Voeding en gedrag edragskliniekInfo|04 Faculteit Diergeneeskunde Gedragskliniek voor Dieren Mei 2012 r e dac t i o n e e l G E D R AGS K L I N I EK Info pa p eg a a i e n openingstijden Beste lezer, G E D R AGS K L I N I EK Consultdagen V oor u ligt alweer de vierde nieuwsbrief van de Gedragskliniek voor Dieren. Deze keer is het onderwerp voeding en gedrag. Een onderwerp waar veel discussie over is. Wij wensen u weer veel leesplezier en mocht u onderwerpen hebben voor toekomstige nieuwsbrieven dan horen wij dat graag! Voeding en gedrag bij papegaaien C o n s u lt dag e n h o n d e n k at: Dinsdag van 8.15 – 14.15 uur Telefonisch spreekuur: maandag en donderdag tussen 12.30 – 13.00 uur T 030-2534784 E [email protected] Met collegiale groeten, H e t t e a m va n d e G e d r ag s k l i n i e k vo o r D i e r e n Het belang van goede voeding bij het voorkomen van C o n s u lt dag e n gezondheidsproblemen is al vele jaren een vaststaand feit, zowel pa p eg a a i : Maandag t/m vrijdag van 9.00 – 11.30 uur bij de mens als bij het dier. Ook bij papegaaien is een duidelijke link gelegd tussen gebrekkige voeding en optreden van ziektes. Voorbeelden hiervan zijn het optreden van schimmelinfecties in Telefonisch spreekuur: elke werkdag tussen 13.30-14.30 uur T 030-2531799 E [email protected] de luchtwegen als gevolg van hypovitaminose A, het optreden van ‘epileptiforme aanvallen’ bij grijze roodstaart papegaaien als gevolg van hypocalcemie en het optreden van atherosclerose als gevolg van voeren van te vette voeding. V Universiteitskliniek voor gezelschapsdieren Adres: Yalelaan 108 3584 CM Utrecht www.uu.nl/diergeneeskunde/ gedragskliniek V.l.n.r.: Isabelle van Eijk (dierenarts), Valerie Jonckheer-Sheehy (dierenarts), Matthijs Schilder (gedragsbioloog), Nienke Endenburg (psycholoog), Yvonne van Zeeland (dierenarts) en Claudia Vinke (gedragsbioloog). G E D R AGS K L I N I EK Folders en mapjes es ur ced pro / Op EEN rIj van to’s f fo en/o . dier ijk in uw ogel sult. van rag rig m gscon u ed g ra wke leem nau het ged prob den. r ig en n het ie bie volled mee naa va e en n an rmat e zo at d doe e mak de info lt u dez deze d al d n gev sult nam tu Vu con eo)op aanvulle enlijst. d, neem ieder oor n het n (vid ag de d rg in on . . Zo aan uis ee eriaal kau een vr cent st regen orden men th re t ek raf at sw te ko ven voo kunt u beeldm ontvang staat of hebt g lt Te u d su lt ie oer nt arts dier. ken. Dit elijk con t ku n mog geving. et consu medicat dieren het aan. van uw bespro uitgev CONTA de r a W Indie om gen naa eeg rag CTGEG n h t op en rden n uw derlig eden uden, m et ged ekeken tjes wo EVEN • zijn leef aand aa d of ka ie u va insl l on S/G on ten d gez igho naar h eriaal b ragstes rafg tuee men EDrA en Voo uw h n elijk r bez t sa at ed even GsklI • Indien docum mog et die gedaa eeldm eke g om word NIEk el s s ts ifi h b ag al ve en VOOr • Even . renar met navra racht le spec sult et zo rvolg roken DIErEN Voor n die con om m meest reid eegeb enke f en ve esp r ee de be het aan ch het t uitgeb tueel m nnen on o teld et u b doo brief hand zi ku e lefo li rd . ens en u erd t ges id m en he eling van . Uit gsk ierg de te Tijd Wij rad eden die sult wo en ev robleem renarts uitgevo verw eft van word gebre : dra eit D ecten ellen d. via n ie uw di van uw ho ijs nose t uit men Ge • gezinsl het co enlijst ragsp f de d wordt iek, Gedra brief van erenar nd of diag it word ag de facult lle asp nose st estem ed e o klin dt. s roble g e ek vr e p gscons uw ts D d en e ie ka ig In e et zo a fg D . . b g d Voo t is a dieren de nd op vergoe uld Tijd nh der ld. ing ulten lgen an en wij de dia ier is sult t nazorg • u ingev lijk va sdesku ijk on ellen. afrond pgeste arts ec r de beha het nood vo d do v n ui e tg co e d n or en za evoe o eu rag amel st te st een dier o a. d anke ort men rd do hter niet ndeling va kelijk da kele kun een g p uw is Afh e ged lich U kunt va tot et o. ensen verk herap no huisd or o roble • door d emeen lemen en we uw hu nm een edragst ierver de Ged odzakelij n uw pape t u een ve wij ifiek van ma een afspra via ragsp ënte /of m s alg prob kom n voor ra c ee n rw zeke ak ma gaai org kale g andag pati ren en e lgen uurt n ged Een en spe ringe gskliniek k! la is een ijst/m vri ken via de ie elen lt naz of lo n. • medisch e stapp andelp rd aa voor Vervo eelt, d jdag tu and naar d rag onsu narts Cons atee sp Diere cht. ssen 8:0patiëntenad ed beh dez beh ultdag ragsc diere erzo wat er n wor gerel Na u een Wij agressie atig g ss d 0 en 16 ministra ed en ho Telef n g en o en n den • met g on tie gm nd en :45 uu stre lem atig nagaa • a het w ei Tel.n isch spre kat: r, tel.nr van gezelsc dwan en en eid prob r.: 03 sult dt n at u ragsm en ha .: 030st h • ijke 0-2534 ekuur: ma dinsdag va n ged kunn con iek bieogelijk d ang ndelijk it 253941 psdieren. anda n 8:1 amel 784 | lt? te als sele Zij zijn lin te • het 1 m lich e-mail g en dond 5 - 14:15 Cons onzi activi rschijn zijn nsu amelijk keurig bereikb Na edragsk is het ele ultdag : gedra erd uu er sco w • aar G en pa Telef ghondk ag tussen r hyp entie ve nnen ij eventu rag el lich nau De l. Ook on pega ku at.dgk@ 12:30 • ged lt zow ing. Om ai: wo mai Tel.n isch spre dem alleen elen w n 13 euu e r.: 03 ekuu en su :00 d el .nl • sdag uur 0-2531 r: niet behan ns e scon and 799 | elke werkd en vrijdag • jde gedrag ere beh ai ag e-mail va ook Univer r ti ega : gedra tussen 13 n 13:30 • rt e s een verd ur. 16:30 :30 www. siteitsklin gpapeg Pap lukken beu jden u de half u uur uu.nl/d iek vo aai.dgk - 14:30 uu np t ge rdt ti met der or ierge r drag @uu.nl Vere king Wa dier wo samen eveer an neesku gezelsc el ge min nde/ge hapsdi ksue w en we ong lfver U se Ze er lt dragsk ig en al U kunt rmat liniek | adres: Ya bep te consu gratis Ove lelaan parke eers 108 | ren bij Kat e 3584 de Un Cm Ut essi iversitei Agr recht s tskliniek shui st voor Ge ) Ang nnen atig zelscha n bi rm se ve psdieren plas en (o . tlikk ond Munste rlaan aan H Yalel aan 10 P Unive rsiteit s Klinie k Paa rd Jenalaa n an 8 P EN DIEr hUIs bIj N E Em Obl spr rAG GED N VA Vach entie Dem e essi n) rtjage DhD st . staa it/A Ang (b.v tivite drag erac hyp ig ge gmat an w D entie Dem Agr DIERG EN DE ENEESK PT. DI UND E ER IN WET / DEPT. GE ENSC HAP NEESKUND GEDR EN M AATS E VAN GE CHAP ZELS mET U AGSPRO PIJ CHAP SDIER B EN pApEG W hOND, LEMEN k AAI? AT OF FO D IN dd _3.in 2010 iek_ klin rags Ged edrags klinie k EN ElD rbE VOO UNIVE RS GEZEL ITEITSKLI NIE SCHA PSDIER K EN Yalel I GAA E pAp DGK ~G E s­ rag er ged aar j lijk , m r bi h oge elend rvoo res. k/ m a ie v d t in eef g ver nt da iste a skl aG r ih e u dr gaa at e U b et j Ge n ape k is d oen. aan h rtse erking a p n w re of urlij te d ren die men en at sa en n , k Natu s aan r Die gen nieke n kun at u nd e d holo ho en. el iet voo syc r deze oeken lplan p , e w d rz oo en U blem al w niek log en. D onde behan i sbio m n pro eest agskl rag w sam blee u ee d e t u ro jg sp na ng is mGedr rke unde edrag lijk kri e k w eesk het g inde de n e nie T EN , kA OND r zijn folders met informatie over de Gedragskliniek voor Dieren beschikbaar voor eigenaren. Deze folders zijn kosteloos te bestellen door een email te sturen naar [email protected] Voor het bewaren van nieuwsbrieven zijn bewaarmapjes beschikbaar. Mocht u één of meerdere van deze bewaarmapjes willen hebben dan kunt u deze ook op bovenstaand email adres bestellen. Limaa promo 2 3 2-10 07-1 11:3 oeding speelt echter ook een belangrijke rol bij het gedrag van dieren, en in het bijzonder bij diersoorten (zoals papegaaien) die (nog) niet gedomesticeerd zijn. Bij deze diersoorten zijn nog veel (gedrags) overeenkomsten aanwezig tussen individuen die in gevangenschap leven en hun wilde soortgenoten.Vooral foerageergedrag (het geheel aan gedragingen dat gericht is op het zoeken, manipuleren en consumeren van voedsel) neemt hierbij een belangrijke rol in. Uit observaties in het wild is bekend dat papegaaien in de natuur ca 5-8 uur per dag bezig zijn met het vergaren van voedsel (fourageren). In gevangenschap is het voedsel echter vrijwel altijd vrij beschikbaar in een voerbakje, waardoor de tijd die besteed wordt aan foerageren gereduceerd wordt tot ca 1 uur (ongeacht of pellets of zaden gevoerd worden). In sommige gevallen kan de foerageertijd zelfs gereduceerd zijn tot slechts een half uur per dag. Het gebrek aan mogelijkheden om foerageergedrag in gevangenschap uit te oefenen kan vervolgens ertoe leiden dat de behoefte om te foerageren en manipuleren met de snavel wordt omgericht naar het verenkleed, met verenplukken tot gevolg. Het toepassen van methoden om dit foerageergedrag te stimuleren kan een belangrijk aangrijpingspunt zijn voor het voorkomen of behandelen van verenplukken. Het aanbieden van zgn. foerageerverrijking (speelgoed waarin voer verstopt kan worden en waarbij de papegaai moeite moet doen om het voer te bemachtigen) is hiervan een voorbeeld. Onderzoeken uitgevoerd door Meehan et al. (2003) en Lumeij & Hommers (2008) hebben aangetoond dat het verstrekken van dergelijke foerageerverrijking zowel een preventief als therapeutisch effect heeft op verenplukken. Het aanbieden van extra foerageermogelijkheden kan dus een duidelijke bijdrage leveren aan het vervullen van de foerageerbehoefte van papegaaien en het verbeteren van het welzijn van in gevangenschap gehouden vogels. Op de Faculteit Diergeneeskunde wordt momenteel onderzoek verricht naar foerageerverrijking, o.a. om vast te stellen of de huidig beschikbare, commerciële foerageerverrijking voldoende effectief is om in de foerageerbehoefte van papegaaien te voorzien. G GD INF O Ge dragsk liniek_ 2010 d r s . Y. R . A . va n Z e e l a n d _3.ind d 1 2 | Gedragskliniek Info | mei 2012 3 | Gedragskliniek Info | mei 2012 07-12 -10 11:33 vo e d i n g G E D R AGS K L I N I EK Voeding en gedrag De hoofdstukken in de handboeken over gedragsproblemen en de verbanden tussen voeding en gedrag zijn niet van een enorme omvang, maar ongetwijfeld krijgt elke dierenarts regelmatig vragen over coprofagie of misschien wel pica. Ook voedselovergevoeligheden kunnen soms leiden tot gedragsproblemen, waaronder bijvoorbeeld hyperactiviteit. In deze nieuwsbrief zullen we nader aandacht besteden aan enkele eet- en voedselgerelateerde gedragsproblemen, waarbij aanleidingen en oorzaken systematisch voor u op een rij worden gezet. Ook zal een aantal algemene adviezen aan de hand gedaan worden voor een eerste aanzet om deze problemen te behandelen. Co n s u m p t i e f g e d r ag e n a p p e t i t i e f g e d r ag De motivaties en gedragingen rondom voeding en eten kunnen worden onderscheiden in een appetitief deel, het moment van voedsel zoeken, en een consumptief deel: het daadwerkelijke consumeren van voedsel. Huisdierbazen zien met name nog wel eens het eerste onderdeel over het hoofd. Wij zijn immers zo gewoon onze huisdieren een bak met voer kant-en-klaar voor de neus te zetten. Ondertussen is echter uit wetenschappelijk onderzoek overduidelijk naar voren gekomen dat dieren graag willen werken voor de kost. Meer aandacht voor appetitief gedrag Het vervullen van de appetitieve fase is voor elk dier in feite een doel op zich en het uitvoeren van het gedrag heeft een belonende waarde in zich. Veel gedragsafwijkingen, zoals de stereotiepe gedragingen bekend bij landbouwhuisdieren in de intensieve houderij of bij dierentuindieren, 5 | Gedragskliniek Info | mei 2012 vinden hier hun grondslag. Voor ons een goede boodschap dat we ook bij onze huisdieren wat meer aandacht moeten besteden aan het appetitieve onderdeel van het eetgedrag. Dus het voedselzoekgedrag ofwel foerageren. Dit kan door het aanbieden van voldoende lichaamsbeweging, zowel binnen als buiten, voldoende afleiding geven (speuren), voedselverrijking (b.v. voerspelletjes) aanbieden en spelgedrag stimuleren. Sommige individuen hebben daarnaast ook een grote behoefte aan kauwen. Co p r o p h ag i e Een opvallend eet- en voedsel gerelateerd gedragsprobleem bij honden is coprophagie, of wel het consumeren van ontlasting. Bekend is dat teven de ontlasting van hun pups opeten in het nest. Ook pups kunnen nog weleens speels wat ontlasting ophappen, maar dit zal normaliter uiteindelijk verdwijnen. Alles wat buiten deze categorieën valt, wordt betiteld als afwijkend of abnormaal. Wells en Hepper publiceerden in het jaar 2000 een prevalentie van 12,9% van de hondenpopulatie in Ierland voor dit gedragsprobleem en uit onderzoek door van der Borg et al. in Nederland bleek dat zo’n 45% van de ondervraagde eigenaren een vorm van coprofagie bij hun hond zag. Coprophagie komt waarschijnlijk veel vaker voor dan bekend Vermoedelijk komt dit probleemgedrag dan ook vaak voor, maar zal het niet altijd gemeld worden en dientengevolge ook niet geregistreerd. Veel eigenaren vinden de coprophagie namelijk wel smerig, maar vaak ook weer niet zo problematisch dat ze er speciaal voor langs komen bij de dierenarts of gedragstherapeut. Bij honden onderscheiden we twee hoofdtypen: de hond die de ontlasting van honden eet (intraspecifieke coprophagie) en de hond die ontlasting eet van andere diersoorten, bijvoorbeeld van paarden, schapen, katten, konijnen, etc. (interspecifieke coprophagie). Bij de intraspecifieke coprophagie is er nog een onderscheid te maken tussen honden die exclusief hun eigen ontlasting verorberen (auto-coprophagia), en de honden die zich hebben gespecialiseerd op de faeces van andere honden (allo-coprophagia). Soms lijken de voorkeuren ook te liggen in de consistentie van het product: hard, zacht, brokkelig of liever bevroren. Slecht verteerde ontlasting van bijvoorbeeld honden met maag/ darmproblemen wordt vaak ook erg aantrekkelijk gevonden. Aan coprophagie kunnen medische oorzaken ten grondslag liggen zoals maagdarmproblemen, EPI (exocriene pancreas insufficiëntie) en andere oorzaken van polyphagie. Bij honden die commercieel voer krijgen, speelt een deficiënte voeding eigenlijk nooit een rol. Wel kan een plotselinge voerverandering (b.v. van vers vlees naar brokken) in sommige gevallen leiden tot coprofagie. Mogelijk komt dit door de plotselinge consistentie verandering van het voer. Een hond langzaam overwennen op een nieuw dieet of het (tijdelijk) extra verstrekken van blikvoer kan dan helpen. Maar ook puur gedragsmatige redenen en aspecten kunnen een rol spelen bij het ontstaan van dit probleemgedrag. Denkt u hierbij aan verveling (te weinig uitlaten), aandacht vragen van de baas en zodoende in een later stadium aangeleerd gedrag, maar ook stress in de leefomgeving, waarvan de dieperliggende oorzaak achterhaald moet worden. Het is wel te adviseren om iets aan coprophagie te doen, want het gedrag kan risico’s met zich mee brengen: een hoger risico voor de hond op bepaalde infecties (o.a. spoelwormen, brillendoosjesgist) of intoxicatie (door ontwormingsmiddelen in bijvoorbeeld paarden- en schapenmest). De inzet van een therapeutisch traject is natuurlijk afhankelijk van de oorzaak, maar geadviseerd wordt te starten met het uitsluiten van medische en voeding aspecten. pica: een abnormale behoefte voor het aanvreten of zelfs verorberen van niet-eetbare dingen. Het is niet abnormaal dat puppies en kittens de neiging hebben objecten met de bek te exploreren. Soms wordt er ook wel eens wat doorgeslikt. Op latere leeftijd verdwijnt dit gedrag normaal gesproken. Pica kan het gevolg zijn van medische problemen. Het wordt gezien bij honden en katten met maag/ darmproblemen en EPI. Pica bij deze aandoeningen wordt niet alleen veroorzaakt door een verhoogde eetlust, maar ook door misselijkheid. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in het eten van hoogpolig tapijt (mogelijk als alternatief voor gras), maar ook wel van de eigen vacht! Andere aandoeningen die misselijkheid Mijn kat heeft zelfs gaten in mijn trui gelikt veroorzaken kunnen dus ook pica veroorzaken. Daarnaast wordt bij misselijkheid ook wel likken aan de muren en de grond gezien. Pica als gevolg van voer deficiënties komen in Nederland eigenlijk niet voor bij dieren die commercieel verkrijgbaar en dus compleet voer krijgen. Anders is dit bij dieren die nietgebalanceerde zelfbereide diëten te eten krijgen. In deze gevallen zou pica mogelijk wel een uitingsvorm van deficiënte voeding kunnen zijn. Het is dan ook raadzaam om bij een dier met Pica ook een voedingsanamnese af te nemen.Verder wordt pica (en dan met name gericht op stenen, cement, aarde e.d.) nog wel eens gezien bij dieren met anemie. Pica Eén van de meest merkwaardige eet- of voedsel- gerelateerde gedragsproblemen is misschien wel 6 | Gedragskliniek Info | mei 2012 Medische oorzaken van pica, zoals EPI, anemie, maag/darmproblemen en andere aandoeningen die misselijkheid veroorzaken, moeten worden uitgesloten. Kunnen medische- en voedingsoorzaken niet worden achterhaald dan houden we een gedragsprobleem over.Verveling, stress en aandachtvragend gedrag kunnen er aan ten grondslag liggen. Daarnaast kan er sprake zijn van object competitie. Denk bijvoorbeeld aan een hond die een sok inslikt op het moment dat de eigenaar deze wil afpakken. Ook kan er sprake zijn van echt dwangmatig gedrag. Een voorbeeld hiervan is het dwangmatig wollikken wat bij katten wordt gezien. Maar wees ook alert op het feit dat pica kan voorkomen bij de ouder wordende hond ten gevolge van dementie. Het zal duidelijk zijn dat er altijd moet worden ingegrepen bij het optreden van pica. Elke dierenarts heeft wel röntgenfoto’s en echobeelden waarop te zien is dat een hond of kat stenen, sokken, potloden en andere niet eetbare goederen heeft ingeslikt. Een operatie bij pica is vaak urgent, omdat het levensbedreigend kan zijn. A dv i e z e n b i j co p r o fag i e e n pica Zowel coprophagie als pica zijn hardnekkige problemen om aan te pakken. De eerste stap is het treffen van voorzorgsmaatregelen: nooit zonder supervisie, het vermijden van de risicovolle plekken, schoonmaken, of het weghalen van de geprefereerde materialen of ontlasting, want voorkomen is beter dan genezen. Voor sommige honden is een (op juiste wijze aangeleerde) muikorf soms (tijdelijk) noodzakelijk. Gelijktijdig kunnen ook managementmaatregelen worden getroffen, zoals voldoende activiteit en afleiding geven, een verhoogde voerfrequentie en een variatie aan (voedsel)verrijking en veilige kauwmaterialen aanbieden. Wat betreft coprofagie zijn er gevallen bekend waarin het geven van eierkoeken en ananas aan een hond het eten van de eigen ontlasting verminderde, echter wetenschappelijk onderzoek levert hiervoor geen harde bewijzen en we moeten dit voorlopig verwijzen naar het niveau der anekdotes. Voor het gedragstherapeutische traject begint men bij voorkeur met appèl- en aandachtstraining (in een risicoloze omgeving): de baas moet weer super interessant worden voor de hond. Geef aandacht bij gewenst gedrag en negeer foutief gedrag (indien dit geen gevaar oplevert). Wees daarbij altijd uitermate consequent. Indien er sprake is van stress moet er geprobeerd worden de oorzaak hiervoor te achterhalen en een oplossing worden gezocht. Indien nodig kunnen er stressreducerende hulpmiddelen c.q. medicatie worden ingezet. Eventueel kunnen de door het dier zo felbegeerde eet-objecten of ontlasting aversief worden gemaakt door er een vieze smaak aan toe te voegen (taste aversion). Echter de motivatie om dit soort gedrag te vertonen is soms zo hoog dat dit menig individu niet zal deren. In het advies om een citronella halsband (Master plus, Spray Controller) te gebruiken zijn wij zonder deskundige begeleiding zeer terughoudend. Indien het gedrag echt dwangmatig 7 | Gedragskliniek Info | mei 2012 is geworden, kan er soms besloten worden tot het gebruik van ondersteunende psychofarmaca om het gedrag te doorbreken. Vo e d s e lov e r g e vo e l i g h e i d Dan een probleem van een iets andere orde. Met regelmaat komen wij op de Gedragskliniek voor Dieren honden tegen die wat actiever of reactiever zijn dan de eigenaar normaal is. Sommige dieren blijken dat vaak al van pup af aan te zijn. Maar al te vaak komen we bij doorvragen naar medische problemen mogelijke aanwijzingen tegen voor voedselovergevoeligheid. Hierbij moet gedacht worden aan maag/darmklachten en huidklachten die soms duidelijk aanwezig zijn, maar soms ook zeer subtiel (zoals het meer dan drie keer per dag ontlasten). Ook humaan is bekend dat hyperactiviteitverschijnselen soms gelieerd lijken te zijn aan het dieet (ADHD literatuur). Humaan zijn onder andere suikers en eiwitten genoemd en beschreven. Helaas is hierover bij dieren bijzonder weinig bekend. Uiteraard kan een zelfbereid eliminatiedieet toegepast worden om de effecten hiervan te observeren op het gedrag. Het wordt echter afgeraden een zelfbereid eliminatiedieet bij dieren in de groei toe te passen, daar deze zelfbereide voeders deficiënt zijn, en bij jonge honden tot botontwikkelingsproblemen kunnen leiden. Na het zelfbereide eliminatiedieet, dat maximaal 12 weken mag worden toegepast, of indien een eigenaar absoluut niet bereid is tot het zelf bereiden van maaltijden, kan besloten worden tot een commercieel vervaardigd compleet hypoallergeen dieet met gehydrolyseerde eiwitten. Bij sommige individuen hebben wij rigoureuze veranderingen in hun activiteitenpatroon gezien, vaak dusdanig dat voor de eigenaar het gedragsprobleem is opgelost. D r . C l au d i a V i n k e & D r s I s a b e l l e va n E i j k Met dank aan dr. Esther Plantinga van de afdeling Voeding, UKG. Literatuur (vermelding op site Gedragskliniek) Certipet G E D R AGS K L I N I EK Doorverwijzen naar een lokale diergedragstherapeut Professionalisering van een beroepsgroep Ongetwijfeld ziet u als dierenarts huisdieren met gedragsproblemen in uw behandelkamer. Sommige dierenartsen geven hierover zelf advies, anderen verwijzen liever door naar een lokale diergedragstherapeut. De vraag borrelt dan op, Naar wie kan ik betrouwbaar doorverwijzen?, want diergedragstherapeut is geen beschermd beroep en er is helaas veel wildgroei in deze discipline. Bij de Gedragskliniek voor Dieren aan de Faculteit Diergeneeskunde hebben we hetzelfde probleem. Ook wij willen soms samenwerken met een lokale diergedragstherapeut om het succes van een gedragstherapeutisch traject door aan-huis-begeleiding optimaal te laten verlopen. Wij zijn immers niet ambulant. Maar er zijn ook vele goedgeschoolde en professionele diergedragstherapeuten, en om deze groep beter herkenbaar te maken, is vorig F o to w e d s t r i j d jaar Stichting Certipet opgericht. De stichting is een initiatief van de Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht en Wageningen Universiteit en is opgericht naar voorbeeld van enkele Europese initiatieven, waaronder de ASAB (the Association for the Study of Animal Behaviour) en ATBC (Animal Training & Behaviour Council). Voor kwaliteitsbewaking hanteert Stichting Certipet een accreditatiesysteem voor individuen gebaseerd op criteria ten aanzien van vooropleiding (minimaal HBO/ Bachelor), gedetailleerde kennis- en vaardigheidseisen, beroepshouding, en minimale jaarlijkse bijscholing, case load en werkzame uren binnen het vakgebied. De kandidaten moeten gelieerd zijn aan een praktijk of instelling die aangesloten is bij de KvK. Accreditatie vindt plaats gebaseerd op een dubbelblind peer review beoordelingsysteem, zoals we bekend zijn in de wetenschap. De stichting heeft ook een klachtenprocedure. Momenteel zijn diergedragstherapeuten die tot het professionele netwerk willen behoren hard bezig met een accreditatie bij Stichting Certipet. Een altijd actuele lijst van geaccrediteerden staat op www.certipet.org. G E D R AGS K L I N I EK Goed gezien! Fotowedstrijd diergedrag Leuke foto’s maken van diergedrag is geen makkelijke opdracht. Het zijn maar momentopname en dan mag het ook nog toeval heten als je juist je camera op zak hebt. Toch is een aantal lezers van onze Infobrief erin geslaagd een paar bijzondere foto’s door te sturen, en in dit meinummer maken we de winnende foto officieel bekend. Onze jury heeft de prijs toegekend aan DAP Bogaerts te Helmond. Op de foto zien we de hond des huizes 8 | Gedragskliniek Info | mei 2012 die zijn ogen weg draait omdat de kat des huizes in zijn kielzog staat met opgezette rug en staart. De familie Bogaerts koos voor de rondleiding en zij kwamen zodoende in maart op bezoek bij de Gedragskliniek voor Dieren, Faculteit Diergeneeskunde. Wij willen de familie Bogaerts van harte feliciteren en we hopen dat ze een leuke dag hebben gehad bij ons op de faculteit!