Kan iedereen aan depressie lijden? Volgens www.gezondheid.be 10 vragen in verband met depressie Depressie is één van de meest voorkomende aandoeningen. Volgens de meeste internationale studies ligt de kans op het doormaken van een depressie tijdens een gans mensenleven op 10 à 17 %. Wanneer men deze gegevens extrapoleert, kan men aannemen dat 1.000.000 tot 1.700.000 Belgen tijdens hun leven een depressie zullen doormaken. Niemand kan er zeker van zijn tegen depressie bestand te zijn. Zelfs al treft zij vooral vrouwen (twee vrouwen voor één man) en jonge volwassenen (25 à 35 jaar), toch kan depressie voorkomen in alle lagen van de bevolking en op eender welke leeftijd. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zal depressie in het jaar 2020 de ziekte zijn die het meest voorkomt in de geïndustrialiseerde wereld. zie ook artikel : Depressie gekoppeld aan sociaal-economische toestand Is depressie gemakkelijk herkenbaar? Neen, al te dikwijls wordt een depressie niet herkend door degene die er aan lijdt en nog minder door zijn omgeving. Een belangrijke Europese studie, DEPRESS, met betrekking tot 78.000 patiënten, uitgevoerd in tien Europese landen, toont aan dat 40% van de personen bij wie door onderzoekers met zekerheid de diagnose "depressieve stoornis" kon worden vastgesteld, nooit een geneesheer of een psychiater voor een depressieve klacht hadden geraadpleegd, omdat die noch door henzelf noch door de directe omgeving als dusdanig werd herkend. Een van de hoofdredenen waarom depressie niet herkend wordt is dat men doorgaans meent, dat een depressieve patiënt er bedroefd moet bijlopen, moet wenen, zelfmoordneigingen moet vertonen, of nog ten prooi moet zijn aan totale ontmoediging. De klinische toestand beantwoordt evenwel vaak niet aan een dergelijk beeld. Dikwijls gaat een depressie alleen maar gepaard met klachten zoals slaapstoornissen, concentratie- , geheugen- en aandachtsproblemen, ochtendmoeheid, psychomotorische remming, eetlust- en gewichtsstoornissen... Men dient wel te beseffen dat niet alle depressies veroorzaakt worden door een rouwproces of een catastrofale gebeurtenis (zoals het verlies van een job of een echtscheiding). Integendeel, depressies zijn vaak het gevolg van een opeenstapeling van stress, van affectieve, professionele of gezondheidsproblemen welke het individu kwetsbaar maken en hem geleidelijk naar de psychische ineenstorting drijven. Depressies kunnen zich ook manifesteren zonder enige uitlokkende factor. zie ook artikel : Depressie-test Is depressie een uiting van tekort aan wilskracht? Neen, een echte depressie heeft niets te maken met een tekort aan wilskracht. Het spreekt voor zichzelf dat wij het hier hebben over de echte depressie, en niet over kortstondige gemoedsschommelingen en neerslachtige episodes zoals wij die allen wel eens ervaren, waarbij voorbijgaande momenten van ontmoediging, van "afhaken" of zelfs van crisis, ons gaan overmannen. Zulke momenten zijn slechts van korte duur en zullen ons zelden verhinderen opnieuw te starten. Opdat er werkelijk sprake zou zijn van depressie, moeten deze symptomen gedurende een periode van minstens 14 dagen aanhouden en moet er een uitgesproken vermindering van het functioneren optreden. Deze symptomen betreffen niet alleen de gemoedstoestand (droefheid, ontmoediging, gebrek aan interesse of genot voor de dagelijkse activiteiten, schuldgevoelens, zelfmoordgedachten), maar evenzeer de biologische sfeer (slaapstoornissen, ochtendmoeheid, eetlustverlies, stoornissen van de aandacht, van het geheugen en van de concentratie, gewichtsverlies of -toename, psychomotorische remming). Alle wetenschappelijke onderzoeken wijzen erop dat depressie wel degelijk een ziekte is die het functioneren van het individu ernstig verstoort. Het is geen verlies aan wilskracht als gevolg van een of andere gebeurtenis in het leven. Zij vereist dan ook meestal een behandeling, wil men er terug bovenop geraken. Wanneer zal men zulke problemen bij de huisarts ter sprake brengen? Zodra men het moeilijk heeft om bepaalde problemen het hoofd te bieden, zou men zijn huisarts moeten raadplegen. Zwaarmoedigheid, wenen zonder echte reden, een gevoel van moedeloosheld, doodsgedachten, maar ook klachten als slaapstoornissen met vroegtijdig ontwaken zonder opnieuw te kunnen inslapen, verlies of toename van het gewicht zonder dat hiervoor een duidelijk aanwijsbare reden bestaat, geheugenfalen, stoornissen van de aandacht of de concentratie, niet verklaarde ochtendmoeheid, gebrek aan energie of tonus, vertraging van de gedachtengang... zijn allemaal zaken die met de arts moeten worden besproken. Dergelijke klachten moeten het beeld van depressie oproepen en mogen vooral niet geïsoleerd benaderd worden. De huisarts zal ze onderling weten aaneen te rijgen om aldus de diagnose van depressie te stellen en een passende behandeling aan te vatten. Men mag zeker niet wachten tot de kwaal vaste voet gekregen heeft om erover te praten. Een vroegtijdige behandeling is uiterst belangrijk. Het afzonderlijk behandelen van deze symptomen is vaak ondoeltreffend op langere termijn. Vitaminen, oligo-elementen, tranquilizers en slaapmiddelen pakken wel de afzonderlijke symptomen aan, maar laten de werkelijke oorzakelijke aandoening, met name de depressie, onaangeroerd. Moet men kiezen tussen psychotherapie en antidepressiva? Neen, meestal zullen beide behandelingen samen moeten gebeuren. In de overgrote meerderheid van de gevallen zal een medicamenteuse behandeling noodzakelijk zijn. Deze behandeling zal evenwel slechts afdoende zijn na drie tot zes weken. Depressie behandelen mag dus niet beperkt blijven tot alléén het voorschrijven van een antidepressivum, een behoorlijke psychologische begeleiding en een goede arts-patiënt relatie zijn even onmisbaar. Men zal aan de patiënt en aan zijn familie uitleggen wat een depressie in feite is, en wat de doelstelling van de behandeling is. Even belangrijk is het bij de psychotherapeutische aanpak na te gaan welke de psychologische en existentiële factoren zijn die de depressie hebben uitgelokt en welke er de psychologische en concrete weerslag van kan zijn, zowel voor het leven van de patiënt als voor dat van zijn naastbestaanden. Zijn de antidepressiva drugs? In geen geval kunnen antidepressiva als drugs worden beschouwd, ook al worden zij vaak als dusdanig bestempeld. In tegenstelling tot de benzodiazepines (tranquillizers en slaapmiddelen) stelt men bij de meeste antidepressiva geen enkel fenomeen van fysieke afhankelijkheid vast, ofschoon soms ontwenningsverschijnselen kunnen voorkomen en antidepressiva progressief moeten worden afgebouwd. Antidepressiva veroorzaken geen wijziging van de persoonlijkheid en lokken normaal geen agressiviteit of geweld uit. Toch gaat het hier niet om onschuldige geneesmiddelen : zij vereisen een regelmatige medische follow-up. Deze opvolging kan best gebeuren via de huisarts of de psychiater. zie ook artikel : Gebruik van antidepressiva bij volwassenen zie ook artikel : Gebruik van antidepressiva bij kinderen en jongeren Mag men de behandeling onderbreken zodra een symptomatische verbetering bereikt wordt? Zeker niet ! De werking van een antidepressieve behandeling is niet onmiddellijk merkbaar van zodra de behandeling is opgestart. Soms zullen de eerste waargenomen tekenen zelfs met nevenwerkingen te maken hebben zoals : misselijkheid, hoofdpijn, zenuwachtigheid. Die bijwerkingen zijn meestal van voorbijgaande aard en zullen meestal na een tiental dagen spontaan verdwijnen. De eerste positieve effecten van de behandeling zullen pas na ongeveer drie wekenmerkbaar zijn. In sommige gevallen, voornamelijk bij oudere patiënten, zal zelfs een behandeling van een zestal weken nodig zijn vooraleer een therapeutisch effect merkbaar wordt. Men mag de behandeling zeker niet stoppen zodra er klinische beterschap optreedt. Alle internationale onderzoeken wijzen erop, dat meer dan vijf à zes maanden behandeling noodzakelijk zijn opdat de biologische stoornissen zouden herstellen. Om deze reden geven de meeste internationale richtlijnen aan de antidepressieve behandeling verder te zetten gedurende ten minste zes maanden na de klinische remissie, dit is tot na de terugkeer naar een normaal functioneren. Wanneer patiënten lijden aan een depressie die gekenmerkt wordt door frequente recidieven, wordt vaak een voortdurende antidepressieve behandeling van twee jaren aangeraden. Het doel van de behandeling is dan het risico op herval te voorkomen . Het is trouwens niet uitgesloten dat sommige patiënten levenslang een anti-depressieve medicatie dienen te nemen. zie ook artikel : Antidepressieve medicatie en zelfmoord Moet men zich schamen om naar een psychiater te gaan? In bepaalde omstandigheden zal uw huisarts u naar een psychiater verwijzen. Dit mag geenszins beschouwd worden als een weigering van zijnentwege om in te gaan op uw probleem, maar veeleer als de bekommernis om een zo professioneel mogelijk advies in te winnen om uw depressie op de beste manier op te vangen. De psychiater is door zijn vorming optimaal in staat om zowel een psychofarmacologische behandeling, met name antidepressiva, voor te schrijven, als een afdoende psychotherapeutische ondersteuning te bieden voor uw problematiek. In bepaalde omstandigheden zal hij beroep doen op een psychotherapeut om dit laatste luik adequaat op te vangen. Een psychiater raadplegen betekent dus niet dat men 'geestesgestoord' is of dat men automatisch in een psychiatrische instelling terecht komt. Slechts wanneer er zich een ernstig psychisch of lichamelijk probleem voordoet of wanneer blijkt dat de familie niet bij machte is om de patiënt adequaat op te vangen, zal men overgaan tot een opname in een psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis. Hoe dan ook, tot een dergelijke hospitalisatie zal slechts beslist worden na grondige motivering en meestal na instemming van de patiënt zelf. Moet men een depressie-probleem alléén aanpakken of met behulp van een huisarts en/of een psychiater? De weerslag van depressie op de familiale omgeving is dikwijls ernstig. Vaak begrijpen partner en/of kinderen niet wat er aan de hand is. Waarom die onverschilligheid ? Waarom blijft hij/zij in bed liggen, en is hij/zij zo verschrikkelijk moe ? Waarom vertoont hij/zij geen interesse meer voor de dagelijkse activiteiten of voor vrije tijd ? Waarom is hij/zij het allemaal "beu" en lijkt hij/zij zo mistroostig ? Het kan zo ver gaan, dat de omgeving zich schuldig gaat voelen en zich verwijten gaat maken, of zich verantwoordelijk gaat voelen voor het gedrag van de gedeprimeerde. Het is dan ook erg belangrijk dat de partner en zelfs de kinderen samen met de depressieve patiënt de arts raadplegen, dat zij gaan inzien dat de patiënt wel degelijk een depressie vertoont, en dat het hier gaat om een ziekte en niet om gebrek aan genegenheid of een echtelijke crisis of familiale spanningen. Meer nog, tijdens de moeilijke fase van het opstarten van de behandeling van de depressie is de morele steun van familie en onmiddellijke omgeving van essentieel belang. Het is van groot belang voor het nauwkeurig opvolgen van de voorgeschreven antidepressieve medicatie om de levenspartner en de onmiddellijke omgeving erbij te betrekken. Moet de depressieve patiënt wakker geschud worden? Dit is totaal overbodig. Indien het essentieel is dat de omgeving en de partner bij de behandeling betrokken worden, dan is het even belangrijk te beseffen dat het hier gaat om een ziekte die behandeld moet worden en niet om een gebrek aan moed en energie of om een bewuste keuze van betrokkene om zich "te laten gaan". Het is dan ook totaal overbodig om te proberen hem/haar "wakker te schudden", te dreigen hem door elkaar te schudden onder het voorwendsel dat hij/zij zich bewust zou "laten gaan" en de moed zou laten zakken, men vermeed hem/haar te verwijten onvoldoende energie aan de dag te leggen, en doelbewust niet meer te willen werken of plezier te hebben als voorheen. Dergelijke houdingen zouden de depressieve patiënt alleen nog maar meer in ontreddering storten en het reeds bestaande gevoel niet begrepen te worden nog doen toenemen. In de beginfase van de behandeling moet men van een intense aanwezigheid blijk geven, de patiënt ondersteunen, hem/haar helpen, ermee praten voor zover hij/zij dit schijnt te verlangen, hem/haar voorstellen de groep of de familiekring te vervoegen bij ontspanningsactiviteiten, zowel als bij banale activiteiten van het dagelijkse leven. Dikwijls zal ziekteverlof zich opdringen omwille van een verminderde of gestoorde werking van de verstandelijke en gemoedsfuncties, waardoor arbeid inefficiënt of zelfs gevaarlijk kan worden. zie ook artikel : Gebruik van antidepressiva bij kinderen en jongeren zie ook artikel : Verantwoord gebruik van slaap-en kalmeermiddelen (benzodiazepines) Inlichtingen Voor inlichtingen : Belgische Liga van de Depressie rue de la Vinaudrée 30 1370 Geldenaken 070/23.33.24 (vrijdag en maandag van 10 tot 13.30u) [email protected] www.liga-depressie.org