Workshop 18. Is vermogen opbouwen in de woning zinvol? Inleiders: Gerbert Hebbink (DNB) en Paul Tang (Taskforce verzilveren) Discussieleider: Ben Geurts (Ministerie van BZK, directie Kennis en Verkenningen). Sinds 1 januari is de norm dat huishoudens de hypotheek volledig aflossen. Dit zal op termijn leiden tot enorme vermogens in de woningen. Tegelijkertijd is er nu al een grote groep (oudere) huiseigenaren met veel overwaarde in de woning. Bij (een deel van) deze groep bestaat de wens om dit vermogen te kunnen gebruiken voor de oude dag. In deze workshop stond de vraag centraal of het zinvol is om vermogen op te bouwen in de woning. In twee presentaties werd vanuit twee verschillende perspectieven op deze vraag ingegaan: vanuit macroperspectief en vanuit microperspectief. In de eerste presentatie Gerbert Hebbink van De Nederlandse Bank (DNB) stond het macroperspectief centraal. Wat is de invloed van het vermogen in de woning op de economische groei en financiële stabiliteit? Ter inleiding werd uiteengezet dat de prijsdaling in de woningmarkt (en daarmee de vermogensverliezen) in Nederland nog relatief beperkt is vergeleken met de vorige crisis begin jaren 80. Ook vergeleken met een aantal andere landen, zoals Spanje, Denemarken en Ierland, zijn de huizenprijzen in Nederland niet ver gezakt. Toch heeft de huizenprijsdaling behoorlijk grote invloed op de economische stabiliteit en financiële stabiliteit. De huizenprijsdaling beïnvloedt de economische stabiliteit op verschillende manieren negatief. Zo gaat de huizenprijsdaling gepaard met vermogensdaling van huizenbezitters waardoor zij minder geneigd zijn om te consumeren. Daarnaast gaat de huizenprijsdaling gepaard met grote herverdelingseffecten die een risico vormen voor de macro-economische stabiliteit. In dit kader is vooral de groeiende groep huizenbezitters met een potentiële restschuld een punt van zorg. De negatieve huizenprijsontwikkeling heeft ook gevolgen op de financiële stabiliteit. In de huidige markt nemen de kredietverliezen bij banken toe: de betalingsachterstanden lopen op en er zijn meer woningen die met een restschuld verkocht worden. De discussie werd gevoerd in hoeverre deze kredietverliezen echt een probleem zijn voor banken. Opgemerkt werd dat de kredietverliezen tot nog toe beperkt zijn. Maar zorgpunt is wel dat de oplopende werkloosheid kan zorgen tot stijgende betalingsachterstanden. In de presentatie kwamen nog twee factoren naar voren die een negatieve invloed hebben op de financiële stabiliteit. Ten eerste kunnen in Nederland erg hoge hypotheken ten opzichte van de woningwaarde worden afgesloten (tot meer dan 100%). Door de huizenprijsdaling is er een snelgroeiende groep met een potentiële restschuld. Ten tweede heeft Nederland internationaal gezien een erg hoge hypotheekschuld. Doordat de Nederlandse hypotheekschuld hoger is dan de Nederlandse spaardeposito’s zijn banken in de financiering afhankelijk van de internationale kapitaalmarkt. Dit maakt de financiering risicovoller waardoor ook de hypotheekrentes in Nederland relatief hoog zijn. Om de macro-economische en financiële stabiliteit te vergroten zijn er volgens Hebbink twee dingen belangrijk. Ten eerste moet de hypotheekschuld verder beperkt worden (door een lagere LTV en afbouwen van de hypotheekrenteaftrek). Ten tweede is een stabielere financiering van banken wenselijk. Hierin kunnen pensioenfondsen mogelijk een rol spelen. In de tweede presentatie ging Paul Tang als voorzitter van de Taskforce Verzilveren in op de mogelijkheden om vermogen in de woning vrij te maken voor bijvoorbeeld zorgkosten op de oude dag. Hierbij moet worden opgemerkt dat tijdens de presentatie de Taskforce nog niet afgerond is zodat er geen definitieve conclusies getrokken kunnen worden uit de presentatie. Allereerst werd door Paul uiteengezet dat er een grote groep oudere huizenbezitters is die een aanzienlijke overwaarde in de woning heeft. Daarna werden de drie mogelijkheden besproken om vermogen vrij te maken uit de woning (en waarom hier tot nog toe weinig gebruik van wordt gemaakt). Ten eerste kunnen mensen verhuizen naar een goedkoper koophuis of naar een huurhuis. Hierdoor komt de overwaarde vrij. Toch wordt dit relatief weinig gedaan omdat ouderen gehecht zijn aan de woning en omgeving. Zij willen niet graag verhuizen. Ten tweede is er de mogelijkheid om een (extra) hypotheek te nemen op het huis. Echter, hiervoor gelden inkomenseisen. De groep met lage inkomens kan hier geen gebruik van maken. Ten derde is er dan de mogelijkheid van een omkeerhypotheek. Dit is een hypotheek waarbij de rente bij de hypotheek wordt opgeteld. De hypotheek wordt dus hoger naarmate de tijd verstrijkt. De omkeerhypotheek heeft als risico dat de hypotheek hoger wordt dan de waarde van de woning. Dit kan komen doordat iemand veel langer leeft dan gedacht, of doordat de waarde van de woning is gedaald. Door dit risico’s zijn de omkeerhypotheken in Nederland niet van de grond gekomen. Of de Taskforce ‘verzilveren’ een oplossing gevonden heeft, is nog afwachten. Het rapport van de Taskforce wordt op 14 mei gepresenteerd. Paul sloot de bijeenkomst af met de stelling dat vermogen opbouwen in de woning alleen zinvol is als er ook mogelijkheden zijn om dit vermogen op latere leeftijd te verzilveren.