Doel Het assisteren bij het diagnosticeren van het Brugadasyndroom Taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden Uit te voeren door Bekwaam verpleegkundige, in aanwezigheid van de cardioloog Indicatie Verdenking van het bestaan van het Brugadasyndroom bij Patiënten na reanimatie, syncope eci of polymorfe VT, zonder structureel hartlijden Patiënten met familieanamnese Brugadasyndroom, plotse dood of syncope eci. Patiënten met suspecte ECG afwijkingen (type II of III) zonder symptomen of structurele hartziekte Contra-indicatie ORS-breedte > 120 msec. Oud myocardinfarct Structurele hartziekten Contra-indicaties die gelden voor klasse I anti-arrhytmica Mogelijke complicatie Hartritmestoornissen Aandachtspunten Test altijd op hartbewaking verrichten Test altijd in aanwezigheid van een cardioloog verrichten Test wordt gepland in de kliniek dienst van cardioloog P. van Haelst Patiënt hoeft niet nuchter te zijn, echter bij voorkeur alleen licht ontbijt of lichte lunch Labafname, bloed: KUNK en magnesium. Kalium en magnesium dienen binnen de normaalwaarden te zijn. Tijdens de test zijn de elektrodes V5 en V6 verplaatst naar twee intercostaalruimtes hoger dan standaard afleiding V1 en V2 (dus 2e ICR i.p.v. 4e ICR en recht boven V1 en V2, respectievelijk), en noteren op het ECG. Het wordt dus een V1’ en V2’ Voor persoonlijke hygiëne zie Hygiëne, algemene voorzorgsmaatregelen Voorbereiding Asena-infuuspomp, met de mogelijkheid tot een hogere dosering dan 200 ml/uur, van de ICU lenen Breng een waaknaald in volgens protocol infuusnaald, perifeer, inbrengen, neem tevens bloed af m.b.v. vacutainer voor screening (zie aandachtspunten) Defibrillator op de patiëntenkamer zetten. Benodigd materiaal ECG apparaat 12-afleidingen-ECG-kabel in zijvak ECG apparaat.Verbinding d.m.v. drukknoopjes op ecg plakkers. (Kabel met vacuüm systeem mag niet gebruikt worden) Extra ECG-papier Asena-infuuspomp, met de mogelijkheid tot een hogere dosering dan 200 ml/uur Asena-pomp (standaard) Bewakingsmonitor Materiaal voor inbrengen waaknaald Materiaal voor bloedafname Ajmaline (Gilurytmal ®), volgens protocol parenteralia bereid (zie procedure parenteralia protocol voor ajmaline Isoprenaline-spuit, volgens protocol parenteralia bereid 100 ml Natriumbicarbonaat 8,4%, inclusief infuussysteem (gevuld) Werkwijze Informeer de patiënt; de toediening van de ajmaline kan een warm gevoel geven. Bepaal de bloeddruk Maak een (normaal) uitgangs ECG volgens standaard protocol ECG Maak een 12-kanaals ritmestrook: o Op toetsen bord; groene knop ‘ritme’ indrukken Verplaats de elektrodes V5 en V6 naar twee intercostale ruimtes boven resp. V1 en V2 Maak een ecg met de V1’en V2’ elektrode plaatsing Noteer op ieder ECG de alternatieve plaatsing Uitvoeren van de test in opdracht van de cardioloog: o Infusiesnelheid ajmaline infuus: 5ml/min. = 300 ml/uur, zo wordt de totale dosis in 10 minuten gegeven. Dosering is: 1 mg/kg Ajmaline In 1 ampul: = 50 mg/10 ml Dus: 0.2 ml / kg lichaamsgewicht Hoeveelheid Ajmaline per kilogram lichaamsgewicht opzuigen in 50 ml spuit en dit aanvullen met NaCl0,9% tot 50 ml o Controleer doorgankelijkheid van de i.v. naald o Tijdens de infusie continue 12-kanaals ecg (25mm/sec) draaien d.m.v. het indrukken van de knop ‘ritme’ o Tensiemeting à 1 minuut, tegelijkertijd met het ECG even switchen naar 50 mm/sec Criteria voor het stoppen van de ajmaline – infusie o o Het bereiken van de maximale dosering (1 mg/kg), na 10 minuten J-punt elevatie en/of ST elevatie > 0.2 mV (2 mm) in meer dan één rechts precordiale afleiding (V1-V2-V3-V1’-V2’), met of zonder RBTB Ontstaan van PVC’s, VT, sinusarrest of AV-block (2e of 3e graads) QRS verbreding >30% van uitgangswaarde (symptomatische) hypotensie Bij ritmestoornissen o o o o o Infusie onmiddellijk stoppen Eventueel isoprenaline en/of natriumbicarbonaat toedienen in (opdracht van de arts)