TEKSTEN informatief gedeelte (cfr. art. 19 §4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening) ruimtelijk structuurplan kalmthout 31 maart 2006 ruimtelijk structuurplan Kalmthout -8- - 31 maart 2006 - informatief gedeelte ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Status informatief gedeelte De ruimtelijke structuurplannen vormen geen beoordelingsgrond voor de werken en handelingen, bedoeld in artikelen 99 en 101 (aanvragen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen), noch voor het stedenbouwkundig uittreksel en attest, bedoeld in artikel 135 (artikel 19 §6 decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening). Artikel 19§1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening voorziet dat ieder ruimtelijk structuurplan een bindend, een richtinggevend en een informatief gedeelte bevat. Artikel 19§4 geeft de minimale inhoud van het informatief gedeelte aan. De status van dit gedeelte is niet nader bepaald in het decreet en moet worden geacht louter informatief te zijn in tegenstelling tot het richtinggevend gedeelte en de bindende bepalingen. -9- ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 10 - - 31 maart 2006 - informatief gedeelte ruimtelijk structuurplan Kalmthout Inhoud informatief gedeelte Status informatief gedeelte .................................................................... - 9 Inhoud informatief gedeelte ................................................................. - 11 Kaarten ................................................................................................ - 12 Tabellen ............................................................................................... - 13 Figuren.................................................................................................- 14 Figuren.................................................................................................- 14 - I. 1. 2. 3. 4. 5. Aanpak van het structuurplanningsproces - 15 Inleiding ....................................................................................... - 16 Waarom een ruimtelijk structuurplan voor Kalmthout? ................ - 16 Focus voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid .............................. - 18 Kenmerken van het structuurplanningsproces ............................ - 23 Procesverloop, timing en communicatie ..................................... - 25 - II. 1. 2. 3. Situering - 33 Administratieve situering ............................................................. - 34 Ruimtelijke context ...................................................................... - 34 Profiel van de gemeente met enkele kengetallen........................ - 35 - III. 1. Planningscontext - 47 Ruimtelijke structuurplannen en andere ruimtelijke beleidsplannen ............................................................................ - 48 Plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen................ - 65 Gebieden met andere wettelijke beschermingen......................... - 72 Gemeentelijke belastingen, subsidies en reglementen ............... - 77 Relevante sectorale beleidsdocumenten en studies ................... - 81 - 2. 3. 4. 5. IV. 1. 2. 3. 4. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Bestaande ruimtelijke structuur - 89 Bestaande ruimtelijke structuur van de regio ...............................- 90 Fysisch systeem ..........................................................................- 91 Synthese van bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente.....................................................................................- 94 Bestaande ruimtelijke deelstructuren ...........................................- 96 - V. 1. 2. 3. 4. Taakstellingen en behoeften - 113 Bijkomende woongelegenheden................................................- 114 Bijkomende ruimte voor bedrijvigheid ........................................- 128 Bijkomende ruimte voor recreatie ..............................................- 132 Bijkomende ruimte voor specifieke gemeenschapsvoorzieningen ............................................................................- 140 - VI. 1. 2. Knelpunten, kwaliteiten en kansen - 143 Knelpunten.................................................................................- 144 Kwaliteiten en kansen ................................................................- 146 - - 11 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Kaarten kaart 1 kaart 2 kaart 3 kaart 4 kaart 5 kaart 6 kaart 7 kaart 8 kaart 9 situering van Kalmthout .......................................................- 34 Kalmthout in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ..........- 48 selecties uit het R.S.P.A. in of nabij Kalmthout....................- 52 Kalmthout in de Noorderkempen.........................................- 56 Kalmthout in de Antwerpse fragmenten ..............................- 57 uittreksel gewestplan Turnhout............................................- 65 situering zonevreemde woningen........................................- 66 situering zonevreemde bedrijven.........................................- 68 situering zonevreemde recreatie en gemeenschapsvoorzieningen..............................................- 68 kaart 10 situering B.P.A.’s en ontwerp-B.P.A. ...................................- 69 kaart 11 situering bedrijven die opgenomen worden in het sectoraal B.P.A....................................................................- 69 kaart 12 speciale beschermingszones natuur ...................................- 72 kaart 13 beschermde landschappen en monumenten ......................- 73 kaart 14 potentiële nieuwe vestigingsplaatsen voor een gemiddeld varkensbedrijf bij herlokalisatie ..........................- 75 kaart 15 MAP-beperkingen................................................................- 75 kaart 16 categorisering van het wegennet.........................................- 82 kaart 17 voorontwerp-afbakening agrarische gebieden.....................- 84 kaart 18 bestaande ruimtelijke structuur van de regio .......................- 90 kaart 19 fysisch systeem ...................................................................- 91 kaart 20 hydrografie en risicozones voor overstroming .....................- 92 kaart 21 synthese van bestaande ruimtelijke structuur......................- 94 kaart 22 (a en b) bestaande ruimtelijke deelstructuren.....................- 96 kaart 23 biologische waarderingskaart ..............................................- 96 kaart 24 bestaande ruimtelijke structuur van het centraal kerngebied.........................................................................- 100 kaart 25 bestaande ruimtelijke structuur dorpskern Achterbroek ....- 101 - - 12 - kaart 26 kaart 27 kaart 28 kaart 29 kaart 30 kaart 31 kaart 32 kaart 33 kaart 34 kaart 35 kaart 36 kaart 37 kaart 38 kaart 39 bestaande ruimtelijke structuur dorpskern Nieuwmoer ..... - 101 landbouwtyperingskaart - 4 parametergroepen ................ - 105 landbouwtyperingskaart - totaalscore ............................... - 105 binnengebieden in woongebied, woonuitbreidingsgebieden en potenties............................ - 115 ontwerpoefening inrichting stationsomgeving Kalmthout .. - 116 ontwerpoefening inrichting omgeving gemeentehuis (centrum) .......................................................................... - 116 ontwerpoefening inrichting binnengebieden GITOK II, Kerkeneind-west en centrum ............................................ - 116 ontwerpoefening inrichting afwerkingsproject Nieuwmoer - 116 ontwerpoefening inrichting nabestemming slachthuisterrein Van Gool te Achterbroek ....................... - 123 realisatiegraad bedrijventerreinen volgens plannen van aanleg ............................................................................... - 128 ontwerpoefening inrichting lokaal bedrijventerrein De Rijkmaker.......................................................................... - 129 potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van recreatievoorzieningen ..................................................... - 137 ontwerpoefening inrichting sportpark Driehoek en groene parkrand Diesterweg......................................................... - 139 potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van gemeenschapsvoorzieningen ........................................... - 140 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout Tabellen tabel 1 tabel 2 tabel 3 tabel 4 tabel 5 tabel 6 tabel 7 tabel 8 tabel 9 tabel 10 tabel 11 tabel 12 tabel 13 tabel 14 tabel 15 tabel 16 tabel 17 tabel 18 tabel 19 tabel 20 tabel 21 tabel 22 tabel 23 tabel 24 bebouwde versus onbebouwde oppervlakte (1999)............ - 35 ruimtegebruik 1999 : verdeling naar aard bodemgebruik.... - 36 bevolking: inwoners ............................................................ - 37 bevolking: huishoudens ...................................................... - 38 inkomens (1999) ................................................................. - 38 beroepsbevolking (2000) .................................................... - 39 tewerkstelling (1998) ........................................................... - 39 zelfstandigen....................................................................... - 40 toekomstverwachtingen: investeringen, toegevoegde waarde (TW) en omzet van de rapporteringsplichtige bedrijven (1996) .................................................................. - 41 landbouwkundig grondgebruik ............................................ - 42 aantal landbouwbedrijven en bedrijfstype ........................... - 43 cultuuroppervlakte............................................................... - 43 aantal landbouwbedrijven en status.................................... - 44 veestapel............................................................................. - 44 woningenbestand................................................................ - 45 oppervlakten gewestplanbestemmingen ............................. - 65 zonevreemde woningen naar gewestplanbestemming ....... - 67 zonevreemde bedrijven naar gewestplanbestemming ........ - 68 overzicht B.P.A.’s en ontwerp-B.P.A................................... - 70 voorontwerp-afbakening agrarische gebieden .................... - 84 aanbod bouwmogelijkheden voor woningbouw................. - 114 aantal bouwmogelijkheden (incl. appartementen) op 01/01/2002 in de kernen Achterbroek en Nieuwmoer ....... - 115 raming behoefte op korte termijn in Achterbroek en Nieuwmoer........................................................................ - 118 vergelijking aanbod en behoeften aan bijkomende woongelegenheden (2002 - 2007) in de hele gemeente... - 120 - tabel 25 tabel 26 tabel 27 tabel 28 tabel 29 tabel 30 tabel 31 tabel 32 tabel 33 tabel 34 tabel 35 tabel 36 tabel 37 tabel 38 tabel 39 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte vergelijking aanbod en behoeften aan bijkomende woongelegenheden (2002 - 2007) in Achterbroek en Nieuwmoer ........................................................................- 121 raming behoefte op middellange termijn in Achterbroek en Nieuwmoer ...................................................................- 124 vergelijking aanbod en behoefte (2007-2012) mét handhaving bewarende maatregel in de hele gemeente ...- 124 vergelijking aanbod en behoefte (2007-2012) mét handhaving bewarende maatregel in Achterbroek en Nieuwmoer ........................................................................- 124 vergelijking aanbod en behoefte periode 2007-2012 zonder handhaving bewarende maatregel in de hele gemeente ..........................................................................- 125 vergelijking aanbod en behoefte periode 2007-2012 zonder handhaving bewarende maatregel in Achterbroek en Nieuwmoer ...................................................................- 125 realisatiegraad bedrijventerreinen .....................................- 128 behoeftebepaling zonevreemde bedrijven.........................- 130 vergelijking aanbod - behoeften bedrijvigheid ...................- 130 realisatiegraad gebieden bestemd voor dagrecreatie........- 132 bruto-aanbod aan sportinfrastructuren in open lucht per kern ...................................................................................- 133 verdeling behoeften per kern............................................- 134 referentiekader voor bereikbare groene ruimten ...............- 135 vergelijking bruto-aanbod en behoeften per kern ..............- 136 potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van recreatievoorzieningen ....................................................................- 137 - - 13 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Figuren figuur 1 figuur 2 figuur 3 figuur 4 - 14 - planning op drie sporen.......................................................- 23 overzicht vooropgestelde timing en producten ruimtelijk structuurplanningsproces Kalmthout ...................................- 26 overleg- en samenwerkingsmodel.......................................- 29 zonevreemde woningen naar gewestplanbestemming........- 66 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout I. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Aanpak van het structuurplanningsproces - 15 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1. Inleiding De gemeenteraad van Kalmthout heeft op 29 juni 2000 beslist een structuurplan voor zijn grondgebied te laten opmaken 1. Op 10 oktober 2001 werd de opdracht tot het opmaken van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan toevertrouwd aan Studiegroep Omgeving. In een eerste verkennende fase van het planningsproces werd een procesnota afgerond 2 waarin de focus voor het toekomstige ruimtelijke beleid werd bepaald. De procesnota werd onder andere voorbereid met behulp van een workshop, die plaatsvond op 6 december 2001. Ter voorbereiding van de startnota, die tevens ter discussie werd voorgelegd in een tweede workshop, werden een aantal gesprekken met bevoorrechte getuigen gevoerd. Dat document werd uitgebreid toegelicht aan en besproken met de GECORO, de CORPA (gemeenteraadscommissie ruimtelijke ordening en patrimonium) en de voorzitters van de overige gemeentelijke adviesraden in het voorjaar van 2003. Tenslotte werd de startnota besproken tijdens een structureel overleg dd. 12 juni 2003. Elementen uit al deze overlegmomenten en verder onderzoek in het najaar 2003 hebben geleid tot een voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Ook dit werd besproken met zowel de GECORO als de CORPA, na een toelichting op 28 juni 2004. Op 27 augustus 2004 was het onderwerp van een structureel overleg. 1 2 - 16 - Goedkeuring lastenboek en raming voor de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan vond plaats op 26 april 2001. Besproken tijdens het gemeentelijk overlegplatform op 5 februari 2002; goedgekeurd in de gemeenteraad op 28 februari 2002. Verder overleg met de GECORO en de CORPA in het najaar van 2004 leidde tot een eerste ontwerp van ruimtelijk structuurplan. In voorliggend ontwerp van ruimtelijk structuurplan, bedoeld voor voorlopige vaststelling in de gemeenteraad gevolgd door een openbaar onderzoek, werden de opmerkingen uit de plenaire vergadering d.d. 12 mei 2005 verwerkt. 2. Waarom een ruimtelijk structuurplan voor Kalmthout? Het initiatief om met een gemeentelijk structuurplan te starten berustte op drie overwegingen. 2.1. Nood aan een globale visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Kalmthout De snel evoluerende maatschappij met haar steeds sneller veranderende waarden en behoeften maakt het noodzakelijk dat permanent wordt nagedacht over hoe de gemeente Kalmthout haar (ruimtelijke) toekomst ziet. Welke rol kan en moet de gemeente vervullen binnen een ruimer gebied? Over welke troeven beschikt zij en hoe kunnen deze zo goed mogelijk worden benut? Hoe kan de leefbaarheid van Kalmthout worden verbeterd voor de bewoners en voor de diverse gebruikers van de gemeente? Het beantwoorden van deze vragen is niet eenvoudig. Het vergt een rationele en planmatige aanpak, grondig studiewerk en een maatschappelijk debat waar alle actieve krachten van Kalmthout moeten bij worden betrokken. Dit alles moet uitmonden in een globale visie die de richting aangeeft waar Kalmthout naar toe wil. Eens deze visie is uit- ruimtelijk structuurplan Kalmthout getekend en goedgekeurd, beschikt het gemeentebestuur over een beleidskader voor het toekomstig ruimtelijk beleid. Dat biedt het voordeel dat projecten en plannen niet ad hoc en in functie van huidige behoeften maar binnen een globale visie worden beoordeeld. Het beleidskader omvat tevens een aanzet van actieprogramma voor het ruimtelijk beleid. Deze visie is eveneens een toetskader voor gedane of uit te voeren sectorale studies. De visie is het uitgangspunt of de onderbouwing van het toekomstig ruimtelijk beleid. In de startnota van het gemeentelijk structuurplan werd een hypothese van visie uitgewerkt. Deze hypothese werd met bijkomend onderzoek onderbouwd en verder uitgewerkt. 2.2. Behoefte aan concrete oplossingen Het werken aan een nieuw toekomstbeeld voor Kalmthout via een structuurplanningsproces is essentieel. Het gemeentebestuur van Kalmthout wenst echter niet dat structuurplanning een vrij theoretisch en abstract gebeuren is. Er moeten ook concrete resultaten zichtbaar zijn. Bewoners moeten met andere woorden ‘op het terrein’ kunnen zien dat het gemeentebestuur werkt aan een betere ruimtelijke ordening en aan een aantrekkelijk beeld van de gemeente. Zij wensen dat er ‘kort op de bal’ wordt gespeeld en dat de gemeentelijke overheid alert reageert op belangrijke ontwikkelingen die de leefbaarheid van hun woonomgeving kunnen beïnvloeden. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 2.3. Voldoen aan de nieuwe decretale bepalingen Het planningsdecreet van 24 juni 1996 gaf voor het eerst een wettelijke basis aan structuurplannen op drie beleidsniveaus. Vlaanderen, de Vlaamse provincies en gemeenten kunnen structuurplannen uitwerken voor hun grondgebied. In het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 werd het planningsdecreet van 24 juli 1996 volledig geïntegreerd. Het nieuwe decreet omvat bepalingen omtrent de inhoud van het structuurplan, de verhouding tussen de verschillende planniveaus en de goedkeuringsprocedure. De opmaak van ruimtelijke structuurplannen op de drie beleidsniveaus werd decretaal verplicht. In uitvoering van de ruimtelijk structuurplannen kunnen de drie beleidsniveaus ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken. Deze vormen het verordenend kader voor het vergunningenbeleid. Daarnaast worden in de omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997 belangrijke richtlijnen gegeven die betrekking hebben op de inhoud van een gemeentelijk structuurplan. Het structuurplan Kalmthout moet en zal rekening houden met de bepalingen van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en latere wijzigingen, en met de omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997 over het gemeentelijk structuurplanningsproces. Het gemeentelijk structuurplan dient niet alleen als theoretische of filosofische basis voor het ruimtelijk beleid. Het wil via het realiseren van concrete projecten aantonen dat een goede ruimtelijke ordening een meerwaarde betekent voor de gemeente en haar bewoners. - 17 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 3. Focus voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid 3.1. Kerntaken 3.1.1. Subsidiariteit Ruimtelijke planning veronderstelt dat keuzen worden gemaakt met betrekking tot de eigen ruimtelijke toekomst. Dit betekent dat verantwoordelijkheid wordt opgenomen over alles wat op gemeentelijk niveau kan worden gedaan. Het principe van de subsidiariteit werd ingeschreven in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en is wettelijk geregeld in het decreet van 18 mei 1999. Elk beleidsniveau moet zich bezig houden met datgene waar het het meest voor geschikt is. Om te vermijden dat elk niveau zijn eigen richting uitgaat, zijn structureel overleg en tijdelijke samenwerkingsverbanden noodzakelijk. Ook geldt een vertrouwen in de bekwaamheden van de verschillende niveaus. Hiërarchische controle van zogenaamd 'lagere' niveaus is daarbij achterhaald. 3.1.2. Integratie in de planningscontext Op 23 september 1997 werd het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen definitief vastgesteld door de Vlaamse regering. Op 12 december 2003 werd het reeds een eerste keer gedeeltelijk herzien. Ook het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen kreeg inmiddels vaste vorm en werd bij M.B. van 10 juli 2001 bekrachtigd. - 18 - Binnen de krijtlijnen die de hogere planniveaus (Vlaanderen en de provincie) hebben getrokken of trekken, wil de gemeente haar specifieke visie ontwikkelen op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Kalmthout. De visie-elementen vanuit het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen die relevant zijn met betrekking tot de gemeente kregen reeds hun doorwerking via het ruimtelijk structuurplan van de provincie. Het doorvertalen van de visie op Kalmthout zoals in het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen geformuleerd voor het bebouwd perifeer landschap en de ‘Open Kempen’, gelegen in het buitengebied, is daarom primair aan de orde. Een interessante denkpiste is ook het zoeken naar aansluiting bij grensoverschrijdende initiatieven. Een tweede overweging is dat het structuurplan Vlaanderen en het structuurplan van de provincie Antwerpen expliciet een aantal taken opleggen aan de gemeenten binnen het kader van een gemeentelijk structuurplan. Het doorvertalen van de prognoses die op Vlaams en provinciaal niveau zijn gemaakt met betrekking tot het aantal nieuw te bouwen woningen en met betrekking tot de nood aan bijkomende bedrijventerreinen, zijn de belangrijkste taken. In het gemeentelijk structuurplan zal dus bijvoorbeeld aandacht worden besteed aan het lokaliseren van gebieden voor nieuwe woningbouw met vermelding van de fasering alsook van de minimale en maximale dichtheden. Ook het vastleggen van ontwikkelingsperspectieven voor de lokale bedrijventerreinen is een taak die binnen een gemeentelijk structuurplan zijn beslag moet krijgen. 3.1.3. Afstemming op andere plannen Afstemming van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan met andere (veeleer sectorale) plannen en planningsprocessen is uiteraard aangewezen. Zo zal het structuurplan ondermeer de ruimtelijke gevolgen van de opties bestuderen die in het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan en het ruimtelijk structuurplan Kalmthout gemeentelijk mobiliteitsplan naar voor worden geschoven. Deze opties worden in het kader van het structuurplanningsproces en meerbepaald ten opzichte van de gewenste ruimtelijke structuur afgewogen. Het mag evenwel niet de bedoeling zijn dat het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan de diverse andere plannen vervangt. Elk plan heeft zijn eigen finaliteit die gerespecteerd dient te worden. 3.2. Vragen en problemen die een antwoord behoeven Het structuurplan moet een toepasbaar en probleemoplossend instrument zijn. De dynamische vraag naar ruimte vanuit de verschillende maatschappelijke activiteiten (zoals wonen, recreatie, toerisme, natuur enz.) moet een deskundig antwoord krijgen. Het disfunctioneren van bepaalde gebieden moet worden ontleed en verholpen. Het vertrekpunt van structuurplanning is met andere woorden werken aan ruimtelijke vragen en problemen. Binnen het kader van een structuurplan is het niet mogelijk en ook niet gewenst om alle mogelijke (ruimtelijke) problemen te bestuderen. Daarvoor ontbreken de middelen. Ook kan een bestuur maar aan een beperkt aantal zaken gelijktijdig werken. Het is daarom belangrijk goed voor ogen te houden dat in een structuurplan slechts die problemen worden behandeld die van structurele aard zijn en een belangrijke ruimtelijke impact hebben. Bovendien moet er een bereidheid bestaan om de gekozen problemen ook daadwerkelijk aan te pakken en er oplossingen voor te zoeken. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte structuurplan. Zij zijn in willekeurige volgorde weergegeven; onderstaand overzicht houdt geen rangschikking in prioriteit in. 3.2.1. Nood aan een doordachte ruimtelijke woonpolitiek In de startnota werden de krijtlijnen voor de gemeentelijke woonpolitiek, die in de gemeentelijke woonbehoeftestudie 3 werden uitgezet. Vernoemde woonbehoeftestudie diende tijdens het structuurplanningsproces geactualiseerd. De provinciale omzendbrief voor de opmaak van de woningbouwprogrammatie als onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan vormde daarbij een leidraad. Bij het opstellen van de programmatie werd verder rekening gehouden met diverse factoren, zoals de spreiding van projecten, faseringsmogelijkheden, ontsluitingsmogelijkheden met het openbaar vervoer, het voorzieningenniveau, de problematiek van de uitgeruste wegen enz. Op het vlak van sociale woningbouw is een inhaalmanoeuvre nodig, waarbij tevens aandacht besteed moet worden aan de noden van specifieke doelgroepen, zoals senioren. Ook de toenemende vraag naar woningen voor kleinere gezinnen (voornamelijk éénoudergezinnen) moet opgevangen worden. Bij de ontwikkeling van nieuwe plekken of de herstructurering van bestaande woonomgeving moet ook aandacht worden gevestigd op de kwaliteit van de ontwikkeling (aanleg openbaar domein met buurtgroen, aangepaste woningtypologie enz.). Ook kwalitatieve aspecten zullen in de woningbouwprogrammatie aan bod komen. Volgende problemen zijn een belangrijke beweegreden voor het gemeentebestuur van Kalmthout om werk te maken van een gemeentelijk 3 Studiegroep Omgeving, Woonbehoeftestudie Kalmthout, december 1998, goedgekeurd in de gemeenteraad op 25 februari 1999. - 19 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Voor wat betreft de realisatie van inbreidings- en afwerkingsprojecten 4 kwamen in de woonbehoeftestudie uit 1998 reeds een aantal plekken in de kijker: − de gebieden achter het gemeentehuis en Kerkeneind-west in Kalmthout-centrum − het niet-gerealiseerde gedeelte van het woonuitbreidingsgebied en het binnengebied Bremlaan in Nieuwmoer − het project Draka Polva te Heide, waarbij een verlaten bedrijfsterrein wordt herbestemd naar woongebied, met bijzondere aandacht voor het versterken van de commerciële activiteiten in deze omgeving en de realisatie van een sociaal huisvestingsproject (inmiddels in uitvoering). De visie van de gemeente op het gebiedsgerichte beleid inzake zonevreemde woningen dient tevens geformuleerd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan 5. 3.2.2. Vragen omtrent de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijvigheid De gemeente wenst een oplossing te bieden voor de zonevreemde bedrijvigheid op haar grondgebied. Recent werd een onderzoek rond de opmaak van een sectoraal B.P.A. ‘zonevreemde bedrijven’ afgerond. De resultaten van dit onderzoek worden geïntegreerd in het gemeentelijk structuurplanningsproces. 4 5 - 20 - Inbreiding is de functionele of morfologische verdichting van het bebouwde weefsel. Afwerking betreft bebouwing aan de rand van het bebouwde weefsel zodat het bebouwd weefsel - vanuit de open ruimte gezien - een afgewerkt geheel vormt. De te hanteren methodiek is terug te vinden in ‘Gebiedsgericht beleid voor zonevreemd wonen. Handleiding voor de gemeente’, een brochure uitgegeven door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Ruimtelijke Planning. Daarnaast werd er een planningsproces rond de slachthuissite Van Gool geïnitieerd, teneinde komaf te maken met de jarenlang aanslepende rechtsonzekerheid, zowel voor de omwonenden als voor het bedrijf. Deze onzekerheid vloeit voort uit het tegenstrijdige overheidsbeleid, enerzijds vanuit milieu, anderzijds vanuit ruimtelijke ordening. Een wederzijdse afstemming tussen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en de opties die uit dit planningsproces (B.P.A.) naar voor geschoven worden, is aan de orde. Tenslotte zal het structuurplanningsproces moeten leiden tot een uitspraak over de mate en aard van ontwikkeling van de industriezone De Rijkmaker tegen de gemeentegrens met Essen. 3.2.3. Nood aan ruimte voor een aantal gemeenschapsvoorzieningen Er is nood aan ruimte voor een aantal recreatie- en gemeenschapsvoorzieningen op gemeentelijk niveau. − De vraag leeft naar de realisatie van een gemeentelijk sportpark voor recreatievoorzieningen in open lucht. Dit sportpark biedt niet enkel plaats aan (eventueel geherlokaliseerde) sportvelden, maar tevens aan een aantal gezamenlijk georganiseerde nevenfuncties, zoals kleedruimten, een cafetaria, parkeergelegenheid enz. Door de verschillende sportactiviteiten te bundelen kan enerzijds de ruimte voor deze nevenactiviteiten worden beperkt maar anderzijds voldoende worden uitgebouwd, wegens het grotere draagvlak dat wordt gecreëerd. − Ondanks het groene karakter van de gemeente is er daarnaast behoefte aan toegankelijk groen, in de vorm van buurtgroen en speelbossen. ruimtelijk structuurplan Kalmthout − − − − − − − Het gemeentelijk recyclagepark kampt met plaatsgebrek. De huidige lokatie is niet geschikt voor uitbreiding en biedt potenties naar de lokalisatie van andere voorzieningen en/of woningen. Herlokalisatie van het recyclagepark naar een lokaal bedrijventerrein wordt overwogen. Ook het gemeentehuis kampt met een ernstig plaatstekort. Uitbreidingsmogelijkheden op de huidige lokatie dienen verder onderzocht. In de nabijheid van het gemeentehuis hebben de gemeentelijke milieudienst en de gemeentelijke dienst openbare werken een tekort aan opslag- en werkruimte. Ook in deze omgeving is de brandweerkazerne aan een opknapbeurt toe. In het kader van de politiehervormingen dient gezocht naar een geschikte centrale lokatie voor de hoofdvestiging van de interpolitionele zone (IPZ) Essen - Kalmthout - Wuustwezel Talrijke zaaltjes vervullen een rol als vergader- , concert- of theaterruimte, maar een grotere polyvalente ruimte, een ontmoetingsruimte die het socio-culturele gemeenschapsleven kan ondersteunen, ontbreekt. Een aantal scholen in parkgebied kampen met uitbreidingsmoeilijkheden. 3.2.4. Nood aan een betere bescherming en differentiatie van de open ruimte Het G.N.O.P. 6 geeft talrijke mogelijke maatregelen ter bescherming, behoud en ontwikkeling van natuurwaarden in de gemeente aan. Deze 6 Gemeente Kalmthout, Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan, goedgekeurd in de gemeenteraad op 28/11/1996 en conform verklaard door de Vlaamse overheid op 21/04/1997. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte aanbevelingen worden in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan afgewogen in een ruimer kader. Aansluitend bij de grote aaneengesloten natuurgebieden Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en Maatjes zijn er een aantal gebieden die voor verdere natuurontwikkeling en/of buffering naar deze natuurgebieden in aanmerking komen. Naast de Kalmthoutse Heide en de Maatjes, draagt het open landbouwgebied bij tot het groen en landelijk karakter van de gemeente. Het is wenselijk de randvoorwaarden voor allerhande (al dan niet ondersteunende) nevenfuncties (bebossing, hoevetoerisme, para-agrarische bedrijvigheid) uit te stippelen en aan te geven. Zo zijn binnen het open landbouwgebied de natuurlijke en landschappelijke waarden en het waterbergend vermogen van de vallei van de Kleine Aa, die een natuurverbindende functie vanuit Klein Schietveld vervult, weinig beschermd. Een kleiner, maar tevens bijzonder ecologisch waardevol element vormt het restant van het hellingsbos op de fossiele duingordel, ten noorden van Nieuwmoer, tegen de bedrijvenzone De Rijkmaker. Tussen de grote aaneengesloten natuurgebieden Kalmthoutse Heide en De Maatjes en Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en Klein Schietveld wordt het behoud en de verdere ontwikkeling van natuurverbindingen wenselijk geacht. In functie hiervan verdient het aanbeveling volgende aspecten te onderzoeken: − of ook binnen de bebouwde omgeving onbebouwde groene corridors moeten worden gelaten − of grotere en groene tuinen in de woonparken en onbebouwde ruimten (parkjes) dienen gevrijwaard, ogenschijnlijk tegen de verdichtings- en - 21 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte inbreidingsgedachten in, als stapstenen; en waar zulke stapstenen zich situeren welke harde grenzen aan (voornamelijk industriële en residentiële) ontwikkelingen dienen te worden gesteld. Tenslotte kan - met het oog op het verminderen van de barrièrewerking van de aaneengesloten bebouwde omgeving - bijzondere aandacht worden besteed aan aspecten zoals streekeigenheid van beplantingen, beperkingen aan afsluitingen, vrijwaren van groene corridors en stapstenen enz. 3.2.5. Wederzijdse afstemming met het gemeentelijk mobiliteitsplan Het ruimtelijk structuurplan dient afgestemd te worden op de opties die worden genomen in het gemeentelijk mobiliteitsplan 7 en vice versa. Het is immers wenselijk een lokatiebeleid te voeren. Dit betekent bijvoorbeeld dat gewenste ontwikkelingen van woon- of bedrijvenzones voldoende dienen ontsloten. Het kan bijgevolg noodzakelijk zijn aanpassingswerken door te voeren aan de ontsluiting. Knooppunten, plaatsen waar verschillende vervoersmodi bij elkaar komen, zijn juist aangewezen plaatsen om een verdichtingsbeleid te voeren. De bescherming van de open ruimte vraagt dan juist weer om een vrijwaring van het gebied, van bebouwing, en ook van wegenis. Omgekeerd is het niet wenselijk om op slecht ontsloten lokaties woningen of bedrijven in te planten. 7 - 22 - Gemeente Kalmthout, gemeentelijk mobiliteitsplan, conform verklaard in de provinciale auditcommissie op 09/09/2003. De categorisering van het wegennet is gebaseerd op het selectief prioriteit geven aan ofwel de bereikbaarheid ofwel aan de leefbaarheid. De ruimtelijke consequenties van deze prioriteiten worden uitgedrukt in een ruimtelijk beleid voor aanleg en inrichting van de wegen. Door op een aantal wegen prioriteit te verlenen aan de bereikbaarheid ontstaat een patroon van wegen dat voor de omgevende ruimte verkeersontlastend werkt. Functioneel heeft men drie hoofdfuncties: de verbindingsfunctie, de verzamelfunctie en de functie van het toegang geven. De categorisering bewerkstelligt mede de optimale invulling en uitbouw van deze drie functies. 3.2.6. Andere problemen Deze lijst van problemen of aandachtspunten is niet limitatief. Het zijn een aantal actuele vraagstukken waar het gemeentebestuur momenteel om bekommerd is. In de loop van het planningsproces kunnen nog andere problemen de kop op steken of plots opgemerkt worden. De lijst met werkpunten voor (de startnota van) het structuurplan kan dus gaandeweg nog aangevuld worden. Het blijft - zoals reeds vermeld - echter belangrijk in een structuurplan te focussen op een beperkt aantal, relevante problemen, die van structurele aard zijn en een belangrijke ruimtelijke impact hebben. ruimtelijk structuurplan Kalmthout 4. Kenmerken van het structuurplanningsproces figuur 1 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte planning op drie sporen 4.1. Planning op drie sporen Structuurplanning verloopt bij voorkeur op drie sporen tegelijkertijd 8. Deze planningsmethode heeft tal van voordelen. − In een eerste spoor wordt een perspectief op langere termijn uitgetekend voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Kalmthout. De vraag naar ruimte en de ruimtelijke draagkracht worden er in een ruim tijdsbestek bekeken. De gemeente laat zich hierbij bijstaan door een extern studiebureau, gespecialiseerd in ruimtelijke planning en stedenbouw, Studiegroep Omgeving. − Parallel hiermee kan op een tweede spoor kwalitatief worden ingegrepen op het terrein voor dringende en lopende zaken. Het structuurplan mag immers geen aanleiding zijn om dossiers op de lange baan te schuiven. Het extern studiebureau heeft hierin een adviserende rol. Afzonderlijke adviezen en voorstudies zijn steeds gericht op een concreet doel zoals het geven van een helder besluit over een controversieel project, het voorbereiden van een ruimtelijk uitvoeringsplan enz. − Het realiseren van een goed ruimtelijk beleid staat tenslotte niet los van de medewerking en goedwil van de bevolking. Zij moeten de voorgestelde ruimtelijke principes en ingrepen steunen om ze realiseerbaar en succesvol te maken. Daarom is het nodig om op een derde spoor de inwoners regelmatig te informeren en met hen in dialoog te treden. 8 4.2. Uitgangshouding Reeds van bij de start van het planningsproces stelde het gemeentebestuur van Kalmthout dat de oplossingen die in het kader van de ruimtelijke problematiek worden uitgewerkt, zouden moeten beantwoorden aan volgende principes. Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit De essentie van een ruimtelijk structuurplan is het streven naar ruimtelijke kwaliteit. Een omschrijving hiervan is niet evident. In het algemeen is ruimtelijke kwaliteit wel herkenbaar, maar zelfs deskundigen kunnen dit moeilijk in concrete maatstaven vertalen. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AROHM, Bestuur ruimtelijke ordening, ‘Structuurplanning: een handleiding voor gemeenten’, op. cit., blz. 2.6. - 23 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Twee aspecten zijn zeker van belang. − Ten eerste impliceert het een ‘leesbare ruimtelijke structuur’. Dit wordt gerealiseerd door de activiteiten op een logische manier in te haken op de grote structuren van de ruimte zoals rivier- en beekvalleien, verbindingswegen, verkavelingen enz. − Daarnaast is het belangrijk te zorgen voor een passende aanleg of mooie verschijningsvorm van de ruimte, zodat inwoners hun leefomgeving als aangenaam ervaren. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Duurzame ontwikkeling is ‘een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien’ 9. Het is met andere woorden een ontwikkeling die niet afwentelt: niet op anderen, niet op toekomstige generaties. Toegepast op het ruimtelijk beleid betekent het dat ruimtelijke ingrepen moeten kaderen in een langetermijnperspectief en in een ruimere context. Oplossingen op korte termijn of oplossingen die geïsoleerd worden bekeken, zijn dikwijls slechts een verschuiving van het probleem. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling houdt ook rekening met de draagkracht van de ruimte. Het lokaliseert activiteiten daar waar de ruimte ze kan (ver)dragen en ze geen symptomen als verkeersoverlast, verontreiniging, leegstand en verkrotting veroorzaken. 9 - 24 - World Commission on Environment and Development, Our Common Future (Brundtland rapport), Oxford University Press, 1987. Diversiteit Een ander beginsel betreft het erkennen en het stimuleren van variatie en verscheidenheid. Kalmthout is geen homogeen gebied. Er zijn verschillende soorten ruimten (verschillende dorpskernen, de Kalmthoutse Heide, de beekvallei van de Kleine Aa, open landbouwgebied enz.). Er moet zo goed mogelijk worden ingespeeld op de eigen ontwikkelingsmogelijkheden en de eigenheid van elk gebied. Voordeel is dat op die manier de leefomgeving voor bewoners en gebruikers herkenbaar blijft en dat verschillen tussen gebieden niet vervlakken. Samenhang Daartegenover zijn ook het zoeken naar samenhang en het op elkaar afstemmen van gebieden nodig. Het zoeken naar structuurbepalende elementen die de samenhang tussen de verschillende deelruimten en de samenhang met de ruimere omgeving bevorderen, is een taak van het structuurplan. Structuurplanning moet voorkomen dat deelgebieden als losse fragmenten naast elkaar liggen en bijvoorbeeld allemaal op zichzelf een gelijkaardig aanbod produceren (sporthal, cultureel centrum, middelbaar onderwijs, appartementen enz.). ruimtelijk structuurplan Kalmthout 5. Procesverloop, timing en communicatie − Communicatie en overleg zijn sleutelwoorden in een structuurplanningsproces. Wat baat het mooie plannen op te maken indien zij niet worden uitgevoerd! Vandaar dat het zoeken naar partners, het opbouwen van een draagvlak en het uitwisselen van uitleg en informatie zo belangrijk zijn. De organisatie van het planningsproces wordt als volgt opgevat. − 5.1. Procesverloop en timing 5.1.1. Producten Uit de algemene aanpak volgden verschillende producten die in de loop van het proces werden opgemaakt. − Een procesnota 10 werd goedgekeurd op 28 februari 2002 door de gemeenteraad (fase 1 - verkennende fase). − Een startnota 11, waarvan de gemeenteraad op 30 oktober 2003 kennis nam, maakte het onderwerp uit van een structureel overleg dat plaatsvond op 12 juni 2003. − De startnota werd verder aangevuld tot een voorontwerp van ruimtelijk structuurplan 12 (fase 2 - inhoudelijke uitwerking). Het 10 De procesnota bevatte: de ruimtelijke vragen en problemen die een antwoord behoefden bij de aanvang van het structuurplanningsproces, het procesverloop, de vooropgestelde timing en te voeren de communicatie. 11 De startnota gaf een beeld van: de bestaande ruimtelijke structuur, de planningscontext, taakstellingen en behoeften, in het bijzonder naar wonen en bedrijvigheid, een eerste hypothese van visie en een eerste aanzet van gewenste ruimtelijke structuur, inrichtingsschetsen voor een aantal deelgebieden en een beschrijving van prioritair op te starten acties. Gaandeweg werden de leemten in de kennis duidelijk. Inhoud cfr. art.18-19 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Zie ook omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997. 12 − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte voorontwerp was het voorwerp van een tweede structureel overleg op 27 augustus 2004 en een tussentijds advies vanwege de GECORO d.d. 28 september 2004. Een ontwerp van ruimtelijk structuurplan werd besproken op een plenaire vergadering op 12 mei 2005, en - na een gunstig advies vanwage de GECORO d.d. 7 juni 2005 - voorlopig goedgekeurd in de gemeenteraad op 14 juli 2005. Vanaf 1 augustus 2005 werd het ontwerp van structuurplan, gedurende 90 dagen onderworpen aan een openbaar onderzoek (fase 3). Dit ruimtelijk structuurplan kwam tot stand aan de hand van het advies vanwege de GECORO d.d. 4 januari 2006 waarin de adviezen en bezwaren naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden behandeld. Het zal definitief worden goedgekeurd in de gemeenteraad (fase 4) Tijdens het structuurplanningsproces kwamen tevens een aantal mondelinge en schriftelijke adviezen en voorstudies met betrekking tot concrete dossiers tot stand. 5.1.2. Timing Decretaal dient de gemeente te beschikken over haar gemeentelijk ruimtelijk structuurplan uiterlijk op 1 mei 2007. Het streven was er op gericht om het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan met een reservemarge van ongeveer een jaar (dus tegen midden 2006) goedgekeurd te krijgen. Het vaststellen van een strikte termijn waarbinnen het ruimtelijk structuurplan door de gemeenteraad voorlopig zal worden goedgekeurd (einde van het effectieve ontwerpproces) was moeilijk. Deze termijn is van vele factoren afhankelijk (onder meer de gewenste diepgang van de inhoud, de beschikbaarheid van noodzakelijke gegevens, de snelle of moeilijke besluitvorming enz.). - 25 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Volgende aandachtspunten gaven inzicht in de noodzakelijke termijnen. − Het opmaken van het eerste voorontwerp ruimtelijk structuurplan (einde fase 2) nam twee en een half jaar in beslag. De eerste zes maanden (inwerkperiode) werden besteed aan het opmaken van de procesnota (fase 1), de volgende zes maanden tot één jaar aan het opmaken van de startnota, en vervolgens zes maanden voor deelstudies en de integratie van het onderzoekswerk (afhankelijk van het tijdig beschikbaar zijn van het onderzoeksmateriaal en de kwaliteit ervan). − Het parallel werken aan enerzijds het ruimtelijk structuurplan en anderzijds een aantal concrete ruimtelijke problemen zal deze termijnen eveneens beïnvloeden. − De ervaring leert dat tussen het eerste voorontwerp (bestaande uit de volledige drie delen van het ruimtelijk structuurplan) en de voorlopige goedkeuring van het ontwerp structuurplan door de gemeenteraad (fase 3) minimum 3 maanden tot 6 maanden verlopen. Deze tijd is nodig om een politiek draagvlak te creëren en de nodige vergadermomenten te doorlopen zoals er zijn: de organisatie van het vooroverleg en de plenaire vergadering, themabesprekingen met het college, besprekingen met de GECORO, politiek overleg met de verschillende fracties enz. − Fase 4 bevat een aantal stappen die decretaal vastgelegd zijn, ook wat de termijnen betreft. De praktijk leert dat de goedkeuringsprocedure op gemeentelijk vlak (organisatie openbaar onderzoek, hoorzitting, verwerking bezwaarschriften, besprekingen met GECORO enz..) ca. 6 maanden in beslag neemt (definitieve goedkeuring door de gemeenteraad). Vervolgens ligt de procedure vast tot en met de goedkeuring door de Bestendige Deputatie (in principe 30 + 60 dagen). In volgende figuur worden het indicatieve procesverloop en de timing gekoppeld aan de op te leveren producten en hun respectievelijke status. - 26 - figuur 2 1 2 3 4 overzicht vooropgestelde timing en producten ruimtelijk structuurplanningsproces Kalmthout fase producten status timing verkennende fase workshopbundel werkdocument einde 2001 procesnota voor goedkeuring door gemeenteraad begin 2002 startnota voor goedkeuring CBS, structureel overleg juni 2003 onderzoeks-rapporten werkdocumenten juni 2003 -juni 2004 voorontwerp voor goedkeuring CBS, structureel overleg midden 2004 aangepast voorontwerp voor goedkeuring CBS, plenaire vergadering voorjaar 2005 tussentijdse adviezen werkdocumenten doorlopend ontwerp voor voorlopige vaststelling in gemeenteraad midden 2005 verslag openbaar onderzoek door GECORO; voorbereiding door projectgroep eind 2005 structuurplan voor definitieve vaststelling in gemeenteraad begin 2006 goedkeuring B.D. mei 2006 inhoudelijke uitwerking start goedkeuringsprocedure goedkeuring hogere overheid ruimtelijk structuurplan Kalmthout 5.1.3. Partners in het planningsproces Plangroep De plangroep bestaat uit medewerkers van Studiegroep Omgeving. De plangroep doet het inhoudelijk werk, maakt de dossiers op en werkt concrete voorstellen uit. De coördinatie van de werkzaamheden voor het structuurplan Kalmthout is toevertrouwd aan Guy Vloebergh, ruimtelijk planner. Vaste medewerker is Elisabeth Wouters, ruimtelijk planner. Procesbegeleiding De procesbegeleiding werd in de aanloopfase (2001) verzorgd door Frank D’hondt van het bureau o2 consult. De begeleiding gebeurt in nauw overleg met de plangroep, de gemeentelijke administratie en de projectgroep. De procesondersteuning in de beginfase heeft betrekking op het meehelpen voorbereiden en het leiden van een startworkshop. De uitkomsten van de workshop en van de voorbereidende gesprekken in de projectgroep en de plangroep worden verwerkt in een procesnota. Projectgroep De projectgroep vervult de rol van dagelijks bestuur bij de uitwerking van het structuurplan. Zij is de eerste overleggroep waaraan de plangroep haar werk voorlegt. Zij becommentarieert de documenten, doet zelf voorstellen en stelt alle noodzakelijke gegevens ter beschikking. De praktische afspraken worden in de projectgroep geregeld. Hiervoor komt zij in principe tweemaandelijks bijeen. De burgemeester, de schepen voor ruimtelijke planning, de gemeentesecretaris, Karl Jacobs (hoofd dienst Ruimtelijke ordening) en Patrick Reynaerts (administratief medewerker dienst Ruimtelijke Ordening), - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Liesbeth Uitdenhouwen (communicatieambtenaar), Christian Ysenbaardt (milieu-ambtenaar), Gino Vanthillo (gemeentelijke sportfunctionaris), de gemeentelijke mobiliteitsambtenaar (Werner Torfs) zijn vaste leden van de projectgroep. Facultatief nemen andere gemeentelijke ambtenaren deel aan het overleg, alsook de externe procesbegeleider. Aan het overleg nemen tevens de plangroep-vertegenwoordigers deel. Naargelang de agenda van de bijeenkomst kunnen occasioneel de hogere overheden, de opdrachthouders van andere studies in Kalmthout of derden met kennis van zaken worden uitgenodigd. De projectgroep wordt voorgezeten door de burgemeester. Patrick Reynaerts neemt het secretariaat waar. Tussen de bespreking van de startnota en de opmaak van het eerste voorontwerp kwam de projectgroep bijna maandelijks samen. Gemeentelijke administratie Het is heel belangrijk dat de gemeentelijke administratie zo goed mogelijk wordt betrokken bij het opmaken van het structuurplan. Zij moet immers zorgen voor de uitvoering van het structuurplan nadat de plangroep haar werkzaamheden heeft beëindigd. Vanuit de projectgroep wordt Karl Jacobs (diensthoofd Ruimtelijke ordening) als ambtelijk contactpunt afgevaardigd voor de opvolging van het structuurplanningsproces. Zijn taak bestaat erin om het ideeëngoed van het structuurplan te laten doorstromen naar alle betrokkenen binnen de gemeente en om kritisch toe te kijken op de werkzaamheden van de plangroep. - 27 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte GECORO Bewoners De samenstelling van de GECORO wordt bepaald in het B.Vl.R. van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening. De GECORO werkt mee aan de inhoudelijke invulling van het structuurplanningsproces. Zij toetst de voorstellen en ideeën van de plangroep en van de ambtelijke werkgroep en zorgt mee voor een draagvlak van de geformuleerde voorstellen. Daarnaast is op bepaalde tijdstippen in het planningsproces een advies vanwege de GECORO decretaal verplicht. De bewoners van Kalmthout worden op regelmatige tijdstippen geïnformeerd over de voortgang en de resultaten van de werkzaamheden. Omgekeerd kunnen plangroep en gemeentebestuur heel wat opsteken over de ruimte in Kalmthout door regelmatige gesprekken te organiseren met de bewoners of bepaalde doelgroepen in de gemeente. De minimale eisen zijn vermeld in het decreet van 18 mei 1999 en omvatten slechts een inspraak- en informatievergadering tijdens het openbaar onderzoek. CORPA De gemeenteraadscommissie CORPA bereidt de raadsbeslissingen over het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor. Daartoe worden de leden van deze commissie op belangrijke momenten hetzij als afzonderlijke groep, hetzij samen met de GECORO-leden (zie verder) samengeroepen. Gemeentelijk overlegplatform ruimtelijk structuurplan Op belangrijke momenten wordt een verruimde Gemeenteraad bijeengeroepen bestaande uit het College, de leden van de CORPA, en ook uit leden van de projectgroep en van de GECORO om belangrijke vorderingen in het planningsproces toe te lichten. De procesnota werd toegelicht op 5 februari 2002. Het ontwerp van startnota werd toegelicht op 17 februari 2003 en besproken op 10 maart 2003. Een overleg omtrent het eerste voorontwerp vond plaats op 28 juni 2004. - 28 - In Kalmthout werd echter gepoogd om de bevolking vaker te betrekken, soms op ludieke wijze (zie ook punt 5.2.3.). De startnota kwam mede tot stand aan de hand van workshops op 17 december 2001 en 21 november 2002. Op 19 mei en 27 mei 2003 werden informatie- en inspraakvergaderingen met de ruime bevolking gehouden omtrent de startnota. Tijdens het openbaar onderzoek vonden twee informatie- en inspraakavonden met de bevolking plaats (op 13 september en 15 september 2005). De bewoners werden ook op de hoogte gehouden door middel van drie specifiek aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces gewijde informatiekrantjes. Overleg- en samenwerkingsmodel In onderstaande figuur worden de partners van het structuurplanningsproces samengebracht in een voorstel van overleg- en samenwerkingsmodel. Deze organisatiestructuur is een basismodel dat in de loop van het proces nog kan bijgesteld worden om de kwaliteit van de besluitvorming en burgerparticipatie te optimaliseren. ruimtelijk structuurplan Kalmthout figuur 3 overleg- en samenwerkingsmodel - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 5.2. Communicatieplanning 5.2.1. Inleiding Voor de deskundige organisatie van de informatiedoorstroming en bewonersparticipatie deed het College van Burgemeester en Schepenen in de startfase een beroep op een externe procesbegeleider. Deze begeleider stippelde samen met de gemeente de communicatiestrategie in het kader van het gemeentelijk structuurplanningsproces uit en stond de gemeente vervolgens praktisch bij in voornoemde workshops en enkele ludieke acties en de opmaak van drie informatiekranten. 5.2.2. Communicatieproces Het communicatiebeleid in de gemeente komt niet van de ene dag op de andere tot stand. Het communicatieproces omtrent het ruimtelijk beleid kan zich dus best inschakelen in het algemeen communicatiebeleid. Het structuurplanningsproces kan daarin wel eigen klemtonen leggen. Enkele principes zijn daarbij belangrijk. − Planningsprocessen worden verrijkt door de inbreng van vele partijen. Initiatieven op dit vlak kunnen vanuit verschillende invalshoeken komen (geïnteresseerde maatschappelijke groepen, overheidsadministraties, beleidsverantwoordelijken, individuele burgers enz.). Gestreefd werd om in een open planproces deze initiatieven de kans te geven zich uit te drukken. Een open planningscultuur maakt de politieke besluitvorming des te zinvoller daar juist omwille van de inbreng van vele partijen op een bepaald moment prioriteiten moeten worden gesteld en keuzen gemaakt. − Daartoe is het doorlopend leveren van basisinformatie omtrent het structuurplanningsproces een basisvereiste. Dit gebeurde zo efficiënt en eenvoudig mogelijk met behulp van de normale gemeentelijke - 29 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout − − − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte kanalen zoals de website, de nieuwsbrief, het informatieblad en persberichten. Daarnaast werd ook meer gerichte communicatie naar specifieke doelgroepen noodzakelijk geacht. Ruim opgezette workshops en consultatiemomenten van gemeentelijke raden speelden hierin een belangrijke rol. De communicatie richtte zich niet alleen op formele elementen. Er was ook voldoende ruimte voor informele en tijdelijke overlegprocessen, waarbij de gemeente ook open stond voor nieuwe vormen van communicatie. Ook allerlei ludieke of culturele activiteiten zijn vormen van communicatie. Vele partijen voelen zich betrokken bij de uitwerking van complexe ruimtelijke beleidsplannen en projecten. Dat maakte het nadenken over een goede procesarchitectuur onontbeerlijk. Efficiënte en effectieve communicatie en besluitvorming zijn daarbij sleutelbegrippen. Efficiënt betekent dat allerlei vertragingsmechanismen in het besluitvormingsproces worden beperkt; effectief dat het planningsproces bevredigende resultaten oplevert. 5.2.3. Concrete acties Reeds tijdens de periode van de startnota (2002) werden een aantal acties ondernomen in het kader van het communicatieproces. Bij deze acties vervulde de procesbegeleider de rol van coördinator en intermediair tussen gemeentebestuur, ontwerper en bevolking. Mobilisering van ideeën van in de startfase De uitdagingen voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid werden gedetecteerd aan de hand van gesprekken met bevoorrechte getuigen en tijdens een workshop waarop afgevaardigden van de verschillende gemeentelijke - 30 - diensten, geëngageerde inwoners en leden van de GECORO waren uitgenodigd. De opmaakperiode van de startnota werd afgerond met een tweede workshop. Voortgaand op het succes van de startworkshop op 17 december 2001 werd op 21 november 2002 min of meer dezelfde samenstelling bijeen geroepen om een concept-startnota te bespreken. Interne en externe communicatie over het structuurplanningproces De start van het structuurplanningsproces werd officieel naar buiten gebracht wanneer de procesnota door de gemeenteraad was goedgekeurd. Op de webstek en via het gemeentelijk informatieblad verschenen enkele mededelingen en aankondigingen rond het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces. In juli 2002 werd tevens een specifieke infokrant ‘ruimtelijk structuurplan Kalmthout’ verspreid. Omdat structuurplanning voor veel inwoners niet onmiddellijk tot de verbeelding spreekt werden tevens ‘ludieke activiteiten’ georganiseerd om de bewonersparticipatie te stimuleren. Ter bekendmaking van de startnota werden drie verschillende fietstochten uitgestippeld langsheen de belangrijkste ruimtelijke knelpunten en kansen met bijhorende enquêteformulieren en prijsvraag. Op 25 augustus 2002 vond ter afsluiting van dit ludieke programma een eerste groots opgezet mobilisatie-evenement plaats, met optochten met fietsen en huifkarren vanuit de verschillende dorpskernen naar het centrum, waar een infomarkt opgesteld stond. ruimtelijk structuurplan Kalmthout In april 2003 werd een tweede specifieke infokrant ‘ruimtelijk structuurplan Kalmthout’ verspreid. Daarin werd de inhoud van de startnota toegelicht en een informatie- en inspraakronde aangekondigd. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Tijdens het openbaar onderzoek werden twee inspraakmomenten met de ruime bevolking gehouden. Op 19 en 27 mei 2003 werden informatie- en inspraakvergaderingen gehouden omtrent de startnota in Kalmthout en Achterbroek. Ook tijdens het openbaar onderzoek vonden twee informatie- en inspraakvergaderingen plaats zoals decretaal voorzien. Structuurplanning als educatief en cultureel project Gelijktijdig met de opbouw van de startnota werd een educatief en cultureel project gelanceerd in samenwerking met de diensten cultuur en de educatieve werking in de gemeente. Achterliggende bedoeling is om gedurende een langere periode de diverse facetten in invloeden van de ruimtelijke ontwikkeling van en het samenleven in de gemeenten in de verf te zetten en te koppelen aan de nieuwe wensen en voorstellen. Een brainstorm met de sociaal-culturele instellingen en de scholen leidde tot een tweede mobilisatiemoment ‘Moeidu’, een inspraakdag speciaal voor kinderen over de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en die plaatsvond in mei 2003. Voortgezette communicatie rond voorontwerp en ontwerp van structuurplan De gemeente trad opnieuw naar buiten met het ontwerp van structuurplan door middel van een derde informatiekrant. Die verscheen net voor het openbaar onderzoek. - 31 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 32 - - 31 maart 2006 - informatief gedeelte ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte II. Situering - 33 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1. Administratieve situering 2. Ruimtelijke context kaart 1 Kalmthout bevindt zich in de Noorderkempen in het noorden van de provincie Antwerpen. De gemeente ligt zo ’n 25 kilometer ten noorden van de stad Antwerpen en ca. 20 kilometer ten zuiden van Bergen-Op-Zoom en Roosendaal. Het noordelijk deel van de haven van Antwerpen ligt op zo ’n 15 kilometer ten westen van de gemeente. situering van Kalmthout De gemeente Kalmthout maakt deel uit van de provincie en het arrondissement Antwerpen. Ze grenst aan de Nederlandse provincie NoordBrabant in het noordoosten en het noordwesten. De Vlaamse buurgemeenten van Kalmthout zijn Essen in het noorden, Wuustwezel in het oosten en Kapellen in het zuiden. De Nederlandse buurgemeenten zijn Woensdrecht in het westen en Zundert in het noordoosten. De gemeente hoort samen met de gemeenten Essen en Wuustwezel tot één lokale politiezone. Voor de fusies was Kalmthout met 6.400 ha één van de grootste gemeenten van België. Nu beslaat de gemeente zo’n 5.944 ha. Omwille van de geografische uitgestrektheid voerde de gemeente een wijkindeling in naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in 1874. Volgende wijken werden onderscheiden: Kerkeneind, Heikant en Kijkuit, Centrum, Dorp en Handelaar, Achterbroek, Nieuwmoer en Kalmthoutse hoek. Op dat moment was van Heide nog geen sprake. De huidige subgemeentelijke indeling verdeelt de gemeente in vijf wijken: Centrum, Dorp-Heuvel, Heide, Achterbroek en Nieuwmoer. Slechts enkele boerderijen van Hoek, in het noordwesten van de gemeente, behoren tot het grondgebied van Kalmthout. De eigenlijke kern van Hoek bevindt zich sinds de fusie op grondgebied Essen. Een belangrijk deel van de gemeente wordt ingenomen door het natuurreservaat De Kalmthoutse Heide, welke deel uitmaakt van het groter aaneengesloten natuurgebied ’grenspark De Zoom’ dat aan beide zijden van de Belgisch - Nederlandse grens zo ’n 3 750 ha beslaat. De Maatjes vormt een ander grensoverschrijdend natuurgebied, waarvan het grootste deel in Nederland ligt (ca. 50 van de in totaal 58 ha). Tot slot vormt het Klein Schietveld (op het grondgebied van Kalmthout en Brasschaat) samen met het groot Schietveld (op het grondgebied van Brecht) een militair domein van 900 ha. De belangrijkste verbindingen in de gemeente zijn noord-zuid georiënteerd: N122, N117 en de spoorlijn nr. 12 Antwerpen - Roosendaal. N111 loopt richting Antwerpse haven, maar zorgt tevens voor verbinding met de oostelijke buurgemeente Wuustwezel. De belangrijkste waterloop, de Kleine Aa watert belangrijke delen van de gemeente af naar Nederland. Zowat de helft van de gemeente bestaat uit landbouwgronden en meer specifiek uit weilanden. Het oostelijk gedeelte van de gemeente sluit met haar landbouwgronden aan bij het landbouwgebied van de Noorderkempen. - 34 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout 3. Profiel van de gemeente met enkele kengetallen 59,4 Vlaanderen provincie Antwerpen Antwerpen arrondissement zonder (zonder ‘woeste gronden’) Kalmthout bebouwde versus onbebouwde oppervlakte (1999) totale oppervlakte (km²) 795,8 2867,4 13222,2 70,7 72,8 78,8 22,4 18,9 16,5 5,07 3,69 3,31 3,68 evolutie bebouwde oppervlakte 1985-1995 +45,1% +22,9% +30,0% +24,6% evolutie bebouwde oppervlakte 1995-1999 +4,5% +4,6% +6,7% +6,8% (48,1) onbebouwd (%) 81,4 (77,0) bebouwd (%) 14,7 (18,2) bebouwde oppervlakte / inwoner (are) 31 maart 2006 - informatief gedeelte Op basis van het bodemgebruik zoals aangegeven in het kadaster kan een beeld worden gegeven van het bodemgebruik in de gemeente. De gegevens laten toe een vergelijking te maken met het bodemgebruik in Vlaanderen, de provincie en de omliggende gemeenten. Een opvallend gegeven in de statistieken voor de gemeente Kalmthout is het hoge aandeel zogenaamde ‘woeste gronden’ (schaapsweide, grond, braakliggend terrein, moeras, veen enz.). Dit is vooral te wijten aan het aandeel van de gronden die wordt ingenomen door de Kalmthoutse Heide. Om de vergelijking tussen de gemeente en de andere entiteiten nog te verfijnen worden in volgende tabellen ook de verhoudingen zonder deze ‘woeste gronden’ weergegeven 13. 3.1. Ruimtegebruik tabel 1 - Kalmthout heeft een opvallend hoog aandeel onbebouwde oppervlakte. Dit aandeel is hoger dan gemiddeld in het arrondissement (zonder Antwerpen), de provincie en Vlaanderen. Indien men de ‘woeste gronden’ buiten beschouwing laat, is dit aandeel vergelijkbaar met Vlaanderen. Het aandeel van de bebouwde oppervlakte ten opzichte van de totale oppervlakte is laag, maar indien men naar de bebouwde oppervlakte per inwoner kijkt scoort de gemeente met ca. 5 are/inwoner vrij hoog. Vooral in de periode 1985-1995 was de toename aan ruimtegebruik tekenend in de gemeente. Met de toename stond ze in de top tien voor Vlaanderen. Er bestaat nog steeds een toename. Het lijkt er wel op dat ze is verminderd. Ze is in ieder geval lager dan gemiddeld. bron: NIS- bodem 1999, stativaria 1996, eigen verwerking 13 De oppervlakte aan woeste gronden worden in dit geval van de totale gemeentelijke oppervlakte afgetrokken vooraleer de betreffende verhouding te berekenen. - 35 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte ruimtegebruik 1999 14: verdeling naar aard bodemgebruik tabel 2 Kalmthout arr. zonder provincie (zonder Antwerpen Antwerpen Vlaanderen gemeente veeleer laag. Indien geen rekening wordt gehouden met de woeste gronden scoort de gemeente op een gelijkaardig niveau als de provincie en zelfs hoger dan het gemiddelde in het arrondissement zonder Antwerpen. ‘woeste gronden’) akker (%) 4,4 (5,5) 13,7 23,2 36,4 weiland (%) 35,6 (44,1) 28,2 23,8 21,6 bos (%) 12,3 (15,3) 12,4 12,0 8,2 ‘woeste grond’ (%) 19,1 (0,0) 5,7 5,6 3,5 wonen (%) 14,9 (18,4) 15,0 11,9 11,2 tuinen en parken 2,9 (3,6) 3,0 1,9 1,5 1,0 (1,2) 2,4 2,0 1,6 (%) handel en (openbare) diensten (%) recreatie (%) 0,3 (0,4) 1,6 1,5 1,0 ambacht, industrie 1,0 (1,2) 2,4 2,6 2,1 en opslag (%) bron: NIS- bodem 1999, stativaria 1996, eigen verwerking Tabel 2 laat zien dat zowat de helft van de oppervlakte van de gemeente wordt gebruikt voor landbouwdoeleinden. In verhouding tot het aandeel aan landbouwoppervlakte in zowel Vlaanderen als de provincie scoort de 14 - 36 - Het betreft de oppervlakten zoals deze gerubriceerd zijn door het NIS op basis van de geïnformatiseerde gegevens in het kadaster. Een aantal rubrieken (handel en (openbare) diensten, recreatie, ambacht, industrie en opslag zijn een samenvoeging van dergelijke rubrieken. Slechts een heel beperkt deel is in gebruik als akkerland. Het aandeel grasland is opvallend hoog. Dit wordt bevestigd door de gegevens van de mestbank 15, waar een totale bedrijfsoppervlakte van 3302 ha werd geïnventariseerd of ca. 55,5% van de gemeentelijke oppervlakte. Zowat 3047 ha (51% van de gemeentelijke oppervlakte) hiervan is cultuurgrond.Essen (met zowat 56% cultuurgrond) kent hierin een gelijkaardig profiel. In Wuustwezel wordt een veel belangrijker aandeel van de oppervlakte door landbouw ingenomen (ca. 67%). In Kapellen is het aandeel cultuurgrond in verhouding zeer klein. Het aandeel van de oppervlakte in gebruik als tuinen en parken en voor wonen in Kalmthout is gelijkaardig aan de oppervlakte in de andere gemeenten rond Antwerpen. De oppervlakte is wel duidelijk hoger dan deze voor de provincie en het Vlaams Gewest. Van de buurgemeenten leunt Essen hier het dichtst bij aan. In Wuustwezel ligt het aandeel van zowel het wonen als de tuinen veel lager. In Kapellen ligt dit aandeel (en dan voor al het aandeel tuinen, ca. 11%) veel hoger. Opvallend is ook dat er een zeer beperkte oppervlakte wordt ingenomen door handel, diensten en industrie. Voor handel en (openbare) diensten scoort de gemeente zowat even hoog als Essen, hoger dan Wuustwezel en lager dan Kapellen. Voor ambachten, opslag en industrie wordt in verhouding zowat evenveel ruimte gebruikt als in Essen en Kapellen, in Wuustwezel is dit minder. 15 Zie www.vlm.be/Mestbank/statistiek. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Recreatie scoort opvallend laag. Niet alleen ten opzichte van het arrondissement, de provincie en Vlaanderen, maar ook ten opzichte van elk van haar buurgemeenten is het aandeel aan oppervlakte voor recreatie in de gemeente telkens minder dan de helft. Zoals terug te vinden in volgende tabellen is de bevolkingsdichtheid en de dichtheid van het aantal huishoudens in de gemeente laag. Deze dichtheden houden echter geen rekening met de oppervlaktes die niet voor wonen zijn ingevuld. In die zin zijn ook dichtheden ten opzichte van de kadastrale oppervlaktes voor wonen, tuinen en parken in de tabel opgenomen. Uit de cijfers blijkt dat het gemiddelde huishouden een vrij grote oppervlakte opneemt voor wonen. Dit bevestigt niet alleen het sterk residentieel karakter van de gemeente maar ook de sterke gemiddelde oppervlakte die de huishoudens innemen. Er wonen zowat 6 huishoudens per ha grond kadastraal ingevuld voor wonen en/ of tuinen in de gemeente. Dit is minder dan de helft van de andere gemeenten rond Antwerpen! De gemeente kent een relatief sterke bevolkingsgroei. Dit vertaalt zich verder in de groei van het aantal huishoudens. De gemiddelde gezinsgrootte is nog vrij groot, maar vermindert iets sneller dan gemiddeld in de randgemeenten van het arrondissement. De gemeente kent opvallend weinig alleenstaanden. De bevolking in de gemeente is vrij jong, in elk geval jonger dan gemiddeld in Vlaanderen of dan in de andere gemeenten in het arrondissement voor zover men de stad Antwerpen hier niet bij rekent. Zowel 31 maart 2006 - informatief gedeelte Wuustwezel als Essen hebben een nog jongere bevolking. De bevolking in Kapellen is relatief iets ouder. tabel 3 bevolking: inwoners Kalmthout 3.2. Bevolking - arr. zonder Antwerpen provincie Antwerpen Vlaanderen inwoners aantal 1/1/2001 17.342 485.997 1.645.652 5.952.552 evolutie 1998-2001 (%) 1,50 0,83 0,48 0,68 aantal inwoners / km² gemeente 292 611 574 450 aantal inwoners / km² wonen+tuin 1999 1637 3380 4147 3532 groene druk 16 2001 (%) 45,80 44,22 42,14 41,62 grijze druk 17 2001 (%) 37,79 38,79 41,02 40,61 bron: APS -Statistische website, eigen verwerking In Kalmthout wonen relatief veel vreemdelingen. In 2001 hadden 1.689 inwoners of 9,7% van de bevolking een andere nationaliteit. Ongeveer 85% daarvan is afkomstig uit Nederland, 6% uit andere landen van de E.U. en 9% uit landen buiten de E.U. 18. Heide herbergt het grootste aantal vreemdelingen (740 op een totaal van 1.689), waardoor nagenoeg één op zes inwoners van deze kern (16,7%) een vreemde nationaliteit bezit. 16 17 18 Aantal inwoners tussen 0 en 19 jaar ten opzichte van het aantal tussen 20 en 59 jaar. Aantal inwoners ouder dan 60 jaar t.o.v. het aantal tussen 20 en 59 jaar. Cijfers dienst bevolking gemeente - 37 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 4 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte bevolking: huishoudens Kalmthout met de buurgemeenten Wuustwezel (€ 10.030) en Essen (€ 10.260) relatief lager. arr. zonder Antwerpen provincie Antwerpen Vlaanderen tabel 5 huishoudens aantal 1/1/2001 evolutie (%) 1998-2001 6.366 188.625 688.057 inkomens (1999) Kalmthout 2.413.745 + 3,50 + 2,87 + 2,20 + 2,54 gemiddelde grootte huishoudens 2001 2,72 2,58 2,39 2,47 % alleenwonenden 2001 20,83 23,61 31,23 27,71 aantal huishoudens/ km² gemeente 107 237 240 183 aantal huishoudens / km² wonen+tuin 592 gemiddeld inkomen per arr. zonder provincie Antwerpen Antwerpen Vlaanderen 26,56 26,43 23,76 24,16 11,23 12,56 11,54 11,29 31,06 27,31 27,94 28,19 aangifte in € 1.000 gemiddeld inkomen per inwoner in € 1.000 gemiddeld inkomen per huishouden in € 1.000 1296 1713 1415 bron: Basiskaart Vlaanderen, eigen verwerking bron: APS -Statistische website, eigen verwerking 3.4. Beroepsbevolking 3.3. Inkomens Het gemiddeld inkomen per aangifte in de gemeente ligt in dezelfde lijn als de rest van de gemeenten rond Antwerpen. Hiermee ligt ze gevoelig hoger dan het gemiddelde voor de provincie en voor Vlaanderen. In de buurgemeente Kapellen (€ 28.120) ligt het gemiddeld inkomen per aangifte hoger, in Essen (€ 23.180) en Wuustwezel (€ 23.710) lager. Deze verdeling verloopt analoog aan het gemiddeld inkomen per huishouden. Indien men dit per inwoner beschouwt, ziet men echter een opmerkelijk lager cijfer dan het gemiddelde van de gemeenten rond Antwerpen. Het gemiddeld inkomen per inwoner ligt zelfs lager dan dat van Vlaanderen. De kloof met de buurgemeente Kapellen (€ 13.820) wordt relatief hoger, De activiteitsgraad 19 is relatief laag. Ze is gelijkaardig aan deze van de gemeente Kapellen (67,20%), hoger dan Essen (62,71%) en lager dan Wuustwezel (71,80%). Mogelijke redenen hiervoor zijn het aantal studenten en/of het aantal thuiswerkende vrouwen. De werkzaamheidgraad 20 is eveneens laag, maar hangt samen met de activiteitsgraad. Dat deze werkzaamheidgraad en activiteitsgraad niet samenhangt met de werkloosheidsgraad (de verhouding tussen het aantal werkzoekenden op beroepsactieve leeftijd en de totale beroepsbevolking) 19 20 - 38 - De activiteitsgraad is de verhouding tussen de totale beroepsbevolking en de bevolking op beroepsactieve leeftijd. De werkzaamheidgraad is de verhouding tussen het aantal werkende inwoners en het totaal aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd –tussen 18 en 64 jaar. ruimtelijk structuurplan Kalmthout blijkt uit het feit dat de gemeente ook op dat vlak relatief laag scoort. Zowel Essen (5,05%) als Kapellen (4,85%) scoren iets hoger, de score in Wuustwezel (4,39%) is gelijk. De werkloosheidsgraad voor het gehele arrondissement (inclusief Antwerpen) is veel hoger dan de aangegeven 4,76% met name 8,06%. - informatief gedeelte tewerkstelling (1998) beroepsbevolking (2000) Kalmthout arr. zonder Antwerpen provincie Antwerpen arr. zonder Antwerpen provincie Antwerpen Vlaanderen 28,07 40,90 58,33 52,83 7,23 13,17 17,95 16,00 werkgelegenheidsgraad 21 67,35 71,15 71,65 72,72 secundariseringsgraad werkzaamheidsgraad 64,40 67,76 66,45 68,17 tertialiseringsgraad 4,39 4,76 7,25 6,26 werkloosheidsgraad Kalmthout Vlaanderen activiteitsgraad bron: 31 maart 2006 De tewerkstelling in Kalmthout is sterk ingebed in kleine bedrijven. Zowat 64% van de jobs zijn te vinden in bedrijven met minder dan 50 werknemers. Dit is duidelijk hoger dan gemiddeld in het arrondissement. Essen (61%) en Kapellen (58%) scoren lager. Wuustwezel (78%) scoort dan weer veel hoger. tabel 7 tabel 6 - aandeel tewerkstelling K.M.O.’s 22 in 20,29 27,25 39,88 36,08 63,99 49,94 39,56 41,67 Basiskaart Vlaanderen, eigen verwerking bron: 3.5. Tewerkstelling Het aantal arbeidsplaatsen in Kalmthout is in relatie tot de omvang van de bevolking op beroepsactieve leeftijd laag. Een belangrijk deel (66%) van de werkgelegenheid in het arrondissement bevindt zich in de stad Antwerpen. In het totale arrondissement (inclusie Antwerpen) bedraagt de werkgelegenheidsgraad ca. 65% (t.o.v. ca. 50% voor het arrondissement zonder Antwerpen). Het aantal jobs in Kalmthout in de tertiaire sector is sterk vertegenwoordigd: zowat 72% van aantal arbeidsplaatsen. In Kapellen (ca. 77%) is deze sector nog iets sterker vertegenwoordigd. Zowel in de provincie als geheel Vlaanderen bedraagt het aandeel in de tertiaire sector ca. 68%. In Wuustwezel en Essen (telkens ca. 63%) is dit minder dan algemeen in Vlaanderen. Basiskaart Vlaanderen, eigen verwerking 3.6. Zelfstandigen Op 31 december 2001 hadden 1 540 zelfstandigen hun officieel adres in Kalmthout 23. Dit betekent dat tegenover elke 3 werknemers (zowel in de gemeente als buiten de gemeente werkend) in de gemeente zowat 1 zelfstandige staat. Ten opzichte van het aantal werknemers in Kalmthout 21 22 23 De werkgelegenheidsgraad geeft de verhouding tussen het totaal aantal arbeidsplaatsen (de totale werkgelegenheid) in een bepaald geografisch gebied ten opzichte van het aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd). De secundariseringsgraad specificeert dit voor de arbeidsplaatsen in de secundaire sector, de tertialiseringsgraad voor de jobs in de tertiaire sector. Bedrijven met minder dan 50 werknemers. Zelfstandigen en helpers, zowel in hoofdbezigheid (1.184 in Kalmthout), als bijkomende bezigheid (274 in Kalmthout) als actief na pensioensleeftijd (82 in Kalmthout). - 39 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte loopt dit op tot 1 zelfstandige per twee werknemers 24. Het aandeel zelfstandigen in de gemeente ligt een weinig hoger dan gemiddeld in het arrondissement, de provincie en Vlaanderen. Iets minder dan de helft van de zelfstandigen (45 %) is te situeren in de handel. Verder zijn 19,5 % van de zelfstandigen te situeren in de ambachten en industrie, 19 % in de categorie van de vrije beroepen, 12,5 % in de landbouw en 7 % bij de dienstverlenende bedrijven. tabel 8 zelfstandigen (incl. helpers) aandeel 18-64 jarigen 26 aandeel werkenden bronnen: In vergelijking met de buurgemeenten is Kalmthout hierbij koploper inzake vrije beroepen voor Kapellen (18 %) en afgescheiden van Essen (12 %) en Wuustwezel (9%). Inzake handel ligt de gemeente daarentegen iets na Kapellen (50 %) maar duidelijk voor de andere buurgemeenten (39 % en 37 %). Inzake landbouw krijgt men een ietwat omgekeerd beeld hoewel de vergelijking met de andere groepen zelfstandigen de Kalmthout relatief hoog scoort. In Kapellen situeren slechts 3,5 % van de zelfstandigen zich in de landbouw, In Essen en Wuustwezel is dit respectievelijk 16 % en 25 %. Inzake productieactiviteiten en dienstverlening halen de buurgemeenten een gelijkaardige score 25. zelfstandigen 27 Kalmthout arr. zonder Antwerpen provincie Antwerpen Vlaanderen 1.540 39.942 121.799 489.542 14% 13% 11% 13% 23% 20% 18% 20% APS, Basiskaart Vlaanderen, RSVZ, 2001, eigen verwerking 3.7. Bedrijven (met werknemers) Volgens de bedrijvengids van de GOM telde de gemeente Kalmthout op 30 juni 2002 - verspreid over 399 ondernemingen - 3.336 werknemers. Zoals hoger aangegeven (tabel 8) is de tewerkstelling in Kalmthout gesitueerd in kleine bedrijven. Een 75-tal bedrijven hebben 5 of meer werknemers 28. Halfweg 1996 telde Kalmthout 342 rapporteringsplichtige bedrijven met hoofdvestiging in Kalmthout. In 1998 waren dit er 361. Merk op dat dit niet alle bedrijven zijn die in Kalmthout zijn vertegenwoordigd. Bij de Balanscentrale (NBB) zijn ca. 500 bedrijven gekend. Bij de lokale afdelingen van UNIZO zijn ca. 900 bedrijven en zelfstandigen aangesloten. De gemeente kent bijgevolg ook verschillende maatschappelijke zetels. 26 24 25 Gom-Antwerpen, gemeenteprofielen 2004, http://www.gomantwerpen.be/indexn.html. Gom-Antwerpen, gemeenteprofielen 2004, http://www.gomantwerpen.be/indexn.html. 27 28 - 40 - Totaal aantal zelfstandigen en helpers in 2001 t.o.v. het aantal 18-64 jarigen in 2000, als kengetal voor het aandeel zelfstandigen t.o.v. de potentiële beroepsbevolking (incl. huismoeders en -vaders en werkzoekenden). Totaal aantal zelfstandigen en helpers in 2001 t.o.v. het aantal werkenden (ongeacht statuut) in 2000 (excl. werkzoekenden). GOM, Bedrijvengids 2004. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Zowel de toegevoegde waarde, de omzet als de investeringen per rapporteringsplichtig bedrijf met hoofdzetel in Kalmthout is lager dan de drie andere gebiedsomschrijvingen (arrondissement, provincie Antwerpen, Vlaanderen). Dit heeft te maken met het feit dat in Kalmthout over het algemeen kleinere bedrijven hun hoofdzetel hebben. Een vergelijking met de omliggende gemeenten geeft een veel genuanceerder beeld. De toegevoegde waarde per bedrijf ligt in Kalmthout iets hoger dan Wuustwezel (€ 119.000), maar lager dan Kapellen (€ 184.000) en Essen (€ 220.000). tabel 9 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte toekomstverwachtingen: investeringen, toegevoegde waarde (TW) en omzet van de rapporteringsplichtige bedrijven (1996) Kalmthout arr. zonder provincie Antwerpen Antwerpen Vlaanderen TW / bedrijf (€ 1000) 135 404 512 354 omzet / bedrijf 537 1314 2001 1279 64 307 128 92 0,47 0,26 0,25 0,26 0,25 0,31 0,24 0,25 (€ 1000 ) De omzet per bedrijf laat een lichtjes ander beeld zien: ook op dit vlak scoren Wuustwezel lager (€ 320.000) en Kapellen hoger (€ 572.000). In Essen scoort de omzet echter lager (€ 499.000). Tot slot hebben de bedrijven in Kalmthout gemiddeld meer geïnvesteerd dan in Essen en Wuustwezel (telkens ca. € 42.000), maar minder dan Kapellen (€ 92.000). investeringen / bedrijf (€ 1000) investeringen / TW (1996) TW / omzet (1996) bron: De investeringen van de rapporteringsplichtige bedrijven met zetel in de gemeente waren in 1996 in verhouding tot de rest van het arrondissement (met uitzondering van Antwerpen) relatief hoog (tabel 9). De toekomstperspectieven van de bedrijven staan hiermee, uitgaande van dit element, op een gelijkaardig niveau als deze in Kapellen. Ten opzichte van de totale omzet werd echter slechts een relatief beperkte toegevoegde waarde gecreëerd. Hiermee scoort de gemeente lager dan zowel haar buurgemeenten als de rest van het arrondissement (exclusief Antwerpen), maar staat op een gelijk niveau als het Vlaamse Gewest. APS, Basiskaart Vlaanderen, eigen verwerking 3.8. Landbouw Zoals hoger aangegeven vormt de landbouw een belangrijke ruimtegebruiker in de gemeente. In 2003 waren er nog 113 landbouwbedrijven in de gemeente gevestigd. De belangrijkste bedrijfstypes zijn melkvee, bedrijven met een combinatie van combinatie van rundvee, akkerbouw en veredeling. De gemeente kent samen met haar noordoostelijke buurgemeenten een belangrijke nitraatproductie. - 41 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte De oppervlakte per bedrijf is gelijkaardig aan de rest van de provincie. Voor de melkveebedrijven (29 ha) en de bedrijven met een combinatie met akkerbouw (25 ha) is de gemiddelde oppervlakte nagenoeg gelijk. De bedrijven met zetel in Kalmthout baten vooral grasland uit en in mindere mate akkerland. De oppervlakte akkerland (met als hoofdteelt maïs) is op 10 jaar tijd echter met ongeveer 200 ha toegenomen. Dit is deels te wijten aan het omzetten van graslanden (volgens de gemeentelijke Land- en Tuinbouwraad omwille van het belang van maïs in de voeding van melkvee door de stijging van het aantal melkveebedrijven 29) en deels aan de meer nauwkeurige tellingen waardoor ook de toename van de totale oppervlakte cultuurgrond verklaard wordt. tabel 10 landbouwkundig grondgebruik landbouwgebruiksoppervlakte (ha) 1993 grasland 1.450,48 1.416,8 1.349,51 795,55 887,95 973,87 teelt fruit- en sierbomen 4,23 7,8 13,37 teelten in serres 4,23 2,76 2,71 0,2 0,03 0,1 2.254,69 2.315,34 2.339,56 akkerland tuinen voor eigen gebruik totale oppervlakte cultuurgrond bron: 1998 2003 N.I.S., land- en tuinbouwtellingen De sector van de grondgebonden professionele melkveehouderij die de landbouw in de gemeente domineert, neemt nog toe, wat te merken is aan de toename van het absolute en relatieve aantal bedrijven tussen 1998 en 29 - 42 - Advies GECORO d.d. 4 januari 2006, p.43. 2001. In dat laatste jaar is bijna de helft van de bedrijven en de oppervlakte in gebruik door melkveehouderij. Een andere trend is dat zowel mestvee als rundvee duidelijk afnemen in belangrijkheid (respectievelijk -5 en -8 %). Algemeen gezien zijn het laatste decennium een 10-tal bedrijven verdwenen, terwijl de in gebruik zijnde oppervlakte toeneemt zodat er een duidelijke stijging is van de gemiddelde bedrijfsgrootte. Daar waar volgens het NIS in 1998 in Kalmthout 134 bedrijven gezeteld waren en 113 in 2003, waren er volgens de Mestbank 150 bedrijven actief in 1998 en 142 in 2001. De 16 bedrijven die de Mestbank meer telt moeten toegeschreven worden aan bedrijven van buiten Kalmthout die binnen Kalmthout gronden exploiteren. Mogelijk gaat het om meer bedrijven indien er bedrijven zouden zijn met zetel in Kalmthout die geen gronden in Kalmthout exploiteren. ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 11 aantal landbouwbedrijven en bedrijfstype aantal bedrijfstype akkerbouwers tabel 12 aantal bedrijven 1998 6 % 4 bedrijven 2001 % 8 6 1998 2001 2.298 2.326 700 694 47 46 maïs 40 27 31 22 andere teelten 33 61 43 lage N-behoeftige gewassen mestvee 15 10 3 2 varkens 19 13 18 13 pluimvee 1 1 4 3 rundvee en akkerbouw 1 1 1 1 14 9 15 11 2 1 0 0 2 1 1 1 andere 0 0 0 0 totalen 150 100 142 100 bron: Mestbank In 2001 was 3.070 ha in de gemeente bij de Mestbank aangegeven en dit terwijl maar 2420,49 ha overeenkomstig is bestemd op het gewestplan. Dit betekent dat 21% van de in gebruik zijnde landbouwoppervlakte zonevreemd 30 is. Weerom is de oppervlakte cultuurgrond volgens het NIS significant lager. De verklaring hiervoor is wellicht gelijkaardig aan deze gegeven voor het aantal bedrijven. informatief gedeelte grasland ° 50 gemengde landbouw - oppervlakte (ha) melkvee mestkalveren 31 maart 2006 cultuuroppervlakte rundvee rundvee, akkerbouw en veredeling - totaal bron: 2 4 3.047 3.070 Mestbank; ° permanent- én niet permanent In Kalmthout waren er in 2003 - zoals eerder aangegeven - volgens de cijfers van het N.I.S. nog in het totaal 113 landbouwbedrijven, waarvan 97 met voltijdse arbeidsactiviteit. Ten opzichte van 10 jaar geleden is dit een daling van 30%. Bij een vergelijking van de leeftijdscategorieën komt dit ook duidelijk naar voor. In 1993 waren er immers 51 personen tussen de leeftijd 55-65, wat betekende dat deze klasse in dat jaar de belangrijkste groep vertegenwoordigde. In 2003 is de categorie 35-45 het belangrijkste, wat gedeeltelijk een positieve evolutie is omdat hieruit blijkt dat de meeste landbouwers er binnen 15 jaar ook nog zullen zijn. De leeftijdscategorie met land- en tuinbouwers die jonger zijn dan 35 neemt in omvang echter terug drastisch af (-60%). Volgens de gemeentelijke Land- en Tuinbouwraad is omgekeerd ook een belangrijk aandeel agrarisch gebied volgens het gewestplan niet (langer) in gebruik door de land- en tuinbouw 31. 30 31 Op voorwaarde dat de als landbouw bestemde gebieden daadwerkelijk dat gebruik hebben. Zoniet kan dit percentage hoger zijn. Advies GECORO d.d. 4 januari 2006, p.44. - 43 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 13 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte aantal landbouwbedrijven en status bedrijfsstatus aantal bedrijven tabel 14 1993 1998 2003 163 134 113 voltijds bedrijf (1 VAK en meer) - - 97 deeltijds bedrijf (minder dan 1 VAK) - - 16 volgens arbeidsvolume (VAK) volgens leeftijd bedrijfsleider minder dan 35 jaar 31 19 13 van 35 tot minder dan 45 jaar 39 49 38 van 45 tot minder dan 55 jaar 29 24 33 van 55 tot minder dan 65 jaar 51 24 15 van 65 jaar en meer 13 18 14 veestapel veestapel 1993 1998 2003 totaal aantal runderen 7.823 8.112 7.434 totaal aantal varkens 31.600 40.033 29.859 totaal aantal schapen 1.739 1.627 1.339 totaal aantal geiten 39 18 149 totaal aantal paardachtigen 99 76 119 210.852 195.966 184.496 totaal pluimvee (aantal dieren) bron: N.I.S., land- en tuinbouwtellingen 3.9. Woningenbestand bron: N.I.S., land- en tuinbouwtellingen; ‘-‘ betekent: ‘geen gegevens beschikbaar’ De belangrijkste sector is de grondgebonden professionele melkveehouderij maar ook andere sectoren zijn aanwezig. Van alle sectoren in de onderstaande tabel is de evolutie van de varkensstapel waarschijnlijk het spectaculairst. In een eerste fase (’93-’98) zijn er 10.000 dieren bijgekomen en in een tweede fase is de vorige stijging weer tenietgedaan als gevolg van de door de overheid genomen maatregelen (o.a. subsidiering) inzake afbouw van de varkensstapel. Het aantal paarden neemt licht toe wat kan wijzen op uitbreiding van het fenomeen ‘hobby-landbouw’, maar er zijn ook twee paardenmelkerijen aanwezig in de gemeente. - 44 - Recentere gegevens dan deze van 1991 zijn inzake het woningen bestand niet voorhanden. Toch komen - zoals blijkt uit de gegevens in tabel 15 een aantal kenmerkende elementen naar voor. Het aantal woningen van voor 1945 is relatief hoog ten opzichte van de andere gemeenten rond Antwerpen. Hetzelfde geldt voor het aandeel aan woningen zonder klein comfort. Bij vergelijking met de buurgemeenten ligt het aandeel oude woningen op een gelijkaardige hoogte als Essen (27,3%) maar beduidend hoger dan Kapellen (24,3%) en Wuustwezel (20.0%). Het aandeel woningen zonder comfort ligt lager dan Essen (9%) en is gelijkaardig aan de andere buurgemeenten Kapellen (7%) en Wuustwezel (7%). Daarnaast bleek dat het aantal huurwoningen vrij laag was ten opzichte van de andere gemeenten in het arrondissement Antwerpen. Dit was zelfs het geval indien men Antwerpen (waar 40% van de woningmarkt uit huurwoningen bestond) niet meerekent zoals wordt aangegeven in de tabel. Het aandeel huurwoningen in Kalmthout was vergelijkbaar met dat van de buurgemeenten Essen (19,6%), Kapellen (22,4%) en Wuustwezel (20,6%). ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 15 woningenbestand Kalmthout arr. zonder Antwerpen provincie Antwerpen Vlaanderen totaal aantal woningen (1991) 5.433 164.399 616.885 2.141.557 totaal aantal huishoudens (1991) 5.534 168.342 638.088 2.203.038 aantal woningen / aantal huishoudens 0,98 0,98 0,97 0,97 % woningen van voor 1945 (1991) 27,0 23,2 27,4 29,4 % woningen zonder comfort (1991) % huurwoningen (1991) 7 5 10 13 21,83 25,2 35,0 30,8 -- 3,87 2,49 -- 5,73 sociale huurappartementen t.o.v. aantal woningen (1/1/2000) 0,00 aandeel sociale huurwoningen (1999) 0,41 bron: 32 (5,20) -- volks- en woningtelling 1/3/1991; sociale huurappartementen: APS- gegevens SIF, gegevens V.H.M. (‘-‘ betekent geen gegevens beschikbaar) In 1995 bleek er reeds een zeer lage aanwezigheid van volkshuisvesting in Kalmthout (slechts 0,94%) 33. Dit gold eveneens wanneer corrigerende factoren werden ingevoerd om rekening te houden met het feit dat sociale huisvesting in landelijke gebieden verschilt van deze in de steden. In 2000 werden in kader van het sociaal impulsfonds geen sociale huurappartementen geregistreerd in de gemeente. Ook in Kapellen (0,10%) en Essen (0,35%) was dit percentage minimaal. In Wuustwezel (1,67%) scoort men op dit vlak beduidend hoger, zij het dat dit nog lager is dan het aandeel in de provincie en Vlaanderen. 33 Cijfer voor het gehele arrondissement Antwerpen. Studiegroep Omgeving, Woonbehoeftestudie gemeente Kalmthout, 1998. 31 maart 2006 - informatief gedeelte Door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (V.H.M.) werd het aandeel sociale woningen op 31/12/1999 in kaart gebracht 34. Ook op dit vlak scoort Kalmthout met haar 22 sociale huurwoningen zeer laag. Het aandeel van Kalmthout (0,41%) is wel hoger dan Kapellen (0,27%) maar is beduidend lager dan de buurgemeenten Essen (3,29%) en is verwaarloosbaar ten opzichte van het aandeel in Wuustwezel (7,19%). Wil Kalmthout tot op het gemiddelde niveau voor Vlaanderen (5,73%) komen, zijn ca. 300 bijkomende huurwoningen nodig. 3.10. Pendel Hoger in de tekst werd reeds opgemerkt dat het aantal werkplaatsen relatief laag is. Een belangrijk deel van de werkgelegenheid in het arrondissement Antwerpen bevindt zich in de stad Antwerpen. Naar schatting werkt ongeveer 1/3 van de werkende beroepsbevolking in Kalmthout zelf 35. Het belangrijkste deel van de werkende beroepsbevolking is met andere woorden buiten de gemeente actief. Daarvan is naar schatting ongeveer de helft actief in Antwerpen, inclusief Antwerpse haven 36. De buurgemeenten Essen, Kapellen en Wuustwezel stellen een veel lager aandeel van de beroepsbevolking te werk van naar schatting minder dan 10% 37. 34 35 36 32 - 37 Zie http://www.vhm.be/Algemeen/Realisaties/bouwactiviteiten, cijfers van 17/03/2003. In 1991 was (volgens de laatste volkstelling) 32% van de werkende beroepsbevolking in Kalmthout actief waarvan 12% thuiswerkend en 20% werkzaam elders in de gemeente (NIS, Volkstelling 1991, werkende beroepsbevolking per woonplaats naar plaats van tewerkstelling, eigen verwerking). In 1991 werkte 34% van de werkende beroepsbevolking in Antwerpen (NIS, Volkstelling 1991, werkende beroepsbevolking per woonplaats naar plaats van tewerkstelling, eigen verwerking). Respectievelijk 6,5%, 3,5% en 2% in 1991 (NIS, Volkstelling 1991, werkende beroepsbevolking per woonplaats naar plaats van tewerkstelling, eigen verwerking). - 45 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Uit een studie naar het verplaatsingsgedrag in kader van het strategisch plan voor de haven van Antwerpen (rechteroever) blijkt dat een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking van Kalmthout werkzaam is in de haven van Antwerpen (rechteroever) 38. 38 - 46 - Bron: SD-Worx: studie verplaatsingsgewoonten, cijfergegevens i.f.v. Strategisch plan Rechteroever, verslag vergadering uitgebreide deelwerkgroep Mobiliteit, 21mei 2002. ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte III. Planningscontext - 47 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1. Ruimtelijke structuurplannen en andere ruimtelijke beleidsplannen 1.1. Kalmthout in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen 1.1.1. Status van het document Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (B.Vl.R. 23 september 1997; bindende bepalingen bekrachtigd bij decreet 17 december 1997; gedeeltelijke herziening B.Vl.R. 12 december 2003, bindende bepalingen bekrachtigd bij decreet 19 maart 2004) doet uitspraken over de ruimtelijke ontwikkelingen en samenhangen die voor het geheel van Vlaanderen van belang zijn. Het biedt daarnaast ook een kader voor latere uitvoeringsplannen en voor ruimtelijke structuurplannen van een lager niveau. Onderstaande paragrafen geven een overzicht van de bepalingen in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen met invloed op de gemeente. 1.1.2. Bindend gedeelte Een aantal van de onder punt 1.1.3. vermelde bepalingen worden bindend vastgelegd in het bindend gedeelte. Van deze hieronder vernoemde bepalingen kan niet worden afgeweken. Kalmthout wordt gerekend tot het buitengebied. In het buitengebied zullen grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling, agrarische gebieden voor de beroepslandbouw, bos- en bosuitbreidingsgebieden en natuurverwevingsgebieden door de Vlaamse overheid worden afgebakend. - 48 - Het bindend gedeelte van het R.S.V. onderscheidt volgende beleidscategorieën in de nederzettingsstructuur in het buitengebied: − kernen: hoofddorpen en woonkernen − linten − bebouwde perifere landschappen − verspreide bebouwing. In de provincie Antwerpen kan maximum 35% van de geraamde behoefte aan bijkomende woongelegenheden tot 2007 gerealiseerd worden in de kernen van het buitengebied (de overige minimum 65% van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden is te realiseren in de gemeenten die geheel of gedeeltelijk behoren tot de stedelijke gebieden). De gemeente Kalmthout is niet geselecteerd als economisch knooppunt. Slechts 12 à 17% van de af te bakenen nieuwe bedrijventerreinen in de provincie Antwerpen (planperiode 1997-2007) wordt gereserveerd voor lokale bedrijventerreinen en bedrijventerreinen voor historisch gegroeide bedrijven in gemeenten buiten de economische knooppunten. In de (ruime) omgeving van Kalmthout werden E19 (Antwerpen - Breda) en A12 (richting Bergen op Zoom) als hoofdwegen geselecteerd. In de omgeving van Kalmthout werden geen primaire wegen aangeduid. Het spoorlijnsegment Antwerpen - Roosendaal maakt deel uit het hoofdspoorwegennet zowel voor het personenvervoer als voor het goederenvervoer. 1.1.3. Richtinggevend gedeelte kaart 2 Kalmthout in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Van de richtinggevende bepalingen kan enkel gemotiveerd worden afgeweken omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtebehoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen. De uitzonderingsgronden mogen in geen geval aanleiding zijn om de duurzame ruimtelijke ontwikkeling, de ruimtelijke draagkracht en de ruimtelijke kwaliteit van welk gebied ook in het gedrang te brengen 39. − Kalmthout in het buitengebied De aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht met het belang van de kern. Er wordt gestreefd naar de verweving van de verschillende activiteiten (onderwijs, huisvesting, cultuur, welzijnszorg). De bereikbaarheid van de mobiliteitsgenererende activiteiten (scholen, ziekenhuizen, culturele infrastructuur, ...) wordt door een lokatie- en mobiliteitsbeleid gegarandeerd en versterkt. Gebieden die geen deel uitmaken van een stedelijk gebied, behoren tot het buitengebied 40. Dit geldt voor Kalmthout. Stedelijke ontwikkelingen in het buitengebied worden zoveel mogelijk beperkt. Gemeenten in het buitengebied mogen niet dienen als opvang voor uitwijking uit de stedelijke gebieden. Ontwikkelingen in het buitengebied zijn enkel gericht op de eigen behoefte. Als doelstellingen voor het ruimtelijk beleid in het buitengebied gelden: − vrijwaren van de essentiële functies van de open ruimte (landbouw, natuur, bosbouw, wonen en werken op niveau van de open ruimte) − tegengaan van versnippering van de open ruimte − groeien binnen de kernen − versterken van de open ruimte door de functies landbouw, natuur en bos − bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit 39 40 Art. 19 § 3 D.O.R.O. Het ‘buitengebied’ is - op het niveau van Vlaanderen bekeken - het gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt. Het buitengebied heeft een beleidsmatige inhoud. Het is het gebied waar een open-ruimte beleid gevoerd wordt. De term ‘open ruimte’ kan aanleiding geven tot begripsverwarring. Daarom wordt geopteerd voor de term buitengebied als beleidscategorie. aanhouden van het fysisch systeem als basis voor een gebiedsgerichte ruimtelijke ordening. Inzake recreatie in het buitengebied is de basisoptie de optimalisering van recreatieve en toeristische voorzieningen en het medegebruik. Nieuwe grootschalige voorzieningen worden niet in het buitengebied ingeplant. Om het toeristisch-recreatief aanbod in het buitengebied met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen, wordt netwerkvorming vooropgesteld. De niet aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen moeten voldoen aan de volgende ruimtelijke voorwaarden: − de schaal van de voorziening sluit aan bij de schaal van het landschap − de omvang van de voorziening tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan. Kalmthout in de Noorderkempen, belangrijk gebied van de agrarische structuur Landbouw is de grootste ruimtegebruiker in Vlaanderen en de belangrijkste factor in het openhouden van het buitengebied. De Noorderkempen worden aangegeven als een belangrijk gebied van de agrarische structuur, het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren. - 49 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Voor de differentiatie van de gebieden van de agrarische structuur, in functie van de bebouwingsmogelijkheden, bakent de Vlaamse overheid bouwvrije zones af in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. de belangrijkste accenten voor dit gebiedsgericht beleid is de ontwikkeling van beken en rivieren in relatie met de omgevende vallei. Bebouwd perifeer landschap ten noordoosten van Antwerpen Deze differentiatie heeft zowel ruimtelijke als landbouwkundige voordelen: − enerzijds wordt de ruimtelijke spreiding van gebouwen beheerst − anderzijds worden de leefbaarheid van landbouwbedrijven en de potenties van de agrarische structuur gevrijwaard − de inplanting van nieuwe agrarische bedrijven gaat niet ten koste van de landbouwstructuur en de leefbaarheid van de bestaande bedrijven (bv. de inplanting van een gebouw in een optimaal ingericht en voor grondgebonden teelten zeer geschikt gebied) − bestaande agrarische bedrijven kunnen uitbreiden in relatie tot de externe landbouwstructuur (zodat bestaande investeringen duurzaam zijn). Ecologische infrastructuur van Vlaams niveau op het grondgebied van Kalmthout De uitgestrekte heidegebieden van de Noorderkempen op nog gedeeltelijk actief stuifzand (Kalmthoutse Heide en Groot en Klein Schietveld in Brasschaat) zijn structuurbepalend voor de natuurlijke structuur op Vlaams niveau. Dit geldt ook voor de voedselrijkere moerascomplexen van de Maatjes. Voor de natuurlijke structuur wordt een gebiedsgericht beleid gevoerd dat streeft naar de aanduiding van een samenhangend en georganiseerd geheel van gebieden (netwerk). In deze gebieden van de natuurlijke structuur wordt het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuur gestimuleerd, rekening houdend met de specifieke biologische waarde, de toekomstmogelijkheden, de bestaande gebruiksvormen en een afweging met de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van andere sectoren. Eén van - 50 - Het bebouwd perifeer landschap ten noordoosten van Antwerpen (gemeenten Brasschaat, Schoten, Kapellen, Schilde) is structuurbepalend voor de nederzettingsstructuur in Vlaanderen in het buitengebied. De bebouwde perifere landschappen zullen afgebakend worden in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. De ontwikkelingsperspectieven voor de bebouwde perifere landschappen gaan uit van de bescherming van de nog fragmentarisch voorkomende onbebouwde ruimte en de bundeling van de dynamiek inzake wonen en werken in de dorpskernen en op geselecteerde plaatsen. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval in stationsomgevingen, bij andere knooppunten van openbaar vervoer, in de ‘centra’ van wijken. Het verbeteren van de interne samenhang tussen de fragmenten en het verhogen van de identiteit van de fragmenten vormt een belangrijk aandachtspunt. Daarom is het belangrijk aan ieder fragment een duidelijke rol toe te bedelen. Kalmthout ten noorden van het grootstedelijk gebied Antwerpen en de Vlaamse Ruit Kalmthout is gelegen ten noorden van het grootstedelijk gebied Antwerpen. De stedelijke gebieden op de verschillende niveaus worden afgebakend en onderscheiden van het buitengebied. Binnen de stedelijke gebieden wordt een beleid van concentratie en verdichting vooropgesteld. Het grootstedelijk gebied Antwerpen ligt in het gebied dat geselecteerd wordt als de ‘Vlaamse Ruit’. Dit is een netwerk van de belangrijkste stede- ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte lijke gebieden in Vlaanderen: de Brusselse Rand, Antwerpen, Gent en Leuven. De Vlaamse Ruit is het centraal stedelijk netwerk op internationaal niveau, waarbinnen de belangrijkste stedelijke ontwikkelingen zullen worden gestimuleerd. Voor het hoofdspoorwegennet voor personenvervoer (internationale en ICverbindingen) wordt de lijn Brussel - Antwerpen - Roosendaal geselecteerd. De lijn Antwerpen - Rotterdam wordt gerekend tot het hoofdspoorwegennet voor het goederenvervoer. In de omgeving van Kalmthout geen economische knooppunten 1.2. Kalmthout in het ruimtelijk structuurplan van de provincie In de omgeving van Kalmthout zijn er geen economische knooppunten geselecteerd. In de gemeenten die niet worden geselecteerd als economisch knooppunt kunnen alleen lokale bedrijventerreinen worden ontwikkeld. 1.2.1. Status van het document Voor de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen wordt in uitvoeringsplannen een differentiatie doorgevoerd op basis van terreinlokatie en van de aard van de bedrijfsactiviteiten die er zich kunnen vestigen. In de eerste plaats wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen regionale en lokale bedrijventerreinen. Lijninfrastructuren en mobiliteit Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen bevat ook uitspraken in verband met lijninfrastructuren en mobiliteit. Hierbij wordt gestreefd naar een duurzame mobiliteit. Deze garandeert een bereikbaarheid van en in Vlaanderen, behoudt de leefbaarheid, vergroot de verkeersveiligheid, remt de groei van het autoverkeer af en optimaliseert de bestaande infrastructuur. Een categorisering van het wegennet met bijbehorende functies van wegen en niveaus van besluitvorming over trajecten van wegen wordt ingevoerd. De dichtstbijzijnde hoofdwegen, met een internationale en bovenregionale verbindingsfunctie zijn E19 en A12. Het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen, goedgekeurd bij M.B. 10/07/2001, doet uitspraken over de ruimtelijke ontwikkelingen die voor het functioneren van de provincie als geheel van belang zijn. Het biedt tevens een kader voor ruimtelijke uitvoeringsplannen en voor de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. Onderstaande tekst biedt een overzicht van de bepalingen in het R.S.P.A. met invloed op Kalmthout. De gemeente wenst te beklemtonen dat zij reeds van bij de vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen kanttekeningen plaatst bij de beschouwing van Kalmthout als zijnde deel uitmakend van het perifeer bebouwd landschap. De gemeente wenst - in overeenstemming met het R.S.V. - expliciet invulling te geven aan een buitengebiedbeleid. Dit is niet in strijd met het R.S.V., noch met het R.S.P.A. 1.2.2. Bindend gedeelte Een aantal van de onder punt 1.2.3. vermelde bepalingen wordt hard vastgelegd in het bindend gedeelte van het structuurplan van de provincie. Van deze hieronder vernoemde bepalingen kan niet worden afgeweken. - 51 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Selecties, categorisering en ontwikkelingsperspectieven 1.2.3. Richtinggevend gedeelte Volgende selecties, categorieën en ontwikkelingsperspectieven worden hard vastgelegd: − de selectie van de natuurverbindingsgebieden; één van de natuurverbindingsgebieden zal tevens onderdeel uitmaken van een strategisch project − de selectie van de diverse categorieën van de nederzettingsstructuur − het onderscheid en de differentiatie van de agrarische structuur − de selectie van secundaire wegen. Van het richtinggevend gedeelte kan enkel gemotiveerd worden afgeweken. In de eerste plaats wordt in de volgende tekst de nadere uitwerking van de provinciale taken met invloed op de gemeente besproken. Vervolgens wordt ingegaan op de situering van Kalmthout in de hoofd- en deelruimten volgens het R.S.P.A. Uitwerking van provinciale taken kaart 3 Acties Voor de gemeente Kalmthout zijn voornamelijk de afbakening in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen van de natuurverbindingsgebieden en de afbakening van bouwvrije agrarische gebieden relevant. Daarnaast zal ook de (inmiddels opgestelde) omzendbrief voor de beoordeling van de woningbouwprogrammatie als onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan moeten worden nageleefd. Overleg en onderhandeling De provincie vraagt in bindende bepaling nr. 58 het akkoord van het Vlaams gewest om een samenwerkingsverband op te richten met de gemeenten, die behoren tot het bebouwd perifeer landschap ten noordoosten van stad Antwerpen, en de coördinatie daarvan waar te nemen. Het gebiedsgericht overleg werkt nader te bepalen thema’s uit en resulteert in de opmaak van een of meerdere uitvoeringsplannen. - 52 - selecties uit het R.S.P.A. in of nabij Kalmthout Aanduiding van natuurverbindingen en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang De provincie geeft aan welke verbindingen tussen de natuuraandachtsgebieden noodzakelijk worden geacht. Deze gebieden zijn vooral gericht op de verbinding van de grotere natuurlijke gebieden: de GEN’s, de GENO’s en de natuurverwevingsgebieden. In een natuurverbindingsgebied is de natuurfunctie ondergeschikt aan de andere functies en wordt deze bepaald door de aanwezigheid van kleine landschapselementen en kleinere natuurgebieden als verbinding. Het beleid is er gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de hoofdgebruiker en van de kleinere natuurgebieden alsook op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van kleine landschapselementen en van de niet-bebouwde onderdelen. In het ruimtelijk structuurplan voor de provincie worden gebieden aangegeven met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. Gebieden met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang bevatten verzamelingen van kleine landschappelijke en natuurlijke ele- ruimtelijk structuurplan Kalmthout menten. Het beleid voor gebieden met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang is gericht op het behoud en eventueel herstel van een zeer specifiek cultuurhistorisch en gemeentegrensoverschrijdend landschappelijk element (bijvoorbeeld kavelstructuur). Dat landschappelijk element draagt ook een ecologische ontwikkeling. Op het grondgebied van de gemeente Kalmthout zijn volgende natuurverbindingen aangeduid: − de verbinding tussen de Kalmhoutse Heide, Klein Schietveld en Groot Schietveld − de verbinding langsheen de Kleine Aa vanaf de Nederlandse grens − een natuurverbinding tussen de Kalmthoutse Heide en De Maatjes. In de omgeving van Kalmthout is Kasteel Sterbos en omgeving te Wuustwezel als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang aangeduid. Selectie van woonkernen en hoofddorpen in het buitengebied De provincie Antwerpen onderscheidt verschillende beleidscategorieën in de nederzettingsstructuur van het buitengebied. Kalmthout wordt net als de buurgemeenten Essen en Wuustwezel geselecteerd als een gemeente met een structuurondersteunend hoofddorp type I. Daardoor krijgt de gemeente de mogelijkheid om een bijkomend lokaal bedrijventerrein aan te duiden, zowel voor nieuwe bedrijven als voor de herlokalisatie van zonevreemde en/of historisch gegroeide bedrijven, en kan de gemeente meer bijkomende woningen realiseren dan voor de opvang van de natuurlijke aangroei nodig is 41. De beoordeling gebeurt op basis van een door de gemeenteraad definitief vastgesteld gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. 41 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte De buurgemeente Kapellen en de gemeente Brasschaat worden aangeduid als gemeente met een hoofddorp type III. Een gemeente met een gewoon hoofddorp type III krijgt enkel de mogelijkheid om een bijkomend lokaal bedrijventerrein aan te duiden voor de herlokalisatie van zonevreemde lokale bedrijven en/of historisch gegroeide bedrijven. Bijkomende woningen kunnen slechts worden gerealiseerd in functie van de opvang van de natuurlijke aangroei. De beoordeling gebeurt op basis van een door de gemeenteraad definitief vastgesteld gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Kalmthout, Heide, Achterbroek en Nieuwmoer zijn door de provincie geselecteerd als woonkern. In een woonkern kan in principe geen lokaal bedrijventerrein worden aangelegd. De opvang van bijkomende woningen gebeurt in principe binnen het aanbod van gronden langs uitgeruste wegen in woongebied, percelen in niet vervallen verkavelingen, gronden met een woonbestemming in goedgekeurde B.P.A.'s en gronden in woongebied langs niet uitgeruste wegen (binnengebieden). Woonuitbreidingsgebieden komen hiervoor in principe niet in aanmerking. Het bebouwd perifeer landschap ten noorden van Antwerpen is structuurbepalend in de gewenste nederzettingsstructuur voor de provincie. Dit gebied van Vlaams niveau wordt als deelruimte binnen de gewenste ruimtelijke structuur van de provincie overgenomen. Zie provinciale omzendbrief voor de opmaak van de woningprogrammatie als onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. - 53 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Formuleren van ontwikkelingsperspectieven voor de landbouw Het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen formuleert binnen het kader van de agrarische macrostructuur op Vlaams niveau ontwikkelingsperspectieven voor de elementen van een agrarische structuur op provinciaal niveau. Het duidt deelruimten aan van de ruimtelijk-agrarische structuur. Voor iedere ruimtelijk-agrarische deelruimte geeft de provincie een aantal mogelijke ontwikkelingsperspectieven. De grondgebonden melkveehouderij is de voornaamste agrarische ruimtegebruiker in de Antwerpse Kempen en moet dit ook in de toekomst blijven. Agrarische verbreding vindt plaats door de ontwikkeling van mogelijke nevenfuncties (in het bijzonder recreatief medegebruik) als bijdrage tot een leefbare en concurrentiële sector. Agrarische vernieuwing is gericht op de ondersteuning van de grondgebonden melkveehouderij door investeringen in landbouwinfrastructuur (via ruilverkavelingen of landinrichtingsprojecten). Daarnaast blijft de grondloze veehouderij geconcentreerd in de Noorderkempen. Deze ontwikkeling dient evenwel in evenwicht te blijven met de draagkracht in dit concentratiegebied. − Bijkomende bedrijven voor grootschalige mestverwerking worden ingeplant op regionale bedrijventerreinen in het mestverwerkinggebied. De provincie kan deze lokaties bepalen en afbakenen in een ruimtelijk uitvoeringsplan. − Grondgebonden bedrijven moeten ruimtelijk worden ondersteund. Inrichtingsplannen met beperkte maatregelen moeten op termijn de ruimtelijke structuur verbeteren en mobiliteitsproblemen en sanitaire risico's beheersen. - 54 - Formuleren recreatie van ontwikkelingsperspectieven voor toerisme en Het gebied ten noorden van Antwerpen tussen de haven en de Voorkempen met de gemeenten Kalmthout en Essen kent een toeristischrecreatieve aantrekkingskracht maar de provincie benadrukt de beperkte ruimtelijke draagkracht. Daarom duidt de provincie dit gebied aan als toeristisch-recreatief aandachtsgebied. Deze gebieden zijn buiten de toeristisch-recreatieve netwerken gelegen en hebben een natuurlijk of landschappelijk waardevolle structuur. In tegenstelling tot de overige delen van het buitengebied moet in aandachtsgebieden met extra zorg worden gezocht naar de invulling van bijkomende toeristische infrastructuren. De gebieden kunnen geen hoogdynamische toeristisch-recreatieve activiteiten ontwikkelen. Selectie van secundaire wegen N117 wordt tussen E19 en de Nederlandse grens (Brasschaatsteenweg) geselecteerd als secundaire weg type I. De hoofdfunctie van deze weg is verbinden op bovenlokaal niveau op basis van mobiliteitsgenererende activiteiten van provinciaal niveau. N111 tussen N117 en N11 (verbinding Achterbroek - Stabroek) wordt geselecteerd als secundaire weg type II. De hoofdfunctie van deze weg is verzamelen naar het hoofdwegennet op bovenlokaal niveau. De weg heeft slechts in tweede instantie een verbindende functie. Het toegang geven neemt hier een belangrijkere plaats in dan bij het type I. In de omgeving van Kalmthout wordt verder ‘Nx ‘, een nader te bepalen tracé geselecteerd als secundaire weg die N11 met A12 zal verbinden. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Aanzet tot openbaar vervoer van provinciaal niveau Ten westen van E19 is de verknoping van weg en openbaar vervoer het meest interessant ter hoogte van Kalmthout. Dat heeft te maken met de aanwezigheid van het station en van een verknoping van verschillende buslijnen. Het gebied komt in aanmerking als overstappunt met park and ride en ook bike and ride faciliteiten. Ten oosten van E19 wordt het gebied gestructureerd door de knooppunten Hoogstraten en Malle. De afstemming van het tussengebied op deze polen kan via vraagafhankelijk openbaar vervoer en fietsnetwerken. De IR-trein Antwerpen - Antwerpen-Noord - Ekeren - Kapellen - Heide Kalmthout - Essen - Roosendaal (*nieuwe stopplaats) wordt gerekend tot het verbindend provinciaal openbaar vervoernetwerk (niveau B). Volgende verbindingen op het grondgebied van Kalmthout moeten deel uitmaken van het verbindend intergemeentelijk openbaar vervoernetwerk (niveau C): − de L-trein Antwerpen-Centraal - Antwerpen-Noord - Noorderdokken Ekeren - Sint-Mariaburg - Kapellen - Heide - Kijkuit - Kalmthout Wildert - Essen, die dus drie haltes heeft op het grondgebied van Kalmthout − de verbindende buslijn Hoogstraten - Brecht - Wuustwezel - Kalmthout - Stabroek - Haven-rechteroever (Tijsmanstunnel) - Haven-linkeroever (Liefkenshoektunnel-West) - Beveren (*nieuw op dit niveau); de wegen waarlangs deze buslijn loopt, zijn soms lokale wegen; het is belangrijk dat hier een goede doorstroming van het openbaar vervoer wordt gegarandeerd. De stations van Kalmthout en Heide werden geselecteerd als knooppunten van intergemeentelijk niveau. Het selectief uitbouwen van knooppunten heeft tot doel de ruimte die onder druk van de toenemende - 31 maart 2006 - informatief gedeelte (auto)mobiliteit steeds meer diffuse vormen aanneemt, vanuit een beperkt aantal punten te bedienen en te organiseren. Selectie van complexe gave landschappen en complexe nieuwe landschappen Kalmthout - Stabroek wordt aangeduid als een complex gaaf landschap. Voor de geselecteerde gave landschappen wordt op basis van het overheersend grondgebruik een verdere differentiatie voorgesteld. De vaak typische perceelsstructuur van dit gaaf landschap, waarin veel bos, heide en vennen voorkomen, moet worden behouden. Nieuwe waterwinning kan slechts onder controle plaatsvinden. Het bebouwd perifeer landschap ten noordoosten van de stad Antwerpen wordt aangeduid als complex nieuw landschap. Voor complexe nieuwe landschappen kan door de provincie een ruimtelijk concept worden opgemaakt, al dan niet in samenwerking met de Vlaamse of gemeentelijke overheden. Indeling in hoofd- en deelruimten De Noorderkempen is het open gebied tussen de Vlaamse ruit, de Brabantse steden en het Limburgs stedelijk kerngebied. De cuesta van de Noorderkempen vormt de duidelijke grens. Het gebied van de hoofdruimte ‘Noorderkempen’ stelt een expliciet open ruimte beleid tegenover een meer stedelijk beleid in de Antwerpse fragmenten. Het gewenst beleid voor deze hoofdruimte is een open ruimte beleid. − Steunend op het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen worden landbouw, natuur, en recreatie als hoofdfuncties van de open ruimte beschouwd. − Onder meer omwille van de aantrekkelijkheid van de open ruimte ontwikkelt de woonfunctie er sterk. In het algemeen worden verstede- - 55 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte lijking en verspreiding van functies en bebouwing in het gebied tegengaan. Dit beleid is in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen vastgelegd. Dit geldt niet in de aangeduide verdichtingspunten waar functies en bebouwing worden geconcentreerd. − Open ruimte functies hebben ook een economische betekenis. Een open ruimte beleid doet uitspraken over intensieve activiteiten als grondloze veeteelt, agro-industrie, intensieve recreatie. Binnen de Noorderkempen wordt de gemeente gesitueerd binnen de deelruimte van de ‘Open Kempen’. De Antwerpse fragmenten is het deel van de Vlaamse ruit dat op het grondgebied van de provincie is gelegen. De hoofdruimte is sterk verstedelijkt. In dit gebied worden hoogdynamische activiteiten bij voorkeur ondergebracht. Enerzijds leidt dit tot synergie tussen deze activiteiten en tot een efficiënt aanwenden van middelen (bijvoorbeeld infrastructuren en voorzieningen). Anderzijds kunnen hierdoor andere meer kwetsbare en natuurlijk waardevolle gebieden worden gevrijwaard. De verdergaande fragmentatie van de provincie Antwerpen wordt binnen de grenzen van de Antwerpse fragmenten gehouden. Voor de hoofdruimte Antwerpse fragmenten geldt een beleid van omgaan met fragmentatie. Ook binnen de Antwerpse fragmenten zijn verschillende deelruimten herkenbaar. Binnen de Antwerpse fragmenten wordt de gemeente althans gedeeltelijk gerekend tot het ‘bebouwd perifeer landschap’. Kalmthout in de open Kempen, deelruimte in de Noorderkempen kaart 4 Kalmthout in de Noorderkempen Het gebied van de open Kempen is een letterlijk open gebied in het noorden van de provincie. De deelruimte loopt door in Nederland tot voorbij de Brabantse steden. Tot deze deelruimte behoren (delen van) de - 56 - gemeenten Essen, Kalmthout, Wuustwezel, Brecht, Hoogstraten, Rijkevorsel, Malle, Merksplas en Baarle-Hertog. De landbouwfunctie - voor een belangrijk deel grondgebonden - overweegt en heeft een belangrijke economische betekenis voor de provincie. Enkele heidegebieden en bosgebieden komen verspreid voor en vormen een netwerk van verspreide natuurlijke gebieden. Een ruimtelijk concept vanuit de invalshoek van de provincie ziet deze deelruimte als een open gebied met grootschalige landbouw en verspreide natuurlijke gebieden. Het bevat volgende ruimtelijke principes. − Grote delen van het gebied zijn aaneengesloten open ruimten met daarin structuurbepalende grondgebonden maar ook grondloze landbouw. In de toekomst blijft deze rol gelijk. Het gebied rond Essen, Kalmthout en Wuustwezel, wordt gezien als een gebied met een sterke landbouwfunctie. − Een netwerk van bovenlokale meer natuurlijke gebieden (heidegebieden, kolonies, gave landschappen) stelt externe en interne grenzen aan de open landbouwgebieden. Externe grenzen zijn bijvoorbeeld de heidegebieden op de rand van het bebouwd perifeer landschap. Interne grenzen zijn bijvoorbeeld bossen in landbouwgebieden. Natuurwaarden, landbouw volgens vrijwillige beheersovereenkomsten en recreatief medegebruik zijn hier hoofdfuncties. − Nederzettingen in het gebied zijn geconcentreerde kernen. Met name de bestaande belangrijke kernen (Essen, Brecht, Malle, Rijkevorsel, Wuustwezel en Kalmthout) versterken de open Kempen als verzorgingspolen in een open gebied zonder tussenliggende linten. − Grote infrastructuren (E19, E34, spoorlijnen) zijn doorgaande verbindingen naar de Randstad en de Brabantse steden. Zij worden niet als linten ontwikkeld. De provincie formuleert volgende doelstellingen met betrekking tot de open Kempen. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Stimuleren van open ruimte functies zoals grondloze en grondgebonden landbouw, natuur en recreatie In principe is landbouw hoofdfunctie in de open Kempen. Natuur en recreatie zijn ondergeschikte nevenfuncties. − Landbouw wordt ondersteund. Herstructurering van landbouwgebieden (ruilverkaveling, aanpassing van de waterhuishouding enz.) is mogelijk. Grondgebonden landbouw krijgt de meeste kansen. Grondloze landbouw wordt op haar huidig niveau beheerst. De draagkracht van het gebied moet nader worden bepaald. Hierop kunnen meer concrete uitspraken over bijvoorbeeld mestbeleid, mestverwerking of agroindustrie worden gebaseerd. Het gebied is immers een belangrijk mestproductiegebied en heeft nood aan de uitwerking van een duidelijk beleid ten opzichte van (de lokatie van) de mestverwerking. − De samenhang tussen de aanwezige verspreide natuurlijke gebieden moet worden verbeterd door bijvoorbeeld het aanduiden van natuurverbindingsgebieden, het bufferen van gebieden en het realiseren van landschapsopbouwende elementen. − Recreatie heeft in het gebied een ondergeschikte functie behalve in specifieke gebieden. Het algemeen principe van het recreatief medegebruik is van toepassing in de overige delen van de deelruimte, ook in Kalmthout. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Beheersen van toegankelijkheid en ontsluiting De ontsluiting van de deelruimte is gericht enerzijds op de goede werking van open ruimte functies, anderzijds op de strikte hiërarchie van de nederzettingsstructuur. Bijkomende structuren, lintvorming en verspreiding van infrastructuren hinderen deze functies en worden tegengegaan. Concentreren van activiteiten in Hoogstraten en in de structuurondersteunende kernen In de deelruimte geldt een duidelijke hiërarchie tussen het kleinstedelijk gebied Hoogstraten en de belangrijke kernen (Brecht, Essen, Kalmthout, Malle, Rijkevorsel en Wuustwezel). Het aantal aangeduide kernen met een belangrijke rol in het buitengebied is groot. Zij versterken de lokale nederzettings- en bedrijvenstructuur in het gebied. Zij zijn lokale polen in het gebied. Verlinting en verspreiding van de bebouwing worden strikt tegengegaan. De versterking gebeurt maximaal in en aansluitend bij de structuurbepalende kernen. Kalmthout binnen het bebouwd perifeer landschap, deelruimte in de Antwerpse fragmenten kaart 5 Kalmthout in de Antwerpse fragmenten De provincie beschouwt (delen van) de gemeenten Brasschaat, Brecht, Kalmthout, Kapellen, Schilde, Schoten, Zoersel als onderdeel van het bebouwd perifeer landschap. De Vlaamse overheid beschouwt het bebouwd perifeer landschap als nederzettingscategorie van het buitengebied en maakt in principe een ontwikkelingsperspectief en een afbakeningsplan op voor het gebied. Toch wijst ook de provincie op een aantal aandachtspunten van haar niveau. - 57 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Het bebouwd perifeer landschap wordt beschouwd als gebied met een dominante bovenlokale groenstructuur met daarin een aantal activiteitenconcentraties (zowel historische dorpskernen als grootschalige voorzieningen) die in relatie staan tot de nabijheid van het grootstedelijk gebied. De provincie stelt als doelstellingen voor het bebouwd perifeer landschap voorop: − het uitwerken van een ontwikkelingsperspectief door de provincie in plaats van het Vlaams gewest − het aanduiden van beperkte verdichtingspunten buiten de kernen van de gemeente − het selecteren van functies − het opmaken van een verkavelings- en dichthedenbeleid − het uitbouwen van een bovenlokale groenstructuur − het opmaken van een mobiliteitsbeleid − het creëren van nieuwe samenhang door inrichting en strategische ingrepen. 1.3. Gemeentelijke ‘structuurplannen’ 1.3.1. Status van de documenten In de eerste helft van de jaren ’90 werden in de gemeenteraad als basis voor de ontwikkeling van verschillende binnengebieden plannen goedgekeurd. Men noemde deze documenten ‘structuurplannen’, maar het betreft plannen, die de stratentracés en afwatering vastleggen. Inmiddels zijn deze zogenaamde structuurplannen - althans gedeeltelijk achterhaald: − ‘Kerkeneind West’ (gemeenteraad dd. 04/04/1991) − ‘Ijzerenwegstraat - Kapellaan’ (gemeenteraad dd. 30/11/1992) - 58 - − ‘Kerkeneind-oost’ (gemeenteraad dd. 27/06/1994). 1.3.2. Inhoud Om de goede aanleg van het gebied veilig te stellen, besliste de gemeenteraad de stratentracés en afwatering te bepalen voor het gebied begrensd door Ijzerenwegstraat, Kapellaan, Noordeind en Frans Raatsstraat. Het plan ‘Ijzerenwegstraat - Kapellaan’ voorziet de volledige verkaveling van het binnengebied. Een aantal straten werden nog niet ontwikkeld. Tussen Kapellaan en Noordeind voorziet het plan een fietsverbinding (Brouwerijstraatje). Het plan ‘Kerkeneind-west’ betreft het gebied begrensd door Kapellensteenweg, Kijkuitstraat, de spoorlijn Antwerpen - Roosendaal en Vogelezangstraat. Het plan voorziet de volledige verkaveling van het binnengebied. Bestaande straten ten zuiden van Vogelenzangstraat werden overgenomen in het plan. Een gedeelte van het binnengebied werd nog niet ontwikkeld. Het plan ‘Kerkeneind-oost’ voorziet de volledige zij het gefaseerde verkaveling van het resterende woongebied ten oosten van Kerkeneind Driehoekstraat, met een park achter de begraafplaats als groene vinger vanuit de open ruimte in het bebouwd gebied. 1.4. Gemeentelijke bewarende maatregel op verkavelingen met aanleg van wegenis 1.4.1. Status van de maatregel In uitvoering van de gemeentelijke woonbehoeftestudie, goedgekeurd in de gemeenteraad op 25 februari 1999, voerde de gemeenteraad een ruimtelijk structuurplan Kalmthout bewarende maatregel in ten aanzien van verkavelingen met aanleg van wegenis. Hij steunt daarbij op zijn soevereine en autonome bevoegdheid zich bij elke dergelijke verkaveling te moeten uitspreken over de ‘zaak van de wegen’ 42. In zijn beslissing over de zaak van de wegen belet niets - en is het in het kader van een goede besluitvorming zelfs aangewezen - dat de gemeenteraad op ruime wijze alle aspecten van de aanvraag tot aanleg van een nieuwe weg in ogenschouw neemt, inclusief overwegingen van de ruimtelijke ordening, en in de overwegingen tot de beslissing betrekt. De gemeenteraad neemt daarbij tevens kennis van de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaren en opmerkingen. In die zin kan en mag de gemeenteraad in functie van de beslissingen die hij over de zaak van de wegen neemt een verkavelingsbeleid voeren 43. 1.4.2. Inhoud Toelichting bij de maatregel 43 - informatief gedeelte De maatregel dient een aantal belangrijke doelstellingen tegelijkertijd. 1. Woningaanbod en -behoefte worden beter op elkaar afgestemd. Door het tegengaan van de particuliere ontwikkeling van de onuitgeruste binnengebieden in het woongebied wordt het aanbod beperkt tot het juridisch vastliggend aanbod van kavels in goedgekeurde verkavelingen, verkavelingen langs bestaande voldoende uitgeruste wegen en individuele bouwkavels langs bestaande voldoende uitgeruste wegen. 2. De mogelijkheid wordt gecreëerd - voor de initiatiefnemende overheid - om binnengebieden in het woongebied te verwerven met het oog op de uitvoering van betaalbare huisvestingsprojecten. Bouwgronden langsheen uitgeruste wegen zijn immers voor verschillende doelgroepen onbetaalbaar. ‘De gemeenteraad engageert er zich toe elke aanvraag tot goedkeuring van een wegentracé in het kader van een particuliere verkavelingsaanvraag te bespreken vanuit de optiek van de huidige woonbehoeftestudie. Zij verbindt er zich toe de aanvraag te toetsen aan de vaststel- De Raad van State oordeelde in het arrest Lambrechts Ottignies Louvain-La-Neuve nr. 53791 dd. 16/06/1995 dat de bouw- of verkavelingsvergunning niet kan worden verleend alvorens de Gemeenteraad een besluit over de zaak van de wegen heeft getroffen. Erreygers D., Artikel 56 §1, 2° van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening : het besluit over de zaak van de wegen. Mag de gemeenteraad een verkavelingsbeleid voeren?, in: T.R.O.S., nr. 13 maart 1999, p. 5-18. 31 maart 2006 lingen, de visie, de besluiten en de beleidsmaatregelen van deze studie. De gemeenteraad zal naast haar beoordeling van alle technische aspecten van een nieuw wegentracé ook de demografische, sociologische, ecologische en stedenbouwkundige gevolgen vanuit de uitgangspunten van de huidige woonbehoeftestudie beoordelen. Zij zal haar besluitvorming over de aanvraag tot straatopening uitdrukkelijk motiveren over al deze aspecten. De gemeenteraad zal haar visie over wonen in Kalmthout verder uitwerken en verankeren via een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (aanduiden van gewenste bestemmingen) en plannen van aanleg (effectieve herbestemming). In afwachting van het verder uitwerken van deze visie zullen aanvragen tot verkaveling met ontsluiting via een nieuw wegentracé vanuit een bewarende visie en derhalve restrictief worden bekeken. Herverkavelingen van vergunde verkavelingen en nieuwe verkavelingen langsheen volledig uitgeruste wegen vallen niet onder deze bewarende maatregel.’ De maatregel bepaalt: 42 - - 59 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout 3. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte De behoefte tot het aansnijden van binnengebieden en woonuitbreidingsgebieden voor initiatieven op het vlak van betaalbare huisvesting wordt niet gehypothekeerd door een buitensporige stijging van het vrijkomend aanbod. De ruimtelijke ontwikkeling van de woongebieden kan beter worden gestuurd in functie van de ruimtelijke inzichten en doelstellingen zoals het tegengaan van verstedelijking, het voeren van een kernversterkend beleid, enz. Ook technische en logistieke elementen zoals aansluiting van verkavelingen op het bestaande wegen- en rioleringsnet en de bestaande nutsvoorzieningen, de organisatie van het openbaar vervoer en andere dienstverlening, enz. spelen hierbij een rol. Evaluatie van de maatregel De maatregel wordt kwantitatief geëvalueerd onder hoofdstuk V, punt 1, verder in het informatief gedeelte, waar taakstellingen en behoeften inzake bijkomende woongelegenheden worden geraamd. De geactualiseerde gegevens geven geen enkele aanleiding tot een opheffing van de maatregel zonder meer. Wel integendeel blijven de besluiten en de visie-elementen van de woonbehoeftestudie van 1998 onverkort van kracht. De opheffing van de maatregel zonder meer zou leiden tot de private ontwikkeling op korte termijn van een aantal binnengebieden in het woongebied, met een totale potentie van 747 bouwkavels. Dergelijke ontwikkeling zou in schril contrast staan tot de behoefte (slechts 23 tot 50 woningen tot 2007 en 262 woningen tot 2012) en zou dus tot gevolg hebben dat de doelstellingen, die aan de basis van de maatregel lagen (zie hoger), onmogelijk gerealiseerd kunnen worden. Een restrictief beleid ten aanzien van verkavelingen met aanleg van wegenis blijkt van cruciaal belang te zijn en te blijven binnen de - 60 - beleidsvisie op een landelijk Kalmthout om een ongecontroleerde verstedelijking tegen te gaan. Door deze maatregel zijn aanvullende overheidsinitiatieven inzake betaalbaar wonen mogelijk, zeer wenselijk en te verantwoorden. Sinds de goedkeuring van de woonbehoeftestudie in 1998 heeft de praktijkervaring echter wel bijgedragen tot een beter inzicht in de werking en de draagwijdte van de bewarende maatregel. Enerzijds zet de praktijkervaring - de toetsing van een aantal particuliere verkavelingsaanvragen aan de bewarende maatregel - de hogervermelde conclusie nog kracht bij. De gezamenlijke karakteristieken van deze aanvragen zijn dat de voorgestelde kavels groot zijn (gemiddeld ca. 600 m² tot ruim 1.300 m²) en overwegend bestemd voor open bebouwing. De respectievelijke verkavelingsontwerpen zijn zeer traditioneel en kwalitatief ondermaats inzake aandacht voor de omgeving, het landschap en de leefbaarheid. Ze leveren geen bijdrage tot de doelstellingen van het gemeentelijk woonbeleid om betaalbare woonmogeljkheden te creëren aangezien ze met bijna alle visie-elementen (zie punt 1.1.) in strijd zijn. Ook vanuit de gewenste ruimtelijke structuur roepen met name de verkavelingsaanvragen in het zuidwestelijk natuur-, woon- en werklandschap fundamentele vragen op. Anderzijds tonen de cijfers uit hoofdstuk V, punt 1 aan dat op middellange tot langere termijn het woningaanbod toch enigszins krap wordt. Tevens heeft de praktijk geleerd dat meer duidelijkheid dient gecreëerd omtrent verkavelingen die zich weliswaar situeren langs een bestaande wegenis maar niettemin onder de toepassing vallen van art. 133 D.O.R.O. (omdat het wegtracé nog dient vastgelegd of gewijzigd en/of nog verdere uitrustingswerken dienen uitgevoerd). ruimtelijk structuurplan Kalmthout 1.5. Ruimtelijk beleid (tot) over de gemeentegrenzen − 1.5.1. Structuurplanning in de buurgemeenten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de structuurplanningsprocessen in de gemeenten die aan Kalmthout grenzen. Grensoverschrijdende elementen die bepalend zijn voor het ruimtelijk beleid van Kalmthout, worden vermeld. − Essen De gemeente werkt momenteel aan de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Besproken document is het ontwerp ruimtelijk structuurplan Essen zoals definitief aanvaard in de gemeenteraad op 24 maart 2005. Dat document is thans ter goedkeuring overgemaakt aan de hogere overheid. Kalmthout sluit in het noorden aan bij de drie (quasi noord-zuid geöriënteerde) deelruimten die in het richtinggevend gedeelte van het document in Essen worden onderscheiden. − De woonband Essen - Wildert, langs weerzijden van de spoorlijn Antwerpen - Roosendaal is een sterk verstedelijkte ruimte, waar de voornaamste opvang aan bijkomende ruimte voor wonen, werken en recreatie dient gezocht; het beleid in de kernen is gericht op kernversterking, in de tussenliggende ruimte wordt een open ruimte beleid vooropgesteld. − Het open ruimtegebied Horendonk - Kleine Aa, ten westen van de woonband, is hoofdzakelijk een open ruimtegebied, waarin verspreid grotere of kleinere geïsoleerde bebouwingsgroepen en groenstructuren voorkomen; het beleid is hoofdzakelijk een open ruimte beleid en een beleid van omgaan met fragmentatie. − − − − − − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Het open ruimtegebied Essen - Hoek, ten oosten van de woonband, is een landelijk open gebied met verspreide bebouwing en kleine landschapselementen met een belangrijke verbindende functie tussen twee grotere natuurlijke gebieden in de regio, met name de Kalmthoutse Heide en de Wouwse Plantage (gemeente Roosendaal); het beleid is een open ruimte beleid met afstemming van landbouw, natuur en recreatie in de open ruimte. Domein Wildven, net over de gemeentegrens met Kalmthout, wordt gerekend tot het bos- en heidecomplex van de Kalmthoutse Heide. Via de vallei van de Spillebeek en de Papenmoerbeek wordt een natuurverbinding tussen de Kalmthoutse Heide en de Wouwse plantage tot stand gebracht (doorheen Groenendries op grondgebied van de gemeente Kalmthout). De vallei van de Kleine Aa wordt aangegeven als een structuurbepalende beekvallei. Het open ruimtegebied rond Essen - Hoek wordt gezien als een landbouwgebied met hoge natuurwaarde. Alle landbouwgebieden worden maximaal voorbehouden voor de landbouw. Hiertoe wordt de afbakening van bouwvrije agrarische gebieden vooropgesteld. Het bedrijventerrein De Rijkmaker tegen de grens met Kalmthout ten noorden van Nieuwmoer, op het gewestplan als industriezone voor milieubelastende industrieën bestemd, wordt aangegeven als lokaal bedrijventerrein. Het terrein zal bovendien gefaseerd worden uitgebreid in noordwestelijke richting. Voor deze uitbreiding tussen Postbaan - Schriek en Nieuwmoersesteenweg is de opmaak van een R.U.P. gepland. De oude turfvaarten worden gezien als landschappelijk waardevolle lijnelementen. Domein Wildven is aangegeven als baken. Ten oosten van de spoorlijn wordt de omgeving van de bakkersmolen en het stoomtreinmuseum een bovenlokaal recreatief knooppunt. De spoorlijn en de Roosendaalse vaart zijn geselecteerd als hoofdroutes voor het fietsverkeer. - 61 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte De toegankelijkheid van kleinere en grote wandelgebieden in en buiten de gemeente wordt verbeterd. Aan de rand van de wandelgebieden worden duidelijk waarneembare randparkings uitgebouwd. Ten westen van Wildert, aan de kruising Huybergsebaan - Nolsebaan wordt een te ontwikkelen toegang tot de Kalmthoutse Heide gesitueerd. − − Kapellen De gemeente werkt momenteel aan de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het besproken document is het ontwerp van ruimtelijk structuurplan, dat op 11 oktober 2004 voorlopig werd vastgesteld in de gemeenteraad en van 18 november 2004 tot 15 februari in openbaar onderzoek was. Op 20 juni 2005 is de definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Kapellen voorzien. Het grondgebied van Kalmthout sluit aan bij twee deelruimten zoals die in het besproken document worden aangegeven. − Kalmthout grenst in hoofdzaak aan de deelruimte van het zogenaamde groene hart met Anti-tankkanaal. Deze deelruimte bevat de woonparken ten zuiden van de gemeente Kalmthout en diverse bos en natuurgebieden en vormt het ecologische en recreatieve groene hart van de gemeente. − In het zuidoosten grenst Kalmthout aan de deelruimte rond N117: een in oppervlakte beperkte deelruimte waar het bedrijventerrein Bosduin deel van uitmaakt en aansluitende woonparken en bossen. − Voor het woonpark Kapellenbos in het groene hart wordt een ruimtelijk beleid vooropgesteld, gebaseerd op het stand-stillprincipe. Verdichting is er zeker niet aan de orde. De huidige kavelgroottes moeten worden behouden, met perceelsoppervlakten van minimum 3.000 m² ten westen en 5.000 m² ten oosten van de spoorlijn Antwerpen Roosendaal. Om deze minimale kaveloppervlaktes juridisch hard vast - 62 - − − − − te leggen zal de gemeente een verkavelingsverordening opstellen voor de woonparken. De gemeente suggereert aan de hogere overheden om het woogebied rond Kapellen en het woonpark Kapellenbos mee op te nemen in het bebouwd perifeer landschap en Kapellen-centrum aan te duiden als verdichtingspunt binnen het bebouwd perifeer landschap. Het ontwikkelingsperspectief van zonevreemde woningen in deze deelruimte, met uitzondering van woningen in parkgebieden, blijft beperkt tot het basisrecht. Klinkaardbos dient behouden en versterkt als ecologische verbinding tussen het Anti-tankkanaal en de boscomplexen van de Kalmthoutse Heide. De gemeente zal hiervoor het B.P.A. ‘Oude Galgenstraat’ dat reeds in opmaak is finaliseren. De gemeente Kapellen dringt aan op de blijvende ontwikkeling van het gebied van Klein Schietveld als een potentieel en waardevol natuurgebied en het Beltenbos als ecologische verbinding tussen Klein Schietveld en het domein Uitlegger. Hiervoor moet o.a. - naast een gericht beleid van landschaps- en natuurontwikkeling - vooral de geringe betredingsgraad van het Klein Schietveld in stand gehouden worden. Op lange termijn voorziet de gemeente de opname van het oud militair spoor in het fietsroutenetwerk. Wat betreft de deelruimte rond N117 wordt voorgesteld delen van de K.M.O.-zone Bosduin beter te ordenen om de resterende ruimte op dit bestaand bedrijventerrein optimaal te benutten door middel van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Er wordt daarbij tevens voorgesteld een planologische oplossing te bieden aan de zonevreemde snuffelmarkt gelegen in de K.M.O.-zone. Aan de huidige parkeerproblemen zou tegemoetgekomen kunnen worden door de inrichting van een parkeerterrein op het tegenoverliggende perceel. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Wuustwezel Er werden (nog) geen gegevens ter beschikking gesteld door de gemeente Wuustwezel. Het gemeentebestuur meldde dat de gemeente in november 2004 een structureel overleg heeft gehad omtrent een voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De gemeente Wuustwezel verwerkt nu de gemaakte opmerkingen om opnieuw een structureel overleg aan te vragen. Woensdrecht (Nederland) Besproken document is de op uitnodiging van de Nederlandse provincie Noord-Brabant en op initiatief van het College van Burgemeester en Wethouders tot stand gekomen ‘StructuurvisiePlus Woensdrecht’, een beleidsdocument dat de visie op de ruimtelijke ontwikkelingen tussen 2000 en 2015 weergeeft. Het document bevat zowel visie-elementen, structuurschetsen en een programma van acties, en is ook qua status vergelijkbaar met de Vlaamse gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. Eén van de uitgangspunten in het document is het versterken van de bestaande landschappelijke structuur en te streven naar een nieuw evenwicht tussen landschap, waterhuishouding en gebruik van het landschap. De bestaande landschappelijke structuur wordt bepaald door een bijzondere combinatie van contrastrijke landschappen. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte van een onderzoek naar de beëindiging van de waterwinning in deze omgeving (en de verplaatsing in de richting van de polders meer naar het westen). Er is geen of slechts in zeer beperkte mate ruimte voor uitbreiding van de bestaande verblijfsrecreatie in deze omgeving. De reconversie van een aantal gebouwencomplexen (Volksabdij O.L.V. Ter Duinen, K. Wilhelminakazerne) biedt nog wel potenties terzake. De ontwikkeling van landgoederen met cultuurhistorische waarde kan tevens een belangrijke drager voor toerisme worden. Ook de toegankelijkheid van de bossen zou ten behoeve van de extensieve recreatie kunnen worden vergroot. Het ontwikkelen van een montainbikeroute ten noorden van Putte (buiten het natuurlijk erg waardevolle gebied van het grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide) is een actie die hieraan wordt gekoppeld. Tevens wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een informatiecentrum aan de Nederlandse zijde van het grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide. Tussen de Kalmthoutse Heide en enerzijds het Markiezaat (grondgebied Bergen-op-Zoom) en anderzijds de Wouwse Plantage (grondgebied Roosendaal) worden natuurverbindingen aangegeven. Het agrarisch gebied ten noordoosten van Huijbergen, aansluitend bij het landbouwgebied Groenendries in het noordwesten van Kalmthout, worden de mogelijkheden voor vollegrondstuinbouw verruimd met ondersteunende teelten, zoals tuinbouw onder glas of plastic en het verlengen van de keten van het bedrijf door verwerking en/of verkoop aan huis. Kalmthout grenst in het oosten van de gemeente Woensdrecht met de Kalmthoutse Heide aan het zogenaamde boslandschap. Hierin staat de bescherming en de versterking van de natuurwaarden centraal. Een belangrijk probleem bij het beheer van de bestaande natuurwaarden betreft de verdroging. Er dient gestreefd naar herstel van vennen en natte heide. Een belangrijke actie die daaraan wordt gekoppeld is het starten - 63 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Zundert (Nederland) Besproken document is de ‘StructuurvisiePlusZundert’. Aan de westzijde van de gemeente, liggen uitgestrekte landgoederen met grote natuur- en landschapswaarden. Doorheen deze zone is de Turfvaart aangegeven als een structuurbepalend element. In het zuiden grenst deze landgoederenzone tot tegen de grens met Kalmthout in de omgeving van de Matjes. De Kleine Beek, die in de Matjens ontspringt, vormt een ecologische verbinding vanuit de Matjens doorheen agrarisch gebied meer naar het noordoosten. Aan het behoud of de verdere ontwikkeling van voornoemde structuurbepalende elementen zijn geen concrete acties gekoppeld. 1.5.2. Interreg III Het pakket van maatregelen in het kader van het Europees Interregprogramma, onderdeel van een algemeen stimuleringsbeleid van grensregio’s, is voor de gehele provincie Antwerpen van toepassing. Een aantal van de hieruit voortvloeiende projecten hebben een invloed op de ruimtelijke structuur of kunnen die hebben. Het grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide, ook op het grondgebied van Kalmthout, is daar een voorbeeld van. Het project werd reeds in 1983 voorgedragen met als hoofddoelstelling ‘het instandhouden, herstellen en (her)ontwikkelen van ecologische, landschappelijke, fysisch-geografische en cultuurhistorische waarden met inachtneming van hun onderlinge samenhang in het betrokken gebied’. - 64 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout 2. Plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen De plannen van aanleg die het verordenend kader op het vlak van de ruimtelijke ordening in Kalmthout vormen, zijn opgenomen in het gemeentelijk plannenregister, goedgekeurd bij M.B. van 5 november 2002. tabel 16 gewestplanbestemming (ha) (%) 1 068 17,9% 692 11,6 59 1,0 283 4,7 34 0,6 gebieden voor milieubelastende industrieën 40 0,7 gebieden voor K.M.O. 65 1,1 gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen 21 0,4 gebieden voor dagrecreatie 13 0,2 2 552 43,0 1 598 27,0 894 15,0 60 1,0 bosgebieden 9 0,2 parkgebieden 88 1,5 2 045 34, 0 17 0,3 woongebieden, waarvan woongebied 2.1.1. Oppervlakte per bestemming woonuitbreidingsgebied agrarisch gebieden, waarvan agrarisch gebied De benaderende oppervlakten per bestemming op het grondgebied van Kalmthout, evenals het aandeel van deze zoneringen ten opzichte van het gehele grondgebied van Kalmthout worden weergegeven in tabel 16. Opvallend zijn: − de grote oppervlakte aan natuurgebied − het lage aandeel woongebied met landelijk karakter in de woongebieden − het relatief grote aandeel woonparkgebied in de woongebieden − het relatief lage aandeel industrie- en K.M.O-gebieden. informatief gedeelte aandeel woonparken Voor het grootste gedeelte van het grondgebied van Kalmthout is het gewestplan Turnhout (kaartbladen 7/3, 7/4 en 7/8), bekrachtigd bij K.B. van 30/09/1977, nog steeds het vigerende plan van aanleg. Voor de omgeving van Markgraaf (gronden aan Kastanjedreef) werd het gewestplan Turnhout bij M.B. van 22/07/1993 aangevuld. - oppervlakte 2.1. Gewestplan Turnhout uittreksel gewestplan Turnhout 31 maart 2006 oppervlakten gewestplanbestemmingen woongebied met landelijk karakter kaart 6 - landschappelijk waardevol agrarisch gebied agrarisch gebied met ecologisch belang natuurgebieden militair domein bron: gemeente Kalmthout - 65 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 2.1.2. Zonevreemde constructies en terreinen figuur 4 zonevreemde woningen naar gewestplanbestemming Zonevreemde woningen kaart 7 situering zonevreemde woningen Een volledige inventaris van de woningen buiten de woongebieden is opgemaakt door de gemeente op basis van kadasterplannen. In Kalmthout zijn er in totaal 500 woningen buiten de woongebieden in de ruime zin 44, waarvan 148 bedrijfswoningen. De bedrijfswoningen in de agrarische gebieden (146 bedrijfswoningen), in het gebied voor ambachtelijke bedrijven en K.M.O. of het industriegebied (slechts 1 woning) zijn niet zonevreemd. De overige 353 woningen zijn te beschouwen als zonevreemde woningen in de zin van het decreet. De gemeente kent geen clusters van weekendverblijven. Terzake werd dan ook geen inventaris ingediend bij de Vlaamse overheid. Op bijgevoegde kaart wordt de ruimtelijke spreiding van zonevreemde woningen weergegeven. Hieruit valt af te leiden dat de zonevreemde woningen in Kalmthout in hoofdzaak verspreid voorkomen in de oostelijke helft van het grondgebied van de gemeente (de Kalmthoutse Heide is grotendeels bespaard van bebouwing), met een dichtere concentratie rond de kern van Nieuwmoer. De meeste zonevreemde woningen zijn gelegen langs bestaande wegen. 44 - 66 - Tot de woongebieden in de ruime zin worden in deze context ook de woonuitbreidingsgebieden gerekend. Een woning in woonuitbreidingsgebied wordt dus niet beschouwd als een zonevreemde woning. bron: inventaris gemeente, eigen verwerking Meer dan driekwart (80%) van de 353 zonevreemde woningen bevindt zich in het agrarisch gebied (202 woningen - goed voor 57%) of het landschappelijk waardevol agrarisch gebied (80 woningen - goed voor 23%). Het aantal zonevreemde woningen in industriegebied of K.M.O.-gebied is gering (samen slechts 9 woningen of amper 3%). Deze woningen in het agrarisch gebied of in industrie- of K.M.O.-gebied kunnen volgens de huidige uitzonderingsbepalingen cfr. artikel 145 bis van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening worden verbouwd, in zekere mate uitgebreid en zelfs worden herbouwd. ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 17 31 maart 2006 - informatief gedeelte zonevreemde woningen naar gewestplanbestemming gewestplanbestemming aantal woningen toepassingsveld artikel 145 bis, 2° t.e.m. 6° D.O.R.O. (Kalmthout) absoluut (%) gebied voor openbaar nut 3 (1%) industriegebied 2 (1%) K.M.O.-gebied 7 (2%) 202 (57%) landschappelijk waardevol agrarisch gebied 80 (23%) parkgebied 17 (5%) agrarisch gebied met ecologisch belang 5 (1%) bosgebied 8 (2%) 28 (8%) 0 (0%) 352 (100%) ruimtelijk kwetsbare bestemmingen agrarisch gebied (zonder overdruk) toepassingsveld artikel 145 bis 1° en artikel 195 bis O O Slechts 59 zonevreemde woningen, dit is ongeveer 17% van de zonevreemde woningen, bevinden zich in een ruimtelijk kwetsbare gewestplanbestemming. Daarvan vallen er 17 (of ca. 5% van het totale zonevreemde woningenbestand) in parkgebied. Ook deze woningen in parkgebied kunnen volgens de huidige decretale uitzonderingsbepalingen worden verbouwd, in zekere mate uitgebreid en zelfs worden herbouwd. De overige 42 zonevreemde woningen in een ruimtelijk kwetsbare gewestplanbestemming vallen enkel onder toepassing van artikel 195bis van het decreet en kunnen dus niet worden uitgebreid of herbouwd. Hiervan bevindt de helft (8 woningen) zich in natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat, gelegen in de Kalmthoutse of Withoefse Heide of de Maatjes. De woningen in het agrarisch gebied met ecologisch belang zijn gelegen ten westen van de Maatjes. De woningen in bosgebied betreffen een concentratie van 8 (nietpermanent bewoonde) woningen in afwijking van een goedgekeurde en niet-vervallen verkaveling tegen de gemeentegrens ten noorden van Nieuwmoer. - natuurgebied of natuurreservaat recreatiegebied totaal bron: gemeentedienst op basis van kadastrale gegevens, eigen verwerking - 67 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Zonevreemde bedrijven kaart 8 situering zonevreemde bedrijven De zonevreemde bedrijven werden geïnventariseerd in het kader van de opmaak van de voorstudie voor het sectoraal B.P.A. zonevreemde bedrijven. Theoretisch komen, op basis van de onderliggende bestemming (niet gelegen in woongebied, industrie- of K.M.O-gebied volgens geldend plan van aanleg) en de uitgeoefende activiteit, 26 bedrijven in aanmerking voor opname in een sectoraal B.P.A. Door verdere afweging en selectie werd inmiddels uitgemaakt welke daadwerkelijk in het sectoraal B.P.A. kunnen worden opgenomen. Zoals kan worden opgemaakt uit bijgevoegde kaart bevinden zij zich vooral langs Brasschaatsteenweg, in de buurt van Nieuwmoer en aan de westelijke rand van het K.M.O.-gebied Bosduin. tabel 18 zonevreemde bedrijven naar gewestplanbestemming gewestplanbestemming(en) aantal bedrijven agrarisch gebied 13 landschappelijk waardevol agrarisch gebied 1 agrarisch gebied, deels in gebied voor milieubelastende industrie 2 agrarisch gebied, deels in woongebied of woongebied met landelijk karakter 5 natuurgebied, deels in gebied voor ambachtelijke bedrijven en K.M.O.’s 5 bron: - 68 - gemeente Kalmthout, eigen verwerking De meeste bedrijven zijn (gedeeltelijk) gelegen in agrarisch gebied. De bedrijven aan de westelijke rand van Bosduin zijn alle gedeeltelijk gelegen in natuurgebied. Verschillende bedrijven zijn in twee verschillende gewestplanbestemmingen gelegen. Dit komt doordat het volledige perceel in rekening werd gebracht. Zo kunnen ook toekomstige uitbreidingen in het ontwikkelingsperspectief voor de bedrijven worden ingecalculeerd. Zonevreemde recreatie en gemeenschapsvoorzieningen kaart 9 situering zonevreemde recreatie en gemeenschapsvoorzieningen Bij de inventarisatie van de verschillende recreatieve infrastructuren werd vastgesteld dat 8 voorzieningen (gedeeltelijk) zonevreemd zijn. Zo liggen de voetbalterreinen van Nieuwmoer en Achterbroek (gedeeltelijk) buiten het recreatiegebied in agrarisch gebied en liggen de scoutslokalen van Heuvel tot in natuurgebied. Verder zijn er een tennisclub (in gebied voor ambachtelijke bedrijven), een vissersclub (in agrarisch gebied met ecologisch belang) en drie schuttersverenigingen (waarvan twee in agrarisch gebied en één in woonuitbreidingsgebied). Daarnaast kunnen ook twee gemeenschapsvoorzieningen als zonevreemd worden beschouwd. Het betreft met name de school Zonnekind, gelegen in parkgebied, en een groot gedeelte van de school GITOK I, tevens gelegen in parkgebied. ruimtelijk structuurplan Kalmthout 2.2. Bijzondere plannen van aanleg kaart 10 situering B.P.A.’s en ontwerp-B.P.A. kaart 11 situering bedrijven die opgenomen worden in het sectoraal B.P.A. Kalmthout heeft vrij veel gebruik gemaakt van bijzondere plannen van aanleg om delen van het gemeentelijk grondgebied te ordenen. Het B.P.A. Achterbroek-centrum verviel enige tijd geleden in toepassing van artikel 172 en 190 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte − bedrijf 37, groothandel ijzerwaren − bedrijf 54, metaalverwerking − bedrijf 55, metaalverwerking − bedrijf 58, schrijnwerker − bedrijf 59, verdeelcentrum werkkledij − bedrijf 128, vervaardiging invalidenwagens. De overige 19 bedrijven komen niet in aanmerking voor opname in het sectoraal B.P.A., zoals blijkt uit een globale afweging aan de hand van de gewenste ruimtelijke structuur, een afweging op niveau van de impact van het bedrijf zelf 46 in relatie tot zijn ruimtelijke context 47, en een aantal andere factoren 48. De gemeente beschikt nog steeds zowel over ‘open ruimte - B.P.A.’s’ als over B.P.A.’s voor de verdere ordening van woongebieden en ambachtelijke zones. De plangebieden van deze B.P.A.’s worden gesitueerd op bijgaande kaart. In tabel 19 worden ze kort beschreven 45. Parallel aan de werkzaamheden rond het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werkte de gemeente aan de opmaak van een B.P.A. voor het bouwblok waarin zich het vleesverwerkend bedrijf Noordvlees - Van Gool bevindt in de kern van Achterbroek. Tevens rondde de gemeente tijdens het structuurplanningsproces een voorstudie rond de opmaak van een sectoraal B.P.A. zonevreemde bedrijven af. Van de 26 theoretisch in aanmerking komende bedrijven zullen er 7 worden opgenomen in het sectoraal B.P.A. Zij worden weergegeven op bijgevoegde kaart: − bedrijf 30, garage 46 45 Merk op dat de nummering niet (langer) logisch op elkaar volgt; er zijn zelfs twee B.P.A.’s met nummer 8. 47 48 O.a. ruimtebeslag, mobiliteitsprofiel, aspecten van hinder. O.a. bereikbaarheidsprofiel, natuurlijke en landschappelijke waarden omgeving. O.a. tewerkstelling, continuïteit enz. - 69 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 19 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte overzicht B.P.A.’s en ontwerp-B.P.A. B.P.A. nr. en naam B.P.A. nr. 4 Gemeentelijke sportvelden status realisatiegraad M.B. 29/03/1983 - Heikantstraat - gerealiseerd belangrijkste planopties - dagrecreatie fungeert verder als toetskader voor het vergunningenbeleid verfijning gewestplanbestemming gebied voor - uitbreiding gebied voor dagrecreatie tot tegen Heikantstraat B.P.A. nr. 3 Withoevense Heide tweede volledige herziening M.B. 14/03/1984 - gerealiseerd B.P.A. zonder nr. Bosduin M.B. 24/05/1996 verfijning gewestplanbestemming natuurreservaat, met zone voor openbaar nut i.f.v. NEC fungeert verder als toetskader voor het vergunningenbeleid - - - aanpassing begrenzing natuurreservaat rekening problematisch: bouwkavels tot in houdend eigendomsstructuur langs Koningin natuurreservaat langs Max Astridlaan (langs Max Temmermanlaan bouwkavels Temmermanlaan tot in natuurreservaat niet begrepen in plangebied) verfijning K.M.O.-bestemming in functie van verdere - realisatie in uitvoering - gemeente is verkopende eigenaar van ontwikkeling K.M.O.-gebied ten noorden van Franse de gronden Weg - - aanpassing begrenzing K.M.O.-zone rekening houdend met BWK en eigendomsstructuur B.P.A. nr. 5 Draka Polva en M.B. 25/05/1998 - realisatie in uitvoering - bijhorend onteigeningsplan B.P.A. nr. 6 Markgraaf M.B. 10/09/1996 - gerealiseerd - fungeert hoofdzakelijk als toetskader - De vennen M.B. 25/05/1999 - - 70 - gerealiseerd vernietiging verkaveling verfijning en afwijking van gewestplanbestemming natuurreservaat, naar parkgebied voor het vergunningenbeleid B.P.A. nr. 7 herbestemming gebied voor K.M.O. in het centrum van Heide naar gemengd woongebied - bieden van een planologische oplossing voor fungeert verder als toetskader voor het zonevreemde basisschool, voetbalveld en Chiro- vergunningenbeleid jeugdlokaal ruimtelijk structuurplan Kalmthout B.P.A. nr. en naam B.P.A. nr. 8 Strijboshof status realisatiegraad M.B. 19/06/1997 - realisatie in uitvoering - 31 maart 2006 - informatief gedeelte belangrijkste planopties - herbestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied en woongebied met landelijk karakter naar parkgebied B.P.A. nr. 8 Kapellensteenweg I M.B. 21/11/2000 - - fungeert hoofdzakelijk als toetskader - verfijning gewestplanbestemming woongebied voor het vergunningenbeleid - bescherming cultuurhistorisch waardevol erfgoed hier en daar problemen omwille van - behoud van groen karakter (o.a. park GITOK II) idem - idem zal eerst uitsluitend als toetskader voor - gedetailleerdheid (cfr. art. 14 stedenbouwwet) B.P.A. nr. 9 Kapellensteenweg II B.P.A. nr. 11 Slachthuis Van Gool en omgeving M.B. 21/11/2000 - ontwerp, definitief vastgesteld - in gemeenteraad van 28/04/2005 het vergunningenbeleid fungeren - bij verdwijnen van de bedrijfsactiviteiten - aanpassing begrenzing industriegebied aan eigendomsstructuur van het slachthuis zal het B.P.A. de bron: verfijning gewestplanbestemmingen industriegebied en woongebied ontwikkeling van de nabestemming als - beschermen integratie bedrijf in woonomgeving woongebied sturen - bedrijfssite een nabestemming als woongebied geven gemeente Kalmthout, eigen verwerking; de nummering, die overigens niet logisch op elkaar volgt, verwijst naar de officiële benaming van de B.P.A.’s. - 71 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 3. Gebieden met andere wettelijke beschermingen 3.1. Speciale beschermingszones natuur Vogel- en habitatrichtlijngebieden betreffen beide speciale beschermingszones die worden afgebakend ter uitvoering van een Europese richtlijn en zullen deel uitmaken van een ecologisch netwerk op Europees niveau, Natura 2000 genaamd. , − Het doel van de Vogelrichtlijn 49 50 is de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied te bevorderen. − De Habitatrichtlijn 51 is gericht op de instandhouding en het herstel van de wilde flora en fauna en de natuurlijke habitats. Net zoals bij de Vogelrichtlijn dienen de lidstaten hiertoe speciale beschermingzones aan te duiden. Bijzondere aandacht moet daarbij gaan naar prioritaire types natuurlijke habitats en prioritaire soorten. De ‘Ramsar-Conventie’ 52, van kracht sinds 1975, beoogt het wereldwijd behoud en duurzaam beheer van wetlands, met bijzondere aandacht voor de bescherming van de leefgebieden van watervogels. De verdragspartijen aanvaarden een aantal verplichtingen en verantwoordelijkheden inzake het behoud en het beheer van waterrijke gebieden. Eén van de belangrijkste verplichtingen is het aanduiden en erkennen van minstens 49 50 51 52 - 72 - Zie voor een algemene toelichting: X, 20 jaar Vogelrichtlijn van de Europese Unie, Natuurreservaten vzw i.s.m. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement LIN, AMINAL, Afdeling Natuur, Brussel, juni 1999. Richtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, PB.L. 103, 25 april 1979. EG-richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, PB.L. 206, 22 juli 1992. Overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor watervogels’. één wetland als Ramsar-gebied en het behoud van de ecologische waarde van deze gebieden. De Vlaamse regering stelde op 18 juli 2003 - in uitvoering van het natuurbehoudsdecreet - een eerste selectie van gebieden voor het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) definitief vast. In de VEN-gebieden komen natuurbehoud en -ontwikkeling op de eerste plaats. Het bestaat uit gebieden met reeds een hoge natuurkwaliteit. Het Natuurdecreet legt vast dat alleen gebieden met een welbepaalde (groene) bestemmingen op het gewestplan als VEN aangewezen kunnen worden. Het VEN zal opgebouwd zijn uit 'Grote Eenheden Natuur' (GEN's) en 'Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling' (GENO's). Met een aantal algemene maatregelen wil de Vlaamse overheid - in afwachting van het natuurrichtplan - een achteruitgang van de natuur vermijden in de VEN-gebieden. Zo geldt in deze gebieden bijvoorbeeld een verbod op het aanbrengen van wijzigingen aan de waterhuishouding en een verbod op het aanplanten van niet-inheemse soorten, uitgezonderd specifieke gevallen. Men mag ook de structuur van het landschap niet wijzigen: kleine landschapselementen zoals akkerranden, bermen, bomenrijen enz. moeten behouden blijven. Het is ook verboden de rust zodanig te verstoren dat de natuur achteruitgaat. Dat kan onder meer het geval zijn bij gemotoriseerde groepssporten, motorcross en andere harde recreatieve activiteiten. De afbakening van het VEN heeft voor sommige eigenaars economische gevolgen. De Vlaamse overheid stelt daar financiële compensaties tegenover. De Vlaamse overheid heeft het recht van voorkoop op gronden en gebouwen gelegen in het VEN. kaart 12 speciale beschermingszones natuur ruimtelijk structuurplan Kalmthout De Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en enkele kleine open ruimten die erbij aansluiten (Markgraaf, Dijk, Heuvel) zijn aangeduid als vogelrichtlijngebied, habitatrichtlijngebied en/of ramsargebied. De gebieden werden - voor zover niet bebouwd - tevens als GEN opgenomen in het VEN. 1. Kalmthoutse en Withoevense Heide - 31 maart 2006 - informatief gedeelte definitief beschermd landschap − K.B. 07/08/1931 (Withoevense Heide) − K.B. 18/10/1941 (beide) − B.V.E. 04/07/1984 (Kalmthoutse Heide) Het reservaat de Maatjes is aangeduid als vogelrichtlijngebied. Het gebied werd tevens als GEN opgenomen in het VEN. Ten oosten van de Maatjes werd een gebied opgenomen als GENO in het VEN. Een deel van het Klein Schietveld is aangeduid als vogelrichtlijn- en habitatrichtlijngebied. 2. 3.2. Beschermde landschappen en monumenten kaart 13 Kassemse Eik, Cassenboomlaan definitief beschermd landschap K.B. 02/02/1944 beschermde landschappen en monumenten Op het grondgebied van Kalmthout zijn er volgende beschermde landschappen en monumenten. De nummering verwijst naar bijgevoegde kaart. - 73 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout 3. - 31 maart 2006 rietland De Maatjes - informatief gedeelte definitief beschermd landschap 6. oude pastorij, Kerkeneind 21 K.B. 06/01/1976 4. 5. villa Bolsens-Maerten definitief beschermd monument Canadezenlaan 61-63 M.B. 15/03/1995 gemeentehuis, Kerkeneind 13 definitief beschermd monument M.B. 09/06/1998 definitief beschermd monument M.B. 09/06/1998 7. 8. villa Erica met omringend park, definitief beschermd monument Kapellensteenweg 82 M.B. 21/03/2000 villa de Wijngaard, Kapellensteenweg (met bijhorend park, bijgebouwen 410 en aanhorigheden) definitief beschermd monument M.B. 09/05/2000 - 74 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout 3.3. Verbods- en afstandsregels VLAREM II Op 1 juni 1995 keurde de Vlaamse regering het Vlaamse Reglement inzake milieuvoorwaarden voor hinderlijke inrichtingen (VLAREM II) 53. Via het milieuvergunningenbeleid worden strenge beperkingen opgelegd aan de constructie en inplanting van (nieuwe) stallen voor de veehouderij. In waterwingebieden, beschermingszones type I, II of III 54, kwetsbare zones en andere dan agrarische gebieden 55 is het verboden nieuwe varkenshouderijen, pluimveestallen en andere stallen te exploiteren of bestaande stallen uit te breiden. In Kalmthout is enkel het landbouwgebied nabij De Maatjes (omgeving Marijnevennen) hieraan onderhevig. Daarnaast gelden er, afhankelijk van het aantal gehouden dieren en staltype, verbods- en afstandsregels ten opzichte van elk op het gewestplan aangegeven woonuitbreidingsgebied, natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat, bosreservaat, gebied voor verblijfsrecreatie en woongebied ander dan een woongebied met een landelijk karakter, gaande van 50 m tot 1000 m, of een totaal verbod. De ruimte waarin bv. een gemiddeld varkensbedrijf volgens deze verbodsen afstandsbepalingen eventueel een vergunning zou kunnen krijgen is beperkt. In realiteit zullen er, uitgaande van een stand-still principe, geen nieuwe bedrijven worden vergund en geen sterke uitbreidingen meer worden gerealiseerd. Enkel herlokalisaties zijn in feite nog mogelijk. 53 54 55 Gecoördineerde versies van VLAREM I en II, inclusief bijlagen (zoals van toepassing per 1 mei 1999) (B.S. 31.03.1999), http://www.emis.vito.be en meer in het bijzonder http://www.mina.be/front.cgi?id=675. "waterwingebied en beschermingszone type I, II en III": het als dusdanig in toepassing van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer afgebakende gebied, respectievelijk zone. Het gaat om de agrarische gebieden zoals aangegeven op de gewestplannen. kaart 14 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte potentiële nieuwe vestigingsplaatsen voor een gemiddeld varkensbedrijf bij herlokalisatie Bijgevoegde kaart geeft een beeld van potentiële vestigingsplaatsen (bij herlokalisaties) voor een gemiddeld varkensbedrijf met volgende specificaties: − 1.000 dieren − systeem om meerdere malen per dag mest af te voeren − mechanisch stalverluchtingssysteem, aangesloten op een geurbestrijdingsinstallatie − mengmestopslagplaats van het type opslag in stalgebouw (met mestkelder onder stalvloer, zonder geurafsnijder). 3.4. Gebieden met verscherpte bemestingsnormen MAP kaart 15 MAP-beperkingen Op 23 januari 1991 werd het decreet 56 tot bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen goedgekeurd, kortweg het mestdecreet. Het uitgangspunt voor het Vlaamse mestbeleid is de Europese nitraatrichtlijn. Deze richtlijn wil de waterverontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen verminderen en verdere verontreiniging te voorkomen. Het mestdecreet heeft de bescherming van het leefmilieu tegen verontreiniging door meststoffen tot doel. Het regelt de inventarisatie, beheer en afzet van dierlijke mest overeenkomstig algemeen geldende bepalingen. De maximale hoeveelheden mest die op het 56 Officieuze coördinatie van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, http://www.vlm.be/Mestbank/ mest_regel1.html, 5 juli 1999. - 75 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte land mogen worden uitgereden en de minimaal te verwerken hoeveelheden worden hierin vastgelegd. In Vlaanderen werden de waterwingebieden en de natuurgebieden als kwetsbare gebieden aangeduid. De landbouwgronden gelegen in deze kwetsbare gebieden vertegenwoordigen ongeveer 10 % van het Vlaamse landbouwareaal. Na intensieve bemonstering van het oppervlaktewater bleek echter dat in heel wat waterlopen de maximaal toegelaten nitraatnorm van 50 mg per liter water tijdelijk of voortdurend overschreden wordt. Daarom werd beslist ongeveer 46 % van het Vlaamse landbouwareaal als kwetsbare zone aan te duiden, met lagere bemestingsnormen en een strengere uitrijregeling tot gevolg. In de gemeente Kalmthout zijn er volgens het MAP (versie 2002) zogoed als geen op het gewestplan bestemde agrarische gebieden waar verscherpte bemestingsnormen gelden. Enkel nabij de Maatjes (omgeving Marijnevennen) 57, in het agrarisch gebied met ecologisch belang, gelden er wel een verscherpte bemestingsnormen. De annotatie op de kaart is de MAP-N-code. Deze geeft de beperkingen aan opgelegd vanuit het aspect natuur van het MAP. Het aspect water legt geen extra beperkingen op mestgebruik en periode van uitrijden op. 57 - 76 - Dit is in tegenstelling met de waterwingebieden aangeduid op het gewestplan. Dit is contradictorisch, maar enkel de gegevens van de mestbank worden gebruikt voor het bepalen van verbodsregels, waardoor ze in deze studie worden aanzien als overheersend op het gewestplan. ruimtelijk structuurplan Kalmthout 4. Gemeentelijke belastingen, subsidies en reglementen Volgende gemeentelijke belastingen, subsidies en reglementen hebben een ruimtelijke impact. 4.1. Belastingen 4.1.1. Belasting op de onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen In zitting van 27 maart 2003 keurde de gemeenteraad de (beperkte) wijziging van de belasting op de onbebouwde percelen in de goedgekeurde en niet-vervallen verkavelingen goed. Die was op 22 januari 2001 ingesteld met het oog op het bevorderen van het vrijkomen van bouwgronden. Als niet-bebouwd perceel wordt elk perceel, als zodanig vermeld in de niet-vervallen verkavelingsvergunning beschouwd, waarop de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het belastingsjaar en in de loop van dat jaar een normale afwerking kent. De belasting werd vastgesteld op € 8,68 (350 BEF) per (aangevatte) strekkende meter lengte van het perceel palende aan de straat (of de helft van de som van de twee langste zijden voor hoekpercelen), met een minimum van € 125 (5.042 BEF) per perceel. In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn aandeel. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Vrijstellingen gelden voor: − de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel voor een periode van 5 jaar bij uitsluiting van enig ander onroerend goed − de VHM en alle door deze maatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappij − de verkavelaars zelf voor de periode van één jaar (termijn gaat in bij het verlenen van de vergunning indien de verkaveling geen werken omvat; bij verkavelingen die werken omvat, gaat de termijn in bij het bekomen van het attest dat de uitvoering van de werken bevestigt) − ouders met kinderen ten laste a rato van één onbebouwd perceel per kind voor een periode van 5 jaar − percelen die ingevolge bepalingen van de wet op de landpacht niet voor bebouwing kunnen worden bestemd. 4.1.2. Belasting op onbebouwde gronden aan uitgeruste weg in het woongebied of industriegebied In zitting van 27 maart 2003 keurde de gemeenteraad een belasting op onbebouwde gronden gelegen in woongebieden of industriegebieden, palende aan een voldoende uitgeruste openbare weg en niet begrepen in een goedgekeurde verkaveling goed in aanvulling op de belasting op onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen (zie punt 4.1.1. hierboven). Als niet-bebouwde gronden wordt elk afzonderlijk kadastraal perceel beschouwd, met uitzondering van die waarop de oprichting van een voor bewoning of industrie bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het belastingsjaar en in de loop van dat jaar een normale afwerking kent. - 77 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte De belasting en vrijstellingen en andere bepalingen zijn analoog aan de belasting op onbebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling (zie punt 4.1.1. hierboven). 4.2. Subsidies 4.2.1. Bouwpremie De gemeente verleent een bouwpremie bovenop de bouwpremie die door de Vlaamse overheid wordt verleend voor nieuwbouwwoningen. Aangezien zulke bouwpremie niet (langer) bestaat, is deze bouwpremie (momenteel) zonder voorwerp. Bovendien stelt zich de vraag of dergelijke premie nog wenselijk is, of beter opgevormd wordt naar een renovatiepremie. 4.2.2. Subsidie hemelwaterputten In zitting van 28 oktober 1999 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake hemelwaterputten goed. Die voorziet een éénmalige subsidie aan de bouwheer die een hemelwaterput met herbruikvoorzieningen van het hemelwater en/of een infiltratievoorziening installeert bij zijn woning of gebouw. De hemelwaterinstallatie en de infiltratievoorziening dient daarvoor te voldoen aan de richtlijnen die de Vlaamse overheid heeft gebundeld in de ‘Code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen’. Zo is ondermeer het volume van de hemelwaterput in relatie tot de aangesloten dakoppervlakte bepaald, met een minimum van 3 000 liter. Het subsidiebedrag varieert van € 123,95 (5.000 BEF) tot € 247,89 (10.000 BEF) afhankelijk van de omvang en de voorzieningen. - 78 - 4.2.3. Subsidie minizuiveringsinstallaties In zitting van 23 december 1999 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake minizuiveringsinstallaties goed. Die voorziet een éénmalige subsidie aan de bouwheer die een individuele voorbehandelingsinstallatie met verregaande biologische zuivering installeert bij zijn woning. De installatie dient aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo dient ze minimaal te voldoen aan de bepalingen in de verordening beschreven onder punt 4.3.1. in dit zelfde hoofdstuk (zie verder). Het subsidiebedrag bedraagt de helft van de bewezen kosten, met een maximum van € 619,73 (25.000 BEF). 4.2.4. Gemeentelijke subsidies met betrekking tot duurzaam bouwen Zonneboiler In zitting van 27 mei 1999 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake de installatie van zonneboilers goed. Die voorziet een éénmalige subsidie aan eigenaars die een zonneboiler installeren bij hun woning of bedrijfsgebouw. De installatie moet aan een aantal minimale eisen voldoen, zoals instaan voor ongeveer 50 % van de totale warmwatervoorziening van het gezin. Levering en plaatsing moet gebeuren door een door het schepencollege erkende fabrikant of installateur. Het subsidiebedrag bedraagt € 247,89 en kan gecombineerd worden met subsidies vanwege andere overheden en/of instanties. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Aanleg groendaken In zitting van 26 februari 2004 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake de aanleg van groendaken goed. Die voorziet een éénmalige subsidie aan particulieren welke een groendak realiseert aan zijn of haar woning. Aan de toekenning van de subsidie zijn een aantal voorwaarden verbonden, o.a. een minimale oppervlakte van 10 m², op basis van een gedetailleerde beschrijving, onderworpen aan een controle en dergelijke meer. Het subsidiebedrag bedraagt € 25 per m² met een maximum van € 500 per aanvrager per jaar. Fotovoltaïsche zonnepanelen In zitting van 23 juni 2005 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen goed. Die voorziet een éénmalige subsidie aan eigenaars die fotovoltaïsche zonnepanelen installeren op een woning of bedrijfsgebouw. Het subsidiebedrag bedraagt 15 % van de investeringskost met een maximum van € 750 per aanvrager en per gebouw. 4.2.5. Beheersovereenkomsten met landbouwers Sinds 2000 kunnen landbouwers, in uitvoering van de Europese verordeing 1257/99 beheersovereenkomsten sluiten met de Vlaamse overheid. In ruil voor het uitvoeren van een aantal maatregelen en het naleven van bepaalde voorwaarden krijgt de beheerder jaarlijks een - 31 maart 2006 - informatief gedeelte vergoeding. Zo kunnen de landbouwers zelf voor een beter milieu zorgen en bijdragen tot een fraaier landschap in Vlaanderen. De vergoeding wordt uitbetaald door de Europese Unie en de Vlaamse overheid. Gemeenten en provincies kunnen sinds kort een supplement geven op de toegekende vergoedingen a rato van maximum 20% 58. Dergelijke regeling is in Kalmthout momenteel nog niet van kracht, maar een beslissing om subsidies voor beheerstaken aan landbouwers te geven (onafgezien de koppeling met de beheersovereenkomsten van VLM) werd wel reeds genomen door het gemeentebestuur via het milieujaarprogramma. In Vlaanderen kunnen landbouwbeheersovereenkomsten worden afgesloten binnen diverse - recentelijk uitgebreide - pakketten (in totaal 25 soorten overeenkomsten). In Kalmthout komen volgende activiteiten in aanmerking voor het afsluiten van een beheersovereenkomst: − in het kader van de natuurwetgeving: • weidevogelbeheer, door het gebruiken van de percelen als meerjarig grasland, met een aangepast beweidings- en/of maairegime en/of het plaatsen van nestbeschermers of -markeerders, enkel in specifiek daartoe aangegeven gebieden met name in de omgeving van de Maatjes en Marijnevennen • perceelsrandenbeheer, in de vorm van de aanleg of het onderhoud van wegbermen, heggen, houtkanten en houtwallen en het beheer van oevers van waterlopen • beheer van kleine landschapselementen, in de vorm van de aanleg of het onderhoud van heggen, houtkanten en houtwallen en poelen 58 M.B. d.d. 21 oktober 2005 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling (B.S. 13 februari 2006). - 79 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte in het kader van de mestwetgeving kunnen beheersovereenkomsten ‘natuur’ worden afgesloten, op percelen permanent grasland waar het bemestingsverbod van kracht is; het aangepast beheer bestaat uit het behoud van het grasland, met een aangepast beweidingsregime; in Kalmthout komen enkel percelen in de omgeving van de Maatjes en de Kalmthoutse Heide hiervoor in aanmerking. In Kalmthout zijn er tot op heden geen landbouwers die een overeenkomst hebben afgesloten. De procedure tot afsluiting van een beheersovereenkomst werd wel recentelijk vereenvoudigd. De overeenkomsten worden afgesloten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) die ook de aanvraag behandelt, met inbreng van adviezen vanwege de afdelingen Natuur of Land van AMINAL. Een stijging van de premies door toevoeging van een gemeentelijk supplement zal allicht ook een stimulerend effect hebben. 4.3. Reglementen 4.3.1. Stedenbouwkundige verordening Reeds in zitting van 28 oktober 1999 keurde de gemeenteraad een gemeentelijke verordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen en gebouwen goed. Na de inwerkingtreding van het D.O.R.O. werd deze omgevormd tot een stedenbouwkundige verordening. Deze werd op 31 oktober 2002 goedgekeurd in de gemeenteraad. In zitting van 25 september 2003 keurde de gemeenteraad (beperkte) wijzigingen aan deze verordening goed. - 80 - 4.3.2. Gemeentelijk kapreglement Het gemeentelijk politiereglement ‘op het vellen van al of niet alleenstaande hoogstammige bomen en tot rooien van heggen’ werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 maart 1977 en bekrachtigd bij K.B. op 18 december 1979. In Kalmthout is het rooien van hoogstammige bomen, thans onderworpen aan de stedenbouwkundige vergunningplicht, en het rooien van alle andere bomen en heggen onderworpen aan een kapvergunning. Het reglement is overal in de gemeente van toepassing. In toepassing van het reglement wordt bij de kapping van meerdere bomen of op meerdere percelen steeds een heraanplanting opgelegd. ruimtelijk structuurplan Kalmthout 5. Relevante sectorale beleidsdocumenten en studies 5.1. Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan 5.1.1. Status Het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (G.N.O.P.) werd goedgekeurd in de gemeenteraad op 28/11/1996. Het werd conform verklaard door de Vlaamse overheid op 21/04/1997. 5.1.2. Inhoud In het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces zijn vooral de aangegeven knelpunten en aandachtspunten (hoofdstuk 4 van het G.N.O.P.) en het actieprogramma (hoofdstuk 5) relevant. In onderstaande tekst wordt enkel stilgestaan bij een aantal knelpunten en aandachtspunten en bij de acties met een ruimtelijke impact. Knelpunten en aandachtspunten In de natuurgebieden is vooral een betere bescherming en het verminderen van de recreatiedruk, de negatieve invloeden van de nog aanwezige landbouwexploitatie en de negatieve beïnvloeding van de waterhuishouding door aanpalende functies van belang. Zo lijdt de Kalmthoutse Heide aan verdroging door de waterwinningen van de Pidpa in Essen en waterwinningen in Nederland en aan eutrofiëring door de nog aanwezige landbouw. In de Maatjes verdwijnt het microrelïef en de Broekloop en de Marijnenloop voeren er verontreinigd water uit landbouwgebieden en de dorpskernen aan. Beide natuurgebieden hebben ook te lijden onder sluikverkeer. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte In de meeste woonomgevingen is vrij veel groen aanwezig. Enkele woonparken en de verspreide parken en landschapstuinen bezorgen een groene aanblik. Bij de inbreiding van het woongebied is wel voorzichtigheid geboden. Vooral het noord-zuidgerichte centrale deel kan bij (onbedachtzame) inbreiding een onoverkomelijke barrière vormen voor fauna en flora, indien niet de nodige doorgangen voorzien worden van de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) naar het landbouwgebied en vice versa. Het landbouwgebied in Kalmthout heeft een ruilverkavelingsoperatie achter de rug. Dat is helaas te merken aan de zeldzaam geworden natuurlijke plekjes en kleine landschapselementen in het landbouwgebied. De openheid van het landschap bleef relatief bewaard, maar lintbebouwing en uitbreiding van de woonomgevingen houden een gevaar in voor versnippering en compartimentering. Acties In het G.N.O.P. wordt prioriteit verleend aan de natuur in de natuurgebieden van de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide), het Klein Schietveld en de Maatjes. De nodige acties worden gepland om de bescherming te versterken. Volgende voorgestelde maatregelen zijn relevant in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en/of hebben een ruimtelijke impact: − de uitbouw van bufferzones en zachte overgangen rond de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) − de betere bescherming van het Klein Schietveld, thans op het gewestplan ingekleurd als militair domein, door herbestemming naar natuurgebied − het uitbouwen van een buffer tussen de K.M.O.-zone Bosduin en het Klein Schietveld - 81 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout − − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte de beperking van het verkeer in de Kalmthoutse Heide (Verbindingsweg) en in en om Klein Schietveld de bescherming als landschap van heel het gebied van de Maatjes (momenteel is enkel het rietland met een oppervlakte van ca. 7,80 ha beschermd). Buiten de natuurgebieden is een aangepaste bescherming en beheer nodig voor de nog aanwezige natuurwaarden en wordt de nadruk vooral gelegd op de ecologische infrastructuur. Volgende voorgestelde maatregelen zijn relevant in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en/of hebben een ruimtelijke impact: − de bescherming van een aantal landschapstuinen in de woonomgevingen van Heide en Heuvel − opname van randvoorwaarden in bouw- en verkavelingsvergunningen ter verhoging van het natuurlijk en streekeigen karakter van de tuinen − de realisatie van specifieke kunstwerken en verkeerstechnische ingrepen (ecotunnels enz.) ter beperking van het aantal (dierlijke) verkeersslachtoffers − de realisatie van groene elementen en stapstenen. In het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is in de eerste plaats de vooropgestelde categorisering van het lokale wegennet relevant. Volgende wegen worden als lokale weg type I (lokale verbindingsweg) geselecteerd: − N122 (Verbinding Essen - Kalmthout - Kapellen) − N111 (deel) (verbinding Wuustwezel - Kalmthout - Stabroek en ontsluiting Wuustwezel naar N117) − N133 (verbinding Essen - Wuustwezel). Het gemeentelijk mobiliteitsplan (fase III) werd conform verklaard tijdens de provinciale auditcommissie op 09/09/2003. Volgende wegen worden als lokale weg type II (lokale ontsluitingsweg) geselecteerd: − Beauvoislaan en een gedeelte van Heikantstraat (ontsluiting Heide naar N117); − Max Temmermanlaan (ontsluiting Heide naar N111) − Heidestatiestraat (ontsluiting Heide naar N111 en N122) − Darm en een gedeelte van Zilverenhoeksteenweg en Nieuwmoer-Dorp (ontsluiting Nieuwmoer naar N117) − Jos Tilborghstraat (verbinding Nieuwmoer - Achtmaal (Zundert, Nederland) − Franse Weg (deel) (ontsluiting K.M.O.-zone Bosduin naar secundaire weg N117). Deze selectie werd in de loop van het planningsproces aangevuld met 'een "zoekzone" voor bijkomende lokale ontsluitingsweg type II' vanuit de kern Kalmthout richting N111 en N117. 5.2.2. Inhoud Alle overige wegen worden als louter lokale woonstraat of landelijke weg (lokale weg type III) geselecteerd. 5.2. Gemeentelijk mobiliteitsplan 5.2.1. Status kaart 16 - 82 - categorisering van het wegennet ruimtelijk structuurplan Kalmthout Verder zijn vooral volgende uitspraken relevant in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. − Op het vlak van parkeervoorzieningen in de gemeente worden in de eerste plaats voldoende parkeervoorzieningen in de stationsomgevingen Kalmthout en Heide (bruikbaar voor park & ride) voorzien. − De spoorlijn Antwerpen-Roosendaal vormt de ruggengraat voor het openbaar vervoernetwerk. De Stations Kalmthout en Heide moeten verder ontwikkeld worden tot knooppunten op intergemeentelijk en voorstedelijk niveau. De halte Kijkuit is een lokale opstapplaats. Een buslijn bedient de verschillende wijken en zorgt zo voor verbinding van Nieuwmoer en Achterbroek met de woonband en station Heide. De K.M.O.-zone Bosduin wordt niet door de buslijn bediend. − Langs de spoorweg wordt een fietsverbinding (langzaamverkeersroute) voorgesteld doorheen de woonband als onderdeel van een hoofdfietsroute op provinciaal niveau. De hoofdfietsroutes en de lokale wegen type I en II vormen de basis voor het aanduiden van de hoofdfietsroutes. Langs N111 en N117 zijn zij steeds gescheiden. Lokale fietsroutes binnen het fietsnetwerk zijn tevens nader bepaald. 5.3. Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte situatie, een overzicht van de gevoerde bevragingen, een samenvatting van de noden en de behoeften en tot slot een beschrijving van de doelstellingen. Deze doelstellingen worden onderverdeeld in drie categorieën: − de doelstellingen op het vlak van groene ruimten (dat verder werkt op het project groene speelruimte) − de doelstellingen op het vlak van de speelruimte in de wijk − de doelstellingen betreffende de jeugdwerkinfrastructuur. In het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces zijn volgende aangegeven behoeften relevant: − de behoefte aan een vaste lokatie voor gemeentelijke jeugdwerkactiviteiten zoals speelpleinen − de behoefte aan meer groene (officiële) speelruimten in Heide (Leopoldstraat, Guido Gezellelaan en Vredelaan) − de behoefte aan meer groene speelruimte in Kalmthout-Centrum (o.a. park GITOK II, Beekplein) − de behoefte aan meer groene speelruimte in Achterbroek en Nieuwmoer (nabij Roerdomp of Chiro-jeugdlokalen) − de behoefte aan (een) geluidsgeïsoleerde polyvalente ruimte(n) die het niveau van de bestaande zaaltjes (parochiezaaltjes e.a.) overstijg(t)(en) − een geschikte fuifruimte in Achterbroek. 5.3.1. Status Het jeugdwerkbeleidsplan werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 oktober 2004 en bouwt verder op het pilootproject groene (speel-) ruimte en het jeugdruimteplan d.d. 30 mei 2002. 5.4. Voorontwerp afbakening van de agrarische structuur 5.4.1. Status 5.3.2. Inhoud Het jeugdwerkbeleidsplan richt zich o.a. op de fysische ruimte voor kinderen. Het plan is opgebouwd uit een beschrijving van de huidige In 1998 werd door AMINAL Afdeling Land een eerste voorontwerp voor de concrete afbakening en differentiatie van het agrarisch gebied in geheel Vlaanderen opgemaakt. Dit voorstel tot afbakening duidt de gebieden aan die volgens AMINAL in aanmerking komen om opgenomen in of uitge- - 83 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte sloten te worden uit het toenmalige agrarische bestemmingsgebied, alsook de wijze waarop de aldus afgebakende gebieden van de agrarische structuur verder gedifferentiëerd kunnen worden als natuurverwevingsgebied of zone non-aedificandi. In Kalmthout zijn geen gebieden te differentiëren als verwevingsgebied of als zone non-aedificandi (bouwvrij gebied). 5.5. Integraal waterbeleid 5.5.1. Watertoets 5.4.2. Inhoud kaart 17 voorontwerp-afbakening agrarische gebieden Status Onderstaande tabel geeft een overzicht van de totale oppervlakten op te nemen, uit te sluiten en te differentiëren agrarische gebieden. tabel 20 voorontwerp-afbakening agrarische gebieden totale oppervlakte agrarisch gebied in Kalmthout Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op aan overheden, die de watertoets worden genoemd. 2.424 ha (gewestplan 1998) - op te nemen als agrarisch gebied 14 ha - uit te sluiten als agrarisch gebied 178 ha totale oppervlakte concrete afbakening netto afname agrarisch gebied 2.260 ha 0 ha totaal te differentiëren als zone non-aedificandi 0 ha AMINAL Afdeling Land (1998) De gebieden uit te sluiten uit het agrarisch gebied zijn percelen die omwille van hun huidig bodemgebruik (tuinen, bewoning, recreatie enz.) elke betekenis voor de agrarische structuur verloren hebben of structureel en onomkeerbaar aangetast zijn (versnipperd, ingesloten door bebouwing, beperkte restoppervlakte enz.). In andere gevallen gaat het om agrarische gebieden met een lage landbouwkundige waarde waar natuur of bos het actuele bodemgebruik bepalen. - 84 - Artikel 8 § 1 van dat decreet betreffende het algemeen waterbeleid luidt: -164 ha totaal te differentiëren als verwevingsgebied bron: Inhoud ‘Art. 8. § 1. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Wanneer een vergunningsplichtige activiteit, een plan of programma, afzonderlijk of in combinatie met een of meerdere bestaande vergunde activiteiten, plannen of programma’s, een schadelijk effect veroorzaakt op ruimtelijk structuurplan Kalmthout de kwantitatieve toestand van het grondwater dat niet door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma kan worden voorkomen, kan die vergunning slechts worden gegeven of kan dat plan of programma slechts worden goedgekeurd omwille van dwingende redenen van groot maatschappelijk belang. In dat geval legt de overheid gepaste voorwaarden op om het schadelijke effect zoveel mogelijk te beperken, of indien dit niet mogelijk is, te herstellen of te compenseren. Een schadelijk effect wordt in het decreet gedefinieerd als ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu, dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan), voor zover die verandering wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit. De schadelijke effecten omvatten ondermeer effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsook de samenhang tussen één of meer van deze elementen. Artikel 8 § 2 van het decreet geeft bovendien aan dat de overheid bij het nemen van die beslissing rekening moet houden met de relevante door de Vlaamse regering vastgestelde waterbeheerplannen, voorzover die bestaan. De beslissing die de overheid neemt in het kader van § 1 wordt gemotiveerd, waarbij in elk geval de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid worden getoetst.’ - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 5.5.2. Opmaak deelbekkenbeheerplannen Status Deze plannen die volgens het decreet in 2006 klaar moeten zijn, bepalen het beheer voor de stroomgebieden, bekkens en deelbekkens. Ze bepalen de voorgenomen acties, maatregelen, middelen en termijnen om de doelstellingen van het decreet te bereiken, nader aangegeven in de op te stellen waterbeleidsnota. De voornoemde maatregelen kunnen beperkingen opleggen. Zij mogen evenwel geen beperkingen vaststellen die absoluut werken of handelingen verbieden of onmogelijk maken die overeenstemmen met de vastgestelde (plannen van aanleg of) R.U.P.’s, met uitzondering van de werken of handelingen binnen overstromingsgebieden en oeverzones. Krachtens artikel 10 § 2 van het decreet kan de Vlaamse regering in de oeverzones naast de decretaal bepaalde algemene verbodsbepalingen (zoals een verbod op het oprichten van bovengrondse constructies) ook andere noodzakelijke maatregelen opleggen, met inbegrip van erfdienstbaarheden. Het Decreet Integraal Waterbeheer bevat geen analoge verbodsbepalingen ten aanzien van de overstromingsgebieden. In afwachting van de waterbeheerplannen kunnen wetenschappelijke kaarten die tot nu toe al opgemaakt zijn als achtergrondinformatie worden gehanteerd bij een watertoets. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan de kaarten van nature overstroomde en recent overstroomde gebieden (zie verder onder hoofdstuk IV. punt 2.3.3.). - 85 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Inhoud De deelbekkenbeheerplannen voor de waterlopen op het grondgebied van Kalmthout worden thans uitgewerkt bij de opmaak van DULO-waterplannen. In de plannen zal een onderscheid worden gemaakt tussen: − afgebakende gebieden welke in het verleden op een natuurlijke manier overstroomden − afgebakende gebieden welke recent overstroomden (1998, 1999 en 2000). 5.5.3. DULO-waterplan wateroverlast, maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit als ecologische maatregelen. 5.5.4. Hydraulische studie Kalmthout Status Onderstaande tekst betreft de gegevens met een ruimtelijke impact uit een hydraulische studie, uitgevoerd door studiebureau Infrabo op vraag van de gemeente, en vooruitlopend op de opmaak van een DULO-waterplan. In deze studie wordt in het bijzonder nagegaan welke aanpassingwerken aan de waterlopen noodzakelijk zijn met het oog op de waterbeheersing. In de eerste plaats dienen de voorgestelde maatregelen om herhaling van wateroverlast in Achterbroek en Dorp te voorkomen. Status Polders en Wateringen werden opgeroepen om, samen met het Provinciebestuur en de betrokken gemeentebesturen, waterhuishoudingsplannen of DULO-waterplannen op te maken. Inhoud Voor elke deelbekken op het grondgebied van Kalmthout werd inmiddels een gebiedsanalyse gemaakt. De discussienota, waarin alle knelpunten aangebracht door de verschillende maatschappelijke geledingen zijn geïnventariseerd, werd ondertussen ook afgerond. De volgende stap is de opmaak van een doelstellingennota waarin alle nodige maatregelen nader worden omschreven. Deze maatregelen betreffend zowel maatregelen ter beheersing van de waterkwantiteit en de - 86 - Inhoud Volgende werken worden noodzakelijk geacht aan de Kleine Aa vanaf Foxemaatstraat tot kruising met Leyterstraat (lengte 564 m): − verdieping bodem en aanpassing duikers − verbreding bodembreedte (nu 1,50 m tot 2 m) tot 8 m. Volgende werken worden noodzakelijk geacht aan de Dorpsbeek tussen de aansluiting met de Zwanenloop en de aansluiting met de Kleine Aa (lengte 380 m): − aanpassing langshelling van de bodem en vergroting duikers − verbreding bodembreedte (nu 1 m tot 1,9 m) tot 10 m ruimtelijk structuurplan Kalmthout − de aanleg van volgende bufferbekkens (ondergronds met overstort in riolering) en retentiebekkens (bovengronds met vertraagde afvoer in de waterloop) wordt wenselijk geacht: • het bestaande bufferbekken in de Zwanenberg van 600 m² dient vergroot naar 1.500 m² • bij het overstort in de Zwanenberg ter hoogte van de Groeneweg (rechtover het bufferbekken) dient een retentoebekken gebouwd met een oppervlakte van ca. 5.000 m² • het retentiebekken met een oppervlakte van 2.200 m² op de Achterbroeksebeek ten westen van de Brasschaatsteenweg (reeds verwezenlijkt) • een retentiebekken met een oppervlakte van ca. 1.800 m² en een regenbezinktank op de Kleine Aa bij het zuiveringsstation aan het Handelaar • een retentiebekken op de Dorpsbeek ter hoogte van Kijkuitstraat met een oppervlakte van ca. 2.000 m². • complementair met het retentiebekken op de Zwanenberg dient een retentiebekken op de Kerkeneindbeek, in het verlengde van de Verbiststraat te worden voorzien met een oppervlakte van 4000 m². 5.6. Windplan Vlaanderen - 31 maart 2006 - informatief gedeelte werden de gebieden die omwille van hun gewestplanbestemming of wettelijke bescherming niet in aanmerking kwamen uitgesloten. De andere invalshoek voor het opsporen van mogelijke lokaties betreft de winddichtheid van de juridisch geschikte gebieden. 5.6.2. Inhoud Op niet al te grote hoogte en binnen de planningscontext komt op grondgebied van Kalmthout enkel het niet-gerealiseerde industriegebied De Rijkmaker in het noorden van de gemeente in aanmerking voor de inplanting van windturbines. 5.7. Toeristisch-recreatief ontwikkelingsperspectief provincie Antwerpen 5.7.1. Status De studiedienst van de toeristische federatie van de provincie Antwerpen (TPA) werkt thans aan de uitwerking van een ruimtelijk toeristischrecreatief ontwikkelingsperspectief voor de gehele provincie. 5.6.1. Status Bij de opmaak van het zogenaamde windplan Vlaanderen 59 werd in eerste instantie rekening gehouden met de omzendbrief ‘Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines’ (EME/2000.01) en 59 Universiteit Brussel, dienst storingsmechanica, in opdracht van Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, Vrije Een windplan voor Vlaanderen, Een onderzoek naar mogelijke lokaties voor windturbines, 2000. 5.7.2. Inhoud Kalmthout heeft zoals gekend uiteraard een aantal potenties op het vlak van toerisme. Heide-Kalmthout wordt geselecteerd als hoofdkern voor het heidelandschap, gelegen ten noorden van Antwerpen, tegen de Nederlandse grens, op de overgang van polder naar de hoger gelegen gronden van het Brabants plateau. - 87 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Kenmerken van dit deelgebied zijn: − het kenmerkende doorheen de seizoenen wisselende heide- en veenlandschap, gekenmerkt door openheid en ‘onmetelijkheid’ − de grensoverschrijdende natuur − de aanwezigheid van voormalige buitenverblijven voor stedelingen. Als aangrijpingspunten voor het toeristisch-recreatief ontwikkelingsperspectief voor dit deelgebied worden aangehaald. − Kalmthoutse Heide: het doseren van bezoekers in de in overeenstemming met de beperkte draagkracht van het gebied door gradaties in de toegankelijkheid in te bouwen − Kalmthoutse Arboretum − Groot Schietveld - Polygoon: het beperkt toegankelijk maken van dit gebied; in overeenstemming met de zeer beperkte draagkracht moet dit gebied een ondergeschikte rol worden toegeschreven, waarbij ook hier gradaties in toeganbkelijk moeten worden ingebouwd − de stationsomgeving van Essen: een lokatie met potentie voor thematische arrangementen (omgeving quarantainestallen) − de hiërarchie van de wegenstructuur binnen de gebieden. - 88 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte IV. Bestaande ruimtelijke structuur - 89 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1. Bestaande ruimtelijke structuur van de regio kaart 18 bestaande ruimtelijke structuur van de regio Kalmthout is gelegen in het westen van de Noorderkempen. De open Kempen is een gebied waarin de open ruimte nog overheerst. De bebouwing is geconcentreerd in kernen waarvan het kleinstedelijk gebied Hoogstraten de belangrijkste is. Kalmthout is daarbij gesitueerd tussen de grootstedelijke agglomeratie Antwerpen en de Noord-Brabantse stedengordel 60 (Bergen-op-Zoom Roosendaal - Breda) en de haven van Antwerpen. Deze entiteiten zijn onderling verbonden door het autosnelwegennet (A12 Antwerpen Bergen-op-Zoom, E19 Antwerpen - Breda en A58 Bergen-op-Zoom Breda). Het gebied ten noorden van Antwerpen is een product van de suburbanisatie van het wonen in de jaren zestig en zeventig, van een daarop volgende verdichting en van de huidige suburbanisatie van allerlei voorzieningen en functies. De fragmentatie van de stad is hier het meest zichtbaar. De relatie met Nederland uit zich in het doorzetten van de open ruimte aan weerszijden van de grens. De landbouwfunctie is dominant waarbij de grondgebonden activiteiten ruimtelijk blijven overheersen tegenover een dynamische niet-grondge- 60 - 90 - bonden veeteelt (varkenshouderij) die zich concentreert in het noordelijk deel. De streek van Kalmthout en van Westmalle is te typeren als een grootschalige en open streek met intensieve, deels niet-grondgebonden landbouw. De Noord-Brabantse steden zijn een rij van steden (Breda, Tilburg en Eindhoven) in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Zij behoren momenteel tot de belangrijkste ontwikkelingspolen van Nederland. Er zijn zeer grote natuur- en bosgebieden in de regio. Zij ontwikkelen zich in heide- en boscomplexen zoals de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en de militaire domeinen van Brecht - Wuustwezel en Brasschaat, de Wouwse Plantage (Roosendaal) en de Horendonkse (Essen) en Rucphense (Rucphen) bossen. Tevens relatief nabij is het natuurreservaat De Markiezaat, een slikken- en schorrengebied (Bergenop-Zoom). De bosgebieden ten zuiden van Kalmthout zijn zeer belangrijk als natuurverbinding. Vroegere bossen werden echter omgezet tot woonpark of maken deel uit van kasteelparken. Hierdoor is hun ecologische kwaliteit veeleer matig. Toerisme en recreatie in deze regio spelen zich meestal af op het vlak van beweging. Fietsen, wandelen, paardrijden zijn de meest voorkomende bezigheden. Het is een toeristisch rustiger gebied omdat er geen grootschalige verblijfsaccommodatie aanwezig is. Er bevinden zich wel een aantal grote natuurlijke domeinen die een heel eigen publiek aantrekken en waarvan het aantal bezoekers niet kan worden bepaald. De Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) behoort tot die groep. Het militair domein tussen Brasschaat en Wuustwezel heeft potenties in die richting. ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 2. Fysisch systeem 2.2. Bodem kaart 19 In Kalmthout treft men hoofdzakelijk zand, lemig zand en in mindere mate licht zandleem aan. Leem- of kleibodems komen niet voor. fysisch systeem 2.1. Reliëf Kalmthout ligt op de waterscheiding tussen Maas en Schelde. De waterscheidingskam loopt doorheen Kalmthout in oost-westelijke richting in het zuiden van de gemeente. Deze kam, met hoogten tot 28 m helt naar het noorden af met hoogten van ca. 16 m tegen de grens met Essen. Kalmthout wordt verder gekenmerkt door een vrij vlakke dekzandtopografie, die bestaat uit een opeenvolging van ruggen en depressies en waarin duinmassieven opvallen door hun sterk microreliëf met heuvels, vlaktes en vennen. Het grootste duinmassief wordt gevormd door de Kalmthoutse Heide. Naast dit grote duinlandschap vinden we ook andere duinmassieven terug die minder uitgestrekt en vormenrijk zijn. Het landschap van Dennendael en het Klein Schietveld wordt getypeerd door een veeleer vlak stuifzandreliëf. Naast duinen kent het reliëf een relatief vlak verloop met brede en zwakke rivierdalen en vlakke interfluvia. In het zuidoosten van de gemeente begint de vallei van de Kleine Aa, die een zwakke insnijding vormt en doorloopt tot in het noorden. Vooral vanuit het westen lopen enkele kleinere westoost gerichte laagten in deze vallei uit. In de Marijnevennen en de Maatjes bevinden zich veel afvoerloze kommen die zich voordoen als vrij grote en zachthellende natte laagtes met niveauverschillen tot 3 m. De meeste van de afvoerloze kommen in de Marijnevennen zijn bij het in cultuur brengen van de gronden genivelleerd. De meest typische bodem voor de zandige noorderkempen is de podzolbodem. Podzolbodems bestaan uit een dikke ruwe humuslaag A0 en een dunne humusrijke zwarte bovengrond A1, een witte sterk uitgespoelde A2 horizont en een aanreikingshorizont B, al dan niet gescheiden in een humus- en een ijzer-aanreikingshorizont. In de aanreikingshorizonten is het uitgespoelde materiaal (humus en ijzer) terug neergeslagen en afgezet. Daaronder bevindt zich het onverstoorde moedermateriaal, met name het dek- of stuifzand. Humus-ijzerpodzolbodems zijn ontstaan in arme zandgronden onder een verzurende heidevegetatie door de snelle insijpeling van het regenwater. Ze komen voor in de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide), Vogelenzang, Markgraaf, tussen Achterbroek en de Kleine Aa, Heiken, Marijnevennen, tussen Achterbroek en Nieuwmoer, Zilverenhoek en Venetië. Afhankelijk van de waterhuishouding en de textuur van het moedermateriaal kunnen ze geschikt zijn voor de landbouw, zoals ter hoogte van Kruisstraat. Plaggenbodems zijn bodems met een dikke humusrijke A-horizont. Ze zijn ontstaan door het potstal landbouwsysteem dat in Kalmthout heeft bestaan van de vroege middeleeuwen tot eind vorige eeuw. Heideplaggen vermengd met stalmest werden op de akkergronden gebracht, waardoor er zich op de onderliggende podzolbodem een 60 à 80 cm dikke zwarte laag vormde, en de bodem ook meestal hoger kwam te liggen. Plaggenbodems vinden we terug rond de oude woonkernen en in de vroegste landbouwgebieden, zoals Kruisstraat, Heikant, Centrum, Heuvel, Dorp, Achterbroek en Nieuwmoer. - 91 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Alluviale bodems zijn profielloze bodems in beekdalen die zich ontwikkelen in de overstromingszones van waterlopen. De regelmatige overspoelingen in het natte seizoen verhinderen normale profielontwikkeling en de waterlopen zetten in deze zones sediment af. Waar de bodem niet te nat is en waar geen klei op geringe diepte voorkomt zijn dit zeer goede gronden voor de landbouw. In de overstromingszones van de Kleine Aa bevindt zich een vrij brede strook lemig zand. Door oeververstevigingen, rechttrekkingen enz. wordt de Kleine Aa thans strikt binnen haar bedding gehouden. Bovendien blijkt dat door verplaatsingen van de Kleine Aa (o.a. bij de ruilverkaveling) de waterloop op sommige plaatsen niet meer het tracé van de alluviale gronden volgt. De duingronden bestaan uit stuifduinen en depressies. De stuifduinen zijn op sommige plaatsen nog actief of slechts zeer recent gefixeerd door plantengroei, waardoor geen profielontwikkeling plaatsvindt. Zulke profielloze duinbodems noemt men regosol. Regosol en duinen (met resten van oude podzolen) komen voor in de Kalmthoutse Heide, in Dennendael en in en om het Klein Schietveld. 2.3. Hydrografie kaart 20 hydrografie en risicozones voor overstroming 2.3.1. Waterlopen 61 Ten zuiden van de waterscheidingskam watert Kalmthout op natuurlijke wijze af naar de Schelde. Er zijn echter geen waterlopen in dit gebied en 61 - 92 - Bron: G.N.O.P. de afwatering gebeurt veeleer diffuus via door de mens gegraven grachten. Ten noorden van de landrug watert een gedeelte van Kalmthout af naar de Maas. Door het graven van de Zoom, welke een verbinding vormt met de benedenschelde, behoort een deel van de Kalmthoutse Heide en de Kalmthoutse Hoek via de afwatering van de Essense Spillebeek evenwel tot het stroombekken van de Schelde. De grote vennen Putse Moer en Stappersven zijn via een gracht met elkaar verbonden, en met de Nol, dat langs twee zijden ontwatert. Enerzijds is de Nol namelijk verbonden met de Nolse vaart, een oude turfvaart, welke in oostelijke richting afwatert richting Maas, en anderzijds via grachten met het Moerven en van daar via de Spillebeek naar de Oosterschelde. De Kleine Aa en de Broekloop en RoosendaalseVaart sluiten in Nederland aan op het stroombekken van de Maas. de De Kleine Aa, een onbevaarbare waterloop van 2 categorie, is de belangrijkste waterloop van Kalmthout. Deze ontspringt in het Kuilenven, geen ven, maar wel een zeer nat gebied nabij de grens tussen Wuustwezel en Kalmthout, ter hoogte van Kruisstraat. De Kleine Aa wordt gevoed door een stelsel van afwateringsgrachtjes. Onderweg ontvangt ze de water van talrijke kleinere onbevaarbare waterloopjes van 3 categorie. Met uitzondering van Achterbroeksebeek liggen al deze waterlopen aan de westelijke zijde van de Kleine Aa. de Een tweede kleinere onbevaarbare waterloop van 2 categorie is de Broekloop, die ontspringt op het grondgebied van Wuustwezel ten noorden van het brongebied van de Kleine Aa. De Broekloop loopt aanvankelijk noordwaarts en vormt een gedeelte van de gemeentegrens ruimtelijk structuurplan Kalmthout tussen Wuustwezel en Kalmthout. Verder buigt deze waterloop af naar het noordoosten waar hij water ontvangt vanuit Wuustwezel en Kalmthout via gegraven lopen ter ontwatering van de afvoerloze kommen en depressies ter hoogte van de Marijnevennen. De Broekloop verlaat het grondgebied van Kalmthout (en van België) ter hoogte van het rietland de Maatjes. Op Nederlands grondgebied werd hij aangesloten op de Roosendaalse vaart, een oude turfvaart. Na de turfwinningen waren de turfvaarten in verval geraakt, maar de Roosendaalse vaart werd heringericht om het gebied ten zuiden van Nieuwmoer te ontwateren en geschikt te maken voor de landbouw. Het oorspronkelijke en natuurlijke stromingsregime van het oppervlaktewater verliep echter van de Broekloop via de Kleine Beek en de Werijs tot in de Mark nabij Breda. Er zijn geen natuurlijke meanders terug te vinden in de Kalmthoutse waterlopen, door rechttrekkingen van de natuurlijke waterlopen enerzijds, doordat een groot gedeelte van de waterlopen menselijke ingrepen betreft (afwateringskanalen) anderzijds. 2.3.2. Oppervlaktewateren 62 Omwille van de hoge ligging van Kalmthout ten opzichte van de omgeving, en door de zandige ondergrond met onvolledige kleilagen (kleilenzen) is het gebied voornamelijk een infiltratiegebied. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte substraat, en dus respectievelijk wel en niet schommelend met de grondwaterstand in de Kalmthoutse Heide. Tenslotte zijn er ook vennen of laagtes die overgebleven zijn na de turfwinning en veeleer een moerassige vegetatie hebben, zoals de Maatjes, de Nol in de Kalmthoutse Heide en veel depressies rond Nieuwmoer. 2.3.3. Overstroombare en recent overstroomde gebieden 63 Risicozones voor overstromingen situeren zich: − rond de samenloop van de Kleine Aa en de Zwanenloop ten zuiden en ten oosten van De Greef in het noorden van de gemeente − langsheen de Kleine Aa ten zuiden van Achterbroeksteenweg − langs Kleine Aa ten westen van Brasschaatsteenweg rond de samenvloeiing met de Heikantbeek − langs de Dorpsbeek in de omgeving van het huidige containerpark − langs de Dorpsbeek ter hoogte van Groeneweg − in de Dorpsstraat ter hoogte van de kruising met de Dorpsbeek − aan het kruispunt Kruisstraat -Brasschaatsteenweg bij de Kleine Aa. Onder hoofdstuk III, punt 5.5.4. hiervoor is aangegeven welke initiatieven de gemeente plant om het risico op overstromingen te beperken. Hier en daar kan tijdens natte periodes wel lokale kwel optreden van grondwater dat op de kleilenzen in de ondergrond een zeer beperkte weg heeft afgelegd. Dergelijke kwelzones komen voor in de omgeving van de Maatjes en de Kalmthoutse Heide. Verder zijn er ook vennen en waterplassen al dan niet gelegen op een kleiïg of ander ondoordringbaar 62 Bron: G.N.O.P. 63 Bron: website: http://www.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/overstromingskaarten/. - 93 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 3. Synthese van bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente kaart 21 synthese van bestaande ruimtelijke structuur Het leeuwendeel van de bebouwing in Kalmthout is geconcentreerd langs de spoorlijn Antwerpen - Rotterdam en de oude weg van Kapellen naar Essen (N122). Deze bebouwing omvat Kalmthout-Dorp met centrum nabij Kerkeneind - Kapellensteenweg, Heuvel-Dorp, meer naar het noorden rond het station van Kalmthout, en Heide in het zuiden van de gemeente rond het station van Heide. De bebouwing ten westen van de spoorlijn en in Heide is deels gelegen in bosrijke villawijken, woonbossen die reiken tot over de grens met de gemeente Kapellen. Deze woonbossen kwamen veelal tot stand door de verkaveling van beboste kasteeldomeinen. In het noorden van de gemeente bevindt zich tevens een woonbos als gevolg van de verkaveling van domein De Greef (waar enkel nog de kasteelhoeve van rest). Naast bebouwing langsheen de spoorlijn en Kapellensteenweg is de bebouwing hoofdzakelijk geconcentreerd in de dorpskernen van Achterbroek, gelegen op het kruispunt van N111 en N117, en Nieuwmoer, een meer geïsoleerd gelegen landbouwdorp. Bedrijvigheid is geconcentreerd in de K.M.O.-zone in het zuiden van de gemeente, op de grens met Kapellen. Net over de grens van Essen bevindt zich eveneens een bedrijventerrein met een uitloper op het grondgebied van Kalmthout langs Essensteenweg. Verder komt bedrijvigheid ook verweven in de woonomgevingen voor, met een opvallende concentratie in de vorm van een lint langs het zuidelijk deel van Brasschaatsteenweg (N117). Verspreid gelegen bedrijvigheid bevindt zich - 94 - hoofdzakelijk in de veeleer versnipperde landbouwgebieden ten noordoosten van Nieuwmoer en ten zuiden van Achterbroek. Het grootste en wellicht bekendste natuurlijk waardevol gebied in Kalmthout is de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) in het westen van de gemeente. De Kalmthoutse Heide, met een oppervlakte van ruim 2 000 ha op het grondgebied van de gemeenten Kalmthout en Essen, maakt deel uit van het grensoverschrijdend park ‘De Zoom Kalmthoutse Heide’. In het zuiden van de gemeente situeren grote natuurwaarden zich op het militair domein ‘Klein Schietveld’ dat zich uitstrekt over de gemeenten Kalmthout, Kapellen en Brasschaat. Het Klein Schietveld is - net zoals de Kalmthoutse Heide - een relict van het vroegere Kempische duinenlandschap, gekenmerkt door een typisch heidelandschap met heide, bossen, duinen en vennen. In het oosten van de gemeente bevindt zich het veen- en moerasgebied ‘De Maatjes’, dat samen met ‘De Matjens’ in Nederland eveneens een uitgestrekt grensoverschrijdend natuurgebied vormt. De Kleine Aa stroomt van zuid naar noord in het open landbouwgebied tussen de centrale woonband en de dorpskern van Achterbroek. De vallei van de Kleine Aa is slecht waarneembaar op het terrein, maar het open karakter van de vallei vormt een landschappelijke kwaliteit. De doorzichten naar deze open ruimten zijn evenwel schaars. Door lintvormige uitlopers van de bebouwing langs N117 en N111 kan men slechts op enkele plaatsen vanop deze wegen nog een blik werpen op deze open ruimte. Ten noorden van Nieuwmoer en ten oosten van Achterbroek (op grondgebied van Wuustwezel) bevinden zich natuurlijk waardevolle bosrestanten. ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte De Roosendaalse Vaart ten noordoosten van Nieuwmoer en de Nolse vaart op de grens met Essen herinneren aan de voormalige turfontginningen in de streek. Deze turfvaarten werden gegraven voor het vervoer van de uitgedolven brandstof naar Roosendaal en Bergen-op-Zoom. - 95 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 4. Bestaande ruimtelijke deelstructuren De analyse van de bestaande ruimtelijke structuur gebeurde aan de hand van een analyse in deelstructuren. kaart 22 (a en b) bestaande ruimtelijke deelstructuren menten. De biologische waarderingskaart geeft een overzicht van de soorten biotopen die in de gemeente voorkomen: de bossen, natuurlijke graslanden, beekvalleien enz. Daaraan is een waardering gekoppeld van de biologische waarde van elk van deze gebieden. Samen met het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) vormen deze gegevens de basisinformatie om de bestaande natuurlijke structuur in Kalmthout te beschrijven. Deze gegevens zijn aangevuld met informatie uit terreinbezoeken en inzichten van het Instituut voor Natuurbehoud. 4.1. Ruimtelijk-natuurlijke structuur 4.1.1. Definitie 4.1.3. Elementen De ruimtelijk-natuurlijke structuur is de samenhang van alle ruimten in de gemeente met een min of meer natuurlijk karakter. Deze ruimten zijn tevens bepalend voor alle andere activiteiten en niet alleen voor natuur. Het samengaan van fysisch systeem (bodemgroepen, reliëfovergangen) en biotische elementen zoals vegetatietypen, is bepalend voor de natuurlijke structuur. Exclusief natuurlijke gebieden komen in Vlaanderen niet meer voor. In de meeste gebieden waar de natuurlijke structuur dominant aanwezig is, komen ook allerlei menselijke activiteiten, zoals recreatie, landbouw enz. voor 64. Volgende elementen maken deel uit van de bestaande ruimtelijk-natuurlijke structuur in Kalmthout: − twee heide- en boscomplexen: Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en Klein Schietveld − het veen- en moerasgebied De Maatjes − ecologische infrastructuur in de vorm van sloten, bomenrijen, heggen, poelen enz. in het landbouwgebied − ecologische infrastructuur in de woonomgevingen, in de vorm van grotere parktuinen, landschapstuinen en restpercelen, hoofdzakelijk in Dorp, Heuvel, Centrum en Heide. 4.1.2. Basisgegevens kaart 23 Elementen van de bestaande ruimtelijk-natuurlijke structuur in Kalmthout zijn beschreven in een aantal eerder gepubliceerde kaarten en docu- 64 - 96 - Heide- en boscomplexen biologische waarderingskaart Hierin verschilt de natuurlijke structuur van de ecologische structuur. Deze laatste is de samenhang tussen ruimten die bepalend zijn voor het functioneren van natuur en niet voor alle andere activiteiten. Een groot deel van het westelijk grondgebied van Kalmthout behoort tot het grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide, dat zich verder uitstrekt in Nederland (Woensdrecht). Met een totale oppervlakte van 3.750 ha herbergt het gebied een grote variatie in biotopen met dikwijls een erg belangrijke natuurwaarde. Naast boscomplexen, droge en natte heide komen er ook vennen (Putse Moer, Stappersven, Biezenkuilen enz.), ruimtelijk structuurplan Kalmthout duinen (Kambuusduinen, Wilgenduinen, Boterbergen, Vossenbergen enz.) en kleinschalige, versnipperde landbouwgebieden voor (Steertse Heide). De zogenaamde gemeentebossen in het zuiden van het natuurgebied bestaan voornamelijk uit dicht naaldhoutbestand, dat tot de meest recente bosaanplantingen behoort. De Withoefse Heide is door Putsesteenweg van de Kalmthoutse Heide gescheiden. Het gebied ligt verder ingesloten tussen woonzones en is nagenoeg volledig bebost, met een afwisseling van open plekken en kleine stukken heide. Het gebied grenst aan het Natuur Educatief Centrum en Bijenteeltmuseum en wordt doorkruist door een ‘heideleerpad’ en kent daardoor een hoge recreatiedruk. Het Klein Schietveld, bestemd als militair domein, ligt slechts voor een klein deel in Kalmthout en strekt zich verder uit over het grondgebied van de gemeenten Kapellen en Brasschaat. Het militair domein bestaat op Kalmthouts grondgebied voornamelijk uit natte heide, vennen en gemengde bossen. De vegetatie is zowel in soortenrijkdom als in structuur verscheiden en wordt op een natuurgerichte manier beheerd. Het Klein Schietveld wordt door een zeer dichte bosgordel in het noorden gescheiden van de woonparkzone tussen Mastendreef en Beauvoislaan. In het oosten, waar het natuurgebied aan het bedrijventerrein Bosduin grenst, ontbreekt elke vorm van buffering. Het Helleven, een biologisch zeer waardevol ven dat aansluit bij het Klein Schietveld, is gelegen in K.M.O.-gebied. Natuurlijke weilandencomplexen - 31 maart 2006 - informatief gedeelte open ruimte-verbinding tussen beide gebieden. De weilanden van de Markgraaf zijn nat en worden gevoed door lokale kwel vanuit de Kalmthoutse Heide. De Markgraaf is een bijzonder belangrijk fourageergebied voor heide- en weidevogels. Mits een garantie op een voldoende hoge waterstand, kunnen de natuurpotenties nog verhogen. Het landbouwgebied met natuur- en parkbestemmingen Heuvel is een ingesloten landbouwenclave tussen het natuurreservaat aan de noordoostzijde en de aanpalende woonomgeving langs de andere zijden. In die optiek is het gebied van wezenlijk belang als migratieroute, en voor de instandhouding van natuur buiten de natuurreservaten. Via het gebied Vogelenzang en een aantal onbebouwde terreinen ten oosten van de spoorweg maakt het gebied bovendien een verbinding door het centrale woongebied tot het oostelijk open agrarisch gebied. De huidige landbouwbedrijfsvoering, de uitbating van een grondgebonden melkveebedrijf, past binnen het behoud van het aanwezige landschap en het vrijwaren van de natuurontwikkelingspotenties van het gebied. De Dijk is een kleine landbouwzone met natuurbestemming die in het westen grenst aan de Markgraaf. Enkele bomenrijen en houtkanten doorkruisen het gebied. Samen met de weilanden van de Markgraaf en Heuvel vormt De Dijk een open gebied aan de oostzijde van de eigenlijke heide. Deze combinatie van heide met open grasland is zeer waardevol voor water- en weidevogels die hier in alle seizoenen een belangrijk voedselgebied vinden. Deze functie kan enkel bestendigd worden als het gebied open blijft, er niet bebost wordt of tuinen en parken aangelegd worden. De natuurbehoudswaarde van de zone kan behouden en zelfs vergroot worden door enkele strategisch gekozen percelen uit landbouwgebruik te nemen. Aanpalend bij de Kalmthoutse Heide komen ook enkele kleine ingesloten landbouwgebieden met een natuur- of parkbestemming voor. Domein Markgraaf vormt een buffer tussen het heidegebied van de Kalmthoutse Heide en het agrarisch gebied, en voor een aanzienlijk deel een - 97 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Veen- en moerasgebied De Maatjes is ontstaan uit een voormalige turfontginning en bestaat thans uit laaggelegen, vochtige weilanden en rietkragen. Het gebied wordt gekenmerkt door de veelvuldige aanwezigheid van kleine natuurelementen zoals knotwilgenrijen, houtkanten en heggen. De rietkragen hebben de plaats ingenomen waar vroeger open waterplassen waren en maken deel uit van een veel groter rietland over de grens met Nederland. De omgevende natte weilanden van de Marijnevennen behoren niet tot het natuurreservaat, maar zijn samen met De Maatjes erg belangrijk voor overwinterende en doortrekkende weide- en watervogels. Ecologische infrastructuur in het landbouwgebied Kleine natuurelementen zoals sloten, bomenrijen, houtkanten, heggen en poelen zijn karakteristiek voor grote delen van het landbouwgebied in de gemeente. Door de aanwezigheid van een grote variatie in natte en opgaande kleine natuurelementen, hebben delen van het landbouwgebied een zekere potentie als natuurverbinding tussen de Kalmthoutse Heide en de Maatjes. Het landbouwgebied ten noorden van Achterbroeksteenweg - Kalmthoutsesteenweg is ecologisch waardevol. Het gebied Marijnevennen, ten westen van De Maatjes, is erg belangrijk voor overwinterende en doortrekkende weide- en watervogels. Regelmatig kunnen er grote groepen waargenomen worden. Het gebied heeft dan ook een belangrijke natuurbehoudswaarde en sluit als dusdanig functioneel aan bij het vogelrichtlijngebied ‘De Maatjes, Wuustwezelheide en Groot Schietveld’. Het uitgestrekte, open karakter en de aanwezigheid van voldoende landbouwpercelen met bodembedekking tijdens de winter, zijn randvoorwaarden voor dit gebruik. Daarnaast zijn de beperkingen voor - 98 - gemotoriseerd verkeer (exclusieve landbouwwegen) en dus de relatieve rust, erg gunstig. De loop van de Kleine Aa, die van zuid naar noord loopt doorheen het landbouwgebied tussen het aaneengesloten woongebied van Kalmthout en de dorpskern van Achterbroek, werd bij de ruilverkaveling grotendeels rechtgetrokken en heeft slechts een matige natuurlijke waarde. Rietkragen en depressies langs waterlopen en grachten kunnen op termijn van de vallei een geschikt habitat maken voor bepaalde vogelsoorten. Ook komen in het beekdal, ten noordwesten van Strijboshof en in het noorden aan de grens met Essen, oude bomenrijen en houtkanten voor. ‘Annemieke’, een kleine landbouwzone, ingesloten tussen spoorweg, de bebouwing van Noordeind grenst in het noorden het aan het natuurgebied de Kalmthoutse Heide. De verwaarloosde gronden, grasland en akkers wijzen op het verval van het gebied als landbouwzone. Onverharde wegen, enkele bomenrijen en redelijk schrale wegbermen en perceelscheidingen doorkruisen het gebied. Er zijn geen bijzondere natuur- of landschapswaarden voor deze zone bekend, maar door zijn ligging en afnemend landbouwgebruik heeft het gebied wel belangrijke potenties als natuurverbinding. Het landbouwgebied Vogelenzang is een ingesloten landbouwenclave tussen de spoorlijn en de woonomgeving. Het gebied is slechts door een lint langs Putsesteenweg van het landbouwgebied met natuur- en parkbestemming Heuvel gescheiden. Samen vormen deze gebieden als het ware een open-ruimte vinger in de woonomgeving. In die optiek zijn ze van wezenlijk belang als migratieroute, en voor de instandhouding van natuur buiten de natuurgebieden. Via het gebied Vogelenzang en een aantal onbebouwde terreinen ten oosten van de spoorweg maakt het gebied bovendien een verbinding door het centrale woongebied tot het oostelijk open agrarisch gebied. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Ten noorden van de Kalmthoutse Heide ligt het landbouwgebied Groenendries. Door lokale kwel van ondiep grondwater dat infiltreert in de Steertse Duinen, zijn de weilanden en akkers aan de rand vrijwel het gehele jaar door vrij nat. De Groenendries is een belangrijk fourageergebied voor reeën en voor weidevogels. De laatste jaren hebben grondophogings- en drainagewerken ten behoeve van de landbouw tot gevolg dat water sneller afgevoerd wordt, wat een drainerend effect heeft op de Steertse Duinen en het achterliggend natte heidegebied van de Steertse Heide. Ze hebben ook een lichte verlaging van de grondwatertafel tot gevolg, wat het gebied minder geschikt zou maken als fourageergebied voor weidevogels. Het natuurreservaat van de Steertse Duinen gaat abrupt over in de weilanden van Groenendries, zonder enig buffer. De verstoring vanuit het landbouwgebied is echter minimaal aangezien de grondwaterstroming vanuit het reservaat komt. De Steertse Duinen zijn volledig bebost, zodat zij een buffer vormen en ook het inwaaien van meststoffen en geluidsoverdracht zeer beperkt blijft. In de omgeving van Venetië, ten noorden van Nieuwmoer, zijn tegen de grens met Essen nog enkele kleinere bosrelicten aanwezig, als aanzet naar de uitgestrekte Horendonkse bossen in Essen. Verder wordt het gebied doorkruist door enkele bomenrijen en houtkanten. Ecologische infrastructuur in de woonomgevingen De woonparken in het zuiden van de gemeente en ten westen van de dorpskern nemen grote oppervlakten in. Ze zijn door bebouwing sterk versnipperd maar hebben door het complex van tuinen en bomenrijen als geheel toch een groen karakter. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Door hun ligging tussen Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en Klein Schietveld hebben ze een zekere verbindende functie in het ecologisch netwerk van de gemeente. De inplanting van de woningen maakt dat tuinen achter de bebouwing bij elkaar aansluiten zodat grote, groene kernen blijven bestaan. Door het grote aandeel bomen en struiken wordt krijgt het geheel een bos- of parkkarakter, dat vooral voor vogels een belangrijk biotoop is. 4.2. Nederzettingsstructuur 4.2.1. Definitie De nederzettingsstructuur is de ruimtelijke samenhang van de nederzettingen. Nederzettingen zijn ruimten waarbij de ontwikkeling sterk gestuurd wordt door menselijke ingrepen en die een hoge dichtheid aan dynamische menselijke functies hebben. De verschillende menselijke activiteiten zijn er verweven in een bebouwde omgeving met een bepaalde morfologische structuur. Hieronder worden de verschillende soorten nederzettingen gedefinieerd. Zij komen terug als legende-elementen op de kaart van de bestaande nederzettingsstructuur van Kalmthout. 4.2.2. Basisgegevens Elementen van de bestaande nederzettingstructuur in Kalmthout zijn beschreven in een aantal eerder gepubliceerde documenten en af te lezen uit kaarten en foto’s. De woonbehoeftestudie geeft een inzicht in de bestaande woonbebouwing en de potenties voor latere invulling, conform de bestemmingen van het gewestplan. Deze vaststellingen zijn door plaatsbezoeken bijgestuurd of bevestigd. Topografische kaarten, luchtfoto, satellietbeelden geven een indicatie van dichtheid en functie. Plaatsbezoeken hebben een typologisch onderscheid mogelijk gemaakt. - 99 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 4.2.3. Elementen De belangrijkste elementen van de bestaande nederzettingsstructuur zijn: − een centraal kerngebied met de aan elkaar gegroeide kernen van Dorp, Centrum en Heide, tussen de spoorlijn en de Kapellensteenweg − Nieuwmoer en Achterbroek als landbouwkernen met een primair voorzieningenniveau (bakkers, kruidenier, cafés, kleuterschool, sportinfrastuctuur van lokaal niveau, …) met lintvormige uitlopers in het omgevende landbouwgebied − groene woonstraten en woonbossen, hoofdzakelijk in het zuidwesten van de gemeente − enkele lintvormige gehuchten in het landbouwgebied − gebieden met een concentratie aan verspreide (deels zonevreemde) bebouwing ten noordoosten van Nieuwmoer en ten zuiden van Achterbroek. Centraal kerngebied kaart 24 bestaande ruimtelijke structuur van het centraal kerngebied De bestaande structuur van het centraal kerngebied wordt beschreven aan de hand van een aantal structuurbepalende elementen. De oorspronkelijk aparte bebouwingsconcentraties van Dorp en Centrum waaruit de dorpskern van Kalmthout ontstaan is, zijn nog herkenbaar in de huidige ruimtelijke structuur. Het noordelijk deel van de kern (Dorp) ontwikkelde zich rond het kruispunt van N111 en N122. Structurerende elementen zijn hier tegenwoordig het station van Kalmthout en het marktplein. Het zuidelijk deel van de kern (Centrum) ontstond rond Kerkeneind, met in de onmiddellijke omgeving het gemeentehuis, de begraafplaats en een school. - 100 - Latere verkavelingen en woonuitbreidingen hebben beide bebouwingsconcentraties sterk uitgebreid en naar elkaar doen groeien. De spoorweg en de as Noordeind - Dorpsstraat - Kapellensteenweg (N122) zijn daarbij structuurbepalend. Toch blijft een cluster van parkdomeinen, met daarop aansluitend de omgeving van het gemeentelijk zwembad en GITOK II, een duidelijke onderbreking in het bebouwd weefsel en een scheiding tussen Dorp en Centrum. Ten oosten van N122 heeft het landbouwgebruik in de vallei van de Kleine Aa verdere uitbreiding van de dorpskern tegengehouden. De overgang tussen dorpsrand en landbouwgebied is wat gerafeld en heterogeen en wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van heel wat landbouwbedrijven. In westelijke richting heeft de bebouwing van Kalmthout zich wel verder uitgebreid. De groene woonstraten strekken zich uit tot aan de zoom van de Kalmthoutse Heide en worden onderbroken door het arboretum en de landbouwenclaves rond Heuvel en Vogelenzang. De dorpskern van Heide bevindt zich tussen de stationsomgeving en Kapellensteenweg met Heidestatiestraat als verbindende as. Net ten westen van het station zijn enkele voorzieningen gesitueerd (school, voetbalveld, begraafplaats). Groene woonbuurten en woonbossen De kern van Heide is omringd door groene woonbuurten die ten oosten van Kapellensteenweg en ten zuiden van Max Temmermanlaan het karakter van een woonbos krijgen. De bosrijke woonomgeving wordt er gekenmerkt door veelal smalle straten en grote kavels met vrijstaande bebouwing en een aantal complexen van gemeenschapsvoorzieningen (scholen, missiehuis enz.). Zowel in de grote tuinen als op nog onbe- ruimtelijk structuurplan Kalmthout bouwde percelen is de bosstructuur, die zijn oorsprong vindt in aande plantingen uit de 17 eeuw, duidelijk nog aanwezig. Het interne stratenpatroon is weinig transparant en heeft onopvallende aansluitingen op de hoofdwegen. Deze woonbossen zijn begrensd door de Kalmthoutse en Withoefse Heide en Klein Schietveld en strekken zich in het zuiden verder uit op het grondgebied van Kapellen (Kapellenbos). Meer naar het noorden heeft ook de bebouwing van Kalmthout zich in westelijke richting verder uitgebreid. Deze groene woonbuurt strekt zich uit tot aan de zoom van de Kalmthoutse Heide en worden onderbroken door het arboretum en de landbouwenclaves rond Heuvel en Vogelenzang. Verspreid in deze groene woonbuurten en woonbossen bevinden zich pareltjes van fin-de-siècle- en interbellum-architectuur. Geïsoleerd ten opzichte van andere woonomgevingen, in het noorden van de gemeente ligt het grotendeels verkaveld voormalig kasteelbos De Greef. Landbouwkernen Achterbroek en Nieuwmoer kaart 25 bestaande ruimtelijke structuur dorpskern Achterbroek kaart 26 bestaande ruimtelijke structuur dorpskern Nieuwmoer Achterbroek heeft een strak, orthogonaal stratenpatroon, dat geënt is op de kruising van N117 (Roosendaalsebaan - Brasschaatsteenweg) en N111 (Achterbroeksteenweg - Kalmthoutsesteenweg). Hoewel recentere woonverkavelingen tussen Brasschaatsteenweg en Heiken de kern sterk in zuidelijke richting hebben uitgebreid, is het kruispunt nog steeds het zwaartepunt van Achterbroek. Hier bevinden zich de kerk en de - 31 maart 2006 - informatief gedeelte belangrijkste handelszaken. De kernbebouwing strekt zich letterlijk in de vier windrichtingen uit langsheen deze steenwegen. Naarmate de bebouwing zich verder van het kruispunt verwijdert, evolueert ze naar lintbebouwing. Kapelstraat is de historische verbindingsweg naar Nieuwmoer en wijkt met zijn zuidwest - noordoost oriëntatie af van het rechtlijnige stratenpatroon. Een aantal kleine bedrijfjes is verweven in de kern, meestal langs de steenwegen. Centraal in de dorpskern en ingebed in de woonomgeving ligt het slachthuis en vleesversnijderij Van Gool, met in de onmiddellijke omgeving, langs Brasschaatsteenweg, enkele centrumvoorzieningen (sporthal, school en jeugdhuis). Recreatievoorzieningen die meer ruimte in beslag nemen (voetbalveld en manege) zijn aan de rand van het dorp gelegen. Door de omringende bebouwing grotendeels aan het oog onttrokken, bevinden zich tussen Van Thillostraat, Goossenaertsstraat en Zandstraat nog twee onbebouwde binnengebieden. Talrijke landbouwwegen lopen haaks of parallel aan het hoofdwegennet. Het zijn dikwijls (restanten van) eeuwenoude veldwegen die de kern met de omringende open ruimte verbinden. Blikvangers vanuit de open ruimte zijn de kerk en de schouw van de voormalige melkerij langs Achterbroeksteenweg. In en rond de dorpskern van Achterbroek is weinig groen terug te vinden. Ten noorden van de kerk en aan de kruising van Brasschaatsteenweg met Kruisbos bevinden zich twee grote beboste tuinen. Verder van de dorpskern, maar wel zichtbaar, ligt een groter boscomplex op Wuustwezels grondgebied. In tegenstelling tot Achterbroek heeft Nieuwmoer een veel grilliger en minder samenhangend stratenpatroon. De kronkelige as Essensteenweg Nieuwmoer Dorp - Wuustwezelsteenweg is hier structuurbepalend. Waar de historische kern van Nieuwmoer zich rond de kerk concentreerde, - 101 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte hebben woonverkavelingen de huidige nederzettingsstructuur uitgerekt in een oostelijke, centrale en westelijke lob. Hoewel de bebouwing is uitgedeind, vervullen kerk en kerkplein nog een spilfunctie in de ruimtelijke structuur van Nieuwmoer. De spitse toren is van ver zichtbaar en vormt een markante blikvanger. Voorzieningen en centrumfuncties liggen verspreid langs de toegangswegen tot de kern. De lagere school met aangrenzend voetbalveld is meer centraal gelegen aan de zuidelijke dorpsrand, terwijl de begraafplaats, de voetbalterreinen van FC Nieuwmoer en het jeugdhuis zich aan verschillende uithoeken van de kern langs invalswegen bevinden. Lokale bedrijven zijn verweven met de woonomgeving (bv. Nieuwmoer Dorp, Zilverenhoeksteenweg, Jos Tilborghsstraat, Essensteenweg). Een heel aantal grotere en kleinere landbouwbedrijven omringt de dorpskern. Ten noorden ervan, op de grens met Essen, is het bedrijventerrein ‘De Rijkmaker’ gevestigd. Het wordt van de kern gescheiden door een smalle strook open ruimte langs Essensteenweg. Enkele kleine bosjes omringen de woonomgeving en sluiten erop aan (o.a. bij voetbalveld Nieuwmoer Dorp, Mertensdreef, Pastorijdreef, Essensteenweg). Lintvormige gehuchten in het landbouwgebied In het landbouwgebied zijn enkele lintvormige gehuchten herkenbaar. Het betreft: − Mariënville en Venetië ten noorden van Nieuwmoer, gemengde lintvormige gehuchten met landbouwbedrijven en ook zonevreemde woningen en bedrijven − Den Darm, een concentratie aan zonevreemde woningen ten noorden van Achterbroek - 102 - − − Zwanenberg, een lintvormig gehucht met enkele landbouwbedrijven en zonevreemde woningen, en Handelaar, een lintvormig gehucht met hoofdzakelijk landbouwbedrijven, beide gelegen nabij de Kleine Aa in het landbouwgebied ten noorden van Achterbroeksteenweg Onderzeel, op de grens met Wuustwezel in het zuiden van de gemeente ten oosten van Brasschaatsteenweg, een lintvormig gehucht met landbouwbedrijven en zonevreemde woningen. Gebieden met een concentratie aan verspreide bebouwing De open ruimte ten noorden van Nieuwmoer wordt gekenmerkt door verspreide bebouwing. Samen met de aanwezige lintvormige gehuchten dragen deze bij tot de versnippering van deze open ruimte. 4.3. Ruimtelijk-economische structuur 4.3.1. Definitie De ruimtelijk-economische structuur geeft de samenhang weer tussen de gebieden die gekarakteriseerd worden door economische activiteiten. Specifiek wordt gezocht naar de lokatie, omvang en aard van de belangrijkste economische concentraties en naar hun interne en onderlinge relaties. De landbouwactiviteiten en de toeristisch-recreatieve infrastructuur worden eveneens in deze ruimtelijk economische structuur gebracht. 4.3.2. Basisgegevens Basisgegevens voor de analyse van de ruimtelijk-economische structuur vindt men in de eerste plaats in het onderzoek dat werd verricht in het kader van de opmaak van een sectoraal B.P.A. voor de zonevreemde ruimtelijk structuurplan Kalmthout bedrijven. Bestanden en gegevens met betrekking tot milieuvergunningen, van de Gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij, Mestbank en de NISland- en tuinbouwtellingen geven inzicht in situatie en gebruik van gronden en gebouwen. 4.3.3. Elementen Verschillende types van economische gebieden met een eigen functionele structuur kunnen in Kalmthout worden onderscheiden. Zij komen als legende-elementen voor op de kaart van de bestaande ruimtelijk-economische structuur. De belangrijkste elementen van de bestaande ruimtelijkeconomische structuur zijn: − de gemengd lokale bedrijven Bosduin en De Rijkmaker − concentraties aan handel, diensten en bedrijven in de dorpskernen met lintvormige uitlopers langs de steenwegen − een grootschalig bedrijf in de woonomgeving van Achterbroek (slachthuis en vleesverwerkend bedrijf Noordvlees - Van Gool) − structuurbepalende landbouwgebieden met verspreid gelegen (vaak zonevreemde) bedrijven ten zuiden van Achterbroek en ten noordoosten van Nieuwmoer − relatief bouwvrije structuurbepalende landbouwgebieden ten noorden van de Kalmthoutse Heide (Hoek), in de vallei van de Kleine Aa en tussen Achterbroek en Nieuwmoer − enkele bovenlokale toeristische attracties. Bedrijventerreinen Bosduin en De Rijkmaker Grensoverschrijdend met de grens met Kapellen in het zuidoosten van de gemeente bevindt zich de K.M.O.-zone Bosduin. De ontsluiting van dit bedrijventerrein is geënt op Brasschaatsteenweg. Het verkeer bereikt - 31 maart 2006 - informatief gedeelte verder via Sint-Jobsesteenweg de op- en afrit Sint-Job op de autosnelweg E19. Het terrein, dat thans nog wordt uitgebreid, herbergt enkel lokale bedrijven met allerhande activiteiten. De ontwikkeling van het terrein is in handen van de gemeente, die een aantal objectieve toewijzingscriteria hanteert. De voorkeur gaat in de eerste plaats naar te herlokaliseren zonevreemde bedrijven in de ruime zin en naar bedrijven die veel arbeidsplaatsen bieden. Daarbij worden ook de duurzaamheid van het bedrijf en het feit of het al dan niet de uitbreiding van bestaande activiteiten betreft in rekening gebracht. Een aantal bedrijven in het oudste gedeelte van de K.M.O.-zone Bosduin zijn gelegen tot in het aanpalende natuurgebied dat als buffer naar het Klein Schietveld dient. Net over de gemeentegrens met Essen in het noorden van de gemeente en langs Essensteenweg op Kalmthouts grondgebied bevindt zich de K.M.O.-zone De Rijkmaker, die eigenlijk bestemd is als industriegebied. De ontsluiting van het terrein is geënt op Nieuwmoersesteenweg, het verlengde van Essensteenweg. Het verkeer wordt verder langsheen de dorpskern van Essen geleid op N117 naar de autosnelweg A58 Bergenop-Zoom - Breda (noordwaarts) of naar de autosnelweg E19 (op- en afrit Sint-Job), maar verkiest meestal haar weg doorheen de dorpskernen van Nieuwmoer en Wuustwezel naar de autosnelweg E19. Het terrein dat op grondgebied van Essen reeds volledig volzet is met hoofdzakelijk lokale bedrijven met allerhande activiteiten, maar mogelijk nog zal worden uitgebreid in noordelijke richting, kent langsheen Essensteenweg op grondgebied van Kalmthout een uitloper met enkel bedrijven die aanleunen bij de landbouwactiviteiten (o.a. verkoop landbouwmachines, meststoffenhandel). - 103 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Op grondgebied van Kalmthout is het achterliggend gedeelte, met gewestplanbestemming industriegebied, thans niet ontwikkeld. Concentraties aan handel, diensten en bedrijven in de dorpskernen met lintvormige uitlopers langs de steenwegen Kalmthout kent niet één duidelijk centrum. Vanuit haar ontstaansgeschiedenis kent de gemeente verschillende dorpskernen waarvan er sommige naar elkaar toegroeiden (zie ook punt 4.2.3.). Winkels en diensten zijn hoofdzakelijk geconcentreerd: − in de omgeving van het marktplein in Kalmthout-Dorp, met een uitloper langs N111 (Achterbroeksteenweg) − langs Kapellensteenweg en in de omgeving van het gemeentehuis in Kalmthout-centrum − in de Heidestatiestraat in Heide − nabij het kruispunt van N111 (Achterbroekse- en Kalmthoutsesteenweg) en N117 (Roosendaalse- en Brasschaatsteenweg) in Achterbroek, met uitlopers in alle richtingen − langs Nieuwmoer Dorp (N133) in Nieuwmoer, met een uitloper naar het noorden − Langs het zuidelijk gedeelte van N117 (Brasschaatsteenweg) bevindt zich een concentratie aan lokale bedrijven. Grootschalig bedrijf in de woonomgeving van Achterbroek Het slachthuis en vleesverwerkend bedrijf Noordvlees - Van Gool, met milieuvergunning tot 28 februari 2007, bevindt zich in het bouwblok tussen Brasschaatsteenweg, Bloemstraat, Heiken en Zandstraat in de kern van Achterbroek. - 104 - Sinds de vestiging van het bedrijf in 1932 groeide het gestaag uit. Thans is grootste gedeelte van het binnengebied van het bouwblok ingenomen door de bedrijfssite. Deze site heeft twee gescheiden toegangen (opgelegd door het Instituut voor Veterinaire Keuring), met name de toegang voor vrachtwagens voor de aanvoer van varkens langs Heiken (onreine toegang) en de in- en uitgang voor de vleeswagens en een parkeerterrein voor auto’s van personeel en bezoekers langs Bloemstraat (reine toegang). Rond de bedrijfsgebouwen is op het bedrijfsterrein een groene buffer aangelegd, die in breedte varieert van ca. 10 tot 65 m. Het bedrijf beschikt over een eigen biologische waterzuiveringsinstallatie. Structuurbepalende landbouwgebieden gelegen (landbouw)bedrijven met verspreid Ten zuiden van Achterbroek en ten noordoosten van Nieuwmoer bevinden zich voor de landbouw erg belangrijke gebieden, die evenwel worden gekenmerkt door een versnippering. Deze versnippering is het gevolg van de aanwezige zonevreemde woningen en talrijke landbouwbedrijven, hier en daar geconcentreerd in kleine lintvormige gehuchten. Hoofdzakelijk wat betreft het gebied ten noordoosten van Nieuwmoer en in mindere mate voor het gebied ten zuiden van Achterbroek geldt ook de aanwezigheid van enkele zonevreemde bedrijven, met activiteiten die veelal aanleunen bij de landbouwactiviteiten (groothandel in granen, zaden en/of dierenvoeders, opslag, afvalverwerking voor de landbouw). In het gebied ten zuiden van Achterbroek zijn tevens een aantal hoofdzakelijk niet-vergunde bedrijven recentelijk gestopt. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Relatief bouwvrije structuurbepalende landbouwgebieden Ten noorden van de Kalmthoutse Heide (Hoek), in de vallei van de Kleine Aa en tussen Achterbroek en Nieuwmoer bevinden zich voor de landbouw erg belangrijke landbouwgebieden, die ook nog relatief onbebouwd zijn. De aanwezige - hoofdzakelijk agrarische - bebouwing sluit aan bij de randen van de bebouwing van de dorpen en is verder geconcentreerd in een tweetal geïsoleerde lintvormige gehuchten (Zwanenberg en Handelaar). Ten zuiden van Achterbroeksteenweg bevindt zich tevens een relatief beperkte concentratie aan glastuinbouw (Kruisbos). Bovenlokale toeristische attracties De gemeente telt verscheidene bovenlokale toeristische attracties: Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide), NEC en bijenteeltmuseum, Arboretum, Suske en Wiskemuseum. De toeristische infrastructuur is verder erg beperkt. Er zijn geen hotels. Wel kan men op een 7tal plaatsen in totaal ca. 10 kamers huren bij particulieren. 4.3.4. Verdere uitwerking Probleembedrijven niet vatbaar voor opname in sectoraal B.P.A. Zoals reeds aangegeven onder hoofdstuk III punt 2.2. zullen 7 zonevreemde bedrijven worden opgenomen in een sectoraal B.P.A. Rond een aantal andere bedrijven die omwille van hun onderliggende bestemming of hun activiteit niet vatbaar zijn voor het sectoraal B.P.A. werden problemen gesignaleerd: uitbreidingsmoeilijkheden, hinder naar omwonenden, omvangrijke para-agrarische activiteiten die het landschap en de ecologische waarden van het landbouwgebied (mogelijkerwijze) bedreigen. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Veelal zijn de betrokken para-agrarische bedrijven in de omgeving van Nieuwmoer terug te vinden. Ruimtelijk-agrarische structuur kaart 27 landbouwtyperingskaart - 4 parametergroepen kaart 28 landbouwtyperingskaart - totaalscore In opdracht van AMINAL-afdeling Land heeft de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) een Vlaanderen-dekkende typering van het landbouwareaal uitgewerkt op basis van beschikbare informatie over zowel percelen als over de betrokken landbouwbedrijven 65. De waardebepaling (van laag naar hoog) werd berekend op basis van 4 groepen van parameters: − bodemgeschiktheid − bemestingsnorm − perceelskenmerken − bedrijfskenmerken. De kaarten zijn gebiedsdekkend opgemaakt voor de hele gemeente, zonder rekening te houden met de bodembestemmingen en -gebruik. Het zijn voornamelijk de als landbouw bestemde gebieden van het gewestplan die nuttig zijn voor het onderzoek. Een natuurreservaat kan wel potenties bezitten maar de intrinsieke waarde als natuurgebied primeert binnen 65 Basis voor de studie waren de aangifte- en registratiegegevens van de Vlaamse Landmaatschappij (afdeling Mestbank) van 1998. Perceelsoppervlakte, afstand tot de bedrijfszetel, onderscheid huiskavel-veldkavel en versnipperingsgraad zijn voorbeelden van aldus berekende gegevens. De bodemgeschiktheid en hellingsgraad zijn berekend uit de bodemgeschiktheids-matrices ter beschikking gesteld door de provinciale landbouwdiensten respectievelijk het Digitaal Terreinmodel Vlaanderen. Gegevens over tuinbouwactiviteiten werden bekomen uit de NIS-landbouwstatistieken van 1997. Bijkomende informatie werd nog bekomen uit digitale bestanden van GISVlaanderen (o.a. digitale bodemkaart en gewestplannen). - 105 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte deze typering op een mogelijke landbouwwaarde. Aldus kan er voor een bepaald gebied - op basis van alle kenmerken samen - toch voor gekozen worden dit gebied een agrarische bestemming te verlenen wanneer dit voor de bestaande agrarische bedrijfsvoering aangewezen blijkt. In Kalmthout zijn er twee zones met hoge waarderingsscores, namelijk Heikant (zone ten oosten van Achterbroek) en Venetië - Magerman, welke beide gelegen zijn in het oosten van de gemeente. Als deelgebieden van de bestaande ruimtelijk-agrarische structuur onderscheiden wij volgende deelgebieden. − Vogelenzang (agrarisch gebied) en Heuvel (thans gedeeltelijk zonevreemd en gedeeltelijk bestemd als woongebied), ingesloten beperkte gebieden ten westen van de spoorlijn De ingeslotenheid beperkt de mogelijkheden tot schaalvergroting en intensivering, maar de aanwezige landschappelijke en ecologische kwaliteiten bieden potenties naar verbreding van de landbouwactiviteiten met beheer van natuurelementen. In deze gebieden kan ook worden ingespeeld op de behoeften van lokale consumenten door huisverwerking en -verkoop van producten. − Kalmthoutse Hoek, een 190 hectare landschappelijk waardevol agrarisch gebied dat fysisch-morfologisch behoort tot een grotere, regionale landbouwzone op het grondgebied van Essen, in de noordwestelijke uithoek van de gemeente Dit gebied heeft enerzijds een belangrijke landbouwroeping. Anderzijds wijst de directe aanwezigheid van de Kalmthoutse Heide ook op potenties naar verbreding van de landbouwactiviteiten met beheer van natuurelementen. − Open landbouwgebied, rondom kernen Nieuwmoer en Achterbroek Functioneel is dit een groot aaneengesloten agrarisch gebied, maar landschappelijk zijn er een aantal subzones te onderscheiden. • Marijnevennen, ten westen van de Maatjes tussen Nieuwmoer en Achterbroek - 106 - • • • De MAP en VLAREM restricties op deze landbouwgronden met ecologisch of landschappelijk waardevolle agrarische bestemming nabij de Maatjes bemoeilijken een efficiënte landbouw. Het gebied biedt anderzijds potenties naar verbreding van de landbouwactiviteiten met beheer van natuurelementen. Vallei van de kleine Aa De oprukkende verlinting langs Achterbroeksteenweg bedreigt de aaneengeslotenheid van dit gebied. De ruilverkaveling ‘oude stijl’ heeft gezorgd voor een sterke achteruitgang van de landschappelijk-ecologische kenmerken van het gebied, maar biedt garanties naar het toekomstige bestaan van de landbouwactiviteiten in dit landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het gebied biedt tevens potenties naar verbreding van de landbouwactiviteiten met beheer van natuurelementen. Heikant, ten zuiden van Achterbroek De oprukkende verlinting langs N117 bedreigt de aaneengeslotenheid van dit agrarisch gebied. Het fysisch systeem en de aard van de bedrijvigheid laten toe dat hier grootschalige landbouwactiviteiten plaatsvinden (deels al geruggensteund door de vroegere ruilverkaveling). Venetië - Magerman ten noorden van Nieuwmoer Dit is een relatief versnipperd agrarisch gebied (veel zonevreemde woningen), dat evenwel mogelijkheden biedt tot het inplanten van (para-)agrarische bedrijven. 4.4. Ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur 4.4.1. Definitie De verkeers- en vervoersstructuur is te ontrafelen in verschillende soorten verbindingen, knooppunten en gebieden. Op de verkeers- en vervoersstructuur wordt het traject aangegeven van de voornaamste verbindings- ruimtelijk structuurplan Kalmthout wegen tussen de verschillende woonkernen met uitlopende verbindingen naar de buurgemeenten. De structuur bevat ook enkele knooppunten. Dit zijn plekken of gebieden waar verschillende soorten verkeer en vervoer samenkomen en gereorganiseerd kunnen worden. 4.4.2. Basisgegevens Naast het kaartbeeld van de bestaande infrastructuren zijn basisgegevens voor de analyse van de bestaande verkeers- en vervoersstructuur de categorisering van wegen, waterwegen en spoorwegen volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen en het gemeentelijk mobiliteitsplan. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte ontsloten door weinig frequent openbaar busvervoer. Het lokaal bedrijventerrein Bosduin is niet bereikbaar met het openbaar vervoer. De hoofdingang tot de Kalmthoutse Heide ligt op ca. 1,5 km van het station van Heide. Voor gezinnen met kleine kinderen is deze afstand vrij groot, voor jeugdbewegingen is deze afstand makkelijk te overbruggen. Het Suske en Wiske museum, met relatief beperkte aantrekkingskracht ligt nog wat verder van het station van Heide. Het Arboretum ligt vlakbij het station Kalmthout. 4.5. Landschappelijke structuur 4.5.1. Definitie 4.4.3. Elementen De belangrijkste elementen van de bestaande ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur van Kalmthout zijn de volgende: − de gewestweg N117 (Roosendaalsebaan - Brasschaatsteenweg), N111 (Putsesteenweg - Achterbroeksteenweg - Kalmthoutsesteenweg), en N133 (Essensteenweg - Wuustwezelsteenweg) als bovenlokale verbindingen; veilige fietspaden langs deze wegen ontbreken veelal − gewestweg N122 (Noordeind - Dorpstraat - Kapellensteenweg) met een lokale verbindende functie; ook langs deze weg ontbreken er op diverse plaatsen veilige fietspaden − spoorlijn 12 Antwerpen - Roosendaal, met stations Kalmthout en Heide en stopplaats Kijkuit. De landschappelijke structuur is de samenhang tussen landschappen 66, als een bepaald soort van ruimten. Landschappen zijn daarbij ruimten die specifiek vanuit een morfologische invalshoek worden beschouwd. De nadruk ligt op de verschijningsvorm. De landschappelijke structuur wordt dus een volwaardige deelstructuur en niet alleen onderdeel van het buitengebied 67. 66 67 Het centrale kerngebied is door de aanwezigheid van de stations en de busverbinding langs N122 goed ontsloten door het openbaar vervoer. De kernen van Achterbroek en Nieuwmoer worden met het openbaar vervoer Ook wel landschapseenheden, categorieën of elementen van de landschappelijke structuur genoemd. Een landschap wordt in dit geval een soort ruimte, zoals ook een nederzetting een soort ruimte is. Zie ook: Provinciebestuur van de provincie Antwerpen, Ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 10 juli 2001; Studiegroep Omgeving, Ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen, Deelonderzoek naar de landschappelijke structuur, 1998. Het gehanteerd begrippenkader werd ontwikkeld voor de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur en wijkt daarom af van het begrippenkader gebruikt in de landschapszorg. - 107 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 4.5.2. Basisgegevens Aaneengesloten bos- en heidecomplexen − De Kalmthoutse Heide, onderdeel van het grotere grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide heeft een belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische waarde. − Met de kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden (kaart de Ferraris, de eind 18 eeuw) en de ‘atlas van de relicten van de traditionele landschappen’ (2001) als basis, kunnen de elementen die iets vertellen over de ontstaansgeschiedenis van het landschap opgespoord worden. Het gaat om valleien, bossen, bakens, oude landbouwlandschappen, ontginningszones enz. Deze overblijvende historische elementen, aangevuld met waarnemingen op het terrein zijn de elementen van de bestaande landschappelijke structuur. De geschiedenis van de heide is sterk antropogeen beïnvloed. Overbegrazing van de schrale zandgronden leidde tot het ontstaan van zandverstuivingen en duinen. De vennen zijn overblijfselen van voormalige turfwinningen. Kleinschalige landbouw hield het landschap min of meer open, maar was weinig rendabel. Herbebossing van de gronden, met het oog op houtste productie, vond plaats rond het begin van de 20 eeuw. 4.5.3. Elementen Kalmthout is een gebied waar drie grensoverschrijdende landschapstypes rond de kern convergeren. − In het westen strekt zich een uitgestrekt heidecomplex uit tot over de grens met Woensdrecht. − In het noorden en oosten dringt vanuit Essen, Wuustwezel en Zundert het landbouwgebied van de Noorderkempen tot de gemeente door. − In het zuiden strekken de woonbossen zich vanuit Kapellen uit tot voorbij Heide. Op de overgang tussen de verschillende landschapstypen bevindt zich het centraal kerngebied. Het meest dicht bebouwd gebied in de gemeente ligt ingebed tussen de spoorlijn en N122, twee noord-zuidgerichte infrastructuren die de gemeente doorsnijden. - 108 - Tegenwoordig bestaat de heide in grote lijnen uit een centraal, open gedeelte dat omringd wordt door een bosgordel en enkele landgoederen. In de randzone van het natuurgebied zijn enkele weilandcomplexen gelegen. De heide blijft tot op heden een zeer dynamisch landschap. Wisselende waterstanden zijn de oorzaak van variatie in oppervlakte en vorm van de vennen. Zandverstuivingen zorgen voor beweging in het duinenlandschap. De Withoefse Heide is van de Kalmthoutse Heide gescheiden door N111 (Putsesteenweg) en wordt verder bijna volledig omringd door bebouwing. Het Klein Schietveld in het zuidoosten van de gemeente, is door de dorpskern van Heide en de omringende bebouwing afgesneden van de Kalmthoutse Heide, maar maakte oorspronkelijk deel uit van hetzelfde uitgestrekte woeste landschap. Actieve stuifduinen zijn er niet meer aanwezig, maar wel natte heide met talrijke vennen. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Het gebied loopt zuidelijk door en sluit aan op de uitgestrekte bos- en groengebieden in Brasschaat en Kapellen (Kamp van Brasschaat, De Uitlegger, Oude Gracht enz.) In het oosten grenst het Klein Schietveld aan de K.M.O.-zone Bosduin. Aaneengesloten landbouwgebieden Het agrarisch bodemgebruik is bepalend voor het overwegend open tot halfopen landschapsbeeld in het oosten en noorden van de gemeente. De open ruimte omringt de dorpskernen van Achterbroek en Nieuwmoer. De openheid rond Darm en Marijnevennen is beeldbepalend en biedt vergezichten naar de dorpskernen van Achterbroek en Nieuwmoer, die centraal in de open ruimte liggen. Met de ruilverkaveling van de jaren 1980 werd het landschap genivelleerd, de drainering geoptimaliseerd en verdwenen de meeste kleine natuurelementen. Met name het centrale deel is uitgesproken open, terwijl aan de randen nog bomenrijen, houtkanten en heggen aanwezig zijn. De bebouwing langs de steenwegen en de dorpssilhouetten van Achterbroek en Nieuwmoer begrenzen de horizon. Inplanting van nieuwe tuinbouwbedrijven en verdere uitbreiding van lintbebouwing versnipperen de open ruimte relatie tussen Marijnevennen en de aangrenzende landbouwgebieden (Vallei van de Kleine Aa, Venetië). Tussen Achterbroek en de dorpskern van Kalmthout strekt het beekdal van de Kleine Aa zich uit. De beekvallei is breed en weinig herkenbaar in het landschapsbeeld. De Kleine Aa zelf is zodanig door menselijke ingrepen beïnvloed, dat er geen natuurlijke meandering meer aanwezig is. Het beekdal wordt door een aantal oost-west georiënteerde wegen opgedeeld in compartimenten. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Het noordelijk deel rond Handelaar, Beverdonk en Zwanenberg is halfopen en landschappelijk het meest waardevol. Het wordt doorkruist door waterlopen, houtkanten en bomenrijen. Het voormalig kasteelpark en hoeve De Greef begrenzen het gebied in het noorden. De lintbebouwing langs Achterbroeksteenweg is een harde grens tussen het noordelijk en zuidelijk deel. Slechts een kleine openheid tussen de bebouwing verzekert de continuïteit van de beekvallei. In de onmiddellijke omgeving bevindt zich het pittoreske parkdomein Strijboshof. Het gebied ten zuiden van Achterbroeksteenweg is door het ontbreken van kleine natuurelementen de meest open vlakte van Kalmthout. Het landschapsbeeld wordt er verstoord door enkele grote glastuinbouwbedrijven. Ten zuiden van Foxemaatstraat komen er opnieuw meer kleine natuurelementen voor, met opvallende houtkanten langs Foxemaatdijk en een houtwal langs de Kleine Aa. Het centrale deel van dit gebied is bouwvrij. Ook ten noorden van Nieuwmoer (Venetië - Magerman) is het landschapsbeeld meer gecompartimenteerd door bebouwingslinten, bosjes en bomenrijen langs wegen en op perceelsscheidingen. In heel wat gevallen zijn ze onderbroken of onvolledig. De oorspronkelijke indeling van het landschap is gedeeltelijk verdwenen door ruilverkaveling, maar het kronkelige stratenpatroon verraadt eeuwenoud gebruik. De Turfvaart en Roosendaalse Vaart zijn opvallende lijnen in het landschap van Venetië. De talrijke afwateringskanalen en grachten ten tijde van de turfontginning gaven het gebied zijn naam. Aan de grens met Essen zijn de achterkanten van bedrijfsgebouwen op K.M.O.-zone De Rijkmaker zichtbaar. Hier komen ook enkele kleinere bosjes voor als aanzet naar de uitgestrekte Horendonkse bossen in Essen. - 109 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Verspreid in de open landbouwgebieden komen talrijke landbouwbedrijven voor. De aanhorige stallen, loodsen en silo’s zijn meestal niet of nauwelijks door opgaand groen omringd. De Maatjes: oude turfontginning In een uithoek van het landbouwgebied ten zuiden van Nieuwmoer, ligt het natuurgebied De Maatjes. Dit kleinschalig veengebied is een overblijfsel van een turfontginningsgebied. Door de laaggelegen, vochtige weilanden, de rietkragen en de veelvuldige aanwezigheid van kleine natuurelementen onderscheidt het gebied zich landschappelijk van de omgeving. Kenmerkend is het microreliëf met hoger gelegen ruggen en laaggelegen, rechtlijnige grachten. Enkele onverharde wegen, soms afgeboord met heggen en houtkanten, doorkruisen het gebied. Het Kalmthoutse deel van de Maatjes is slechts een klein deel van een groter rietland dat zich verder uitstrekt in Nederland. Landbouwenclaves Vogelenzang en Groenendries Naast het aaneengesloten landbouwlandschap in het noorden en oosten van de gemeente, komen er nog enkele kleinere landbouwenclaves voor in het centrum en het westen. Vogelenzang is een open landbouwgebied ten westen van de dorpskern, dat omsloten wordt door bebouwing. Groenendries is door zijn ligging in een uithoek van de gemeente geïsoleerd van de overige landbouwgebieden in de gemeente. In het noorden grenst het aan een uitgestrekter landbouwgebied in Essen (Hoek). In het zuiden is de strakke overgang naar het natuurgebied (Steertse duinen) opvallend. In het zeer open landschap komen enkele landbouwbedrijven en woningen voor. - 110 - Kleinere landbouwenclaves bevinden zich in en aan de rand van de Kalmthoutse Heide, nabij Heuvel en De Markgraaf. Ze worden door Statiestraat van Vogelenzang gescheiden. Er bevinden zich nog heel wat lineaire kleine landschapselementen (greppels, grachten, houtkanten, bomenrijen, kasteeldreef). Deze kleinere landbouwenclaves vervullen een belangrijke bufferfunctie tussen de heide en het woongebied. Vanuit landschappelijk oogpunt kunnen Markgraaf en Heuvel derhalve beschouwd worden als graslandcomplexen, behorend bij het heidegebied. Woonbossen en groene buurten Het gebied tussen Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en Klein Schietveld in het zuiden van de gemeente bestaat uit een bosrijke woonomgeving met veelal smalle straten en grote kavels met vrijstaande bebouwing en een aantal gemeenschapsvoorzieningen (scholen, missiehuis enz.). Deze woonbossen strekken zich verder uit op het grondgebied van Kapellen (Kapellenbos). Zowel in de grote tuinen als op nog onbebouwde percelen is de bosstructuur duidelijk aanwezig. Enkele grotere ontsluitingswegen (N111, N122, Beauvoislaan, Max Temmermanlaan) en de spoorlijn doorkruisen het gebied. Het interne stratenpatroon is diffuus en heeft onopvallende aansluitingen op de hoofdwegen. Verspreid in de woonbossen bevinden zich pareltjes van fin-de-siècle- en interbellum-architectuur. De woonbosstrook strekt zich verder uit ten noorden van Heide, langs de westelijke rand van Kalmthout tot Heuvel en De Markgraaf. Tussen de kern van Heide en de Withoefse Heide en tussen Heuvel en de Kalmthoutse Heide liggen enkele wijken met een iets minder uitgesproken woonboskarakter. Toch zijn ze veel groener dan het centrum van Kalmt- ruimtelijk structuurplan Kalmthout hout of Heide. Deze groene buurten kunnen beschouwd worden als woonbossen in wording. Naast de aaneengesloten woonboscomplexen in het zuiden en centrale deel van de gemeente bevinden zich in de kern en in het noorden nog kleinere gebieden met woonboskarakter. De cluster van parkdomeinen tussen Kerkeneind en Dorp laten het groene karakter van Kalmthout tot ver in de kern doordringen en hebben een waardevol bouwkundig patrimonium (Zonneweelde, Erica, Holganza enz.). Verscholen in een hoek tussen Nolse vaart, spoorlijn en de open ruimte rond Imkersweg ligt het domein van het voormalige kasteel De Greef, waarvan de hoeve met omringende slotgracht nog overblijft. De toegang naar de hoeve wordt gevormd door een intacte dreef. Het kasteelbos zelf is verkaveld tot een woonbos (Het Ziel, De Vletlaan en Turfvaartlaan). De Kleine Aa baant zich een weg naar het noorden en creëert er openheid tussen de villa’s. De bosomgeving van De Greef is het enige loofbos in de gemeente (G.N.O.P., 1997) en is zowel landschappelijk, ecologisch als cultuurhistorisch waardevol. Bakens Een aantal elementen steekt boven de omgeving uit en is van ver zichtbaar. Ze fungeren als herkenningspunten of bakens op gemeentelijk niveau. Opvallend zichtbaar vanuit het open landbouwgebied zijn de kerktorens van Kalmthout (Dorp) en Nieuwmoer en de schouw van de voormalige melkerij in Achterbroek. De kerktoren van Achterbroek is kleiner dan de andere torens en minder opvallend. Op sommige plaatsen is het silhouet van de Bakkersmolen (grondgebied Wildert) zichtbaar. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Ten noorden van de Kalmthoutse dorpskern steekt de watertoren als een pion boven de bomen uit. De kerktorens van Heide en Heuvel en de uitkijktoren op de heide zijn in een meer gesloten omgeving gelegen en daardoor minder goed van veraf zichtbaar. Vanuit de omgeving Imkersweg - Beverdonkstraat is de brug van Noordeind (N122) over de spoorweg goed zichtbaar. Op wijk- en buurtniveau spelen markante gebouwen een rol als oriëntatiepunt. Voorbeelden zijn hoeve De Greef, Strijboshof, De Markgraaf, de stationsgebouwen van Kalmthout en Heide, verschillende villa’s en fin-desiècle woningen, ouderwetse bakstenen elektriciteitskabines enz. Door het open landschapsbeeld biedt het oosten van de gemeente de verste zichten. De omgeving van Darm, Marijnevenne, Handelaar en het gebied tussen Dorp en Achterbroek zijn plaatsen van waar hoger genoemde bakens van ver herkenbaar zijn. Randen Randen in het landschap begrenzen het zicht en/of vormen een concrete overgang tussen aan elkaar grenzende landschapstypen met verschillend karakter. Soms gaat het om strakke, quasi rechtlijnige harde randen, terwijl op andere plaatsen de overgang tussen open en gesloten landschap geleidelijker is en gevormd wordt door meer transparante, diffuse randen. Herkenbare harde randen zijn: − de oostgrens van Vogelenzang − de westgrens van het woonbos De Greef − de dichte bosrand van Steertse duinen en de openheid van Groenendries - 111 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout − − − − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte de beboste rand van het Klein Schietveld en de bedrijfsgebouwen in Bosduin N111 tussen de Kalmthoutse Heide en het woongebied ten oosten ervan de kern van Achterbroek (Roosendaalsebaan en Brasschaatsteenweg) de lintbebouwing langsheen Achterbroeksteenweg. Diffuse randen zijn: − de bebouwde oostelijke dorpsrand van Kalmthout − de linten en straatgehuchten in het open landbouwgebied. - 112 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte V. Taakstellingen en behoeften - 113 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1. Bijkomende woongelegenheden Het onderzoek naar de behoefte aan bijkomende woongelegenheden heeft tot doel de woningbouwprogrammatie te onderbouwen die in het richtinggevend gedeelte is opgenomen. Daarin zijn uitspraken opgenomen betreffende het al dan niet aansnijden van binnengebieden in het woongebied en woonuitbreidingsgebieden en de eventuele doelgroepen die worden beoogd. Daarbij moet worden uitgegaan van: − de aanwijzingen in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (de verdeling bijkomende woningen stedelijk gebied - buitengebied 60% 40%, voor Antwerpen verfijnd naar 65% - 35%) − de omzendbrief van 1997 omtrent de woonbehoeftestudies (methodiek en verwijzing naar de gesloten bevolkingsprognose als basis voor de behoeften in het buitengebied, aangewend voor eigen berekeningen) − het ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen (selectie van hoofddorpen en woonkernen en verdeling van bijkomende woningen op basis van Mira 2-projectie) − de omzendbrief voor de opmaak van de woningbouwprogrammatie als onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen. De aangegeven periodes lopen van 1 januari 1992 tot 1 januari 2007 (15 jaar), van 1 januari 2002 tot 1 januari 2007 (5 jaar) en van 1 januari 2007 tot 1 januari 2012 (5 jaar). Hoewel de omzendbrief met betrekking tot de opmaak van een woningbouwprogrammatie van de provincie voorziet dat de woningbehoefte op niveau van de volledige gemeente wordt berekend, wordt in Kalmthout sterk aangevoeld dat er in de woonkern Nieuwmoer een grotere behoefte aan bijkomende woningen zou bestaan dan gemiddeld elders in de gemeente. Dit sterke aanvoelen vraagt om onderbouwing of weerlegging. In de eerste plaats wordt daarom in de berekeningen ook telkens een berekening gemaakt voor de woonkernen van Achterbroek en Nieuwmoer. Tevens worden hiertoe een aantal socio-economische tendensen geschetst. 1.1. Aanbod op korte termijn (2002 - 2007) 1.1.1. Theoretisch aanbod Theoretisch aanbod in de hele gemeente tabel 21 aanbod bouwmogelijkheden voor woningbouw aanbod Op advies van de Afdeling Ruimtelijke Planning van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap heeft de gemeente de woonbehoeftestudie van 1998 niet meer afzonderlijk geactualiseerd en werd de actualisatie uitgevoerd als onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen geeft aan dat de behoefte moet worden berekend voor de periode 1992 - 2007. Gelet op het naderende einde van deze planperiode zijn echter ook berekeningen opgenomen voor de periode na 2007. - 114 - excl. incl. appartementen appartementen langs uitgeruste wegen in woongebied 509 565 in binnengebieden in woongebied 747 747 in goedgekeurde verkavelingen 729 729 in woonuitbreidingsgebied 261 261 potenties in woongebied 107 107 2.353 2.409 totalen bron: eigen telling op basis van digitale kadasterplannen (situatie 01/01/2002) ruimtelijk structuurplan Kalmthout Op basis van het overzicht van de vergunde verkavelingen en de daarin bebouwde loten en de feitelijke toestand van alle percelen in de verschillende soorten woongebieden werd voor de situatie per 1 januari 2002 een overzicht van de beschikbare gronden opgemaakt. Alle gronden waarvan thans juridisch een nieuwe bouwkavel zou kunnen worden gemaakt, zijn opgenomen in de inventaris. Onderstreept moet worden dat niet al deze potentiële kavels allemaal ooit zullen worden bebouwd maar in principe kan het voor elk van hen wel gebeuren. De inventaris verdeelt de beschikbare gronden in vijf categorieën. Voor elk van die categorieën wordt in de eerste kolom van tabel 21 het aantal bouwmogelijkheden aangegeven in de veronderstelling dat er alleen eengezinshuizen worden gebouwd. De tweede kolom geeft de raming inclusief een correctiefactor voor appartementen (1,11 68) weer. Deze factor is enkel van toepassing op percelen langs uitgeruste wegen, aangezien in goedgekeurde verkavelingen het aantal woningen vastligt, en voor de overige categorie uitgegaan wordt van een dichtheid van 15 woningen per ha. kaart 29 informatief gedeelte Theoretisch aanbod in Achterbroek en Nieuwmoer Onderstaande tabel geeft het aantal bouwmogelijkheden (incl. appartementen) aan op 01/01/2002 in Achterbroek en Nieuwmoer. tabel 22 aantal bouwmogelijkheden (incl. appartementen) 01/01/2002 in de kernen Achterbroek en Nieuwmoer op Achterbroek Nieuwmoer langs uitgeruste wegen in woongebied 68 36 in binnengebieden in woongebied 44 21 in goedgekeurde verkavelingen 143 65 in woonuitbreidingsgebied 193 68 - - 448 190 potenties in woongebied totalen bron: 69 In 2001 was 11% van de woningen een appartement. - binnengebieden in woongebied, woonuitbreidingsgebieden en potenties aanbod (incl. appartementen) 68 31 maart 2006 Voor 1.115 kavels (747 in binnengebieden in woongebied + 261 in woonuitbreidingsgebied + 107 potenties in woongebied 69) zijn een initiatief en een expliciete goedkeuring van de gemeente nodig (zoals het goedkeuren van een wegentracé) vereist. Deze gebieden zijn weergegeven op bijgevoegde kaart. Voor de 261 kavels (in woonuitbreidingsgebied) is bovendien een goedkeuring vanwege de hogere overheden noodzakelijk. In totaal zijn in de gemeente minstens 2.409 potentiële bouwkavels voor eengezinshuizen aanwezig: (565+747+107 =) 1.419 in de woongebieden, 729 in verkavelingen en naar schatting 261 in woonuitbreidingsgebieden. Thans liggen in de gemeente 2.041 bouwmogelijkheden juridisch vast (729 in goedgekeurde verkavelingen + 565 langs uitgeruste wegen + 747 in binnengebieden in woongebied). Zij kunnen op termijn voor een zeer groot deel op de markt komen en worden bebouwd. In principe kan dat onmiddellijk gebeuren zonder dat de hogere overheden hier veel vat op hebben. - eigen telling op basis van digitale kadasterplannen (situatie 01/01/2002) Het betreft twee binnengebieden in woongebied (nrs. 18 en 19 op kaart 20) waar thans bedrijven zijn gelegen. Na beëindiging van deze bedrijfsactiviteit kunnen deze als binnengebieden in woongebied worden ontwikkeld. - 115 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Ontwerpmatig onderzoek Voor een aantal binnengebieden in het woongebied en het woonuitbreidingsgebied in Nieuwmoer werden de potenties onderzocht aan de hand van ontwerpmatig onderzoek. Bijgevoegde kaarten zijn te beschouwen als ontwerpoefeningen met een louter illustratieve waarde. kaart 30 ontwerpoefening inrichting stationsomgeving Kalmthout kaart 31 ontwerpoefening inrichting omgeving gemeentehuis (centrum) kaart 32 ontwerpoefening inrichting binnengebieden GITOK II, Kerkeneind-west en centrum kaart 33 ontwerpoefening inrichting afwerkingsproject Nieuwmoer 1.1.2. Vrijkomend juridisch aanbod − betekent dit (69% van 729 =) 251 woningen in verkavelingen die op de markt komen. In een periode van tien jaar zullen ongeveer 30% van alle juridisch beschikbare woningbouwmogelijkheden in woongebied op de markt komen en/of worden bebouwd. Omgerekend voor de periode 20022007 (dus 15% want 5 jaar in plaats van 10 jaar) betekent dit ongeveer 197 vrijkomende kavels (op een totaal aanbod langs uitgeruste wegen en in binnengebieden in woongebied van 565 + 747 = 1.312), waarvan 85 percelen langs uitgeruste wegen. Indien de in de gemeente sinds 1998 ingevoerde bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés gehandhaafd blijft, zullen naar verwachting (251 in goedgekeurde verkavelingen + 85 langs uitgeruste wegen =) 336 percelen op de markt komen tijdens de periode 2002 - 2007. Indien deze bewarende maatregel niet gehandhaafd blijft, wordt het aantal percelen dat tijdens de periode 2002 - 2007 op de markt komt geraamd op (251 in goedgekeurde verkavelingen + 197 langs uitgeruste wegen én in binnengebieden in woongebied =) 448 percelen. Vrijkomend juridisch aanbod in de hele gemeente Niet alle juridisch beschikbare bouwgronden in de gemeente zullen tijdens de eerstvolgende jaren daadwerkelijk op de markt komen. Vrijkomend juridisch aanbod in Achterbroek en Nieuwmoer Voor de berekening van het vrijkomend juridisch aanbod worden volgende hypotheses gehanteerd. − Voor de onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen wordt aangenomen dat de realisatiegraad (69%) tijdens de komende tien jaar dezelfde blijft als de realisatiegraad van de afgelopen 10 jaar (periode 1992 - 2002). Voor de periode 2002 - 2007 (5 in plaats van 10 jaar) Dezelfde hypothese worden gehanteerd ten opzichte van het respectievelijk juridische aanbod. − Voor de onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen wordt aangenomen dat de realisatiegraad (69%) tijdens de komende tien jaar dezelfde blijft als de realisatiegraad van de afgelopen 10 jaar (periode 1992 - 2002). Voor de periode 2002 - 2007 (5 in plaats van 10 jaar) betekent dit dat er in verkavelingen: • in Achterbroek: 49 vrijkomende woningen - 116 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout in Nieuwmoer: 22 vrijkomende woningen In een periode van tien jaar zullen ongeveer 30% van alle juridisch beschikbare woningbouwmogelijkheden in woongebied op de markt komen en/of worden bebouwd. Omgerekend voor de periode 20022007 (5 jaar in plaats van 10 jaar) betekent dit: • in Achterbroek: 16 vrijkomende kavels, waarvan 10 percelen langs uitgeruste wegen • in Nieuwmoer: 9 vrijkomende kavels, waarvan 6 percelen langs uitgeruste wegen. • − 1.1.3. Bijkomende mogelijkheden binnen de huidige voorraad In Kalmthout is geen overtollige leegstand 70 aanwezig. Het mobiliseren van de leegstand biedt dus geen mogelijkheden om bijkomende woningen te voorzien zonder nieuwe gronden aan te snijden. Een beter gebruik van bestaande woningen, naargelang de gezinsgrootte, is een tweede mogelijkheid. Door het voorzien van kleinere woningen van verschillende prijsklassen kunnen waarschijnlijk heel wat alleenstaanden of bejaarde koppels worden aangezet om hun te groot geworden huis te verlaten. Door verkoop of verhuur zouden zo woningen voor gezinnen vrijkomen. Hierover bestaat echter geen cijfermateriaal. 70 Overtollige leegstand is het saldo van het aantal leegstaande woningen - 2,5% vervangingsleegstand (leegstand noodzakelijk om verhuizingen te kunnen opvangen). In de gemeente zijn er 19 woningen opgenomen op de lijst leegstand. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1.2. Behoefte op korte termijn (2002 - 2007) 1.2.1. Behoefteraming provincie Antwerpen In de eerste plaats wordt voor het bepalen van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden uitgegaan van de prognose die de provincie Antwerpen maakte in haar omzendbrief 71 op basis van de Mira 2-projectie en het eventuele surplus, te voorzien omwille van de selectie van Kalmthout in het R.S.P.A. als een gemeente met een structuurondersteunend hoofddorp. Uit de omzendbrief kunnen volgende cijfers worden afgeleid. − De provincie Antwerpen raamt de behoefte aan bijkomende woongelegenheden in Kalmthout voor de periode 1991 - 2007 op 1.075 woningen. − Omwille van de selectie van Kalmthout als een gemeente met een structuurondersteunend hoofddorp I mag deze taakstelling worden vermeerderd met een surplus van maximum 20%. Het aantal bijkomende woongelegenheden voor de periode 1991 - 2007 bedraagt bijgevolg minimum 1.075 woningen en maximum (+20%) 1.290 woningen. Conclusie: na aftrek van de inmiddels gerealiseerde woningen (gerealiseerd tussen 1991 - 2002) blijven er nog (1.075 - 931 à 1.290 - 931 =) 144 à 359 woningen te voorzien voor de periode 2002 - 2007. 71 Omzendbrief voor de opmaak van de woningbouwprogrammatie als onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. - 117 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1.2.2. Behoefte op korte termijn volgens gesloten bevolkingsprognose (eigen berekening) Behoefte op de korte termijn in de hele gemeente kernen in 1992. Vervolgens wordt het aantal reeds gerealiseerde woningen per kern afgetrokken van de behoefte. tabel 23 72 Ter controle worden de uit de Mira 2-projectie geraamde behoeften getoetst aan de behoefte aan bijkomende woongelegenheden berekend volgens een gesloten bevolkingsprognose op basis van de door AROHM (Afdeling ARP) gehanteerde parameters. Uit de berekening komen volgende cijfers naar voor. − Het aantal inwoners daalt tijdens de planperiode (1992 - 2007) van 17.372 naar 17.155. − De gemiddelde gezinsgrootte daalt ook in diezelfde periode van 2,87 naar 2,56. Hieruit volgt een behoefte aan 6.701 woningen tegen 2007, dit is 1.317 meer dan in 1991 (inclusief frictie, na aftrek leegstand). Conclusie: na aftrek van de inmiddels gerealiseerde woningen (gerealiseerd tussen 1991 - 2002) blijven er nog (1.317 - 931 =) 386 woningen te voorzien voor de periode 2002 - 2007. Behoefte op korte termijn in Achterbroek en Nieuwmoer In de gemeente Kalmthout is er in totaal een behoefte aan 1.317 bijkomende woningen voor de periode 1992-2007 (volgens eigen berekening). Deze behoefte wordt verdeeld à rato het aantal inwoners in de 72 - 118 - De provincie beoordeelt de woningbouwprogrammatie in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan evenwel enkel aan de hand van de Mira 2-projectie. raming behoefte op korte termijn in Achterbroek en Nieuwmoer (heel) Kalmthout Achterbroek Nieuwmoer aantal inwoners 1992 16.344 1927 1950 aandeel in de gemeente 100 % 11,79 % 11,93 % behoefte 1.317 155 157 reeds gerealiseerd 1992-2002 931 131 109 saldo 386 24 48 bron: eigen berekening Conclusie: de geactualiseerde behoefte (periode 2002-2007) bedraagt voor de kern Achterbroek 24 woningen en voor de kern Nieuwmoer 48 woningen. 1.2.3. Volkshuisvestingsbehoeften en behoefte aan bijkomende woningen voor bijzondere doelgroepen De volkshuisvestingsbehoefte en de behoefte aan bijkomende woningen voor bijzondere doelgroepen (service-flats, woningen voor minder-validen enz.) maakt integraal deel uit van de hiervoor op twee wijzen berekende behoefte aan bijkomende woningen. Reeds bij de aanvang van het planningsproces stond vast dat de gemeente Kalmthout een beduidende achterstand heeft op het vlak van volkshuisvesting. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Aanwezigheid van en bouwactiviteit voor sociale huisvesting in Kalmthout Op 1 januari 2004 waren er in Kalmthout 27 (gerealiseerde) sociale huurwoningen (22 woningen en 5 appartementen) 73, 94 (verkochte en te koop aangeboden) sociale koopwoningen 74 en 38 sociale kavels 75. Dit betekent dat in de totale woningvoorraad van de gemeente Kalmthout (ten opzichte van het aantal woningen in 1991) de sociale huurwoningen een aandeel van 0,49 % innemen. Dit aandeel in de voorraad ligt erg veel lager dan het gemiddelde van 5,87 % in Vlaanderen. Het aandeel van de sociale koopwoningen (1,73%) ligt eveneens heel wat lager dan het gemiddelde in Vlaanderen (4,97%). Het aandeel van sociale kavels (0,70%) ligt dan juist weer hoger dan het gemiddelde in Vlaanderen (0,31%). Taakstelling vanuit het R.S.P.A. (2002 - 2007) In het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Antwerpen worden richtlijnen gegeven voor de beoordeling van de woningbouwprogrammatie in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De richtlijnen zijn gebaseerd op de ligging van de gemeenten (in stedelijk gebied versus in buitengebied) en op het huidig aandeel van de sociale woningen (huur- en koopwoningen samen). Het actueel aanbod aan sociale huurwoningen (die aanwezig zijn) en aan koopwoningen (die ooit zijn verkocht) samen, uitgedrukt als percentage van het totaal aantal woningen in 1991 (N.I.S.woningtelling), wordt in elke gemeente vergeleken met het Vlaams 73 74 75 Gegevens sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning cvba. Waarvan 70 sociale koop woningen in Kalmthout-centrum in Verbiststraat, Meester Vorsselmanslaan en E. De Bomlaan, en 19 sociale koopwoningen gepland (maar nog niet in aanbouw) in het binnengebied Draka Polva in Kalmthout - Heide. Roerdomp te Nieuwmoer. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte gemiddelde. Dat bedraagt 5,87% voor sociale huurwoningen en 4,97% voor sociale koopwoningen, zijnde 10,84% in totaal of vereenvoudigd 10% (cijfers eind 1997). Ten opzichte van een Vlaams gemiddelde van 10,84% bedraagt het aantal sociale huur- en koopwoningen in Kalmthout slechts (0,49% + 1,73% =) 2,22%. Indien een gemeente minder dan 5% sociale woningen in haar woningvoorraad heeft, zoals Kalmthout, dan zou minimaal 15% en maximaal 25% van het totaal aantal bijkomende woningen uit sociale woningen moeten bestaan. Deze regel geldt zowel voor gemeente in het buitengebied als voor gemeenten in het stedelijk gebied. Rekening houdend met de taakstelling van Kalmthout als structuurondersteunend hoofddorp type I betekent dit dat er binnen de huidige planperiode (tot 2007) minimum 54 en maximum 90 sociale huur- en koopwoningen dienen gerealiseerd 76. 1.3. Vergelijking aanbod en behoefte op korte termijn (2002 - 2007) Vergelijking aanbod en behoefte op korte termijn voor de hele gemeente Onderstaande tabel geeft een overzicht van behoeften en aanbod weer. 76 Vergelijk ook met het aantal kandidaat-huurders op de wachtlijst van de sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning, die 97 Kalmthoutse gezinnen telt. - 119 - informatief gedeelte Zoals hoger aangegeven dienen binnen de bijkomend te ontwikkelen gebieden (binnengebieden in woongebied, woonuitbreidingsgebied, andere gebieden) minimum 54 sociale huur- en koopwoningen gerealiseerd, of de volledige omvang van buiten het vrijkomend aanbod te realiseren woningen. 77 - 120 - Dit neemt niet weg dat op niveau van de woonkernen ook voldaan moet kunnen worden aan de behoefte geraamd vanuit een gesloten bevolkingsprognose. In de woningbehoeftestudie uit 1998 bleek dit zeker het geval in Nieuwmoer. maximale behoefte berekening provincie - vrijkomend aanbod berekening behoefte eigen - vrijkomend aanbod excl. binnengebieden Op niveau van de gemeente 77 kan de aansnijding van gebieden buiten het woongebied (ook gebieden in woonuitbreidingsgebied) niet kwantitatief worden verantwoord en is dit in elk geval enkel mogelijk wanneer dit kadert binnen de gewenste ruimtelijke structuur (in een kernversterkend beleid) zoals afgewogen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces. vergelijking aanbod en behoeften aan bijkomende woongelegenheden (2002 - 2007) in de hele gemeente maximale behoefte tabel 24 berekening provincie Uit de confrontatie van de behoefte aan bijkomende woningen met het vrijkomend aanbod langs uitgeruste wegen en in goedgekeurde verkavelingen (exclusief binnengebieden) blijkt dat er - bij handhaving van de bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés - een tekort aan bijkomende woongelegenheden is, dat (naargelang de berekeningswijze) varieert van 23 woningen tot 50 woningen. Wanneer voornoemde bewarende maatregel niet wordt gehandhaafd, is er geen enkele behoefte om van overheidswege gebieden aan te snijden. De gemeente heeft dan dus (vrijwel) geen mogelijkheden ter realisatie van sociale en betaalbare woningen. berekening - behoefte eigen 31 maart 2006 2002-2007 - vrijkomend aanbod ruimtelijk structuurplan Kalmthout 336 386 359 448 386 359 -50 (tekort) -23 (tekort) incl. binnengebieden bron: 62 (overschot) 89 (overschot) eigen berekening Conclusies: − er is een kleine behoefte (23 tot 50 woningen tot 2007) om binnengebieden in het woongebied aan te snijden door verkavelingen met nieuwe wegentracé’s goed te keuren; prioriteit gaat daarbij naar kernversterkende initiatieven met een sociale doelstelling − er is (op niveau van de hele gemeente) geen behoefte om woonuitbreidingsgebieden noch andere gebieden buiten woongebied aan te snijden of te herbestemmen. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Vergelijking aanbod en behoefte op korte termijn voor Achterbroek en Nieuwmoer - behoefte vrijkomend aanbod behoefte 2002-2007 vergelijking aanbod en behoeften aan bijkomende woongelegenheden (2002 - 2007) in Achterbroek en Nieuwmoer vrijkomend aanbod tabel 25 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1.4. Aanbod op middellange termijn (2007 - 2012) Aangezien de planhorizont uit het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen erg dichtbij komt (2007) werd de noodzaak aan een behoefteraming van het aantal woningen op iets langere termijn (tot 2012) aangevoeld. Om een beeld te bekomen van de behoefte aan bijkomende woningen op middellange termijn wordt een gesloten bevolkingsprognose voor de periode vanaf 2007 tot 2012 berekend. Eerst nog wordt het aanbod in 2007 geraamd (dit is immers nog niet bekend). De confrontatie tussen de behoefte bij een gesloten bevolkingsprognose en het juridisch vrijkomend aanbod in de periode vanaf 2007 tot 2012 levert een indicatie van de behoefte aan bijkomende woningen op middellange termijn. Achterbroek excl. binnengebieden 60 24 36 (overschot) incl. binnengebieden 65 24 41 (overschot) excl. binnengebieden 28 48 -20 (tekort) incl. binnengebieden 31 48 -17 (tekort) Nieuwmoer bron: eigen berekening Conclusie: uit de vergelijking van het vrijkomend aanbod en behoefte blijkt dat er in Achterbroek steeds een overschot is (minimum 36 woningen) en in Nieuwmoer minimum een behoefte is van 17 bijkomende woningen. Hiertoe kan de gemeente het woonuitbreidingsgebied beperkt aansnijden (op voorwaarde dat er een excentrisch gelegen niet uitgerust woongebied voor de lange termijn wordt gereserveerd). Deze ramingen zijn indicatief, aangezien zij gekoppeld moeten worden aan nieuwe behoefteramingen inzake bijkomende woningen die mogelijk als gevolg van de herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen worden meegegeven. 1.4.1. Theoretisch aanbod op de middellange termijn Theoretisch aanbod op middellange termijn in de hele gemeente Het aanbod in 2007 is nog niet bekend. Uit de berekening van het vrijkomend aanbod in de periode van 01/01/2002 (datum van de telling) tot 01/01/2007 blijkt dat er - mits handhaving van de bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés: − vermoedelijk 252 onbebouwde kavels in goedgekeurde verkavelingen worden bebouwd − vermoedelijk 85 onbebouwde percelen in woongebied langs uitgeruste wegen zouden worden bebouwd. - 121 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Dit maakt dat op 01/01/2007 er nog: − 729 - 252 = 477 onbebouwde kavels zullen zijn in goedgekeurde verkavelingen − 565 - 85 = 480 onbebouwde percelen zullen zijn in woongebied langs uitgeruste wegen. Theoretisch aanbod op middellange termijn in Achterbroek en Nieuwmoer Het aanbod in 2007 is nog niet bekend. Uit de berekening van het vrijkomend aanbod in de periode van 01/01/2002 (datum van de telling) tot 01/01/2007 blijkt dat er - mits handhaving van de bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés: − in goedgekeurde verkavelingen vrijkomen: • in Achterbroek: 49 woningen • in Nieuwmoer: 22 woningen − langs uitgeruste wegen vrijkomen: • in Achterbroek: 10 percelen • in Nieuwmoer: 6 percelen. Dit maakt dat er op 01/01/2007: − in Achterbroek: • nog (143 - 49 =) 91 onbebouwde kavels zullen zijn in goedgekeurde verkavelingen • nog (68 - 10 =) 58 onbebouwde percelen zullen zijn in woongebied langs uitgeruste wegen − in Nieuwmoer: • nog (65 - 22 =) 43 onbebouwde kavels zullen zijn in goedgekeurde verkavelingen • nog (36 - 6 =) 30 onbebouwde percelen zullen zijn in woongebied langs uitgeruste wegen. - 122 - 1.4.2. Raming van het vrijkomend aanbod in de periode 2007 - 2012 Raming van het vrijkomend aanbod in de periode 2007 2012 in de hele gemeente Het vrijkomend aanbod in de periode van 01/01/2007 tot 01/01/2012 in de hele gemeente wordt berekend op dezelfde wijze als voor de korte termijn en wordt geraamd op: − in goedgekeurde verkavelingen (69% op 10 jaar, 34,5% op 5 jaar van 477 =): 165 percelen − op onbebouwde percelen langs uitgeruste weg (30% op 10 jaar; 15% op 5 jaar van 480 =): 72 percelen. In totaal komen dus (165 + 72 =) 237 percelen vrij op markt (en worden bebouwd) in de periode 01/01/2007 - 01/01/2012 (indien de bestaande bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés wordt gehandhaafd). Indien de bestaande bewarende maatregel wordt opgeheven komen bovenop dit vrijkomend aanbod nog eens 224 woningen extra vrij op de markt (voor de periode 2002 - 2012). Hierbij wordt van uitgegaan dat van de 747 bouwmogelijkheden in binnengebieden in woongebied 30% op een periode van 10 jaar kan worden gerealiseerd. Raming van het vrijkomend aanbod in de periode 2007 2012 in Achterbroek en Nieuwmoer Mits behoud van de bewarende maatregel wordt het vrijkomend aanbod in de periode van 01/01/2007 tot 01/01/2012 wordt geraamd op: − in Achterbroek, in totaal 100 woningen waarvan: • in goedgekeurde verkavelingen (69% op 10 jaar, 34,5% op 5 jaar van 91 =): 31 woningen ruimtelijk structuurplan Kalmthout langs uitgeruste wegen (30% op 10 jaar; 15% op 5 jaar van 58 =): 9 woningen in Nieuwmoer, in totaal 20 woningen waarvan: • in goedgekeurde verkavelingen (69% op 10 jaar, 34,5% op 5 jaar van 43 =): 15 woningen • langs uitgeruste wegen (30% op 10 jaar; 15% op 5 jaar van 30 =): 5 woningen. • − Indien de bestaande bewarende maatregel wordt opgeheven komen bovenop dit vrijkomend aanbod (voor de periode 2002 - 2012) nog eens extra vrij op de markt: − 7 woningen in Achterbroek − 3 woningen in Nieuwmoer. Hierbij wordt er van uitgegaan dat 30% van de bouwmogelijkheden in binnengebieden in woongebied op een periode van 10 jaar kan worden gerealiseerd (15% in een periode van 5 jaar). 1.4.3. Potenties buiten de huidige voorraad Bij de opmaak van een B.P.A. voor de omgeving van een bestaande bedrijfssite in de kern van Achterbroek, slachthuis en vleesverwerkend bedrijf Noordvlees - Van Gool NV, wordt voor de ganse site een nabestemming als woongebied voorzien. Aangezien het bedrijf zijn milieuvergunning nog heeft verlengd tot 28 februari 2007 en thans de voorbereidingen treft voor een volgende verlenging, mag in alle redelijkheid worden aangenomen dat deze potentie zeker niet voor 2007 zal vrijkomen. kaart 34 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Bijgevoegde kaart is te beschouwen als een ontwerpoefening met een louter illustratieve waarde. 1.5. Behoefte op middellange termijn (2007 2012) Behoefte op middellange termijn voor de hele gemeente Om een beeld te bekomen van de behoefte aan bijkomende woningen op middellange termijn wordt een gesloten bevolkingsprognose berekend voor de periode vanaf 2007 tot 2012. De bevolkingspiramide van 01/01/2007 is echter nu nog niet bekend. Daarom wordt vertrokken van de bevolkingspiramide van 2002 (totale bevolking = 17.373). De bevolking zou volgens een gesloten bevolkingsprognose stijgen tot 18.063 begin 2012 en de gemiddelde gezinsgrootte daalt naar schatting verder tot 2,44. Combinatie van deze twee gegevens maakt dat er begin 2012 naar schatting 7.403 gezinnen in de gemeente zullen zijn, 974 gezinnen meer dan in 2002. Met frictieleegstand bedraagt de behoefte 998 woningen voor de periode 2002 - 2012. Herleid naar de periode 01/01/2007 - 01/01/2012 (5 jaar in plaats van 10 jaar) bedraagt de behoefte 499 woningen. Van deze behoefte maken 75 tot 125 sociale huur- en koopwoningen (15% tot 25%) deel uit. Behoefte op middellange termijn voor Achterbroek en Nieuwmoer De behoefte bij een gesloten bevolkingsprognose (cfr. vorig punt in de tekst) wordt op basis van het aantal inwoners in 2002 verdeeld over de kernen Achterbroek en Nieuwmoer. ontwerpoefening inrichting nabestemming slachthuisterrein Van Gool te Achterbroek - 123 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 26 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte raming behoefte op middellange termijn in Achterbroek en Nieuwmoer Kalmthout Achterbroek aantal inwoners 2002 17.403 2.174 2.017 aandeel in de gemeente 100 % 12,49 % 11,59 % 1.499 62 58 behoefte 2007-2012 bron: Nieuwmoer eigen berekening 1.6. Vergelijking aanbod en behoefte op middellange termijn (2007 - 2012) 1.6.1. Met handhaving van de bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés Conclusie: het tekort bedraagt (499 - 237 =) 262 woningen voor de periode 2007 - 2012. Van deze behoefte maken 75 tot 125 sociale huuren koopwoningen deel uit, of meer dan een vierde tot bijna de helft van het tekort. Daarbij wordt uitgegaan van de invulling van de behoefte op korte termijn. Wanneer er op korte termijn meer woningen bijkomen dan het aantal woningen om aan de behoefte op korte termijn te voldoen, dan moet het verschil in mindering worden gebracht op voornoemd tekort op de middellange termijn van 262 woningen. Voor Achterbroek en Nieuwmoer tabel 28 Voor de hele gemeente tabel 27 vergelijking aanbod en behoefte (2007-2012) mét handhaving bewarende maatregel in de hele gemeente vrijkomend aanbod 2007-2012 + 237 behoefte 2007-2012 - 499 saldo Achterbroek Nieuwmoer vrijkomend aanbod 2007-2012 + 41 + 20 overschot aanbod 2002-2007 + 36 0 behoefte 2007-2012 - 62 - 58 + 15 (overschot) - 38 (tekort) saldo - 262 (tekort) bron: bron: eigen berekening eigen berekening Uit de vergelijking tussen het aanbod en de berekeningen van de behoefte op middellange termijn blijkt dat bij handhaving van de bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés het vrijkomend juridisch aanbod maar een deel van de behoefte (ongeveer de helft) kan opvangen. Er moeten dus (delen van) binnengebieden worden aangesneden om het tekort op te vangen. - 124 - vergelijking aanbod en behoefte (2007-2012) mét handhaving bewarende maatregel in Achterbroek en Nieuwmoer Uit de vergelijking van het vrijkomend aanbod en de behoefte tussen 2007-2012 blijkt dat er: − in Achterbroek nog steeds een overschot bestaat − in Nieuwmoer een nieuwe behoefte aan 38 bijkomende woningen bestaat. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Conclusie: − voor Achterbroek kan geen aansnijding van gebieden buiten de woongebieden worden verantwoord − voor het opvangen van de woningbouwbehoefte op de langere termijn in Nieuwmoer een verdere gefaseerde aansnijding van binnengebieden in woongebied of het woonuitbreidingsgebied mogelijk is. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Merk op dat de mogelijkheden tot realisatie van sociale huur- en koopwoningen bij volledige opheffing van de bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés drastisch zouden slinken en de taakstelling aan sociale huur- en koopwoningen (minimum 75 woningen) zelfs niet meer realiseerbaar zou zijn. Bovendien zou de gemeente bij opheffing van deze bewarende maatregel weinig vat hebben op de plaats waar de bijkomende woningen worden gerealiseerd. 1.6.2. Zonder handhaving van de bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés Voor Achterbroek en Nieuwmoer Voor de hele gemeente tabel 29 vergelijking aanbod en behoefte periode 2007-2012 zonder handhaving bewarende maatregel in de hele gemeente vrijkomend aanbod 2007-2012 behoefte 2007-2012 saldo bron: tabel 30 vergelijking aanbod en behoefte periode 2007-2012 zonder handhaving bewarende maatregel in Achterbroek en Nieuwmoer (237 + 224 = ) + 461 - 499 - 38 (tekort) eigen berekening Conclusie: uit de vergelijking tussen het aanbod en de berekeningen van de behoefte op middellange termijn blijkt dat het vrijkomend juridisch aanbod slechts een klein gedeelte van de behoefte niet kan opvangen. Er moeten dus extra (delen van) binnengebieden worden aangesneden om het tekort op te vangen. Het tekort bedraagt 38 woningen voor de periode vanaf 2007 tot 2012. vrijkomend aanbod 2007-2012 Achterbroek Nieuwmoer (41 + 7 =) + 48 (20 + 3 =) + 23 overschot aanbod 2002-2007 + 36 0 behoefte 2007-2012 - 62 - 58 + 22 (overschot) - 35 (tekort) saldo bron: eigen berekening Conclusie: Ook zonder handhaving van de bewarende maatregel (met aansnijding van binnengebieden) blijkt er op de middellange termijn een tekort in Nieuwmoer. Daarbij wordt uitgegaan van de invulling van de behoefte op korte termijn. Wanneer er op korte termijn meer woningen bijkomen dan het aantal woningen om aan de behoefte op korte termijn te voldoen, dan moet het verschil in mindering worden gebracht op voornoemd tekort op de middellange termijn van 38 woningen. - 125 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1.7. Enkele relevante socio-economische gegevens en tendensen met betrekking tot Nieuwmoer 1.7.1. Bevolkingssamenstelling De behoefte aan een betaalbaar wooninitiatief in Nieuwmoer in functie van het behoud van de leefbaarheid van deze woonkern wordt tevens onderbouwd vanuit een aantal socio-economische gegevens en tendensen. De laatste 5 jaar (cijfers 1997-2002) steeg het aantal gezinshoofden (en dus gezinnen) zeer sterk (+38) in relatie tot de beperkte aangroei van inwoners (slechts +8), het gevolg van een sterke gezinsverdunning, vermoedelijk in grote mate te wijten aan een sterke vergrijzing. Het aandeel 60-plussers in Nieuwmoer neemt namelijk sneller toe dan in de rest van de gemeente en groeit dit toe naar het gemeentelijk gemiddelde, wat duidt op een forse vergrijzing van de bevolking in deze dorpskern (van 15,5 in Nieuwmoer en 18,5 in heel Kalmthout in 1992 naar 19,3 in Nieuwmoer en 20,4 voor heel Kalmthout in 2002). Uit de bevolkingsloop blijkt ook een sterke uitwijking van de in 1992 20jarigen, die moeilijk een eigen woning kunnen verwerven in Nieuwmoer. De schoolbevolking nam in de loop der jaren gestaag af van 262 kinderen in het basisonderwijs in 1992 naar 213 kinderen in 2002. 1.7.2. Aantal woningen en sociale woningen Het aantal gerealiseerde woongelegenheden gedurende het laatste decennium is aan de lage kant op een bevolkingsaantal van ongeveer 2000 inwoners (in totaal 109 woningen in de periode 1992-2002). - 126 - In het verleden werd de natuurlijke bevolkingsaangroei opgevangen in: − een particuliere verkaveling met een 70-tal bouwkavels begin jaren zestig (‘De nieuwe wijk’) − een verkaveling op initiatief van de gemeente met een 40-tal bouwkavels halverwege de jaren tachtig (‘De Roerdomp’) De eerste was voldoende om de naoorlogse generatie de mogelijkheid te geven om in Nieuwmoer te blijven wonen. De bouwers binnen de tweede verkaveling waren veelal kinderen van de generatie die eerder woningen bouwde in de verkaveling van de jaren zestig. Sinds ook de kinderen van deze generatie op zoek zijn gaan naar een eigen woning en mede door de gevolgen van de inwijking - zowel vanuit de aanpalende gemeenten alsook vanuit Nederland - is de druk op de bestaande woningen en beschikbare bouwgronden verhoogd. Ook grondspeculatie heeft dit in de hand gewerkt. Dit alles leidt tot de vaststelling dat de prijzen van bestaande woningen en beschikbare gronden ook hier spectaculair zijn gestegen de laatste tien jaar. De bestaande woningenvoorraad en enkele zeer kleinschalige particuliere verkavelingsprojecten langs de uitgeruste wegen (restpercelen) hebben/ kunnen de huidige behoefte aan bijkomende woningen niet (kunnen) opvangen. Ook is er in Nieuwmoer in het verleden geen enkel initiatief geweest met betrekking tot sociale huisvesting en er zijn geen sociale koop of huurwoningen. Voor een deel is dit uiteraard ook te verklaren door de twee bovengenoemde meer omvangrijke verkavelingen, die de behoefte aan betaalbare woningen hebben opgevangen. De oudste verkaveling bestond grotendeels uit kleinere percelen - veelal voor halfopen bebouwing - en de percelen van de tweede verkaveling werden verkocht door de gemeente aan zeer betaalbare tarieven. ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1.7.3. Voorzieningenniveau Het voorzieningenniveau daalt bij gebrek aan voldoende draagvlak. Eén van de twee vestigingen van de basisschool in Nieuwmoer (voormalige jongensschool en meisjesschool die na de doorvoering van het gemengd onderwijs eind jaren ’80 beide in gebruik bleven) werd eind jaren ’90 buiten gebruik gesteld als school (thans in gebruik als buitenschoolse kinderopvang, een jeugdhuis en - zeer beperkt - lokalen voor het plaatselijk verenigingsleven). − Het dalende voorzieningenniveau laat zich ook op andere vlakken voelen. − Het plaatselijk postkantoor werd enkele jaren geleden gesloten. − De plaatselijke uitleenpost van de openbare bibliotheek wordt enkel nog zeer beperkt opengehouden in functie van schoolbezoeken. − De zitdag (in de voormalige school) van de Christelijke Mutualiteit werd afgeschaft; aangesloten leden kunnen enkel nog post deponeren in een speciale postbus. − De buitenschoolse kinderopvang zal bij de aanvraag tot hernieuwing van de erkenning het aantal kinderen beperken. − Heel wat handelszaken en cafés zijn de laatste jaren gesloten. De panden waarin deze zaken waren gevestigd werden verbouwd tot enkel woongelegenheid. − Ook de ledenaantallen van de diverse verenigingen neemt gestaag af. - 127 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 2. Bijkomende ruimte voor bedrijvigheid 2.1. Aanbod Het gebied in Blikstraat bestrijkt drie percelen. Er is geen bedrijf gelokaliseerd. tabel 31 realisatiegraad bedrijventerreinen naam oppervlakte totaal Overzicht gerealiseerd opmerking / bestemming nietgerealiseerd kaart 35 realisatiegraad bedrijventerreinen volgens plannen van aanleg In Kalmthout zijn vijf bedrijventerreinen aangegeven op het gewestplan (zie ook kaart 6). Het gebied Draka Polva werd bij B.P.A. herbestemd. De overige terreinen zijn weergegeven in tabel 31. bedrijvenzones volgens gewestplan - (gedeelten) niet verfijnd/herbestemd door B.P.A. Bosduin 33,0 ha 33,0 ha 0 ha gebied voor ambach- (Kalmthout) De Rijkmaker telijke bedrijven of K.M.O. 33,4 ha 6,4 ha 27,0 ha gebied voor milieu- (Nieuwmoer) De oppervlakte voor ambachtelijke bedrijven en K.M.O. in de gemeente bedraagt volgens het vigerende gewestplan ca. 65 ha (ca. 1,1% van de totale gemeentelijke oppervlakte). Voor milieubelastende industrieën is dit ca. 40 ha (ca. 0,7%). Van Gool 1,0 ha 1,0 ha 0,0 ha gebied voor milieu- (Achterbroek) belastende industrieën (B.P.A. in opmaak) Blikstraat Het zuidelijk deel van het gebied Bosduin werd reeds aangesneden in het kader van de economische expansie in het begin van de zeventiger jaren, vóór de uiteindelijke goedkeuring van het gewestplan. Een aantal bedrijven liggen op de rand van dit gebied, gedeeltelijk in natuurgebied. belastende industrieën 0,3 ha 0,0 ha 0,3 ha gebied voor ambach- (Nieuwmoer) telijke bedrijven of K.M.O. bedrijvenzone volgens B.P.A. Bosduin 28,1 ha 13,5 ha 14,6 ha fase 1 gerealiseerd; (Kalmthout) Slechts een deel van het gebied Rijkmaker, ten oosten van Essensteenweg is aangesneden. Het gebied langs de steenweg werd eerder verkaveld voor woningbouw, maar door specifieke verkavelingswijzigingen werd het gebruik van de percelen voor bedrijvigheid mogelijk gemaakt. totalen 95,8 ha bron: Voor het gebied Slachthuis Van Gool en omgeving is een B.P.A. in opmaak (definitief vastgesteld in de gemeenteraad op 28/04/2005). - 128 - fase 2 in uitvoering 53,9 ha 41,9 ha eigen berekening Het B.P.A. nr. 3 Bosduin vormt een verfijning van de K.M.O.-bestemming volgens het gewestplan in functie van verdere ontwikkeling van het K.M.O.-gebied ten noorden van Franse Weg. De begrenzing van de ruimtelijk structuurplan Kalmthout K.M.O.-zone werd aangepast rekening houdend met de natuurlijke waarde van de aangrenzende percelen (cfr. Biologische Waarderingskaart) en de eigendomsstructuur. Ze beslaat slechts een deel van het gelijknamige gebied bestemd door het gewestplan. De vooropgestelde realisatie van het B.P.A. is in uitvoering. De gemeente is verkopende eigenaar van de gronden. Het B.P.A. beslaat een totale oppervlakte van ca. 28,1 ha. Het aansnijden van de terreinen verloopt gefaseerd. De eerste uitvoeringsfase omvatte een totale oppervlakte van ca. 11,5 ha. Zo ’n 2 ha. werden (nog) niet verkocht. Een nieuwe uitvoeringsfase, met een oppervlakte van ca. 8,3 ha is thans in uitvoering. De terreinen worden aan de kandidaat-kopers toegewezen op basis van een aantal algemene, objectieve toewijzingscriteria. Primaire criteria vormen hierbij de noodzaak tot herlokalisatie van zonevreemde bedrijven in de ruime zin van het woord en de perspectieven op de creatie van lokale tewerkstelling. Eén van de concepten voor de ontwikkeling van het bedrijvenpark omvat de realisatie van een ‘mini-bedrijvenpark’ of een ‘bedrijvencluster’ voor kleinere bedrijven. Een eerste bedrijvencluster, met een totale oppervlakte van ca. 0,9 ha, goed voor de vestiging van 10 kleinere bedrijven werd inmiddels gerealiseerd. Andere bedrijven worden op basis van de toewijzingscriteria opgedeeld in drie categorieën. Ontwerpmatig onderzoek Voor de lokatie De Rijkmaker werden de potenties onderzocht aan de hand van ontwerpmatig onderzoek. kaart 36 ontwerpoefening Rijkmaker inrichting lokaal bedrijventerrein De - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Bijgevoegde kaart is te beschouwen als een ontwerpoefening met een louter illustratieve waarde. 2.2. Behoeften 2.2.1. Behoeften van de zonevreemde bedrijven Vanuit de evaluatie van de bedrijven die theoretisch in aanmerking komen voor het sectoraal B.P.A. kan een eerste raming worden gemaakt van de ruimtebehoefte van zonevreemde bedrijven in de gemeente. Uit de voorstudie voor het sectoraal B.P.A. blijkt dat in totaal voor 14 bedrijven een herlokalisatie aangewezen is. De totale oppervlakte van deze bedrijven bedraagt bruto ca. 10,5 ha. Aangezien een belangrijk aandeel van de bedrijven slechts een beperkt deel van deze oppervlakte effectief gebruikt en de herlokatie de aanzet kan zijn voor een herstructurering van de bedrijvigheid met een zuiniger ruimtegebruik tot gevolg, is deze ingeschatte behoefte ruimer dan de werkelijke behoefte. Daartegenover staat dat men wel rekening moet houden met de mogelijke gewenste uitbreiding van het bedrijf bij herlokalisatie. Hoe dan ook kan men besluiten dat de aangegeven oppervlakten een zeer ruime inschatting zijn van de nuttige oppervlakte als een bruto-oppervlakte geïnterpreteerd moet worden. Er kan uitgegaan worden van een belangrijke gemiddelde bezuiniging in oppervlakte door het herstructureren van het bedrijf. De richtwaarde gehanteerd door G.O.M. Antwerpen bedraagt ca. 0,5 ha voor lokale bedrijven. Voor de resterende bedrijven zou men dan komen aan een totale oppervlakte van ca. 7 ha. Dit is vrij realistisch aangezien verschillende bedrijven slechts de helft tot zelfs een derde van de perceelsoppervlakte daadwerkelijk in gebruik heeft. - 129 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Voor 7 bedrijven moet onderzoek ter plaatse uitwijzen of herlokalisatie noodzakelijk is. De bedrijven nemen een beperkte oppervlakte in beslag en zijn veelal deels in woongebied, deels in agrarisch gebied gelegen. Hun gezamenlijke ruimtebehoefte bedraagt ca. 1,5 ha. Het betreft 7 bedrijven 78. Met een gemiddelde oppervlakte van ca. 0,5 ha per bedrijf (richtwaarde gehanteerd door de G.O.M. Antwerpen), kan voor deze bedrijven een behoefte van ca. 3,5 ha afgeleid worden. Tot slot zijn er nog een aantal bedrijven waarvoor een oplossing ter plaatse is aangewezen. Enerzijds betreft het bedrijven gelegen in het industriegebied Bosduin met delen tot in natuurgebied, anderzijds bedrijven gelegen in het industriegebied De Rijkmaker met delen tot in het agrarisch gebied. − De eerste groep neemt een totale perceelsoppervlakte in van ca. 9,7 ha. Hiervan ligt ca. 2,8 ha in natuurgebied. − De overige oppervlakte ligt reeds in een gebied bestemd voor bedrijvigheid. Voor de overige bedrijven is de oppervlakte minder relevant. 2.3. Vergelijking aanbod en behoeften tabel 32 raming benodigde oppervlakte te herlokaliseren bedrijven ca. 7,0 ha te onderzoeken bedrijven ca. 1,5 ha oplossing ter plaatse - omgeving Bosduin ca. 2,8 ha eigen berekening vergelijking aanbod - behoeften bedrijvigheid aard oppervlakte aanbod waarvan + 41,9 ha - niet gerealiseerde oppervlakte in gewestplanbestemmingen voor bedrijven, niet in B.P.A. + 27,3 ha - niet gerealiseerde oppervlakte in B.P.A.’s + 14,6 ha behoefte herlokalisaties waarvan -10,5 ha - behoefte te herlokaliseren zonevreemde bedrijven, theoretisch in aanmerking komend voor een sectoraal B.P.A. - 7,0 ha - behoefte probleembedrijven, niet vatbaar voor opname in sectoraal B.P.A. - 3,5 ha behoeftebepaling zonevreemde bedrijven ontwikkelingsperspectief bron: tabel 33 behoefte oplossingen ter plaatse waarvan - 4,3 ha - te onderzoeken bedrijven, theoretisch vatbaar voor opname in sectoraal B.P.A. - 1,5 ha - oplossing ter plaatse, omgeving Bosduin - 2,8 ha aanbod - behoefte herlokalisaties (41,9 ha - 10, 5 ha =) + 30,4 ha aanbod - totale behoefte (41,9 ha - 10,5 ha - 4,3 ha =) + 26,1 ha 2.2.2. Behoeften voor herlokalisatie van probleembedrijven gelegen in het woongebied De herlokalisatie van probleembedrijven die niet vatbaar zijn in voor opname in het sectoraal B.P.A. worden binnen de behoeftebepaling voor de zonevreemde bedrijven niet in rekening genomen. - 130 - 78 In totaal worden 27 bedrijven als mogelijk problematisch beschouwd. Hiervan kunnen zo ’n 20 bedrijven binnen de context van de behoeftebepaling voor bedrijvigheid buiten beschouwing worden gelaten. Het betreft o.a. 14 para-agrarische bedrijven, 2 maneges en 2 specifieke gemeenschapsvoorzieningen (waterzuivering en hoogspanning). Voor twee bedrijven in agrarisch gebied binnen de verkaveling 056/60 is een oplossing in het kader van de ontwikkeling van het gebied De Rijkmaker aangewezen. ruimtelijk structuurplan Kalmthout bron: - 31 maart 2006 - informatief gedeelte eigen berekening Met het huidige aanbod kan duidelijk op de behoeften worden ingespeeld. De niet gerealiseerde voorraad in het gebied Bosduin overtreft de behoeften gecreëerd door de waarschijnlijk te herlokaliseren. Ook voor bedrijven waarvoor een oplossing moet worden onderzocht is eventueel nog ruimte vrij. - 131 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 3. Bijkomende ruimte voor recreatie tabel 34 3.1. Aanbod naam realisatiegraad gebieden bestemd voor dagrecreatie79 totale oppervlakte opmerking / bestemming 3.1.1. Aanbod aan recreatiegebieden Volgens het gewestplan zijn ca. 13 ha bestemd voor recreatie. Deze oppervlakte is versnipperd over 11 gebieden. Via B.P.A.’s werd één gebied toegevoegd (B.P.A. de Vennen) en één gebied beperkt uitgebreid (B.P.A. Heikantstraat). Vijf gebieden, samen goed voor meer dan één derde van de voor recreatie bestemde oppervlakte, werden niet ingevuld door recreatieve infrastructuur. oppervlakte niet gerealiseerd - oppervlakte gerealiseerd ruimtelijk structuurplan Kalmthout recreatiegebieden volgens het gewestplan, niet verfijnd of herbestemd door B.P.A. Nieuwmoer, 1,2 ha 1,2 ha Essensteenweg Nieuwmoer, 0 ha voetbalterreinen gedeeltelijk in het agrarisch gebied 1,1 ha 0 ha 0,7 ha 0,4 ha 1,1 ha in landbouwgebruik Elvo-Spreeuwstraat Met hun gemiddelde oppervlakte van ca. 1,2 ha hebben de recreatieve bestemmingen veelal een te beperkte oppervlakte voor de opvang van de reële behoefte. Getuige hiervan zijn de voetbalvelden in Nieuwmoer en Achterbroek, gedeeltelijk gelegen in agrarisch gebied en het terrein te Heide, waar uitbreiding onmogelijk is. Ruimte voor infrastructuren van gemeentelijk niveau is er niet. Achterbroek, Roosendaalsebaan 0,3 ha gebied gedeeltelijk ingenomen door tuinen, voetbalterreinen gedeeltelijk in agrarisch gebied Achterbroek, Achterstraat 0,7 ha 0,0 ha 0,7 ha verkaveld, gebied tuinen bij woningen Bruto wordt ca. 8,2 m² per inwoner voor sport gebruikt. Het aanbod aan sportinfrastructuur in open lucht per kern wordt weergegeven in de volgende tabel. Merk op dat ongeveer de helft van het aanbod (ca. 7,1 ha) gesitueerd is in de aan elkaar gegroeide kernen van Dorp-Heuvel, Centrum en Heide. Indien men de bij het kadaster gekende oppervlakte aan recreatieve infrastructuren beschouwd wordt dit aanbod sterk gerelativeerd. Slechts 1,8 m² /inwoner is als een terrein voor recreatie bij het kadaster gekend. Heide, Missiehuislei 1,3 ha 0,0 ha 1,3 ha verkaveld Heide, 1,2 ha 1,2 ha 0,0 ha voetbalveld Bezemheide 1,3 ha 1,3 ha 0,0 ha voetbalveld Het Scheel 1,1 ha 0,0 ha 1,1 ha in landbouwgebruik Kapellensteenweg 1,4 ha 1,4 ha 0,0 ha gemeentelijk zwembad Dorp, Kapellaan 0,8 ha 0,0 ha 0,8 ha verkaveld Koningin Astridlaan 79 - 132 - Het betreft benaderende gegevens. volledig ruimtelijk structuurplan Kalmthout oppervlakte niet gerealiseerd oppervlakte gerealiseerd opmerking / bestemming totale oppervlakte naam B.P.A.’s Zwarte Hond, 1,9 ha 1,9 ha 0,0 ha verfijning en uitbreiding Heikantstraat 1,5 ha 1,5 ha 0,0 ha herbestemd naar recreatie ca. 1 ha ingevuld voor sport totaal 14,2 ha 8,9 ha 5,3 ha eigen berekening tabel 35 kern bruto-aanbod aan sportinfrastructuren in open lucht per kern bruto-aanbod Dorp-Heuvel ca. 2,5 ha Centrum ca. 1,3 ha Heide ca. 1,2 ha Nieuwmoer ca. 2,2 ha Achterbroek ca. 0,7 ha totaal ca. 7,9 ha bron: 31 maart 2006 - informatief gedeelte 3.1.2. Aanbod aan recreatief groen De meeste van de 14 zogenaamde wijkspeelpleintjes functioneren op buurtniveau. De helft ligt in Centrum(4) en Dorp(4). In Heide en Achterbroek blijft dit beperkt tot één terrein. Nieuwmoer beschikt niet over een ingericht terrein. Er zijn er wel twee voorzien. Twee andere terreinen, Zwarte Hond en Strijboshof liggen geïsoleerd ten opzichte van de woonomgeving. recreatiegebied Nieuwmoer, De Vennen bron: - eigen berekening; het gebied ‘Zwarte Hond’ met een oppervlakte van ca. 1,9 ha, werd omwille van de excentrische ligging t.o.v. de woongebieden niet meegerekend. Op buurtniveau wordt ook dikwijls buiten de daartoe speciaal ingerichte speelterreinen gespeeld. Naast de toegankelijkheid vormt ook de ‘bespeelbaarheid’ van het openbaar domein en centrale open plekken hierin een belangrijk criterium. Zo wordt voor balspelen gebruik gemaakt van de parking van de kleuterschool in Heide. Voor meer avontuurlijke spelen wordt soms gebruik gemaakt van braakliggende terreinen, meestal in privé-handen. In Dorp wordt soms gebruik gemaakt van de markt en de weide bij het ‘Plein de Beek’. Ook het park nabij de onderwijsinstelling GITOK II (privé-eigendom) en de sportterreinen in de stationsomgeving (gemeentelijk eigendom) zijn speelplekken. Het park dat de school GITOK I omgeeft zou ook opengesteld kunnen worden als speelruimte binnen bepaalde openingsuren. Ook parkgebieden volgens het gewestplan kunnen in principe een recreatieve functie vervullen als groene speelruimte. Een vergelijking tussen bestemde oppervlakte en gerealiseerde oppervlakte is hier van minder belang. De gemeente telt 14 parkgebieden volgens het gewestplan met een gezamenlijke oppervlakte van 88,3 ha. In vele gevallen zijn de parken in private handen en niet toegankelijk als speelruimte. Nabij Nieuwmoer is geen parkgebied aanwezig. Vanuit Achterbroek moet worden uitgeweken naar Strijboshof. - 133 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Uit inventarisatie van de groene speelruimten in de gemeente blijkt dat kinderen en jongeren niet alleen in de daartoe bestemde ‘parkgebieden’ spelen maar ook daarbuiten. Zo wordt nabij Nieuwmoer het Venetiëbos gebruikt als speelruimte. Ook delen van de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide), het Klein Schietveld en de Maatjes worden als speelruimte gebruikt. Dit geeft aanleiding tot conflicten zowel op het vlak van de natuurlijke draagkracht van het gebied (vertrappeling) als op het vlak van veiligheid. van de netto-behoefte. Dit komt voor Kalmthout dan neer op 13,5 tot 18 ha. Volgende tabel geeft hiervan een verdeling per kern. tabel 36 verdeling behoeften per kern netto-behoefte bruto-behoefte Dorp-Heuvel ca. 2,5 ha ca. 3,7 à 5 ha Centrum ca. 2 ha ca. 3 à 4 ha Heide ca. 2,5 ha ca. 3,7 à 5 ha 3.2. Behoeften Nieuwmoer ca. 1 ha ca. 1,5 à 2 ha 3.2.1. Behoefte aan ruimte voor sportinfrastructuur Achterbroek ca. 1 ha ca. 1,5 à 2 ha De nood aan bijkomende sportterreinen kan moeilijk cijfermatig berekend worden. Kengetallen met betrekking tot het aantal vierkante meters sportterrein per inwoner variëren in de literatuur van 5 tot 20 m²/inwoner. Dit illustreert plaatselijke verschillen, maar ook het verschil in totstandkoming van dergelijke ratio’s. Of schoolsportterreinen, overdekte sportaccommodaties, tennisbanen e.d. wel of niet zijn inbegrepen is niet altijd duidelijk 80. totaal ca. 9 ha ca. 13,5 à 18 ha Destijds werden door BLOSO minimale netto-richtwaarden van 3 m²/ inwoner voor de subsidiëring gebruikt. Hierbij werd aangegeven dat er in principe een netto-behoefte bestond van 5 m²/inwoner wat voor Kalmthout neerkomt op een totaal van ca. 9 ha, exclusief kleedkamers, tribunes en parkeergelegenheid. Niet zozeer de oppervlakte, maar vooral de bereikbaarheid vormt een belangrijke factor voor het bezoek aan groene recreatieve ruimten. Dit geldt zowel voor jongeren als voor ouderen. Barrières beperken de aantrekkelijkheid. De minimale afstand kan verder vertaald worden naar functionele gebieden zoals buurt en wijk en gekoppeld worden aan minimale oppervlakten. Volgende tabel geeft een voorbeeld van deze vertaling. De benodigde bruto-oppervlakte staat sterk in functie van het terrein en de versnippering van de infrastructuren. Zij beslaat zowat 150% tot 200 % 80 - 134 - E.F. Nozeman, Planologische Kengetallen 5030, november 2001, p.22. (waarvan 10,5 à 14 ha in Dorp Heuvel - Centrum - Heide) bron: eigen berekening 3.2.2. Behoefte aan recreatief groen ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 37 referentiekader voor bereikbare groene ruimten functieniveau maximumafstand woongroen < 150 m buurtgroen < 400 m > 1 ha wijkgroen < 800 m > 10 ha (park: > 5ha) gemeentelijk groen 81 < 1600 m > 30 ha (park: > 10 ha) bron: minimumareaal - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 3.3. Vergelijking aanbod en behoeften 3.3.1. Sportinfrastructuren Beschouwd over het geheel aan sportinfrastructuren voldoet het aanbod aan sportinfrastructuren niet aan de berekende behoefte. Dit geldt zowel voor de minimale als de voor de maximale bruto-behoefte. Beschouwd per kern blijkt dat in alle kernen, met uitzondering van Nieuwmoer, een tekort bestaat. Lange Termijnplanning Groenvoorziening 1993, aangepast aan internationaal onderzoek VUB in MIRA-S 2000. Algemeen geldende kwaliteitsbepalende factoren zijn in vijf groepen in te delen: − uitrusting (inrichting en mate van toegankelijkheid) − natuur (contact met natuur die haar eigen gang gaat) − cultuur en historie (goed onderhouden parken met culturele kwaliteiten, duidelijk tot stand gekomen door de mens) − ruimte(lijkheid) ( de groene ruimte als onbegrensde (belevings)ruimte) − rust en stilte (dikwijls is geluid zelfs belangrijker dan het visuele aspect). Het tekort situeert zich vooral in het centraal woongebied. Het tekort in Dorp-Heuvel, Centrum en Heide, bedraagt in totaal 5,5 à 9 ha. Wanneer Zwarte Hond, dat enigszins excentrisch gelegen is, wel wordt meegerekend bedraagt het tekort nog steeds 3,6 à 7,1 ha. Bovendien geldt juist in het centraal woongebied dat een gedeelte van de terreinen gelegen zijn bij het station van Kalmthout, een plek met meer potenties (zie eerder onder hoofdstuk V punt 1.1.1.). Bij eventuele ontwikkeling van deze omgeving als nieuwe woonlokatie dienen de bestaande sportterreinen geherlokaliseerd, wat aanleiding geeft tot een bijkomende bruto-behoefte van minimum 2,5 ha (en een totale behoefte van minimum 6,1 à 9,6 ha). Ontwikkeling, (her)inrichting en beheer van openbare ruimten dient te vertrekken van wensen en behoeften van gebruikers. Hierdoor wordt de betrokkenheid van de bewoners vergroot en de buurt minder kwetsbaar voor vervuiling, vandalisme en sociale onveiligheid 82. 81 82 In de lange termijnplanning voor groenvoorziening wordt, vanuit een stedelijke context, de term stadsdeelgroen gebruikt. Van Herzele A. e.a. Stedelijk milieu in: MIRA-S 2000: Milieu en natuurrapport Vlaanderen: scenario’s, VMM, Garant. - 135 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout tabel 38 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte vergelijking bruto-aanbod en behoeften per kern netto- bruto-behoefte bruto-aanbod aanbod - behoefte (bruto) 83 behoefte Dorp-Heuvel ca. 2,5 ha ca. 3,7 à 5 ha ca. 2,5 ha -1,2 à -2,5 ha ca. 2 ha ca. 3 à 4 ha ca. 1,3 ha -1,7 à -2,7 ha ca. 2,5 ha ca. 3,7 à 5 ha ca. 1,2 ha -2,5 à -3,8 ha Nieuwmoer ca. 1 ha ca. 1,5 à 2 ha ca. 2,2 ha +0,7 à +0,2 ha Achterbroek ca. 1 ha ca. 1,5 à 2 ha ca. 0,7 ha -0,8 à -1,3 ha totaal ca. 9 ha 13,5 à 18ha ca. 7,9 ha -5,6 à -10,1 ha Centrum Heide bron: eigen berekening Voor de bespeelbaarheid van het openbaar domein kan worden verwezen naar het referendum georganiseerd door het kinderrechtencommisariaat 84 waarin de Kalmthoutse kinderen aangeven dat zij vooral een behoefte hebben aan veiliger verkeer en meer speelruimte. Op wijkniveau is er een tekort aan toegankelijke groengebieden in de verschillende kernen. Dit wordt bevestigd in het jeugdruimteplan waar in belangrijke mate vanuit de vragen van het jeugdwerk werd vertrokken en door een aantal verenigingen de vraag naar een speelbos (ca. 5 ha) werd opgeworpen. De behoefte wordt bevestigd in het jeugdruimteplan. Per kern worden volgende behoeften geformuleerd: − Heide: nood aan groene (officiële) speelterreinen (een verhard of zanderig terrein voor balspelen e.d.) − Centrum en Dorp: nood aan een speelbos − Achterbroek: nood aan meer groene speelruimte of speelbos en extra speelruimte nabij de jeugdlokalen − Nieuwmoer: nood aan meer groene speelruimte of speelbos. 3.3.2. Recreatief groen Vanuit het speelruimteplan worden de tekorten aan buurtgroen onder de vorm van speelpleintjes in Heide, Achterbroek en Nieuwmoer bevestigd. Hieraan kan tegemoet getreden worden door inrichting van een aantal terreinen. Voor meer avontuurlijke terreinen op buurtniveau situeren de tekorten zich in zowat alle kernen. Zowel in Nieuwmoer als in Achterbroek is er nood aan groene speelruimte. In Centrum en Dorp blijkt een behoefte te bestaan aan een grotere toegankelijkheid van avontuurlijke speelplekken. Dit geldt ook voor Heide waar gebruik wordt gemaakt van een braakliggend terrein en een park. 3.4. Potentiële lokaties 3.4.1. Potentiële lokaties voor sportvoorzieningen Aan het tekort aan nieuwe sportvoorzieningen kan op verschillende manieren tegemoet getreden worden. Omwille van het belang van de bereikbaarheid van de (groene) recreatieve voorzieningen lijkt de ontwikkeling aangewezen van een soort netwerk waarin de speelpleinen, de sportvelden en een grotere recreatieve pool met elkaar en met de omliggende woonomgeving verbonden zijn. 84 83 - 136 - Een negatief saldo duidt op een tekort, een positief op een overschot. Referendum georganiseerd door het kinderrechtencommisariaat via de Vlaamse basisscholen van 18 tot 22 september 2001 voor kinderen van 8 tot 12 jaar. 218 Kalmthoutse kinderen namen hieraan deel. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Vanuit deze optie werd gekozen om potentiële lokaties aan te duiden voor de inplanting van infrastructuren op wijkniveau aansluitend bij de kernen Achterbroek en Nieuwmoer. Nabij het centraal woongebied werden potentiële lokaties gezocht voor de inplanting van een concentratie aan sportinfrastructuren van lokaal, gemeentelijk niveau. tabel 39 1. 31 maart 2006 - informatief gedeelte potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van recreatievoorzieningen naam oppervlakte beschrijving Driehoek ca. 9 ha − potenties voor concentratie gemeentelijk niveau − gewestplan: agrarisch gebied − Overzicht sluit sterk aan bij bestaande kern met gemeenschapsvoorzieningen − In onderstaande tabel wordt een korte beschrijving van de verschillende zoeklokaties gegeven. kaart 37 - potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van recreatievoorzieningen − aanwezigheid belangrijke landbouwwaarden relatief homogeen en open gebied met aanwezigheid kleine landschapselementen 2. Diesterweg ca. 16 ha − hoge bereikbaarheid voor autoverkeer − potenties voor concentratie gemeentelijk niveau − gewestplan: agrarisch gebied en (beperkt) recreatiegebied − sluit aan bij bestaande recreatieve infrastructuren (voetbalplein, jeugdlokalen, schoolkolonie) − geen belangrijke landbouwwaarden aanwezig − beperkte landschappelijke waarde − versnipperd, ingesloten gebied − matige bereikbaarheid voor autoverkeer - 137 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout 3. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte naam oppervlakte beschrijving FC Nieuwmoer ca. 4 ha − potenties voor concentraties op wijkniveau − gewestplan: agrarisch gebied en recreatiegebied − 5. naam oppervlakte beschrijving VV Achterbroek ca. 3 ha − − waarvan 0,4 ha in gebruik als sportterreinen) en sluit weinig aan bij de kern van Nieuwmoer, agrarisch gebied − zonevreemd De Vennen ca. 6 ha gewestplan: gebied voor dagrecreatie (0,7 ha (1,2 ha) aanwezige voetbalvelden gedeeltelijk 4. potenties voor concentratie op wijkniveau sluit weinig aan bij de kern van Achterbroek; aanwezige voetbalterreinen gedeeltelijk − matige landbouwwaarde − sluit aan bij open landbouwgebied; − hoge landbouwwaardering landschappelijke waarden in omgeving − rand open gebied met landschappelijke waarde aanwezig: relictenzone − zonevreemd woonwijken afgesneden van gebied door drukke − hoge bereikbaarheid voor autoverkeer verkeersweg; matige bereikbaarheid voor − potenties voor concentraties op wijkniveau autoverkeer (smalle toegangsweg) − gewestplan: landschappelijk waardevol agrarisch 6. Kapelstraat ca. 11 ha − − − − gebied B.P.A. De Vennen − − sluit sterk aan bij de kern van Nieuwmoer en bij sluit aan bij de kern van Achterbroek en bij een zonevreemde manege (jeugdlokalen, fil-o-droom, school) − hoge landbouwwaardering matige landbouwwaardering, vrij vochtig gebied − open ruimte gedeeltelijk ingesloten door zuidelijke open ruimte aan de rand van het dorp, lintbebouwing − waardevolle elementen aanwezig, begrensd door beekje ten zuiden − gewestplan: agrarisch gebied, ge-deeltelijk woongebied met landelijk karakter andere (recreatieve) voorzieningen − potenties voor concentraties op wijk-niveau matige tot hoge bereikbaarheid autoverkeer bron: matige bereikbaarheid autoverkeer eigen verwerking Ontwerpmatig onderzoek Voor de lokaties Driehoek en Diesterweg werden de potenties onderzocht aan de hand van ontwerpmatig onderzoek. - 138 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout kaart 38 - 31 maart 2006 - informatief gedeelte ontwerpoefening inrichting sportpark Driehoek en groene parkrand Diesterweg Bijgevoegde kaart is te beschouwen als een ontwerpoefening met een louter illustratieve waarde. 3.4.2. Potentiële lokaties voor recreatief groen Groen op buurtniveau is weinig structurerend op gemeentelijk niveau. Op de behoefte aan zowel avontuurlijke terreinen in Dorp en Centrum kan worden ingespeeld door overeenkomsten in verband met het gebruik van het park GITOK II. Wat de meer ingerichte speelruimte betreft kan een antwoord worden gegeven door voldoende groen te voorzien bij de aanleg van nieuwe woonwijken. Op wijkniveau kunnen een aantal potentiële lokaties voor een speelbos worden aangeduid. In Nieuwmoer en Achterbroek kunnen zij tegelijk inspelen op de behoefte aan avontuurlijke speelruimten op wijkniveau. Zo biedt het gebied De Vennen mogelijkheden in de omgeving van de jeugdlokalen in Nieuwmoer en kan ook het gebied Kapelstraat gedeeltelijk bebost worden voor recreatieve doeleinden. - 139 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 4. Bijkomende ruimte voor specifieke gemeenschapsvoorzieningen Het gemeentebestuur ziet zich reeds enige jaren geconfronteerd met een aantal behoeften. Over de behoeften is iedereen het eens, maar over de mogelijke oplossingen die deze behoeften kunnen invullen is al veel gewikt en gewogen. Het gaat namelijk niet enkel om (soms omvangrijke) bouw- en infrastructuurwerken, maar vooral ook om projecten die vaak aan elkaar gerelateerd zijn, en verstrekkende gevolgen (kunnen) hebben voor de organisatie van een aantal gemeentelijke diensten, zowel intern als extern. kaart 39 potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van gemeenschapsvoorzieningen 4.1. Vernieuwing of herlokalisatie recyclagepark Nu al vormt de omgeving van het station een drukke plek. Het afleveren van afval gebeurt vooral met de wagen. Door de drukte en de beperkte inrichtingsmogelijkheden vormt de huidige lokatie geen optie voor eventuele uitbreiding of herstructurering van het containerpark. Bovendien is deze omgeving een interessante inbreidingslokatie. Het is mogelijk om het recyclagepark op de K.M.O.-zone Bosduin in te planten. Hoewel excentrisch gelegen, verplaatsen de meeste bezoekers aan een containerpark zich met de wagen. Het zijn veelal grotere fracties die worden aangeleverd. Lokaal kunnen in de verschillende kernen voorzieningen aangebracht worden voor kleiner afval (glascontainers enz.). Ook een degelijke selectieve ophaling lost reeds een belangrijk deel van de problematiek op. - 140 - Voor de herlokalisatie van het containerpark zal een deel van de K.M.O.zone Bosduin worden ingenomen. Vraag is of deze inname - omwille van de nood aan bedrijventerreinen op provinciaal niveau - gecompenseerd dient en/of kan worden door een uitbreiding van het bedrijventerrein. Hierbij kan worden gedacht aan een uitbreiding van het gereserveerde terrein Bosduin in noordelijke richting met eventueel een tweede ontsluiting naar Heikantstraat. 4.2. Uitbreiding gemeentehuis De gemeentelijke administratieve diensten lijden aan nijpend plaatsgebrek. Zo is er in de eerste plaats nood aan bijkomende kantoorruimte, vergaderruimte en archiefruimte. Het behoud van de gemeentelijke administratieve diensten en uitbreiding op hun huidige lokatie (Centrum) krijgt de voorkeur. − Bij herlokalisatie van de politie zou de huidige lokatie als annex van het gemeentehuis kunnen worden ingenomen. De ruimtewinst die dit zou opleveren is echter gering, vergeleken met de hoge moeilijkheidsgraad en verbouwingskost die dat met zich zou meebrengen. Omwille van zijn bescherming als monument kan/mag het oorspronkelijke gemeentehuis namelijk niet ingrijpend verbouwd worden. De realisatie van een gelijkvloerse centrale toegang, van een goede verbinding tussen de gebouwen aan weerszijden van het oude gemeentehuis en van een efficiënte indeling van de lokalen is zeer moeilijk of zelfs uitgesloten. Bovendien heeft de politie op korte termijn geen intenties om het gebouw te verlaten. − Een uitbreiding van het gemeentehuis op het parkeerterrein achter het gemeentehuis in eigendom van de gemeente vormt niet meteen een meer geschikt alternatief. De plaats is zeer beperkt. Bovendien gaat de ruimtelijk structuurplan Kalmthout − − parkeerruimte voor het gemeentepersoneel verloren indien op deze plaats zou worden gebouwd, zonder alternatief. Dieper in het achterliggende binnengebied is wel nog ruimte voor eventuele uitbreiding. Deze uitbreiding dient wel te passen binnen een totale ordening voor dit binnengebied, dat thans nog gedeeltelijk in gebruik is door een tuinbouwbedrijf. De gemeente heeft hier echter geen terreinen in eigendom, wat een (dure) grondaankoop zou noodzaken. Recentelijk kwam de brandweerkazerne in het vizier als mogelijke uitbreidingslokatie. De brandweer is namelijk bereid te verhuizen naar de aanpalende loods, die thans de technische diensten huisvest. De brandweerkazerne is een structureel gezond en intern relatief gemakkelijk aanpasbaar gebouw. Bij de uitbreiding van het gemeentehuis in de brandweerkazerne kan een aantrekkelijke pleinwand gecreëerd worden. Een bijzonder aandachtspunt betreft wel het bereikbaar houden van het parkeerterrein achter het huidige volume van het gemeentehuis voor het personeel. Als het huidige gemeentehuis en de brandweerkazerne gelijkvloers aaneengeschakeld worden, is dit parkeerterrein niet meer toegankelijk. 4.3. Uitbreiding of herlokalisatie dienst openbare werken De gemeentelijke technische diensten (werkplaats, opslag, enz.) die ook in deze omgeving zijn gevestigd, kampen eveneens met plaatsgebrek. Ook de afzonderlijke ligging, gescheiden van recyclagepark en opslagplaats van de milieudienst, is een nadeel dat verbonden is aan de huidige lokatie. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Een bundeling van alle activiteiten van de milieudienst en de dienst openbare werken - administratie uitgezonderd - met het recyclagepark biedt een alternatieve oplossing voor uitbreiding ter plaatse en komt bovendien tegemoet aan de vraag naar meer centralisatie. Recyclagepark, stallingsplaats voor voertuigen en ander materieel, opslag bouw- en wegenmaterialen en snoeihout, slibopslag, magazijn, schrijnwerkerij, garage, personeelsvoorzieningen ed. vormen in dat geval één ruimtelijk geheel. Bij verhuis van de dienst openbare werken vanuit de huidige lokatie kan het bestaande gebouwencomplex voor de huisvesting van andere gemeenschaps- en/of openbare nutsvoorzieningen worden aangewend. 4.4. Vernieuwing of herlokalisatie van de brandweerkazerne De brandweer die ook in deze omgeving is gevestigd wenst haar centrale ligging (in de woonomgevingen) in de gemeente te behouden. De brandweer is echter wel bereid te verhuizen naar de aanpalende loodsen, thans in gebruik door de gemeentelijke dienst openbare werken. Hoewel de brandweerkazerne een structureel gezond gebouw is, is het gebouw overigens wel aan vernieuwing toe. Een bijzonder aandachtspunt vormt de ontsluiting, die dan verbetering verdient. De verplaatsing van de nabijgelegen zendmast verdient dan ook aanbeveling. Er kan worden onderzocht of deze ondergebracht kan worden in de kerktoren, aan het zicht onttrokken en vlakbij. Op termijn is een tweede definitieve toegangsweg, op Foxemaatstraat of Driehoekstraat een vereiste. Ook kunnen de recentelijk reeds vernieuwde sectionaalpoorten opnieuw worden gebruikt bij de omvorming van de aanpalende loods. - 141 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 4.5. Ruimte voor het politiekantoor In het kader van de politiehervormingen werd gezocht naar een geschikte lokatie voor de hoofdvestiging van de politionele zone (IPZ) Essen Kalmthout - Wuustwezel. Het bestaande politiekantoor nabij het gemeentehuis lijkt niet voldoende ruim om de hoofdvestiging blijvend in onder te brengen. Het hergebruik en de uitbreiding van de voormalige rijkswachtkazerne lijkt voor de hand liggend. Op dit ogenblik is het programma nog steeds onvoldoende duidelijk om na te gaan of deze lokatie geschikt is. Zo niet, zal gezocht moeten worden naar een andere gemakkelijk bereikbare lokatie in Kalmthout-centrum (of een lokatie buiten de gemeente in Wuustwezel of Essen). Een belangrijke randvoorwaarde bij de inplanting is de ontsluiting. Voor de concrete invulling is een goede onderbouwing vanuit de programmatie voor deze infrastructuur noodzakelijk. 4.6. Ruimte voor een polyvalent ontmoetingscentrum Het aanbod aan infrastructuren voor culturele beleving is over de gehele gemeente versnipperd. De aanwezige accommodatie in deze centra is beperkt tot en gericht op het wijkniveau. Infrastructuren op het lokale gemeentelijke niveau zijn afwezig. Er bestaat een behoefte om, naast de verschillende kleinere en minder goed uitgeruste zaaltjes, een grotere polyvalente ruimte op te richten. Deze behoefte werd onder andere bevestigd in de beleidsverklaring 2001- - 142 - 2006 85. Ook in het jeugdruimteplan wordt een mogelijke behoefte aan een dergelijke polyvalente ruimte aangegeven naast de behoefte aan een (vast) lokaal voor gemeentelijke jeugdwerkactiviteiten. In navolging van het decreet inzake het gemeentelijk cultuurbeleid 86 kan voor Kalmthout een dergelijk polyvalent ontmoetingscentrum het gemeentelijke socio-culturele gemeenschapsleven ondersteunen. Dergelijk centrum heeft op zich geen bovengemeentelijke uitstraling. Voor de inplanting van een polyvalent ontmoetingscentrum kunnen drie verschillende lokaties worden voorgesteld: − aansluitend op de concentratie van gemeentelijke diensten in Centrum, achter de basisschool Kadrie, een lokatie waar in het verleden reeds een circustent stond − als vergroting/verruiming van de mogelijkheden bij het parochiecentrum Zonnedauw in Kerkeneind-west − als onderdeel van een eventuele nieuwe aanleg van de markt in Dorp op wandelafstand van het jeugdhuis Govio. 4.7. Scholen in parkgebied met uitbreidingsmoeilijkheden De scholen GITOK I en Zonnekind wensen op eigen terrein uit te breiden (tot) in parkgebied. 85 86 Gemeentebestuur Kalmthout, 2001, Beleidsverklaring 2001-2006 ‘De kunst van het kiezen’, goedgekeurd door de gemeenteraad van april 2001, www.kalmthout.be. Decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal gemeentelijk cultuurbeleid. ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte VI. Knelpunten, kwaliteiten en kansen Uit gesprekken met bevoorrechte getuigen, uit gesprekken binnen de projectgroep, uit het bestuderen van allerlei gegevens en uit terreinonderzoek kunnen een groot aantal knelpunten en kwaliteiten worden opgesomd. Hieronder worden echter enkel deze aangehaald die ruimtelijk en vanuit de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur naar voor komen als belangrijke ruimtelijke knelpunten of kwaliteiten op het niveau van de gemeente, waarop het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan een antwoord moet trachten te bieden. - 143 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte 1. Knelpunten Nood aan een doordachte woonpolitiek Een doordachte woonpolitiek is noodzakelijk. Er bestaat een omvangrijk tekort aan sociale woningen en aan woningen voor bepaalde specifieke doelgroepen, zoals senioren, gezinnen met veel kinderen, en éénoudergezinnen. De gemeente wenst een betaalbaar alternatief te bieden voor het privé-aanbod. De maatregelen voorgesteld in het kader van de woonbehoeftestudie uit 1998, zoals de toen ingevoerde bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés, behoeven evaluatie. De woonkernen Nieuwmoer en Achterbroek komen enkel in aanmerking voor de opvang van de lokale behoefte om bijkomende woningen te realiseren. Anderzijds betekent een achteruitgang van het inwonersaantal een bedreiging van het draagvlak van het voorzieningenniveau, vooral in Nieuwmoer. Een betere inpassing van bedrijvigheid Voor het slachthuis en vleesversnijderij Noordvlees - Van Gool N.V. en de onmiddellijke omgeving wordt een B.P.A. opgemaakt, waarbij een aantal flankerende ruimtelijk maatregelen (buffer- en speelgroen) juridisch worden vastgelegd. De bedrijvigheid op het bedrijventerrein De Rijkmaker op het grondgebied van Essen is slecht ontsloten, met veel doorgaand (vracht)verkeer door het woongebied van Nieuwmoer als gevolg. In het landbouwgebied ten noorden en ten noordoosten van Nieuwmoer komen verspreid een aantal zonevreemde bedrijven voor. In Bosduin liggen een aantal bedrijven deels in natuurgebied. Het Helleven is een natuurlijk waardevol ven, gelegen in het nog niet ontwikkelde gedeelte van de K.M.O.-zone ten zuiden van Franse weg tegen het Klein Schietveld. Gebrek aan toegankelijk openbaar groen op buurtniveau Lage kwaliteit van de inrichting van het openbaar domein De kwaliteit van de inrichting van een aantal pleinen kan beter. Sommige pleinen zijn louter vanuit het oogpunt van het parkeren van auto’s en vrachtwagens aangelegd. Het marktplein in Kalmthout - Dorp, een uitgestrekte betonvlakte is daar een voorbeeld van. Er wordt geen eenduidige vormentaal gehanteerd bij de inrichting van het openbaar domein. De groenvoorzieningen zijn over het algemeen schaars. Er is tevens een gebrek aan aangename en veilige functionele fietsroutes. Langsheen de drukke verkeerswegen ontbreken nog kwalitatieve fietsvoorzieningen. - 144 - Op het grondgebied van de gemeente Kalmthout bevinden zich een aantal grote natuurlijk en landschappelijk waardevolle gebieden. Deze zijn, juist omwille van de hoge natuurwaarde, vaak slechts beperkt toegankelijk. Bovendien zijn zij niet vanuit alle wijken op wandelafstand bereikbaar. Er kan gesteld worden dat er nood is aan toegankelijk groen op buurt- en wijkniveau. Vanuit de jeugd leeft de vraag naar speelbossen. De groenere aankleding van pleinen en straten kan hierin ook een zekere rol spelen. ruimtelijk structuurplan Kalmthout Scheppen van voorzieningen voor recreatie en toerisme Een aantal sportvoorzieningen zijn (gedeeltelijk) zonevreemd. De omgeving van de sportterreinen (o.a. atletiekpiste) nabij het station van Kalmthout biedt andere potenties, voornamelijk op het vlak van wonen. Er kan worden gezocht naar een lokatie voor de uitbouw van een gemeentelijk sportpark. De gemeente beschikt over verschillende bovenlokale toeristische attracties (Arboretum, Suske en Wiske-museum, Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) met natuur-educatief centrum en bijenteeltmuseum). Met uitzondering van de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide), waar tevens een natuur-educatief centrum en een bijenteeltmuseum zijn ondergebracht, functioneren deze attracties echter volledig los van elkaar. Niettegenstaande tal van fiets-en wandelroutes langsheen de verschillende bezienswaardigheden lopen, bestaat er geen specifiek uitgestippelde route die langsheen de verschillende attracties leidt. De mogelijkheid om fietsen te huren (bijvoorbeeld aan het station) ontbreekt. Het aanbod aan overnachtingsmogelijkheden is vandaag beperkt, maar de interesse om kamers te verhuren (bed-and-breakfast, hoevetoerisme) stijgt. Nood aan ruimte voor een aantal gemeenschapsvoorzieningen Er is vraag naar ruimte voor een aantal gemeenschapsvoorzieningen op gemeentelijk niveau. − Het gemeentelijk recyclagepark kampt met plaatsgebrek en is op zoek naar een nieuwe lokatie. − De gemeentelijke administratie kampt met plaatsgebrek. − − − − − - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Ook de werk- en opslagplaatsen van de gemeentelijke milieudienst en de dienst openbare werken, gevestigd in dezelfde omgeving, kampen met plaatsgebrek. De brandweerkazerne is aan vernieuwing toe, maar is gehuisvest in een structureel gezond gebouw. De brandweer wenst haar centrale ligging te behouden. De eenheidspolitie voor de zone Kalmthout - Essen - Wuustwezel zoekt een lokatie voor haar hoofdvestiging. Talrijke zaaltjes vervullen een rol als vergader- , concert- of theaterruimte, maar een grotere polyvalente ruimte, die het socio-culturele gemeenschapsleven kan ondersteunen, ontbreekt. De scholen Zonnekind en GITOK I wensen - op eigen terrein - uit te breiden (tot) in parkgebied. Onvoldoende juridische bescherming van de natuurlijke en landschappelijke waarden van het open agrarisch gebied De natuurlijke en vooral landschappelijke waarden van de vallei van de Kleine Aa zijn onvoldoende beschermd. De vallei slibt dicht (lintbebouwing langs verbinding Kalmthout - Achterbroek) en wordt bedreigd door de oprichting van serres en andere gebouwen voor landbouwdoeleinden. Bij de ruilverkavelingsoperatie werd weinig rekening gehouden met de intensiviteit van het agrarisch grondgebruik en met de ecologische waarde van bepaalde gebieden. Vele kleine landschapselementen zoals poelen en hagen verdwenen. Ook in de omgeving van Marijnevennen zijn de natuurlijke en landschappelijke waarden weinig beschermd. Er gelden wel beperkingen vanuit het MAP en VLAREM, maar een wettelijke bescherming van de open ruimte ontbreekt. Het instrument van beheersovereenkomsten met de landbouwers is weinig of niet benut. - 145 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 31 maart 2006 - informatief gedeelte De mogelijke ontwikkeling van de verspreid gelegen onderbenutte recreatiegebieden Het Scheel en langs Spreeuwstraat vormt een potentiële bedreiging voor de open ruimte. Nood aan betere verkeersdoorstroming in oost-westrichting De openbaar vervoerverbindingen van en naar Antwerpen zijn goed via het spoor en de busverbinding op N122. Zoals aangegeven in het gemeentelijk mobiliteitsplan zijn openbaar vervoerverbindingen richting haven en richting Wuustwezel echter schaars of ontbreken ze zelfs helemaal. Nochtans zijn er heel wat pendelaars richting haven, en zijn er veel schoolgaande kinderen die vanuit Wuustwezel in Kalmthout naar school gaan. Om het centrum van Stabroek van doorgaand verkeer te ontlasten, maar de oost-westverbindingen van en naar de haven vanuit de Kempen te garanderen en te verbeteren, voorziet het R.S.P.A. een nog nader te lokaliseren verbinding tussen N11 en A12. Het streefbeeld voor A12, de autosnelweg Antwerpen - Bergen-op-Zoom, thans in opmaak, moet uitwijzen waar precies de aansluiting zal worden gerealiseerd. De gemeente Kalmthout is voorstander van de situering van deze verbindingsweg (in de pers benoemd als 'Nx') zo dicht mogelijk bij Putsesteenweg (N111) en niet bij Kapellensteenweg (N122). Een aansluiting nabij N122 brengt de verkeersleefbaarheid van de doortochten van N122 door Heide, Kalmthout-centrum en Dorp in het gedrang. Overigens is N122 niet als secundaire weg geselecteerd. 2. Kwaliteiten en kansen Groen en landelijk karakter van de gemeente De aanwezigheid van uitgestrekte grensoverschrijdende natuurlijk en landschappelijk waardevolle gebieden zoals de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en de Maatjes vormt een belangrijke troef voor de gemeente. Daarnaast draagt het open landbouwgebied bij tot het groen en landelijk karakter van de gemeente. Tenslotte wordt ook de aanwezigheid van rustige groene woonomgevingen in de gemeente als een kwaliteit ervaren. Voldoende graad van zelfstandigheid van de verschillende woonkernen De verschillende wijken kennen een voldoende hoog voorzieningenniveau om aan de meeste dagelijkse behoeften tegemoet te komen, inclusief basisonderwijs. Kalmthout-centrum wordt zelfs gekenmerkt door een hoge aanwezigheid aan scholen, waarvan verschillende met een bovenlokaal karakter. Aanwezigheid van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen Naast een aantal cultuurhistorisch waardevolle oude boerderijen, concentreert het cultureel erfgoed zich in de vorm van villa’s in de woonbossen uit het fin-de-siècle en het interbellum in het zuiden van de gemeente (Kapellenbos). Enkele van deze gebouwen genieten reeds bescherming als monument. - 146 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout Potenties voor inbreiding in en afwerking van de verschillende kernen In de verschillende kernen zijn een aantal onbebouwde plekken waar aantrekkelijke inbreidings- of afwerkingsprojecten gerealiseerd zouden kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn: − de stationsomgeving van Kalmthout (gelegen in woongebied) − een aantal binnengebieden tussen Kapellensteenweg en de spoorlijn ter hoogte van Kalmthout-centrum (gelegen in woongebied) − de gebieden achter het gemeentehuis en achter Kadrie in KalmthoutCentrum (gelegen in woongebied) − het niet-gerealiseerde gedeelte van het woonuitbreidingsgebied en het binnengebied tussen Bremlaan en Essensteenweg (gelegen in woongebied) in Nieuwmoer. - 31 maart 2006 - informatief gedeelte Potenties op het vlak van toerisme De gemeente heeft reeds een kwalitatief aanbod aan toeristische attracties. Een toeristisch en recreatief medegebruik van de natuurlijk en landschappelijk waardevolle gebieden (de Kalmthoutse Heide met inbegrip van de Withoefse Heide, en de Maatjes) is mogelijk onder de vorm van passieve recreatie (wandelen, fietsen), zij het met de grootste omzichtigheid. Netwerkvorming tussen de verschillende bestaande toeristische attracties langsheen landschappelijk interessante wandel- of fietsroutes, kan de toeristische druk misschien wat kanaliseren. In het open landbouwgebied zijn potenties voor een toeristisch en/of recreatief medegebruik onder de vorm van hoevetoerisme. Sterke landbouw De landbouw staat nog relatief sterk in Kalmthout. De Noorderkempen kennen een goede landbouwstructuur. Een hoog aandeel van de gronden is in eigendom. De Noorderkempen hebben een veeleer grootschalige perceelsstructuur onder meer als gevolg van verschillende ruilverkavelingen en de schaalvergroting binnen de landbouw. Goede bereikbaarheid van het grootstedelijk Antwerpen en goede ontsluiting richting haven gebied Vanuit Kalmthout is het grootstedelijk gebied Antwerpen, met een zeer hoog voorzieningenniveau, goed bereikbaar, vooral met de trein. Vlotte verbindingen richting E19 en A12 maken dat de gemeente ook behoorlijk ontsloten is voor autoverkeer richting haven en Roosendaal. De melkveehouderij is het belangrijkste agrarisch landgebruik. Het hoogste B.S.S./ha cultuurgrond en stuks melkvee per oppervlakte cultuurgrond worden gerealiseerd in de omgeving van Kalmthout en Essen. - 147 - ruimtelijk structuurplan Kalmthout - 148 - - 31 maart 2006 - informatief gedeelte