Antwoorden H 2 Criminaliteit Vragen 1. Overtreding Max. één jaar hechtenis in huis van bewaring Alleen strafblad bij hechtenis of hoge boete (10 jaar) Poging tot-, en medeplichtigheid is niet strafbaar (dus als je alleen probéért om door rood te fietsen, ben je niet strafbaar) Klas 4 Misdrijf Zwaardere vrijheidsstraffen in gevangenis Altijd een strafblad (20 jaar) Poging tot, en medeplichtigheid is ook strafbaar 2. Het verschil is belangrijk voor een verdachte vanwege de maximale strafmaat en het feit dat je bij een overtreding meestal geen strafblad krijgt. 3. Overtreding, hechtenis, gevangenis. 4. Def 1: Alle gedragingen die bij de wet strafbaar zijn gesteld ( Uit H.1) Def 2: Alle misdrijven die in de wet staan omschreven (Uit H.2) Bij def. 1 ben je ook een crimineel als je een boete krijgt voor fietsen zonder licht. Dat is wat overdreven. 5.Twee soorten criminaliteit: a. Zware criminaliteit (bv. Beroving, witwassen van zwart geld, moord, verkrachting, enz.) b. Veelvoorkomende criminaliteit / ‘kleine’ criminaliteit (bv. Uitschelden agenten, meenemen van wapens naar school, winkeldiefstal, vernieling bushokjes) 6. Eigen mening. De veiligheid wordt door beide vormen op een andere manier bedreigd. Zware criminaliteit komt veel minder voor, maar als je er mee te maken krijgt is dat enorm ingrijpend. De gevolgen zijn vaak enorm. Veel voorkomende criminaliteit geeft heel veel mensen een heel onveilig gevoel. 7 Criminaliteit is een maatschappelijk probleem, omdat veel mensen er door getroffen worden, er veel verschillende meningen en belangen over bestaan en de politiek zich er mee bezig houdt. 8.a. 1. Materiële schade: schade die met geld en goederen te maken heeft (bv kosten voor het vervangen van een spiegel die van een auto getrapt is, kosten van winkeldiefstal, enz.) 2. Immateriële schade: gevolgen die niet in geld zijn uit te drukken (bv. Angst bij oude mensen om ’s avonds de deur open te doen, verlies van plezier in seks na verkrachting, enz.) b. Eigen mening (met argumenten). 9. Rechtse partijen willen criminaliteit vooral tegengaan door repressieve maatregelen, zoals meer politie en strengere straffen. 10. a. Veelvoorkomende criminaliteit komt vooral bij jongeren voor, omdat zij zich vaak nog niet bewust zijn van de gevolgen van hun handelen, risico’s minder goed kunnen inschatten en elkaar opnaaien. Als ze ouder worden, een relatie en een baan krijgen, gaat het meestal over. b. Slechte opvoeding door de ouders. c. Eigen mening (met argumenten!) 11. Als je later een baan wilt waarbij je een verklaring van goed gedrag nodig hebt krijg je die niet als je veroordeeld bent geweest. Ook loop je het risico om geen visum voor bepaalde landen te krijgen als je daar naar toe op vakantie wil. 12. a. Een recidivist is iemand die vaker dan één keer in de fout gaat. b. Veel jongeren stoppen met crimineel gedrag als zij een relatie en een baan krijgen. De linkse politieke visie sluit daar het meest op aan, want zij gaan er van uit dat, als de levensomstandigheden van mensen goed zijn, zij minder snel crimineel gedrag vertonen. 13. Crimineel of niet Strafbaar Misdrijf (M) J/N of overtreding (O) J O J O N J N.V.T. M J J M O Uitleg Gebruik van verdovende middelen op straat is verboden In de wet staat, dat vrouwen die zwanger zijn, niet om die reden ontslagen mogen worden. De rechter kan het bedrijf bijv. veroordelen tot betalen van een schadevergoeding Vanaf de jaren 70 is dit niet strafbaar meer Je kan weten dat een nieuwe fiets, die maar 25 euro kost, gestolen moet zijn. Je maakt je schuldig aan heling. Mishandeling is een misdrijf Onverzekerd rijden is een overtreding. 14 Cartoon a) Over het immateriële gevolg ‘angst onder ouderen’. Mensen durven ’s avonds de deur niet meer open te doen, uit angst slachtoffer te worden van een misdrijf. b) Omdat vooral ouderen bang zijn. Zij zijn veel kwetsbaarder. 15. Waar of niet waar Waar (W) of Uitleg niet waar (NW) W NW Zij zijn moeilijk op te sporen. NW Hieronder vallen de minder ernstige misdrijven, zoals winkeldiefstal en graffiti. NW Vooral jongeren tussen de 16 en 23 jaar oud. NW Inbraak is een vorm van zware criminaliteit W W W Vroeger heette dat “een strafblad”. NW Eén op de vier mensen heeft last van veelvoorkomende criminaliteit. 16. Mislukte overval a. In dit artikel is sprake van een misdrijf. b. Deze gebeurtenis komt in de statistieken, omdat zware criminaliteit altijd gemeld wordt. c. De ober is net strafbaar, omdat hij proportioneel geweld heeft gebruikt bij een overvaller die dreigde met een vuurwapen. 17. Welk woord ontbreekt? 1. Immateriële 2. Preventieve 3. Materiële 7. Politieke agenda 4. Sociaal 5. Rechtsgevoel 6. Eigenrichting 8. Repressie 18. Links of rechts? 1. R 2. L 3. R 4. R 5. L 19. Wat hoort bij elkaar? Groep 1: Sociaal probleem Onrechtvaardigheid Slapeloze nachten Onveiligheidgevoelens Angst Groep 2: Preventieve maatregelen Werkgelegenheid verbeteren Onderwijs verbeteren Cameratoezicht Straatverlichting Groep 3: Materiële schade Hoge verzekeringspremies Kosten gestolen goederen Loonkosten bewakers Bouwkosten gevangenissen 20. Jongens en meisjes a. Socialisatie is een ander woord voor opvoeding (en dan niet alleen door ouders). Jongens worden anders opgevoed dan meisjes. Zij mogen meer, stoer gedrag wordt gestimuleerd, gevoelens spelen een kleinere rol, spelen vaker met agressief speelgoed en jongens hoeven zich minder goed in anderen te verplaatsen dan meisjes. Hierdoor vertonen ze vaker crimineel gedrag en voelen ze zich minder snel schuldig. b. Ja, ze heeft verschillende keren een criminele daad verricht, ook na waarschuwingen. c. Eigen mening (met argumenten!) Begrippen: Overtredingen: Minder ernstige strafbare feiten. Misdrijven: Ernstige strafbare feiten Huis van Bewaring: Waar mensen in hechtenis zitten na een veroordeling voor overtredingen. Zij zitten hier maximaal één jaar. Hechtenis: Vrijheidsstraf voor een zware overtreding, maximaal één jaar in een huis van bewaring. Criminaliteit: Alle misdrijven die in de wet staan omschreven. Zware criminaliteit: De heel ernstige vormen van criminaliteit, zoals moord, verkrachting, mensensmokkel en de georganiseerde misdaad. Georganiseerde misdaad: Misdaden gepleegd door criminele bendes, die vaak internationaal werken en een uitgebreid netwerk hebben. Veelvoorkomende criminaliteit: Kleine criminaliteit, minder ernstige criminaliteit die wel vaak voorkomt, zoals winkeldiefstal, voetbalvandalisme, enz. Maatschappelijk probleem: Een probleem waarbij veel mensen betrokken zijn, er veel verschillende meningen en belangen zijn en waar de overheid/politiek zich mee bezig houdt. Sociaal probleem: Een probleem waar de samenleving als geheel last van heeft. Eigenrichting: Dat mensen voor eigen rechter gaan spelen. Zij nemen zelf wraak. Rechtsgevoel: Je gevoel voor wat rechtvaardig is en wat niet. Materiële schade: Schade die met geld en goederen te maken heeft. Immateriële schade: Gevolgen van criminaliteit die niet in geld zijn uit te drukken, zoals angstgevoelens, verdriet, gevoel van onveiligheid. Politieke agenda: De politiek gaat praten over een maatschappelijk probleem. Zo komt het op de agenda (van de vergadering). Preventieve maatregelen: Maatregelen die criminaliteit kunnen voorkómen, zoals goed onderwijs, bestrijden schooluitval, banenplannen. Repressieve maatregelen: Maatregelen die achteraf genomen worden, zoals strenger straffen. Recidivist: Iemand die meerdere keren een crimineel feit begaat.