1078 Dorstproef In deze folder krijgt u uitgelegd wat de dorstproef inhoud en hoe het werkt. Er is een woordenlijst als bijlage bijgevoegd om sommige woorden te verduidelijken Doel van de dorstproef? De dorstproef is een onderzoek om Diabetes Insipidus vast te stellen. Deze proef wordt voorgeschreven door de internist-endocrinoloog. Een endocrinoloog is de medisch specialist, van huis uit een internist, die mensen met een hormonale aandoening behandelt en begeleidt. De endocrinologie houdt zich bezig met de functie van hormonen in het lichaam, met ziekten die ontstaan ten gevolge van overproductie of juist het wegvallen van de productie van bepaalde hormonen. Welke symptomen zijn er bij Diabetes Insipidus? Mensen die lijden aan Diabetes Insipidus hebben voortdurend dorst. Deze proberen zij te stillen door steeds overmatig vocht tot zich te nemen. Sommige mensen lijken aan één stuk door te drinken: iedere tien à twintig minuten een glas water. Het overmatige drinken staat in direct verband met de overmatige urine uitscheiding. Het lijkt of het water rechtstreeks door het lichaam stroomt. Het lichaam is niet in staat vocht vast te houden en de patiënt kan uitdrogingsverschijnselen vertonen, gepaard met gewichtsverlies, een droge mond en vermoeidheid. Verder is het van mensen bekend dat zij problemen hebben met concentratie en evenwicht. Wat houdt Diabetes Insipidus eigenlijk in? Het anti-diuretische hormoon vasopressine is onmisbaar voor het handhaven van een evenwichtige vochthuishouding in de lichaamscellen en in het bloed. Het hormoon wordt afgescheiden door de hypothalamus, een gebied in het midden van de hersenen. Vervolgens wordt het anti-diuretische hormoon opgeslagen in de hypofyse (een klier onder aan de hersenen: zie ook woordenlijst) en door de hypofyse weer afgegeven in de bloedbaan. Het anti-diuretische hormoon bereikt via de bloedbaan de nieren alwaar het via de verzamelbuisjes in de nieren de uitscheiding van water door de nieren heen regelt. Bij Diabetes Insipidus is er afwezigheid of een tekort aan anti-diuretisch hormoon door verminderde functie in de hersenen; Dit wordt Neurogene (centrale) Diabetes Insipidus genoemd. Het kan ook zijn dat de nieren onvoldoende goed reageren op het anti-diuretische hormoon. Dit wordt Nefrogene Diabetes Insipidus genoemd. 27-2-2017 1-4 1078 Wat zijn de mogelijke oorzaken? Oorzaken van Neurogene Diabetes Insipidus: gezwel hypofyse, ontsteking hypofyse, beschadiging hypofyse na hersenletsel (ongeval) of na een hersenoperatie, erfelijk (zelden). Oorzaken van Nefrogene Diabetes Insipidus: aangeboren / erfelijk, nierbeschadiging door middel van medicatie (b.v. Lithium). Hoe wordt Neurogene Diabetes Insipidus behandeld? De aandoening wordt behandeld door het toedienen van synthetische vasopressine (hormoon): desmopressine Toediening geschiedt door middel van een neusspray, waar het gemakkelijk wordt opgenomen door het neusslijmvlies. Tabletten kunnen eventueel ook, maar zijn meestal minder goed werkzaam. Gelukkig is het synthetische hormoon goed vervoerbaar en kan het worden meegenomen naar school, naar kantoor of op reis. Hoe werkt de Dorstproef? U komt op de afgesproken dag om 08.00 uur in het ziekenhuis op de afgesproken afdeling. U wordt opgenomen door de verpleegkundige. De verpleegkundige gaat bij u de bloeddruk, pols en gewicht meten en de door u gebruikte medicatie noteren. Belangrijk Als u al desmopressine gebruikt, mag u deze de avond vóór en tijdens de test NIET innemen. U mag tijdens de proef de kamer niet verlaten. U hebt 24 uur voor opname alcoholgebruik gestaakt. De avond voor het onderzoek mag u onbeperkt drinken en eten tot aan de volgende ochtend. Vervolgens is – voor het starten van de test – om 8.00 uur een licht ontbijt ZONDER koffie, thee of ander drinken toegestaan. Daarna mag niet meer gegeten of gedronken worden tot aan het einde van de proef, daarna mag het weer. Het tijdstip van eindigen wordt u verteld door de verpleegkundige op de afdeling. Hoe verloopt de dag? De proef loopt vanaf ongeveer 8.00 uur ’s ochtends tot meestal ongeveer 18.30 uur ’s avonds. U krijgt ‘s morgens voor de proef een infuuswaaknaald geprikt. Dit is om de medicatie toe te dienen en eventueel een infuus aan te sluiten. Om 8.00 moet u volledig uitplassen in een po of urinaal. 2-4 1078 Wat na elk uur gebeurt: Elk uur wordt de uitgeplaste urine bijgehouden en genoteerd. Het is belangrijk dat u dan aan het einde van elk uur uitplast. Van de uitgeplaste urine wordt een potje urine afgenomen om de osmolaliteit en soortelijk gewicht te laten bepalen. Er wordt ook aan het einde van elk uur na het uitplassen het gewicht gemeten. Er wordt ook gevraagd hoe het dorst gevoel is. U kunt dan zeggen: afwezig, een beetje dorst of veel dorst. Wat niet elk uur gebeurt: Om 8.00, 12.00, 16.00 en 18.00 uur wordt de bloeddruk gemeten. Om 9.00, 11.00, 13.00, 15.00 en om 17.00 uur wordt er bij u bloed afgenomen. Afhankelijk van de testuitslagen krijgt u aan het einde van de test via een infuuswaaknaald het desmopressine medicijn toegediend. Zoals u al heeft gelezen is het een vrij intensieve proef. De verpleegkundige houdt verder in de gaten of uw gewicht tijdens de proef niet verder daalt dan 5% van het uitgangsgewicht. Is dit het geval dan wordt de proef eventueel gestaakt in verband met mogelijke uitdroging (na overleg met arts). Let op: Sporadisch is het nodig om de dorstproef door te laten lopen in de avond of zelfs de nacht. Na de dorstproef en de uitslag Nadat de dorstproef is afgesloten mag u gewoon weer eten en drinken. De resultaten worden doorgestuurd naar de internist-endocrinoloog en worden bekeken. De uitslag krijgt u later op de polikliniekafspraak van de internist-endocrinoloog (op de afgesproken datum). In verband met de hormoonbepalingen kan de uitslag soms pas na 6-12 weken bekend zijn. U gaat na de dorstproef met ontslag na toestemming van de arts. Vragen Als u na het lezen van deze informatie nog vragen en/of opmerkingen heeft, kunt u terecht bij de verpleging of de internist-endocrinoloog. U kunt ook contact opnemen met de afdeling Interne geneeskunde, (036) 868 8520. 3-4 1078 Bijlage Woordenlijst bij Dorstproef Antidiuretisch hormoon: Een hormoon van de hypofyse dat de urineproductie door de nieren reguleert. Het wordt ook vasopressine genoemd. Dit hormoon wordt afgescheiden uit het achterste deel van de hypofyse en reguleert de hoeveelheid geproduceerde urine door de nieren. Door een tekort ontstaat een stoornis van de waterhuishouding. De patiënt moet voortdurend urineren en heeft dus voortdurend dorst. Hypothalamus: Het deel van de hersenen dat regulerend werkt op de hypofyse. Hypofyse: De hypofyse is een belangrijke klier, ter grootte van een erwt, dat een groot aantal andere hormoon-producerende klieren controleert, zoals de schildklier en de bijnieren (waarvan de hormonen onmiskenbaar zijn voor het leven) en de eierstokken en zaadballen (voor sex en voortplanting). De hypofyse ligt midden in het hoofd in een benige bescherming van de schedelbasis, die het Turkse zadel (sella turcica) heet. Deze klier reguleert de productie van hormonen door talrijke andere klieren in het lichaam. De zenuwen naar de ogen kruisen juist boven de hypofyse. De klier speelt een belangrijke rol bij de regulatie van de groei en ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting. Figuur: De hypofyse hangt als een ‘zakje’ onder aan de hersenen. 4-4