Een kleine cursus zilver, verzilverd en “hotelzilver” In onze (web)winkel vindt u onder andere zilveren gebruiks- en siervoorwerpen. Maar ook verzilverde artikelen. En ook de term “hotelzilver” treft u aan… Enige uitleg om de begrippenkennis te vergroten.. Zilver: Zilver is een scheikundig element (Ag. = Argentum) en een edelmetaal. In zijn pure vorm is het te zacht en buigzaam om tot gebruiks- of siervoorwerpen te verwerken. Om die reden wordt er een tweede metaal, vaak koper of nikkel, aan toegevoegd. Daarmee wordt het zilver verhard en de trekvastheid vergroot. Afhankelijk van de hoeveelheid van het toegevoegde metaal, spreken we van verschillende “gehalten”: 1e gehalte: 925 = 92,5% zilver en 7,5% toegevoegd ander metaal 2e gehalte: 835 = 83,5% zilver en 16,5% toegevoegd ander metaal, e 3 gehalte: 800 = 80% zilver en 20% toegevoegd ander metaal. Het 1e gehalte wordt in Angelsaksische landen ook wel “Sterling” genoemd. In Nederlandse zilveren voorwerpen worden, sinds 1812, meerdere keuren ingeslagen. Dit is wettelijk verplicht voor een ieder die zilveren voorwerpen vervaardigt en verhandelt. Over de geschiedenis: zie: http://www.waarborg.nl/over-waarborgholland/history In de webwinkel wordt per voorwerp (ongeacht of het om Nederlands of buitenlands zilver gaat) zo veel mogelijk informatie gegeven over: .1. het gehalte zilver van het voorwerp, .2. de naam van de maker (de “meester”) van het voorwerp, .3. de plaats van keuring van het voorwerp en .4. het jaar waarin het voorwerp is vervaardigd. Verder zo veel mogelijk uitleg over: .5. de stijl/periode van het voorwerp, .6. de functie van het voorwerp en .7. het gewicht van het voorwerp. En dan bestaat er nog zoiets als “muntzilver” dat ook wel eens (foutief) wordt aangeduid als “4e gehalte”. Voorwerpen van muntzilver vinden veelal hun oorsprong in de oorlogsjaren. Bestekdelen die daadwerkelijk van omgesmolten geld zijn gemaakt, in de tijd dat de bezetter het gebruik van Nederlands geld had verboden. In voorwerpen van muntzilver zijn geen zilverkeuren ingeslagen. Wel zijn ze altijd voorzien van het woord “muntzilver” en soms van een symbooltje dat naar de maker verwijst. Ook de afkorting BWG (Beneden Wettelijk Gehalte) kan ingeslagen zijn. Muntzilver bestaat voor 72% uit zilver en voor 28% uit nikkel. Verzilverd: Verzilverde voorwerpen zijn een minder kostbaar alternatief voor hen die graag de “grandeur” van zilver op tafel zien maar niet over een dikke beurs beschikken. Een verzilvering kan door middel van elektrolyse worden aangebracht op diverse metalen ondergronden. Koper en koperhoudende legeringen zijn hiervoor het meest bekend. Ook kan door middel van elektrolyse in verschillende gradaties (diktes) van verzilvering worden gewerkt. In Nederland spreken we van een “zware verzilvering” vanaf het getal 90. De hiervoor gebruikte formule luidt: Er is 90 gram zilver gebruikt om door middel van elektrolyse aan te brengen/neer te doen slaan op 12 tafelcouverts (= 12 grote lepels en 12 grote vorken). Bepaald niet wetenschappelijk verantwoord, deze formule. Immers: de éne “grote vork” is de andere niet. De dikte van de verzilvering zal dikker zijn, wanneer de “grote vork” van een bepaalde ontwerper wat kleiner is dan de “grote vork” van een andere ontwerper… Hoe dan ook: de zilverlaag-dikte die bij deze verzilvering op de bestekdelen ontstond, is maatgevend geworden voor de Nederlandse verzilverings-industrie. Het getal 90 geeft een bepaalde minimale laagdikte aan en dit getal kan daarom ook op andere gebruiksvoorwerpen (lepeldoosjes… zoutstrooiers… etc.) worden aangetroffen. Meer informatie: http://www.gekopbestek.nl/contents/nl/d122.html Veel verzilverde voorwerpen die in de webwinkel worden aangeboden komen uit het buitenland. Bekende buitenlandse zilverhuizen zijn: Christofle (Parijs), Wiskemann (Brussel), WMF (Würtemberg) en Sheffield (U.K.). Hun wereldwijde faam hebben deze bedrijven vaak niet alleen te danken aan hun ontwerpen maar ook aan de verzilveringen. Door Wiskemann en Christofle werd gewerkt met een zilver-laagdikte van 120, 150, 180 en zelfs 200! Het resultaat: een schitterende diepe glans en een zeer rijke uitstraling! Bij Engelse verzilverde voorwerpen wordt vaak de term EPNS gebruikt. Deze afkorting betekent Electro Plated Nickel Silver. Dit is een verzilvering op een onder-materiaal dat bestaat uit een legering van 60% koper, 20% nikkel en 20% zink. Ook de term EPBM is regelmatig in verzilverde voorwerpen te zien. Deze afkorting betekent: Electro Plated Brittania Metal. Deze verzilvering is aangebracht op een onder-materiaal dat bestaat uit een legering van 92% tin, 6% antimoon en 2% koper. Ook voor de verzilverde voorwerpen geldt dat we (ongeacht of het om Nederlandse of buitenlandse artikelen gaat) zo veel mogelijk informatie geven over: .1. de herkomst van het voorwerp, .2. de naam van het zilverhuis waar het voorwerp is vervaardigd, .3. de dikte van de verzilvering van het voorwerp, .4. de stijl/periode van het voorwerp, .5. de functie van het voorwerp. “Hotelzilver”: “Hotelzilver” is een legering van ± 60% koper, ± 22% zink en ± 18% nikkel. De percentages van deze drie basismetalen kunnen onderling iets verschillen. “Hotelzilver” is een legering van onedele metalen en het eindresultaat is ook onedel. “Hotelzilver” is géén edelmetaal. Wanneer dit materiaal (waarvan Alpaca is de wettelijk voorgeschreven correcte benaming is) wordt gepolijst, krijgt het een fraaie, zilverwitte glans. “Hotelzilver is een massief metaal. Er zit geen verzilverings- of ander laagje (dat eraf kan slijten) op. Om die reden is het zeer geschikt voor intensief gebruik, bijvoorbeeld in hotels en restaurants. En daar dankt het de zeer ingeburgerde benaming “hotelzilver” aan. Bureau Verispect is een bedrijf dat, in opdracht van de Rijksoverheid (het Ministerie van Economische Zaken), het toezicht op de naleving van een aantal uiteenlopende wetten en regelgevingen verzorgt. Hieronder valt onder andere de Waarborgwet, de wet die: .1. ondernemers beschermt tegen oneerlijke concurrentie, en .2. consumenten beschermt tegen bedrog. In artikel 35 en 36 van de Waarborgwet wordt juist en onjuist taalgebruik betreffend (edel)metalen geregeld. Volgens de Nederlandse Wet mag de benaming “hotelzilver” niet gebruikt worden omdat hij misleidend is. Zie: http://www.verispect.nl/waarborgwet/reclame-uitingen-en-woordgebruik/item85 Om die reden vindt u in onze webwinkel bij de artikel-omschrijving steeds als eerste het correcte woord: Alpaca . Echter: omdat de term “hotelzilver” veel meer is ingeburgerd dan Alpaca, gebruiken we het correcte woord, aangevuld met tussen aanhalingstekens: “hotelzilver”. De verwarring wordt nog groter omdat in diverse ons omringende landen meerdere benamingen voor deze witte metaal-legering worden gebruikt. We noemen er enkele: Alfenide, argentaan, armeluiszilver, Berlijns zilver, Duits zilver, Maillechort, Metal Blanc, Nieuw-zilver, nikkelzilver en wit koper… Verschillende benamingen voor hetzelfde onedele materiaal: Alpaca. Vanaf nu bent u dus goed geïnformeerd: .1. “hotelzilver” is géén edelmetaal, .2. “hotelzilver” is niet (het synoniem van) verzilverd, .3. er zit géén zilver in de legering “hotelzilver”. En “Alpaca” is de officiële en wettelijk correcte benaming. December 2014, JCdVN Compagnie Culinaire, Middelburg: Oude, antieke en ongewone culinaire gebruiksvoorwerpen vinden een plaats in de (web)winkel van Compagnie Culinaire, gespecialiseerd in twee eeuwen Europese culinaire traditie.