ENKELE BEKENDE VOGELS VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN DOOR K. H. Voous Weinig diergroepen op de Nederlandse Antillen zijn zó aantrekkelijk en zó opvallend als de vogels. In verband met het veel gebruikte gezegde, dat de Benedenwindse Eilanden niet meer zijn dan „kale rotsen", is dit feit niet alleen zeer merkwaardig, maar het loochenstraft bovendien deze bewering op overtuigende wijze. Vooral Curacao en Bonaire vertonen plaatselijk een bijzondere vogelrijkdom; Aruba is, in verband met zijn schralere vegetatie, armer aan soorten en aan individuen. Al met al zijn thans 85 soorten op Aruba, 116 op Curacao en 90 op Bonaire vastgesteld. Van enkele bekende soorten, afgebeeld op de hierbijgaande gekleurde plaat, wordt hieronder een korte levensbeschrijving gegeven. Tekst en afbeelding zijn ontleend aan het thans in bewerking zijnde boekje Z)g uog^s wan de 2Veder/«»rfse ylnfc7tew, dat binnenkort als eerste van een serie handboekjes over de dierenwereld van de Nederlandse Antillen zal verschijnen. De afbeelding is van de hand van H. J. SLIJPER. Gele Troepiaal, Trupial cachó, Gonsalitu Aruba, Curacao, Bonaire. Bewoont droge savanne-achtige vlakten met acacias en cactussen, ook manzanilla-bosjes, uitgestrekte mangroven en tamarinde-bomen in droge cunucu. De vogels verschijnen ook in de rijpe vruchtbomen in de hofjes, maar zij bezoeken deze minder regelmatig en in veel geringer aantal dan de Oranje Troepialen. Op Curacao zijn zij vrij talrijk; schaarser daarentegen op Aruba en daar vrijwel beperkt tot het heuvelland van de Arikok en de Jamanota en de mangroven van het Spaans Lagoen, maar ook nestelend in enkele grote tuinen in Oranjestad. Op Bonaire is hij zeldzaam en erg schuw; hij leeft hier voornamelijk in het doornige acacia-struweel, maar verschijnt ook langs de wegen, wanneer de shimarucus rijpe vruchten dragen. Het voedsel bestaat in nog grotere mate dan dat van de Oranje Troepiaal uit insecten (meer dan 75%), voornamelijk kevers, maar ook uit vliegen en hun larven, rupsen, sprinkhanen Van boven naar beneden, linkerzijde : Trupial cachó f/cferuj TrupiaU/cferusicferu^.Witoog-spotlijsterfMargarops/uscafus^.Chuchubi fMi'miu pi/uus,): rechterzijde: Mangrove koekoek (Coccyruj mmor^, Geelsnavelkoekoek ^Coccyrus americanuj), Chuchubi pretu su/cirosfri's^. ENKELE BEKENDE VOGELS VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN 253 en cicaden, alsmede uit spinnen. Bloeiende bomen, zoals de wabi. indju. watakeli en brasiya, schijnen voornamelijk ter wille van de vele bloemenbezoekende insecten te worden bezocht. Daarnaast eten deze vogels allerlei sappige vruchten, maar dit voedsel maakt stellig niet meer dan een kwart gedeelte van het menu uit. — De roep is een onaangenaam gekrijs, dat ongeveer klinkt als chetchetchet, of chèèèh; ook kunnen zij op een lelijke wijze als een kat miauwen. De nesten zijn zeer verschillend van die van de Oranje Troepiaal; het zijn lange, flesvormige buidels, die aan een dunne steel aan de uiterste takken der bomen hangen. Oranje Troepiaal, Trupial (/cterws icterws) — Aruba, Curasao. Een algemene bewoner van vruchtboom-plantages en andere hofjes, manzanilla-bossen en boomrijke plaatsen in de cunucu en langs wegen. Zij komen niet voor in mangroven en worden in de acacia- en cactusvlakte veelal vervangen door de Trupial cachó. Op Aruba verschijnen zij ook in de droogste gebieden, snoepend van de vruchten van cadushis en datus. Het zijn levendige en vechtlustige vogels, die naar het schijnt in voortdurende onmin leven met de chuchubis. Hun voedsel is zeer gevarieerd, maar wordt uitsluitend in de bomen gevonden; zelden ziet men Troepialen op de grond en dan nog meestal in de bosjes aan de baaien, waar zij hier en daar door badende bezoekers worden gevoerd. Het voedsel bestaat voor een groot deel uit allerlei soorten boomvruchten, zoals mangos, mispus, kencpas, dadels, zuurzakkcn, maar ook uit vruchten van zuil-cactussen en uit andere vruchten die men in de cunucu kan vinden. Voor minstens de helft bestaat het voedsel ook uit insecten van allerlei aard, vanaf vliegjes en kevertjes tot rupsen en grote metselwespen. Ook schijnen Oranje Troepialen af en toe van de rijpe aren van de maishi te snoepen, wanneer deze in schoven op het veld staat. — De roep is een luid klinkende, aangename fluittoon, troepic-óé, troepie-óé, die soms in een welluidend gejodel overgaat. Het nest is een diepe, hangende zak, mooi geweven van allerlei plantenvezels. Het is meestal gemaakt in een horizontale takvork en goed verborgen in de kruin van een boom of in dicht doornig struikgewas. Witoog-spotlijster, Palabrua (Bonaire); heet op de Bovenwindse Eilanden Thrush (Margaro/>s /wsca/Ms) — Bonaire, Sint Maarten, Saba, Sint Eustatius. Dit is een uitgesproken boomvogel met geheimzinnige, sluipende manieren. Ondanks zijn betrekkelijke grootte wordt hij veel meer gehoord, dan gezien: zijn onrustige lijsterachtige roep, die ongeveer klinkt als tjoek-tjoek, behoort tot een van de meest opvallende vogelgeluiden op Sint Maarten en Saba. Daar is hij talrijk en een algemene verschijning in de tuinen van Philipsburg en The Bottom. Op Sint Eustatius is hij veel zeldzamer, hoewel hij plaatselijk in de bossen van de Little Mountains en vooral in het kraterwoud van de Quill talrijk is. Tientallen exemplaren verzamelen zich in vruchtdragende vijgen-, mango- en mispu-bomen, waar zij in meestal horizontale houding door het gebladerte sluipen en zich op echt lijsterachtige wijze aan de vruchten te goed doen. Ook zijn zij verzot op de vruchten van zuurzak, guyaba, Eugenia, op de bessen van Licuala-palmen en op vele andere sappige vruchten. Op Bonaire en wellicht ook op de Bovenwinden eten zij bo-