Meer hoop zonder dope Reactie op het rapport “Over blijvende zorg” van de Commissie Invoeringsaspecten Behandeling Heroïneverslaving (CIBH) Platform Zorg en Politiek & Platform Ex- Drugsverslaafden September 2003 Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ Het platform Zorg en Politiek is een samenwerking tussen hulporganisaties voor drugshulpverlening en ex-drugsverslaafden, dat op initiatief van Yvette Lont, raadslid voor de ChristenUnie in Amsterdam Zuidoost, is samengeroepen. De meewerkende organisaties zijn: Europe against drugs Stichting De Hoop Evangelische werkgroep Daklozen en Verslaafden Stichting Teen Challenge Stichting Voorkom Stichting De Rots Stichting Tot heil des volks Stichting Jeugd met een opdracht Stichting De tweede mijl Stichting Winners way Stichting In de vrijheid Stichting Horeb Stichting De Wegwijzer Berea, Amsterdam Berea, Rotterdam Victory Outreach, Utrecht Victory Outreach, Rotterdam Stichting Schreeuw om leven RCCG, Amsterdam The Cleft, Amsterdam Tabitha opleidingen ChristenUnie -2- Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ Inhoudsopgave Inhoudsopgave…………………………………………………………………………. ........................ 3 Reactie op rapport “Over blijvende zorg” ………………………….. ...................... 4 Behandelopzet………………………………………………………………………………. ....................... 5 Mensbeeld…………………………………………………………………………………… ........................ 6 Complexiteit…………………………………………………………………………………. ....................... .7 Negatieve bij-effecten……………………………………………………………………… ....................... .9 Conclusies en alternatieven…………………………………………………… ........................ 10 Noten………………………………………………………………………………………. ........................ .12 -3- Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ Inleiding Met dit manifest wil het platform Zorg en Politiek een krachtig tegengeluid laten klinken tegen de plannen die geformuleerd zijn in het rapport van de Commissie Invoeringsaspecten Behandeling Heroïneverslaving (CIBH). Dit rapport met als titel: “Over blijvende zorg, een voorstel voor de invoering van een duurzame, kwalitatief verantwoorde, medische behandeling met heroïne” stelt voor om het experiment van de afgelopen jaren met heroïneverstrekking, nu als regulier beleid in te voeren voor 1000 verslaafden in 11 regio’s. In dit manifest zullen we de kritiekpunten op een rij zetten. Hiervan is het kernpunt dat afkicken niet als expliciete doelstelling wordt genoemd in het CIBH-rapport. Wij zullen aanbevelingen voorstellen om het probleem van de heroïneverslaving op een ons inziens betere manier aan te pakken, een aanpak waarbij we de verslaafde en niet het verslavingsprobleem willen centraal stellen. Reactie op rapport “Over blijvende zorg” In het rapport “Over blijvende zorg” worden een aantal doelstellingen genoemd. Als eerste doel wordt genoemd de verdere gezondheidsschade bij verslaafden zoveel mogelijk te voorkomen en verbeteringen te bewerkstelligen in de lichamelijke en geestelijk gezondheid van de patiënten. Als tweede doel komt aan de orde een verbetering te bewerkstelligen van het gedrag, in het bijzonder het sociale en maatschappelijke functioneren. Ook wordt genoemd dat de realisatie van deze doelen een positief effect zal hebben op de overlast die de doelgroep veroorzaakt. Weliswaar staat in het rapport dat het cruciaal is vast te stelen dat dit maatschappelijk rendement niet beslissend dient te zijn voor de vraag of noodzakelijke zorg wel of niet verleend wordt, uit de inschatting van de kosten en de baten, maken wij op dat dit punt wel degelijk een onderdeel van het beleid uitmaakt. Opvallend is dat het afkicken niet als doel wordt genoemd. Dit is het kernpunt van onze kritiek op dit beleidsvoorstel. De deelnemers aan het onderzoek worden beschreven als therapieresistent met een uitzichtloze behandelcarrière. Op deze manier wordt er geen hoop meer geboden op een nieuw leven en wordt het veel moeilijker gemaakt om te kiezen voor een verslavingsvrij bestaan, terwijl in onze optiek een menswaardiger en verslavingsvrij leven tot de mogelijkheden blijft behoren. Dat illustreren de vele ex-drugsverslaafden die ook langdurig verslaafd zijn geweest. Onze kritiek valt samen te vatten in vier categorieën. Zo hebben we kritiek op de gevolgde behandelopzet, op het mensbeeld dat achter het rapport schuilgaat, op het gebrek aan aandacht voor de verwevenheid van verslavingsproblemen met tal van andere problemen en op het gebrek aan aandacht voor de negatieve bijeffecten. We zullen onze kritiek nader toelichten. -4- Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ Behandelopzet 1. De onderzoeksopdracht was niet neutraal De commissie heeft van de overheid de opdracht gekregen om het project van heroïneverstrekking voor te bereiden en te stroomlijnen. Er lag dus al een visie aan de opdrachtformulering ten grondslag. Alternatieven zijn niet onderzocht en vergelijkingen met andere methoden qua onderzoeksopzet zijn niet gemaakt. Hiermee was ons inziens de opdracht zodanig geformuleerd dat men als commissie wel uit moest komen met het voorstel om tot uitbreiding van het project over te gaan. Een werkelijk objectief onderzoek naar verschillende behandelmethoden om deze groep verslaafden te behandelen is dus niet uitgevoerd. Wij willen hier alsnog voor pleiten. 2. Selectie doelgroep Terwijl het kabinet spreekt over de in aanmerking komende groep soms extreem verloederde, soms ernstig zieke verslaafden die er zelf slecht aan toe zijn en tevens door hun gedrag overlast veroorzaken, maakt de commissie daar een wat makkelijker te hanteren groep van: de behandeling is niet bestemd voor patiënten die kampen met ernstige problemen van medische, psychiatrische of psychosociale aard die, gezien de intensiteit en het perspectief op korte termijn, de eigen behandeling of die van anderen ernstig kunnen verstoren. De behandeling is evenmin bestemd voor patiënten met ernstige sociale problemen of herhaald agressief gedrag tijdens de methadonbehandeling (in de laatste vijf jaar). Maar dat zijn nou juist de meest overlastgevende verslaafden, die het moeilijkst te behandelen zijn en die in de huidige verslavingszorg veel tijd en energie vragen. Als men als tweede hoofddoel stelt om het sociaal en maatschappelijk functioneren te verbeteren, met als effect het verminderen van overlast, moet men zich wel realiseren dat men deze groep juist wil uitsluiten, omdat men geen patiënten in de doelgroep wil hebben met ernstige psychiatrische en psychosociale problemen (zie exclusiecriteria). Daarnaast gaat men in de nota uit van de resultaten van het experiment met de heroïneverstrekking dat in zes grote steden van het land is gehouden. Dit resultaat zou leiden, bij een gecontroleerde behandeling op medische indicatie en onder medisch toezicht, tot relevante gezondheidsvoordelen. De patiënten die de behandeling ondergingen zouden er na verloop van tijd lichamelijk en psychisch beter aan toe zijn. Deze conclusies staan echter ter discussie1. De resultaten van de experimenten zijn slechts eenduidig als men de assumpties en de effecten ervan negeert. De categorie van de “therapieresistente verslaafden”, zijn gebruikers die voorafgaand aan het experiment tenminste vijf jaar heroïneafhankelijk waren, gedurende tenminste een maand aaneengesloten tenminste zestig milligram methadon voorgeschreven hadden gekregen, in de laatste zes maanden tenminste vijftig keer een methadonpost hadden bezocht maar toch haast dagelijks heroïne gebruikten en slecht scoorden op een gespecificeerde test. Deze inclusiecriteria werden uiteraard bepaald door deskundigen die terdege wisten waarover ze het hadden. Desondanks ging het om een gekozen definitie van therapieresistente die ook anders had kunnen zijn. Lang niet iedereen beschouwt bijvoorbeeld methadon als een therapie; vele verslaafden zien het als een vervangende drug. Maar gebruikers die zichzelf als ongeneeslijk verslaafd classificeerden zonder methadon te hebben geprobeerd, werden niet toegelaten tot het experiment. Een heel duidelijke illustratie van de notie dat classificaties mensen kunnen maken, zijn de getuigenissen van een aantal gebruikers die een afkickprogramma in de Jellinekliniek verlieten toen de mogelijkheid van de gratis heroïne zich voordeed. De gekozen definitie van “therapieresistentie” in het experiment veranderde hun zelfbeeld van een te genezen gebruiker in dat van een therapieresistent verslaafde. Het gaat er kort gezegd om dat medische zowel als sociale categorieën onvermijdelijk op conventies zijn gebaseerd. Tijdens het experiment werd ook duidelijk dat er in plaats van de ‘run’ op de verstrekking waar critici voor hadden gevreesd, juist te weinig gebruikers zich aanmeldden. Deelname aan een dergelijk experiment vergt van gebruikers hun eigen omgeving te verlaten en zich aan te passen aan een regime. Die vereiste aanpassing reikt ook verder dan de duur van het verblijf in de verstrekkingspost. -5- Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ Gezien de discussie over de methodologische opzet van het onderzoek vragen wij ons af of uitbreiding verdedigbaar is. Methodologisch is er ook nog het nodige aan te merken op de voorgaande experimenten waarop dit voorstel gebaseerd is, zoals het ontbreken van controlegroepen zonder heroïneverstrekking maar met dezelfde faciliteiten. En hoe is gemeten dat hun situatie zonder de verstrekking slechter zou zijn geweest? 3. Structurele doelstelling: duurzame legalisering heroïne De commissie heeft als opdracht gekregen een voorstel te maken voor een duurzame heroïnebehandeling. Duurzaam betekent blijvend. Er is dus geen sprake meer van een aflopend experiment. Zij beroept zich op het gegeven dat het gaat om verslaafden die niet of nauwelijks reageren op de bestaande therapieën, en elders, om patiënten die geen baat hebben bij bestaande therapieën. Nergens wordt ook maar de suggestie gewekt dat er talloze andere alternatieven te bedenken zijn voor niet (of nog niet) werkende behandelingen. Nee, betrokken gemeentes dienen ingeschakeld te worden om medewerking te verlenen aan de voorkeurbehandeling. Voor de wettelijke basis voor heroïneverstrekking is al wat voorwerk gebeurd, de minister heeft inmiddels maatregelen aangekondigd om de aanvraag van registratie van heroïne als geneesmiddel (!) te bevorderen. De commissie onderstreept dat het registratieregime de beste garanties biedt. Zij beroept zich op de huidige praktijk van geneesmiddelenverstrekking, daarbij volledig voorbijgaand aan de ongehoord hoge aantallen medicijnverslaafden, zowel illegaal als legaal verkregen. Een door de overheid aangewezen aparte rechtspersoon zou als registratiehouder kunnen optreden. Tijdelijke oplossingen en noodverbanden zijn niet gewenst en niet nodig, aldus de commissie. Mensbeeld 4. Het mensbeeld achter het voorgestelde beleid We willen het mensbeeld, dat achter het rapport “Over blijvende zorg” verscholen ligt, aan de orde stellen. De omgang van verslaafden maakt in dit beeld deel uit van het huidige economische- en beheersbaarheidsdenken. Hoewel het rapport zelf stelt dat de gezondheid en sociale situatie van de patiënt centraal moeten staan, speelt in het voorgestelde beleid de overlast en de economische argumenten een grote rol. De verslaafden worden niet beschouwd als mensen die aan een ernstige ziekte lijden, maar als een economische factor. Zo schrijft het rapport: “Voor de maatschappij staan er daarmee eveneens substantiële belangen op het spel. Door veranderingen in het gedrag van patiënten kunnen overlast en criminaliteit verminderen” en bij het omschrijven van het probleem wat moet worden aangepakt: “Ook afkicken is voor hen geen perspectief gebleken. In de woorden van het kabinet gaat het om een groep soms extreem verloederde, soms ernstig zieke verslaafden die er zelf slecht aan toe zijn en tevens door hun gedrag overlast veroorzaken.Tot die overlast behoort ook een aantasting van de sociale veiligheid doordat een deel van de verslaafden zich veelvuldig schuldig maakt aan vermogenscriminaliteit en andere vormen van illegaal handelen”. Ook bij de omschrijving van de doelen staat expliciet vermeld het bestrijden van overlast (pag. 20) De discussie omtrent verstrekking van drugs blijft daardoor aan de oppervlakte steken. Nergens wordt de vraag gesteld wat de waarde en zin is van een mensenleven. Wat voor invloed hebben drugs op lichaam, ziel en geest? Is die invloed wenselijk uit het oogpunt van welbevinden? Is druggebruik schadelijk voor de (volks)gezondheid? Nu valt dit niet zozeer de commissie-Paas te verwijten, want de beantwoording van deze vragen stond niet zo vermeld in de meegegeven opdracht, maar voor beleidsmakers in de gezondheidszorg en politici die uiteindelijk het besluit tot uitbreiding moeten nemen, zijn deze vragen ons inziens zeer relevant. Het gaat hierbij om persoonlijke motivatie, om normen en waarden, om keuzes die op grond daarvan worden gemaakt of zouden moeten worden gemaakt. Uitgangspunt voor een beleid dient respect te zijn, bewogenheid voor mensen met problemen en bescherming van de maatschappelijk zwakken. Een echte drogreden is de stelling die in het huidige politieke klimaat opgeld doet, dat ieder persoon recht heeft op de keuze voor verslaving. Een verslaafde is echter per definitie niet meer vrij om te kiezen voor datgene, waar hij aan -6- Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ verslaafd is. Bovendien zou hij er zeker niet voor gekozen hebben, toen hij nog niet gebruikte en vrij kon kiezen. Het beleid van de moderne overheid staat hier tegenover. Het rapport houdt zich dan ook met de buitenkant bezig, met geld en maatschappelijke overlast. De overheid beseft, dat hoe minder normen en waarden van personen en groepen betrokken hoeven te worden in beleidsvoering, des te gemakkelijker deze verloopt. Deze waarden-loosheid of waardenschuwheid lijkt een neutraal, objectief uitgangspunt. Omdat het om mensen gaat, blijkt die zogenaamde neutrale opstelling niet te werken. De belangrijkste menselijke gevoelens en behoeftes worden over het hoofd gezien. Hierdoor ontstaat een afstand tussen overheidsmaatregelen en welzijn van burgers. Deze morele schuld van de overheid leidt tot maatschappelijke problemen. Verslaving tast de menselijke waardigheid diepgaand aan. De economisch machtelozen worden steeds verder weggedrukt in hun isolatie en onmacht. We mogen ons als samenleving niet neerleggen bij de onmenselijke levenswijze van heroïneverslaafden. De behandelmethode verdiept zich dan ook niet primair in de situatie waarin een verslaafde verzeild is geraakt. Een verslaafde gebruikt in eerste instantie voor de kick of de flash, maar op den duur gebruikt men om het “ziek” worden niet te hoeven ondergaan. De angst voor en de weerstand om af te kicken is een belangrijke drijfveer achter het leven van een verslaafde. De strijd om tot onthouding te komen kan een verslaafde vaak niet alleen aan. Daarbij komt dan het gebrek aan doelen om voor te leven, het gebrek aan eigenwaarde en het besef door de samenleving te worden afgeschreven. Om van de verslaving af te komen, heeft de verslaafde sterke ondersteuning en soms enige dwang nodig. Het verstrekken van heroïne zal voor gebruikers een vals perspectief bieden op hoop voor een betere toekomst. Mogelijk zal hij/zij dan helemaal geen pogingen meer doen om te stoppen met het gebruik. Het is dan ook niet juist om verslaafden in hun verkeerde behoefte van rijkswege te blijven voorzien. 5. Men moet nooit willen spreken over “uitzichtloos verslaafden”. In de tweede plaats stellen wij de in het rapport genoemde term “uitzichtloze verslaafden” ter discussie. De hopeloosheid die van deze benaderingswijze uitgaat straalt een boodschap uit die luidt: “Vijf jaar een junk, altijd een junk”. In het rapport wordt nauwelijks ingegaan op de vraag wie deze mensen nou in werkelijkheid zijn. De risicogroepen voor druggebruik hebben sociaal gezien meestal een uitzichtloze positie. Ze zijn nogal eens grootgebracht in verstoorde gezinssituaties, slecht opgeleid en onvoldoende toegerust met sociale vaardigheden. Ze hebben een laag inkomen, hebben geen toekomstperspectief, geen abstractievermogen, zijn slecht gehuisvest en gevoed, teleurgesteld, cynisch en verhard. Ze vertonen psychische en emotionele stoornissen. Deze risicomensen zijn niet optimaal ontwikkeld en kunnen zichzelf niet voldoende verwezenlijken in de gewone maatschappij. De schadelijke eigenschappen van drugs veranderen echter geen spat bij de legale verstrekking ervan. Heroïne blijft een sterk verslavend middel, dat mensen lichamelijk en geestelijk ontregelt. De gebruiker wordt apathisch en onverschillig voor zijn omgeving. Men voelt geen pijn meer of verdriet, met name die van zijn omgeving. Afgezien van het feit dat van de aanname van “uitzichtloosheid” een zelfvervullende profetie uit gaat, kunnen wij vanuit de praktijk stellen dat verslaafden geholpen kunnen worden middels intensieve alternatieve programma’s (zie aanbevelingen). Complexiteit 6. Psychologische hulp werkt niet als mensen niet nuchter zijn. In het beleidsvoorstel wordt verwoord dat de behandeling zich niet mag beperken tot de verstrekking van heroïne, maar dat er ook psychosociale hulp en activiteiten moeten worden aangeboden die gericht zijn op maatschappelijk herstel. In aansluiting op het gestelde onder punt 2, kan gesteld worden dat heroïneverstrekking aan de “uitzichtloos verslaafden” een vicieuze cirkel in stand houdt. De oorzaak van het verslavingsgedrag ligt vaak in onderliggende persoonlijke en/of psychiatrische problemen, zoals depressies, affectieve verwaarlozing en persoonlijkheidsstoornissen die redelijk tot goed behandelbaar zijn. Voorwaarde voor een adequate behandeling is wel dat men “nuchter” is en niet op een onderhoudsdosis van heroïne, emoties en gedachten blijft onderdrukken. Nergens -7- Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ wordt in het rapport gesproken over het effect van de heroïne op de psyche. Vanuit de praktijk kunnen wij stellen dat, gezien het voorgaande, deze hulp niet effectief zal zijn, omdat de uitwerking van de stof de mogelijkheden voor goede behandeling belemmert. 7. Het probleem wordt op zichzelf genomen, zonder relatie met de rest van de samenleving. Het probleem van de chronische heroïneverslaafden wordt in het rapport op geen enkele wijze geplaatst tegen de achtergrond van het klimaat in ons land. Verslaving is een ernstige ziekte die een gevolg is van een complex aantal factoren en per persoon verschillend. Beschikbaarheid van verslavingsproducten en het jarenlange gedoogbeleid in Nederland zijn factoren die bijdragen aan een drempelverlagend klimaat, wat drugsverslaving in de hand kan werken. Daarom is verslaving is niet alleen een individueel probleem; het is ook een maatschappelijk probleem. In onze maatschappij worden schadelijke middelen in principe verboden. Dat is een duidelijke waarschuwing en deze werkt preventief. Politie en justitie zijn ervoor om daarop toe te zien. Dat blijft hun taak, ook als ze weinig resultaat boeken. Het overtreden van zo'n verbod is een bewuste persoonlijke keus, die via een hoge drempel moet worden genomen. Als het handhaven van een bepaald verbod duur begint te worden, wil de overheid nogal eens gaan rekenen en tot de conclusie komen, dat het goedkoper voor de staat is om het verbod op te heffen. Dat daarmee het welbevinden van de burger vermindert, is dan jammer.Daar komt bij dat Nederland zich beroemt op zijn grote tolerantie. Veel moet kunnen. De mensen zullen zich vanzelf aanpassen aan de nieuwe vrijheden, en zich vanzelf goed gaan gedragen. Deze vorm van tolerantie blijkt niet al te best te werken. Het loslaten van beproefde waarden en de bescherming daarvan, zoals hechte sociale bindingen, levert een stroom van onthechte jongeren en gefrustreerde ouders en opvoeders op, die daardoor vaak slecht functioneren. Het softdruggebruik bij scholieren is de laatste 10 jaar met 30% gestegen (RIVM, 2002). Het cannabisgebruik is van 1984 tot 1996 bij kinderen van 12 en 13 jaar van 0 naar 3,5% gestegen (Trimbosinstituut) en het geweld onder jongeren neemt toe. Wat bij heroïneverstrekking verdwijnt is de waarschuwende, preventieve werking van het verbod op drugs. 8. Er is geen visie op de lange termijn van de multiculturele samenleving en de internationale context In het rapport wordt telkens gesproken wordt over ‘westerse’ mannelijke heroïneverslaafden. Het rapport gaat niet in op aanpassing van behandelmethoden in het geval van niet-westerse verslaafden, ondanks dat er sprake is van een toename van deze categorie. Hiermee ontbreek er een langere termijn visie op behandelmethoden voor een steeds grotere multiculturele samenleving. Ook op de internationale context wordt in het rapport niet ingegaan. Nederland heeft op drugsgebied een negatief imago. Het is te verwachten dat de suggestie van legale drugs een stroom van buitenlanders zich naar Nederland spoeden. Al gaat het dan niet om volledige vrije verstrekking van heroïne voor iedereen, toch zal dit een aanzuigende werking kunnen hebben door de geruchtenstroom die op gang zal komen. 9. De baten van het voorgestelde beleid komen niet ten goede aan andere hulpverlening aan verslaafden. De kosten van het beleid zijn hoog. Men zegt dat de baten de kosten echter zullen overstijgen. De baten zullen echter niet de verdere hulpverlening en afkickprogramma’s ten goede komen, maar verdwijnen omdat het kostenbesparingen en geen inkomsten zijn. Bovendien wordt het project ondergebracht bij de reguliere verslavingszorg en vrezen wij dat derhalve op andere projecten binnen de verslavingszorg bezuinigd zal worden. Juist projecten die gericht zijn op afkicken willen wij in uw aandacht bijzonder aanbevelen. Het zou voor de overheid te overwegen zijn ook initiatieven te nemen ter ondersteuning van een aantal kleine laagdrempelige initiatieven die uitgaan van mensen (meestal ex-verslaafden) die de taal spreken en zich inzetten voor drugsvrije behandeling. Hoewel grote delen van de verslavingszorg geld tekort komen, wordt er in ruime mate geld toebedeeld aan deze behandelmethode. -8- Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ 10. Er zullen negatieve bij-effecten voor verslaafden optreden. Sommige gebruikers die niet voor legale verstrekking in aanmerking komen, zullen alle mogelijke moeite doen om er zo slecht mogelijk aan toe te zijn. Zo is uit Engeland bekend, dat men zichzelf met het aids-virus besmet om gratis drugs te kunnen krijgen (K.Neeteson, 2002). De zelfverzorging zal achteruit hollen en het illegale druggebruik zal sterk toenemen, met alle gevolgen van dien. Ook zullen verslaafden bij een intake hun gebruiksgegevens opblazen, om maar veel te krijgen. Op langere termijn blijken vrij veel drugverslaafden alsnog af te kicken. Vooral als men ouder wordt blijken de hoge drempels om drugs te kopen te vermoeiend te worden, en gaat men stoppen. De hulpverlening zelf ontneemt door legale drugverstrekking alle hoop op genezing. Waar bij een verbod de verslaafde iedere keer opnieuw de keuze moet maken om de wet te overtreden, verdwijnt die eigen verantwoordelijkheid bij legale verstrekking. De verslaafde kan niet tegen de verleiding op, maar hoeft zich niets verontrustends meer af te vragen. Het is maatschappelijk goedgekeurd. De legaal vastgestelde dosering is meegenomen voor de gebruiker, maar zijn zucht is onbevredigbaar of eindeloos. Dus zal de verslaafde gaan bijgebruiken met het geld, dat hij overhoudt door de gratis verstrekking. Zijn totale druggebruik zal stijgen, met de gevolgen van dien. De meeste verslaafden gebruiken allerlei soorten door elkaar, en zullen zich niet ineens gaan beperken tot één soort. Ze blijven dus bijkopen op de zwarte markt. -9- Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ Conclusies & Alternatieven We hebben in dit manifest willen aantonen dat het rapport “Over blijvende zorg” van de CIBH voorbij gaat aan verschillende cruciale punten. We hebben de uitkomsten van het rapport bekritiseerd. We zullen hier de belangrijkste conclusies op een rij zetten. Er valt veel kritiek te leveren op de voorgestane behandelmethode. Wij pleiten voor een tweede Nota met echt onafhankelijke onderzoeksopzet. Daarnaast hebben we kritiek op het mensbeeld dat gehanteerd wordt. Het is niet goed om mensen levenslang aan de drugs te houden. De hoop op een leven zonder drugs wordt opgegeven, wanneer men besluit dat verslaafden net zo goed altijd verslaafd kunnen blijven. Dat terwijl de levenswijze van heroïneverslaafden onmenselijk is. Er is onvoldoende aandacht in het rapport van de CIBH voor de problemen die vaak samenhangen met heroïneverslaving. De vrije verstrekking van heroïne is symptoombestrijding die voorbij gaat aan de oorzaken achter het ontwikkelen van de verslaving. De verslaafde zal door de verstrekking van heroïne zijn gebruik eerder uitbreiden dan beperken. Het risico op bijgebruik en (te) hoge dosering is groot. Tenslotte zijn we bang dat het geld dat naar de heroïneverstrekking gaat, ten koste gaat van de verslavingszorg die wel als doel heeft tot afkicken te komen. Wij willen de verslaafde mens centraal zetten in de aanpak van het probleem. We willen de hoop op herstel niet opgeven, hoe uitzichtloos de situatie misschien lijkt. Het uitgangspunt van alle verslavingszorg moet het afkicken zijn. Wij doen dan ook de aanbeveling in afkickfaciliteiten te investeren in plaats van in de verstrekking van heroïne. Op basis van de kritiek die we hebben op het rapport willen we ook een aantal alternatieven formuleren. We zijn er van overtuigd, dat onze alternatieven betere resultaten opleveren voor onze verslaafde medemensen. We weigeren de hoop op te geven dat verslaafden af kunnen kicken en stellen dan ook de volgende alternatieven en voorstellen voor: 1. Op basis van representatief onderzoek kunnen programma's uitgebouwd en ontwikkeld worden die redelijk tot zeer succesvol zijn gebleken. Hierbij moet naast de algemene hulpverlening zoals in behandelklinieken voor verslaafden en gesloten inrichtingen zoals Tbs-klinieken ook naar de christelijke hulpverleningsinstellingen gekeken worden. Deze laatsten bieden menselijk en maatschappelijk gezien een goed alternatief, ook voor de zeer zware verslaafden. 2. Er dient duidelijk in kaart te worden gebracht in hoeverre de kosten voor het heroïneproject ten koste gaat van het budget van de reguliere verslavingszorg. Het mag niet zo zijn dat de bekostiging van het heroïneproject de subsidie aan andere vormen van behandeling (die gericht zijn op afkicken) ‘uit de markt drukt’. 3. Het beleid dat wordt voorgesteld in “Over blijvende zorg” dient geplaatst te worden in het geheel van het Nederlandse drugsbeleid. Om de brede sociaal-politieke context te achterhalen, waarin drugsgebruik plaatsvindt, is een maatschappelijk debat nodig, dat dieper ingaat op fundamentele vragen over drugsgebruik, vrijheid en menselijke waardigheid. 4. De behandeling van verslaafden kan voor een bepaalde doelgroep mede door een zekere mate van drang of zelfs dwang goede resultaten opleveren. Met name de eerste fase van opname en afkicken is voor een drugsverslaafde zwaar. Door een besloten of gesloten setting kan de verslaafde door deze eerste fase heen geholpen worden. Daarna kunnen vrijheden gefaseerd weer toenemen. Combinaties van goede algemene en christelijke behandelprogramma’s met een verplichtend karakter en geslotenheid zijn nog schaars en verdienen nader onderzoek en nadere uitwerking. In ieder geval bepleit het platform een verruiming van de toelatingscriteria voor de Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV-projecten) zodat de instroom makkelijker wordt. De eerste uitkomsten van het SOV-project wijzen op goede resultaten. Er zou daarom nu al tot uitbreiding van dit project overgegaan kunnen worden. 5. Ons inziens is het Nederlandse drugsbeleid gebaat bij de volgende uitgangspunten: Een hoge drempel om te kunnen beginnen met druggebruiken, door minimale beschikbaarheid en hoge marktprijzen van drugs; Waarheidsgetrouwe, laagdrempelige voorlichting om af te kicken bij de doelgroepen; Harde aanpak van de grote handelaren en koeriers; - 10 - Manifest “meer Hoop zonder Dope” – Platform Zorg en Politiek _________________________________________________________________________________ Lik-op-stuk beleid bij criminaliteit van gebruikers, Een voldoende gespreide, kleinschalige, laagdrempelige hulpverlening die in fasen leidt en verwijst naar maatschappelijk herstel. Door middel van afkickprogramma’s kunnen de verslaafden tijdens de behandeling: 1. Onder medisch toezicht afkicken. 2. In het ziekenfondstraject worden opgenomen. 3. Onder medisch controle staan. 4. Uitkering herstellen. 5. Opleiding, training en/of omscholing volgen. 6. Deelname aan zinvolle werkprojecten. 7. Recht op huisvesting na afronding van het afkickprogramma. 8. Werken naar een vaste baan in de maatschappij. 9. Een clean en drugsvrij bestaan. Voor de maatschappij zijn er de volgende blijvende voordelen. 1. Vermindering van criminaliteit. 2. Vermindering van overlast. 3. Vermindering van de onveiligheid. 4. Vermindering van drugshandel. 5. Vermindering van kosten ten gevolgen van arrestatie en in bewaringstelling. 6. Vermindering van kosten methadonverstrekking 7. Vermindering van kosten drugsposten en gebruikersruimtes. Dit Manifest is aangeboden aan de voorzitter van de vaste Tweede-Kamercommissie Volksgezondheid Mevrouw. E. Terptra (VVD); CDA-Tweedekamerlid Joldersma en fractievoorzitter André Rouvoet (ChristenUnie), op resp. 23 en 25 september 2003, te Den Haag. Eveneens zijn op 26 september meer dan 3.000 handtekeningen overhandigd aan André Rouvoet van ex-verslaafden of familie van ex-verslaafden tegen het beleid van deze overheid om gratis heroïne te verstrekken aan drugsverslaafden. Referenties: 1. Artikel: “Opzet heroïne-experiment niet zinvol”. De Hoop Magazine, januari 2003. 2. Artikel: “ Het legaliseren van drugs in Nederland”. Kees Neeteson, Butterfly Uitgeverij 3. Artikel: “Over de assumpties van RCT’s geïllustreerd aan het Nederlandse experiment met verstrekking van heroïne”. Trudy Dehue, Maandblad Geestelijke volksgezondheid (57, 2002) Colofon Aan dit manifest werkten op persoonlijke titel de volgende deskundigen mee: Dhr. K. de Jong Drs. G.G. Anthonio Drs. Kees Neeteson Drs. W. Jurg Drs. F. Koopmans Adjunct-Directeur Tot Heil des Volks, Amsterdam Groningen Verslavingssocioloog, Vlissingen Directeur Tabitha-opleidingen, Lutten St. De Hoop, Dordrecht Noten: Over de assumpties van RCT’s, geïllustreerd aan het Nederlandse experiment met verstrekking van heroïne. Trudy Dehue, Maandblad Geestelijke volksgezondheid (57, 2002) 1 - 11 -