom. 8: 6 Rom. 8: 18-23 Rom. 8: 19 Rom. 8: 22 Rom. 8: 23-30 Rom. 8: 25-28 Rom. 8: 26 Rom. 8: 26-27 Rom. 8: 26-27 Rom. 8: 31-39 Rom. 8: 31-39 Rom. 8: 37-39 Rom. 8: 37-39 Rom. 10: 4-13 Rom. 11: 33-36 Rom. 12: 4-5 TT 128 ZG5 36 TT 14 TT 181 ZG1 52 TT 170 TT 97 TT 78 TT 173 TT 164 ZG2 118 ZG2 70 ZG2 118 ZG5 88 TT 173 TT 8 TT 16 TT 112 Tro 196 TT 179 ZG3 74 TT 211 TT 120 TT 94 TT 203 ZG3 75 TT 89 ZG8 66 TT 91 TT 17 TT 10 Het zal geschieden in de laatste dagen Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.4) God van genade, wees ons genadig Wat altijd is geweest Nu Gij de dood zijt ingegaan Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt Heer, een nieuwgeboren kind Roept God een mens tot leven Wij zullen leven God zij dank In U zijn wij begrepen De dood van één voor allen [oud: ZG 194] God heeft ons gegeven [oud: ZG 113] De dood van één voor allen [oud: ZG 194] Wij zullen leven Wij zullen leven God zij dank Wij komen als geroepen Laat ons bidden uit gemis Geef ons genadig, Here God Het einde aller tijden Als alle hoop vervlogen is Hoor, God, ons roepen God, schenk ons de kracht Zo vriendelijk en veilig als het licht O God onze Vader Gij hebt, 0 God, dit broze bestaan gewild Christus heeft het pleit gewonnen Ere wie ere toekomt Ere wie ere toekomt [TT 89] Gij hebt met groot geduld Alle eer en alle glorie Zomaar een dak boven wat hoofden - 33 - Rom. 12: 6,9-21 Rom. 12: 9-21 Rom. 13: 11-12 Rom. 13: 11-12 Rom. 13: 11-14 Rom. 13: 11-14 Rom. 13: 11-14 Rom. 14: 7-8 Rom. 14: 8 Rom. 15: 4-9 Rom. 15: 4-9 Rom. 15: 7 TT 79 ZG3 76 TT 129 TT 133 TT 128 TT 47 ZG5 36 TT 80 TT 203 TT 128 ZG5 36 ZG2 111 1 KORINTIËRS [ 1 CORINTHIËRS] 1 Kor. 1: 18-31 TT 207 1 Kor. 1: 21-31 TT 206 1 Kor. 2: 1-5 TT 207 1 Kor. 3: 10-15 Tro 215 1 Kor. 5: 7,8 Tro 82 1 Kor. 7: 25-35 TT 206 1 Kor. 9: 24 Tro 83 1 Kor. 9: 24-27 ZG1 4 1 Kor. 9: 24 27 ZGTE 6 1 Kor. 9: 24-10: 5 ZG1 4 1 Kor. 10: 1-5 TT 27 1 Kor. 10: 1-6 TT 24 1 Kor. 10: 1-5 ZG1 1 1 Kor. 10: 1-5 ZG2 79 1 Kor. 10: 14-17 TT 105 1 Kor. 10: 14-17 TT 107 1 Kor. 10: 16 ZG8 75 1 Kor. 10: 16-17 TT 110 1 Kor. 10: 17 TT 10 1 Kor. 11: 17-34 ZG2 91 1 Kor. 11: 23-26 TT 144 1 Kor. 11: 23-26 TT 157 1 Kor. 11: 23-26 TT 160 1 Kor. 11: 23-26 TT 161 1 Kor. 11: 26 TT 107 1 Kor. 12 ZG5 30 1 Kor. 12: 1-11 1 TT 97 1 Kor. 12: 12-13 TT 10 1 Kor. 13 LGII-20 1 Kor. 13 Tro 84 1 Kor. 13 TT 162 1 Kor. 13 TT 198 1 Kor. 13 TT 48 1 Kor. 13 ZGTE 14 1 Kor. 13: 7-8 TT 62 1 Kor. 13: 9-12 TT 191 1 Kor. 13: 12 TT 75 1 Kor. 15 Tro 175 1 Kor. 15 ZG6 11 1 Kor. 15: 3-7 TT 172 1 Kor. 15: 12-22 TT 168 Maak ons Uw liefde, God Maak ons Uw liefde, God, tot opmaat van Als tussen licht en donker De nacht loopt ten einde Het zal geschieden in de laatste dagen Tijd van vloek en tijd van zegen Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.1) Niemand leeft voor zichzelf Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild Het zal geschieden in de laatste dagen Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.2) Wij danken U, o God [oud: ZG 182] De wijze woorden en het groot vertoon Alleen wie het gegeven is De wijze woorden en het groot vertoon Gezegend zijt Gij, Heer der kerk Ons paaslam is geslacht Alleen wie het gegeven is Laat ons nu de loopbaan lopen Al wie in de renbaan loopt Al wie in de renbaan loopt Al wie in de renbaan loopt Zomaar te gaan met een stok in je hand Wij gaan met heel Gods volk Toen Israël geboren is Eens aten de vaderen in de woestijn [oud: ZG 131] De tafel van samen Het brood in de aarde gevonden Als ik in deze stille tijd Reizend naar het land van ons verlangen Zomaar een dak boven wat hoofden Om het voedsel ons gegeven [oud: ZG 151] Hij ging van stad tot stad Hij sprak Gedenken wij dankbaar de daden des Heren Op de avond toen de uittocht Neemt Gods woord met hart en mond Het brood in de aarde gevonden Steenlichaam Heer, een nieuwgeboren kind Zomaar een dak boven wat hoofden Al spreek ik met tongen Al sprak ik in tongentaal Ubi caritas Liefde is blij zijn Liefde, eenmaal uitgesproken Wij krijgen elkander lief Wie oren om te horen heeft Nu nog met halve woorden hier en daar Wat vrolijk over U geschreven staat Here Jezus, na dit leven Wie gezaaid wordt in de aarde U zij de glorie, opgestane Heer Voor mensen die naamloos - 34 - 1 Kor. 15: 22 1 Kor. 15: 28 1 Kor. 15: 35-49 1 Kor. 15: 36-38 1 Kor. 15: 58 Tro 163 TT 191 Tro 163 TT 155 Tro 85 Weest blij, weest opgewekt Nu nog met halve woorden hier en daar Weest blij, weest opgewekt Graan dat in de aarde Weest in de Heer standvastig 2 KORINTIËRS [ 2 CORINTHIËRS] 2 Kor. 3: 1-4 TT 81 2 Kor. 3: 1-4 TT 82 2 Kor. 3: 1-4 ZG3 82 2 Kor. 3: 1-4 ZG6 34 2 Kor. 3: 4-6 TT 51 2 Kor. 3: 17-4,6 ZGTE 15 2 Kor. 4: 5-6 TT 45 2 Kor. 4: 16-18 TT 80 2 Kor. 4: 16-5:9 Tro. 86 2 Kor. 5: 1-5 TT 80 2 Kor. 5: 17 TT 167 2 Kor. 9: 6-11 TT 102 2 Kor. 10: 17-18 TT 206 2 Kor. 11: 1-2 TT 206 2 Kor. 11: 24 TT 145 2 Kor. 12: 9 Tro. 87 2 Kor. 13: 13 TT 17 Geef, o Heer, dat onze namen Ons heeft de Heer met liefde neergeschreven Hoe leesbaar is ons onderlinge leven Ons heeft de Heer met liefde neergeschreven Blijf niet staren De Geest des Heren die het leven Heel het duister is vol van luister Niemand leeft voor zichzelf Van dag tot dag herboren Niemand leeft voor zichzelf De toekomst is al gaande Als wij weer het brood gaan breken Alleen wie het gegeven is Alleen wie het gegeven is Alles wat over ons geschreven is Heer Jezus, uw genade Alle eer en alle glorie GALATEN Gal. 2: 20 Gal. 3: 26-28 Gal. 4: 22-27 Gal. 5: 13-18 Gal. 5: 22 Gal. 5: 22-26 Gal. 6 Gal. 6: 4 TT 120 Tro. 199 TT 151 TT 26 ZG2 105 TT 206 LG 128 Die 127 Zo vriendelijk en veilig als het licht In Christus brengt God ons terecht Weest blijde nu in 't midden van het lijden Wij kiezen voor de vrijheid Houden van mensen [oud: ZG 168] Alleen wie het gegeven is Wij hebben geen eer Wij roemen in ’t kruis (Intredezang: - ) EFEZIËRS Ef. 1: 3 - 14 Ef. 1: 3-14 Ef. 1: 3-14 Ef. 1: 3-14 Ef. 2: 14 Ef. 2: 19-22 Ef. 4: 1-10 Ef. 4: 1-16 Ef. 4: 23-28 Ef. 5: 8-14 Ef. 5: 8-14 Ef. 5: 9 Ef. 5: 14 Ef. 6: 10 ZG3 77 TT 138 TT 83 TT 86 Tro. 199 TT 10 TT 64 TT 7 TT 84 TT 180 ZG6 16 ZG2 105 LG 147 ZG3 86b Uit uw verborgenheid Uit uw verborgenheid, hebt Gij ons Uit uw verborgenheid, voorbij aan Die rechtens God gelijk In Christus brengt God ons terecht Zomaar een dak boven wat hoofden Dit lied gaat over Jezus Wij komen hier ter ere van uw naam Bekleedt u met de nieuwe mens Heilige Geest, Gij zijt als de wind Heilige Geest, Gij zijt als de wind Houden van mensen [oud: ZG 168] Ontwaakt gij die slaapt Voorts, weest krachtig in de Heer (canon) - 35 - FILIPPENZEN Fil. 2 Fil. 2 Fil. 2: 5-11 Fil. 2: 5-11 Fil. 2: 5-11 Fil. 2: 5-11 Fil. 2: 6-10 Fil. 2: 8-9 Fil. 2: 10-11 Fil. 3 Fil. 4: 1-9 Fil. 4: 3 Fil. 4: 4 - 9 Fil. 4: 4-6 Fil. 4: 4-7 Fil. 4: 4-9 LG 110 LG 129 Tro 88 TT 84 ZG1 32 ZG6 81 TT 86 ZG1 32 TT 83 Tro 78 TT 211 TT 81 ZG4 29 TT 132 Tro 89 TT 151 KOLOSSENZEN [COLOSSENZEN] Kol. 1: 9-12 TT 206 Kol. 1: 15-19 TT 86 Kol. 1: 26 TT 138 Kol. 2: 6,7 Tro. 90 Kol. 3: 1-17 TT 84 Kol. 3: 1-4 Tro. 172 Kol. 3: 11 TT 191 Kol. 3: 12-17 Tro. 91 Kol. 3: 16-17 TT 175 Kol. 3: 18 TT 202 Die rechtens God gelijk Christus de gestalte van God Laat die gezindheid bij u wezen Bekleedt u met de nieuwe mens Die rechtens God gelijk Laat onder u de gezindheid zijn Die rechtens God gelijk Die rechtens God gelijk Uit uw verborgenheid, voorbij aan Heer, wat wilt Gij dat ik doe? God, schenk ons de kracht Geef, o Heer, dat onze namen Verheugt u allen samen Wachters van de tijd Verheugt u in de Heer altijd Weest blijde nu in 't midden van het lijden Alleen wie het gegeven is Die rechtens God gelijk Uit uw verborgenheid, hebt Gij ons Wandel in de Heer, gij die Hem aanvaardde Bekleedt u met de nieuwe mens Gij hebt met zoveel woorden Nu nog met halve woorden hier en daar Gij allen die naar Christus heet, halleluja Zolang wij ademhalen Kom, God, en schrijf uw eigen Naam 1 TESSALONICENZEN [ 1 THESSALONICENZEN ] 1 Tess. 3: 11vv LG 225 Hij die onze God en Vader is 1 Tess. 4: 13-18 TT 130 Verheft uw hart, weest welgemoed 1 Tess. 4: 13-18 ZG3 78 Die ons in 't hart geschreven staat 1 Tess. 5 TT 113 Hij die gesproken heeft een woord dat gáát 1 Tess. 5 ZG5 79 Hij die gesproken heeft 1 Tess. 5: 1-10 Tro. 92 De dag die straks komt is de dag van de Heer 1 Tess. 5: 4-11 TT 133 De nacht loopt ten einde 1 Tess. 5: 5-6 TT 9 Wij zoeken hier uw aangezicht 1 TIMOTEÜS 1 Tim. 2: 1-2 1 Tim. 3: 1-13 1 Tim. 3: 16 1 Tim. 3: 16 1 Tim. 3: 16 1 Tim. 6: 16 TT 214 TT 111 Tro. 93 TT 140 TT 42 TT 127 Voor hen die ons regeren Kom uit de hemel tot ons neer Zingt de Heer een vrolijk lied Vanwaar zijt Gij gekomen Uw woord omvat mijn leven Gij die aangeroepen wordt - 36 - 2 TIMOTEÜS 2 Tim. 1: 14 Tro. 94 Laat ieder die Gods naam belijdt HEBREEËN Heb. 2: 14-18 Heb. 2: 14-18 Heb. 4: 14-16 Heb. 4: 14-16 Heb. 5: 1-10 Heb. 5: 7 Heb. 5: 7-10 Heb. 6: 20 Heb. 8 Heb. 8: 1-6 Heb. 9: 1-15 Heb. 9: 11 - 15 Heb. 11 Heb. 11 Heb. 11 Heb. 11 Heb. 11: 8,29 Heb. 11: 8-12 Heb. 11: 8-19 Heb. 11: 19-25 1 Heb. 12: 1-3 Heb. 12: 1-3 Heb. 12: 1-31 Heb. 12: 18-24 Heb. 13 Heb. 13: 5-6 Heb. 13: 5-6 Heb. 13: 7 Heb. 13: 14 TT 145 TT 63 Tro. 95 TT 145 TT 145 ZG6 32 TT 156 TT 145 TT 145 TT 152 TT 152 ZG1 25 TT 187 ZG1 14 ZG5 62 ZG8 62 TT 208 TT 22 Tro. 96 TT 10 Tro. 24 Tro. 83 TT 47 TT 149 ZG6 19 TT 113 TT 204 TT 189 Tro. 198 Alles wat over ons geschreven is Toen Jezus was gekomen Een grote hogepriester Alles wat over ons geschreven is Alles wat over ons geschreven is U komt mij, lieve God U komt mij, lieve God Alles wat over ons geschreven is Alles wat over ons geschreven is Wie zal voor God verschijnen Wie zal voor God verschijnen Wie zal voor God verschijnen Slechts uit de verte zagen zij Wie zeggen de mensen, dat Jezus is [=ZG7 66] Vreemden zijn wij Zwervers Door de wereld gaat een woord Abraham, Abraham Door het geloof is Abraham Zomaar een dak boven wat hoofden Laat ons de loopbaan lopen Laat ons nu de loopbaan lopen Tijd van vloek en tijd van zegen Op de berg van het verbond Slechts uit de verte zagen zij Hij die gesproken heeft een woord dat gáát Gij hemelhoog verheven Voor de toegewijden Ik zoek een stad waarvan ik weet JAKOBUS [JACOBUS] Jak. 1: 17 - 21 Jak. 3 Jak. 5: 1-6 Jak. 5: 7-10 Jak. 5: 7-11 Jak. 5: 7-11 Jak. 5: 8 ZG2 82 ZG3 79 ZG3 80 ZG5 36 ZG1 56 TT 128 Tai 17 Bij God is geen schijn of schaduw [oud: ZG 134] Aan de voeten van het woord Wij wensen onszelf vele jaren Het zal geschieden in de laatst dagen (vs.3) O God die boven wolken troont Het zal geschieden in de laatste dagen Wait for the Lord 1 PETRUS 1 Petr. 1: 3-9 1 Petr. 1: 6-9 1 Petr. 2: 2 1 Petr. 2: 6-10 1 Petr. 3: 8-12 1 Petr. 3: 13-22 1 Petr. 5: 7 1 Petr. 5: 8 1 Petr. 5: 8 Tro. 97 TT 59 ZG4 22 TT 41 TT 102 TT 164 Tro.212 ZG2 136 ZG2 137 Bezingt Gods lof als nooit tevoren Gelukkig de mens Als kinderen nieuw geboren Mijn God zijt Gij, U wil ik danken Als wij weer het brood gaan breken In U zijn wij begrepen De hemel zoekt een woning Met U, mijn God, leg ik mij neer [oud: ZG 231] O Schepper van dag ende nacht [oud: ZG 232] - 37 - 2 PETRUS 2 Petr. 1: 16-18 2 Petr. 3: 13 TT 148 TT 143 Gij zijt in glans verschenen Wat heeft Maria ons bewaard 1 JOHANNES 1 Joh. 1 Joh. 1 1 Joh. 1: 1-5 1 Joh. 1: 4-6 1 Joh. 1: 5-10 1 Joh. 1: 5-10 1 Joh. 1: 5-10 1 Joh. 2: 1 1 Joh. 2: 1-2 1 Joh. 2: 1-2 1 Joh. 2: 7-11 1 Joh. 4: 7-16 1 Joh. 4: 16 1 Joh. 5: 1-12 1 Joh. 5: 5-8 1 Joh. 5: 20 ZG3 81 ZGTE 10 TT 87 TT 17 TT 15 TT 198 TT 9 Tro. 259 TT 198 TT 9 TT 198 TT 87 TT 202 TT 95 TT 17 TT 87 Het oude woord Het woord van het begin Het oude woord, door Christus Alle eer en alle glorie God, wij roepen uit de diepte Liefde is blij zijn Wij zoeken hier uw aangezicht Allen die gestorven zijn Liefde is blij zijn Wij zoeken hier uw aangezicht Liefde is blij zijn Het oude woord, door Christus Kom, God, en schrijf uw eigen Naam Wie is die God die eeuwig leeft Alle eer en alle glorie Het oude woord, door Christus OPENBARING Op. Op. 1: 1-8 Op. 1: 4-8 Op. 1: 4-8 Op. 1: 4-8 Op. 1: 8 Op. 1: 16 Op. 1: 17 Op. 4 en 5 Op. 4: 8-11 Op. 4: 8-11 Op. 4: 8-11 Op. 4: 11 Op. 5 Op. 5 Op. 5 en 4 Op. 5: 8-14 Op. 5: 11-14 Op. 5: 11-14 Op. 5: 13 Op. 6: 9-10 Op. 6: 9-11 Op. 7: 12 Op. 7: 9-17 Op. 7: 9-17 Op. 7: 13-17 Op. 9: 5 Op. 11: 17 Op. 14: 1-5 Op. 14: 8 ZG5 32 TT 75 TT 176 TT 89 ZG8 66 ZG1 42 ZG7 32 Tro.133 EPO 17 TT 19 TT 89 ZG8 66 TT 174 Tro. 98 TT 88 EPO 17 TT 37 TT 89 ZG8 66 TT 174 ZG5 31 TT 62 TT 88 AWN 2, 26 TT 152 Tro. 99 ZG1 45 TT 88 TT 152 ZG2 95 Glorie zij gegeven Wat vrolijk over U geschreven staat De Heer is opgetogen Ere wie ere toekomt Ere wie ere toekomt [TT 89] Kent gij uw goede Herder In een bootje van gevlochten hout Wees stil en kom wat dichterbij Ik zag de troon van God. Er kwam Zingt van de Vader die in den beginne Ere wie ere toekomt Ere wie ere toekomt [TT 89] Zingt jubilate voor de Heer Wie is waard de rol te nemen Glorie zij gegeven aan de Heer voortaan Ik zag de troon van God. Er kwam Zingt een nieuw lied, alle landen Ere wie ere toekomt Ere wie ere toekomt [TT 89] Zingt jubilate voor de Heer Ster van David Wie oren om te horen heeft Glorie zij gegeven aan de Heer voortaan Een schare die niemand kan tellen Wie zal voor God verschijnen Wie zijn het die daar komen Daar is een koning opgestaan Glorie zij gegeven aan de Heer voortaan Wie zal voor God verschijnen O Babylon, o Babylon [oud: ZG 158] - 38 - Op. 14: 9-13 Op. 14: 13 Op. 14: 15 Op. 15: 4 Op. 16: 19 Op. 17: 5 Op. 18: 2,10,21 Op. 19: 1-9 Op. 19: 6-10 Op. 19: 6-10 Op. 19: 6-10 Op. 20 Op. 20: 12 Op. 20: 12 Op. 21 Op. 21 Op. 21 Op. 21 Op. 21 Op. 21 Op. 21 Op. 21 Op. 21, 22 Op. 21, 22 Op. 21, 22 Op. 21, 22 Op. 21: 1 Op. 21: 1-3 Op. 21: 1-3 Op. 21: 1-8 Op. 21: 1-8 Op. 21: 3-4 Op. 21: 5 Op. 21: 5 Op. 21: 9-27 Op. 21: 9-27 Op. 21: 22-22:5 Op. 21: 22-27 Op. 21: 22-27 Op. 21: 23 Op. 21: 23 Op. 22, 21 Op. 22: 1,2 Op. 22: 1-2 Op. 22: 1-5 Op. 22: 5 Op. 22: 12-17 Op. 22: 13 Op. 22: 16 Op. 22: 17 Op. 22: 20 Op. 22: 20 Tro.100 ZG2 123 ZG2 151 TT 88 ZG2 95 ZG2 95 ZG2 95 TT 206 TT 105 TT 19 TT 46 ZG5 57 Tro.259 ZG5 61 AWN 1, 30 AWN 4, 30 Tro. 30 Tro.102 ZG5 76 ZG7 77 ZG8 4 ZG8 46 Tro.192 Tro.202 Tro.210 ZG4 78 ZG2 121 TT 126 TT 36 TT 119 TT 151 TT 137 TT 89 ZG8 66 TT 187 TT 215 Tro.101 TT 124 TT 133 TT 89 ZG8 66 ZG4 78 Tro. 26 TT 190 TT 187 TT 133 TT 94 ZG1 42 TT 127 Tro. 28 Tai 35 TT 125 Zalig, zalig zijn de doden Zalig, zalig zijn de doden [oud: ZG 199] God is in zijn gaven goed [oud: ZG 262] Glorie zij gegeven aan de Heer voortaan O Babylon, o Babylon [oud: ZG 158] O Babylon, o Babylon [oud: ZG 158] O Babylon, o Babylon [oud: ZG 158] Alleen wie het gegeven is De tafel van samen Zingt van de Vader die in den beginne Alles wat adem heeft, love de Heer Gelukkig en geheiligd zijn zij allen Allen die gestorven zijn Gij kent bij hoog en laag Van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde Johannes op Patmos Ik sta op de oever De nacht is voorbij Nu laat Gij, Heer, mijn leven lente zijn De nacht is voorbij De hemel van hier De stad van Kaïn Gij volken , ziet en leest en hoort Jeruzalem,o stad van heil en vrede Waarom zou ik nog leven Ik zag een wonderlijke stroom Wie in de schaduw Gods mag wonen [oud: ZG 197] Een stad van vrede zoeken wij Wie in de schaduw Gods mag wonen Zoals een bloem zijn kelk heft naar de zon Weest blijde nu in 't midden van het lijden Uit het duister hier gekomen Ere wie ere toekomt Ere wie ere toekomt [TT 89] Slechts uit de verte zagen zij Waar zou de stad van de vrede zijn Ik zag het nieuwe Jeruzalem Vriendelijk licht dat heel de dag De nacht loopt ten einde Ere wie ere toekomt Ere wie ere toekomt [TT 89] Ik zag een wonderlijke stroom Mijn kind, zo spreekt de Here Dag der dagen, als de tijden Slechts uit de verte zagen zij De nacht loopt ten einde O God onze Vader Kent gij uw goede Herder Gij die aangeroepen wordt Alwie dorst heeft, kom tot mij Ostende nobis (canon) Licht in onze ogen redder uit de nacht verzoek van het scriptorium: typefouten, opmerkingen, aanvullingen etc. graag doorgeven aan: eric jan joosse www.ericjanjoosse.nl