BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie getrokken om het gebied al dan niet mee te nemen als kwetsbaar gebied of als een gebied met randvoorwaarden. Deze bijlage handelt over een aantal gebieden, waar het al dan niet “kwetsbaar zijn”, geen uitgemaakte zaak is. Op basis van objectieve, ruimtelijke en juridische criteria, wordt een beslissing genomen over het gebied. De groengebieden van het gewestplan die niet ter sprake komen in deze bijlage, blijven als kwetsbaar gebied behouden in het RUP. De andere gebieden die niet in deze bijlage voorkomen, worden ingedeeld als “niet-kwetsbaar” gebied, maar er kunnen wel nog randvoorwaarden van toepassing zijn. 1 Hiërarchie De afbakening van de kwetsbare gebieden, volgens de visie van het GRS, wordt gedeeltelijk gedaan door de afbakening die gebeurd is in bestaande plannen. Waar deze afbakening (voorlopig) ontbreekt, wordt in het RUP zonevreemde woningen een aanname gedaan. Deze aanname kan er ook in bestaan om een bestaande zonering, vb. uit het gewestplan aan te nemen. Om te bepalen wat kwetsbaar is en wat niet komen zowel de bestemming volgens het gewestplan, de visie uit het GRS als andere (juridische) aanduidingen van het gebied in aanmerking. De visie van het GRS wordt als onderlegger voor dit RUP gebruikt. De visie van het GRS kadert hierbij binnen de hogere structuurplannen RSV en RSPA. De kwetsbare gebieden van het GRS kunnen reeds (juridisch) vastgelegd zijn in: – Het gewestplan: een groengebied – Een aanduiding als VEN – Een aanduiding als beschermd landschap – Een aanduiding als habitatrichtlijngebied – … Waar de visie van het GRS overeenkomt met de aanduiding met een kwetsbaar gebied uit bovenstaande lijst, dan wordt dit als kwetsbaar gebied beschouwd. Waar de visie van kwetsbaar gebied uit het GRS nog niet op het gewestplan, of een ander bestemmingsplan is vastgelegd, dan moeten logische aannames gebeuren. 2 Afbakening gebieden 2.1 Kwetsbare gebieden De opdeling in de verschillende types van kwetsbare gebieden en de randvoorwaarden die in sommige gebieden gelden, zijn terug te vinden in de toelichtingsnota. • In het RUP zonevreemde woningen worden kwetsbare gebieden type 1 als volgt gedefinieerd: Kwetsbaar op grond van ligging in waardevolle onderdelen van de natuurlijke structuur. – Gebieden met hoofdfunctie natuur volgens het gewestplan (in afwachting van definitieve afbakeningen in RUP‘s): natuurgebied, natuurgebied met wetenschappelijke waarde of reservaatgebied, bosgebied, bosgebied met wetenschappelijke waarde. – GEN of GENO (hoofdfunctie natuur cfr gewestelijk RUP) – Natuureiland (hoofdfunctie natuur cfr gemeentelijk RUP) bijlage 3 kwetsbare gebieden_vvjuli08 IOK plangroep 1 – Habitatrichtlijngebieden Kwetsbaar op grond van ligging in waardevolle onderdelen van de landschappelijke structuur – beschermde landschappen Recreatiegebieden • In het RUP zonevreemde woningen worden kwetsbare gebieden met randvoorwaarden (type 2 of type 3) als volgt gedefinieerd: Kwetsbaar op grond van ligging in waardevolle onderdelen van de natuurlijke structuur. – winterbeddingen van structuurbepalende hydrografische elementen en brondepressies. Als deze gebieden samenvallen met een kwetsbaar gebied type 1 (zie hiervoor), kunnen we spreken van een kwetsbaar gebied met randvoorwaarden ofwel een kwetsbaar gebied type 2. Als deze gebieden niet samenvallen met een kwetsbaar gebied type 1, spreken we van een gebied met randvoorwaarden of een kwetsbaar gebied type 3. • In het RUP zonevreemde woningen worden kwetsbare gebieden met randvoorwaarden op basis van een afwijkende ligging in een afzonderlijke categorie ondergebracht: kwetsbaar gebied type 4 De “kwetsbare gebieden” afgabakend in dit RUP kunnen niet als afwijkingen van het structuurplan worden gezien. De figuur van de kwetsbare gebieden weergegeven in het structuurplan (figuur 4, p. 18 in toelichtingsnota) is enkel richtinggevend. Een eenduidige toetsing van kwetsbare gebieden kan pas gebeuren via bestemmingen met specifieke voorschiften en duidelijke grenzen. Voor zonevreemde woningen gebeurt de aanduiding van de kwetsbare gebieden in dit RUP. bijlage 3 kwetsbare gebieden_vvjuli08 IOK plangroep 2 2.2 Afweging Figuur 1: aanduiding afwegingsgebieden 12 4 1 3 5 10 6 8 2 9 7 11 Locatie Molenbos (nr1) – Juridische toestand: bosgebied op het gewestplan – Situatie op het terrein: – gedeeltelijk ingenomen door een bedrijf – vijver – bospercelen – landbouwpercelen – er zijn geen (zonevreemde) woningen hierbinnen gelegen. – Situatie GRS – Recreatieve voorzieningen ter hoogte van het Molenbos: eventuele behoeften dienen ten noorden ervan opgevangen te worden. De bosstructuur markeert de overgang tussen bebouwde en open ruimte en komt in aanmerking voor zacht recreatief medegebruik met een minimum aan infrastructuur. Van het ingesloten gebied tussen de woonkern en de recreatieve voorzieningen is de huidige bestemming (bosgebied) achterhaald. Via een RUP moet dit gebied geordend worden. – Conclusie: volgens het GRS wordt deze zone niet als kwetsbaar gebied beschouwd. De visie van het GRS wordt niet gevolgd in het RUP voor zonevreemde woningen. Het gebied zal worden mee bekeken in een RUP voor de kern van Nijlen of een afzonderlijk RUP. Aangezien binnen deze zone geen zonevreemde woningen zijn gelegen, heeft de aanduiding van dit gebied als “kwetsbaar gebied” geen consequenties voor dit RUP. Locatie Salvator (nr2) – Juridische toestand bosgebied op het gewestplan – Situatie op het terrein: – landbouwpercelen; 2 woningen zijn hierin gelegen. bijlage 3 kwetsbare gebieden_vvjuli08 IOK plangroep 3 – – – – – – Ten oosten en ten zuiden is het VEN-gebied valleigebied van de Grote Nete benedenstrooms gelegen. Bodemkaart België: delen van de locatie zijn in de winterbedding van een rivier (NOG) gelegen. Afbakening natuurlijke en agrarische structuur: – Het landbouwgebied wordt niet duidelijk weergegeven als “agrarisch gebied”. – Ter hoogte van Salvator staat een symbool weergegeven met als ontwikkelingsperspectief: “Samenhangende boscomplexen behouden en versterken als structuurbepalende natuur- en of landschapselementen”. – De vallei van de Grote Nete, ten zuiden van Salvator staat aangegeven met het ontwikkelingsperspectief “Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in valleien met ruimte voor natuurlijke waterberging” Situatie GRS: – Aanduiding van het gebied als agrarische eenheid type 1 (structureel sterke en kansrijke landbouw – Integraal vrijhouden van de open ruimte. Er is geen ruimte voor bijkomende niet-agrarische bebouwing. Agrarische bebouwing sluit zoveel mogelijk aan bij bestaande bebouwing. – Aanduiding van het gebied als bouwvrije zone – (mogelijke maatregel) Ten westen van het voormalige militair domein Salvator wordt het bosgebied dat feitelijk in gebruik is van de professionele landbouw herbestemd naar een agrarische functie. Door het behoud van een openruimtefunctie wordt geen hypotheek gelegd op de realisatie van de openruimtecorridor tussen Kessel en Lier Conclusie: in het gewestplan wordt deze zone als kwetsbaar gebied gezien. In het GRS wordt in plaats van een bestemming “bosgebied” echter een bestemming landbouwgebied gegeven. Aangezien de visie op hoger niveau (afbakening natuurlijke en agrarische structuur) en de nabijheid van VEN-gebieden, is het niet te verantwoorden om dit gebied als niet kwetsbaar gebied te zien in het kader van zonevreemde woningen. Om deze redenen wordt het gebied aangeduid als kwetsbaar gebied type 1. De categorisering van deze zone als kwetsbare gebieden type 1 kan in het kader van het RUP zonevreemde woningen niet als een afwijking van het GRS worden gezien. Locatie Goor (nr3) – Juridische toestand: bosgebied en parkgebied op het gewestplan, deels aangeduid als VEN, deels aangeduid als beschermd landschap – Situatie op het terrein: – In het westen: bosgebied en parkgebied – In het oosten: residentiële woonwijk (Heidestraat), deels aansluitend op bestaande (juridische) woongebieden/woonlinten; landbouwpercelen; bospercelen; KLE. De Heidestraat vormt een woonlint doorheen het “bosgebied”. Het bosrijk karakter van het gebied is evenwel verloren gegaan. De woningen in de Heidestraat zijn residentieel en zijn gebouwd met een voormalig verkavelingsakkoord (volgens vergunning: verkaveling van voor de stedenbouwwet) ongeveer tussen 1980 en 1995. In dezelfde straat is nog een verkaveling goedgekeurd na de inkleuring van het gebied als bosgebied volgens het gewestplan. De woningen in woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan in de onmiddellijke omgeving (Patrijzenweg, Fazantenweg) liggen in een meer bebost gebied, maar hebben omwille van hun ligging in “woongebied” geen problemen. In bijlage 4 is een fotoreportage opgenomen van dit gebied. – Bodemkaart België: delen van de locatie zijn in de winterbedding van een rivier (NOG) gelegen. – Situatie GRS: – Natuurfunctie staat centraal: andere functies kunnen een rol als medegebruikfunctie krijgen in de mate dat daardoor de natuurfunctie niet in het gedrang komt. De gemeente gaat ervan uit dat een groot deel zal afgebakend worden als GEN of GENO door het Vlaams Gewest. – De openruimteverbinding ter hoogte van de Goorbossen, die de langgestrekte verstedelijkte as tussen Bouwel en Lier doorbreekt, moet behouden en versterkt worden. Dit betekent dat binnen deze as de open ruimte maximaal moet gevrijwaard of hersteld worden en dat belangrijke barrières zoals drukke wegen moeten “verzacht “worden. – Hard begrenzen van bestaande woningconcentraties in het westelijke deel. Conform de ontwikkelingsperspectieven voor linten, wordt de na te streven woningdichtheid 6 wo/ha. De bijlage 3 kwetsbare gebieden_vvjuli08 IOK plangroep 4 ontdichting moet doorheen de linten morfologische dwarsrelaties en kleine natuurrelaties mogelijk maken tussen het Fort en de GoordepressieConclusie: – De kwetsbaarheid van het woonlint Heidestraat kan op basis van het GRS niet vergeleken worden met de kwetsbaarheid van de omliggende gebieden. Er dienen randvoorwaarden opgelegd te worden omwille van de ligging tussen waardevolle gebieden. In het RUP worden kwetsbare gebieden met randvoorwaarden op basis van een afwijkende ligging in een afzonderlijke categorie ondergebracht: kwetsbaar gebied type 4. – De gebieden rond de woonlinten kunnen als kwetsbaar gebied type 1 worden gezien. Het stuk van de zone in het valleigebied van de visbeek wordt als kwetsbaar gebied type 2 gezien. – De categorisering van deze zone in verschillende types van kwetsbare gebieden kan niet als een afwijking van het GRS worden gezien. Locatie Paddekotse Heide (nr4) – Juridische toestand: 2 bosgebieden – Situatie op het terrein: 2 bosgebieden – Situatie GRS: – Aanduiding als agrarische eenheid type 2: verbrede landbouw in functie van landschappelijke kwaliteiten – Grondgebonden-agrarische activiteiten blijven structuurbepalend en de landbouw blijft hoofdbeheerder. Er wordt een positief stimulatiebeleid gevoerd voor agrarische verbreding met mogelijkheden voor medegebruik en verweving – Inzake landschappelijke randvoorwaarden gaat de aandacht vooral naar valleigebieden, depressiegebieden evenals relictlandschappen. Kleine landschapselementen moeten beschermd worden – Conclusie: de bosgebieden kunnen als kleine landschapselementen worden gezien in een agrarisch landschap. De bosgebieden worden meegenomen als kwetsbaar gebied type 1. Locatie Molenbos zuid (nr5) – – – – Juridische toestand: verschillende bosgebieden en agrarisch gebied volgens het gewestplan Situatie op het terrein: verschillende bosgebieden Bodemkaart België: delen van de locatie zijn in de winterbedding van een rivier (NOG) gelegen. Situatie GRS: – Bosfragmenten ten zuiden van Molenbos: gelden als zuidelijke grens voor de recreatieve voorzieningen ten zuiden van Molenbos. De bosstructuur markeert de overgang tussen bebouwde en open ruimte en komt in aanmerking voor zacht recreatief medegebruik met een minimum aan infrastructuur (speelbos, e.d.) – Te versterken versnipperde bosstructuur – Conclusie: aanduiden van de bosgebieden als kwetsbaar gebied type 1 en type 2 waar de gronden in de alluviale vlakte van de Krekelbeek zijn gelegen. Locatie Gooraard (nr6) – – – – Juridische toestand: landbouwgebied volgens het gewestplan Situatie op het terrein: bosgebied en daar rond agrarisch gebied Bodemkaart België: delen van de locatie zijn in de winterbedding van een rivier (NOG) gelegen. Situatie GRS: – Aanduiding als natuureiland: beschermen als natuurlijk bron (kwel) gebied van de Bevelse Beek – Conclusie: aanduiden van het gebied als kwetsbaar gebied type 1 en type 2 waar de gronden in de alluviale vlakte van de Bevelse Beek zijn gelegen. Locatie Bart – Elzen (nr7) – Juridische toestand verschillende bosgebieden en een parkgebied volgens het gewestplan, de gebieden maken deel uit van een ankerplaats – Situatie op het terrein: bosgebied en parkgebied – Bodemkaart België: delen van de locatie zijn in de winterbedding van een rivier (NOG) gelegen. bijlage 3 kwetsbare gebieden_vvjuli08 IOK plangroep 5 – Afbakening natuurlijke en agrarische structuur – Behoud en versterking van gevarieerde, halfopen valleilandschappen met ruimte voor natuurlijke waterberging. – Vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden – Vrijwaren en versterken van kleinschalige open ruimtegebieden – Situatie GRS: – Aanduiding van het gebied als verwevingsgebied natuur – landbouw (inclusief valleien van de Rotbeek en de Lindekensbeek aansluitend op de Grote Nete) – Naast de natuurfunctie kunnen ook andere verzoenbare functies nevengeschikt voorkomen en mag de ene functie de andere niet verdringen – Aan het Vlaams gewest wordt gesuggereerd om geen bestaande bedrijfszetels op te nemen in natuurverwevingsgebied – Conclusie: – Aanduiden van de bosgebieden als kwetsbaar gebied type 1 en type 2 waar de gronden in de alluviale vlakte van de Lindekensbeek en de Rotbeek zijn gelegen. Ze maken deel uit van een verwevingsgebied. Het verwevingsgebied moet hier gezien worden als een ruimtelijke verweving van percelen natuur en percelen landbouw. – Landbouwgebieden die in alluviale vlakte van de Lindekensbeek of van de Rotbeek zijn gelegen, dienen te worden aangeduid als kwetsbaar gebied type 3. Locatie Zwart Water (nr8) – Juridische toestand: bosgebied en agrarisch gebied volgens het gewestplan, behorende tot een ankerplaats en een relictzone. – Situatie op het terrein: bosgebieden, landbouwgebieden en kleine landschapselementen – Afbakening natuurlijke en agrarische structuur: – Samenhangende boscomplexen behouden en versterken als structuurbepalende natuur- en of landschapselementen – Situatie GRS: – Aanduiding van het gebied als verwevingsgebied: verweving van natuur – bos – landbouw – Naast de natuurfunctie kunnen ook andere verzoenbare functies nevengeschikt voorkomen en mag de ene functie de andere niet verdringen – Aan het Vlaams gewest wordt gesuggereerd om geen bestaande bedrijfszetels op te nemen in natuurverwevingsgebied – Conclusie: aanduiden van de bosgebieden als kwetsbaar gebied type 1. Hollands Kamp (nr9) – Juridische toestand: bosgebied volgens het gewestplan, behorende tot een ankerplaats en een relictzone – Situatie op het terrein: bosgebied en kleine landschapselementen – Situatie GRS: – Aanduiding van het gebied als te versterken bosstructuur – Maakt deel uit van het verwevingsgebied van Zwart water – Aanduiding van het gebied als verwevingsgebied: verweving van natuur – bos – landbouw – Naast de natuurfunctie kunnen ook andere verzoenbare functies nevengeschikt voorkomen en mag de ene functie de andere niet verdringen – Aan het Vlaams gewest wordt gesuggereerd om geen bestaande bedrijfszetels op te nemen in natuurverwevingsgebied – Conclusie: aanduiden van bosgebied als kwetsbaar gebied type 1. Locatie Fort (nr10) – Juridische toestand: recreatiegebied + stuk bosgebied volgens het gewestplan, aanduiding als habitatrichtlijngebied, ten noorden van het Fort is een beschermd landschap gelegen. – Situatie op het terrein: fort, bospercelen en landbouwpercelen – Situatie GRS: bijlage 3 kwetsbare gebieden_vvjuli08 IOK plangroep 6 – Aanduiding als toeristisch-recreatief aantrekkingsgebied – Het Fort zelf is aangeduid als verwevingsgebied: verweving natuur - recreatie – Conclusie: aanduiden van bosgebied als kwetsbaar gebied type 1 en aanduiden van fort als kwetsbaar gebied type 1. Winterbedding Grote Nete (nr 11) – Situatie op bestaande plannen: – gewestplan: deels zone voor openbaar nut met als overdruk overstromingsgebied, deels parkgebied, deels landschappelijk waardevol agrarisch gebied en deels natuurgebied – VEN: de vallei van de Grote Nete is deels in het VEN gebied gelegen – Bodemkaart België: de winterbedding van de rivier is gelegen in NOG – Watertoets: langs de Grote Nete is een strook gelegen in een risicozone voor overstromingen en in effectief overstroombaar gebied. – Beschermd landschap: het oostelijke valleigebied is gelegen in een beschermd landschap – Grotendeels afgebakend als ankerplaats in landschapsatlas – Aangeduid als natuurverbindingsgebied in RSPA – Situatie op het terrein: voornamelijk open agrarisch gebied, met kleine landschapselementen; er is ook enige vorm van recreatie aanwezig (weekendverblijven); parkgebied; natuurelementen; weinig bebouwing – Afbakening Natuurlijke en agrarische structuur – Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in valleien met ruimte voor natuurlijke waterberging – Behoud en versterking van gevarieerde, halfopen valleilandschappen met ruimte voor natuurlijke waterberging – Situatie GRS: – Afbakening van het oostelijke en uiterst westelijk gebied als natuurconcentratiegebied – Afbakening van zones met natuurverweving – Aanduiding van het valleigebied als gaaf valleilandschap – Aanduiding van markante terreinovergang tussen vallei van de Grote Nete en het landschap ten noorden ervan – Alluviale gronden van de Grote Nete werden aangeduid als bouwvrije zone – Landschappelijke randvoorwaarden in agrarisch gebied: dominant graslandgebruik in de vallei – Aanduiding van de vallei als strategisch rustgebied – Afweging/conclusie: – Daar waar het valleigebied al door andere (hogere) plannen een “kwetsbaar gebied” werd, wordt dit overgenomen in het RUP: aanduiding als kwetsbaar gebeid type 2.. – Aanduiding van de vallei als NOG, ROG, risicozone voor overstromingen, ankerplaats en aanduiding als natuurverbindingsgebied. De gebieden binnen het NOG, krijgen randvoorwaarden voor het watersysteem opgelegd: kwetsbaar gebied type 2 Winterbedding Kleine Nete (nr 12) – Situatie op bestaande plannen: – gewestplan: deels zone voor openbaar nut met als overdruk overstromingsgebied, deels agrarisch gebied en klein deel ook zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s – VEN: de vallei van de Kleine Nete is deels in het VEN gebied gelegen – Bodemkaart België: de winterbedding van de rivier is gelegen in NOG, ROG en ook POG – Watertoets: langs de Grote Nete is een strook gelegen in een risicozone voor overstromingen en in effectief overstroombaar gebied. – Beschermd landschap: het westelijk valleigebied is gelegen in een beschermd landschap – Grotendeels afgebakend als ankerplaats in landschapsatlas – Aangeduid als natuurverbindingsgebied in RSPA – Westelijk valleigebied is aangeduid als habitatrichtlijngebied – Situatie op het terrein: bijlage 3 kwetsbare gebieden_vvjuli08 IOK plangroep 7 – In het westen: kleinschalig landschap (kleinere percelen, aanwezigheid van natuurelementen, bossen, bomenrijen, …), met veel vijvers en weekendverblijven – In het oosten: meer open landschap met percelen voornamelijk in agrarisch gebruik, aanwezigheid van kleine landschapselementen; weinig bebouwing aanwezig – Afbakening Natuurlijke en agrarische structuur – Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in valleien met ruimte voor natuurlijke waterberging – Situatie GRS: – Aanduiding als natuurverbindingsgebied – Paddekotse Heide staat aangeduid als natuurverwevingsgebied en bouwvrije zone – Aanduiding als zone voor dominant graslandgebruik: beschermen van historisch permanent grasland (landschappelijke randvoorwaarde) – Westelijk deel: aangeduid als natuurconcentratiegebied en als toeristisch-recreatief aantrekkingsgebied. Aanduiding van enkele recreatieve knooppunten in de vallei van de Kleine Nete – Aanduiding van markante terreinovergang tussen vallei van de Kleine Nete en het landschap ten zuiden ervan – De algemene visie op de vallei is het vrijwaren van de vallei van verdere bebouwing – Afweging/conclusie: – Het westelijk deel is reeds door de aanduiding in andere plannen op hoger niveau ingedeeld als kwetsbaar gebied. Hierdoor wordt dit aangeduid als kwetsbaar gebied type 1 of type 2 indien de gronden binnen valleigebied zijn gelegen. – Voor de oostelijke zone: aanduiding van de vallei als NOG, ROG, risicozone voor overstromingen, ankerplaats en aanduiding als natuurverbindingsgebied. De gebieden binnen het NOG, krijgen randvoorwaarden voor het watersysteem opgelegd: aanduiding als kwetsbaar gebeid type 2. bijlage 3 kwetsbare gebieden_vvjuli08 IOK plangroep 8