Bachelorproef Validatie van een Tissue Processor Kimberley Wuytack

advertisement
Bachelorproef
Validatie van een Tissue Processor
AZ Nikolaas labo Pathologische Anatomie
Moerlandstraat 1, 9100 Sint-Niklaas
Mevr. Evy Janssens
Kimberley Wuytack
Departement GEZ-LA
Bachelor Biomedische Laboratoriumtechnologie
Afstudeerrichting Farmaceutische en Biologische
Laboratoriumtechnologie
2013-2014
Voorwoord
Mijn dank gaat uit aan mijn promotor en tevens hoofdlaborante Evy Janssens en het
Medische Diensthoofd Dr. S. Deprez die mijn stage mogelijk maakten. Dr. E Beerens voor
het nalezen en verbeteren van mijn eindwerk. De pathologen Dr. H. Woestenborghs, Dr. A.
De Pauw en alle laboranten van het labo Pathologische Anatomie die mij hebben bijgestaan
bij het verwezenlijken van mijn eindwerk en het wegwijs maken in het labo.
Mijn dank aan Els Jordens vertegenwoordiger van Klinipath die mij geholpen heeft bij het
begrijpen van het toestel en geholpen heeft bij het oplossen van problemen.
Mijn dank gaat ook uit naar mijn contactpersoon mevr. Elke Vanneste en stage coördinator
mevr. Brisaert van de Erasmus Hogeschool Brussel.
Organigram
Medisch
Diensthoofd
Dr. S. Deprez
Pathologen
Dr. H.
Woestenborghs
Hoofdlaborante
E. Janssens
laboranten
secretariaat
W. De Clercq
B. De Wree
Dr. E. Beerens
D. Waterschoot
W. Kandouch
Dr. A. De Pauw
E. Sleebus
E. Van den
Abbeele
M. Vanclooster
S. Bertrand
M. Six
M. van Voren
Inhoud
1.
Inleiding ......................................................................................................................... 1
2.
Literatuurstudie .............................................................................................................. 2
3.
4.
2.1.
Van biopt tot resultaat ............................................................................................. 2
2.2.
Immunologische Histochemische (IHC-) kleuringen ...............................................15
2.3.
Speciale kleuringen ................................................................................................15
2.4.
Macroscopische beoordeling / Vriescoupes ...........................................................15
2.5.
Interview laboratorium Pathologische Anatomie Ieper ............................................16
Materiaal en methode ....................................................................................................18
3.1.
Validatie SOP .........................................................................................................18
3.2.
Validatieplan...........................................................................................................21
3.3.
Validatie .................................................................................................................22
Resultaten .....................................................................................................................25
4.1.
Routine...................................................................................................................25
4.2.
Validatie .................................................................................................................27
5.
Bespreking ....................................................................................................................35
6.
Besluit ...........................................................................................................................37
Bibliografie ...........................................................................................................................40
Bijlage
Figuren
Figuur 1: Het schema van het proces dat het staal doorloopt in het labo. .............................. 2
Figuur 2: De Logos (Medical Expo, z.d.) ................................................................................ 4
Figuur 3: De 2 baden: links bad 1, rechts bad 2 met paraffine (Medical Expo, z.d.) ............... 5
Figuur 4: Containerschuif (Medical Expo, z.d.) ...................................................................... 5
Figuur 5: Condensatievaten (Medical Expo, z.d.) .................................................................. 9
Figuur 6: Grafiek van de meest frequente tumoren per geslacht, België 2011 (Stichting
kankerregister, 2011)............................................................................................................14
Figuur 7: Paraffineblok 1: gesneden van afgewerkt staal, placenta weefsel .........................25
Figuur 8: Paraffineblok 1: gesneden van afgewerkt staal, placenta weefsel .........................25
Figuur 9: Paraffineblok 2: gesneden van afgewerkt staal, placenta weefsel .........................26
Figuur 10: Patiënten staal: paraffineblok gesneden, synovium/gewrichtsweefsel .................26
Figuur 11: Patiënten staal: paraffineblok gesneden, huidweefsel .........................................26
Figuur 12: Eerste H&E coupe ...............................................................................................38
Figuur 13: Opnieuw aangevraagde H&E coupe ....................................................................39
Tabellen
Tabel 1: Kleurprogramma ‘biopsie’ .......................................................................................13
Tabel 2: Weefselstalen .........................................................................................................22
Tabel 3: Dagrun tijdsschema ................................................................................................28
Tabel 4: Bekeken weefsels in fase 1 ....................................................................................28
Tabel 5: Beoordeelde H&E-kleuring coupes in fase 2; S= Dr. Deprez, E= Dr. Beerens, H= Dr.
Woestenborghs, A= Dr. De Pauw .........................................................................................28
Tabel 6: Verschillende weefsels beoordeeld in fase 2 ..........................................................29
Tabel 7: Beoordeelde IHC-kleuring coupes in fase 2; S= Dr. Deprez, E= Dr. Beerens, H= Dr.
Woestenborghs, A= Dr. De Pauw .........................................................................................29
Tabel 8: Verschillende beoordeelde IHC-kleuringen ............................................................31
Tabel 9: Beoordeelde H&E-kleuring coupes in fase 3; S= Dr. Deprez, E= Dr. Beerens, H= Dr.
Woestenborghs, A= Dr. De Pauw .........................................................................................32
Tabel 10: Verschillende weefsels beoordeeld in fase 3 ........................................................33
Tabel 11: Beoordeelde IHC-kleuring coupes in fase 3; S= Dr. Deprez, E= Dr. Beerens, H=
Dr. Woestenborghs, A= Dr. De Pauw ...................................................................................33
Tabel 12: Verschillende beoordeelde IHC-kleuringen ..........................................................34
Afkortingen
HP
IHC- kleuringen
IQ
OQ
PA
PAS- amylase
PQ
PSA
SOP
TAT
TUR
Helicobacter pylori
Immunologische Histochemische kleuringen
Installation Qualification
Operating Qualification
Patholoog Anatoom
Periodic acid Schiff reactie met amylase
Product Qualification
Prostaat Specifiek Antigen
Standard Operating Procedures
Turn around time
Trans Urethrale Resectie
Samenvatting/abstract
De Logos Microwave Hybrid Tissue Processor werd aangekocht door het laboratorium
Pathologische Anatomie van het AZ Nikolaas, omwille van capaciteitsuitbreiding en om ook
overdag te kunnen doorvoeren. Alvorens de ingebruikname moet het toestel worden
gevalideerd.
De validatie houdt in dat verschillende stalen in tweevoud worden verwerkt. Het ene staal
volgt de klassieke verwerking in de Citadel. Het andere staal gaat in het nieuwe toestel de
Logos. Er wordt ook getest of het versneld doorvoeren overdag invloed heeft op de kwaliteit
van de stalen.
Verschillende weefsels werden getest op zowel H&E kleuring, Immunologisch
Histochemische kleuringen als moleculaire kleuringen. We kunnen besluiten dat H&E
kleuring en Immunologische Histochemische kleuringen niet significant verschillend zijn. De
moleculaire testen moeten nog verder onderzocht worden tot er genoeg weefselstalen zijn
om te vergelijken.
Het toestel voldoet aan de criteria voor de validatie van de Logos voor de H&E kleuring en
Immunologische Histochemische kleuringen.
The Logos Hybrid Microwave Tissue Processor was purchased by the Laboratory of
Pathological Anatomy of the AZ Nikolaas, so it can also run during the
day. Before commissioning the device must be validated.
The validation means that different samples are taken in duplicate. One cartridge is in the
Citadel and the other in the Logos. It is also tested whether the accelerated implementation
during daytime affects the quality of the samples.
Different tissues were tested for both H&E staining, Immunological Histochemical staining as
a molecular stainings. We can conclude that H&E
staining and Immunological Histochemical stains are not significantly different. The
molecular tests should be further explored until enough tissue samples to compare.
The device measure up to the criteria for the validation of the Logos for H & E
staining and Immunological histochemical staining.
1. Inleiding
Mijn onderzoeksvraag is de validatie van een toestel om weefsel door te voeren. Dit toestel
is de Logos Microwave Hybrid Tissue Processor. Dit moet gebeuren voor zowel overnacht
doorvoeren als versneld overdag doorvoeren, zodat er een ‘continue workflow’ kan worden
opgestart.
Het Laboratorium Pathologisch Anatomie van het AZ Nikolaas heeft een nieuw
doorvoertoestel aangekocht nl. de Logos Microwave Hybrid Tissue Processor van de firma
Milestone. Deze moet gevalideerd worden voor ingebruikname. Hoe de validatie verloop kan
teruggevonden worden in hoofdstuk 3: Materiaal en methode.
Momenteel is het doorvoertoestel THERMO-SHANDON / Citadel 2000 in gebruik. Nu zijn er
twee toestellen in gebruik, die samen niet de capaciteit kunnen leveren die verwacht wordt.
Ze zullen vervangen worden door de Logos, een zal in gebruik blijven als back up.
Er wordt geopteerd voor een nieuwe workflow genaamd lean werken. Lean werken houdt in
dat alle overtollige handelingen vermeden worden en heeft als doel de werkdruk te
verminderen. Het versnijden van biopten moet gebeuren tot 18u, vlak voor het
doorvoertoestel wordt opgestart. Dit zou ook verminderen als er overdag een tweede run is.
Er kunnen dan ’s morgens kleine biopten worden ingebed, die dan in de voormiddag in de
dagrun gaan.
Het laboratorium situeert zich in de beginfase van de erkenning voor Laboratoria
Pathologische Anatomie. Men is volop bezig met het opstellen van het kwaliteitshandboek
met SOP’s, SLA, ... Er moeten nog steeds SOP’s opgesteld worden o.a. de SOP voor de
validatie van een toestel. Voor de Logos gevalideerd kan worden moet er een validatie SOP
worden opgesteld deze is terug te vinden in hoofdstuk 3 materiaal en methode. Dit zal in
samenwerking met de stage mentor opgesteld worden. Als deze opgesteld is moet er een
validatieplan opgesteld worden, dit wil zeggen hoe gaan we valideren. Het toestel wordt
gevalideerd volgens het validatieplan. Dit om de kwaliteit van de stalen te garanderen. Na
het valideren zal er een validatie rapport worden opgesteld. Dit zal alle informatie bevatten
over hoe het toestel werd gevalideerd, welke problemen werden vastgesteld en hoe deze
werden opgelost.
In de literatuurstudie staat er beschreven welk proces het biopt doorloopt. Er wordt een
gedocumenteerde uitleg gegeven over de logos. Het interview met het Laboratorium
Pathologische Anatomie Ieper dat gehouden werden i.v.m. de Logos wordt weergegeven in
de literatuurstudie.
1
2. Literatuurstudie
2.1.
Van biopt tot resultaat
Een biopt is een stuk weefsel dat tijdens een ingreep bij de patiënt is weggenomen. Dit kan
een zeer groot stuk zijn bv een darmresectie tot een zeer kleine stuk bv. een maagbiopt van
een kijkonderzoek.
Figuur 1: Het schema van het proces dat het staal doorloopt in het labo.
Autopsies worden niet meer uitgevoerd in het Laboratorium Pathologische Anatomie van het
AZ Nikolaas.
2.1.1. Ontvangst en registratie
De weefselstalen worden binnen gebracht of worden op afgesproken tijdstip en plaats
afgehaald door medewerkers van het laboratorium. Vervolgens wordt op het secretariaat
vergeleken of het aanvraagformulier en de ontvangen recipiënten overeenkomen. De stalen
worden geregistreerd en een nummer toegewezen, onregelmatigheden worden eveneens
geregistreerd.
2.1.2. Fixeren
Een biopt wordt na de afname meestal gefixeerd in het fixatief formol 4% (uitz.: vriescoupes,
macroscopische beoordelingen,…). Een klein biopt moet minstens 6u fixeren. Grotere
resectiestukken worden 24u tot 72u gefixeerd. Sommige grote stukken worden gelamelleerd
en d.m.v. papieren tussenschotten van elkaar gescheiden zodat de formol beter kan
doordringen in de lamellen om zo een optimale fixatie te verkrijgen. Het macroscopische
2
onderzoek wordt deels vooraf en deels achteraf uitgevoerd, mits door het lamelleren en de
fixatie er een vormafwijking optreedt.
2.1.3. Macroscopie en biopsiename (Inbedden)
Na de fixatie volgt macroscopische analyse en het uitsnijden van weefselblokken. Hier wordt
een onderscheid gemaakt tussen de grote en de kleine macroscopie.
De kleine macroscopie kan door alle opgeleide laboranten gebeuren. Kleine macroscopie is
alle kleine puncties, huidjes, maagbiopten, prostaat TUR, … De afmetingen en het aantal
biopten wordt genoteerd. Wanneer het weefselfragment te groot is om in zijn totaliteit in te
bedden in één cassette, wordt het versneden en representatieve doorsneden worden
ingebed.
De grote macroscopie wordt enkel door de hiervoor opgeleide laboranten uitgevoerd. Grote
macroscopie houdt in alle resectiestukken zoals borstresecties, schildklierresecties,… Soms
wordt advies van de pathologen gevraagd indien er iets merkwaardig of onduidelijk is. Er
wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerde protocollen. Er wordt steeds begonnen met
alle afmetingen en gewicht te noteren. Vervolgens zichtbare en voelbare letsels. Vorm,
diameter, aspect, worden opgeschreven. Het is van belang dat er representatieve
weefselsneden worden genomen: o.a. chirurgische snederanden, elke gevonden tumor of
verdacht weefsel, lymfeknopen, zodat de patholoog een duidelijk beeld krijgt van het gehele
resectiestuk.
Men plaatst alle weefselsneden in cassettes, dewelke duidelijk genummerd zijn. Vervolgens
worden de cassettes terug in formol geplaatst. De cassettes kunnen verschillende kleuren
hebben naargelang het staal bv. voor Helicobacter pylori (HP’s) (Dit zijn micro-organismen
die o.a. Maagontsteking veroorzaken. Met d.m.v. antilichaam gemedieerde
immuunhistochemische testen kan men deze bacterie opsporen in een maagbiopt. (Maag
Lever Darm stichting, z.d.)): geel, bijsneden: roze, dringende stalen: blauwe, snederanden
die anders moeten worden aangesneden worden: oker,
2.1.4. Doorvoeren
Dit gebeurt d.m.v. het doorvoertoestel (tissue processor). Het toestel haalt het water uit de
weefsels en vervangt dit door paraffine. Dit proces gebeurt stapsgewijs omdat de waterige
fase in het weefsel niet mengbaar is met de apolaire fase van paraffine. Er wordt gebruik
gemaakt van het schema A. zie bijlage 2 voor het oude toestel.
Huidig doorvoertoestel
Eerst moest er begrip verkregen worden van de twee huidige doorvoertoestellen. (Janssens,
Toestellen: werkwijze en onderhoud: doorvoertoestel Thermo-Shandon, 2013)
Merk/Nummer toestel: THERMO-SHANDON / Citadel 2000 Serie n° 5539180001
Serie n° 5539180002
De werkwijze en onderhoud van dit toestel is te vinden in bijlage 4.
3
Logos Microwave Hybrid Tissue processor
Waarom moet de parameter veranderen?
-
-
De huidige doorvoertoestellen zijn verouderd en er wordt een hogere capaciteit
verwacht. De Logos maakt het mogelijk dat er maar één toestel i.p.v. twee nodig zijn.
Het nieuwe toestel kan LEAN werken bevorderen. Dit houdt in dat er een continue
workflow is. Er zullen twee runs, een versnelde dagrun en een nachtrun, uitgevoerd
worden. Er zal vlugger een diagnose kunnen gesteld worden en in het labo zal er een
gedaalde werkdruk zijn.
Het toestel is makkelijker in onderhoud, er is ook minder contact van de producten
met de laborant mits deze niet moeten in- en uitgegoten worden. Er wordt geen
xyleen meer gebruikt in dit toestel en wordt door een minder schadelijke product
vervangen genaamd ultra clear. Dit is een isoparaffine.
Figuur 2: De Logos (Medical Expo, z.d.)
Werkwijze en onderhoud
Er wordt een werkwijze opgesteld zodat ieder persoon het toestel kan bedienen. Het
onderhoud moet ook volgens richtlijnen verlopen, zodat er een vlotte routine kan
aangehouden worden. (Janssens, Toestellen: werkwijze en onderhoud doorvoertoestel
Logos, 2014)
Toestel: Doorvoertoestel/ Logos Microwave Hybrid Tissue Processor
Merk/Nummer toestel: Milestone / Serie n° 5506260003
4
Voorbereiding en benodigdheden
Het toestel werkt met microwaves dus plaats er geen metalen voorwerpen in!
Voorbereiding: Het toestel bestaat uit twee baden.
Figuur 3: De 2 baden: links bad 1, rechts bad 2 met paraffine (Medical Expo, z.d.)
Bad 1 wordt door een vacuümsysteem gevuld en leeggepompt met de verschillende
reagentia.
Figuur 4: Containerschuif (Medical Expo, z.d.)
De containers bevinden zich in de schuif deze staan op een logische wijze geordend.
5
1
4
7
2
5
8
3
6
9
Bad 1: staat in verbinding met 9
containers van 5 liter. Deze containers
staan op een vaste plaats onderaan in
het toestel in een lade.
Container 1: 5L Formol 4%
Container 2: 5L Flush oplossing (60%
alcohol/ 40% water)
Container 3: 5L Ethanol 99,1%
Container 4: 5L Ethanol 99,1%
Container 5: 5L Isopropanol
Container 6: 5L Isopropanol
Container 7: 5L Ultra Clear
Container 8: 5L Ethanol 99,1%
Container 9: 5L (kraan)water
Bad 2: vloeibare paraffine
Bad 2 wordt met microwave en conventioneel verwarmd op 65°C, zodat de paraffine steeds
in vloeibare toestand is.
Benodigdheden:
• Formaldehyde 4 % Klinipath (dit is gebufferde formaldehyde)
• Ethanol 99,1% Klinipath
• Isopropanol Klinipath
• Ultra Clear Klinipath
• (Kraan)water
• Paraffinekorrels VWR
• Het aantal biopsies worden bijgehouden in logboek van het toestel + schriftelijk in het
logboek.
• Lijst voor onderhoud + verversingslijst producten.
• Handschoenen
• Tissues
Mogelijke programma’s:
Nachtprogramma’s
•
•
•
Overnight 5mm fatty 1 layer
Overnight 5mm fatty 2 layer
Overnight 5mm fatty 3 layer
Dagprogramma’s
•
•
•
UP TO 1mm 1 layer
UP TO 3mm 1 layer
UP TO 5mm 1 layer
Het nieuwe toestel kan meerdere programma’s draaien o.a. de meeste gebruikte zie bijlage
2. Overnight zijn de langere programma’s. Fatty wilt zeggen dat deze lang genoeg worden
doorgevoerd zodat het vetweefsel beter snijdt. Er zal geen test uitgevoerd worden wat het
verschil is tussen fatty en een standaard overnight programma. De verschillende layers is
afhankelijk van hoeveel cassettes er zijn. 1layer kan 70 cassettes dragen.
6
De programma’s kunnen vervolgens ofwel in ‘AUTOMATIC’ of ‘DUAL RUN’ mode worden
geplaatst
Automatisch is wanneer de paraffine van bad 2 naar bad 1 wordt gepompt.
Dual run is wanneer het rek handmatig wordt overgeplaatst in bad 2. Dit moet binnen de 3
minuten gebeuren, zo niet, start het automatische programma.
Hierna kan er voor ‘GO’ of ‘GO DELAY’ gekozen worden. Bij een overnachtprogramma is
een uitgestelde start aangewezen. Men kan de eindtijd bepalen en de starttijd bekijken.
Bij het automatische programma moet er achteraf steeds een ‘cleaning’ gebeuren alvorens
een volgende run kan starten.
4.Werkwijze
Log steeds in met de persoonlijke code!
Wrijf steeds de randen van de baden proper! Om het vacuüm trekken van de vaten te
voorkomen.
•
Start toestel:
•
Druk ‘USER icoontje’ (vrouw)
Log in: druk code en druk ‘ENTER’
Druk rechtsonder op het icoontje wanneer de programma’s niet weergegeven
zijn.
- Kies het gewenste programma.
- Vul het aantal cassettes in.
Nachtrun:
-
Druk ‘INCLUDE’ fixation phase, (‘INCLUDE’ is standaard!).
Druk ‘AUTOMATIC’.
Druk ‘GO DELAY’.
Stel de eindtijd in en druk ‘START RUN’ na controle van de parameters.
•
In het weekend pas zondag starten!
- Druk ‘OK’ na het plaatsen van het rek en het sluiten van het bad.
- Log uit druk ‘NACHTSCHERM icoontje’.
Einde cyclus
-
- Druk ‘UNLOAD REAGENT’.
- Wacht tot ‘EXTRACT THE RACK’ verschijnt.
- Druk ‘EXTRACT THE RACK’.
- Haal het rek eruit en sluit het deksel.
- Druk ‘OK’ na controle van het paraffine niveau.
- Druk ‘START CLEANING’.
- Log uit, druk ‘NACHTSCHERM icoontje’.
Einde cleaning
-
Druk ‘OK’.
Druk ‘EXIT’ (het deurtje).
Druk ‘HUIS icoontje’
Log uit druk ‘VROUW icoontje’
7
•
Dual run (versneld doorvoeren):
- Druk ‘INCLUDE’ fixation phase, (‘INCLUDE’ is standaard!).
- Druk ‘DUAL RUN’.
- Druk ‘GO’.
- Druk ‘START RUN’ na controle van de parameters.
- Druk ‘OK’ na het plaatsen van het rek en het sluiten van het bad.
- Log uit druk ‘ NACHTSCHERM icoontje’.
Einde cyclus bad 1
- Druk ‘OK’.
- Wacht enkele minuten.
- Druk ‘OK’.
- Haal het rek eruit en plaats dit in bad 2. Sluit beide baden.
- Druk ‘OK’ om de wax cyclus te starten.
- Log uit druk ‘NACHTSCHERM icoontje’.
Verplaats het rek binnen 3minuten van bad 1 naar bad 2. Plaats een timer naast je ter
herinnering! De eindtijd wordt aangegeven door het toestel.
Einde wax cyclus
- Druk ‘EXTRACT THE RACK’.
- Druk ‘OK’ en controleer het paraffine niveau.
- Haal het rek eruit en sluit het deksel.
- Druk ‘EXIT’ (het deurtje).
- Druk ‘HUIS icoontje’.
- Log uit druk ‘VROUW icoontje’.
5.Onderhoud:
5.1 Dagelijks onderhoud:
A. Producten:
Controleer dagelijks de icoontjes van het toestel. Groen betekent dat alle producten
bruikbaar zijn en een run mogelijk is. Oranje betekent dat er 1 of meer producten moeten
vervangen worden na een van de volgende runs. Wanneer er een rood stopteken staat kan
je geen nieuwe run starten.
•
•
•
•
Kijk bij het menu bij ‘REAGENTS’ naar de reagentia die vervangen moeten worden.
Druk ‘REPLACE REAGENT’ wanneer je op het icoontje staat v/h product dat
vervangen moet worden.
Druk ‘DONE’ wanneer de container is weggehaald.
Plaats de juiste nieuwe container op de juiste plaats. Druk ‘DONE’.
B. Paraffine:
•
•
•
Ga naar het menu ‘CLEANING’ en druk ‘WAX CLEANING’.
Doe dit twee maal per week op maandag en woensdag na de dagrun.
Controleer na elke run of het paraffine niveau nog steeds tussen de twee strepen valt
in bad 2, vul anders bij.
8
5.2 Periodiek onderhoud:
Wekelijks onderhoud
Controleer de schuif met reagens op residueel vocht op de bodem.
Maak de buitenkant van het toestel paraffine vrij.
Figuur 5: Condensatievaten (Medical Expo, z.d.)
De condensatievaten bevinden zich onder het voorpaneel van het toestel.
Controleer de condensatie opvangbakjes dagelijks, dat deze niet over de aangeduide limiet
komen. Dit d.m.v. het voorste paneel omhoog te draaien. Leeg de bakjes door deze los te
draaien en uit te gieten in de correcte afvalcontainer.
 Vul de lijst voor onderhoud in.
Maandelijks onderhoud
Eenmaal per maand moet de paraffine ververst worden, hiervoor moet het voorste paneel
alsook omhoog.
•
•
•
•
•
Bevestig de slang aan de kraan.
Plaats een opvang container onder de slang.
Open de kraan en laat het vat leeglopen.
Sluit de kraan en haal de slang weg, kuis de slang met Ultra Clear.
Sluit het paneel en vul het bad met +/- 4kg paraffine.
 Duid uitgevoerde acties aan op de lijst van onderhoud.
Jaarlijks
Onderhoud door firma (onderhoudscontract).
9
Principe
Het doel van het toestel is om het water dat aanwezig is in het weefsel stapsgewijs te
vervangen door paraffine, zodat van de biopten paraffineblokken kunnen gemaakt worden.
Het bad met de weefselstalen vult en leegt zichzelf stap voor stap met solventen
(formaldehyde, flush, ethanol, isopropanol, ultra clear) van de waterige fase tot de gesmolten
paraffine. Er wordt simultaan gewerkt met conventionele verwarming en microwave. De
techniek zorgt voor een sneller turn around time(TAT’s).
De microwave zal er voor zorgen dat er geen xyleen meer moet gebruikt worden. Ultra clear
vervangt deze stap. Het is aangetoond dat dit veiliger en gezonder is. Er werd door het
laboratorium Pathologische Anatomie in Nijmegen (Afdeling Pathologie Nijmegen, 2010) ook
een studie uitgevoerd. Deze bewijst dat xyleen kan vervangen worden door ultra clear.
Er worden twee runs per dag uitgevoerd één versnelde run overdag en een tweede
nachtrun.
In meerdere artikels wordt bewezen dat doorvoeren met microwaves geen invloed heeft op
de kwaliteit van de weefselstalen en de TAT’s verkleind worden. (Joris P. Bulte, et al., 2012)
(Amanda Bond, 2013) (Richard J. Zarbo, et al., z.d.) (Hafajee Z.A., 2004) (Marales A.R.,
2004) Er werden testen uitgevoerd om het effect van microwave doorvoeren op vriescoupes
te bekijken. (W & Erichsen, 1991)
De verspreiding
Het toestel is nog maar enkele jaren op de markt. In Nederland zijn er al veel bedrijven,
ziekenhuizen die dit toestel gebruiken. In België zijn er nog maar enkele te vinden o.a. in het
laboratorium Pathologische Anatomie Ieper.
Voor- en nadelen
Een van de grote voordelen was dat dit toestel specifiek gemaakt is om een versnelde
dagrun uit te voeren. Een ander voordeel is dat er in de toekomst een systeem op de markt
zal komen dat de weefsels automatisch als paraffineblok uit het toestel laten komen. Dit
bespaard veel tijd, de coupes kunnen sneller gesneden worden en zo komen de stalen veel
sneller bij de PA terecht.
Het toestel bevat de capaciteit van 210 stalen per run dit maakt het mogelijk met 1 toestel te
werken i.p.v. twee Citadels van elk 100 blokken.
Vergelijking
Er werden in totaal drie toestellen bekeken enerzijds de Logos van Klinipath en anderzijds de
VIP van Sakura en de Excelsior van Thermo Fisher. De toestellen werden vergeleken op hun
functie, kostprijs, service na service, toekomst, kwaliteit,
Er kan besloten worden dat de functie van de twee andere toestellen vooral is gefocust op
nachtrun.
10
Histosmate
Er moest ook een werkwijze en onderhoud uitgeschreven worden voor het toestel dat de
paraffine van de rekken haalt. (Janssens, Toestellen: werkwijze en onderhoud Histosmate,
2014)
Toestel: HistosMATE
Merk/Nummer toestel: MILESTONE/ Serie n° 5506260002
1.Toepassingsgebied
Het doel van het toestel is om de paraffine op te lossen van cassetterekken, pincetten en
mallen, zodat deze opnieuw kunnen worden gebruikt.
2.Principe
In het toestel wordt de Ultra Clear continu geroerd en verwarmd op 60°C gedurende de 7min
van de cyclus.
3.Voorbereiding en benodigdheden
Het toestel omvat één groot bad met een Max. volume van 10L.
Het bad is steeds gevuld met 10L Ultra Clear. Een lege container wordt gebruikt om de afval
Ultra Clear op te vangen bij het verversen.
4.Werkwijze
•
•
•
Het toestel wordt opgestart door de ‘groene knop’ links te drukken.
Kijk nu naar het Touch screen.
‘s Morgens: Druk ‘START HEATING’
•
•
Plaats het rek of het mandje op de houder en laat deze weer dalen.
Druk ‘START CYCLE’
•
Einde: druk ‘OK’
Haal het rek of mandje eruit en maak het proper of laat het uitdruppen op de opvanghouder
naast het toestel.
•
•
Na laatste cyclus: Druk ‘STOP HEATING’
In weekend: Schakel het toestel uit met de ‘groene knop’ links.
5.Onderhoud:
5.1 Onderhoud na 12 cycli:
•
•
•
•
•
•
Zet het toestel uit en open het luik onderaan het toestel door te drukken op ‘PUSH’.
Sluit de slang aan op de kraan en neem een lege container.
Open de kraan en laat de vloeistof in de lege container lopen.
Sluit de kraan en haal de slang eraf.
Sluit het luik.
Vul het bad met nieuwe Ultra Clear 10L, (volledige container ingieten).
11
5.2 Periodiek onderhoud:
Driemaandelijks onderhoud
Reiniging het toestel uitwending.
Jaarlijks
Onderhoud door firma (onderhoudscontract).
2.1.5. Uitbedden
Nadat het staal is doorgevoerd in paraffine, moet dit worden uitgebed in een paraffine blok.
De cassette wordt geopend en de gewenste mal wordt gevuld met paraffine en het staal
wordt geplaatst in de vorm. Het is uiterst belangrijk dat de stalen correct georiënteerd worden
en goed worden aangedrukt. Vervolgens wordt de cassette met de onderkant, zonder het
deksel, op de vorm geplaatst en gevuld met paraffine zodat deze goed aan elkaar hangen.
Deze worden op een koude plaat van +/- -14°C geplaatst zodat de paraffine vlug stolt.
Tenslotte worden de blokken ontvormd en vervolgens op nummer gestockeerd.
2.1.6. Snijden van coupes
De blokken worden aangesneden met een microtoom. Eerst wordt er getrimd zodat het
gehele oppervlak van het weefsel is aangesneden. Na het trimmen wordt de dikte aangepast
naar 0,5-0,4µm. Twee of meer coupes naargelang de vorm, worden opgevangen op een
draagglaasje, onmiddellijk gevolgd door druppels water. Het glaasje wordt zo op een
warmteplaat gelegd zodat de coupes kunnen strekken. De coupes moeten zo egaal mogelijk
zijn. Wanneer de coupes gestrekt zijn wordt het water weg gedept met papier, zodat de
coupe blijven strekken en niet vervormen en hechten aan het glaasje.
2.1.7. Kleurtoestel
De coupes worden eerst gedurende een half uur in de broedstoof geplaatst om de paraffine
te laten verdampen zodat de weefsels zich vasthechten aan het glaasje.
De glaasjes worden vervolgens in rekjes geplaatst en in het kleurtoestel geplaatst. Het
programma ‘biopsie’ wordt ingesteld en wordt gestart.
Bakje 17 tot 19 zijn was stappen om de eosine die niet opgenomen is te ontkleuren.
12
Tabel 1: Kleurprogramma ‘biopsie’
Bakje in toestel
S*
1
2
3
4
WASH*
5
WASH*
6
WASH*
20
WASH*
19
18
17
End*
Reagentia
Start
Xyleen
Xyleen
Ethanol (deparaffineren)
Ethanol (deparaffineren)
Kraanwater
Hematoxyline Gill III
Kraanwater
Methanol zuur
Kraanwater
Eosine
Kraanwater
Ethanol (eosine)
Ethanol (eosine)
Ethanol (eosine)
Tissue Clear
Tijd
05’00”
05’00”
03’00”
03’00”
01’00”
01’40”
02’30”
00’05”
03’00”
02’30”
00’15”
01’00”
01’00”
01’00”
Het kleurproces duurt een half uur. De coupes worden d.m.v. een draagarm verplaatst van
bakje naar bakje volgens bovenstaande volgorde.
2.1.8. Coupes monteren en labelen
De coupes worden afgedekt door een dekglaasje dat d.m.v. het kleeftoestel wordt
gemonteerd. Nadien worden ze gelabeld met stickertjes voorzien van een biopsienummer en
verdeeld onder de aangegeven pathologen.
2.1.9. Patholoog Anatoom (PA)
De PA beoordeelt de coupes door microscopisch onderzoek en tracht zo, rekening houdend
met het macroscopische onderzoek, tot een diagnose te komen. Hiervan wordt een verslag
opgesteld en doorgegeven aan de aanvragende arts.
Er kan na microscopisch onderzoek een diepere coupe aangevraagd worden. Dit wil zeggen
dat de laboranten extra trimmen en dan terug coupes snijden. Dit kan om eventueel meer
duidelijkheid te scheppen in de histologische analyse. Er kunnen ook speciale kleuringen en
immunologische histochemische kleuringen aangevraagd worden.
13
2.1.10. Weefsels
Figuur 6: Grafiek van de meest frequente tumoren per geslacht, België 2011 (Stichting kankerregister,
2011)
De voornaamste tumoren die terug worden gevonden zijn: borsttumoren bij vrouwen,
prostaattumoren bij mannen. Het is van belang dat de diagnose vlug kan worden gesteld en
er een behandeling kan beginnen.
De organen in Figuur 6 zijn de meest voorkomende organen in het labo. Er worden zowel
biopten, zoals puncties binnengebracht, maar ook partiële en totale resectie stukken.
Borsttumoren
Borstkanker is de meest voorkomende kanker, deze komt voornamelijk voor bij vrouwen
maar mannen kunnen dit ook krijgen.
De stalen die binnen worden gebracht zijn: puncties, partiële/totale mastectomie,
klierevidement, sentinelklier.
Klierevidement zijn de okselklieren, deze staan rechtstreeks in verbinding met de borst. Een
sentinelklier is de eerste lymfeklier beginnende van de borst, die opgespoord worden met
een laag radioactieve stof. (Stichting Tegen Kanker, 2013)
Prostaattumoren
Prostaatkanker is een ouderdomsziekte bij mannen. De gemiddelde leeftijd is negenenzestig
wanneer dit wordt vastgesteld. (Stichting Tegen Kanker, 2013)
De stalen die binnen worden gebracht zijn: prostaatpuncties, prostaat TUR, prostatectomie.
Deze worden routine H&E gekleurd en bekeken. Soms worden hierop ook IHC aangevraagd.
Darmtumoren
Er kan zowel dikke darm (colon/rectum) kanker voorkomen als dunne darm
(duodenum/jejunum) kanker. Colonkanker komt voornamelijk voor. De stalen die binnen
worden gebracht: duodenumbiopsie, colonbiopten, darmresectie. Duodenumbiopsie komen
meestal samen met maagbiopten binnen. Deze zijn bij gastroscopie genomen en
colonbiopsie bij coloscopie. (Stichting Tegen Kanker, 2014) (mlds, z.d.) (Darmkanker, 2011)
14
2.2.
Immunologische Histochemische (IHC-) kleuringen
IHC- kleuringen zijn antilichamen met een kleur of een fluorescerend substraat aan
gebonden (labpon, 2013). IHC- kleuringen worden standaard uitgevoerd voor maagbiopten
waarbij de aanvragende dokter een HP-kleuring aanvraagt, alsook voor Barrett (Een ziekte
waarbij de slokdarmwand een andere slijmvlieslaag heeft, deze gelijkt op het maag /dunne
darm slijmvlies. Barrett ontstaat door langdurige blootstelling aan maagzuur door reflux
(AstraZeneca, 2014)) (erasmusmc, z.d.)
Op een sentinelklier weefselblok zal er standaard meerdere IHC op uitgevoerd worden. IHCkleuringen worden door de PA aangevraagd om geïsoleerde tumorcellen op te sporen. Er
kunnen meerdere IHC uitgevoerd worden in bijlage 3 bevindt zich een lijst met de gebruikte
antilichamen.
2.3.
Speciale kleuringen
Sommige weefsels worden met een histochemische kleuring aangekleurd zodat er bepaalde
eigenschappen beter worden weergegeven. Er worden zes verschillende kleuringen
uitgevoerd in het labo. (erasmusmc, z.d.)
•
•
•
•
•
•
Congorood (Bio Optica milano s.p.a., 2010): kleurt amyloïde rood, nuclei blauw
PAS-Amylase (Bio Optica milano s.p.a., 2010): PAS positieve deeltjes: koolhydraten
kleuren dieprood: magenta rood, nuclei blauw.
Perls (Bio Optica milano s.p.a., 2010): kleurt reactief Fe3+ blauw, nuclei rood.
Van Gieson (Bio Optica milano s.p.a., 2009): collageenvezels paarsrood; nuclei zwart;
cytoplasma, gladde spierweefsels, verhoornd epitheel, erytrocyten geel.
Ziehl – Neelsen (Bio Optica milano s.p.a., 2011): kleurt (pathogene) mycobacteriën zoals
Koch’s bacillus rood.
Zilverkleuring/ reticuline kleuring (Bio Optica milano s.p.a., 2013): kleurt reticuline vezels
aan in bindweefsel en collageen vezels van bindweefsel. Kleurt collageen vezels geel,
bindweefsel bruin en reticuline en zenuwvezels zwart.
2.4.
Macroscopische beoordeling / Vriescoupes
Wanneer een staal voor peroperatoir onderzoek wordt ingestuurd bv. een borst, sentinel, zal
dit macroscopisch beoordeeld worden en het resultaat wordt doorgegeven aan de chirurg.
Het beoordelen van de snederanden o.a. van belang bij een tumor zodat men zeker is dat er
geen tumor weefsel is achtergebleven in de patiënt anders zal de chirurg een extra
weefselstuk moeten wegnemen.
Bij een vriescoupe zal het weefsel snel ingevroren worden i.p.v. te fixeren. Met de
vriesmicrotoom zal een coupe worden gemaakt en deze coupe zal manueel gekleurd
worden. Deze methode levert een snelle H&E coupe op met inboeten aan kwaliteit. Nadien
zal het weefsel alsnog gefixeerd worden in formol en verwerkt worden in een paraffine blok.
Zodanig kan er een definitieve coupe gemaakt worden en vervolgens wordt de normale
H&E-kleuring uitgevoerd. Op deze manier kan het weefsel ook lang bewaard worden.
(Labpon, 2013)
15
2.5.
Interview laboratorium Pathologische Anatomie Ieper
Om het toestel te valideren werden er enkele vragen gesteld aan een ander laboratorium
dat werkt met hetzelfde toestel. I.v.m. voorgevallen problemen, oplossingen en algemene
informatie. Dit kan helpen bij de validatie om problemen te voorkomen, begrijpen en
oplossen.
Het laboratorium in Ieper heeft vastgesteld dat borstpuncties beter in een nachtrun worden
geplaatst zodat deze optimaal gefixeerd zijn voor de moleculaire SISH test. Zij hadden ook
enkele probleem met de software, die verholpen zijn . Er werd een vervangtoestel
aangeboden zodat zij geen vertragingen ondervonden.
I.
•
II.
•
•
•
III.
•
IV.
•
V.
•
VI.
•
VII.
•
VIII.
Vanaf welke datum gebruikt u al de Logos?
Startdatum: 20/06/2012
Hoe gebruikt u het toestel?
- een korte run van 1mm, 3mm en/of 5mm? En voor welke weefsels?
- een lange (nacht)run? En voor welke weefsels?
Een korte run van 1mm tot 3mm voor colon/maag, huidje, galblaas, appendix,
amandelen, nierpuncties, leverpuncties kleinere weefsels zonder veel vet.
Een lange run voor borstpuncties, alle andere weefsels. Vetweefsel wordt eerst een
nacht in aceton geplaatst en dan terug in formol om 's avonds te laten meegaan.
Het belangrijkste is om je weefsel zo dun mogelijk te versnijden, zo kan je bepaalde
weefsels sneller verwerken in je korte run.
Gebruikt u enkel Logos of wordt er nog een ander toestel gebruikt?
Enkel de Logos wordt gebruikt. Wij hebben wel een oude carrousel als back-up
staan.
Hebben jullie al problemen ondervonden met het snijden van coupes? Zo ja welke
problemen en hoe werden deze opgelost? Kwamen de problemen voor bij de korte
run, lange (nacht)run of beide?
Er waren vooral problemen met vetweefsel, zoals bij huidjes die te veel vet hebben.
Deze worden in een lange run verwerkt (alsook de acetonstap en dun versnijden).
Hebben jullie al problemen ondervonden met de H&E kleuring? Zo ja welke
problemen en hoe werden deze opgelost? Kwamen de problemen voor bij de korte
run, lange (nacht)run of beide?
Er waren geen problemen met de H&E kleuring.
Hebben jullie al problemen ondervonden met de IHC kleuring? Zo ja welke
problemen en hoe werden deze opgelost? Kwamen de problemen voor bij de korte
run, lange (nacht)run of beide?
Er waren geen problemen met de IHC kleuring.
Hebben jullie al problemen ondervonden met de moleculaire pathologie? Zo ja welke
problemen en hoe werden deze opgelost? Kwamen de problemen voor bij de korte
run, lange (nacht)run of beide?
Voor de SISH werden vooral problemen bij de borstpuncties ondervonden, daarom is
een lange run nodig voor optimale fixatie. Punctie in formol voor 6 à 48/72 uur. Zeker
niet in een korte run tussen mousses verwerken( geeft slecht signaal).
Hebben jullie al technische problemen gehad? Zo ja welke problemen en hoe werden
deze opgelost?
16
•
De leidingen waren verstopt door klein stukjes papier van celblokken, ’s
anderendaags kwam de technieker al langs. Er was ook nog een probleem met de
pc van het toestel, hier konden wij niets aan doen we kregen een vervangtoestel.
17
3. Materiaal en methode
Het toestel moet gevalideerd worden en dit gebeurt a.d.h.v. een SOP voor de validatie. Deze
zal moeten opgesteld worden mits deze nog niet bestaat.
3.1.
Validatie SOP
Er moet allereerst een duidelijk validatie SOP worden opgesteld voor er een validatie kan
gebeuren.
Doelstelling/principe :
Wanneer in een procedure een parameter verandert die een invloed kan hebben op het
resultaat moet er eerst voor ingebruikname een validatie gebeuren. De verschillende
validatiestappen moeten uitgevoerd worden, alsook de controles hierop. Na het volledige
validatierapport en mits goedkeuring van het Medisch Diensthoofd mag deze parameter
gewijzigd en uitgevoerd worden in de routine. Deze vrijgave, zal de PA de zekerheid geven
dat een verandering van een welbepaalde parameter geen invloed zal hebben op resultaat.
Toepassingsgebied :
Deze procedure is van toepassing op alle parameters die een invloed kunnen hebben op het
resultaat van een staal. Het invoeren van een nieuw toestel, een nieuw product maar ook
voor voor een nieuwe werkwijze waar er een kans bestaat dat dit een invloed kan hebben op
het resultaat.
Verantwoordelijkheden:
Het medische diensthoofd en de leidinggevende zijn verantwoordelijk voor de beslissing om
een nieuwe methode, kleuring, antilichaam of apparaat te valideren.
Het personeelslid die in opdracht v/d leidinggevende de validatietest uitvoert is
verantwoordelijk voor de juiste uitvoering en het registreren van de bevindingen. De
leidinggevende is verantwoordelijk voor het beoordelen v/d validatieresultaten (samen met
een PA) en het opstellen v/h validatierapport.
Aan de hand v/d conclusies i/h validatierapport wordt besloten of het nieuwe apparaat/de
nieuwe methode in gebruik wordt genomen.
De kwaliteitscoördinator is verantwoordelijk voor het archiveren v/h validatierapport.
Benodigdheden :
Validatieplan
•
•
•
•
•
•
Evaluatieformulieren (afhankelijk de soort validatie zijn er verschillende documenten.)
Validatierapport waarin volgende aspecten beschreven worden:
Titel, uitvoerder validatietest, betrokken leidinggevende, betrokken SOP, doel van de
validatie.
Beschrijving van de test en de condities waaronder de test plaatsvindt.
Documentatie.
Resultaat test, reproduceerbaarheid, resultaat huidige methode, vergelijking met
huidige methode.
18
•
•
Veiligheidsaspecten.
Beoordeling en conclusie.
Werkwijze :
Wanneer er beslist wordt om een nieuwe parameter in te voeren, zal er een studie worden
gevoerd. Er wordt een duidelijk rapport opgesteld met volgende vragen:
•
•
Waarom moet de parameter veranderen?
o Voldoet deze parameter niet meer aan de eisen?
o Is het toestel stuk en wordt dit vervangen?
o Is er een andere product dat veiliger en beter is voor gebruik?
Zijn er meerdere bedrijven met deze parameter?
o Dewelke parameter voldoet aan de eisen van de functie of zijn er meerdere?
o Is deze parameter prijs/kwaliteit verhouding goed?
Wanneer de keuze gemaakt is wat de nieuwe parameter is moet er een validatie plan op
gesteld worden.
•
•
•
•
•
•
Hoe lang zal de validatie duren?
Welke fases zullen er plaatsvinden in de validatie?
Welke soorten controles zullen er worden uitgevoerd?
Hoeveel stalen zullen er vergeleken worden, welk weefsel zal gebruikt worden en
hoeveel?
Zal er een positieve en/of negatieve controle worden ingebracht?
Validatie van apparatuur:
IQ fase = Installation Qualification
Deze fase wordt meestal uitgevoerd door het bedrijf. Het toestel wordt geïnstalleerd. Er zal
getest worden of het toestel in alle technische aspecten werkt.
OQ fase = Operation Qualification
Er zal in deze fase getest worden of het toestel functioneert naar behoren. Er wordt getest of
het toestel bij de juiste instellingen, de correct procedures uitvoert. De alarmfuncties worden
getest of deze op de correcte manier reageren wanneer ze moeten reageren.
PQ fase = Product Qualification
Dit onderdeel bestaat uit meerdere fases. Er wordt gecontroleerd of het toestel functioneert
naar de gestelde eisen. Dit deel wordt door het labo getest en beoordeeld.
Fase 1
Er moet getest worden of de procedure werkt met de nieuwe parameter namelijk het nieuwe
toestel. De test wordt uitgevoerd met reeds afgewerkte stalen.
Enkel de procedure wordt bekeken. Het resultaat wordt door 2 PA beoordeeld en
goedgekeurd door het Medische Diensthoofd alvorens fase 2 kan gestart worden.
19
Fase 2
Er zal in tweevoud gewerkt worden. Enerzijds het oorspronkelijke toestel, anderzijds het
nieuwe. Heel de procedure moet exact hetzelfde blijven. Deze procedure is de normale
routine procedure. Er zal een vooraf bepaald aantal stalen worden getest.
Deze fase zal door 2 PA blind gescoord worden. Na goedkeuring van het Medische
Diensthoofd zal fase 3 kunnen gestart worden.
Fase 3
In deze fase zal men naast de routine procedure, die enkel nog op het nieuwe toestel
verloopt, ook andere procedures beoordelen waarop het toestel invloed heeft en dit in
tweevoud. Ook hier moet een vooraf bepaald aantal stalen worden getest.
Deze fase kan langer duren mits niet alle procedures dagelijks worden uitgevoerd.
Opnieuw zullen 2 PA moeten scoren. Deze fase eindigt met de goedkeuring van het
Medische Diensthoofd.
Het nieuwe apparaat kan volledig in gebruik worden genomen.
Validatie van methoden:
Met een methodevalidatie wordt aangetoond dat de methode geschikt is voor de beoogde
toepassing, dat ze voldoet aan de eisen die er met betrekking tot de toepassing aangesteld
worden.
Indien er wordt gebruik gemaakt van een methode volgens het voorschrift van de fabrikant
volstaat een implementatievalidatie. Voor een implementatievalidatie worden een
vooropgesteld aantal stalen getest. Er wordt gekeken naar reproduceerbaarheid en de
juistheid van een resultaat. Hiervoor kan men steunen op de specificaties opgegeven door
de fabrikant, maar ook op meer objectieve criteria uit de literatuur/studies. Alle gegevens en
resultaten worden verwerkt in een validatiedossier.
Indien wordt afgeweken van de voorschriften opgelegd door de fabrikant of methoden uit de
literatuur is een volledige validatie noodzakelijk en een validatierapport moet worden
opgesteld. Indien uit de conclusie blijkt dat niet wordt voldaan aan de gestelde specificaties,
dan moet er argumentatie toegevoegd worden waarom deze methode toch zal gebruikt
worden.
20
3.2.
Validatieplan
Volgens de SOP van de validatie
3.2.1. Installation Qualification (IQ)
Dit werd opgesteld en uitgevoerd door de firma Klinipath. Zie bijlage 5
3.2.2. Operating Qualification (OQ)
Dit werd opgesteld en uitgevoerd door de firma Klinipath. Zie bijlage 5
3.2.3. Product Qualification (PQ)
Dit werd deels opgesteld en uitgevoerd door de firma Klinipath. Zie bijlage 5
De validatie zal duren tot alle fases zijn afgewerkt en goedgekeurd. Er zal in tweevoud
gewerkt worden. Enerzijds cassettes in het citadel toestel en anderzijds cassettes in de
logos.
Er zullen weefselblokken, van alle gangbare en kritische weefsels, in tweevoud genomen en
beoordeeld worden, tot de bevestiging dat de resultaten van gelijkwaardige kwaliteit zijn.
Dit geldt voor zowel de H&E-kleuring, IHC-kleuring als de moleculaire testen. De moleculaire
testen zullen gevalideerd worden door het UZA en Augustinus omdat de testen daar worden
uitgevoerd. De 3 fases zijn de volgende:
I.
II.
III.
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
Fase 1
Conventioneel doorvoeren van diverse weefsels met THERMO-SHANDON
Citadel(referentie).
Conventioneel doorvoeren van overgefixeerde diverse weefsels met LOGOS.
Vergelijken van morfologie, aankleuring van contrast van H&E-kleuring.
Fase 2
Conventioneel doorvoeren van diverse weefsels met THERMO-SHANDON
Citadel(referentie).
Conventioneel/microwave doorvoeren en diverse weefsels met LOGOS.
Vergelijken van morfologie, aankleuring van contrast van H&E-kleuring.
Vergelijken van aankleuring in diverse IHC-kleuringen van een selectie van weefsels.
Vergelijken van aankleuring in diverse histochemische kleuringen van een selectie van
weefsels.
Vergelijken van eindresultaat in Moleculaire testen van weefsels.
Fase 3
Conventioneel doorvoeren van diverse kleine weefsels met THERMO-SHANDON
Citadel(referentie).
Microwave versneld doorvoeren van diverse kleine weefsels met LOGOS.
Vergelijken van morfologie, aankleuring en contrast van H&E-kleuring.
Vergelijken van aankleuring in diverse IHC- kleuringen van een selectie van weefsels.
Vergelijken van aankleuring in diverse histochemische kleuringen van een selectie van
weefsels.
Vergelijken van eindresultaat in Moleculaire testen van weefsels.
21
3.3.
Validatie
3.3.1. Klinipath
Er werd uitleg door Klinipath gegeven over het doorvoertoestel en de manier waarop de
validatie het best aangepakt kan worden.
De gebruikte producten zijn van Klinipath, deze zijn door strenge zuiverheidstesten
uitgekozen. Het is bv. belangrijk dat het product niet als eerste of laatste uit een verdeeltank
van +/- 1000l wordt gehaald. In dit deel zijn er geen oppervlakte- of bodem vervuilingen
aanwezig. Dit helpt de vuilafzetting in de slangen, te verminderen.
Er zal ethanol worden gebruikt i.p.v. methanol mits deze zuiverder is. Isopropanol zal ook
gebruikt worden. Voor de veiligheid van het labopersoneel zal er i.p.v. xyleen ultra clear
(isoparaffine) gebruikt worden dit is een veiligere stof.
De werking van het toestel werd uitgelegd en de favoriete programma’s en gebruikers
werden geïnstalleerd.
3.3.2. Staalname
Er werden stalen genomen van verschillende weefsels zodat er een duidelijke weergave is,
of er algemene problemen voorkomen of deze specifiek zijn voor een bepaalde weefsel.
Tabel 2: Weefselstalen
Registratie Afname Staalname Soort weefsel
nummer
biopt bij
de
patiënt
14T237
27/1/’14 29/1/’14
Schildklierresectie
Aantal
In
Fase
cassettes doorvoertoestel
geplaatst
3
4/2/’14
1
14B987
14B1029
14B1063
27/1/’14 29/1/’14
28/1/’14 30/1/’14
29/1/’14 30/1/’14
3
3
2
4/2/’14
4/2/’14
4/2/’14
1
1
1
14B1090
14T226
14B1120
14B1121
14B961
14T293
14T288
14B1240
14B1096
14B1253
14B1339
14T302
14B1311
14B1315
14B1404
14B1431
14B1430
14T317
14B1482
29/1/’14
27/1/’14
30/1/’14
30/1/’14
27/1/’14
31/1/’14
31/1/’14
3/2/’14
30/1/’14
3/2/’14
4/2/’14
3/2/’14
4/2/’14
3/2/’14
6/2/’14
6/2/’14
6/2/’14
4/2/’14
7/2/’14
2
2
2
2
2
2
3
2
3
5
5
2
2
2
2
10
8
4
2
4/2/’14
4/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
10/2/’14
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
2
2
2
30/1/’14
30/1/’14
31/1/’14
31/1/’14
31/1/’14
3/2/’14
3/2/’14
3/2/’14
3/2/’14
5/2/’14
5/2/’14
6/2/’14
6/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
10/2/’14
Schildklierresectie
Hysterectomie
Mastectomie/tumorectomie+
okselklier(en)
Ovaria (uterus)
Darmresectie
Mastectomie (R)
Mastectomie (L)
Darmresectie
TUR prostaat
Hysterectomie
TUR prostaat
Darmresectie
Schildklierresectie
Totale prostatectomie
Maagresectie
Hysterectomie
Placenta
TUR prostaat
Hysterectomie
Hysterectomie
Darmresectie
Prostatectomie
22
14B1474
14B1460
14B1550
14T377
14T378
14B1602
14B1657
14B1672
14B1668
14B1737
14B1750
14B1755
14B1773
14B1775
14B1776
14B1777
14B1778
14T418
14B1794
14B1779
14B1780
14B1781
14B1797
14T435
14T444
14B1809
14B1824
14B1841
14B1829
14B1830
14B1834
14B1827
14B1804
14B1793
14B1795
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
7/2/’14
11/2/’14
12/2/’14
13/2/’14
12/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
13/2/’14
17/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
10/2/’14
10/2/’14
11/2/’14
11/2/’14
11/2/’14
12/2/’14
13/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
14/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
Hysterectomie
Darmresectie
Schildklier
Mastectomie
Ovarium(tumor)
Nierresectie
Mastectomie
Longresectie
Nierresectie
Colontumor
Huid
Huid
Borstpunctiebiopsie
Maagbiopsie/duodenum
Colonbiopsie
Colonbiopsie
Colonbiopsie
Pancreastumor
Huid
Mondbiopsie
Huid
Vasectomie
Colonbiopsie
Colonbiopsie
Colonbiopsie
Colonbiopsie
Borstpunctiebiopsie
Maag+ HP
Colonbiopsie
Colonbiopsie
Colonbiopsie
Huid + VC
Testisresectie
Klierevidement
Huid + VC
14B1797
14B1840
14T456
14T453
14B1795
17/2/’14
17/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
17/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
Colonbiopsie
Bijnierresectie
Vasectomie
Prostaatpunctiebiopsie
Huid + VC
14B1848
14B1853
14B1874
14B1878
14B1881
14B1882
14B1884
14T457
14T447
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
/
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
Vulvabiopsie
Endometrium/curettage
Sinuscomplex/poliepen
Peescyste
Maag+ HP
Colonbiopsie
Maag + HP
Darmresectie
Mastectomie
4
4
P+3
P+8
1
P
P
P
P
P
1
3
1
2
2
1
1
P
2
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
2
1
P
1
1
(+1dag)
1
1
1
2
1 (+1
nacht)
1
1
1
1
1
2
1
P
P
10/2/’14
10/2/’14
11/2/’14
11/2/’14
11/2/’14
12/2/’14
13/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
14/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
17/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
18/2/’14
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
3
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
2
2
18/2/’14
18/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
2
2
3
3
3
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
3
3
3
3
3
3
3
2
2
23
14B1842
14B1858
14B1930
14B1933
14B1936
14B1938
14B1941
14B1942
14B1943
14B1944
14B1946
14B1948
14B2093
14B2094
18/2/’14
18/2/’14
19/2/’14
20/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
24/2/’14
24/2/’14
19/2/’14
19/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
24/2/’14
24/2/’14
Mastectomie
Endometrium carcinoom
Mastectomie
Borstpunctiebiopsie
Maag + HP
Colonbiopsie
Lipbiopsie
Maag + HP
Huid
Maag + HP
Maagbiopsie/ slokdarm
Maagbiopsie
borstpunctiebiopsie
borstpunctiebiopsie
P
P
P+3
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
19/2/’14
19/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
20/2/’14
24/2/’14
24/2/’14
2
2
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
2
24
4. Resultaten
4.1.
Routine
De routine procedure werd van registratie tot afleveren aan de PA uitgelegd en aangeleerd.
Er werd bij onderstaande figuren gebruikt gemaakt van het citadel doorvoertoestel.
Er werden afbeeldingen gemaakt van de gesneden coupes als bewijs dat deze correct zijn
gesneden.( Figuren 7-11) De eerste dag werd er gewerkt met afgewerkte placenta stalen, dit
weefsel snijdt vlot. Wanneer deze goed waren, werden er patiënten stalen versneden die
alsook vlot snijden. Het is belangrijk dat het snijden goed gaat zodat er geen afwijking is met
de andere laboranten.
Figuur 7: Paraffineblok 1: gesneden van afgewerkt staal, placenta weefsel
Figuur 8: Paraffineblok 1: gesneden van afgewerkt staal, placenta weefsel
25
Figuur 9: Paraffineblok 2: gesneden van afgewerkt staal, placenta weefsel
Figuur 10: Patiënten staal: paraffineblok gesneden, synovium/gewrichtsweefsel
Figuur 11: Patiënten staal: paraffineblok gesneden, huidweefsel
26
4.2.
Validatie
4.2.1. Nachtrun
Het toestel werd geplaatst en de volgende dag in de voormiddag (dag 1) gevalideerd voor de
IQ en OQ fases door Klinipath.
De eerste 15 stalen (overgefixeerd weefsel) werden op dag 1 in het toestel geplaatst onder
begeleiding van de verantwoordelijke van Klinipath. Het programma was een overnight fatty
1 layer met een delay: het toestel begon om 18u en eindigde rond 8u.
De 2de run werd op dag 2 uitgevoerd (15 stalen) met het overnight fatty 1 layer programma
met een delay. Tijdens de delay hebben we extra cassettes toegevoegd (10 stalen). Hierdoor
gaf het toestel een foutmelding, wat niet zou mogen. Het toestel was niet gestart dit werd ’s
morgens op dag 3 duidelijk, na contact met de verantwoordelijke hebben we het programma
afgebroken en werd het nachtprogramma zonder delay aangezet dit was rond 21u klaar de
stalen bleven overnacht in de paraffine zitten. De oplossing is op dag 4 gevonden men moet
eerst de cassettes bijvullen en nadien pas het aantal cassettes ingeven, zo komt er geen
foutmelding meer.
De 3de run werd het toestel aangezet op dag 4 met delay. De delay werd zo ingesteld dat
deze op dag 7 om 9u30 klaar zou zijn, mits dit een weekend was. Het programma was
overnight fatty 1 layer er gingen 30 cassettes in.
In de 2de week werden er al een gedeelte van de stalen rechtstreeks in de Logos geplaatst
zonder dubbele controle.
In de 3de week werden alle grote stalen in de overnacht gestoken enkel een P- blok (dit is
een weefselstaal van de tumor in een vers weefsel) en een borstpunctie werden nog dubbel
genomen. Zodat de moleculaire testen nog kunnen gevalideerd worden.
Er moet rekening gehouden worden dat het toestel ’s morgens om +/-7u30 klaar is zodat de
laborant die om 7u54 begint zeker dan kan beginnen en eventueel vroeger kan starten met
uitbedden.
4.2.2. Dagrun
De 1ste dagrun werd aangezet op dag 12, dus de 2de week van de validatie.
De dagrun werd na 5dagen validatie gestart voor de routinestalen.
De tijden werden bijgehouden zodat er een uur kon vast gelegd worden, wanneer de dagrun
ten laatste moet gestart worden. Er moet rekening gehouden worden met meerdere factoren:
•
•
•
•
De tijd nodig om uit te bedden, snijden en kleuren.
Het kleurtoestel moet worden uitgekuist ‘s avonds.
De werkuren lopen van 8u24 tot 16u30 en er blijft altijd één iemand tot 18u.
Er moet een Lean workflow zijn.
27
Tabel 3: Dagrun tijdsschema
17/2/’14
Cleaning
10u15
Opgestart
11u12
Overgeplaatst 13u25
Klaar
14u30
Uitgebed
15u
Oven
15u35
Kleurtoestel
16u05
Patholoog
17u
18/2/’14
10u17
10u30
12u43
13u48
14u15
15u15
15u55
16u45
19/2/’14
9u59
10u40
12u53
13u57
14u30
15u05
15u45
16u30
20/2/’14
10u06
11u08
13u34
14u40
14u55
15u23
15u53
16u45
4.2.3. Fase 1
Er werden 41 coupes bekeken.
Tabel 4: Bekeken weefsels in fase 1
Weefsel
Schildklierresectie
Mastectomie
Hysterectomie
Ovaria
Darmresecties
Prostaat TUR
Prostaatresectie
Aantal coupes beoordeeld
11
6
6
2
7
2
5
4.2.4. Fase 2
H&E- kleuring
Er werden 57 coupes bekeken waarvan 53 beoordeeld werden.
Tabel 5: Beoordeelde H&E-kleuring coupes in fase 2; S= Dr. Deprez, E= Dr. Beerens, H= Dr.
Woestenborghs, A= Dr. De Pauw
Registra Aantal
Aantal
tie
blokken coupes
nummer in Logos beoordeeld
PA 1
14T
2
2
302
14B
2
1
1311
14B
2
2
1315
14B
2
2
1404
14B
10
10
1431
14B
8
8
1430
14T
4
4
317
Aantal
coupes
beoordeeld
PA 2
2
PA
1
PA
2
Opmerking
S
E
1
A
S
1
S
E
Zachtere kleur (maagwand) /
donkerdere kernen (galblaas)
Beter detail/ meer contrast /
scherper beeld / blauwer
Licht grijzer/blauwer
/
E
/
10
A
S
Minder roze/ blauwer
8
A
S
4
S
E
Scherpere morfologie/zachter
beeld/ minder roze
Licht grijzer/blauwer / minder roze
28
14B
1482
14B
1474
14B
1460
2
2
2
A
S
4
4
/
E
/
4
4
3
S
E
14B
1550
14T
377
14T
378
14B
1602
14B
1737
14B
1793
Totaal
P+3
4
4
E
S
P+8
6
/
E
/
1
1
1
S
E
P
1
/
E
/
P
1
1
S
E
1
1
1
S
H
57
53
45
Minder roze/ zachter beeld/
scherper
Zachter
Lymfeknopen vergelijkbaar
Coloncarcinoom licht
grijzer/blauwer
Iets donkerder/ blauwer/grijzer
Blauwer/paarser, grijze schijn (nl
borstweefsel)
Grijzer/ blauwer
Tabel 6: Verschillende weefsels beoordeeld in fase 2
Weefsel
Aantal coupes
beoordeeld
1
8
2
2
2
6
1
1
23
2
1
4
Colontumor
Darmresectie
Maagresectie
Prostaat TUR
Prostatectomie
Mastectomie
Klierevidement
Ovarium (tumor)
Hysterectomie
Placenta
Nierresectie
Schildklier
Totaal
53
IHC- kleuring
Er werden 60 IHC-kleuringen beoordeeld.
Tabel 7: Beoordeelde IHC-kleuring coupes in fase 2; S= Dr. Deprez, E= Dr. Beerens, H= Dr.
Woestenborghs, A= Dr. De Pauw
Registratie
nummer
14B1430/2
IHC-kleuring
PA 1
PA 2
Opmerkingen
Ker7
A
E
Weinig achtergrond
29
14B1550/P
14B1431/2
14T378/2
14B1672/P
14B1765/1
14B1765/2
14B1460/4
14B1315/2
14B1482/1
14T317
14B1858/P
14B1668/P
PR
ER
A
A
E
E
Desmine
Vimentin
Thyroglobuline
TTF1
ER
PR
Vimentin
CD10
ER
PR
Ker7
P40
Ker7
TTF1
A
A
A
A
H
H
H
H
H
H
H
A
A
A
E
E
E
E
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
EGFR
Ker34Be12
P504S
P63
P504S
CD3
CD20
Bcl2
Ki67
PLAP
PSA
Ker34Be12
P63
Ker20
Synapto
Chromogranin A
A
H
H
H
H
S
S
S
S
S
E
E
E
E
E
E
S
S
S
S
S
E
E
E
E
E
S
S
S
S
S
S
ER
PR
Ki67
P53
CD10
Melan A
Vimentin
Ker7
S
S
S
S
S
S
S
S
A
A
A
A
H
H
H
H
Matige, voldoende aankleuring bij
Logos
Weinig achtergrond bij beide
Vergelijkbare resultaten
“
“
“
“
“
“
Weinig achtergrond bij beide
Licht verstoring morfologie bij
Citadel
Grotendeels niet te evalueren
Vergelijkbaar
“
“
“
“
Weinige achtergrond
Vergelijkbaar
“
“, matig, voldoende aankleuring
“
Matig aankleuring stromaal
compartiment (E), weinig
achtergrond bij Logos
Vergelijkbaar
“
“
“
“
“
“
“
30
14T447/P
14B1930/P
14B1842/P
14B2094
ER
PR
C-erbB-2
ER
PR
C-erbB-2
S
S
A
A
A
E
E
E
E
E
E
E-Cadherine
Ker5/6
Ker14
Ker17
P63
ER
PR
C-erbB-2
ER
PR
C-erbB-2
E-Cadherine
A
A
A
A
A
H
H
H
E
E
E
E
E
E
E
E
E
S
S
S
H
H
H
H
Vergelijkbaar
“
enkele cellen zwak membraan+ (E)
Vergelijkbaar
“
Kleuring neg. (interne controle
positief)
Vergelijkbaar
“
“
“
“
Neg. In tumor
17 blokken 60 kleuringen
Tabel 8: Verschillende beoordeelde IHC-kleuringen
IHC-kleuring
Ker7
PR
ER
Vimetin
TTF1
C-erbB-2
P63
Ker5/6
Ker34Be12
CD10
P504S
Ki67
E-Cadherine
P40
EGFR
CD3
CD20
Bcl2
Desmine
Aantal
getest
4
8
8
3
2
4
3
1
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
31
Thyroglobuline
PLAP
PSA
Ker20
Synapto
Chromogranin
A
P53
Melan A
Ker14
Ker17
totaal
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
60
4.2.5. Fase 3
H&E- kleuringen
Er werden 29 coupes bekeken waarvan 28 beoordeeld zijn.
Tabel 9: Beoordeelde H&E-kleuring coupes in fase 3; S= Dr. Deprez, E= Dr. Beerens, H= Dr.
Woestenborghs, A= Dr. De Pauw
Registra Aantal
Aantal
tie
blokken coupes
nummer in Logos beoordeeld
PA 1
14B
1
1
1750
14B
3
3
1755
14B
2
2
1775
14B
2
2
1776
14B
1
1
1777
14B
1
1
1778
14B
2
1
1794
14B
1
1
1779
14B
1
1
1780
14B
1
1
1781
14B
1
1
1797
14T
1
1
435
14T
1
1
Aantal
coupes
beoordeeld
PA 2
1
PA
1
PA
2
Opmerking
S
A
Zachter en rustiger beeld bij Logos
3
S
A
Kleurintensiteit iets harder
2
S
A
Iets minder contrast
2
S
A
Donkerder; meer contrast
1
S
A
Beter bij Logos minder wazig
1
S
A
donkerder
2
S
E
1
S
E
1
S
E
1
S
E
1
S
E
Donkerder: blauw/paars
1
S
E
Feller roze
1
S
E
blauwer
32
444
14B
1809
14B
1829
14B
1830
14B
1834
14B
1827
14T
456
14T
453
14B
1795
Totaal
2
2
2
S
E
1
1
1
S
H
1
1
1
S
E
2
2
2
S
E
1
1
1
S
H
1
1
1
S
H
2
1
1
S
H
1 (+1
nacht)
1
1
S
H
29
27
28
Feller roze / blauwer, minder roze,
donkerder
Rozer
Tabel 10: Verschillende weefsels beoordeeld in fase 3
Weefsel
Aantal coupes
beoordeeld
13
2
2
1
1
9
Colonbiopsie
Maagbiopsie
Vasectomie
Prostaatpunctie
Mondbiopsie
Huid
Totaal
28
IHC- kleuringen
13 kleuringen werden er beoordeeld van weefselblokken uit de dagrun. Er werd nog een
beoordeling op H&E-kleuring gegeven mits deze bij een HP hoort.
Tabel 11: Beoordeelde IHC-kleuring coupes in fase 3; S= Dr. Deprez, E= Dr. Beerens, H= Dr.
Woestenborghs, A= Dr. De Pauw
Registratie
nummer
14B1773
14B1824
14B1841
14T453
IHC-kleuring
PA 1
PA 2
Opmerkingen
ER
PR
S
S
H
H
C-erbB-2
P63
Ker5/6
HP
P63
S
S
S
S
S
/
H
H
A
A
vergelijkbaar
Matig, voldoende aankleuring
Citadel, vergelijkbaar
Iets sterker in Logos
Geen aankleuring HP negatief
Vergelijkbaar
33
14B1942/1
14B1944
14B1946
7 blokken
Ker34Be12
P504S
HP
H&E
HP
HP
12 kleuringen
S
S
S
S
A
A
A
E
E
E
“
“
geen aankleuring, neg.
Citadel: maag/ logos: slokdarm
HP +
Tabel 12: Verschillende beoordeelde IHC-kleuringen
IHC-kleuring
PR
ER
C-erbB-2
P63
Ker5/6
Ker34Be12
P504S
HP
totaal
Aantal
getest
1
1
1
2
1
1
1
4
12
4.2.6. Producten
Er werd een lijst van verbruik van de producten opgesteld zodat er een vast contract kan
worden opgesteld i.v.m. de aankoop van producten. Hoeveel zal er besteld worden en om de
hoeveel tijd.
product
bestelling
februari rest
totaal
verbruik
bestelling
tussen totaal
maart rest totaal
26/3/'14
verbruik
isopropanol ethanol formol ultra clear
klein
21
21
5
16
14
4
ultra clear
groot
5
2
10
9
5
0
16
6
7
10
24
11
1
5
9
6
3
10
12
8
1
0
9
6
10
13
3
4
3
34
5. Bespreking
5.1.
Toestel
5.1.1. Installation Qualification (IQ)
De installatie is correct uitgevoerd en er werden geen problemen vastgesteld.
5.1.2. Operating Qualification (OQ)
Het toestel functioneert naar behoren.
5.1.3. Product Qualification (PQ)
Fase 1
Er werden 41 coupes van overgefixeerd weefsel bekeken. Er werden geen
evaluatieformulieren ingevuld, omdat in deze fase beoordeeld werd of het inbed proces
correct verloopt en of de coupes algemeen vergelijkbaar zijn. Er kon vastgesteld worden dat
de Logos naar behoren werkt en fase 1 werd goedgekeurd door het medische diensthoofd.
Fase 2
Er werden 57 H&E coupes bekeken waarvan 53 beoordeeld werden. Er kon vastgesteld
worden dat er geen significante verschillen zijn op morfologisch vlak en contrast. Er was een
klein globaal verschil in aankleuring.
Er werden 60 IHC-kleuringen beoordeeld. Er werden geen significante verschillen
waargenomen.
Deze fase werd goedgekeurd voor de H&E- kleuringen en IHC- kleuringen door het
medische diensthoofd.
Fase 3
Fase 3 is het versneld doorvoeren van kleine weefsels in de dagrun: deze mogen een
maximale dikte van 3mm hebben. Er werden 29 H&E coupes bekeken waarvan 28
beoordeeld zijn. Er waren geen significante verschillen te bemerken bij de morfologie en het
contrast. Bij de aankleuring werd ook hier een globaal verschil in kleur waargenomen.
13 IHC- kleuringen werden er beoordeeld. Er werden geen significante verschillen
waargenomen.
Deze fase werd goedgekeurd voor de H&E- kleuringen en IHC- kleuringen door het
medische diensthoofd.
5.1.4. Nachtrun
De nachtrun zal gestart worden om 17u mits deze dan tegen 7u30 zeker klaar is, er kunnen
eventueel nog cassettes worden toegevoegd voor het begin van de cyclus als deze dringend
zijn.
5.1.5. Dagrun
De dagrun zal standaard het programma ‘up to 3mm 1layer’ zijn. De dagrun moet gestart
worden om 10u30, zo is er tijd om deze te vullen met cassettes en is deze in de namiddag
klaar rond 14u. Het uitbedden en de dringende stalen snijden en kleuren is mogelijk voor
16u30. De andere stalen kunnen gesneden worden en gekleurd worden voor 17u à 17u30
afhankelijk van de drukte.
35
De laborant die begint om 10u zal het toestel meteen controleren en producten verversen
indien nodig. Het is belangrijk dat de persoon de verversingslijst dagelijks invult, voor het
kwaliteitssysteem. De persoon moet dan ook de producten in het oog houden zodat deze
indien nodig ook na de dagrun ververst kunnen worden.
De producten verbruikt in de maand februari zijn veel minder mits er nog niet de grote
hoeveelheden stalen werden doorgevoerd en er in de beginfase nog geen dagrun werd
uitgevoerd. De maand maart is een betere weergave van het verbruik. Er zal nog een
optekening van de maand april nodig zijn, zodat er een correcter beeld kan geschetst
worden voor de nodige bestellingen. Dit zal door het labo zelf nog gebeuren, daarom zijn
deze gegevens niet aanwezig in dit eindwerk.
5.2.
Uitbedden
De weefsels bedden vlot uit. Het is enkel moeilijk voor de puncties en maagbiopten uit te
bedden: deze zijn vaak doorzichtig/ melkachtig. Vroeger werden kleine biopten gekleurd door
eosine toe te voegen in de formol. De gebufferde formol zal er voor zorgen dat de eosine niet
kleurt. Vooraf eosine toevoegen is dus onnodig omdat de kleur er weer uit gaat. Er is
momenteel een experiment bezig rond het toevoegen van eosine. Er zal eosine worden
toegevoegd aan tank 4 ethanol. Te veel eosine zal een neerslag vormen en dit kan
verstoppingen veroorzaken, daarom wordt er voor elke volumeverhoging contact opgenomen
met Klinipath. Wanneer zij toestemming geven kunnen we het volume verhogen. Er werd al
een lichte aankleuring bij 2 ml in een container van 5l vastgesteld, maar er is verschil in de
eerste run met een nieuwe container en de laatste run. Hier kan eventueel nog op verder
worden in gegaan om dit probleem op te lossen.
5.3.
Snijden
De paraffine van de coupes splitst wanneer deze niet lang genoeg gekoeld zijn. Hier is soms
ook het probleem dat de puncties en maagbiopten niet aangekleurd zijn en het dus ook niet
altijd zichtbaar is of het diep genoeg getrimd is. Te koud kan ook problemen geven. Er moet
bij het versnijden zeer goed opgelet worden dat huidjes die in de dagrun gaan zeker niet te
veel vet bevatten mits dit dan zeer moeilijk snijdt. Er werd opgemerkt dat de dagrun na het
uitbedden best kan gekoeld worden op de koelplaat en de nachtrun zal gewoon in de
diepvriezer worden geplaatst in bakjes.
Door de wax cleaning tweemaal per week en de paraffine maandelijks te verversen is er een
verbetering in de kwaliteit van de paraffine, hierdoor snijden de paraffineblokken beter.
5.4.
Microscopisch
De H&E-kleuring is meestal een beetje grijzer, blauwer en dus iets minder roze. De
morfologie is scherper te zien en er is een iets zachter beeld. Het contrast is soms een
beetje scherper.
Bij de immunologische histochemische kleuringen (IHC) is er een vergelijkbaar resultaat
globaal. Af en toe is er een weinige achtergrond te bemerken.
36
6. Besluit
Het is een minder vermoeiend beeld voor de PA. Het lichte kleur verschil is te wijten aan de
opname van de eosine in het weefsel, tijdens het kleurproces. Omdat de kleurintensiteit
positief wordt ontvangen door de PA zal niets veranderd worden aan het kleurprogramma.
Algemeen kunnen we besluiten dat de kwaliteit van de H&E-kleuring gelijkwaardig is aan het
oude toestel.
De IHC- kleuringen zijn algemeen vergelijkbaar van resultaten. De weinige achtergrond die
af en toe op te merken is, is niet afhankelijk van de soort IHC- kleuring.
De moleculaire testen zijn nog niet afgerond deze zijn nog steeds bezig. Er zullen nog steeds
dubbele tumorblokken en borstpunctie blokken worden genomen waarvan enerzijds één in
het oude toestel moet en één in de Logos.
Het inwerken van een lean workflow heeft tijd nodig, maar door geleidelijk aan veranderingen
door te voeren lukt het voor iedereen om zich aan te passen.
6.1.
Validatie document
Uitvoerders Kimberley Wuytack en Evy Janssens, Onder leiding van het Medische
Diensthoofd Dr. S. Deprez.
Begin validatie: 06/01/2014
Betrokken SOP’s: 6.4 Validatie; 6.4.1 evaluatieformulier H&E kleuring; 6.4.2
evaluatieformulier Immuno’s; 7.4.1.6 doorvoertoestel; 7.4.1.18 doorvoertoestel Logos;
7.4.1.19 Histosmate
Doel van de validatie: Validatie van het doorvoertoestel Milestone Logos Microwave Hybrid
Tissue Processor
Beschrijving test in bijlage: aantal bijlage: 2
bijlage: 1 + 2
Documentatie in bijlage: aantal bijlage: 2
bijlage: 2 + 3
Resultaten in bijlage: aantal bijlage: 2
bijlage: 2 + 4
Bijlage 1: Validatie SOP
Bijlage 2: Eindwerk Validatie Logos Kimberley Wuytack
Bijlage 3: Artikels over de Logos
Bijlage 4: Evaluatie formulieren
Eventuele opm./ herhaling testen/ extra controles:
Troubleshooting
Er werden enkele problemen vastgesteld tijdens het valideren en het routine gebruik van
Logos.
Zoals vermeld, in het onderdeel Resultaten: 4.2. Onderzoek 4.2.1. Nachtrun, werd er
vastgesteld dat de nachtrun, die we de avond er voor hadden gestart, niet was gestart. Er
37
had zich een foutmelding voor gedaan wanneer er cassettes werden toegevoegd. Er moet
duidelijk opgelet worden dat men ‘add cassettes’ drukt en dan de cassettes plaatsen in het
rek alvorens het aantal wordt ingegeven en weer wordt gestart met de cyclus.
Er werd een fout in het systeem opgemerkt wanneer container 4 moest vervangen worden
gaf het een rood bolletje aan maar de melding dat het product moest vervangen worden
kwam op het icoontje van container 3.
De paraffine gaf nooit aan dat deze volledig moest ververst worden. Dit komt omdat deze
telkens zichzelf reset wanneer de paraffine cleaning wordt uitgevoerd. Dit werd opgelost door
op een vaste datum maandelijks de paraffine te verversen.
Het (kraan)water moest ook nooit ververst worden. Dit kwam omdat men de verkeerde
selectie maakte bij de main cavity cleaning: dit moest gebeuren met isopropanol, ultra clear
en water.
De meeste weefsels moeten zeer koud zijn, sommige mogen dan weer niet te koud zijn.
Weefsel met veel vet snijden zeer moeilijk. Hiervoor wordt een ander mesje gebruikt en een
andere snijdikte als ze niet vlot snijden.
Hardere weefsels hebben ook een ander mesje nodig en mogen niet te dik getrimd worden
zodat het weefsel er niet uitspringt.
De laboranten hadden het gevoel dat de weefselblokken uit Logos niet zo makkelijk sneden,
dit was voornamelijk een psychische idee.
Er werd namelijk een test uitgevoerd zonder het op de hoogte stellen van de laboranten.
Deze wijst uit dat het weefsel ook goed kan gesneden worden.
Er is een duidelijk verschil waarneembaar de tweede coupe is een vlakke gestrekte coupe
waar meteen zichtbaar is welk weefsel dit is, voor de patholoog. Bij de eerste coupe is dit
niet meteen zichtbaar.
Figuur 12: Eerste H&E coupe
38
Figuur 13: Opnieuw aangevraagde H&E coupe
Veiligheidsaspecten
Ultra clear is minder schadelijk dan xyleen.
Het verversen van producten gebeurd veilig er is bijna geen contact tussen producten en
personeel. Er worden geen producten in- en uitgegoten, enkel de flush-oplossing moet
aangemaakt worden maar zal na gebruik met container en al verwijderd worden.
Conclusie
Het toestel is goedgekeurd voor de H&E- kleuringen en IHC- kleuringen in de drie
verschillende fasen.
39
Bibliografie
Afdeling Pathologie Nijmegen. (2010). Validatie PATHOS Delta. Nijmegen: afdeling
Pathologie UMC Radboud.
Amanda Bond, J. C. (2013). Microwave processing of gustatory tissues for
immunohistochemistry. Journal of Neuroscience Methods, Elsevier , 1-8.
AstraZeneca. (2014, april). Wat is een Barrett slokdarm. Opgeroepen op april 2014, van
Barrett.nl: http://www.barrett.nl/?page_id=6
Bio Optica milano s.p.a. (2010, maart). PAS- Amylase. Opgeroepen op maart 2014, van Bio
Optica: www.bio-optica.it
Bio Optica milano s.p.a. (2010, November). Congo Rood. Opgeroepen op maart 2014, van
Bio Optica: www.bio-optica.it
Bio Optica milano s.p.a. (2010, juli). Perls. Opgeroepen op maart 2014, van Bio Optica:
www.bio-optica.it
Bio Optica milano s.p.a. (2009, November). Van Gieson Trichrome. Opgeroepen op maart
2014, van Bio Optica: www.bio-optica.it
Bio Optica milano s.p.a. (2011, april). Ziehl Neelsen. Opgeroepen op maart 2014, van Bio
Optica: www.bio-optica.it
Bio Optica milano s.p.a. (2013, juni). Zilver impregnatie. Opgeroepen op maart 2014, van Bio
Optica: www.bio-optica.it
Darmkanker. (2011). Dikke Darmkanker. Opgeroepen op maart 2014, van Darmkanker:
http://www.darmkanker.info/pages/view.php?page_id=23
erasmusmc. (2014). histochemische kleuringen. Opgeroepen op januari 2014, van
erasmusmc: http://coo.erasmusmc.nl/genetica/Atlas_Microscopie/1-2-3.htm
erasmusmc. (2014). histologische kleuringen. Opgeroepen op januari 2014, van erasmusmc:
http://coo.erasmusmc.nl/genetica/Atlas_Microscopie/1-2-2.htm
Janssens, E. (2014). Toestellen: werkwijze en onderhoud doorvoertoestel Logos. SintNiklaas: AZ Nikolaas Labo Pathologische Anatomie.
Janssens, E. (2014). Toestellen: werkwijze en onderhoud Histosmate. Sint-Niklaas: AZ
Nikolaas Labo Pathologische Anatomie.
Janssens, E. (2013). Toestellen: werkwijze en onderhoud: doorvoertoestel Thermo-Shandon.
Sint-Niklaas: AZ Nikolaas Labo Pathologische Anatomie.
Joris P. Bulte, et al. (2012). One-day core needle biopsy in a breast clinic: 4 years
experience. Springer Science+ Business Media Ney York , 1-8.
labpon. (2013). immunopathologie. Opgeroepen op januari 2014, van labpon:
http://www.labpon.nl/informatie/immunopathologie
40
Labpon. (2013). Vriescoupe. Opgeroepen op januari 2014, van Labpon:
http://www.labpon.nl/informatie/vriescoupe
Maag Lever Darm stichting. (2014). Maagproblemen. Opgeroepen op januari 2014, van
maagproblemen: http://www.maagproblemen.info/maagaandoeningen/helicobacter-pylori/).
Medical Expo. (2014). Automatic microwave hybrid tissue processor: LOGOS. Opgeroepen
op april 2014, van Medical Expo: http://www.medicalexpo.com/prod/milestone/automaticmicrowave-hybrid-tissue-processors-69428-527251.html
mlds. (2014). Dunne Darmkanker. Opgeroepen op maart 2014, van mlds:
http://www.mlds.nl/ziekten/147/dunne-darmkanker/
Richard J. Zarbo, et al. (2014). Validation of histology tissue processing and stain quality of
Logos rapid-cycle... Detroit, michigan: Department of Pathology, Henry Ford Health System.
Stichting kankerregister. (2011). Kankerregister. Opgeroepen op februari 2014, van
Kankerregister: http://www.kankerregister.org/Statistieken
Tegen kanker. (2013, mei 31). borstkanker. Opgeroepen op januari 2014, van tegen kanker:
http://www.tegenkanker.be/borstkanker
Tegen Kanker. (2014, februari 4). Dikkedarmkanker. Opgeroepen op maart 2014, van Tegen
Kanker: http://www.tegenkanker.be/dikkedarmkanker
Tegen Kanker. (2014). Onderzoeken. Opgeroepen op januari 2014, van Tegen Kanker:
http://www.tegenkanker.be/content/onderzoeken
tegen kanker. (2013, februari 4). prostaatkanker. Opgeroepen op januari 2014, van tegen
kanker: http://www.tegenkanker.be/prostaatkanker
41
Bijlagen
Bijlage 1
Bijlage 2
Doorvoertoestel: THERMO-SHANDON / Citadel 2000
B. kort dagprogramma (voor zeer kleine
biopsies of na probleem met nachtprogramma)
A. nachtprogramma
positie solvent
1 formaldehyde (evt. + eosine)
2 formaldehyde (evt. + eosine)
3 methanol
4 methanol
5 methanol
6 methanol
7 methanol
8 xyleen
9 xyleen
10 xyleen
11 vloeibare paraffine
12 vloeibare paraffine
tijd
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
positie solvent
1 formaldehyde (evt. + eosine)
2 formaldehyde (evt. + eosine)
3 methanol
4 methanol
5 methanol
6 methanol
7 methanol
8 xyleen
9 xyleen
10 xyleen
11 vloeibare paraffine
12 vloeibare paraffine
tijd
0:01
0:01
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
Doorvoertoestel: Milestone/ Logos Microwave Hybrid Tissue Processor
Dagrun
1LAYER
Eth – Iso
UP TO 3 mm: 15 x 10 x 3mm LOGOS (70 cassettes)
Program*: 3h5min
Total**: 3h19min (2rinsings)
Total**: 3h17min (1rinsings)
*The program time doesn’t include reagent pump in/out times.
**The total time includes reagent pump in/out times.
PROGRAM
METHOD
1. FIXATION
2. ETHANOL
STEP
No.
1
2
1
2
3. ISOPROPANOL
1
2
4. VAPORIZATION
5. WAX
1
1
TIME
(minutes)
15min
15min
15min
PRESS./VAC.
(mBar)
N/A
N/A
N/A
TEMPERATURE
(Centigrade)
50°C
50°C
65°C
5min
15min
50min
1min30sec
30sec
N/A
N/A
N/A
600 mBar
995 mBar
65°C
68°C
68°C
N/A
70°C
IMPREGNATION
2
3
4
5
6
7
10min
10min
2min
2min
2min
37min
500 mBar
400 mBar
300 mBar
200 mBar
150 mBar
150 mBar
70°C
70°C
70°C
70°C
70°C
65°C
Nachtrun
1LAYER
Eth – Iso
Overnight 5mm fatty: 30 x 25 x 5 mm LOGOS (70 cassettes)
Program*: 13h21min
Total**: 13h38min (2rinsings)
Total**: 13h36min (1rinsing)
*The program time doesn’t include reagent pump in/out times.
**The total time includes reagent pump in/out times.
PROGRAM
METHOD
1. FIXATION
STEP
No.
1
2
3
4
2. ETHANOL
1
2
1
2
1
2
1
1
2
3
4
5
6
7
3. ISOPROPANOL
4. ISOPROPANOL2
5. VAPORIZATION
1. WAX
IMPREGNATION
TIME
(minutes)
20min
40min
10min
50min
10min
50min
15min
1h35min
15min
3h50min
1min30sec
30sec
25min
15min
15min
15min
2h50min
19min30sec
PRESS./VAC.
(mBar)
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
600 mBar
995 mBar
500 mBar
400 mBar
300 mBar
200 mBar
150 mBar
800 mBar
TEMPERATURE
(Centigrade)
37°C
37°C
50°C
50°C
55°C
55°C
55°C
55°C
65°C
65°C
N/A
70°C
70°C
70°C
70°C
70°C
65°C
65°C
2LAYERS
Eth – Iso
Overnight 5mm fatty: 30 x 25 x 5 mm LOGOS (140 cassettes)
Program*: 3h26min
Total**: 3h46min (2rinsings)
Total**: 3h43min (1rinsing)
*The program time doesn’t include reagent pump in/out times.
**The total time includes reagent pump in/out times.
PROGRAM
METHOD
1. FIXATION
STEP
No.
1
2
3
4
2. ETHANOL
1
2
1
2
1
2
1
1
2
3
4
5
6
7
3. ISOPROPANOL
4. ISOPROPANOL2
5. VAPORIZATION
6. WAX
IMPREGNATION
TIME
(minutes)
20min
40min
15min
50min
15min
45min
20min
1h30min
20min
3h45min
1min30sec
30sec
25min
15min
15min
15min
2h50min
19min30sec
PRESS./VAC.
(mBar)
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
600 mBar
995 mBar
500 mBar
400 mBar
300 mBar
200 mBar
150 mBar
800 mBar
TEMPERATURE
(Centigrade)
37°C
37°C
50°C
50°C
55°C
55°C
55°C
55°C
65°C
65°C
N/A
70°C
70°C
70°C
70°C
70°C
65°C
65°C
3LAYERS
Eth – Iso
Overnight 5mm fatty: 30 x 25 x 5 mm LOGOS (210 cassettes)
Program*: 13h31min
Total**: 13h56min (2rinsings)
Total**: 13h53min (1rinsing)
*The program time doesn’t include reagent pump in/out times.
**The total time includes reagent pump in/out times.
PROGRAM
METHOD
1. FIXATION
STEP
No.
1
2
3
4
2. ETHANOL
1
2
1
2
1
2
1
3. ISOPROPANOL
4. ISOPROPANOL2
5. VAPORIZATION
TIME
(minutes)
20min
40min
20min
50min
20min
40min
25min
1h25min
25min
3h40min
1min30sec
PRESS./VAC.
(mBar)
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
N/A
600 mBar
TEMPERATURE
(Centigrade)
37°C
37°C
50°C
50°C
55°C
55°C
55°C
55°C
65°C
65°C
N/A
6. WAX
IMPREGNATION
1
2
3
4
5
6
7
30sec
25min
15min
15min
15min
2h50min
19min30sec
995 mBar
500 mBar
400 mBar
300 mBar
200 mBar
150 mBar
800 mBar
70°C
70°C
70°C
70°C
70°C
65°C
65°C
Bijlage 3
Kappa
Lambda
c-erbB-2 oncoprot. (HER2)
Ker34Be12 (=cytokeratine, = CK)
HMB 45
Ker AE1-AE3
TTF1
CD 99
Inhibine
E-Cadherine
P504S (= AMACR)
CD 15
PR (progesteron receptor)
CD 1a
GCDFP-15 (= Gross cystic disease fluid
protein 15)
CD 5
Cycline D1 ( =Bcl-1)
ER (estrogen receptor)
Alfa-1-FP (fetoproteïne)
Chromogranin A
CD 3
S-100
Beta-HcG
Thyroglobuline
IgA
MPO
IgG
IgM
PSA
Calcitonine
HP (HLO)
GFAP
CD 30
CD 20
Desmine
NF
CD 31
SMA
NSE
CD 68
Bcl-2
Ker 19
P53
Ker 18
Ker 7
Ker 17
CD 79alfa
CEA
Ki-67
Calretinin
Von Willebrand Factor
CD 56
EMA
Vimentin
CD 34
Melan-A
CD 43
CD 138
CD 57
CD 10
MSA
CA125
Beta-Catenine
CMV
Synapto
Ker 20
PLAP
Ker 5-6
AEC + Subtrate Chromogeen
CD 45 (RO)
CA 19-9
HPV
P40(P)
Tag 72
Cytokeratin 14
Factor XIIIa
Bijlage 4
Labo Pathologische Anatomie
Toestellen: Werkwijze en onderhoud.
Toestel: Doorvoertoestel
Merk/Nummer toestel: THERMO-SHANDON / Citadel 2000 Serie n° 5539180001
Serie n°
5539180002
1.Toepassingsgebied
Het doel van het toestel is om het water dat aanwezig is in de weefselcellen stapsgewijs te
vervangen door paraffine, zodat van de biopsies paraffineblokken kunnen gemaakt worden.
2.Principe
De weefselstalen worden door het toestel stap voor stap overgebracht van de waterige fase
naar gesmolten paraffine. Deze twee fases zijn niet onderling mengbaar. De stalen
doorlopen in het toestel een cyclus gaande over onderling mengbare solventen
(formaldehyde, alcohol, xyleen, vloeibare paraffine) in oplopende concentraties.
3.Voorbereiding en benodigdheden
Voorbereiding Het toestel bestaat uit 12 baden van 2 liter, die in een cirkel staan opgesteld
op het toestel.
De baden worden gevuld als volgt:
-
Bad 1: formol 4 %
Bad 2: formol 4 %
Bad 3: methanol
Bad 4: methanol
Bad 5: methanol
Bad 6: methanol
Bad 7: methanol
Bad 8: xyleen
Bad 9: xyleen
Bad 10: xyleen
Bad 11: paraffine
Bad 12: paraffine
Bad 11 en 12 worden elektrisch verwarmd op 56-58°C, zodat de paraffine steeds in vloeibare
toestand is. De baden worden ververst volgens het schema ‘onderhoud’
Benodigdheden: - Formaldehyde 4 %
- Methanol, technisch
- Xyleen, technisch
- Paraffinekorrels
- Verversingslijst (lijst dagelijks onderhoud)
- Lijst aantal biopsies per run (boek ligt tegenover het toestel op schap)
- Eosine
- Handschoenen
- Tissues
- Trechter
- Afvalbussen
Mogelijke programma’s:
B. kort dagprogramma (voor zeer kleine
biopsies of na probleem met nachtprogramma)
A. nachtprogramma
positie solvent
1 formaldehyde (evt. + eosine)
2 formaldehyde (evt. + eosine)
3 methanol
4 methanol
5 methanol
6 methanol
7 methanol
8 xyleen
9 xyleen
10 xyleen
11 vloeibare paraffine
12 vloeibare paraffine
tijd
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
positie solvent
1 formaldehyde (evt. + eosine)
2 formaldehyde (evt. + eosine)
3 methanol
4 methanol
5 methanol
6 methanol
7 methanol
8 xyleen
9 xyleen
10 xyleen
11 vloeibare paraffine
12 vloeibare paraffine
tijd
0:01
0:01
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
A is het standaardprogramma dat steeds in de routine gebruikt wordt.
4.Werkwijze
Start toestel: - Verifieer of het toestel in de startpositie staat. Zo niet: druk GO TO 1.
- Verifieer of het juiste programma op de display staat: bv. programma A,
stap1.
- Open de deur.
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
- Bevestig de houder met de weefselmandjes aan de haak. De haak dient in
de bovenste positie te staan, zo niet druk RAISE.
- Druk op LOWER: de mand zakt in de vloeistof.
- Controleer vóór het starten steeds volgende toetsen:
•
•
•
CLOCK (indien nodig juist zetten met +/- toetsen)
START TIME (moet op 18.10u staan)
DELAY: 0 tijdens de week. Voor een weekend of feestdag aantal dagen
aanpassen.
• DELAY ON: deze toets wordt aangezet als de weefselmand wordt
aangehangen vóór de starttijd. Als deze toets aanstaat, zal het toestel
automatisch starten op de ingestelde starttijd (18.10u).
- Je kan ook het toestel onmiddellijk doen starten door op AUTO START te
drukken. Dit kan je bv. doen als de starttijd (18.10u) reeds voorbij is.
Einde cyclus: - Verifieer of de mandhouder zich ter hoogte van de eindpositie bevindt (stand
12). Op de display is terug de beginsituatie te zien (bv. programma A, stap 1).
- Open de deur.
- Druk op RAISE en wacht even tot de meeste paraffine van de houder is
gedrupt.
- Neem de houder voorzichtig uit het toestel terwijl je een opvangbakje
(nierbekken) onder het geheel(houder met mandjes) houd zodat er geen
paraffine lekt op de grond.
- Sluit de deur.
- Druk op GO TO 1. Het toestel plaatst zich terug in de beginpositie.
5.Onderhoud:
5.1 Dagelijks onderhoud:
- Formol: op maandag, woensdag en vrijdag bad 1 leeggieten. Bad 2 doorschuiven naar
positie 1. Bad 1 vullen tot aan de streep met formol 4 % en terugplaatsen op positie 2.
- Methanol: dagelijks bad 3 leeggieten. Bad 4 tot en met 7, elk 1 positie naar voor
opschuiven. Bad 3 vullen tot aan de streep met methanol en terugplaatsen op positie 7.
- Xyleen: op maandag, woensdag en vrijdag, bad 8 leeggieten. Bad 9 en 10, elk 1 positie
naar voor opschuiven. Bad 8 vullen tot aan de streep met xyleen en terugplaatsen op positie
10.
- Paraffine: dagelijks bad 11 en 12 aanvullen tot aan de streep met paraffinekorrels.
5.2 Periodiek onderhoud:
Maandelijks onderhoud:
- Beide paraffinebaden volledig leeggieten en vullen met paraffinekorrels tot bovenaan.
- Niveau controleren na smelten (eventueel bijvullen).
- Smelttijd 5-tal uren.
Driemaandelijks onderhoud
- Volledige reiniging van alle uitwendige onderdelen/verwijderen paraffineresten.
- Verversen/aanvullen baden volgens routine schema dagelijks/maandelijks onderhoud.
- Testen verbinding tussen de weefseltoestellen en de bewakingscomputer door genereren
van alarm.
Jaarlijks
Onderhoud door firma (onderhoudscontract).
Bijlage 5
Bijlage 6
Download