AOW tekort Alle Nederlandse ingezetenen tot de leeftijd van 65 jaar zijn verzekerd voor de AOW de Algemene ouderdomswet. (zie voor uitleg doelgroep AOW) Wie betalen deze AOW? Alle ingezetenen tot 65 jaar met een inkomen betalen samen de premies voor de AOW. Wie hebben er recht op? Als ingezetene begint op je vijftiende jaar de opbouw, voor elk volgend jaar 2%, zodat je op je 65ste een recht van 100% hebt opgebouwd. Hiervoor hoef je dus niet te hebben gewerkt of inkomen te hebben gehad. Ooit gewerkt of nooit gewerkt; het feit dat je die 50 jaar in Nederland hebt gewoond geeft je recht op AOW en wel 2% per jaar. Hoe hoog het bedrag van de uitkering wordt is nog niet duidelijk: dit is gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Dit wordt jaarlijks vastgesteld. Een recht van 100% op AOW zegt dus nog niets over de hoogte van de toekomstige uitkering. AOW tekort Indien je in deze periode een aantal jaren niet- ingezetene van Nederland bent geweest kun je dus recht hebben op een lager percentage AOW. Er is dan sprake van een tekort. Bijvoorbeeld omdat je als immigrant later Nederland binnen kwam of een tijd in het buitenland hebt gewoond en geen premies hebt doorbetaald voor de AOW. Je kunt voorkomen dat dit tekort ontstaat door: 1. te kiezen voor een vrijwillige verzekering als je een aantal jaar naar het buitenland gaat. 2. als je pas na je 15e in Nederland bent komen wonen te kiezen voor inkoop. Via de SVB de Sociale Verzekeringsbank kun je een eventueel opgelopen tekort ‘inhalen’. Je kan een opgave aanvragen bij de SVB om voor te rekenen hoeveel je dit gaat kosten. www.svb.nl Om een idee te geven: Bij een inkomen van € 31.589,- of hoger betaalt u aan de SVB €4.549,- aan AOW-premie voor het hele jaar 2008. De minimum premie voor de AOW bedraagt € 454,90. Het AOW-pensioen is een levenslang pensioen dat na je 65e levensjaar afhankelijk is van je verplicht verzekerde jaren. Mensen die alleen afhankelijk zijn van hun AOW hebben het doorgaans niet breed, helemaal niet als je ook nog een tekort hebt. Je zult dus in de jaren ervoor moeten sparen om een aanvulling op je AOW te hebben. Dit bijsparen kan op onder andere de volgende manieren: • Pensioen via de werkgever: tijdens periode dat je werk hebt kan je een pensioen opbouwen, in de meeste gevallen is dit zelfs verplicht. De werkgever rekent meestal volgens het middeltoonsysteem; je dient 70% van je gemiddelde loon over je werkzame periode bij elkaar te sparen via het pensioen. De AOW is onderdeel van deze 70% • Via lijfrenteopbouw: door eenmalig of jaarlijks geld te storten in een lijfrente. • Je inleg is in aftrek te nemen van de belasting als je daadwerkelijk te weinig opbouwt in een (belasting)jaar. Grote tekorten uit het verleden zijn hiermee vaak niet op te heffen want je moet je zogenaamde jaarruimte of inhaalruimte berekenen. • Zo’ n lijfrente wordt dan na je 65e periodiek uitgekeerd. • Bovenstaande lijfrenteopbouw en -uitkeringen kun je regelen via lijfrente verzekeren bij een verzekeraar en sparen of beleggen via Banksparen. • Eigen vermogen: uiteraard hoef je niet (volledig) afhankelijk te zijn van de AOW, een pensioen of een lijfrenteverzekering. Je dient dan wel voldoende middelen te hebben om van te leven of dit aan te vullen. Je hebt bijvoorbeeld voldoende gespaard op een ‘gewone’ spaarrekening, huurinkomsten uit beleggingspanden of inkomsten uit overige beleggingen. Dit niet voor iedereen weggelegd. Voor een goed advies in uw eigen specifieke situatie kunt u het best een deskundig advies aanvragen. Hoogte AOW De AOW-uitkering is gekoppeld aan het nettominimumloon (jaarlijks vastgesteld) het wettelijk minimum loon; ongeveer € 16.500.- bruto per jaar (inclusief vakantiegeld). • Een alleenstaande uitkering is 70% van dat minimumloon (dat houdt een kleine €12.000,per jaar in). Bruto € 956,18 (Bruto vakantie uitkering per maand € 54,36) Netto € 894,03 per maand. • Een alleenstaande met een kind jonger dan 18 jaar ontvangt 90% (+/-€14.500,-) • De AOW-er met een partner ontvangt de ‘enkele gehuwden-AOW’, dit is 50% (€8.050,p.p.) Bruto € 653,73 (vakantieuitkering p.m. p.p. € 38,83) Netto € 611,24 per maand. • De ‘dubbele gehuwden-AOW’ geldt als beide partners ouder dan 65 jaar zijn. • Voor iedereen die 65 jaar wordt vóor 2015 en een partner heeft die nog geen 65 jaar is, geldt nog een eventuele partnertoeslag daarna niet meer. De toeslag is afhankelijk van: • Aantal jaren dat jongere partner in Nederland woont • Inkomen van jongere partner De AOW eindigt op de dag van overlijden; het is dus een levenslang pensioen. De toekomst van de (hoogte van de) AOW is vrij onzeker. Doelgroep AOW Alle ingezetenen en inwoners van Nederland vallen onder de AOW regeling. Je hoeft dus niet de Nederlandse nationaliteit te hebben. Verder hebben ook Nederlanders die in het buitenland wonen, maar wel bij de Nederlandse overheid in dienst zijn, alle niet-inwoners met een dienstbetrekking in Nederland, die op grond daarvan loonbelasting betalen en bemanningsleden van schepen en vliegtuigen met een Nederlandse thuishaven recht op een AOW. AOW- uitkeringen en aanvullend pensioen mogen wel meegenomen worden naar het buitenland. Toekomst van de AOW De AOW uitkeringen worden betaald door de huidige AOW premies, dit is een zogenaamd ’omslagstelsel’. Als in de toekomst het aantal mensen jonger dan 65 met inkomen daalt ten opzichte van mensen die een AOW uitkering ontvangen is er minder geld voor de uitkeringen. Tegenover een 100% recht op AOW staat immers geen gegarandeerd bedrag. Hiervoor zullen oplossingen gevonden moeten worden zoals : • verlaging van de uitkering • een kleinere kring van mensen die er recht op hebben zoals • alleen mensen met (bijna) geen ander pensioeninkomen • of mensen met een hoger pensioeninkomen wel (meer) belasting of premie te laten betalen. • Ook een verhoging van de leeftijd waarop men recht heeft op AOW hoort tot de mogelijkheden.