Infobrief Gedragskliniek 04

advertisement
Voeding
en gedrag
edragskliniekInfo|04
Faculteit
Diergeneeskunde
Gedragskliniek
voor Dieren
Mei 2012
r e dac t i o n e e l
G E D R AGS K L I N I EK
Info
pa p eg a a i e n
openingstijden
Beste lezer,
G E D R AGS K L I N I EK
Consultdagen
V
oor u ligt alweer de vierde nieuwsbrief van de Gedragskliniek
voor Dieren. Deze keer is het onderwerp voeding en gedrag.
Een onderwerp waar veel discussie over is. Wij wensen u weer
veel leesplezier en mocht u onderwerpen hebben voor toekomstige
nieuwsbrieven dan horen wij dat graag!
Voeding en gedrag
bij papegaaien
C o n s u lt dag e n
h o n d e n k at:
Dinsdag van
8.15 – 14.15 uur
Telefonisch spreekuur:
maandag en donderdag
tussen 12.30 – 13.00 uur
T 030-2534784
E [email protected]
Met collegiale groeten,
H e t t e a m va n d e G e d r ag s k l i n i e k vo o r D i e r e n
Het belang van goede voeding bij het voorkomen van
C o n s u lt dag e n
gezondheidsproblemen is al vele jaren een vaststaand feit, zowel
pa p eg a a i :
Maandag t/m vrijdag van
9.00 – 11.30 uur
bij de mens als bij het dier. Ook bij papegaaien is een duidelijke
link gelegd tussen gebrekkige voeding en optreden van ziektes.
Voorbeelden hiervan zijn het optreden van schimmelinfecties in
Telefonisch spreekuur:
elke werkdag tussen
13.30-14.30 uur
T 030-2531799
E [email protected]
de luchtwegen als gevolg van hypovitaminose A, het optreden
van ‘epileptiforme aanvallen’ bij grijze roodstaart papegaaien als
gevolg van hypocalcemie en het optreden van atherosclerose als
gevolg van voeren van te vette voeding.
V
Universiteitskliniek voor
gezelschapsdieren
Adres: Yalelaan 108
3584 CM Utrecht
www.uu.nl/diergeneeskunde/
gedragskliniek
V.l.n.r.: Isabelle van Eijk (dierenarts), Valerie Jonckheer-Sheehy (dierenarts), Matthijs Schilder (gedragsbioloog), Nienke Endenburg (psycholoog),
Yvonne van Zeeland (dierenarts) en Claudia Vinke (gedragsbioloog).
G E D R AGS K L I N I EK
Folders en
mapjes
es
ur
ced
pro
/ Op
EEN
rIj
van
to’s
f fo
en/o
.
dier
ijk in
uw
ogel sult.
van
rag
rig m gscon
u
ed
g
ra
wke
leem
nau het ged
prob den.
r
ig en
n het ie bie volled mee naa
va
e
en
n
an
rmat e zo
at d
doe e mak de info lt u dez deze d
al d
n
gev
sult nam
tu
Vu
con eo)op aanvulle enlijst. d, neem
ieder
oor
n
het n (vid
ag
de d
rg in
on
.
. Zo
aan uis ee eriaal kau een vr cent st regen
orden
men
th
re
t
ek
raf
at
sw
te ko
ven
voo kunt u beeldm ontvang staat of hebt g
lt
Te
u
d
su
lt
ie
oer
nt
arts
dier. ken.
Dit
elijk
con
t ku n mog geving. et consu medicat dieren
het aan. van uw bespro uitgev
CONTA
de
r
a
W Indie om
gen
naa eeg rag
CTGEG
n h t op
en
rden
n uw
derlig
eden uden, m et ged ekeken tjes wo
EVEN
• zijn leef aand aa d of ka ie u va
insl
l on
S/G
on ten d
gez igho naar h eriaal b ragstes
rafg
tuee
men
EDrA
en
Voo uw h
n
elijk r bez
t sa
at
ed
even
GsklI
• Indien docum
mog et die gedaa eeldm eke g
om
word
NIEk
el
s
s
ts
ifi
h
b
ag
al
ve
en
VOOr
• Even
.
renar
met navra racht le spec
sult et zo
rvolg roken
DIErEN
Voor
n die
con om m meest reid eegeb enke
f
en ve esp
r ee
de be
het aan ch het t uitgeb tueel m nnen
on o
teld et u b
doo
brief
hand
zi
ku
e
lefo
li
rd
.
ens en u
erd
t ges id m
en
he
eling
van . Uit
gsk
ierg
de te
Tijd Wij rad eden die sult wo en ev robleem renarts uitgevo
verw eft van
word gebre
:
dra eit D ecten ellen d.
via
n
ie
uw di van uw ho
ijs
nose t uit
men
Ge
• gezinsl het co enlijst ragsp f de d wordt
iek,
Gedra brief van
erenar
nd of
diag it word
ag
de facult lle asp nose st estem
ed e o
klin dt.
s
roble
g
e
ek
vr
e
p
gscons
uw
ts
D
d
en
e
ie
ka
ig
In
e
et
zo
a
fg
D
.
.
b
g
d
Voo
t is
a
dieren
de
nd
op
vergoe
uld
Tijd
nh
der
ld.
ing
ulten
lgen
an en wij de dia ier is
sult t nazorg
• u ingev lijk va sdesku ijk on ellen. afrond pgeste
arts ec r de beha het nood
vo
d do
v
n
ui
e
tg
co
e
d
n
or en
za
evoe
o
eu
rag amel st te st een dier o
a. d
anke
ort
men
rd do hter niet ndeling va kelijk da
kele
kun een g p uw
is
Afh e ged lich
U kunt
va
tot
et o. ensen
verk herap
no
huisd
or
o
roble
• door d emeen lemen en we uw hu
nm
een edragst
ierver de Ged odzakelij n uw pape t u een ve
wij ifiek
van ma een afspra
via
ragsp
ënte /of m
s
alg prob kom n voor
ra
c
ee n
rw
zeke
ak ma
gaai
org kale g
andag
pati ren en
e
lgen uurt
n ged
Een
en
spe
ringe gskliniek k!
la
is een ijst/m vri ken via de
ie
elen
lt naz of lo
n.
• medisch e stapp andelp
rd aa
voor
Vervo eelt, d
jdag tu
and naar d rag
onsu narts
Cons
atee
sp
Diere
cht.
ssen 8:0patiëntenad
ed
beh
dez
beh
ultdag
ragsc diere
erzo wat er
n wor
gerel
Na u een
Wij agressie atig g ss
d
0 en 16 ministra
ed
en ho
Telef
n
g
en
o
en
n
den
• met
g
on
tie
gm
nd en
:45 uu
stre
lem
atig nagaa
•
a het w ei
Tel.n isch spre
kat:
r, tel.nr van gezelsc
dwan en en eid
prob
r.: 03
sult dt n at u
ragsm en
ha
.: 030st
h
•
ijke
0-2534 ekuur: ma dinsdag va
n
ged kunn
con iek bieogelijk d
ang ndelijk it
253941 psdieren.
anda
n 8:1
amel
784 |
lt?
te
als
sele
Zij zijn
lin
te
•
het
1
m
lich
e-mail g en dond 5 - 14:15
Cons
onzi activi rschijn zijn
nsu amelijk keurig
bereikb
Na edragsk is het
ele
ultdag
: gedra
erd
uu
er
sco
w
•
aar
G
en pa
Telef
ghondk ag tussen r
hyp entie ve nnen ij eventu
rag el lich nau
De l. Ook
on
pega
ku
at.dgk@ 12:30
•
ged lt zow ing. Om
ai: wo
mai
Tel.n isch spre
dem alleen elen w
n
13
euu
e
r.: 03
ekuu
en
su
:00
d
el
.nl
•
sdag
uur
0-2531
r:
niet behan
ns e scon and
799 | elke werkd en vrijdag
•
jde gedrag ere beh
ai
ag
e-mail
va
ook
Univer
r ti
ega
: gedra tussen 13 n 13:30 •
rt e s een verd ur.
16:30
:30
www. siteitsklin
gpapeg
Pap lukken
beu jden u de half u
uur
uu.nl/d
iek vo
aai.dgk - 14:30 uu
np
t ge rdt ti met der
or
ierge
r
drag
@uu.nl
Vere
king
Wa dier wo samen eveer an
neesku gezelsc
el ge
min
nde/ge hapsdi
ksue
w en we ong
lfver
U
se
Ze
er
lt
dragsk
ig
en
al
U kunt
rmat
liniek | adres: Ya
bep te consu
gratis
Ove
lelaan
parke
eers
108 |
ren bij
Kat e
3584
de Un
Cm Ut
essi
iversitei
Agr
recht
s
tskliniek
shui
st
voor Ge
)
Ang
nnen
atig
zelscha
n bi
rm
se
ve
psdieren
plas
en (o
.
tlikk
ond
Munste
rlaan
aan
H
Yalel
aan 10
P
Unive
rsiteit
s
Klinie
k Paa
rd
Jenalaa
n
an
8
P
EN
DIEr
hUIs
bIj
N
E
Em
Obl
spr
rAG
GED
N
VA
Vach
entie
Dem
e
essi
n)
rtjage
DhD
st
. staa
it/A
Ang
(b.v
tivite
drag
erac
hyp
ig ge
gmat
an
w
D
entie
Dem
Agr
DIERG
EN DE ENEESK
PT. DI
UND
E
ER IN
WET / DEPT. GE
ENSC
HAP NEESKUND
GEDR
EN M
AATS E VAN GE
CHAP
ZELS
mET U AGSPRO
PIJ
CHAP
SDIER
B
EN
pApEG W hOND, LEMEN
k
AAI?
AT OF
FO
D IN
dd
_3.in
2010
iek_
klin
rags
Ged
edrags
klinie
k
EN
ElD
rbE
VOO
UNIVE
RS
GEZEL ITEITSKLI
NIE
SCHA
PSDIER K
EN
Yalel
I
GAA
E
pAp
DGK
~G
E
s­
rag er
ged aar j
lijk , m r bi
h
oge elend rvoo res.
k/
m
a
ie
v
d
t
in
eef g ver nt da iste a
skl
aG
r
ih
e
u
dr
gaa at e U b et j
Ge
n
ape k is d oen. aan h
rtse erking
a
p
n
w
re
of urlij te d ren
die men en
at
sa
en
n
, k Natu s aan r Die
gen nieke n kun at
u
nd
e
d
holo
ho en. el iet voo
syc r deze oeken lplan
p
,
e
w
d
rz
oo
en
U blem al w niek
log en. D onde behan
i
sbio
m
n
pro eest agskl
rag w sam blee u ee
d
e
t
u
ro
jg
sp
na
ng
is mGedr
rke unde edrag lijk kri
e
k w eesk het g inde
de
n
e
nie
T EN
, kA
OND
r zijn folders met informatie over
de Gedragskliniek voor Dieren
beschikbaar voor eigenaren.
Deze folders zijn kosteloos te bestellen door
een email te sturen naar [email protected]
Voor het bewaren van nieuwsbrieven zijn
bewaarmapjes beschikbaar. Mocht u één of
meerdere van deze bewaarmapjes willen
hebben dan kunt u deze ook op bovenstaand
email adres bestellen.
Limaa
promo
2
3
2-10
07-1
11:3
oeding speelt echter ook een belangrijke rol bij het gedrag van dieren,
en in het bijzonder bij diersoorten (zoals papegaaien) die (nog) niet
gedomesticeerd zijn. Bij deze diersoorten zijn nog veel (gedrags)
overeenkomsten aanwezig tussen individuen die in gevangenschap leven en
hun wilde soortgenoten.Vooral foerageergedrag (het geheel aan gedragingen
dat gericht is op het zoeken, manipuleren en consumeren van voedsel) neemt
hierbij een belangrijke rol in.
Uit observaties in het wild is bekend dat papegaaien in de natuur ca 5-8 uur
per dag bezig zijn met het vergaren van voedsel (fourageren). In gevangenschap is het voedsel echter vrijwel altijd vrij beschikbaar in een voerbakje,
waardoor de tijd die besteed wordt aan foerageren gereduceerd wordt tot ca 1
uur (ongeacht of pellets of zaden gevoerd worden). In sommige gevallen kan
de foerageertijd zelfs gereduceerd zijn tot slechts een half uur per dag. Het gebrek aan mogelijkheden om foerageergedrag in gevangenschap uit te oefenen
kan vervolgens ertoe leiden dat de behoefte om te foerageren en manipuleren
met de snavel wordt omgericht naar het verenkleed, met verenplukken tot gevolg. Het toepassen van methoden om dit foerageergedrag te stimuleren kan
een belangrijk aangrijpingspunt zijn voor het voorkomen of behandelen van
verenplukken. Het aanbieden van zgn. foerageerverrijking (speelgoed waarin
voer verstopt kan worden en waarbij de papegaai moeite moet doen om het
voer te bemachtigen) is hiervan een voorbeeld. Onderzoeken uitgevoerd door
Meehan et al. (2003) en Lumeij & Hommers (2008) hebben aangetoond dat
het verstrekken van dergelijke foerageerverrijking zowel een preventief als
therapeutisch effect heeft op verenplukken. Het aanbieden van extra foerageermogelijkheden kan dus een duidelijke bijdrage leveren aan het vervullen
van de foerageerbehoefte van papegaaien en het verbeteren van het welzijn
van in gevangenschap gehouden vogels. Op de Faculteit Diergeneeskunde
wordt momenteel onderzoek verricht naar foerageerverrijking, o.a. om vast te
stellen of de huidig beschikbare, commerciële foerageerverrijking voldoende
effectief is om in de foerageerbehoefte van papegaaien te voorzien.
G
GD INF
O Ge
dragsk
liniek_
2010
d r s . Y. R . A . va n Z e e l a n d
_3.ind
d 1
2 | Gedragskliniek Info | mei 2012
3 | Gedragskliniek Info | mei 2012
07-12
-10
11:33
vo e d i n g
G E D R AGS K L I N I EK
Voeding
en gedrag
De hoofdstukken in de handboeken over gedragsproblemen en de verbanden tussen voeding
en gedrag zijn niet van een enorme omvang, maar ongetwijfeld krijgt elke dierenarts regelmatig
vragen over coprofagie of misschien wel pica. Ook voedselovergevoeligheden kunnen soms
leiden tot gedragsproblemen, waaronder bijvoorbeeld hyperactiviteit. In deze nieuwsbrief zullen
we nader aandacht besteden aan enkele eet- en voedselgerelateerde gedragsproblemen, waarbij
aanleidingen en oorzaken systematisch voor u op een rij worden gezet. Ook zal een aantal
algemene adviezen aan de hand gedaan worden voor een eerste aanzet om deze problemen te
behandelen.
Co n s u m p t i e f g e d r ag e n
a p p e t i t i e f g e d r ag
De motivaties en gedragingen rondom voeding en eten kunnen worden
onderscheiden in een appetitief deel,
het moment van voedsel zoeken, en
een consumptief deel: het daadwerkelijke consumeren van voedsel.
Huisdierbazen zien met name nog
wel eens het eerste onderdeel over
het hoofd. Wij zijn immers zo gewoon onze huisdieren een bak met
voer kant-en-klaar voor de neus te
zetten. Ondertussen is echter uit wetenschappelijk onderzoek overduidelijk naar voren gekomen dat dieren
graag willen werken voor de kost.
Meer aandacht
voor appetitief
gedrag
Het vervullen van de appetitieve fase
is voor elk dier in feite een doel op
zich en het uitvoeren van het gedrag
heeft een belonende waarde in zich.
Veel gedragsafwijkingen, zoals de
stereotiepe gedragingen bekend bij
landbouwhuisdieren in de intensieve
houderij of bij dierentuindieren,
5 | Gedragskliniek Info | mei 2012
vinden hier hun grondslag.
Voor ons een goede boodschap dat
we ook bij onze huisdieren wat
meer aandacht moeten besteden
aan het appetitieve onderdeel van
het eetgedrag. Dus het voedselzoekgedrag ofwel foerageren. Dit kan
door het aanbieden van voldoende
lichaamsbeweging, zowel binnen als
buiten, voldoende afleiding geven
(speuren), voedselverrijking (b.v.
voerspelletjes) aanbieden en spelgedrag stimuleren. Sommige individuen hebben daarnaast ook een grote
behoefte aan kauwen.
Co p r o p h ag i e
Een opvallend eet- en voedsel
gerelateerd gedragsprobleem bij
honden is coprophagie, of wel het
consumeren van ontlasting. Bekend
is dat teven de ontlasting van hun
pups opeten in het nest. Ook pups
kunnen nog weleens speels wat
ontlasting ophappen, maar dit zal
normaliter uiteindelijk verdwijnen.
Alles wat buiten deze categorieën
valt, wordt betiteld als afwijkend of
abnormaal.
Wells en Hepper publiceerden in het
jaar 2000 een prevalentie van 12,9%
van de hondenpopulatie in Ierland
voor dit gedragsprobleem en uit
onderzoek door van der Borg et al.
in Nederland bleek dat zo’n 45% van
de ondervraagde eigenaren een vorm
van coprofagie bij hun hond zag.
Coprophagie komt
waarschijnlijk veel
vaker voor dan
bekend
Vermoedelijk komt dit probleemgedrag dan ook vaak voor, maar zal het
niet altijd gemeld worden en dientengevolge ook niet geregistreerd.
Veel eigenaren vinden de coprophagie namelijk wel smerig, maar vaak
ook weer niet zo problematisch dat
ze er speciaal voor langs komen bij
de dierenarts of gedragstherapeut.
Bij honden onderscheiden we
twee hoofdtypen: de hond die de
ontlasting van honden eet (intraspecifieke coprophagie) en de hond die
ontlasting eet van andere diersoorten,
bijvoorbeeld van paarden, schapen,
katten, konijnen, etc. (interspecifieke
coprophagie). Bij de intraspecifieke
coprophagie is er nog een onderscheid te maken tussen honden
die exclusief hun eigen ontlasting
verorberen (auto-coprophagia), en
de honden die zich hebben gespecialiseerd op de faeces van andere
honden (allo-coprophagia). Soms
lijken de voorkeuren ook te liggen
in de consistentie van het product:
hard, zacht, brokkelig of liever
bevroren. Slecht verteerde ontlasting
van bijvoorbeeld honden met maag/
darmproblemen wordt vaak ook erg
aantrekkelijk gevonden.
Aan coprophagie kunnen medische oorzaken ten grondslag liggen
zoals maagdarmproblemen, EPI
(exocriene pancreas insufficiëntie)
en andere oorzaken van polyphagie. Bij honden die commercieel
voer krijgen, speelt een deficiënte
voeding eigenlijk nooit een rol. Wel
kan een plotselinge voerverandering
(b.v. van vers vlees naar brokken) in
sommige gevallen leiden tot coprofagie. Mogelijk komt dit door de
plotselinge consistentie verandering
van het voer. Een hond langzaam
overwennen op een nieuw dieet of
het (tijdelijk) extra verstrekken van
blikvoer kan dan helpen.
Maar ook puur gedragsmatige
redenen en aspecten kunnen een
rol spelen bij het ontstaan van dit
probleemgedrag. Denkt u hierbij
aan verveling (te weinig uitlaten),
aandacht vragen van de baas en
zodoende in een later stadium
aangeleerd gedrag, maar ook stress
in de leefomgeving, waarvan de
dieperliggende oorzaak achterhaald
moet worden.
Het is wel te adviseren om iets
aan coprophagie te doen, want het
gedrag kan risico’s met zich mee
brengen: een hoger risico voor de
hond op bepaalde infecties (o.a.
spoelwormen, brillendoosjesgist) of
intoxicatie (door ontwormingsmiddelen in bijvoorbeeld paarden- en
schapenmest). De inzet van een
therapeutisch traject is natuurlijk
afhankelijk van de oorzaak, maar
geadviseerd wordt te starten met het
uitsluiten van medische en voeding
aspecten.
pica: een abnormale behoefte voor
het aanvreten of zelfs verorberen
van niet-eetbare dingen. Het is niet
abnormaal dat puppies en kittens de
neiging hebben objecten met de bek
te exploreren. Soms wordt er ook
wel eens wat doorgeslikt. Op latere
leeftijd verdwijnt dit gedrag normaal
gesproken.
Pica kan het gevolg zijn van medische problemen. Het wordt gezien
bij honden en katten met maag/
darmproblemen en EPI. Pica bij
deze aandoeningen wordt niet alleen
veroorzaakt door een verhoogde
eetlust, maar ook door misselijkheid.
Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in
het eten van hoogpolig tapijt (mogelijk als alternatief voor gras), maar
ook wel van de eigen vacht! Andere
aandoeningen die misselijkheid
Mijn kat
heeft
zelfs gaten
in mijn trui
gelikt
veroorzaken kunnen dus ook pica
veroorzaken. Daarnaast wordt bij
misselijkheid ook wel likken aan de
muren en de grond gezien. Pica als
gevolg van voer deficiënties komen
in Nederland eigenlijk niet voor bij
dieren die commercieel verkrijgbaar en dus compleet voer krijgen.
Anders is dit bij dieren die nietgebalanceerde zelfbereide diëten te
eten krijgen. In deze gevallen zou
pica mogelijk wel een uitingsvorm
van deficiënte voeding kunnen zijn.
Het is dan ook raadzaam om bij een
dier met Pica ook een voedingsanamnese af te nemen.Verder wordt
pica (en dan met name gericht op
stenen, cement, aarde e.d.) nog wel
eens gezien bij dieren met anemie.
Pica
Eén van de meest merkwaardige eet- of voedsel- gerelateerde
gedragsproblemen is misschien wel
6 | Gedragskliniek Info | mei 2012
Medische oorzaken van pica, zoals
EPI, anemie, maag/darmproblemen en andere aandoeningen die
misselijkheid veroorzaken, moeten worden uitgesloten. Kunnen
medische- en voedingsoorzaken niet
worden achterhaald dan houden we
een gedragsprobleem over.Verveling,
stress en aandachtvragend gedrag
kunnen er aan ten grondslag liggen.
Daarnaast kan er sprake zijn van object competitie. Denk bijvoorbeeld
aan een hond die een sok inslikt op
het moment dat de eigenaar deze
wil afpakken. Ook kan er sprake zijn
van echt dwangmatig gedrag. Een
voorbeeld hiervan is het dwangmatig wollikken wat bij katten wordt
gezien. Maar wees ook alert op het
feit dat pica kan voorkomen bij de
ouder wordende hond ten gevolge
van dementie.
Het zal duidelijk zijn dat er altijd
moet worden ingegrepen bij het optreden van pica. Elke dierenarts heeft
wel röntgenfoto’s en echobeelden
waarop te zien is dat een hond of kat
stenen, sokken, potloden en andere
niet eetbare goederen heeft ingeslikt.
Een operatie bij pica is vaak urgent,
omdat het levensbedreigend kan zijn.
A dv i e z e n b i j co p r o fag i e e n
pica
Zowel coprophagie als pica zijn
hardnekkige problemen om aan te
pakken. De eerste stap is het treffen
van voorzorgsmaatregelen: nooit
zonder supervisie, het vermijden van
de risicovolle plekken, schoonmaken,
of het weghalen van de geprefereerde materialen of ontlasting, want
voorkomen is beter dan genezen.
Voor sommige honden is een (op
juiste wijze aangeleerde) muikorf
soms (tijdelijk) noodzakelijk.
Gelijktijdig kunnen ook managementmaatregelen worden getroffen, zoals voldoende activiteit en
afleiding geven, een verhoogde
voerfrequentie en een variatie aan
(voedsel)verrijking en veilige kauwmaterialen aanbieden. Wat betreft
coprofagie zijn er gevallen bekend
waarin het geven van eierkoeken en
ananas aan een hond het eten van de
eigen ontlasting verminderde, echter
wetenschappelijk onderzoek levert
hiervoor geen harde bewijzen en we
moeten dit voorlopig verwijzen naar
het niveau der anekdotes.
Voor het gedragstherapeutische
traject begint men bij voorkeur met
appèl- en aandachtstraining (in een
risicoloze omgeving): de baas moet
weer super interessant worden voor
de hond. Geef aandacht bij gewenst
gedrag en negeer foutief gedrag (indien dit geen gevaar oplevert). Wees
daarbij altijd uitermate consequent.
Indien er sprake is van stress moet
er geprobeerd worden de oorzaak
hiervoor te achterhalen en een
oplossing worden gezocht. Indien
nodig kunnen er stressreducerende
hulpmiddelen c.q. medicatie worden
ingezet.
Eventueel kunnen de door het
dier zo felbegeerde eet-objecten of
ontlasting aversief worden gemaakt
door er een vieze smaak aan toe te
voegen (taste aversion). Echter de
motivatie om dit soort gedrag te
vertonen is soms zo hoog dat dit
menig individu niet zal deren. In het
advies om een citronella halsband
(Master plus, Spray Controller) te
gebruiken zijn wij zonder deskundige begeleiding zeer terughoudend.
Indien het gedrag echt dwangmatig
7 | Gedragskliniek Info | mei 2012
is geworden, kan er soms besloten
worden tot het gebruik van ondersteunende psychofarmaca om het
gedrag te doorbreken.
Vo e d s e lov e r g e vo e l i g h e i d
Dan een probleem van een iets
andere orde. Met regelmaat komen
wij op de Gedragskliniek voor
Dieren honden tegen die wat
actiever of reactiever zijn dan de
eigenaar normaal is. Sommige
dieren blijken dat vaak al van pup af
aan te zijn. Maar al te vaak komen
we bij doorvragen naar medische
problemen mogelijke aanwijzingen
tegen voor voedselovergevoeligheid.
Hierbij moet gedacht worden aan
maag/darmklachten en huidklachten
die soms duidelijk aanwezig zijn,
maar soms ook zeer subtiel (zoals
het meer dan drie keer per dag
ontlasten). Ook humaan is bekend
dat hyperactiviteitverschijnselen
soms gelieerd lijken te zijn aan het
dieet (ADHD literatuur). Humaan
zijn onder andere suikers en eiwitten
genoemd en beschreven. Helaas is
hierover bij dieren bijzonder weinig
bekend. Uiteraard kan een zelfbereid
eliminatiedieet toegepast worden om
de effecten hiervan te observeren op
het gedrag. Het wordt echter afgeraden een zelfbereid eliminatiedieet bij
dieren in de groei toe te passen, daar
deze zelfbereide voeders deficiënt
zijn, en bij jonge honden tot botontwikkelingsproblemen kunnen leiden.
Na het zelfbereide eliminatiedieet,
dat maximaal 12 weken mag worden
toegepast, of indien een eigenaar
absoluut niet bereid is tot het zelf
bereiden van maaltijden, kan besloten worden tot een commercieel
vervaardigd compleet hypoallergeen
dieet met gehydrolyseerde eiwitten.
Bij sommige individuen hebben
wij rigoureuze veranderingen in
hun activiteitenpatroon gezien, vaak
dusdanig dat voor de eigenaar het
gedragsprobleem is opgelost.
D r . C l au d i a V i n k e & D r s
I s a b e l l e va n E i j k
Met dank aan dr. Esther Plantinga van
de afdeling Voeding, UKG.
Literatuur (vermelding op site
Gedragskliniek)
Certipet
G E D R AGS K L I N I EK
Doorverwijzen naar een lokale
diergedragstherapeut
Professionalisering van een beroepsgroep
Ongetwijfeld ziet u als dierenarts
huisdieren met gedragsproblemen
in uw behandelkamer. Sommige
dierenartsen geven hierover zelf
advies, anderen verwijzen liever door
naar een lokale diergedragstherapeut.
De vraag borrelt dan op, Naar wie
kan ik betrouwbaar doorverwijzen?,
want diergedragstherapeut is geen
beschermd beroep en er is helaas
veel wildgroei in deze discipline.
Bij de Gedragskliniek voor Dieren
aan de Faculteit Diergeneeskunde
hebben we hetzelfde probleem. Ook
wij willen soms samenwerken met
een lokale diergedragstherapeut om
het succes van een gedragstherapeutisch traject door aan-huis-begeleiding optimaal te laten verlopen. Wij
zijn immers niet ambulant.
Maar er zijn ook vele goedgeschoolde en professionele diergedragstherapeuten, en om deze groep
beter herkenbaar te maken, is vorig
F o to w e d s t r i j d
jaar Stichting Certipet opgericht.
De stichting is een initiatief van
de Faculteit Diergeneeskunde,
Universiteit Utrecht en Wageningen
Universiteit en is opgericht naar
voorbeeld van enkele Europese initiatieven, waaronder de ASAB (the
Association for the Study of Animal
Behaviour) en ATBC (Animal Training & Behaviour Council).
Voor kwaliteitsbewaking hanteert
Stichting Certipet een accreditatiesysteem voor individuen gebaseerd op criteria ten aanzien van
vooropleiding (minimaal HBO/
Bachelor), gedetailleerde kennis- en
vaardigheidseisen, beroepshouding,
en minimale jaarlijkse bijscholing,
case load en werkzame uren binnen
het vakgebied. De kandidaten moeten gelieerd zijn aan een praktijk
of instelling die aangesloten is bij
de KvK. Accreditatie vindt plaats
gebaseerd op een dubbelblind peer
review beoordelingsysteem, zoals we
bekend zijn in de wetenschap. De
stichting heeft ook een klachtenprocedure.
Momenteel zijn diergedragstherapeuten die tot het professionele
netwerk willen behoren hard bezig
met een accreditatie bij Stichting
Certipet. Een altijd actuele lijst van
geaccrediteerden staat op
www.certipet.org.
G E D R AGS K L I N I EK
Goed gezien! Fotowedstrijd diergedrag
Leuke foto’s maken van diergedrag is
geen makkelijke opdracht. Het zijn
maar momentopname en dan mag
het ook nog toeval heten als je juist
je camera op zak hebt.
Toch is een aantal lezers van onze
Infobrief erin geslaagd een paar
bijzondere foto’s door te sturen, en
in dit meinummer maken we de
winnende foto officieel bekend.
Onze jury heeft de prijs toegekend
aan DAP Bogaerts te Helmond. Op
de foto zien we de hond des huizes
8 | Gedragskliniek Info | mei 2012
die zijn ogen weg draait omdat de
kat des huizes in zijn kielzog staat
met opgezette rug en staart.
De familie Bogaerts koos voor
de rondleiding en zij kwamen
zodoende in maart op bezoek bij de
Gedragskliniek voor Dieren, Faculteit Diergeneeskunde.
Wij willen de familie Bogaerts van
harte feliciteren en we hopen dat ze
een leuke dag hebben gehad bij ons
op de faculteit!
Download