informatief gedeelte TEKSTEN

advertisement
TEKSTEN
informatief gedeelte
(cfr. art. 19 §4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening)
ruimtelijk structuurplan kalmthout
31 maart 2006
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-8-
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Status informatief gedeelte
De ruimtelijke structuurplannen vormen geen beoordelingsgrond voor de
werken en handelingen, bedoeld in artikelen 99 en 101 (aanvragen tot het
bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen), noch voor het stedenbouwkundig uittreksel en attest, bedoeld
in artikel 135 (artikel 19 §6 decreet van 18 mei 1999 houdende de
organisatie van de ruimtelijke ordening).
Artikel 19§1 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie
van de ruimtelijke ordening voorziet dat ieder ruimtelijk structuurplan een
bindend, een richtinggevend en een informatief gedeelte bevat.
Artikel 19§4 geeft de minimale inhoud van het informatief gedeelte aan.
De status van dit gedeelte is niet nader bepaald in het decreet en moet
worden geacht louter informatief te zijn in tegenstelling tot het
richtinggevend gedeelte en de bindende bepalingen.
-9-
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
- 10 -
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Inhoud informatief gedeelte
Status informatief gedeelte .................................................................... - 9 Inhoud informatief gedeelte ................................................................. - 11 Kaarten ................................................................................................ - 12 Tabellen ............................................................................................... - 13 Figuren.................................................................................................- 14 Figuren.................................................................................................- 14 -
I.
1.
2.
3.
4.
5.
Aanpak van het structuurplanningsproces
- 15 Inleiding ....................................................................................... - 16 Waarom een ruimtelijk structuurplan voor Kalmthout? ................ - 16 Focus voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid .............................. - 18 Kenmerken van het structuurplanningsproces ............................ - 23 Procesverloop, timing en communicatie ..................................... - 25 -
II.
1.
2.
3.
Situering
- 33 Administratieve situering ............................................................. - 34 Ruimtelijke context ...................................................................... - 34 Profiel van de gemeente met enkele kengetallen........................ - 35 -
III.
1.
Planningscontext
- 47 Ruimtelijke structuurplannen en andere ruimtelijke
beleidsplannen ............................................................................ - 48 Plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen................ - 65 Gebieden met andere wettelijke beschermingen......................... - 72 Gemeentelijke belastingen, subsidies en reglementen ............... - 77 Relevante sectorale beleidsdocumenten en studies ................... - 81 -
2.
3.
4.
5.
IV.
1.
2.
3.
4.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Bestaande ruimtelijke structuur
- 89 Bestaande ruimtelijke structuur van de regio ...............................- 90 Fysisch systeem ..........................................................................- 91 Synthese van bestaande ruimtelijke structuur van de
gemeente.....................................................................................- 94 Bestaande ruimtelijke deelstructuren ...........................................- 96 -
V.
1.
2.
3.
4.
Taakstellingen en behoeften - 113 Bijkomende woongelegenheden................................................- 114 Bijkomende ruimte voor bedrijvigheid ........................................- 128 Bijkomende ruimte voor recreatie ..............................................- 132 Bijkomende ruimte voor specifieke gemeenschapsvoorzieningen ............................................................................- 140 -
VI.
1.
2.
Knelpunten, kwaliteiten en kansen
- 143 Knelpunten.................................................................................- 144 Kwaliteiten en kansen ................................................................- 146 -
- 11 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Kaarten
kaart 1
kaart 2
kaart 3
kaart 4
kaart 5
kaart 6
kaart 7
kaart 8
kaart 9
situering van Kalmthout .......................................................- 34 Kalmthout in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen ..........- 48 selecties uit het R.S.P.A. in of nabij Kalmthout....................- 52 Kalmthout in de Noorderkempen.........................................- 56 Kalmthout in de Antwerpse fragmenten ..............................- 57 uittreksel gewestplan Turnhout............................................- 65 situering zonevreemde woningen........................................- 66 situering zonevreemde bedrijven.........................................- 68 situering zonevreemde recreatie en
gemeenschapsvoorzieningen..............................................- 68 kaart 10 situering B.P.A.’s en ontwerp-B.P.A. ...................................- 69 kaart 11 situering bedrijven die opgenomen worden in het
sectoraal B.P.A....................................................................- 69 kaart 12 speciale beschermingszones natuur ...................................- 72 kaart 13 beschermde landschappen en monumenten ......................- 73 kaart 14 potentiële nieuwe vestigingsplaatsen voor een
gemiddeld varkensbedrijf bij herlokalisatie ..........................- 75 kaart 15 MAP-beperkingen................................................................- 75 kaart 16 categorisering van het wegennet.........................................- 82 kaart 17 voorontwerp-afbakening agrarische gebieden.....................- 84 kaart 18 bestaande ruimtelijke structuur van de regio .......................- 90 kaart 19 fysisch systeem ...................................................................- 91 kaart 20 hydrografie en risicozones voor overstroming .....................- 92 kaart 21 synthese van bestaande ruimtelijke structuur......................- 94 kaart 22 (a en b) bestaande ruimtelijke deelstructuren.....................- 96 kaart 23 biologische waarderingskaart ..............................................- 96 kaart 24 bestaande ruimtelijke structuur van het centraal
kerngebied.........................................................................- 100 kaart 25 bestaande ruimtelijke structuur dorpskern Achterbroek ....- 101 -
- 12 -
kaart 26
kaart 27
kaart 28
kaart 29
kaart 30
kaart 31
kaart 32
kaart 33
kaart 34
kaart 35
kaart 36
kaart 37
kaart 38
kaart 39
bestaande ruimtelijke structuur dorpskern Nieuwmoer ..... - 101 landbouwtyperingskaart - 4 parametergroepen ................ - 105 landbouwtyperingskaart - totaalscore ............................... - 105 binnengebieden in woongebied,
woonuitbreidingsgebieden en potenties............................ - 115 ontwerpoefening inrichting stationsomgeving Kalmthout .. - 116 ontwerpoefening inrichting omgeving gemeentehuis
(centrum) .......................................................................... - 116 ontwerpoefening inrichting binnengebieden GITOK II,
Kerkeneind-west en centrum ............................................ - 116 ontwerpoefening inrichting afwerkingsproject Nieuwmoer - 116 ontwerpoefening inrichting nabestemming
slachthuisterrein Van Gool te Achterbroek ....................... - 123 realisatiegraad bedrijventerreinen volgens plannen van
aanleg ............................................................................... - 128 ontwerpoefening inrichting lokaal bedrijventerrein De
Rijkmaker.......................................................................... - 129 potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van
recreatievoorzieningen ..................................................... - 137 ontwerpoefening inrichting sportpark Driehoek en groene
parkrand Diesterweg......................................................... - 139 potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van
gemeenschapsvoorzieningen ........................................... - 140 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Tabellen
tabel 1
tabel 2
tabel 3
tabel 4
tabel 5
tabel 6
tabel 7
tabel 8
tabel 9
tabel 10
tabel 11
tabel 12
tabel 13
tabel 14
tabel 15
tabel 16
tabel 17
tabel 18
tabel 19
tabel 20
tabel 21
tabel 22
tabel 23
tabel 24
bebouwde versus onbebouwde oppervlakte (1999)............ - 35 ruimtegebruik 1999 : verdeling naar aard bodemgebruik.... - 36 bevolking: inwoners ............................................................ - 37 bevolking: huishoudens ...................................................... - 38 inkomens (1999) ................................................................. - 38 beroepsbevolking (2000) .................................................... - 39 tewerkstelling (1998) ........................................................... - 39 zelfstandigen....................................................................... - 40 toekomstverwachtingen: investeringen, toegevoegde
waarde (TW) en omzet van de rapporteringsplichtige
bedrijven (1996) .................................................................. - 41 landbouwkundig grondgebruik ............................................ - 42 aantal landbouwbedrijven en bedrijfstype ........................... - 43 cultuuroppervlakte............................................................... - 43 aantal landbouwbedrijven en status.................................... - 44 veestapel............................................................................. - 44 woningenbestand................................................................ - 45 oppervlakten gewestplanbestemmingen ............................. - 65 zonevreemde woningen naar gewestplanbestemming ....... - 67 zonevreemde bedrijven naar gewestplanbestemming ........ - 68 overzicht B.P.A.’s en ontwerp-B.P.A................................... - 70 voorontwerp-afbakening agrarische gebieden .................... - 84 aanbod bouwmogelijkheden voor woningbouw................. - 114 aantal bouwmogelijkheden (incl. appartementen) op
01/01/2002 in de kernen Achterbroek en Nieuwmoer ....... - 115 raming behoefte op korte termijn in Achterbroek en
Nieuwmoer........................................................................ - 118 vergelijking aanbod en behoeften aan bijkomende
woongelegenheden (2002 - 2007) in de hele gemeente... - 120 -
tabel 25
tabel 26
tabel 27
tabel 28
tabel 29
tabel 30
tabel 31
tabel 32
tabel 33
tabel 34
tabel 35
tabel 36
tabel 37
tabel 38
tabel 39
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
vergelijking aanbod en behoeften aan bijkomende woongelegenheden (2002 - 2007) in Achterbroek en
Nieuwmoer ........................................................................- 121 raming behoefte op middellange termijn in Achterbroek
en Nieuwmoer ...................................................................- 124 vergelijking aanbod en behoefte (2007-2012) mét
handhaving bewarende maatregel in de hele gemeente ...- 124 vergelijking aanbod en behoefte (2007-2012) mét
handhaving bewarende maatregel in Achterbroek en
Nieuwmoer ........................................................................- 124 vergelijking aanbod en behoefte periode 2007-2012
zonder handhaving bewarende maatregel in de hele
gemeente ..........................................................................- 125 vergelijking aanbod en behoefte periode 2007-2012
zonder handhaving bewarende maatregel in Achterbroek
en Nieuwmoer ...................................................................- 125 realisatiegraad bedrijventerreinen .....................................- 128 behoeftebepaling zonevreemde bedrijven.........................- 130 vergelijking aanbod - behoeften bedrijvigheid ...................- 130 realisatiegraad gebieden bestemd voor dagrecreatie........- 132 bruto-aanbod aan sportinfrastructuren in open lucht per
kern ...................................................................................- 133 verdeling behoeften per kern............................................- 134 referentiekader voor bereikbare groene ruimten ...............- 135 vergelijking bruto-aanbod en behoeften per kern ..............- 136 potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van recreatievoorzieningen ....................................................................- 137 -
- 13 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Figuren
figuur 1
figuur 2
figuur 3
figuur 4
- 14 -
planning op drie sporen.......................................................- 23 overzicht vooropgestelde timing en producten ruimtelijk
structuurplanningsproces Kalmthout ...................................- 26 overleg- en samenwerkingsmodel.......................................- 29 zonevreemde woningen naar gewestplanbestemming........- 66 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
I.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Aanpak van het
structuurplanningsproces
- 15 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1. Inleiding
De gemeenteraad van Kalmthout heeft op 29 juni 2000 beslist een
structuurplan voor zijn grondgebied te laten opmaken 1. Op 10 oktober
2001 werd de opdracht tot het opmaken van het gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan toevertrouwd aan Studiegroep Omgeving.
In een eerste verkennende fase van het planningsproces werd een
procesnota afgerond 2 waarin de focus voor het toekomstige ruimtelijke
beleid werd bepaald. De procesnota werd onder andere voorbereid met
behulp van een workshop, die plaatsvond op 6 december 2001.
Ter voorbereiding van de startnota, die tevens ter discussie werd voorgelegd in een tweede workshop, werden een aantal gesprekken met bevoorrechte getuigen gevoerd. Dat document werd uitgebreid toegelicht
aan en besproken met de GECORO, de CORPA (gemeenteraadscommissie ruimtelijke ordening en patrimonium) en de voorzitters van de
overige gemeentelijke adviesraden in het voorjaar van 2003. Tenslotte
werd de startnota besproken tijdens een structureel overleg dd. 12 juni
2003.
Elementen uit al deze overlegmomenten en verder onderzoek in het
najaar 2003 hebben geleid tot een voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan. Ook dit werd besproken met zowel de GECORO als de
CORPA, na een toelichting op 28 juni 2004. Op 27 augustus 2004 was het
onderwerp van een structureel overleg.
1
2
- 16 -
Goedkeuring lastenboek en raming voor de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan vond plaats op 26 april 2001.
Besproken tijdens het gemeentelijk overlegplatform op 5 februari 2002; goedgekeurd
in de gemeenteraad op 28 februari 2002.
Verder overleg met de GECORO en de CORPA in het najaar van 2004
leidde tot een eerste ontwerp van ruimtelijk structuurplan. In voorliggend
ontwerp van ruimtelijk structuurplan, bedoeld voor voorlopige vaststelling
in de gemeenteraad gevolgd door een openbaar onderzoek, werden de
opmerkingen uit de plenaire vergadering d.d. 12 mei 2005 verwerkt.
2. Waarom een ruimtelijk structuurplan
voor Kalmthout?
Het initiatief om met een gemeentelijk structuurplan te starten berustte op
drie overwegingen.
2.1. Nood aan een globale visie op de gewenste
ruimtelijke ontwikkeling van Kalmthout
De snel evoluerende maatschappij met haar steeds sneller veranderende
waarden en behoeften maakt het noodzakelijk dat permanent wordt
nagedacht over hoe de gemeente Kalmthout haar (ruimtelijke) toekomst
ziet. Welke rol kan en moet de gemeente vervullen binnen een ruimer
gebied? Over welke troeven beschikt zij en hoe kunnen deze zo goed
mogelijk worden benut? Hoe kan de leefbaarheid van Kalmthout worden
verbeterd voor de bewoners en voor de diverse gebruikers van de
gemeente?
Het beantwoorden van deze vragen is niet eenvoudig. Het vergt een
rationele en planmatige aanpak, grondig studiewerk en een maatschappelijk debat waar alle actieve krachten van Kalmthout moeten bij
worden betrokken. Dit alles moet uitmonden in een globale visie die de
richting aangeeft waar Kalmthout naar toe wil. Eens deze visie is uit-
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
getekend en goedgekeurd, beschikt het gemeentebestuur over een
beleidskader voor het toekomstig ruimtelijk beleid. Dat biedt het voordeel
dat projecten en plannen niet ad hoc en in functie van huidige behoeften
maar binnen een globale visie worden beoordeeld. Het beleidskader
omvat tevens een aanzet van actieprogramma voor het ruimtelijk beleid.
Deze visie is eveneens een toetskader voor gedane of uit te voeren sectorale studies.
De visie is het uitgangspunt of de onderbouwing van het toekomstig
ruimtelijk beleid. In de startnota van het gemeentelijk structuurplan werd
een hypothese van visie uitgewerkt. Deze hypothese werd met bijkomend
onderzoek onderbouwd en verder uitgewerkt.
2.2. Behoefte aan concrete oplossingen
Het werken aan een nieuw toekomstbeeld voor Kalmthout via een
structuurplanningsproces is essentieel. Het gemeentebestuur van Kalmthout wenst echter niet dat structuurplanning een vrij theoretisch en
abstract gebeuren is. Er moeten ook concrete resultaten zichtbaar zijn.
Bewoners moeten met andere woorden ‘op het terrein’ kunnen zien dat
het gemeentebestuur werkt aan een betere ruimtelijke ordening en aan
een aantrekkelijk beeld van de gemeente. Zij wensen dat er ‘kort op de
bal’ wordt gespeeld en dat de gemeentelijke overheid alert reageert op
belangrijke ontwikkelingen die de leefbaarheid van hun woonomgeving
kunnen beïnvloeden.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
2.3. Voldoen aan de nieuwe decretale bepalingen
Het planningsdecreet van 24 juni 1996 gaf voor het eerst een wettelijke
basis aan structuurplannen op drie beleidsniveaus. Vlaanderen, de
Vlaamse provincies en gemeenten kunnen structuurplannen uitwerken
voor hun grondgebied. In het decreet houdende de organisatie van de
ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 werd het planningsdecreet van 24
juli 1996 volledig geïntegreerd. Het nieuwe decreet omvat bepalingen
omtrent de inhoud van het structuurplan, de verhouding tussen de
verschillende planniveaus en de goedkeuringsprocedure. De opmaak van
ruimtelijke structuurplannen op de drie beleidsniveaus werd decretaal
verplicht. In uitvoering van de ruimtelijk structuurplannen kunnen de drie
beleidsniveaus ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken. Deze vormen het
verordenend kader voor het vergunningenbeleid.
Daarnaast worden in de omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997
belangrijke richtlijnen gegeven die betrekking hebben op de inhoud van
een gemeentelijk structuurplan.
Het structuurplan Kalmthout moet en zal rekening houden met de
bepalingen van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie
van de ruimtelijke ordening en latere wijzigingen, en met de omzendbrief
RO 97/02 van 14 maart 1997 over het gemeentelijk structuurplanningsproces.
Het gemeentelijk structuurplan dient niet alleen als theoretische of filosofische basis voor het ruimtelijk beleid. Het wil via het realiseren van concrete projecten aantonen dat een goede ruimtelijke ordening een meerwaarde betekent voor de gemeente en haar bewoners.
- 17 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
3. Focus voor het gemeentelijk
ruimtelijk beleid
3.1. Kerntaken
3.1.1. Subsidiariteit
Ruimtelijke planning veronderstelt dat keuzen worden gemaakt met
betrekking tot de eigen ruimtelijke toekomst. Dit betekent dat verantwoordelijkheid wordt opgenomen over alles wat op gemeentelijk niveau
kan worden gedaan.
Het principe van de subsidiariteit werd ingeschreven in het ruimtelijk
structuurplan Vlaanderen en is wettelijk geregeld in het decreet van 18
mei 1999. Elk beleidsniveau moet zich bezig houden met datgene waar
het het meest voor geschikt is.
Om te vermijden dat elk niveau zijn eigen richting uitgaat, zijn structureel
overleg en tijdelijke samenwerkingsverbanden noodzakelijk. Ook geldt een
vertrouwen in de bekwaamheden van de verschillende niveaus. Hiërarchische controle van zogenaamd 'lagere' niveaus is daarbij achterhaald.
3.1.2. Integratie in de planningscontext
Op 23 september 1997 werd het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
definitief vastgesteld door de Vlaamse regering. Op 12 december 2003
werd het reeds een eerste keer gedeeltelijk herzien. Ook het ruimtelijk
structuurplan van de provincie Antwerpen kreeg inmiddels vaste vorm en
werd bij M.B. van 10 juli 2001 bekrachtigd.
- 18 -
Binnen de krijtlijnen die de hogere planniveaus (Vlaanderen en de
provincie) hebben getrokken of trekken, wil de gemeente haar specifieke
visie ontwikkelen op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Kalmthout.
De visie-elementen vanuit het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen die
relevant zijn met betrekking tot de gemeente kregen reeds hun
doorwerking via het ruimtelijk structuurplan van de provincie. Het
doorvertalen van de visie op Kalmthout zoals in het ruimtelijk structuurplan
van de provincie Antwerpen geformuleerd voor het bebouwd perifeer
landschap en de ‘Open Kempen’, gelegen in het buitengebied, is daarom
primair aan de orde. Een interessante denkpiste is ook het zoeken naar
aansluiting bij grensoverschrijdende initiatieven.
Een tweede overweging is dat het structuurplan Vlaanderen en het
structuurplan van de provincie Antwerpen expliciet een aantal taken opleggen aan de gemeenten binnen het kader van een gemeentelijk
structuurplan. Het doorvertalen van de prognoses die op Vlaams en
provinciaal niveau zijn gemaakt met betrekking tot het aantal nieuw te
bouwen woningen en met betrekking tot de nood aan bijkomende bedrijventerreinen, zijn de belangrijkste taken. In het gemeentelijk structuurplan zal dus bijvoorbeeld aandacht worden besteed aan het lokaliseren
van gebieden voor nieuwe woningbouw met vermelding van de fasering
alsook van de minimale en maximale dichtheden. Ook het vastleggen van
ontwikkelingsperspectieven voor de lokale bedrijventerreinen is een taak
die binnen een gemeentelijk structuurplan zijn beslag moet krijgen.
3.1.3. Afstemming op andere plannen
Afstemming van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan met andere
(veeleer sectorale) plannen en planningsprocessen is uiteraard aangewezen. Zo zal het structuurplan ondermeer de ruimtelijke gevolgen van de
opties bestuderen die in het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan en het
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
gemeentelijk mobiliteitsplan naar voor worden geschoven. Deze opties
worden in het kader van het structuurplanningsproces en meerbepaald ten
opzichte van de gewenste ruimtelijke structuur afgewogen. Het mag evenwel niet de bedoeling zijn dat het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan de
diverse andere plannen vervangt. Elk plan heeft zijn eigen finaliteit die
gerespecteerd dient te worden.
3.2. Vragen en problemen die een antwoord
behoeven
Het structuurplan moet een toepasbaar en probleemoplossend instrument
zijn. De dynamische vraag naar ruimte vanuit de verschillende maatschappelijke activiteiten (zoals wonen, recreatie, toerisme, natuur enz.) moet
een deskundig antwoord krijgen. Het disfunctioneren van bepaalde gebieden moet worden ontleed en verholpen. Het vertrekpunt van structuurplanning is met andere woorden werken aan ruimtelijke vragen en
problemen.
Binnen het kader van een structuurplan is het niet mogelijk en ook niet
gewenst om alle mogelijke (ruimtelijke) problemen te bestuderen. Daarvoor ontbreken de middelen. Ook kan een bestuur maar aan een beperkt
aantal zaken gelijktijdig werken. Het is daarom belangrijk goed voor ogen
te houden dat in een structuurplan slechts die problemen worden behandeld die van structurele aard zijn en een belangrijke ruimtelijke impact
hebben. Bovendien moet er een bereidheid bestaan om de gekozen
problemen ook daadwerkelijk aan te pakken en er oplossingen voor te
zoeken.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
structuurplan. Zij zijn in willekeurige volgorde weergegeven; onderstaand
overzicht houdt geen rangschikking in prioriteit in.
3.2.1. Nood aan een doordachte ruimtelijke woonpolitiek
In de startnota werden de krijtlijnen voor de gemeentelijke woonpolitiek,
die in de gemeentelijke woonbehoeftestudie 3 werden uitgezet.
Vernoemde woonbehoeftestudie diende tijdens het structuurplanningsproces geactualiseerd. De provinciale omzendbrief voor de opmaak van
de woningbouwprogrammatie als onderdeel van het gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan vormde daarbij een leidraad.
Bij het opstellen van de programmatie werd verder rekening gehouden
met diverse factoren, zoals de spreiding van projecten, faseringsmogelijkheden, ontsluitingsmogelijkheden met het openbaar vervoer, het
voorzieningenniveau, de problematiek van de uitgeruste wegen enz.
Op het vlak van sociale woningbouw is een inhaalmanoeuvre nodig,
waarbij tevens aandacht besteed moet worden aan de noden van
specifieke doelgroepen, zoals senioren. Ook de toenemende vraag naar
woningen voor kleinere gezinnen (voornamelijk éénoudergezinnen) moet
opgevangen worden.
Bij de ontwikkeling van nieuwe plekken of de herstructurering van bestaande woonomgeving moet ook aandacht worden gevestigd op de
kwaliteit van de ontwikkeling (aanleg openbaar domein met buurtgroen,
aangepaste woningtypologie enz.). Ook kwalitatieve aspecten zullen in de
woningbouwprogrammatie aan bod komen.
Volgende problemen zijn een belangrijke beweegreden voor het gemeentebestuur van Kalmthout om werk te maken van een gemeentelijk
3
Studiegroep Omgeving, Woonbehoeftestudie Kalmthout, december 1998, goedgekeurd in de gemeenteraad op 25 februari 1999.
- 19 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Voor wat betreft de realisatie van inbreidings- en afwerkingsprojecten 4
kwamen in de woonbehoeftestudie uit 1998 reeds een aantal plekken in
de kijker:
− de gebieden achter het gemeentehuis en Kerkeneind-west in
Kalmthout-centrum
− het niet-gerealiseerde gedeelte van het woonuitbreidingsgebied en het
binnengebied Bremlaan in Nieuwmoer
− het project Draka Polva te Heide, waarbij een verlaten bedrijfsterrein
wordt herbestemd naar woongebied, met bijzondere aandacht voor het
versterken van de commerciële activiteiten in deze omgeving en de
realisatie van een sociaal huisvestingsproject (inmiddels in uitvoering).
De visie van de gemeente op het gebiedsgerichte beleid inzake zonevreemde woningen dient tevens geformuleerd in het gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan 5.
3.2.2. Vragen omtrent de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijvigheid
De gemeente wenst een oplossing te bieden voor de zonevreemde
bedrijvigheid op haar grondgebied. Recent werd een onderzoek rond de
opmaak van een sectoraal B.P.A. ‘zonevreemde bedrijven’ afgerond. De
resultaten van dit onderzoek worden geïntegreerd in het gemeentelijk
structuurplanningsproces.
4
5
- 20 -
Inbreiding is de functionele of morfologische verdichting van het bebouwde weefsel.
Afwerking betreft bebouwing aan de rand van het bebouwde weefsel zodat het bebouwd weefsel - vanuit de open ruimte gezien - een afgewerkt geheel vormt.
De te hanteren methodiek is terug te vinden in ‘Gebiedsgericht beleid voor zonevreemd wonen. Handleiding voor de gemeente’, een brochure uitgegeven door het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Ruimtelijke Planning.
Daarnaast werd er een planningsproces rond de slachthuissite Van Gool
geïnitieerd, teneinde komaf te maken met de jarenlang aanslepende
rechtsonzekerheid, zowel voor de omwonenden als voor het bedrijf. Deze
onzekerheid vloeit voort uit het tegenstrijdige overheidsbeleid, enerzijds
vanuit milieu, anderzijds vanuit ruimtelijke ordening. Een wederzijdse
afstemming tussen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en de opties
die uit dit planningsproces (B.P.A.) naar voor geschoven worden, is aan
de orde.
Tenslotte zal het structuurplanningsproces moeten leiden tot een uitspraak
over de mate en aard van ontwikkeling van de industriezone De Rijkmaker
tegen de gemeentegrens met Essen.
3.2.3. Nood aan ruimte voor een aantal gemeenschapsvoorzieningen
Er is nood aan ruimte voor een aantal recreatie- en gemeenschapsvoorzieningen op gemeentelijk niveau.
− De vraag leeft naar de realisatie van een gemeentelijk sportpark voor
recreatievoorzieningen in open lucht. Dit sportpark biedt niet enkel
plaats aan (eventueel geherlokaliseerde) sportvelden, maar tevens
aan een aantal gezamenlijk georganiseerde nevenfuncties, zoals
kleedruimten, een cafetaria, parkeergelegenheid enz. Door de verschillende sportactiviteiten te bundelen kan enerzijds de ruimte voor
deze nevenactiviteiten worden beperkt maar anderzijds voldoende
worden uitgebouwd, wegens het grotere draagvlak dat wordt
gecreëerd.
− Ondanks het groene karakter van de gemeente is er daarnaast
behoefte aan toegankelijk groen, in de vorm van buurtgroen en
speelbossen.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
−
−
−
−
−
−
Het gemeentelijk recyclagepark kampt met plaatsgebrek. De huidige
lokatie is niet geschikt voor uitbreiding en biedt potenties naar de
lokalisatie van andere voorzieningen en/of woningen. Herlokalisatie
van het recyclagepark naar een lokaal bedrijventerrein wordt
overwogen.
Ook het gemeentehuis kampt met een ernstig plaatstekort. Uitbreidingsmogelijkheden op de huidige lokatie dienen verder onderzocht.
In de nabijheid van het gemeentehuis hebben de gemeentelijke
milieudienst en de gemeentelijke dienst openbare werken een tekort
aan opslag- en werkruimte.
Ook in deze omgeving is de brandweerkazerne aan een opknapbeurt
toe.
In het kader van de politiehervormingen dient gezocht naar een geschikte centrale lokatie voor de hoofdvestiging van de interpolitionele
zone (IPZ) Essen - Kalmthout - Wuustwezel
Talrijke zaaltjes vervullen een rol als vergader- , concert- of theaterruimte, maar een grotere polyvalente ruimte, een ontmoetingsruimte
die het socio-culturele gemeenschapsleven kan ondersteunen, ontbreekt.
Een aantal scholen in parkgebied kampen met uitbreidingsmoeilijkheden.
3.2.4. Nood aan een betere bescherming en differentiatie
van de open ruimte
Het G.N.O.P. 6 geeft talrijke mogelijke maatregelen ter bescherming,
behoud en ontwikkeling van natuurwaarden in de gemeente aan. Deze
6
Gemeente Kalmthout, Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan, goedgekeurd in de
gemeenteraad op 28/11/1996 en conform verklaard door de Vlaamse overheid op
21/04/1997.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
aanbevelingen worden in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
afgewogen in een ruimer kader.
Aansluitend bij de grote aaneengesloten natuurgebieden Kalmthoutse
Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en Maatjes zijn er een aantal
gebieden die voor verdere natuurontwikkeling en/of buffering naar deze
natuurgebieden in aanmerking komen.
Naast de Kalmthoutse Heide en de Maatjes, draagt het open landbouwgebied bij tot het groen en landelijk karakter van de gemeente. Het is
wenselijk de randvoorwaarden voor allerhande (al dan niet ondersteunende) nevenfuncties (bebossing, hoevetoerisme, para-agrarische
bedrijvigheid) uit te stippelen en aan te geven. Zo zijn binnen het open
landbouwgebied de natuurlijke en landschappelijke waarden en het
waterbergend vermogen van de vallei van de Kleine Aa, die een
natuurverbindende functie vanuit Klein Schietveld vervult, weinig
beschermd. Een kleiner, maar tevens bijzonder ecologisch waardevol
element vormt het restant van het hellingsbos op de fossiele duingordel,
ten noorden van Nieuwmoer, tegen de bedrijvenzone De Rijkmaker.
Tussen de grote aaneengesloten natuurgebieden Kalmthoutse Heide en
De Maatjes en Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide)
en Klein Schietveld wordt het behoud en de verdere ontwikkeling van
natuurverbindingen wenselijk geacht.
In functie hiervan verdient het aanbeveling volgende aspecten te onderzoeken:
− of ook binnen de bebouwde omgeving onbebouwde groene corridors
moeten worden gelaten
− of grotere en groene tuinen in de woonparken en onbebouwde ruimten
(parkjes) dienen gevrijwaard, ogenschijnlijk tegen de verdichtings- en
- 21 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
inbreidingsgedachten in, als stapstenen; en waar zulke stapstenen
zich situeren
welke harde grenzen aan (voornamelijk industriële en residentiële) ontwikkelingen dienen te worden gesteld.
Tenslotte kan - met het oog op het verminderen van de barrièrewerking
van de aaneengesloten bebouwde omgeving - bijzondere aandacht
worden besteed aan aspecten zoals streekeigenheid van beplantingen,
beperkingen aan afsluitingen, vrijwaren van groene corridors en stapstenen enz.
3.2.5. Wederzijdse afstemming met het gemeentelijk mobiliteitsplan
Het ruimtelijk structuurplan dient afgestemd te worden op de opties die
worden genomen in het gemeentelijk mobiliteitsplan 7 en vice versa.
Het is immers wenselijk een lokatiebeleid te voeren. Dit betekent bijvoorbeeld dat gewenste ontwikkelingen van woon- of bedrijvenzones voldoende dienen ontsloten. Het kan bijgevolg noodzakelijk zijn aanpassingswerken door te voeren aan de ontsluiting. Knooppunten, plaatsen waar
verschillende vervoersmodi bij elkaar komen, zijn juist aangewezen
plaatsen om een verdichtingsbeleid te voeren. De bescherming van de
open ruimte vraagt dan juist weer om een vrijwaring van het gebied, van
bebouwing, en ook van wegenis. Omgekeerd is het niet wenselijk om op
slecht ontsloten lokaties woningen of bedrijven in te planten.
7
- 22 -
Gemeente Kalmthout, gemeentelijk mobiliteitsplan, conform verklaard in de provinciale
auditcommissie op 09/09/2003.
De categorisering van het wegennet is gebaseerd op het selectief prioriteit
geven aan ofwel de bereikbaarheid ofwel aan de leefbaarheid. De
ruimtelijke consequenties van deze prioriteiten worden uitgedrukt in een
ruimtelijk beleid voor aanleg en inrichting van de wegen. Door op een
aantal wegen prioriteit te verlenen aan de bereikbaarheid ontstaat een
patroon van wegen dat voor de omgevende ruimte verkeersontlastend
werkt. Functioneel heeft men drie hoofdfuncties: de verbindingsfunctie, de
verzamelfunctie en de functie van het toegang geven. De categorisering
bewerkstelligt mede de optimale invulling en uitbouw van deze drie
functies.
3.2.6. Andere problemen
Deze lijst van problemen of aandachtspunten is niet limitatief. Het zijn een
aantal actuele vraagstukken waar het gemeentebestuur momenteel om
bekommerd is. In de loop van het planningsproces kunnen nog andere
problemen de kop op steken of plots opgemerkt worden. De lijst met werkpunten voor (de startnota van) het structuurplan kan dus gaandeweg nog
aangevuld worden.
Het blijft - zoals reeds vermeld - echter belangrijk in een structuurplan te
focussen op een beperkt aantal, relevante problemen, die van structurele
aard zijn en een belangrijke ruimtelijke impact hebben.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
4. Kenmerken van het structuurplanningsproces
figuur 1
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
planning op drie sporen
4.1. Planning op drie sporen
Structuurplanning verloopt bij voorkeur op drie sporen tegelijkertijd 8.
Deze planningsmethode heeft tal van voordelen.
− In een eerste spoor wordt een perspectief op langere termijn uitgetekend voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Kalmthout.
De vraag naar ruimte en de ruimtelijke draagkracht worden er in een
ruim tijdsbestek bekeken. De gemeente laat zich hierbij bijstaan door
een extern studiebureau, gespecialiseerd in ruimtelijke planning en
stedenbouw, Studiegroep Omgeving.
− Parallel hiermee kan op een tweede spoor kwalitatief worden ingegrepen op het terrein voor dringende en lopende zaken. Het
structuurplan mag immers geen aanleiding zijn om dossiers op de
lange baan te schuiven. Het extern studiebureau heeft hierin een
adviserende rol. Afzonderlijke adviezen en voorstudies zijn steeds
gericht op een concreet doel zoals het geven van een helder besluit
over een controversieel project, het voorbereiden van een ruimtelijk uitvoeringsplan enz.
− Het realiseren van een goed ruimtelijk beleid staat tenslotte niet los
van de medewerking en goedwil van de bevolking. Zij moeten de voorgestelde ruimtelijke principes en ingrepen steunen om ze realiseerbaar
en succesvol te maken. Daarom is het nodig om op een derde spoor
de inwoners regelmatig te informeren en met hen in dialoog te treden.
8
4.2. Uitgangshouding
Reeds van bij de start van het planningsproces stelde het gemeentebestuur van Kalmthout dat de oplossingen die in het kader van de ruimtelijke problematiek worden uitgewerkt, zouden moeten beantwoorden aan
volgende principes.
Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit
De essentie van een ruimtelijk structuurplan is het streven naar ruimtelijke
kwaliteit. Een omschrijving hiervan is niet evident. In het algemeen is
ruimtelijke kwaliteit wel herkenbaar, maar zelfs deskundigen kunnen dit
moeilijk in concrete maatstaven vertalen.
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AROHM, Bestuur ruimtelijke ordening,
‘Structuurplanning: een handleiding voor gemeenten’, op. cit., blz. 2.6.
- 23 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Twee aspecten zijn zeker van belang.
− Ten eerste impliceert het een ‘leesbare ruimtelijke structuur’. Dit
wordt gerealiseerd door de activiteiten op een logische manier in te
haken op de grote structuren van de ruimte zoals rivier- en beekvalleien, verbindingswegen, verkavelingen enz.
− Daarnaast is het belangrijk te zorgen voor een passende aanleg of
mooie verschijningsvorm van de ruimte, zodat inwoners hun leefomgeving als aangenaam ervaren.
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling is ‘een ontwikkeling die voorziet in de behoeften
van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties
de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te
voorzien’ 9.
Het is met andere woorden een ontwikkeling die niet afwentelt: niet op
anderen, niet op toekomstige generaties.
Toegepast op het ruimtelijk beleid betekent het dat ruimtelijke ingrepen
moeten kaderen in een langetermijnperspectief en in een ruimere
context. Oplossingen op korte termijn of oplossingen die geïsoleerd
worden bekeken, zijn dikwijls slechts een verschuiving van het probleem.
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling houdt ook rekening met de
draagkracht van de ruimte. Het lokaliseert activiteiten daar waar de
ruimte ze kan (ver)dragen en ze geen symptomen als verkeersoverlast,
verontreiniging, leegstand en verkrotting veroorzaken.
9
- 24 -
World Commission on Environment and Development, Our Common Future
(Brundtland rapport), Oxford University Press, 1987.
Diversiteit
Een ander beginsel betreft het erkennen en het stimuleren van variatie en
verscheidenheid. Kalmthout is geen homogeen gebied.
Er zijn verschillende soorten ruimten (verschillende dorpskernen, de
Kalmthoutse Heide, de beekvallei van de Kleine Aa, open landbouwgebied
enz.). Er moet zo goed mogelijk worden ingespeeld op de eigen ontwikkelingsmogelijkheden en de eigenheid van elk gebied. Voordeel is dat
op die manier de leefomgeving voor bewoners en gebruikers herkenbaar
blijft en dat verschillen tussen gebieden niet vervlakken.
Samenhang
Daartegenover zijn ook het zoeken naar samenhang en het op elkaar afstemmen van gebieden nodig.
Het zoeken naar structuurbepalende elementen die de samenhang
tussen de verschillende deelruimten en de samenhang met de ruimere
omgeving bevorderen, is een taak van het structuurplan. Structuurplanning moet voorkomen dat deelgebieden als losse fragmenten naast elkaar
liggen en bijvoorbeeld allemaal op zichzelf een gelijkaardig aanbod produceren (sporthal, cultureel centrum, middelbaar onderwijs, appartementen
enz.).
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
5. Procesverloop, timing en
communicatie
−
Communicatie en overleg zijn sleutelwoorden in een structuurplanningsproces. Wat baat het mooie plannen op te maken indien zij niet worden
uitgevoerd! Vandaar dat het zoeken naar partners, het opbouwen van een
draagvlak en het uitwisselen van uitleg en informatie zo belangrijk zijn. De
organisatie van het planningsproces wordt als volgt opgevat.
−
5.1. Procesverloop en timing
5.1.1. Producten
Uit de algemene aanpak volgden verschillende producten die in de loop
van het proces werden opgemaakt.
− Een procesnota 10 werd goedgekeurd op 28 februari 2002 door de
gemeenteraad (fase 1 - verkennende fase).
− Een startnota 11, waarvan de gemeenteraad op 30 oktober 2003
kennis nam, maakte het onderwerp uit van een structureel overleg dat
plaatsvond op 12 juni 2003.
− De startnota werd verder aangevuld tot een voorontwerp van
ruimtelijk structuurplan 12 (fase 2 - inhoudelijke uitwerking). Het
10
De procesnota bevatte: de ruimtelijke vragen en problemen die een antwoord
behoefden bij de aanvang van het structuurplanningsproces, het procesverloop, de
vooropgestelde timing en te voeren de communicatie.
11
De startnota gaf een beeld van: de bestaande ruimtelijke structuur, de planningscontext, taakstellingen en behoeften, in het bijzonder naar wonen en bedrijvigheid, een
eerste hypothese van visie en een eerste aanzet van gewenste ruimtelijke structuur,
inrichtingsschetsen voor een aantal deelgebieden en een beschrijving van prioritair op
te starten acties. Gaandeweg werden de leemten in de kennis duidelijk.
Inhoud cfr. art.18-19 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke
ordening. Zie ook omzendbrief RO 97/02 van 14 maart 1997.
12
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
voorontwerp was het voorwerp van een tweede structureel overleg op
27 augustus 2004 en een tussentijds advies vanwege de GECORO
d.d. 28 september 2004.
Een ontwerp van ruimtelijk structuurplan werd besproken op een
plenaire vergadering op 12 mei 2005, en - na een gunstig advies
vanwage de GECORO d.d. 7 juni 2005 - voorlopig goedgekeurd in de
gemeenteraad op 14 juli 2005. Vanaf 1 augustus 2005 werd het
ontwerp van structuurplan, gedurende 90 dagen onderworpen aan een
openbaar onderzoek (fase 3).
Dit ruimtelijk structuurplan kwam tot stand aan de hand van het
advies vanwege de GECORO d.d. 4 januari 2006 waarin de adviezen
en bezwaren naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden
behandeld. Het zal definitief worden goedgekeurd in de gemeenteraad
(fase 4)
Tijdens het structuurplanningsproces kwamen tevens een aantal
mondelinge en schriftelijke adviezen en voorstudies met betrekking tot concrete dossiers tot stand.
5.1.2. Timing
Decretaal dient de gemeente te beschikken over haar gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan uiterlijk op 1 mei 2007. Het streven was er op
gericht om het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan met een reservemarge
van ongeveer een jaar (dus tegen midden 2006) goedgekeurd te krijgen.
Het vaststellen van een strikte termijn waarbinnen het ruimtelijk structuurplan door de gemeenteraad voorlopig zal worden goedgekeurd (einde van
het effectieve ontwerpproces) was moeilijk. Deze termijn is van vele
factoren afhankelijk (onder meer de gewenste diepgang van de inhoud, de
beschikbaarheid van noodzakelijke gegevens, de snelle of moeilijke
besluitvorming enz.).
- 25 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Volgende aandachtspunten gaven inzicht in de noodzakelijke termijnen.
− Het opmaken van het eerste voorontwerp ruimtelijk structuurplan
(einde fase 2) nam twee en een half jaar in beslag. De eerste zes
maanden (inwerkperiode) werden besteed aan het opmaken van de
procesnota (fase 1), de volgende zes maanden tot één jaar aan het
opmaken van de startnota, en vervolgens zes maanden voor
deelstudies en de integratie van het onderzoekswerk (afhankelijk van
het tijdig beschikbaar zijn van het onderzoeksmateriaal en de kwaliteit
ervan).
− Het parallel werken aan enerzijds het ruimtelijk structuurplan en
anderzijds een aantal concrete ruimtelijke problemen zal deze
termijnen eveneens beïnvloeden.
− De ervaring leert dat tussen het eerste voorontwerp (bestaande uit de
volledige drie delen van het ruimtelijk structuurplan) en de voorlopige
goedkeuring van het ontwerp structuurplan door de gemeenteraad
(fase 3) minimum 3 maanden tot 6 maanden verlopen. Deze tijd is
nodig om een politiek draagvlak te creëren en de nodige vergadermomenten te doorlopen zoals er zijn: de organisatie van het
vooroverleg en de plenaire vergadering, themabesprekingen met het
college, besprekingen met de GECORO, politiek overleg met de
verschillende fracties enz.
− Fase 4 bevat een aantal stappen die decretaal vastgelegd zijn, ook wat
de termijnen betreft. De praktijk leert dat de goedkeuringsprocedure op
gemeentelijk vlak (organisatie openbaar onderzoek, hoorzitting,
verwerking bezwaarschriften, besprekingen met GECORO enz..) ca. 6
maanden in beslag neemt (definitieve goedkeuring door de
gemeenteraad). Vervolgens ligt de procedure vast tot en met de
goedkeuring door de Bestendige Deputatie (in principe 30 + 60
dagen).
In volgende figuur worden het indicatieve procesverloop en de timing
gekoppeld aan de op te leveren producten en hun respectievelijke status.
- 26 -
figuur 2
1
2
3
4
overzicht vooropgestelde timing en producten ruimtelijk
structuurplanningsproces Kalmthout
fase
producten
status
timing
verkennende
fase
workshopbundel
werkdocument
einde 2001
procesnota
voor goedkeuring door
gemeenteraad
begin 2002
startnota
voor goedkeuring CBS,
structureel overleg
juni 2003
onderzoeks-rapporten
werkdocumenten
juni 2003 -juni
2004
voorontwerp
voor goedkeuring CBS,
structureel overleg
midden 2004
aangepast voorontwerp
voor goedkeuring CBS,
plenaire vergadering
voorjaar 2005
tussentijdse adviezen
werkdocumenten
doorlopend
ontwerp
voor voorlopige vaststelling
in gemeenteraad
midden 2005
verslag openbaar
onderzoek
door GECORO;
voorbereiding door
projectgroep
eind 2005
structuurplan
voor definitieve vaststelling
in gemeenteraad
begin 2006
goedkeuring B.D.
mei 2006
inhoudelijke
uitwerking
start
goedkeuringsprocedure
goedkeuring
hogere overheid
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
5.1.3. Partners in het planningsproces
Plangroep
De plangroep bestaat uit medewerkers van Studiegroep Omgeving. De
plangroep doet het inhoudelijk werk, maakt de dossiers op en werkt
concrete voorstellen uit. De coördinatie van de werkzaamheden voor het
structuurplan Kalmthout is toevertrouwd aan Guy Vloebergh, ruimtelijk
planner. Vaste medewerker is Elisabeth Wouters, ruimtelijk planner.
Procesbegeleiding
De procesbegeleiding werd in de aanloopfase (2001) verzorgd door Frank
D’hondt van het bureau o2 consult. De begeleiding gebeurt in nauw
overleg met de plangroep, de gemeentelijke administratie en de projectgroep. De procesondersteuning in de beginfase heeft betrekking op het
meehelpen voorbereiden en het leiden van een startworkshop. De
uitkomsten van de workshop en van de voorbereidende gesprekken in de
projectgroep en de plangroep worden verwerkt in een procesnota.
Projectgroep
De projectgroep vervult de rol van dagelijks bestuur bij de uitwerking van
het structuurplan. Zij is de eerste overleggroep waaraan de plangroep
haar werk voorlegt. Zij becommentarieert de documenten, doet zelf
voorstellen en stelt alle noodzakelijke gegevens ter beschikking. De
praktische afspraken worden in de projectgroep geregeld. Hiervoor komt
zij in principe tweemaandelijks bijeen.
De burgemeester, de schepen voor ruimtelijke planning, de gemeentesecretaris, Karl Jacobs (hoofd dienst Ruimtelijke ordening) en Patrick
Reynaerts (administratief medewerker dienst Ruimtelijke Ordening),
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Liesbeth Uitdenhouwen (communicatieambtenaar), Christian Ysenbaardt
(milieu-ambtenaar), Gino Vanthillo (gemeentelijke sportfunctionaris), de
gemeentelijke mobiliteitsambtenaar (Werner Torfs) zijn vaste leden van de
projectgroep. Facultatief nemen andere gemeentelijke ambtenaren deel
aan het overleg, alsook de externe procesbegeleider. Aan het overleg
nemen tevens de plangroep-vertegenwoordigers deel.
Naargelang de agenda van de bijeenkomst kunnen occasioneel de hogere
overheden, de opdrachthouders van andere studies in Kalmthout of
derden met kennis van zaken worden uitgenodigd. De projectgroep wordt
voorgezeten door de burgemeester. Patrick Reynaerts neemt het secretariaat waar.
Tussen de bespreking van de startnota en de opmaak van het eerste
voorontwerp kwam de projectgroep bijna maandelijks samen.
Gemeentelijke administratie
Het is heel belangrijk dat de gemeentelijke administratie zo goed mogelijk
wordt betrokken bij het opmaken van het structuurplan. Zij moet immers
zorgen voor de uitvoering van het structuurplan nadat de plangroep haar
werkzaamheden heeft beëindigd.
Vanuit de projectgroep wordt Karl Jacobs (diensthoofd Ruimtelijke
ordening) als ambtelijk contactpunt afgevaardigd voor de opvolging van
het structuurplanningsproces. Zijn taak bestaat erin om het ideeëngoed
van het structuurplan te laten doorstromen naar alle betrokkenen binnen
de gemeente en om kritisch toe te kijken op de werkzaamheden van de
plangroep.
- 27 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
GECORO
Bewoners
De samenstelling van de GECORO wordt bepaald in het B.Vl.R. van 19
mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de
organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke
commissies voor ruimtelijke ordening. De GECORO werkt mee aan de
inhoudelijke invulling van het structuurplanningsproces. Zij toetst de
voorstellen en ideeën van de plangroep en van de ambtelijke werkgroep
en zorgt mee voor een draagvlak van de geformuleerde voorstellen.
Daarnaast is op bepaalde tijdstippen in het planningsproces een advies
vanwege de GECORO decretaal verplicht.
De bewoners van Kalmthout worden op regelmatige tijdstippen geïnformeerd over de voortgang en de resultaten van de werkzaamheden.
Omgekeerd kunnen plangroep en gemeentebestuur heel wat opsteken
over de ruimte in Kalmthout door regelmatige gesprekken te organiseren
met de bewoners of bepaalde doelgroepen in de gemeente. De minimale
eisen zijn vermeld in het decreet van 18 mei 1999 en omvatten slechts
een inspraak- en informatievergadering tijdens het openbaar onderzoek.
CORPA
De gemeenteraadscommissie CORPA bereidt de raadsbeslissingen over
het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor. Daartoe worden de leden
van deze commissie op belangrijke momenten hetzij als afzonderlijke
groep, hetzij samen met de GECORO-leden (zie verder) samengeroepen.
Gemeentelijk overlegplatform ruimtelijk structuurplan
Op belangrijke momenten wordt een verruimde Gemeenteraad bijeengeroepen bestaande uit het College, de leden van de CORPA, en ook uit
leden van de projectgroep en van de GECORO om belangrijke vorderingen in het planningsproces toe te lichten.
De procesnota werd toegelicht op 5 februari 2002. Het ontwerp van
startnota werd toegelicht op 17 februari 2003 en besproken op 10 maart
2003. Een overleg omtrent het eerste voorontwerp vond plaats op 28 juni
2004.
- 28 -
In Kalmthout werd echter gepoogd om de bevolking vaker te betrekken,
soms op ludieke wijze (zie ook punt 5.2.3.). De startnota kwam mede tot
stand aan de hand van workshops op 17 december 2001 en 21 november
2002. Op 19 mei en 27 mei 2003 werden informatie- en inspraakvergaderingen met de ruime bevolking gehouden omtrent de startnota.
Tijdens het openbaar onderzoek vonden twee informatie- en inspraakavonden met de bevolking plaats (op 13 september en 15 september
2005).
De bewoners werden ook op de hoogte gehouden door middel van drie
specifiek aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces gewijde
informatiekrantjes.
Overleg- en samenwerkingsmodel
In onderstaande figuur worden de partners van het structuurplanningsproces samengebracht in een voorstel van overleg- en samenwerkingsmodel. Deze organisatiestructuur is een basismodel dat in de loop van het
proces nog kan bijgesteld worden om de kwaliteit van de besluitvorming
en burgerparticipatie te optimaliseren.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
figuur 3
overleg- en samenwerkingsmodel
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
5.2. Communicatieplanning
5.2.1. Inleiding
Voor de deskundige organisatie van de informatiedoorstroming en bewonersparticipatie deed het College van Burgemeester en Schepenen in
de startfase een beroep op een externe procesbegeleider. Deze
begeleider stippelde samen met de gemeente de communicatiestrategie in
het kader van het gemeentelijk structuurplanningsproces uit en stond de
gemeente vervolgens praktisch bij in voornoemde workshops en enkele
ludieke acties en de opmaak van drie informatiekranten.
5.2.2. Communicatieproces
Het communicatiebeleid in de gemeente komt niet van de ene dag op de
andere tot stand. Het communicatieproces omtrent het ruimtelijk beleid
kan zich dus best inschakelen in het algemeen communicatiebeleid. Het
structuurplanningsproces kan daarin wel eigen klemtonen leggen. Enkele
principes zijn daarbij belangrijk.
− Planningsprocessen worden verrijkt door de inbreng van vele partijen.
Initiatieven op dit vlak kunnen vanuit verschillende invalshoeken
komen (geïnteresseerde maatschappelijke groepen, overheidsadministraties, beleidsverantwoordelijken, individuele burgers enz.). Gestreefd
werd om in een open planproces deze initiatieven de kans te geven
zich uit te drukken. Een open planningscultuur maakt de politieke
besluitvorming des te zinvoller daar juist omwille van de inbreng van
vele partijen op een bepaald moment prioriteiten moeten worden
gesteld en keuzen gemaakt.
− Daartoe is het doorlopend leveren van basisinformatie omtrent het
structuurplanningsproces een basisvereiste. Dit gebeurde zo efficiënt
en eenvoudig mogelijk met behulp van de normale gemeentelijke
- 29 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
−
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
kanalen zoals de website, de nieuwsbrief, het informatieblad en persberichten.
Daarnaast werd ook meer gerichte communicatie naar specifieke doelgroepen noodzakelijk geacht. Ruim opgezette workshops en
consultatiemomenten van gemeentelijke raden speelden hierin een
belangrijke rol.
De communicatie richtte zich niet alleen op formele elementen. Er was
ook voldoende ruimte voor informele en tijdelijke overlegprocessen,
waarbij de gemeente ook open stond voor nieuwe vormen van
communicatie. Ook allerlei ludieke of culturele activiteiten zijn vormen
van communicatie.
Vele partijen voelen zich betrokken bij de uitwerking van complexe
ruimtelijke beleidsplannen en projecten. Dat maakte het nadenken
over een goede procesarchitectuur onontbeerlijk. Efficiënte en effectieve communicatie en besluitvorming zijn daarbij sleutelbegrippen.
Efficiënt betekent dat allerlei vertragingsmechanismen in het besluitvormingsproces worden beperkt; effectief dat het planningsproces
bevredigende resultaten oplevert.
5.2.3. Concrete acties
Reeds tijdens de periode van de startnota (2002) werden een aantal
acties ondernomen in het kader van het communicatieproces. Bij deze
acties vervulde de procesbegeleider de rol van coördinator en intermediair
tussen gemeentebestuur, ontwerper en bevolking.
Mobilisering van ideeën van in de startfase
De uitdagingen voor het gemeentelijk ruimtelijk beleid werden gedetecteerd aan de hand van gesprekken met bevoorrechte getuigen en tijdens
een workshop waarop afgevaardigden van de verschillende gemeentelijke
- 30 -
diensten, geëngageerde inwoners en leden van de GECORO waren
uitgenodigd.
De opmaakperiode van de startnota werd afgerond met een tweede
workshop. Voortgaand op het succes van de startworkshop op 17
december 2001 werd op 21 november 2002 min of meer dezelfde samenstelling bijeen geroepen om een concept-startnota te bespreken.
Interne en externe communicatie over het structuurplanningproces
De start van het structuurplanningsproces werd officieel naar buiten
gebracht wanneer de procesnota door de gemeenteraad was goedgekeurd.
Op de webstek en via het gemeentelijk informatieblad verschenen enkele
mededelingen en aankondigingen rond het gemeentelijk ruimtelijk
structuurplanningsproces. In juli 2002 werd tevens een specifieke infokrant
‘ruimtelijk structuurplan Kalmthout’ verspreid.
Omdat structuurplanning voor veel inwoners niet onmiddellijk tot de
verbeelding spreekt werden tevens ‘ludieke activiteiten’ georganiseerd om
de bewonersparticipatie te stimuleren. Ter bekendmaking van de startnota
werden drie verschillende fietstochten uitgestippeld langsheen de
belangrijkste ruimtelijke knelpunten en kansen met bijhorende enquêteformulieren en prijsvraag. Op 25 augustus 2002 vond ter afsluiting van dit
ludieke programma een eerste groots opgezet mobilisatie-evenement
plaats, met optochten met fietsen en huifkarren vanuit de verschillende
dorpskernen naar het centrum, waar een infomarkt opgesteld stond.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
In april 2003 werd een tweede specifieke infokrant ‘ruimtelijk structuurplan
Kalmthout’ verspreid. Daarin werd de inhoud van de startnota toegelicht
en een informatie- en inspraakronde aangekondigd.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Tijdens het openbaar onderzoek werden twee inspraakmomenten met de
ruime bevolking gehouden.
Op 19 en 27 mei 2003 werden informatie- en inspraakvergaderingen
gehouden omtrent de startnota in Kalmthout en Achterbroek.
Ook tijdens het openbaar onderzoek vonden twee informatie- en inspraakvergaderingen plaats zoals decretaal voorzien.
Structuurplanning als educatief en cultureel project
Gelijktijdig met de opbouw van de startnota werd een educatief en
cultureel project gelanceerd in samenwerking met de diensten cultuur en
de educatieve werking in de gemeente. Achterliggende bedoeling is om
gedurende een langere periode de diverse facetten in invloeden van de
ruimtelijke ontwikkeling van en het samenleven in de gemeenten in de verf
te zetten en te koppelen aan de nieuwe wensen en voorstellen.
Een brainstorm met de sociaal-culturele instellingen en de scholen leidde
tot een tweede mobilisatiemoment ‘Moeidu’, een inspraakdag speciaal
voor kinderen over de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en die
plaatsvond in mei 2003.
Voortgezette communicatie rond voorontwerp en ontwerp
van structuurplan
De gemeente trad opnieuw naar buiten met het ontwerp van structuurplan
door middel van een derde informatiekrant. Die verscheen net voor het
openbaar onderzoek.
- 31 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
- 32 -
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
II. Situering
- 33 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1. Administratieve situering
2. Ruimtelijke context
kaart 1
Kalmthout bevindt zich in de Noorderkempen in het noorden van de
provincie Antwerpen. De gemeente ligt zo ’n 25 kilometer ten noorden van
de stad Antwerpen en ca. 20 kilometer ten zuiden van Bergen-Op-Zoom
en Roosendaal. Het noordelijk deel van de haven van Antwerpen ligt op
zo ’n 15 kilometer ten westen van de gemeente.
situering van Kalmthout
De gemeente Kalmthout maakt deel uit van de provincie en het arrondissement Antwerpen. Ze grenst aan de Nederlandse provincie NoordBrabant in het noordoosten en het noordwesten. De Vlaamse
buurgemeenten van Kalmthout zijn Essen in het noorden, Wuustwezel in
het oosten en Kapellen in het zuiden. De Nederlandse buurgemeenten zijn
Woensdrecht in het westen en Zundert in het noordoosten.
De gemeente hoort samen met de gemeenten Essen en Wuustwezel tot
één lokale politiezone.
Voor de fusies was Kalmthout met 6.400 ha één van de grootste
gemeenten van België. Nu beslaat de gemeente zo’n 5.944 ha. Omwille
van de geografische uitgestrektheid voerde de gemeente een wijkindeling
in naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in 1874. Volgende
wijken werden onderscheiden: Kerkeneind, Heikant en Kijkuit, Centrum,
Dorp en Handelaar, Achterbroek, Nieuwmoer en Kalmthoutse hoek. Op
dat moment was van Heide nog geen sprake.
De huidige subgemeentelijke indeling verdeelt de gemeente in vijf wijken:
Centrum, Dorp-Heuvel, Heide, Achterbroek en Nieuwmoer. Slechts enkele
boerderijen van Hoek, in het noordwesten van de gemeente, behoren tot
het grondgebied van Kalmthout. De eigenlijke kern van Hoek bevindt zich
sinds de fusie op grondgebied Essen.
Een belangrijk deel van de gemeente wordt ingenomen door het
natuurreservaat De Kalmthoutse Heide, welke deel uitmaakt van het
groter aaneengesloten natuurgebied ’grenspark De Zoom’ dat aan beide
zijden van de Belgisch - Nederlandse grens zo ’n 3 750 ha beslaat.
De Maatjes vormt een ander grensoverschrijdend natuurgebied, waarvan
het grootste deel in Nederland ligt (ca. 50 van de in totaal 58 ha). Tot slot
vormt het Klein Schietveld (op het grondgebied van Kalmthout en
Brasschaat) samen met het groot Schietveld (op het grondgebied van
Brecht) een militair domein van 900 ha.
De belangrijkste verbindingen in de gemeente zijn noord-zuid georiënteerd: N122, N117 en de spoorlijn nr. 12 Antwerpen - Roosendaal. N111
loopt richting Antwerpse haven, maar zorgt tevens voor verbinding met de
oostelijke buurgemeente Wuustwezel.
De belangrijkste waterloop, de Kleine Aa watert belangrijke delen van de
gemeente af naar Nederland.
Zowat de helft van de gemeente bestaat uit landbouwgronden en meer
specifiek uit weilanden. Het oostelijk gedeelte van de gemeente sluit met
haar landbouwgronden aan bij het landbouwgebied van de Noorderkempen.
- 34 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
3. Profiel van de gemeente met
enkele kengetallen
59,4
Vlaanderen
provincie Antwerpen
Antwerpen
arrondissement zonder
(zonder ‘woeste gronden’)
Kalmthout
bebouwde versus onbebouwde oppervlakte (1999)
totale oppervlakte (km²)
795,8
2867,4
13222,2
70,7
72,8
78,8
22,4
18,9
16,5
5,07
3,69
3,31
3,68
evolutie bebouwde oppervlakte
1985-1995
+45,1%
+22,9%
+30,0%
+24,6%
evolutie bebouwde oppervlakte
1995-1999
+4,5%
+4,6%
+6,7%
+6,8%
(48,1)
onbebouwd (%)
81,4
(77,0)
bebouwd (%)
14,7
(18,2)
bebouwde oppervlakte /
inwoner (are)
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Op basis van het bodemgebruik zoals aangegeven in het kadaster kan
een beeld worden gegeven van het bodemgebruik in de gemeente. De
gegevens laten toe een vergelijking te maken met het bodemgebruik in
Vlaanderen, de provincie en de omliggende gemeenten. Een opvallend
gegeven in de statistieken voor de gemeente Kalmthout is het hoge
aandeel zogenaamde ‘woeste gronden’ (schaapsweide, grond, braakliggend terrein, moeras, veen enz.). Dit is vooral te wijten aan het aandeel
van de gronden die wordt ingenomen door de Kalmthoutse Heide. Om de
vergelijking tussen de gemeente en de andere entiteiten nog te verfijnen
worden in volgende tabellen ook de verhoudingen zonder deze ‘woeste
gronden’ weergegeven 13.
3.1. Ruimtegebruik
tabel 1
-
Kalmthout heeft een opvallend hoog aandeel onbebouwde oppervlakte.
Dit aandeel is hoger dan gemiddeld in het arrondissement (zonder
Antwerpen), de provincie en Vlaanderen. Indien men de ‘woeste gronden’
buiten beschouwing laat, is dit aandeel vergelijkbaar met Vlaanderen.
Het aandeel van de bebouwde oppervlakte ten opzichte van de totale
oppervlakte is laag, maar indien men naar de bebouwde oppervlakte per
inwoner kijkt scoort de gemeente met ca. 5 are/inwoner vrij hoog. Vooral
in de periode 1985-1995 was de toename aan ruimtegebruik tekenend in
de gemeente. Met de toename stond ze in de top tien voor Vlaanderen. Er
bestaat nog steeds een toename. Het lijkt er wel op dat ze is verminderd.
Ze is in ieder geval lager dan gemiddeld.
bron: NIS- bodem 1999, stativaria 1996, eigen verwerking
13
De oppervlakte aan woeste gronden worden in dit geval van de totale gemeentelijke
oppervlakte afgetrokken vooraleer de betreffende verhouding te berekenen.
- 35 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
ruimtegebruik 1999 14: verdeling naar aard bodemgebruik
tabel 2
Kalmthout
arr. zonder
provincie
(zonder
Antwerpen
Antwerpen
Vlaanderen
gemeente veeleer laag. Indien geen rekening wordt gehouden met de
woeste gronden scoort de gemeente op een gelijkaardig niveau als de
provincie en zelfs hoger dan het gemiddelde in het arrondissement zonder
Antwerpen.
‘woeste gronden’)
akker (%)
4,4
(5,5)
13,7
23,2
36,4
weiland (%)
35,6
(44,1)
28,2
23,8
21,6
bos (%)
12,3
(15,3)
12,4
12,0
8,2
‘woeste grond’ (%)
19,1
(0,0)
5,7
5,6
3,5
wonen (%)
14,9
(18,4)
15,0
11,9
11,2
tuinen en parken
2,9
(3,6)
3,0
1,9
1,5
1,0
(1,2)
2,4
2,0
1,6
(%)
handel en
(openbare)
diensten (%)
recreatie (%)
0,3
(0,4)
1,6
1,5
1,0
ambacht, industrie
1,0
(1,2)
2,4
2,6
2,1
en opslag (%)
bron: NIS- bodem 1999, stativaria 1996, eigen verwerking
Tabel 2 laat zien dat zowat de helft van de oppervlakte van de gemeente
wordt gebruikt voor landbouwdoeleinden. In verhouding tot het aandeel
aan landbouwoppervlakte in zowel Vlaanderen als de provincie scoort de
14
- 36 -
Het betreft de oppervlakten zoals deze gerubriceerd zijn door het NIS op basis van de
geïnformatiseerde gegevens in het kadaster. Een aantal rubrieken (handel en
(openbare) diensten, recreatie, ambacht, industrie en opslag zijn een samenvoeging
van dergelijke rubrieken.
Slechts een heel beperkt deel is in gebruik als akkerland. Het aandeel
grasland is opvallend hoog. Dit wordt bevestigd door de gegevens van de
mestbank 15, waar een totale bedrijfsoppervlakte van 3302 ha werd
geïnventariseerd of ca. 55,5% van de gemeentelijke oppervlakte. Zowat
3047 ha (51% van de gemeentelijke oppervlakte) hiervan is cultuurgrond.Essen (met zowat 56% cultuurgrond) kent hierin een gelijkaardig
profiel. In Wuustwezel wordt een veel belangrijker aandeel van de
oppervlakte door landbouw ingenomen (ca. 67%). In Kapellen is het
aandeel cultuurgrond in verhouding zeer klein.
Het aandeel van de oppervlakte in gebruik als tuinen en parken en voor
wonen in Kalmthout is gelijkaardig aan de oppervlakte in de andere
gemeenten rond Antwerpen. De oppervlakte is wel duidelijk hoger dan
deze voor de provincie en het Vlaams Gewest. Van de buurgemeenten
leunt Essen hier het dichtst bij aan. In Wuustwezel ligt het aandeel van
zowel het wonen als de tuinen veel lager. In Kapellen ligt dit aandeel (en
dan voor al het aandeel tuinen, ca. 11%) veel hoger.
Opvallend is ook dat er een zeer beperkte oppervlakte wordt ingenomen
door handel, diensten en industrie. Voor handel en (openbare) diensten
scoort de gemeente zowat even hoog als Essen, hoger dan Wuustwezel
en lager dan Kapellen. Voor ambachten, opslag en industrie wordt in
verhouding zowat evenveel ruimte gebruikt als in Essen en Kapellen, in
Wuustwezel is dit minder.
15
Zie www.vlm.be/Mestbank/statistiek.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Recreatie scoort opvallend laag. Niet alleen ten opzichte van het
arrondissement, de provincie en Vlaanderen, maar ook ten opzichte van
elk van haar buurgemeenten is het aandeel aan oppervlakte voor recreatie
in de gemeente telkens minder dan de helft.
Zoals terug te vinden in volgende tabellen is de bevolkingsdichtheid en de
dichtheid van het aantal huishoudens in de gemeente laag. Deze
dichtheden houden echter geen rekening met de oppervlaktes die niet
voor wonen zijn ingevuld. In die zin zijn ook dichtheden ten opzichte van
de kadastrale oppervlaktes voor wonen, tuinen en parken in de tabel
opgenomen.
Uit de cijfers blijkt dat het gemiddelde huishouden een vrij grote oppervlakte opneemt voor wonen. Dit bevestigt niet alleen het sterk residentieel
karakter van de gemeente maar ook de sterke gemiddelde oppervlakte die
de huishoudens innemen. Er wonen zowat 6 huishoudens per ha grond
kadastraal ingevuld voor wonen en/ of tuinen in de gemeente. Dit is
minder dan de helft van de andere gemeenten rond Antwerpen!
De gemeente kent een relatief sterke bevolkingsgroei. Dit vertaalt zich
verder in de groei van het aantal huishoudens. De gemiddelde gezinsgrootte is nog vrij groot, maar vermindert iets sneller dan gemiddeld in de
randgemeenten van het arrondissement. De gemeente kent opvallend
weinig alleenstaanden.
De bevolking in de gemeente is vrij jong, in elk geval jonger dan gemiddeld in Vlaanderen of dan in de andere gemeenten in het arrondissement voor zover men de stad Antwerpen hier niet bij rekent. Zowel
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Wuustwezel als Essen hebben een nog jongere bevolking. De bevolking in
Kapellen is relatief iets ouder.
tabel 3
bevolking: inwoners
Kalmthout
3.2. Bevolking
-
arr. zonder
Antwerpen
provincie
Antwerpen
Vlaanderen
inwoners
aantal 1/1/2001
17.342
485.997
1.645.652
5.952.552
evolutie 1998-2001
(%)
1,50
0,83
0,48
0,68
aantal inwoners /
km² gemeente
292
611
574
450
aantal inwoners /
km² wonen+tuin 1999
1637
3380
4147
3532
groene druk 16 2001
(%)
45,80
44,22
42,14
41,62
grijze druk 17 2001
(%)
37,79
38,79
41,02
40,61
bron: APS -Statistische website, eigen verwerking
In Kalmthout wonen relatief veel vreemdelingen. In 2001 hadden 1.689
inwoners of 9,7% van de bevolking een andere nationaliteit. Ongeveer
85% daarvan is afkomstig uit Nederland, 6% uit andere landen van de
E.U. en 9% uit landen buiten de E.U. 18. Heide herbergt het grootste aantal
vreemdelingen (740 op een totaal van 1.689), waardoor nagenoeg één op
zes inwoners van deze kern (16,7%) een vreemde nationaliteit bezit.
16
17
18
Aantal inwoners tussen 0 en 19 jaar ten opzichte van het aantal tussen 20 en 59 jaar.
Aantal inwoners ouder dan 60 jaar t.o.v. het aantal tussen 20 en 59 jaar.
Cijfers dienst bevolking gemeente
- 37 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 4
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
bevolking: huishoudens
Kalmthout
met de buurgemeenten Wuustwezel (€ 10.030) en Essen (€ 10.260)
relatief lager.
arr. zonder
Antwerpen
provincie
Antwerpen
Vlaanderen
tabel 5
huishoudens
aantal 1/1/2001
evolutie
(%)
1998-2001
6.366
188.625
688.057
inkomens (1999)
Kalmthout
2.413.745
+ 3,50
+ 2,87
+ 2,20
+ 2,54
gemiddelde grootte
huishoudens 2001
2,72
2,58
2,39
2,47
% alleenwonenden
2001
20,83
23,61
31,23
27,71
aantal huishoudens/
km² gemeente
107
237
240
183
aantal huishoudens /
km² wonen+tuin
592
gemiddeld inkomen per
arr. zonder
provincie
Antwerpen
Antwerpen
Vlaanderen
26,56
26,43
23,76
24,16
11,23
12,56
11,54
11,29
31,06
27,31
27,94
28,19
aangifte in € 1.000
gemiddeld inkomen per
inwoner in € 1.000
gemiddeld inkomen per
huishouden in € 1.000
1296
1713
1415
bron: Basiskaart Vlaanderen, eigen verwerking
bron: APS -Statistische website, eigen verwerking
3.4. Beroepsbevolking
3.3. Inkomens
Het gemiddeld inkomen per aangifte in de gemeente ligt in dezelfde lijn als
de rest van de gemeenten rond Antwerpen. Hiermee ligt ze gevoelig hoger
dan het gemiddelde voor de provincie en voor Vlaanderen. In de
buurgemeente Kapellen (€ 28.120) ligt het gemiddeld inkomen per
aangifte hoger, in Essen (€ 23.180) en Wuustwezel (€ 23.710) lager. Deze
verdeling verloopt analoog aan het gemiddeld inkomen per huishouden.
Indien men dit per inwoner beschouwt, ziet men echter een opmerkelijk
lager cijfer dan het gemiddelde van de gemeenten rond Antwerpen. Het
gemiddeld inkomen per inwoner ligt zelfs lager dan dat van Vlaanderen.
De kloof met de buurgemeente Kapellen (€ 13.820) wordt relatief hoger,
De activiteitsgraad 19 is relatief laag. Ze is gelijkaardig aan deze van de
gemeente Kapellen (67,20%), hoger dan Essen (62,71%) en lager dan
Wuustwezel (71,80%). Mogelijke redenen hiervoor zijn het aantal
studenten en/of het aantal thuiswerkende vrouwen.
De werkzaamheidgraad 20 is eveneens laag, maar hangt samen met de
activiteitsgraad. Dat deze werkzaamheidgraad en activiteitsgraad niet
samenhangt met de werkloosheidsgraad (de verhouding tussen het aantal
werkzoekenden op beroepsactieve leeftijd en de totale beroepsbevolking)
19
20
- 38 -
De activiteitsgraad is de verhouding tussen de totale beroepsbevolking en de
bevolking op beroepsactieve leeftijd.
De werkzaamheidgraad is de verhouding tussen het aantal werkende inwoners en het
totaal aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd –tussen 18 en 64 jaar.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
blijkt uit het feit dat de gemeente ook op dat vlak relatief laag scoort.
Zowel Essen (5,05%) als Kapellen (4,85%) scoren iets hoger, de score in
Wuustwezel (4,39%) is gelijk.
De werkloosheidsgraad voor het gehele arrondissement (inclusief Antwerpen) is veel hoger dan de aangegeven 4,76% met name 8,06%.
-
informatief gedeelte
tewerkstelling (1998)
beroepsbevolking (2000)
Kalmthout
arr. zonder
Antwerpen
provincie
Antwerpen
arr. zonder
Antwerpen
provincie
Antwerpen
Vlaanderen
28,07
40,90
58,33
52,83
7,23
13,17
17,95
16,00
werkgelegenheidsgraad 21
67,35
71,15
71,65
72,72
secundariseringsgraad
werkzaamheidsgraad
64,40
67,76
66,45
68,17
tertialiseringsgraad
4,39
4,76
7,25
6,26
werkloosheidsgraad
Kalmthout
Vlaanderen
activiteitsgraad
bron:
31 maart 2006
De tewerkstelling in Kalmthout is sterk ingebed in kleine bedrijven. Zowat
64% van de jobs zijn te vinden in bedrijven met minder dan 50 werknemers. Dit is duidelijk hoger dan gemiddeld in het arrondissement. Essen
(61%) en Kapellen (58%) scoren lager. Wuustwezel (78%) scoort dan
weer veel hoger.
tabel 7
tabel 6
-
aandeel tewerkstelling
K.M.O.’s 22
in
20,29
27,25
39,88
36,08
63,99
49,94
39,56
41,67
Basiskaart Vlaanderen, eigen verwerking
bron:
3.5. Tewerkstelling
Het aantal arbeidsplaatsen in Kalmthout is in relatie tot de omvang van de
bevolking op beroepsactieve leeftijd laag. Een belangrijk deel (66%) van
de werkgelegenheid in het arrondissement bevindt zich in de stad
Antwerpen. In het totale arrondissement (inclusie Antwerpen) bedraagt de
werkgelegenheidsgraad ca. 65% (t.o.v. ca. 50% voor het arrondissement
zonder Antwerpen).
Het aantal jobs in Kalmthout in de tertiaire sector is sterk vertegenwoordigd: zowat 72% van aantal arbeidsplaatsen. In Kapellen (ca. 77%) is
deze sector nog iets sterker vertegenwoordigd. Zowel in de provincie als
geheel Vlaanderen bedraagt het aandeel in de tertiaire sector ca. 68%. In
Wuustwezel en Essen (telkens ca. 63%) is dit minder dan algemeen in
Vlaanderen.
Basiskaart Vlaanderen, eigen verwerking
3.6. Zelfstandigen
Op 31 december 2001 hadden 1 540 zelfstandigen hun officieel adres in
Kalmthout 23. Dit betekent dat tegenover elke 3 werknemers (zowel in de
gemeente als buiten de gemeente werkend) in de gemeente zowat 1 zelfstandige staat. Ten opzichte van het aantal werknemers in Kalmthout
21
22
23
De werkgelegenheidsgraad geeft de verhouding tussen het totaal aantal
arbeidsplaatsen (de totale werkgelegenheid) in een bepaald geografisch gebied ten
opzichte van het aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd). De secundariseringsgraad specificeert dit voor de arbeidsplaatsen in de secundaire sector, de tertialiseringsgraad voor de jobs in de tertiaire sector.
Bedrijven met minder dan 50 werknemers.
Zelfstandigen en helpers, zowel in hoofdbezigheid (1.184 in Kalmthout), als bijkomende bezigheid (274 in Kalmthout) als actief na pensioensleeftijd (82 in Kalmthout).
- 39 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
loopt dit op tot 1 zelfstandige per twee werknemers 24. Het aandeel
zelfstandigen in de gemeente ligt een weinig hoger dan gemiddeld in het
arrondissement, de provincie en Vlaanderen.
Iets minder dan de helft van de zelfstandigen (45 %) is te situeren in de
handel. Verder zijn 19,5 % van de zelfstandigen te situeren in de
ambachten en industrie, 19 % in de categorie van de vrije beroepen, 12,5
% in de landbouw en 7 % bij de dienstverlenende bedrijven.
tabel 8
zelfstandigen
(incl. helpers)
aandeel 18-64 jarigen 26
aandeel werkenden
bronnen:
In vergelijking met de buurgemeenten is Kalmthout hierbij koploper inzake
vrije beroepen voor Kapellen (18 %) en afgescheiden van Essen (12 %)
en Wuustwezel (9%). Inzake handel ligt de gemeente daarentegen iets na
Kapellen (50 %) maar duidelijk voor de andere buurgemeenten (39 % en
37 %). Inzake landbouw krijgt men een ietwat omgekeerd beeld hoewel de
vergelijking met de andere groepen zelfstandigen de Kalmthout relatief
hoog scoort. In Kapellen situeren slechts 3,5 % van de zelfstandigen zich
in de landbouw, In Essen en Wuustwezel is dit respectievelijk 16 % en 25
%. Inzake productieactiviteiten en dienstverlening halen de buurgemeenten een gelijkaardige score 25.
zelfstandigen
27
Kalmthout
arr. zonder
Antwerpen
provincie
Antwerpen
Vlaanderen
1.540
39.942
121.799
489.542
14%
13%
11%
13%
23%
20%
18%
20%
APS, Basiskaart Vlaanderen, RSVZ, 2001, eigen verwerking
3.7. Bedrijven (met werknemers)
Volgens de bedrijvengids van de GOM telde de gemeente Kalmthout op
30 juni 2002 - verspreid over 399 ondernemingen - 3.336 werknemers.
Zoals hoger aangegeven (tabel 8) is de tewerkstelling in Kalmthout
gesitueerd in kleine bedrijven. Een 75-tal bedrijven hebben 5 of meer
werknemers 28.
Halfweg 1996 telde Kalmthout 342 rapporteringsplichtige bedrijven met
hoofdvestiging in Kalmthout. In 1998 waren dit er 361. Merk op dat dit niet
alle bedrijven zijn die in Kalmthout zijn vertegenwoordigd. Bij de Balanscentrale (NBB) zijn ca. 500 bedrijven gekend. Bij de lokale afdelingen van
UNIZO zijn ca. 900 bedrijven en zelfstandigen aangesloten.
De gemeente kent bijgevolg ook verschillende maatschappelijke zetels.
26
24
25
Gom-Antwerpen, gemeenteprofielen 2004, http://www.gomantwerpen.be/indexn.html.
Gom-Antwerpen, gemeenteprofielen 2004, http://www.gomantwerpen.be/indexn.html.
27
28
- 40 -
Totaal aantal zelfstandigen en helpers in 2001 t.o.v. het aantal 18-64 jarigen in 2000,
als kengetal voor het aandeel zelfstandigen t.o.v. de potentiële beroepsbevolking (incl.
huismoeders en -vaders en werkzoekenden).
Totaal aantal zelfstandigen en helpers in 2001 t.o.v. het aantal werkenden (ongeacht
statuut) in 2000 (excl. werkzoekenden).
GOM, Bedrijvengids 2004.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Zowel de toegevoegde waarde, de omzet als de investeringen per rapporteringsplichtig bedrijf met hoofdzetel in Kalmthout is lager dan de drie
andere gebiedsomschrijvingen (arrondissement, provincie Antwerpen,
Vlaanderen). Dit heeft te maken met het feit dat in Kalmthout over het
algemeen kleinere bedrijven hun hoofdzetel hebben. Een vergelijking met
de omliggende gemeenten geeft een veel genuanceerder beeld. De toegevoegde waarde per bedrijf ligt in Kalmthout iets hoger dan Wuustwezel
(€ 119.000), maar lager dan Kapellen (€ 184.000) en Essen (€ 220.000).
tabel 9
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
toekomstverwachtingen: investeringen, toegevoegde waarde (TW) en omzet van de rapporteringsplichtige bedrijven
(1996)
Kalmthout
arr. zonder
provincie
Antwerpen
Antwerpen
Vlaanderen
TW / bedrijf (€ 1000)
135
404
512
354
omzet / bedrijf
537
1314
2001
1279
64
307
128
92
0,47
0,26
0,25
0,26
0,25
0,31
0,24
0,25
(€ 1000 )
De omzet per bedrijf laat een lichtjes ander beeld zien: ook op dit vlak
scoren Wuustwezel lager (€ 320.000) en Kapellen hoger (€ 572.000). In
Essen scoort de omzet echter lager (€ 499.000). Tot slot hebben de
bedrijven in Kalmthout gemiddeld meer geïnvesteerd dan in Essen en
Wuustwezel (telkens ca. € 42.000), maar minder dan Kapellen (€ 92.000).
investeringen / bedrijf
(€ 1000)
investeringen / TW
(1996)
TW / omzet (1996)
bron:
De investeringen van de rapporteringsplichtige bedrijven met zetel in de
gemeente waren in 1996 in verhouding tot de rest van het arrondissement
(met uitzondering van Antwerpen) relatief hoog (tabel 9). De toekomstperspectieven van de bedrijven staan hiermee, uitgaande van dit element, op
een gelijkaardig niveau als deze in Kapellen. Ten opzichte van de totale
omzet werd echter slechts een relatief beperkte toegevoegde waarde
gecreëerd. Hiermee scoort de gemeente lager dan zowel haar buurgemeenten als de rest van het arrondissement (exclusief Antwerpen), maar
staat op een gelijk niveau als het Vlaamse Gewest.
APS, Basiskaart Vlaanderen, eigen verwerking
3.8. Landbouw
Zoals hoger aangegeven vormt de landbouw een belangrijke ruimtegebruiker in de gemeente.
In 2003 waren er nog 113 landbouwbedrijven in de gemeente gevestigd.
De belangrijkste bedrijfstypes zijn melkvee, bedrijven met een combinatie
van combinatie van rundvee, akkerbouw en veredeling.
De gemeente kent samen met haar noordoostelijke buurgemeenten een
belangrijke nitraatproductie.
- 41 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
De oppervlakte per bedrijf is gelijkaardig aan de rest van de provincie.
Voor de melkveebedrijven (29 ha) en de bedrijven met een combinatie
met akkerbouw (25 ha) is de gemiddelde oppervlakte nagenoeg gelijk.
De bedrijven met zetel in Kalmthout baten vooral grasland uit en in
mindere mate akkerland.
De oppervlakte akkerland (met als hoofdteelt maïs) is op 10 jaar tijd echter
met ongeveer 200 ha toegenomen. Dit is deels te wijten aan het omzetten
van graslanden (volgens de gemeentelijke Land- en Tuinbouwraad
omwille van het belang van maïs in de voeding van melkvee door de
stijging van het aantal melkveebedrijven 29) en deels aan de meer
nauwkeurige tellingen waardoor ook de toename van de totale oppervlakte
cultuurgrond verklaard wordt.
tabel 10
landbouwkundig grondgebruik
landbouwgebruiksoppervlakte (ha)
1993
grasland
1.450,48
1.416,8
1.349,51
795,55
887,95
973,87
teelt fruit- en sierbomen
4,23
7,8
13,37
teelten in serres
4,23
2,76
2,71
0,2
0,03
0,1
2.254,69
2.315,34
2.339,56
akkerland
tuinen voor eigen gebruik
totale oppervlakte cultuurgrond
bron:
1998
2003
N.I.S., land- en tuinbouwtellingen
De sector van de grondgebonden professionele melkveehouderij die de
landbouw in de gemeente domineert, neemt nog toe, wat te merken is aan
de toename van het absolute en relatieve aantal bedrijven tussen 1998 en
29
- 42 -
Advies GECORO d.d. 4 januari 2006, p.43.
2001. In dat laatste jaar is bijna de helft van de bedrijven en de oppervlakte in gebruik door melkveehouderij. Een andere trend is dat zowel
mestvee als rundvee duidelijk afnemen in belangrijkheid (respectievelijk -5
en -8 %).
Algemeen gezien zijn het laatste decennium een 10-tal bedrijven verdwenen, terwijl de in gebruik zijnde oppervlakte toeneemt zodat er een
duidelijke stijging is van de gemiddelde bedrijfsgrootte. Daar waar volgens
het NIS in 1998 in Kalmthout 134 bedrijven gezeteld waren en 113 in
2003, waren er volgens de Mestbank 150 bedrijven actief in 1998 en 142
in 2001. De 16 bedrijven die de Mestbank meer telt moeten toegeschreven worden aan bedrijven van buiten Kalmthout die binnen Kalmthout
gronden exploiteren. Mogelijk gaat het om meer bedrijven indien er
bedrijven zouden zijn met zetel in Kalmthout die geen gronden in Kalmthout exploiteren.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 11
aantal landbouwbedrijven en bedrijfstype
aantal
bedrijfstype
akkerbouwers
tabel 12
aantal
bedrijven 1998
6
%
4
bedrijven 2001
%
8
6
1998
2001
2.298
2.326
700
694
47
46
maïs
40
27
31
22
andere teelten
33
61
43
lage N-behoeftige gewassen
mestvee
15
10
3
2
varkens
19
13
18
13
pluimvee
1
1
4
3
rundvee en akkerbouw
1
1
1
1
14
9
15
11
2
1
0
0
2
1
1
1
andere
0
0
0
0
totalen
150
100
142
100
bron:
Mestbank
In 2001 was 3.070 ha in de gemeente bij de Mestbank aangegeven en dit
terwijl maar 2420,49 ha overeenkomstig is bestemd op het gewestplan. Dit
betekent dat 21% van de in gebruik zijnde landbouwoppervlakte zonevreemd 30 is. Weerom is de oppervlakte cultuurgrond volgens het NIS
significant lager. De verklaring hiervoor is wellicht gelijkaardig aan deze
gegeven voor het aantal bedrijven.
informatief gedeelte
grasland °
50
gemengde landbouw
-
oppervlakte (ha)
melkvee
mestkalveren
31 maart 2006
cultuuroppervlakte
rundvee
rundvee, akkerbouw en veredeling
-
totaal
bron:
2
4
3.047
3.070
Mestbank; ° permanent- én niet permanent
In Kalmthout waren er in 2003 - zoals eerder aangegeven - volgens de
cijfers van het N.I.S. nog in het totaal 113 landbouwbedrijven, waarvan 97
met voltijdse arbeidsactiviteit.
Ten opzichte van 10 jaar geleden is dit een daling van 30%. Bij een
vergelijking van de leeftijdscategorieën komt dit ook duidelijk naar voor. In
1993 waren er immers 51 personen tussen de leeftijd 55-65, wat
betekende dat deze klasse in dat jaar de belangrijkste groep vertegenwoordigde. In 2003 is de categorie 35-45 het belangrijkste, wat gedeeltelijk een positieve evolutie is omdat hieruit blijkt dat de meeste landbouwers
er binnen 15 jaar ook nog zullen zijn. De leeftijdscategorie met land- en
tuinbouwers die jonger zijn dan 35 neemt in omvang echter terug drastisch
af (-60%).
Volgens de gemeentelijke Land- en Tuinbouwraad is omgekeerd ook een
belangrijk aandeel agrarisch gebied volgens het gewestplan niet (langer)
in gebruik door de land- en tuinbouw 31.
30
31
Op voorwaarde dat de als landbouw bestemde gebieden daadwerkelijk dat gebruik
hebben. Zoniet kan dit percentage hoger zijn.
Advies GECORO d.d. 4 januari 2006, p.44.
- 43 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 13
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
aantal landbouwbedrijven en status
bedrijfsstatus
aantal bedrijven
tabel 14
1993
1998
2003
163
134
113
voltijds bedrijf (1 VAK en meer)
-
-
97
deeltijds bedrijf (minder dan 1 VAK)
-
-
16
volgens arbeidsvolume (VAK)
volgens leeftijd bedrijfsleider
minder dan 35 jaar
31
19
13
van 35 tot minder dan 45 jaar
39
49
38
van 45 tot minder dan 55 jaar
29
24
33
van 55 tot minder dan 65 jaar
51
24
15
van 65 jaar en meer
13
18
14
veestapel
veestapel
1993
1998
2003
totaal aantal runderen
7.823
8.112
7.434
totaal aantal varkens
31.600
40.033
29.859
totaal aantal schapen
1.739
1.627
1.339
totaal aantal geiten
39
18
149
totaal aantal paardachtigen
99
76
119
210.852
195.966
184.496
totaal pluimvee (aantal dieren)
bron:
N.I.S., land- en tuinbouwtellingen
3.9. Woningenbestand
bron:
N.I.S., land- en tuinbouwtellingen; ‘-‘ betekent: ‘geen gegevens beschikbaar’
De belangrijkste sector is de grondgebonden professionele melkveehouderij maar ook andere sectoren zijn aanwezig. Van alle sectoren in de
onderstaande tabel is de evolutie van de varkensstapel waarschijnlijk het
spectaculairst. In een eerste fase (’93-’98) zijn er 10.000 dieren bijgekomen en in een tweede fase is de vorige stijging weer tenietgedaan als
gevolg van de door de overheid genomen maatregelen (o.a. subsidiering)
inzake afbouw van de varkensstapel. Het aantal paarden neemt licht toe
wat kan wijzen op uitbreiding van het fenomeen ‘hobby-landbouw’, maar
er zijn ook twee paardenmelkerijen aanwezig in de gemeente.
- 44 -
Recentere gegevens dan deze van 1991 zijn inzake het woningen bestand
niet voorhanden. Toch komen - zoals blijkt uit de gegevens in tabel 15 een aantal kenmerkende elementen naar voor.
Het aantal woningen van voor 1945 is relatief hoog ten opzichte van de
andere gemeenten rond Antwerpen. Hetzelfde geldt voor het aandeel aan
woningen zonder klein comfort. Bij vergelijking met de buurgemeenten ligt
het aandeel oude woningen op een gelijkaardige hoogte als Essen
(27,3%) maar beduidend hoger dan Kapellen (24,3%) en Wuustwezel
(20.0%). Het aandeel woningen zonder comfort ligt lager dan Essen (9%)
en is gelijkaardig aan de andere buurgemeenten Kapellen (7%) en
Wuustwezel (7%). Daarnaast bleek dat het aantal huurwoningen vrij laag
was ten opzichte van de andere gemeenten in het arrondissement
Antwerpen. Dit was zelfs het geval indien men Antwerpen (waar 40% van
de woningmarkt uit huurwoningen bestond) niet meerekent zoals wordt
aangegeven in de tabel. Het aandeel huurwoningen in Kalmthout was
vergelijkbaar met dat van de buurgemeenten Essen (19,6%), Kapellen
(22,4%) en Wuustwezel (20,6%).
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 15
woningenbestand
Kalmthout
arr. zonder
Antwerpen
provincie
Antwerpen
Vlaanderen
totaal aantal woningen (1991)
5.433
164.399
616.885
2.141.557
totaal aantal huishoudens (1991)
5.534
168.342
638.088
2.203.038
aantal woningen /
aantal huishoudens
0,98
0,98
0,97
0,97
% woningen van voor 1945 (1991)
27,0
23,2
27,4
29,4
% woningen zonder comfort (1991)
% huurwoningen (1991)
7
5
10
13
21,83
25,2
35,0
30,8
--
3,87
2,49
--
5,73
sociale huurappartementen t.o.v.
aantal woningen (1/1/2000)
0,00
aandeel sociale huurwoningen
(1999)
0,41
bron:
32
(5,20)
--
volks- en woningtelling 1/3/1991; sociale huurappartementen: APS- gegevens SIF,
gegevens V.H.M. (‘-‘ betekent geen gegevens beschikbaar)
In 1995 bleek er reeds een zeer lage aanwezigheid van volkshuisvesting
in Kalmthout (slechts 0,94%) 33. Dit gold eveneens wanneer corrigerende
factoren werden ingevoerd om rekening te houden met het feit dat sociale
huisvesting in landelijke gebieden verschilt van deze in de steden. In 2000
werden in kader van het sociaal impulsfonds geen sociale huurappartementen geregistreerd in de gemeente. Ook in Kapellen (0,10%) en
Essen (0,35%) was dit percentage minimaal. In Wuustwezel (1,67%)
scoort men op dit vlak beduidend hoger, zij het dat dit nog lager is dan het
aandeel in de provincie en Vlaanderen.
33
Cijfer voor het gehele arrondissement Antwerpen.
Studiegroep Omgeving, Woonbehoeftestudie gemeente Kalmthout, 1998.
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (V.H.M.) werd het aandeel
sociale woningen op 31/12/1999 in kaart gebracht 34. Ook op dit vlak
scoort Kalmthout met haar 22 sociale huurwoningen zeer laag. Het aandeel van Kalmthout (0,41%) is wel hoger dan Kapellen (0,27%) maar is
beduidend lager dan de buurgemeenten Essen (3,29%) en is verwaarloosbaar ten opzichte van het aandeel in Wuustwezel (7,19%). Wil
Kalmthout tot op het gemiddelde niveau voor Vlaanderen (5,73%) komen,
zijn ca. 300 bijkomende huurwoningen nodig.
3.10. Pendel
Hoger in de tekst werd reeds opgemerkt dat het aantal werkplaatsen
relatief laag is. Een belangrijk deel van de werkgelegenheid in het
arrondissement Antwerpen bevindt zich in de stad Antwerpen.
Naar schatting werkt ongeveer 1/3 van de werkende beroepsbevolking in
Kalmthout zelf 35. Het belangrijkste deel van de werkende beroepsbevolking is met andere woorden buiten de gemeente actief. Daarvan is
naar schatting ongeveer de helft actief in Antwerpen, inclusief Antwerpse
haven 36. De buurgemeenten Essen, Kapellen en Wuustwezel stellen een
veel lager aandeel van de beroepsbevolking te werk van naar schatting
minder dan 10% 37.
34
35
36
32
-
37
Zie http://www.vhm.be/Algemeen/Realisaties/bouwactiviteiten, cijfers van 17/03/2003.
In 1991 was (volgens de laatste volkstelling) 32% van de werkende beroepsbevolking
in Kalmthout actief waarvan 12% thuiswerkend en 20% werkzaam elders in de
gemeente (NIS, Volkstelling 1991, werkende beroepsbevolking per woonplaats naar
plaats van tewerkstelling, eigen verwerking).
In 1991 werkte 34% van de werkende beroepsbevolking in Antwerpen (NIS,
Volkstelling 1991, werkende beroepsbevolking per woonplaats naar plaats van
tewerkstelling, eigen verwerking).
Respectievelijk 6,5%, 3,5% en 2% in 1991 (NIS, Volkstelling 1991, werkende beroepsbevolking per woonplaats naar plaats van tewerkstelling, eigen verwerking).
- 45 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Uit een studie naar het verplaatsingsgedrag in kader van het strategisch
plan voor de haven van Antwerpen (rechteroever) blijkt dat een aanzienlijk
deel van de beroepsbevolking van Kalmthout werkzaam is in de haven
van Antwerpen (rechteroever) 38.
38
- 46 -
Bron: SD-Worx: studie verplaatsingsgewoonten, cijfergegevens i.f.v. Strategisch plan
Rechteroever, verslag vergadering uitgebreide deelwerkgroep Mobiliteit, 21mei 2002.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
III. Planningscontext
- 47 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1. Ruimtelijke structuurplannen en
andere ruimtelijke beleidsplannen
1.1. Kalmthout in het ruimtelijk structuurplan
Vlaanderen
1.1.1. Status van het document
Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (B.Vl.R. 23 september 1997;
bindende bepalingen bekrachtigd bij decreet 17 december 1997;
gedeeltelijke herziening B.Vl.R. 12 december 2003, bindende bepalingen
bekrachtigd bij decreet 19 maart 2004) doet uitspraken over de ruimtelijke
ontwikkelingen en samenhangen die voor het geheel van Vlaanderen van
belang zijn. Het biedt daarnaast ook een kader voor latere uitvoeringsplannen en voor ruimtelijke structuurplannen van een lager niveau.
Onderstaande paragrafen geven een overzicht van de bepalingen in het
ruimtelijk structuurplan Vlaanderen met invloed op de gemeente.
1.1.2. Bindend gedeelte
Een aantal van de onder punt 1.1.3. vermelde bepalingen worden bindend
vastgelegd in het bindend gedeelte. Van deze hieronder vernoemde
bepalingen kan niet worden afgeweken.
Kalmthout wordt gerekend tot het buitengebied. In het buitengebied zullen
grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling, agrarische
gebieden voor de beroepslandbouw, bos- en bosuitbreidingsgebieden en
natuurverwevingsgebieden door de Vlaamse overheid worden afgebakend.
- 48 -
Het bindend gedeelte van het R.S.V. onderscheidt volgende beleidscategorieën in de nederzettingsstructuur in het buitengebied:
− kernen: hoofddorpen en woonkernen
− linten
− bebouwde perifere landschappen
− verspreide bebouwing.
In de provincie Antwerpen kan maximum 35% van de geraamde behoefte
aan bijkomende woongelegenheden tot 2007 gerealiseerd worden in de
kernen van het buitengebied (de overige minimum 65% van de behoefte
aan bijkomende woongelegenheden is te realiseren in de gemeenten die
geheel of gedeeltelijk behoren tot de stedelijke gebieden).
De gemeente Kalmthout is niet geselecteerd als economisch knooppunt.
Slechts 12 à 17% van de af te bakenen nieuwe bedrijventerreinen in de
provincie Antwerpen (planperiode 1997-2007) wordt gereserveerd voor
lokale bedrijventerreinen en bedrijventerreinen voor historisch gegroeide
bedrijven in gemeenten buiten de economische knooppunten.
In de (ruime) omgeving van Kalmthout werden E19 (Antwerpen - Breda)
en A12 (richting Bergen op Zoom) als hoofdwegen geselecteerd. In de
omgeving van Kalmthout werden geen primaire wegen aangeduid. Het
spoorlijnsegment Antwerpen - Roosendaal maakt deel uit het hoofdspoorwegennet zowel voor het personenvervoer als voor het goederenvervoer.
1.1.3. Richtinggevend gedeelte
kaart 2
Kalmthout in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Van de richtinggevende bepalingen kan enkel gemotiveerd worden afgeweken omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtebehoeften
van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen. De uitzonderingsgronden
mogen in geen geval aanleiding zijn om de duurzame ruimtelijke
ontwikkeling, de ruimtelijke draagkracht en de ruimtelijke kwaliteit van welk
gebied ook in het gedrang te brengen 39.
−
Kalmthout in het buitengebied
De aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen
worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Het niveau en
de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht
met het belang van de kern. Er wordt gestreefd naar de verweving van de
verschillende activiteiten (onderwijs, huisvesting, cultuur, welzijnszorg).
De bereikbaarheid van de mobiliteitsgenererende activiteiten (scholen,
ziekenhuizen, culturele infrastructuur, ...) wordt door een lokatie- en mobiliteitsbeleid gegarandeerd en versterkt.
Gebieden die geen deel uitmaken van een stedelijk gebied, behoren tot
het buitengebied 40. Dit geldt voor Kalmthout. Stedelijke ontwikkelingen in
het buitengebied worden zoveel mogelijk beperkt. Gemeenten in het
buitengebied mogen niet dienen als opvang voor uitwijking uit de
stedelijke gebieden.
Ontwikkelingen in het buitengebied zijn enkel gericht op de eigen behoefte. Als doelstellingen voor het ruimtelijk beleid in het buitengebied
gelden:
− vrijwaren van de essentiële functies van de open ruimte (landbouw,
natuur, bosbouw, wonen en werken op niveau van de open ruimte)
− tegengaan van versnippering van de open ruimte
− groeien binnen de kernen
− versterken van de open ruimte door de functies landbouw, natuur en
bos
− bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit
39
40
Art. 19 § 3 D.O.R.O.
Het ‘buitengebied’ is - op het niveau van Vlaanderen bekeken - het gebied waarin de
open (onbebouwde) ruimte overweegt. Het buitengebied heeft een beleidsmatige
inhoud. Het is het gebied waar een open-ruimte beleid gevoerd wordt. De term ‘open
ruimte’ kan aanleiding geven tot begripsverwarring. Daarom wordt geopteerd voor de
term buitengebied als beleidscategorie.
aanhouden van het fysisch systeem als basis voor een gebiedsgerichte ruimtelijke ordening.
Inzake recreatie in het buitengebied is de basisoptie de optimalisering van
recreatieve en toeristische voorzieningen en het medegebruik. Nieuwe
grootschalige voorzieningen worden niet in het buitengebied ingeplant.
Om het toeristisch-recreatief aanbod in het buitengebied met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen, wordt netwerkvorming vooropgesteld.
De niet aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen
moeten voldoen aan de volgende ruimtelijke voorwaarden:
− de schaal van de voorziening sluit aan bij de schaal van het landschap
− de omvang van de voorziening tast de structuur en de functie van de
structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan.
Kalmthout in de Noorderkempen, belangrijk gebied van de agrarische
structuur
Landbouw is de grootste ruimtegebruiker in Vlaanderen en de belangrijkste factor in het openhouden van het buitengebied. De Noorderkempen
worden aangegeven als een belangrijk gebied van de agrarische structuur, het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren.
- 49 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Voor de differentiatie van de gebieden van de agrarische structuur, in
functie van de bebouwingsmogelijkheden, bakent de Vlaamse overheid
bouwvrije zones af in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.
de belangrijkste accenten voor dit gebiedsgericht beleid is de ontwikkeling
van beken en rivieren in relatie met de omgevende vallei.
Bebouwd perifeer landschap ten noordoosten van Antwerpen
Deze differentiatie heeft zowel ruimtelijke als landbouwkundige voordelen:
− enerzijds wordt de ruimtelijke spreiding van gebouwen beheerst
− anderzijds worden de leefbaarheid van landbouwbedrijven en de potenties van de agrarische structuur gevrijwaard
− de inplanting van nieuwe agrarische bedrijven gaat niet ten koste van
de landbouwstructuur en de leefbaarheid van de bestaande bedrijven
(bv. de inplanting van een gebouw in een optimaal ingericht en voor
grondgebonden teelten zeer geschikt gebied)
− bestaande agrarische bedrijven kunnen uitbreiden in relatie tot de
externe landbouwstructuur (zodat bestaande investeringen duurzaam
zijn).
Ecologische infrastructuur van Vlaams niveau op het grondgebied
van Kalmthout
De uitgestrekte heidegebieden van de Noorderkempen op nog gedeeltelijk
actief stuifzand (Kalmthoutse Heide en Groot en Klein Schietveld in Brasschaat) zijn structuurbepalend voor de natuurlijke structuur op Vlaams
niveau. Dit geldt ook voor de voedselrijkere moerascomplexen van de
Maatjes.
Voor de natuurlijke structuur wordt een gebiedsgericht beleid gevoerd dat
streeft naar de aanduiding van een samenhangend en georganiseerd geheel van gebieden (netwerk). In deze gebieden van de natuurlijke structuur wordt het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuur gestimuleerd, rekening houdend met de specifieke biologische waarde, de
toekomstmogelijkheden, de bestaande gebruiksvormen en een afweging
met de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van andere sectoren. Eén van
- 50 -
Het bebouwd perifeer landschap ten noordoosten van Antwerpen (gemeenten Brasschaat, Schoten, Kapellen, Schilde) is structuurbepalend
voor de nederzettingsstructuur in Vlaanderen in het buitengebied. De bebouwde perifere landschappen zullen afgebakend worden in gewestelijke
ruimtelijke uitvoeringsplannen.
De ontwikkelingsperspectieven voor de bebouwde perifere landschappen
gaan uit van de bescherming van de nog fragmentarisch voorkomende
onbebouwde ruimte en de bundeling van de dynamiek inzake wonen en
werken in de dorpskernen en op geselecteerde plaatsen. Dit laatste is
bijvoorbeeld het geval in stationsomgevingen, bij andere knooppunten van
openbaar vervoer, in de ‘centra’ van wijken. Het verbeteren van de interne
samenhang tussen de fragmenten en het verhogen van de identiteit van
de fragmenten vormt een belangrijk aandachtspunt. Daarom is het
belangrijk aan ieder fragment een duidelijke rol toe te bedelen.
Kalmthout ten noorden van het grootstedelijk gebied
Antwerpen en de Vlaamse Ruit
Kalmthout is gelegen ten noorden van het grootstedelijk gebied
Antwerpen. De stedelijke gebieden op de verschillende niveaus worden
afgebakend en onderscheiden van het buitengebied. Binnen de stedelijke
gebieden wordt een beleid van concentratie en verdichting vooropgesteld.
Het grootstedelijk gebied Antwerpen ligt in het gebied dat geselecteerd
wordt als de ‘Vlaamse Ruit’. Dit is een netwerk van de belangrijkste stede-
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
lijke gebieden in Vlaanderen: de Brusselse Rand, Antwerpen, Gent en
Leuven. De Vlaamse Ruit is het centraal stedelijk netwerk op internationaal niveau, waarbinnen de belangrijkste stedelijke ontwikkelingen zullen worden gestimuleerd.
Voor het hoofdspoorwegennet voor personenvervoer (internationale en ICverbindingen) wordt de lijn Brussel - Antwerpen - Roosendaal geselecteerd. De lijn Antwerpen - Rotterdam wordt gerekend tot het hoofdspoorwegennet voor het goederenvervoer.
In de omgeving van Kalmthout geen economische knooppunten
1.2. Kalmthout in het ruimtelijk structuurplan van
de provincie
In de omgeving van Kalmthout zijn er geen economische knooppunten geselecteerd. In de gemeenten die niet worden geselecteerd als economisch
knooppunt kunnen alleen lokale bedrijventerreinen worden ontwikkeld.
1.2.1. Status van het document
Voor de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen wordt in uitvoeringsplannen een differentiatie doorgevoerd op basis van terreinlokatie en van
de aard van de bedrijfsactiviteiten die er zich kunnen vestigen. In de
eerste plaats wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen regionale en
lokale bedrijventerreinen.
Lijninfrastructuren en mobiliteit
Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen bevat ook uitspraken in verband
met lijninfrastructuren en mobiliteit. Hierbij wordt gestreefd naar een
duurzame mobiliteit. Deze garandeert een bereikbaarheid van en in
Vlaanderen, behoudt de leefbaarheid, vergroot de verkeersveiligheid, remt
de groei van het autoverkeer af en optimaliseert de bestaande infrastructuur. Een categorisering van het wegennet met bijbehorende functies
van wegen en niveaus van besluitvorming over trajecten van wegen wordt
ingevoerd. De dichtstbijzijnde hoofdwegen, met een internationale en
bovenregionale verbindingsfunctie zijn E19 en A12.
Het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen, goedgekeurd bij
M.B. 10/07/2001, doet uitspraken over de ruimtelijke ontwikkelingen die
voor het functioneren van de provincie als geheel van belang zijn. Het
biedt tevens een kader voor ruimtelijke uitvoeringsplannen en voor de
gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. Onderstaande tekst biedt een
overzicht van de bepalingen in het R.S.P.A. met invloed op Kalmthout.
De gemeente wenst te beklemtonen dat zij reeds van bij de vaststelling
van het ontwerp van ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen
kanttekeningen plaatst bij de beschouwing van Kalmthout als zijnde deel
uitmakend van het perifeer bebouwd landschap. De gemeente wenst - in
overeenstemming met het R.S.V. - expliciet invulling te geven aan een
buitengebiedbeleid. Dit is niet in strijd met het R.S.V., noch met het
R.S.P.A.
1.2.2. Bindend gedeelte
Een aantal van de onder punt 1.2.3. vermelde bepalingen wordt hard
vastgelegd in het bindend gedeelte van het structuurplan van de provincie.
Van deze hieronder vernoemde bepalingen kan niet worden afgeweken.
- 51 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Selecties, categorisering en ontwikkelingsperspectieven
1.2.3. Richtinggevend gedeelte
Volgende selecties, categorieën en ontwikkelingsperspectieven worden
hard vastgelegd:
− de selectie van de natuurverbindingsgebieden; één van de natuurverbindingsgebieden zal tevens onderdeel uitmaken van een strategisch
project
− de selectie van de diverse categorieën van de nederzettingsstructuur
− het onderscheid en de differentiatie van de agrarische structuur
− de selectie van secundaire wegen.
Van het richtinggevend gedeelte kan enkel gemotiveerd worden afgeweken. In de eerste plaats wordt in de volgende tekst de nadere
uitwerking van de provinciale taken met invloed op de gemeente
besproken. Vervolgens wordt ingegaan op de situering van Kalmthout in
de hoofd- en deelruimten volgens het R.S.P.A.
Uitwerking van provinciale taken
kaart 3
Acties
Voor de gemeente Kalmthout zijn voornamelijk de afbakening in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen van de natuurverbindingsgebieden
en de afbakening van bouwvrije agrarische gebieden relevant.
Daarnaast zal ook de (inmiddels opgestelde) omzendbrief voor de beoordeling van de woningbouwprogrammatie als onderdeel van het
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan moeten worden nageleefd.
Overleg en onderhandeling
De provincie vraagt in bindende bepaling nr. 58 het akkoord van het
Vlaams gewest om een samenwerkingsverband op te richten met de
gemeenten, die behoren tot het bebouwd perifeer landschap ten
noordoosten van stad Antwerpen, en de coördinatie daarvan waar te
nemen. Het gebiedsgericht overleg werkt nader te bepalen thema’s uit en
resulteert in de opmaak van een of meerdere uitvoeringsplannen.
- 52 -
selecties uit het R.S.P.A. in of nabij Kalmthout
Aanduiding van natuurverbindingen en ecologische infrastructuur
van bovenlokaal belang
De provincie geeft aan welke verbindingen tussen de natuuraandachtsgebieden noodzakelijk worden geacht. Deze gebieden zijn vooral gericht
op de verbinding van de grotere natuurlijke gebieden: de GEN’s, de
GENO’s en de natuurverwevingsgebieden.
In een natuurverbindingsgebied is de natuurfunctie ondergeschikt aan de
andere functies en wordt deze bepaald door de aanwezigheid van kleine
landschapselementen en kleinere natuurgebieden als verbinding. Het
beleid is er gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de hoofdgebruiker
en van de kleinere natuurgebieden alsook op het behoud, het herstel en
de ontwikkeling van kleine landschapselementen en van de niet-bebouwde onderdelen.
In het ruimtelijk structuurplan voor de provincie worden gebieden aangegeven met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang.
Gebieden met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang bevatten verzamelingen van kleine landschappelijke en natuurlijke ele-
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
menten. Het beleid voor gebieden met een ecologische infrastructuur van
bovenlokaal belang is gericht op het behoud en eventueel herstel van een
zeer specifiek cultuurhistorisch en gemeentegrensoverschrijdend landschappelijk element (bijvoorbeeld kavelstructuur). Dat landschappelijk element draagt ook een ecologische ontwikkeling.
Op het grondgebied van de gemeente Kalmthout zijn volgende natuurverbindingen aangeduid:
− de verbinding tussen de Kalmhoutse Heide, Klein Schietveld en Groot
Schietveld
− de verbinding langsheen de Kleine Aa vanaf de Nederlandse grens
− een natuurverbinding tussen de Kalmthoutse Heide en De Maatjes.
In de omgeving van Kalmthout is Kasteel Sterbos en omgeving te Wuustwezel als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang aangeduid.
Selectie van woonkernen en hoofddorpen in het buitengebied
De provincie Antwerpen onderscheidt verschillende beleidscategorieën in
de nederzettingsstructuur van het buitengebied.
Kalmthout wordt net als de buurgemeenten Essen en Wuustwezel geselecteerd als een gemeente met een structuurondersteunend hoofddorp type I. Daardoor krijgt de gemeente de mogelijkheid om een
bijkomend lokaal bedrijventerrein aan te duiden, zowel voor nieuwe
bedrijven als voor de herlokalisatie van zonevreemde en/of historisch
gegroeide bedrijven, en kan de gemeente meer bijkomende woningen
realiseren dan voor de opvang van de natuurlijke aangroei nodig is 41. De
beoordeling gebeurt op basis van een door de gemeenteraad definitief
vastgesteld gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
41
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
De buurgemeente Kapellen en de gemeente Brasschaat worden
aangeduid als gemeente met een hoofddorp type III. Een gemeente met
een gewoon hoofddorp type III krijgt enkel de mogelijkheid om een
bijkomend lokaal bedrijventerrein aan te duiden voor de herlokalisatie van
zonevreemde lokale bedrijven en/of historisch gegroeide bedrijven.
Bijkomende woningen kunnen slechts worden gerealiseerd in functie van
de opvang van de natuurlijke aangroei. De beoordeling gebeurt op basis
van een door de gemeenteraad definitief vastgesteld gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
Kalmthout, Heide, Achterbroek en Nieuwmoer zijn door de provincie
geselecteerd als woonkern. In een woonkern kan in principe geen lokaal
bedrijventerrein worden aangelegd. De opvang van bijkomende woningen
gebeurt in principe binnen het aanbod van gronden langs uitgeruste
wegen in woongebied, percelen in niet vervallen verkavelingen, gronden
met een woonbestemming in goedgekeurde B.P.A.'s en gronden in
woongebied langs niet uitgeruste wegen (binnengebieden). Woonuitbreidingsgebieden komen hiervoor in principe niet in aanmerking.
Het bebouwd perifeer landschap ten noorden van Antwerpen is
structuurbepalend in de gewenste nederzettingsstructuur voor de provincie. Dit gebied van Vlaams niveau wordt als deelruimte binnen de gewenste ruimtelijke structuur van de provincie overgenomen.
Zie provinciale omzendbrief voor de opmaak van de woningprogrammatie als
onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
- 53 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Formuleren van ontwikkelingsperspectieven voor de landbouw
Het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen formuleert binnen
het kader van de agrarische macrostructuur op Vlaams niveau ontwikkelingsperspectieven voor de elementen van een agrarische structuur op
provinciaal niveau. Het duidt deelruimten aan van de ruimtelijk-agrarische
structuur. Voor iedere ruimtelijk-agrarische deelruimte geeft de provincie
een aantal mogelijke ontwikkelingsperspectieven.
De grondgebonden melkveehouderij is de voornaamste agrarische ruimtegebruiker in de Antwerpse Kempen en moet dit ook in de toekomst blijven.
Agrarische verbreding vindt plaats door de ontwikkeling van mogelijke
nevenfuncties (in het bijzonder recreatief medegebruik) als bijdrage tot
een leefbare en concurrentiële sector. Agrarische vernieuwing is gericht
op de ondersteuning van de grondgebonden melkveehouderij door investeringen in landbouwinfrastructuur (via ruilverkavelingen of landinrichtingsprojecten).
Daarnaast blijft de grondloze veehouderij geconcentreerd in de Noorderkempen. Deze ontwikkeling dient evenwel in evenwicht te blijven met de
draagkracht in dit concentratiegebied.
− Bijkomende bedrijven voor grootschalige mestverwerking worden
ingeplant op regionale bedrijventerreinen in het mestverwerkinggebied.
De provincie kan deze lokaties bepalen en afbakenen in een ruimtelijk
uitvoeringsplan.
− Grondgebonden bedrijven moeten ruimtelijk worden ondersteund.
Inrichtingsplannen met beperkte maatregelen moeten op termijn de
ruimtelijke structuur verbeteren en mobiliteitsproblemen en sanitaire
risico's beheersen.
- 54 -
Formuleren
recreatie
van
ontwikkelingsperspectieven
voor
toerisme
en
Het gebied ten noorden van Antwerpen tussen de haven en de Voorkempen met de gemeenten Kalmthout en Essen kent een toeristischrecreatieve aantrekkingskracht maar de provincie benadrukt de beperkte
ruimtelijke draagkracht. Daarom duidt de provincie dit gebied aan als
toeristisch-recreatief aandachtsgebied. Deze gebieden zijn buiten de
toeristisch-recreatieve netwerken gelegen en hebben een natuurlijk of
landschappelijk waardevolle structuur. In tegenstelling tot de overige delen
van het buitengebied moet in aandachtsgebieden met extra zorg worden
gezocht naar de invulling van bijkomende toeristische infrastructuren. De
gebieden kunnen geen hoogdynamische toeristisch-recreatieve activiteiten ontwikkelen.
Selectie van secundaire wegen
N117 wordt tussen E19 en de Nederlandse grens (Brasschaatsteenweg)
geselecteerd als secundaire weg type I. De hoofdfunctie van deze weg is
verbinden op bovenlokaal niveau op basis van mobiliteitsgenererende
activiteiten van provinciaal niveau.
N111 tussen N117 en N11 (verbinding Achterbroek - Stabroek) wordt
geselecteerd als secundaire weg type II. De hoofdfunctie van deze weg
is verzamelen naar het hoofdwegennet op bovenlokaal niveau. De weg
heeft slechts in tweede instantie een verbindende functie. Het toegang
geven neemt hier een belangrijkere plaats in dan bij het type I.
In de omgeving van Kalmthout wordt verder ‘Nx ‘, een nader te bepalen
tracé geselecteerd als secundaire weg die N11 met A12 zal verbinden.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Aanzet tot openbaar vervoer van provinciaal niveau
Ten westen van E19 is de verknoping van weg en openbaar vervoer het
meest interessant ter hoogte van Kalmthout. Dat heeft te maken met de
aanwezigheid van het station en van een verknoping van verschillende
buslijnen. Het gebied komt in aanmerking als overstappunt met park and
ride en ook bike and ride faciliteiten. Ten oosten van E19 wordt het gebied
gestructureerd door de knooppunten Hoogstraten en Malle. De afstemming van het tussengebied op deze polen kan via vraagafhankelijk openbaar vervoer en fietsnetwerken.
De IR-trein Antwerpen - Antwerpen-Noord - Ekeren - Kapellen - Heide Kalmthout - Essen - Roosendaal (*nieuwe stopplaats) wordt gerekend tot
het verbindend provinciaal openbaar vervoernetwerk (niveau B).
Volgende verbindingen op het grondgebied van Kalmthout moeten deel
uitmaken van het verbindend intergemeentelijk openbaar vervoernetwerk (niveau C):
− de L-trein Antwerpen-Centraal - Antwerpen-Noord - Noorderdokken Ekeren - Sint-Mariaburg - Kapellen - Heide - Kijkuit - Kalmthout Wildert - Essen, die dus drie haltes heeft op het grondgebied van
Kalmthout
− de verbindende buslijn Hoogstraten - Brecht - Wuustwezel - Kalmthout
- Stabroek - Haven-rechteroever (Tijsmanstunnel) - Haven-linkeroever
(Liefkenshoektunnel-West) - Beveren (*nieuw op dit niveau); de wegen
waarlangs deze buslijn loopt, zijn soms lokale wegen; het is belangrijk
dat hier een goede doorstroming van het openbaar vervoer wordt gegarandeerd.
De stations van Kalmthout en Heide werden geselecteerd als knooppunten van intergemeentelijk niveau. Het selectief uitbouwen van
knooppunten heeft tot doel de ruimte die onder druk van de toenemende
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
(auto)mobiliteit steeds meer diffuse vormen aanneemt, vanuit een beperkt
aantal punten te bedienen en te organiseren.
Selectie van complexe gave landschappen en complexe nieuwe landschappen
Kalmthout - Stabroek wordt aangeduid als een complex gaaf landschap.
Voor de geselecteerde gave landschappen wordt op basis van het overheersend grondgebruik een verdere differentiatie voorgesteld. De vaak
typische perceelsstructuur van dit gaaf landschap, waarin veel bos, heide
en vennen voorkomen, moet worden behouden. Nieuwe waterwinning kan
slechts onder controle plaatsvinden.
Het bebouwd perifeer landschap ten noordoosten van de stad Antwerpen
wordt aangeduid als complex nieuw landschap. Voor complexe nieuwe
landschappen kan door de provincie een ruimtelijk concept worden opgemaakt, al dan niet in samenwerking met de Vlaamse of gemeentelijke
overheden.
Indeling in hoofd- en deelruimten
De Noorderkempen is het open gebied tussen de Vlaamse ruit, de
Brabantse steden en het Limburgs stedelijk kerngebied. De cuesta van de
Noorderkempen vormt de duidelijke grens. Het gebied van de hoofdruimte
‘Noorderkempen’ stelt een expliciet open ruimte beleid tegenover een
meer stedelijk beleid in de Antwerpse fragmenten. Het gewenst beleid
voor deze hoofdruimte is een open ruimte beleid.
− Steunend op het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen worden landbouw,
natuur, en recreatie als hoofdfuncties van de open ruimte beschouwd.
− Onder meer omwille van de aantrekkelijkheid van de open ruimte
ontwikkelt de woonfunctie er sterk. In het algemeen worden verstede-
- 55 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
lijking en verspreiding van functies en bebouwing in het gebied tegengaan. Dit beleid is in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen vastgelegd. Dit geldt niet in de aangeduide verdichtingspunten waar functies
en bebouwing worden geconcentreerd.
− Open ruimte functies hebben ook een economische betekenis. Een
open ruimte beleid doet uitspraken over intensieve activiteiten als
grondloze veeteelt, agro-industrie, intensieve recreatie.
Binnen de Noorderkempen wordt de gemeente gesitueerd binnen de deelruimte van de ‘Open Kempen’.
De Antwerpse fragmenten is het deel van de Vlaamse ruit dat op het
grondgebied van de provincie is gelegen. De hoofdruimte is sterk verstedelijkt. In dit gebied worden hoogdynamische activiteiten bij voorkeur
ondergebracht. Enerzijds leidt dit tot synergie tussen deze activiteiten en
tot een efficiënt aanwenden van middelen (bijvoorbeeld infrastructuren en
voorzieningen). Anderzijds kunnen hierdoor andere meer kwetsbare en
natuurlijk waardevolle gebieden worden gevrijwaard. De verdergaande
fragmentatie van de provincie Antwerpen wordt binnen de grenzen van de
Antwerpse fragmenten gehouden. Voor de hoofdruimte Antwerpse fragmenten geldt een beleid van omgaan met fragmentatie.
Ook binnen de Antwerpse fragmenten zijn verschillende deelruimten
herkenbaar. Binnen de Antwerpse fragmenten wordt de gemeente althans
gedeeltelijk gerekend tot het ‘bebouwd perifeer landschap’.
Kalmthout in de open Kempen, deelruimte in de Noorderkempen
kaart 4
Kalmthout in de Noorderkempen
Het gebied van de open Kempen is een letterlijk open gebied in het
noorden van de provincie. De deelruimte loopt door in Nederland tot voorbij de Brabantse steden. Tot deze deelruimte behoren (delen van) de
- 56 -
gemeenten Essen, Kalmthout, Wuustwezel, Brecht, Hoogstraten, Rijkevorsel, Malle, Merksplas en Baarle-Hertog.
De landbouwfunctie - voor een belangrijk deel grondgebonden - overweegt en heeft een belangrijke economische betekenis voor de provincie.
Enkele heidegebieden en bosgebieden komen verspreid voor en vormen
een netwerk van verspreide natuurlijke gebieden.
Een ruimtelijk concept vanuit de invalshoek van de provincie ziet deze
deelruimte als een open gebied met grootschalige landbouw en verspreide
natuurlijke gebieden. Het bevat volgende ruimtelijke principes.
− Grote delen van het gebied zijn aaneengesloten open ruimten met
daarin structuurbepalende grondgebonden maar ook grondloze landbouw. In de toekomst blijft deze rol gelijk. Het gebied rond Essen,
Kalmthout en Wuustwezel, wordt gezien als een gebied met een sterke
landbouwfunctie.
− Een netwerk van bovenlokale meer natuurlijke gebieden (heidegebieden, kolonies, gave landschappen) stelt externe en interne grenzen
aan de open landbouwgebieden. Externe grenzen zijn bijvoorbeeld de
heidegebieden op de rand van het bebouwd perifeer landschap.
Interne grenzen zijn bijvoorbeeld bossen in landbouwgebieden.
Natuurwaarden, landbouw volgens vrijwillige beheersovereenkomsten
en recreatief medegebruik zijn hier hoofdfuncties.
− Nederzettingen in het gebied zijn geconcentreerde kernen. Met name
de bestaande belangrijke kernen (Essen, Brecht, Malle, Rijkevorsel,
Wuustwezel en Kalmthout) versterken de open Kempen als verzorgingspolen in een open gebied zonder tussenliggende linten.
− Grote infrastructuren (E19, E34, spoorlijnen) zijn doorgaande verbindingen naar de Randstad en de Brabantse steden. Zij worden niet
als linten ontwikkeld.
De provincie formuleert volgende doelstellingen met betrekking tot de
open Kempen.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Stimuleren van open ruimte functies zoals grondloze en grondgebonden landbouw, natuur en recreatie
In principe is landbouw hoofdfunctie in de open Kempen. Natuur en
recreatie zijn ondergeschikte nevenfuncties.
− Landbouw wordt ondersteund. Herstructurering van landbouwgebieden
(ruilverkaveling, aanpassing van de waterhuishouding enz.) is mogelijk. Grondgebonden landbouw krijgt de meeste kansen. Grondloze
landbouw wordt op haar huidig niveau beheerst. De draagkracht van
het gebied moet nader worden bepaald. Hierop kunnen meer concrete
uitspraken over bijvoorbeeld mestbeleid, mestverwerking of agroindustrie worden gebaseerd. Het gebied is immers een belangrijk
mestproductiegebied en heeft nood aan de uitwerking van een duidelijk beleid ten opzichte van (de lokatie van) de mestverwerking.
− De samenhang tussen de aanwezige verspreide natuurlijke gebieden
moet worden verbeterd door bijvoorbeeld het aanduiden van natuurverbindingsgebieden, het bufferen van gebieden en het realiseren van
landschapsopbouwende elementen.
− Recreatie heeft in het gebied een ondergeschikte functie behalve in
specifieke gebieden. Het algemeen principe van het recreatief medegebruik is van toepassing in de overige delen van de deelruimte, ook in
Kalmthout.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Beheersen van toegankelijkheid en ontsluiting
De ontsluiting van de deelruimte is gericht enerzijds op de goede werking
van open ruimte functies, anderzijds op de strikte hiërarchie van de nederzettingsstructuur. Bijkomende structuren, lintvorming en verspreiding van
infrastructuren hinderen deze functies en worden tegengegaan.
Concentreren van activiteiten in Hoogstraten en in de structuurondersteunende kernen
In de deelruimte geldt een duidelijke hiërarchie tussen het kleinstedelijk
gebied Hoogstraten en de belangrijke kernen (Brecht, Essen, Kalmthout,
Malle, Rijkevorsel en Wuustwezel). Het aantal aangeduide kernen met
een belangrijke rol in het buitengebied is groot. Zij versterken de lokale
nederzettings- en bedrijvenstructuur in het gebied. Zij zijn lokale polen in
het gebied. Verlinting en verspreiding van de bebouwing worden strikt
tegengegaan. De versterking gebeurt maximaal in en aansluitend bij de
structuurbepalende kernen.
Kalmthout binnen het bebouwd perifeer landschap, deelruimte in de Antwerpse fragmenten
kaart 5
Kalmthout in de Antwerpse fragmenten
De provincie beschouwt (delen van) de gemeenten Brasschaat, Brecht,
Kalmthout, Kapellen, Schilde, Schoten, Zoersel als onderdeel van het bebouwd perifeer landschap. De Vlaamse overheid beschouwt het bebouwd
perifeer landschap als nederzettingscategorie van het buitengebied en
maakt in principe een ontwikkelingsperspectief en een afbakeningsplan op
voor het gebied. Toch wijst ook de provincie op een aantal aandachtspunten van haar niveau.
- 57 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Het bebouwd perifeer landschap wordt beschouwd als gebied met een
dominante bovenlokale groenstructuur met daarin een aantal activiteitenconcentraties (zowel historische dorpskernen als grootschalige voorzieningen) die in relatie staan tot de nabijheid van het grootstedelijk
gebied.
De provincie stelt als doelstellingen voor het bebouwd perifeer landschap
voorop:
− het uitwerken van een ontwikkelingsperspectief door de provincie in
plaats van het Vlaams gewest
− het aanduiden van beperkte verdichtingspunten buiten de kernen van
de gemeente
− het selecteren van functies
− het opmaken van een verkavelings- en dichthedenbeleid
− het uitbouwen van een bovenlokale groenstructuur
− het opmaken van een mobiliteitsbeleid
− het creëren van nieuwe samenhang door inrichting en strategische
ingrepen.
1.3. Gemeentelijke ‘structuurplannen’
1.3.1. Status van de documenten
In de eerste helft van de jaren ’90 werden in de gemeenteraad als basis
voor de ontwikkeling van verschillende binnengebieden plannen goedgekeurd. Men noemde deze documenten ‘structuurplannen’, maar het
betreft plannen, die de stratentracés en afwatering vastleggen.
Inmiddels zijn deze zogenaamde structuurplannen - althans gedeeltelijk achterhaald:
− ‘Kerkeneind West’ (gemeenteraad dd. 04/04/1991)
− ‘Ijzerenwegstraat - Kapellaan’ (gemeenteraad dd. 30/11/1992)
- 58 -
−
‘Kerkeneind-oost’ (gemeenteraad dd. 27/06/1994).
1.3.2. Inhoud
Om de goede aanleg van het gebied veilig te stellen, besliste de
gemeenteraad de stratentracés en afwatering te bepalen voor het gebied
begrensd door Ijzerenwegstraat, Kapellaan, Noordeind en Frans Raatsstraat. Het plan ‘Ijzerenwegstraat - Kapellaan’ voorziet de volledige
verkaveling van het binnengebied. Een aantal straten werden nog niet ontwikkeld. Tussen Kapellaan en Noordeind voorziet het plan een fietsverbinding (Brouwerijstraatje).
Het plan ‘Kerkeneind-west’ betreft het gebied begrensd door Kapellensteenweg, Kijkuitstraat, de spoorlijn Antwerpen - Roosendaal en Vogelezangstraat. Het plan voorziet de volledige verkaveling van het binnengebied. Bestaande straten ten zuiden van Vogelenzangstraat werden
overgenomen in het plan. Een gedeelte van het binnengebied werd nog
niet ontwikkeld.
Het plan ‘Kerkeneind-oost’ voorziet de volledige zij het gefaseerde
verkaveling van het resterende woongebied ten oosten van Kerkeneind Driehoekstraat, met een park achter de begraafplaats als groene vinger
vanuit de open ruimte in het bebouwd gebied.
1.4. Gemeentelijke bewarende maatregel op
verkavelingen met aanleg van wegenis
1.4.1. Status van de maatregel
In uitvoering van de gemeentelijke woonbehoeftestudie, goedgekeurd in
de gemeenteraad op 25 februari 1999, voerde de gemeenteraad een
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
bewarende maatregel in ten aanzien van verkavelingen met aanleg van
wegenis.
Hij steunt daarbij op zijn soevereine en autonome bevoegdheid zich bij
elke dergelijke verkaveling te moeten uitspreken over de ‘zaak van de
wegen’ 42.
In zijn beslissing over de zaak van de wegen belet niets - en is het in het
kader van een goede besluitvorming zelfs aangewezen - dat de gemeenteraad op ruime wijze alle aspecten van de aanvraag tot aanleg van
een nieuwe weg in ogenschouw neemt, inclusief overwegingen van de
ruimtelijke ordening, en in de overwegingen tot de beslissing betrekt. De
gemeenteraad neemt daarbij tevens kennis van de tijdens het openbaar
onderzoek ingediende bezwaren en opmerkingen. In die zin kan en mag
de gemeenteraad in functie van de beslissingen die hij over de zaak van
de wegen neemt een verkavelingsbeleid voeren 43.
1.4.2. Inhoud
Toelichting bij de maatregel
43
-
informatief gedeelte
De maatregel dient een aantal belangrijke doelstellingen tegelijkertijd.
1.
Woningaanbod en -behoefte worden beter op elkaar afgestemd.
Door het tegengaan van de particuliere ontwikkeling van de
onuitgeruste binnengebieden in het woongebied wordt het aanbod
beperkt tot het juridisch vastliggend aanbod van kavels in
goedgekeurde verkavelingen, verkavelingen langs bestaande
voldoende uitgeruste wegen en individuele bouwkavels langs
bestaande voldoende uitgeruste wegen.
2.
De mogelijkheid wordt gecreëerd - voor de initiatiefnemende
overheid - om binnengebieden in het woongebied te verwerven met
het oog op de uitvoering van betaalbare huisvestingsprojecten.
Bouwgronden langsheen uitgeruste wegen zijn immers voor
verschillende doelgroepen onbetaalbaar.
‘De gemeenteraad engageert er zich toe elke aanvraag tot goedkeuring
van een wegentracé in het kader van een particuliere verkavelingsaanvraag te bespreken vanuit de optiek van de huidige woonbehoeftestudie. Zij verbindt er zich toe de aanvraag te toetsen aan de vaststel-
De Raad van State oordeelde in het arrest Lambrechts Ottignies Louvain-La-Neuve nr.
53791 dd. 16/06/1995 dat de bouw- of verkavelingsvergunning niet kan worden
verleend alvorens de Gemeenteraad een besluit over de zaak van de wegen heeft
getroffen.
Erreygers D., Artikel 56 §1, 2° van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening : het
besluit over de zaak van de wegen. Mag de gemeenteraad een verkavelingsbeleid
voeren?, in: T.R.O.S., nr. 13 maart 1999, p. 5-18.
31 maart 2006
lingen, de visie, de besluiten en de beleidsmaatregelen van deze studie.
De gemeenteraad zal naast haar beoordeling van alle technische
aspecten van een nieuw wegentracé ook de demografische, sociologische, ecologische en stedenbouwkundige gevolgen vanuit de uitgangspunten van de huidige woonbehoeftestudie beoordelen. Zij zal haar
besluitvorming over de aanvraag tot straatopening uitdrukkelijk motiveren
over al deze aspecten.
De gemeenteraad zal haar visie over wonen in Kalmthout verder uitwerken en verankeren via een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (aanduiden van gewenste bestemmingen) en plannen van aanleg (effectieve
herbestemming). In afwachting van het verder uitwerken van deze visie
zullen aanvragen tot verkaveling met ontsluiting via een nieuw wegentracé
vanuit een bewarende visie en derhalve restrictief worden bekeken.
Herverkavelingen van vergunde verkavelingen en nieuwe verkavelingen
langsheen volledig uitgeruste wegen vallen niet onder deze bewarende
maatregel.’
De maatregel bepaalt:
42
-
- 59 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
3.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
De behoefte tot het aansnijden van binnengebieden en woonuitbreidingsgebieden voor initiatieven op het vlak van betaalbare
huisvesting wordt niet gehypothekeerd door een buitensporige
stijging van het vrijkomend aanbod. De ruimtelijke ontwikkeling van
de woongebieden kan beter worden gestuurd in functie van de
ruimtelijke inzichten en doelstellingen zoals het tegengaan van
verstedelijking, het voeren van een kernversterkend beleid, enz.
Ook technische en logistieke elementen zoals aansluiting van
verkavelingen op het bestaande wegen- en rioleringsnet en de
bestaande nutsvoorzieningen, de organisatie van het openbaar
vervoer en andere dienstverlening, enz. spelen hierbij een rol.
Evaluatie van de maatregel
De maatregel wordt kwantitatief geëvalueerd onder hoofdstuk V, punt 1,
verder in het informatief gedeelte, waar taakstellingen en behoeften inzake
bijkomende woongelegenheden worden geraamd.
De geactualiseerde gegevens geven geen enkele aanleiding tot een
opheffing van de maatregel zonder meer. Wel integendeel blijven de
besluiten en de visie-elementen van de woonbehoeftestudie van 1998
onverkort van kracht. De opheffing van de maatregel zonder meer zou
leiden tot de private ontwikkeling op korte termijn van een aantal binnengebieden in het woongebied, met een totale potentie van 747 bouwkavels.
Dergelijke ontwikkeling zou in schril contrast staan tot de behoefte (slechts
23 tot 50 woningen tot 2007 en 262 woningen tot 2012) en zou dus tot
gevolg hebben dat de doelstellingen, die aan de basis van de maatregel
lagen (zie hoger), onmogelijk gerealiseerd kunnen worden.
Een restrictief beleid ten aanzien van verkavelingen met aanleg van
wegenis blijkt van cruciaal belang te zijn en te blijven binnen de
- 60 -
beleidsvisie op een landelijk Kalmthout om een ongecontroleerde
verstedelijking tegen te gaan. Door deze maatregel zijn aanvullende
overheidsinitiatieven inzake betaalbaar wonen mogelijk, zeer wenselijk en
te verantwoorden.
Sinds de goedkeuring van de woonbehoeftestudie in 1998 heeft de
praktijkervaring echter wel bijgedragen tot een beter inzicht in de werking
en de draagwijdte van de bewarende maatregel.
Enerzijds zet de praktijkervaring - de toetsing van een aantal particuliere
verkavelingsaanvragen aan de bewarende maatregel - de hogervermelde
conclusie nog kracht bij. De gezamenlijke karakteristieken van deze
aanvragen zijn dat de voorgestelde kavels groot zijn (gemiddeld ca. 600
m² tot ruim 1.300 m²) en overwegend bestemd voor open bebouwing. De
respectievelijke verkavelingsontwerpen zijn zeer traditioneel en kwalitatief
ondermaats inzake aandacht voor de omgeving, het landschap en de
leefbaarheid. Ze leveren geen bijdrage tot de doelstellingen van het
gemeentelijk woonbeleid om betaalbare woonmogeljkheden te creëren
aangezien ze met bijna alle visie-elementen (zie punt 1.1.) in strijd zijn.
Ook vanuit de gewenste ruimtelijke structuur roepen met name de
verkavelingsaanvragen in het zuidwestelijk natuur-, woon- en werklandschap fundamentele vragen op.
Anderzijds tonen de cijfers uit hoofdstuk V, punt 1 aan dat op
middellange tot langere termijn het woningaanbod toch enigszins krap
wordt. Tevens heeft de praktijk geleerd dat meer duidelijkheid dient
gecreëerd omtrent verkavelingen die zich weliswaar situeren langs een
bestaande wegenis maar niettemin onder de toepassing vallen van art.
133 D.O.R.O. (omdat het wegtracé nog dient vastgelegd of gewijzigd en/of
nog verdere uitrustingswerken dienen uitgevoerd).
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
1.5. Ruimtelijk beleid (tot) over de gemeentegrenzen
−
1.5.1. Structuurplanning in de buurgemeenten
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de structuurplanningsprocessen in de gemeenten die aan Kalmthout grenzen. Grensoverschrijdende
elementen die bepalend zijn voor het ruimtelijk beleid van Kalmthout,
worden vermeld.
−
Essen
De gemeente werkt momenteel aan de opmaak van een gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan. Besproken document is het ontwerp ruimtelijk
structuurplan Essen zoals definitief aanvaard in de gemeenteraad op 24
maart 2005. Dat document is thans ter goedkeuring overgemaakt aan de
hogere overheid.
Kalmthout sluit in het noorden aan bij de drie (quasi noord-zuid geöriënteerde) deelruimten die in het richtinggevend gedeelte van het document
in Essen worden onderscheiden.
− De woonband Essen - Wildert, langs weerzijden van de spoorlijn
Antwerpen - Roosendaal is een sterk verstedelijkte ruimte, waar de
voornaamste opvang aan bijkomende ruimte voor wonen, werken en
recreatie dient gezocht; het beleid in de kernen is gericht op kernversterking, in de tussenliggende ruimte wordt een open ruimte beleid
vooropgesteld.
− Het open ruimtegebied Horendonk - Kleine Aa, ten westen van de
woonband, is hoofdzakelijk een open ruimtegebied, waarin verspreid
grotere of kleinere geïsoleerde bebouwingsgroepen en groenstructuren voorkomen; het beleid is hoofdzakelijk een open ruimte beleid en
een beleid van omgaan met fragmentatie.
−
−
−
−
−
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Het open ruimtegebied Essen - Hoek, ten oosten van de woonband, is
een landelijk open gebied met verspreide bebouwing en kleine
landschapselementen met een belangrijke verbindende functie tussen
twee grotere natuurlijke gebieden in de regio, met name de Kalmthoutse Heide en de Wouwse Plantage (gemeente Roosendaal); het
beleid is een open ruimte beleid met afstemming van landbouw, natuur
en recreatie in de open ruimte.
Domein Wildven, net over de gemeentegrens met Kalmthout, wordt
gerekend tot het bos- en heidecomplex van de Kalmthoutse Heide. Via
de vallei van de Spillebeek en de Papenmoerbeek wordt een natuurverbinding tussen de Kalmthoutse Heide en de Wouwse plantage tot
stand gebracht (doorheen Groenendries op grondgebied van de gemeente Kalmthout). De vallei van de Kleine Aa wordt aangegeven als
een structuurbepalende beekvallei.
Het open ruimtegebied rond Essen - Hoek wordt gezien als een
landbouwgebied met hoge natuurwaarde.
Alle landbouwgebieden worden maximaal voorbehouden voor de landbouw. Hiertoe wordt de afbakening van bouwvrije agrarische gebieden
vooropgesteld.
Het bedrijventerrein De Rijkmaker tegen de grens met Kalmthout ten
noorden van Nieuwmoer, op het gewestplan als industriezone voor
milieubelastende industrieën bestemd, wordt aangegeven als lokaal
bedrijventerrein. Het terrein zal bovendien gefaseerd worden uitgebreid in noordwestelijke richting. Voor deze uitbreiding tussen Postbaan - Schriek en Nieuwmoersesteenweg is de opmaak van een
R.U.P. gepland.
De oude turfvaarten worden gezien als landschappelijk waardevolle
lijnelementen. Domein Wildven is aangegeven als baken.
Ten oosten van de spoorlijn wordt de omgeving van de bakkersmolen
en het stoomtreinmuseum een bovenlokaal recreatief knooppunt.
De spoorlijn en de Roosendaalse vaart zijn geselecteerd als hoofdroutes voor het fietsverkeer.
- 61 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
De toegankelijkheid van kleinere en grote wandelgebieden in en buiten
de gemeente wordt verbeterd. Aan de rand van de wandelgebieden
worden duidelijk waarneembare randparkings uitgebouwd. Ten westen
van Wildert, aan de kruising Huybergsebaan - Nolsebaan wordt een te
ontwikkelen toegang tot de Kalmthoutse Heide gesitueerd.
−
−
Kapellen
De gemeente werkt momenteel aan de opmaak van een gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan. Het besproken document is het ontwerp van
ruimtelijk structuurplan, dat op 11 oktober 2004 voorlopig werd vastgesteld
in de gemeenteraad en van 18 november 2004 tot 15 februari in openbaar
onderzoek was. Op 20 juni 2005 is de definitieve vaststelling van het
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Kapellen voorzien.
Het grondgebied van Kalmthout sluit aan bij twee deelruimten zoals die in
het besproken document worden aangegeven.
− Kalmthout grenst in hoofdzaak aan de deelruimte van het zogenaamde
groene hart met Anti-tankkanaal. Deze deelruimte bevat de woonparken ten zuiden van de gemeente Kalmthout en diverse bos en
natuurgebieden en vormt het ecologische en recreatieve groene hart
van de gemeente.
− In het zuidoosten grenst Kalmthout aan de deelruimte rond N117: een
in oppervlakte beperkte deelruimte waar het bedrijventerrein Bosduin
deel van uitmaakt en aansluitende woonparken en bossen.
− Voor het woonpark Kapellenbos in het groene hart wordt een ruimtelijk
beleid vooropgesteld, gebaseerd op het stand-stillprincipe. Verdichting
is er zeker niet aan de orde. De huidige kavelgroottes moeten worden
behouden, met perceelsoppervlakten van minimum 3.000 m² ten
westen en 5.000 m² ten oosten van de spoorlijn Antwerpen Roosendaal. Om deze minimale kaveloppervlaktes juridisch hard vast
- 62 -
−
−
−
−
te leggen zal de gemeente een verkavelingsverordening opstellen voor
de woonparken.
De gemeente suggereert aan de hogere overheden om het woogebied
rond Kapellen en het woonpark Kapellenbos mee op te nemen in het
bebouwd perifeer landschap en Kapellen-centrum aan te duiden als
verdichtingspunt binnen het bebouwd perifeer landschap.
Het ontwikkelingsperspectief van zonevreemde woningen in deze
deelruimte, met uitzondering van woningen in parkgebieden, blijft
beperkt tot het basisrecht.
Klinkaardbos dient behouden en versterkt als ecologische verbinding
tussen het Anti-tankkanaal en de boscomplexen van de Kalmthoutse
Heide. De gemeente zal hiervoor het B.P.A. ‘Oude Galgenstraat’ dat
reeds in opmaak is finaliseren.
De gemeente Kapellen dringt aan op de blijvende ontwikkeling van het
gebied van Klein Schietveld als een potentieel en waardevol
natuurgebied en het Beltenbos als ecologische verbinding tussen Klein
Schietveld en het domein Uitlegger. Hiervoor moet o.a. - naast een
gericht beleid van landschaps- en natuurontwikkeling - vooral de
geringe betredingsgraad van het Klein Schietveld in stand gehouden
worden.
Op lange termijn voorziet de gemeente de opname van het oud militair
spoor in het fietsroutenetwerk.
Wat betreft de deelruimte rond N117 wordt voorgesteld delen van de
K.M.O.-zone Bosduin beter te ordenen om de resterende ruimte op dit
bestaand bedrijventerrein optimaal te benutten door middel van een
ruimtelijk uitvoeringsplan. Er wordt daarbij tevens voorgesteld een
planologische oplossing te bieden aan de zonevreemde snuffelmarkt
gelegen in de K.M.O.-zone. Aan de huidige parkeerproblemen zou
tegemoetgekomen kunnen worden door de inrichting van een
parkeerterrein op het tegenoverliggende perceel.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Wuustwezel
Er werden (nog) geen gegevens ter beschikking gesteld door de
gemeente Wuustwezel.
Het gemeentebestuur meldde dat de gemeente in november 2004 een
structureel overleg heeft gehad omtrent een voorontwerp van gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan. De gemeente Wuustwezel verwerkt nu de
gemaakte opmerkingen om opnieuw een structureel overleg aan te
vragen.
Woensdrecht (Nederland)
Besproken document is de op uitnodiging van de Nederlandse provincie
Noord-Brabant en op initiatief van het College van Burgemeester en
Wethouders tot stand gekomen ‘StructuurvisiePlus Woensdrecht’, een
beleidsdocument dat de visie op de ruimtelijke ontwikkelingen tussen 2000
en 2015 weergeeft. Het document bevat zowel visie-elementen,
structuurschetsen en een programma van acties, en is ook qua status
vergelijkbaar met de Vlaamse gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen.
Eén van de uitgangspunten in het document is het versterken van de
bestaande landschappelijke structuur en te streven naar een nieuw
evenwicht tussen landschap, waterhuishouding en gebruik van het
landschap. De bestaande landschappelijke structuur wordt bepaald door
een bijzondere combinatie van contrastrijke landschappen.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
van een onderzoek naar de beëindiging van de waterwinning in deze
omgeving (en de verplaatsing in de richting van de polders meer naar het
westen).
Er is geen of slechts in zeer beperkte mate ruimte voor uitbreiding van de
bestaande verblijfsrecreatie in deze omgeving. De reconversie van een
aantal gebouwencomplexen (Volksabdij O.L.V. Ter Duinen, K. Wilhelminakazerne) biedt nog wel potenties terzake. De ontwikkeling van landgoederen met cultuurhistorische waarde kan tevens een belangrijke
drager voor toerisme worden. Ook de toegankelijkheid van de bossen zou
ten behoeve van de extensieve recreatie kunnen worden vergroot. Het
ontwikkelen van een montainbikeroute ten noorden van Putte (buiten het
natuurlijk erg waardevolle gebied van het grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide) is een actie die hieraan wordt gekoppeld. Tevens
wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een informatiecentrum aan de
Nederlandse zijde van het grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide.
Tussen de Kalmthoutse Heide en enerzijds het Markiezaat (grondgebied
Bergen-op-Zoom) en anderzijds de Wouwse Plantage (grondgebied
Roosendaal) worden natuurverbindingen aangegeven.
Het agrarisch gebied ten noordoosten van Huijbergen, aansluitend bij het
landbouwgebied Groenendries in het noordwesten van Kalmthout, worden
de mogelijkheden voor vollegrondstuinbouw verruimd met ondersteunende teelten, zoals tuinbouw onder glas of plastic en het verlengen van
de keten van het bedrijf door verwerking en/of verkoop aan huis.
Kalmthout grenst in het oosten van de gemeente Woensdrecht met de
Kalmthoutse Heide aan het zogenaamde boslandschap. Hierin staat de
bescherming en de versterking van de natuurwaarden centraal. Een
belangrijk probleem bij het beheer van de bestaande natuurwaarden
betreft de verdroging. Er dient gestreefd naar herstel van vennen en natte
heide. Een belangrijke actie die daaraan wordt gekoppeld is het starten
- 63 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Zundert (Nederland)
Besproken document is de ‘StructuurvisiePlusZundert’.
Aan de westzijde van de gemeente, liggen uitgestrekte landgoederen met
grote natuur- en landschapswaarden. Doorheen deze zone is de Turfvaart
aangegeven als een structuurbepalend element. In het zuiden grenst deze
landgoederenzone tot tegen de grens met Kalmthout in de omgeving van
de Matjes.
De Kleine Beek, die in de Matjens ontspringt, vormt een ecologische verbinding vanuit de Matjens doorheen agrarisch gebied meer naar het
noordoosten.
Aan het behoud of de verdere ontwikkeling van voornoemde structuurbepalende elementen zijn geen concrete acties gekoppeld.
1.5.2. Interreg III
Het pakket van maatregelen in het kader van het Europees Interregprogramma, onderdeel van een algemeen stimuleringsbeleid van grensregio’s, is voor de gehele provincie Antwerpen van toepassing. Een aantal
van de hieruit voortvloeiende projecten hebben een invloed op de
ruimtelijke structuur of kunnen die hebben. Het grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide, ook op het grondgebied van Kalmthout, is daar een
voorbeeld van. Het project werd reeds in 1983 voorgedragen met als
hoofddoelstelling ‘het instandhouden, herstellen en (her)ontwikkelen van
ecologische, landschappelijke, fysisch-geografische en cultuurhistorische
waarden met inachtneming van hun onderlinge samenhang in het
betrokken gebied’.
- 64 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
2. Plannen van aanleg en ruimtelijke
uitvoeringsplannen
De plannen van aanleg die het verordenend kader op het vlak van de
ruimtelijke ordening in Kalmthout vormen, zijn opgenomen in het
gemeentelijk plannenregister, goedgekeurd bij M.B. van 5 november 2002.
tabel 16
gewestplanbestemming
(ha)
(%)
1 068
17,9%
692
11,6
59
1,0
283
4,7
34
0,6
gebieden voor milieubelastende industrieën
40
0,7
gebieden voor K.M.O.
65
1,1
gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen
21
0,4
gebieden voor dagrecreatie
13
0,2
2 552
43,0
1 598
27,0
894
15,0
60
1,0
bosgebieden
9
0,2
parkgebieden
88
1,5
2 045
34, 0
17
0,3
woongebieden, waarvan
woongebied
2.1.1. Oppervlakte per bestemming
woonuitbreidingsgebied
agrarisch gebieden, waarvan
agrarisch gebied
De benaderende oppervlakten per bestemming op het grondgebied van
Kalmthout, evenals het aandeel van deze zoneringen ten opzichte van het
gehele grondgebied van Kalmthout worden weergegeven in tabel 16.
Opvallend zijn:
− de grote oppervlakte aan natuurgebied
− het lage aandeel woongebied met landelijk karakter in de woongebieden
− het relatief grote aandeel woonparkgebied in de woongebieden
− het relatief lage aandeel industrie- en K.M.O-gebieden.
informatief gedeelte
aandeel
woonparken
Voor het grootste gedeelte van het grondgebied van Kalmthout is het
gewestplan Turnhout (kaartbladen 7/3, 7/4 en 7/8), bekrachtigd bij K.B.
van 30/09/1977, nog steeds het vigerende plan van aanleg. Voor de
omgeving van Markgraaf (gronden aan Kastanjedreef) werd het
gewestplan Turnhout bij M.B. van 22/07/1993 aangevuld.
-
oppervlakte
2.1. Gewestplan Turnhout
uittreksel gewestplan Turnhout
31 maart 2006
oppervlakten gewestplanbestemmingen
woongebied met landelijk karakter
kaart 6
-
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
agrarisch gebied met ecologisch belang
natuurgebieden
militair domein
bron:
gemeente Kalmthout
- 65 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
2.1.2. Zonevreemde constructies en terreinen
figuur 4
zonevreemde woningen naar gewestplanbestemming
Zonevreemde woningen
kaart 7
situering zonevreemde woningen
Een volledige inventaris van de woningen buiten de woongebieden is opgemaakt door de gemeente op basis van kadasterplannen.
In Kalmthout zijn er in totaal 500 woningen buiten de woongebieden in de
ruime zin 44, waarvan 148 bedrijfswoningen. De bedrijfswoningen in de
agrarische gebieden (146 bedrijfswoningen), in het gebied voor ambachtelijke bedrijven en K.M.O. of het industriegebied (slechts 1 woning) zijn
niet zonevreemd. De overige 353 woningen zijn te beschouwen als zonevreemde woningen in de zin van het decreet.
De gemeente kent geen clusters van weekendverblijven. Terzake werd
dan ook geen inventaris ingediend bij de Vlaamse overheid.
Op bijgevoegde kaart wordt de ruimtelijke spreiding van zonevreemde
woningen weergegeven. Hieruit valt af te leiden dat de zonevreemde
woningen in Kalmthout in hoofdzaak verspreid voorkomen in de oostelijke
helft van het grondgebied van de gemeente (de Kalmthoutse Heide is
grotendeels bespaard van bebouwing), met een dichtere concentratie rond
de kern van Nieuwmoer. De meeste zonevreemde woningen zijn gelegen
langs bestaande wegen.
44
- 66 -
Tot de woongebieden in de ruime zin worden in deze context ook de woonuitbreidingsgebieden gerekend. Een woning in woonuitbreidingsgebied wordt dus niet beschouwd
als een zonevreemde woning.
bron: inventaris gemeente, eigen verwerking
Meer dan driekwart (80%) van de 353 zonevreemde woningen bevindt
zich in het agrarisch gebied (202 woningen - goed voor 57%) of het
landschappelijk waardevol agrarisch gebied (80 woningen - goed voor
23%).
Het aantal zonevreemde woningen in industriegebied of K.M.O.-gebied is
gering (samen slechts 9 woningen of amper 3%).
Deze woningen in het agrarisch gebied of in industrie- of K.M.O.-gebied
kunnen volgens de huidige uitzonderingsbepalingen cfr. artikel 145 bis van
het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke
ordening worden verbouwd, in zekere mate uitgebreid en zelfs worden
herbouwd.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 17
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
zonevreemde woningen naar gewestplanbestemming
gewestplanbestemming
aantal woningen
toepassingsveld artikel 145 bis,
2° t.e.m. 6° D.O.R.O.
(Kalmthout)
absoluut
(%)
gebied voor openbaar nut
3
(1%)
industriegebied
2
(1%)
K.M.O.-gebied
7
(2%)
202
(57%)
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
80
(23%)
parkgebied
17
(5%)
agrarisch gebied met ecologisch belang
5
(1%)
bosgebied
8
(2%)
28
(8%)
0
(0%)
352
(100%)
ruimtelijk kwetsbare
bestemmingen
agrarisch gebied (zonder overdruk)
toepassingsveld
artikel 145 bis 1° en
artikel 195 bis
O O
Slechts 59 zonevreemde woningen, dit is ongeveer 17% van de zonevreemde woningen, bevinden zich in een ruimtelijk kwetsbare gewestplanbestemming.
Daarvan vallen er 17 (of ca. 5% van het totale zonevreemde woningenbestand) in parkgebied. Ook deze woningen in parkgebied kunnen
volgens de huidige decretale uitzonderingsbepalingen worden verbouwd,
in zekere mate uitgebreid en zelfs worden herbouwd.
De overige 42 zonevreemde woningen in een ruimtelijk kwetsbare
gewestplanbestemming vallen enkel onder toepassing van artikel 195bis
van het decreet en kunnen dus niet worden uitgebreid of herbouwd.
Hiervan bevindt de helft (8 woningen) zich in natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat, gelegen in de Kalmthoutse of
Withoefse Heide of de Maatjes.
De woningen in het agrarisch gebied met ecologisch belang zijn gelegen
ten westen van de Maatjes.
De woningen in bosgebied betreffen een concentratie van 8 (nietpermanent bewoonde) woningen in afwijking van een goedgekeurde en
niet-vervallen verkaveling tegen de gemeentegrens ten noorden van
Nieuwmoer.
-
natuurgebied of natuurreservaat
recreatiegebied
totaal
bron:
gemeentedienst op basis van kadastrale gegevens, eigen verwerking
- 67 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Zonevreemde bedrijven
kaart 8
situering zonevreemde bedrijven
De zonevreemde bedrijven werden geïnventariseerd in het kader van de
opmaak van de voorstudie voor het sectoraal B.P.A. zonevreemde
bedrijven. Theoretisch komen, op basis van de onderliggende bestemming
(niet gelegen in woongebied, industrie- of K.M.O-gebied volgens geldend
plan van aanleg) en de uitgeoefende activiteit, 26 bedrijven in aanmerking
voor opname in een sectoraal B.P.A. Door verdere afweging en selectie
werd inmiddels uitgemaakt welke daadwerkelijk in het sectoraal B.P.A.
kunnen worden opgenomen.
Zoals kan worden opgemaakt uit bijgevoegde kaart bevinden zij zich
vooral langs Brasschaatsteenweg, in de buurt van Nieuwmoer en aan de
westelijke rand van het K.M.O.-gebied Bosduin.
tabel 18
zonevreemde bedrijven naar gewestplanbestemming
gewestplanbestemming(en)
aantal
bedrijven
agrarisch gebied
13
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
1
agrarisch gebied, deels in gebied voor milieubelastende industrie
2
agrarisch gebied, deels in woongebied of woongebied met landelijk karakter
5
natuurgebied, deels in gebied voor ambachtelijke bedrijven en K.M.O.’s
5
bron:
- 68 -
gemeente Kalmthout, eigen verwerking
De meeste bedrijven zijn (gedeeltelijk) gelegen in agrarisch gebied. De bedrijven aan de westelijke rand van Bosduin zijn alle gedeeltelijk gelegen in
natuurgebied.
Verschillende bedrijven zijn in twee verschillende gewestplanbestemmingen gelegen. Dit komt doordat het volledige perceel in rekening werd
gebracht. Zo kunnen ook toekomstige uitbreidingen in het ontwikkelingsperspectief voor de bedrijven worden ingecalculeerd.
Zonevreemde recreatie en gemeenschapsvoorzieningen
kaart 9
situering zonevreemde recreatie en gemeenschapsvoorzieningen
Bij de inventarisatie van de verschillende recreatieve infrastructuren werd
vastgesteld dat 8 voorzieningen (gedeeltelijk) zonevreemd zijn. Zo liggen
de voetbalterreinen van Nieuwmoer en Achterbroek (gedeeltelijk) buiten
het recreatiegebied in agrarisch gebied en liggen de scoutslokalen van
Heuvel tot in natuurgebied. Verder zijn er een tennisclub (in gebied voor
ambachtelijke bedrijven), een vissersclub (in agrarisch gebied met
ecologisch belang) en drie schuttersverenigingen (waarvan twee in
agrarisch gebied en één in woonuitbreidingsgebied).
Daarnaast kunnen ook twee gemeenschapsvoorzieningen als zonevreemd worden beschouwd. Het betreft met name de school Zonnekind,
gelegen in parkgebied, en een groot gedeelte van de school GITOK I,
tevens gelegen in parkgebied.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
2.2. Bijzondere plannen van aanleg
kaart 10
situering B.P.A.’s en ontwerp-B.P.A.
kaart 11
situering bedrijven die opgenomen worden in het sectoraal
B.P.A.
Kalmthout heeft vrij veel gebruik gemaakt van bijzondere plannen van
aanleg om delen van het gemeentelijk grondgebied te ordenen.
Het B.P.A. Achterbroek-centrum verviel enige tijd geleden in toepassing
van artikel 172 en 190 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de
organisatie van de ruimtelijke ordening.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
− bedrijf 37, groothandel ijzerwaren
− bedrijf 54, metaalverwerking
− bedrijf 55, metaalverwerking
− bedrijf 58, schrijnwerker
− bedrijf 59, verdeelcentrum werkkledij
− bedrijf 128, vervaardiging invalidenwagens.
De overige 19 bedrijven komen niet in aanmerking voor opname in het
sectoraal B.P.A., zoals blijkt uit een globale afweging aan de hand van de
gewenste ruimtelijke structuur, een afweging op niveau van de impact van
het bedrijf zelf 46 in relatie tot zijn ruimtelijke context 47, en een aantal
andere factoren 48.
De gemeente beschikt nog steeds zowel over ‘open ruimte - B.P.A.’s’ als
over B.P.A.’s voor de verdere ordening van woongebieden en ambachtelijke zones. De plangebieden van deze B.P.A.’s worden gesitueerd op
bijgaande kaart. In tabel 19 worden ze kort beschreven 45.
Parallel aan de werkzaamheden rond het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werkte de gemeente aan de opmaak van een B.P.A. voor het
bouwblok waarin zich het vleesverwerkend bedrijf Noordvlees - Van Gool
bevindt in de kern van Achterbroek.
Tevens rondde de gemeente tijdens het structuurplanningsproces een
voorstudie rond de opmaak van een sectoraal B.P.A. zonevreemde
bedrijven af. Van de 26 theoretisch in aanmerking komende bedrijven
zullen er 7 worden opgenomen in het sectoraal B.P.A. Zij worden
weergegeven op bijgevoegde kaart:
− bedrijf 30, garage
46
45
Merk op dat de nummering niet (langer) logisch op elkaar volgt; er zijn zelfs twee
B.P.A.’s met nummer 8.
47
48
O.a. ruimtebeslag, mobiliteitsprofiel, aspecten van hinder.
O.a. bereikbaarheidsprofiel, natuurlijke en landschappelijke waarden omgeving.
O.a. tewerkstelling, continuïteit enz.
- 69 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 19
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
overzicht B.P.A.’s en ontwerp-B.P.A.
B.P.A. nr. en naam
B.P.A. nr. 4
Gemeentelijke sportvelden
status
realisatiegraad
M.B. 29/03/1983
-
Heikantstraat
-
gerealiseerd
belangrijkste planopties
-
dagrecreatie
fungeert verder als toetskader voor het
vergunningenbeleid
verfijning gewestplanbestemming gebied voor
-
uitbreiding gebied voor dagrecreatie tot tegen
Heikantstraat
B.P.A. nr. 3
Withoevense Heide
tweede volledige herziening
M.B. 14/03/1984
-
gerealiseerd
B.P.A. zonder nr.
Bosduin
M.B. 24/05/1996
verfijning gewestplanbestemming natuurreservaat, met
zone voor openbaar nut i.f.v. NEC
fungeert verder als toetskader voor het
vergunningenbeleid
-
-
-
aanpassing begrenzing natuurreservaat rekening
problematisch: bouwkavels tot in
houdend eigendomsstructuur langs Koningin
natuurreservaat langs Max
Astridlaan (langs Max Temmermanlaan bouwkavels
Temmermanlaan
tot in natuurreservaat niet begrepen in plangebied)
verfijning K.M.O.-bestemming in functie van verdere
-
realisatie in uitvoering
-
gemeente is verkopende eigenaar van
ontwikkeling K.M.O.-gebied ten noorden van Franse
de gronden
Weg
-
-
aanpassing begrenzing K.M.O.-zone rekening
houdend met BWK en eigendomsstructuur
B.P.A. nr. 5
Draka Polva en
M.B. 25/05/1998
-
realisatie in uitvoering
-
bijhorend onteigeningsplan
B.P.A. nr. 6
Markgraaf
M.B. 10/09/1996
-
gerealiseerd
-
fungeert hoofdzakelijk als toetskader
-
De vennen
M.B. 25/05/1999
-
- 70 -
gerealiseerd
vernietiging verkaveling
verfijning en afwijking van gewestplanbestemming
natuurreservaat, naar parkgebied
voor het vergunningenbeleid
B.P.A. nr. 7
herbestemming gebied voor K.M.O. in het centrum van
Heide naar gemengd woongebied
-
bieden van een planologische oplossing voor
fungeert verder als toetskader voor het
zonevreemde basisschool, voetbalveld en Chiro-
vergunningenbeleid
jeugdlokaal
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
B.P.A. nr. en naam
B.P.A. nr. 8
Strijboshof
status
realisatiegraad
M.B. 19/06/1997
-
realisatie in uitvoering
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
belangrijkste planopties
-
herbestemming landschappelijk waardevol agrarisch
gebied en woongebied met landelijk karakter naar
parkgebied
B.P.A. nr. 8
Kapellensteenweg I
M.B. 21/11/2000
-
-
fungeert hoofdzakelijk als toetskader
-
verfijning gewestplanbestemming woongebied
voor het vergunningenbeleid
-
bescherming cultuurhistorisch waardevol erfgoed
hier en daar problemen omwille van
-
behoud van groen karakter (o.a. park GITOK II)
idem
-
idem
zal eerst uitsluitend als toetskader voor
-
gedetailleerdheid (cfr. art. 14
stedenbouwwet)
B.P.A. nr. 9
Kapellensteenweg II
B.P.A. nr. 11
Slachthuis Van Gool en omgeving
M.B. 21/11/2000
-
ontwerp, definitief vastgesteld
-
in gemeenteraad van
28/04/2005
het vergunningenbeleid fungeren
-
bij verdwijnen van de bedrijfsactiviteiten
-
aanpassing begrenzing industriegebied aan
eigendomsstructuur
van het slachthuis zal het B.P.A. de
bron:
verfijning gewestplanbestemmingen industriegebied
en woongebied
ontwikkeling van de nabestemming als
-
beschermen integratie bedrijf in woonomgeving
woongebied sturen
-
bedrijfssite een nabestemming als woongebied geven
gemeente Kalmthout, eigen verwerking; de nummering, die overigens niet logisch op elkaar volgt, verwijst naar de officiële benaming van de B.P.A.’s.
- 71 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
3. Gebieden met andere wettelijke
beschermingen
3.1. Speciale beschermingszones natuur
Vogel- en habitatrichtlijngebieden betreffen beide speciale beschermingszones die worden afgebakend ter uitvoering van een Europese richtlijn en
zullen deel uitmaken van een ecologisch netwerk op Europees niveau,
Natura 2000 genaamd.
,
− Het doel van de Vogelrichtlijn 49 50 is de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied te
bevorderen.
− De Habitatrichtlijn 51 is gericht op de instandhouding en het herstel van
de wilde flora en fauna en de natuurlijke habitats. Net zoals bij de
Vogelrichtlijn dienen de lidstaten hiertoe speciale beschermingzones
aan te duiden. Bijzondere aandacht moet daarbij gaan naar prioritaire
types natuurlijke habitats en prioritaire soorten.
De ‘Ramsar-Conventie’ 52, van kracht sinds 1975, beoogt het wereldwijd
behoud en duurzaam beheer van wetlands, met bijzondere aandacht voor
de bescherming van de leefgebieden van watervogels. De verdragspartijen aanvaarden een aantal verplichtingen en verantwoordelijkheden
inzake het behoud en het beheer van waterrijke gebieden. Eén van de
belangrijkste verplichtingen is het aanduiden en erkennen van minstens
49
50
51
52
- 72 -
Zie voor een algemene toelichting: X, 20 jaar Vogelrichtlijn van de Europese Unie,
Natuurreservaten vzw i.s.m. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement
LIN, AMINAL, Afdeling Natuur, Brussel, juni 1999.
Richtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, PB.L.
103, 25 april 1979.
EG-richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke
habitats en de wilde flora en fauna, PB.L. 206, 22 juli 1992.
Overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, in het
bijzonder als woongebied voor watervogels’.
één wetland als Ramsar-gebied en het behoud van de ecologische
waarde van deze gebieden.
De Vlaamse regering stelde op 18 juli 2003 - in uitvoering van het natuurbehoudsdecreet - een eerste selectie van gebieden voor het Vlaams
Ecologisch Netwerk (VEN) definitief vast. In de VEN-gebieden komen
natuurbehoud en -ontwikkeling op de eerste plaats. Het bestaat uit
gebieden met reeds een hoge natuurkwaliteit. Het Natuurdecreet legt vast
dat alleen gebieden met een welbepaalde (groene) bestemmingen op het
gewestplan als VEN aangewezen kunnen worden. Het VEN zal
opgebouwd zijn uit 'Grote Eenheden Natuur' (GEN's) en 'Grote Eenheden
Natuur in Ontwikkeling' (GENO's).
Met een aantal algemene maatregelen wil de Vlaamse overheid - in
afwachting van het natuurrichtplan - een achteruitgang van de natuur
vermijden in de VEN-gebieden. Zo geldt in deze gebieden bijvoorbeeld
een verbod op het aanbrengen van wijzigingen aan de waterhuishouding
en een verbod op het aanplanten van niet-inheemse soorten, uitgezonderd specifieke gevallen. Men mag ook de structuur van het landschap
niet wijzigen: kleine landschapselementen zoals akkerranden, bermen,
bomenrijen enz. moeten behouden blijven.
Het is ook verboden de rust zodanig te verstoren dat de natuur
achteruitgaat. Dat kan onder meer het geval zijn bij gemotoriseerde
groepssporten, motorcross en andere harde recreatieve activiteiten.
De afbakening van het VEN heeft voor sommige eigenaars economische
gevolgen. De Vlaamse overheid stelt daar financiële compensaties
tegenover.
De Vlaamse overheid heeft het recht van voorkoop op gronden en
gebouwen gelegen in het VEN.
kaart 12
speciale beschermingszones natuur
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
De Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) en enkele
kleine open ruimten die erbij aansluiten (Markgraaf, Dijk, Heuvel) zijn
aangeduid als vogelrichtlijngebied, habitatrichtlijngebied en/of ramsargebied. De gebieden werden - voor zover niet bebouwd - tevens als GEN
opgenomen in het VEN.
1.
Kalmthoutse en Withoevense Heide
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
definitief beschermd landschap
−
K.B. 07/08/1931
(Withoevense Heide)
−
K.B. 18/10/1941 (beide)
−
B.V.E. 04/07/1984
(Kalmthoutse Heide)
Het reservaat de Maatjes is aangeduid als vogelrichtlijngebied. Het gebied
werd tevens als GEN opgenomen in het VEN.
Ten oosten van de Maatjes werd een gebied opgenomen als GENO in het
VEN.
Een deel van het Klein Schietveld is aangeduid als vogelrichtlijn- en
habitatrichtlijngebied.
2.
3.2. Beschermde landschappen en monumenten
kaart 13
Kassemse Eik, Cassenboomlaan
definitief beschermd landschap
K.B. 02/02/1944
beschermde landschappen en monumenten
Op het grondgebied van Kalmthout zijn er volgende beschermde
landschappen en monumenten. De nummering verwijst naar bijgevoegde
kaart.
- 73 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
3.
-
31 maart 2006
rietland De Maatjes
-
informatief gedeelte
definitief beschermd landschap
6.
oude pastorij, Kerkeneind 21
K.B. 06/01/1976
4.
5.
villa Bolsens-Maerten
definitief beschermd monument
Canadezenlaan 61-63
M.B. 15/03/1995
gemeentehuis, Kerkeneind 13
definitief beschermd monument
M.B. 09/06/1998
definitief beschermd monument
M.B. 09/06/1998
7.
8.
villa Erica met omringend park,
definitief beschermd monument
Kapellensteenweg 82
M.B. 21/03/2000
villa de Wijngaard, Kapellensteenweg
(met bijhorend park, bijgebouwen
410
en aanhorigheden)
definitief beschermd monument
M.B. 09/05/2000
- 74 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
3.3. Verbods- en afstandsregels VLAREM II
Op 1 juni 1995 keurde de Vlaamse regering het Vlaamse Reglement inzake milieuvoorwaarden voor hinderlijke inrichtingen (VLAREM II) 53. Via
het milieuvergunningenbeleid worden strenge beperkingen opgelegd aan
de constructie en inplanting van (nieuwe) stallen voor de veehouderij.
In waterwingebieden, beschermingszones type I, II of III 54, kwetsbare
zones en andere dan agrarische gebieden 55 is het verboden nieuwe
varkenshouderijen, pluimveestallen en andere stallen te exploiteren of
bestaande stallen uit te breiden. In Kalmthout is enkel het landbouwgebied
nabij De Maatjes (omgeving Marijnevennen) hieraan onderhevig.
Daarnaast gelden er, afhankelijk van het aantal gehouden dieren en
staltype, verbods- en afstandsregels ten opzichte van elk op het gewestplan aangegeven woonuitbreidingsgebied, natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat, bosreservaat, gebied voor
verblijfsrecreatie en woongebied ander dan een woongebied met een
landelijk karakter, gaande van 50 m tot 1000 m, of een totaal verbod.
De ruimte waarin bv. een gemiddeld varkensbedrijf volgens deze verbodsen afstandsbepalingen eventueel een vergunning zou kunnen krijgen is
beperkt. In realiteit zullen er, uitgaande van een stand-still principe, geen
nieuwe bedrijven worden vergund en geen sterke uitbreidingen meer
worden gerealiseerd. Enkel herlokalisaties zijn in feite nog mogelijk.
53
54
55
Gecoördineerde versies van VLAREM I en II, inclusief bijlagen (zoals van toepassing
per 1 mei 1999) (B.S. 31.03.1999), http://www.emis.vito.be en meer in het bijzonder
http://www.mina.be/front.cgi?id=675.
"waterwingebied en beschermingszone type I, II en III": het als dusdanig in toepassing
van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het
grondwaterbeheer afgebakende gebied, respectievelijk zone.
Het gaat om de agrarische gebieden zoals aangegeven op de gewestplannen.
kaart 14
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
potentiële nieuwe vestigingsplaatsen voor een gemiddeld
varkensbedrijf bij herlokalisatie
Bijgevoegde kaart geeft een beeld van potentiële vestigingsplaatsen (bij
herlokalisaties) voor een gemiddeld varkensbedrijf met volgende
specificaties:
− 1.000 dieren
− systeem om meerdere malen per dag mest af te voeren
− mechanisch stalverluchtingssysteem, aangesloten op een geurbestrijdingsinstallatie
− mengmestopslagplaats van het type opslag in stalgebouw (met
mestkelder onder stalvloer, zonder geurafsnijder).
3.4. Gebieden met verscherpte
bemestingsnormen MAP
kaart 15
MAP-beperkingen
Op 23 januari 1991 werd het decreet 56 tot bescherming van het leefmilieu
tegen de verontreiniging door meststoffen goedgekeurd, kortweg het
mestdecreet. Het uitgangspunt voor het Vlaamse mestbeleid is de
Europese nitraatrichtlijn. Deze richtlijn wil de waterverontreiniging door
nitraten uit agrarische bronnen verminderen en verdere verontreiniging te
voorkomen. Het mestdecreet heeft de bescherming van het leefmilieu
tegen verontreiniging door meststoffen tot doel. Het regelt de
inventarisatie, beheer en afzet van dierlijke mest overeenkomstig algemeen geldende bepalingen. De maximale hoeveelheden mest die op het
56
Officieuze coördinatie van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van
het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, http://www.vlm.be/Mestbank/
mest_regel1.html, 5 juli 1999.
- 75 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
land mogen worden uitgereden en de minimaal te verwerken hoeveelheden worden hierin vastgelegd.
In Vlaanderen werden de waterwingebieden en de natuurgebieden als
kwetsbare gebieden aangeduid. De landbouwgronden gelegen in deze
kwetsbare gebieden vertegenwoordigen ongeveer 10 % van het Vlaamse
landbouwareaal. Na intensieve bemonstering van het oppervlaktewater
bleek echter dat in heel wat waterlopen de maximaal toegelaten
nitraatnorm van 50 mg per liter water tijdelijk of voortdurend overschreden
wordt. Daarom werd beslist ongeveer 46 % van het Vlaamse landbouwareaal als kwetsbare zone aan te duiden, met lagere bemestingsnormen en een strengere uitrijregeling tot gevolg.
In de gemeente Kalmthout zijn er volgens het MAP (versie 2002) zogoed
als geen op het gewestplan bestemde agrarische gebieden waar verscherpte bemestingsnormen gelden. Enkel nabij de Maatjes (omgeving
Marijnevennen) 57, in het agrarisch gebied met ecologisch belang, gelden
er wel een verscherpte bemestingsnormen. De annotatie op de kaart is
de MAP-N-code. Deze geeft de beperkingen aan opgelegd vanuit het
aspect natuur van het MAP. Het aspect water legt geen extra beperkingen
op mestgebruik en periode van uitrijden op.
57
- 76 -
Dit is in tegenstelling met de waterwingebieden aangeduid op het gewestplan. Dit is
contradictorisch, maar enkel de gegevens van de mestbank worden gebruikt voor het
bepalen van verbodsregels, waardoor ze in deze studie worden aanzien als
overheersend op het gewestplan.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
4. Gemeentelijke belastingen, subsidies en reglementen
Volgende gemeentelijke belastingen, subsidies en reglementen hebben
een ruimtelijke impact.
4.1. Belastingen
4.1.1. Belasting op de onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen
In zitting van 27 maart 2003 keurde de gemeenteraad de (beperkte)
wijziging van de belasting op de onbebouwde percelen in de goedgekeurde en niet-vervallen verkavelingen goed. Die was op 22 januari 2001
ingesteld met het oog op het bevorderen van het vrijkomen van
bouwgronden.
Als niet-bebouwd perceel wordt elk perceel, als zodanig vermeld in de
niet-vervallen verkavelingsvergunning beschouwd, waarop de oprichting
van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van
het belastingsjaar en in de loop van dat jaar een normale afwerking kent.
De belasting werd vastgesteld op € 8,68 (350 BEF) per (aangevatte)
strekkende meter lengte van het perceel palende aan de straat (of de helft
van de som van de twee langste zijden voor hoekpercelen), met een
minimum van € 125 (5.042 BEF) per perceel.
In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar de belasting
verschuldigd voor zijn aandeel.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Vrijstellingen gelden voor:
− de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel voor een periode van
5 jaar bij uitsluiting van enig ander onroerend goed
− de VHM en alle door deze maatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappij
− de verkavelaars zelf voor de periode van één jaar (termijn gaat in bij
het verlenen van de vergunning indien de verkaveling geen werken
omvat; bij verkavelingen die werken omvat, gaat de termijn in bij het
bekomen van het attest dat de uitvoering van de werken bevestigt)
− ouders met kinderen ten laste a rato van één onbebouwd perceel per
kind voor een periode van 5 jaar
− percelen die ingevolge bepalingen van de wet op de landpacht niet
voor bebouwing kunnen worden bestemd.
4.1.2. Belasting op onbebouwde gronden aan uitgeruste
weg in het woongebied of industriegebied
In zitting van 27 maart 2003 keurde de gemeenteraad een belasting op
onbebouwde gronden gelegen in woongebieden of industriegebieden,
palende aan een voldoende uitgeruste openbare weg en niet begrepen in
een goedgekeurde verkaveling goed in aanvulling op de belasting op
onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen (zie punt 4.1.1.
hierboven).
Als niet-bebouwde gronden wordt elk afzonderlijk kadastraal perceel
beschouwd, met uitzondering van die waarop de oprichting van een voor
bewoning of industrie bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van
het belastingsjaar en in de loop van dat jaar een normale afwerking kent.
- 77 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
De belasting en vrijstellingen en andere bepalingen zijn analoog aan de
belasting op onbebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling (zie
punt 4.1.1. hierboven).
4.2. Subsidies
4.2.1. Bouwpremie
De gemeente verleent een bouwpremie bovenop de bouwpremie die door
de Vlaamse overheid wordt verleend voor nieuwbouwwoningen. Aangezien zulke bouwpremie niet (langer) bestaat, is deze bouwpremie (momenteel) zonder voorwerp. Bovendien stelt zich de vraag of dergelijke
premie nog wenselijk is, of beter opgevormd wordt naar een renovatiepremie.
4.2.2. Subsidie hemelwaterputten
In zitting van 28 oktober 1999 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake hemelwaterputten goed. Die voorziet een éénmalige
subsidie aan de bouwheer die een hemelwaterput met herbruikvoorzieningen van het hemelwater en/of een infiltratievoorziening installeert bij
zijn woning of gebouw.
De hemelwaterinstallatie en de infiltratievoorziening dient daarvoor te
voldoen aan de richtlijnen die de Vlaamse overheid heeft gebundeld in de
‘Code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen’. Zo is ondermeer het volume van de hemelwaterput in relatie tot de
aangesloten dakoppervlakte bepaald, met een minimum van 3 000 liter.
Het subsidiebedrag varieert van € 123,95 (5.000 BEF) tot € 247,89
(10.000 BEF) afhankelijk van de omvang en de voorzieningen.
- 78 -
4.2.3. Subsidie minizuiveringsinstallaties
In zitting van 23 december 1999 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake minizuiveringsinstallaties goed. Die voorziet een éénmalige subsidie aan de bouwheer die een individuele voorbehandelingsinstallatie met verregaande biologische zuivering installeert bij zijn woning.
De installatie dient aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo dient ze
minimaal te voldoen aan de bepalingen in de verordening beschreven
onder punt 4.3.1. in dit zelfde hoofdstuk (zie verder).
Het subsidiebedrag bedraagt de helft van de bewezen kosten, met een
maximum van € 619,73 (25.000 BEF).
4.2.4. Gemeentelijke subsidies met betrekking tot duurzaam
bouwen
Zonneboiler
In zitting van 27 mei 1999 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake de installatie van zonneboilers goed. Die voorziet een éénmalige subsidie aan eigenaars die een zonneboiler installeren bij hun
woning of bedrijfsgebouw.
De installatie moet aan een aantal minimale eisen voldoen, zoals instaan
voor ongeveer 50 % van de totale warmwatervoorziening van het gezin.
Levering en plaatsing moet gebeuren door een door het schepencollege
erkende fabrikant of installateur.
Het subsidiebedrag bedraagt € 247,89 en kan gecombineerd worden met
subsidies vanwege andere overheden en/of instanties.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Aanleg groendaken
In zitting van 26 februari 2004 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake de aanleg van groendaken goed. Die voorziet een
éénmalige subsidie aan particulieren welke een groendak realiseert aan
zijn of haar woning.
Aan de toekenning van de subsidie zijn een aantal voorwaarden
verbonden, o.a. een minimale oppervlakte van 10 m², op basis van een
gedetailleerde beschrijving, onderworpen aan een controle en dergelijke
meer.
Het subsidiebedrag bedraagt € 25 per m² met een maximum van € 500
per aanvrager per jaar.
Fotovoltaïsche zonnepanelen
In zitting van 23 juni 2005 keurde de gemeenteraad een subsidiereglement inzake de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen goed. Die
voorziet een éénmalige subsidie aan eigenaars die fotovoltaïsche zonnepanelen installeren op een woning of bedrijfsgebouw.
Het subsidiebedrag bedraagt 15 % van de investeringskost met een
maximum van € 750 per aanvrager en per gebouw.
4.2.5. Beheersovereenkomsten met landbouwers
Sinds 2000 kunnen landbouwers, in uitvoering van de Europese
verordeing 1257/99 beheersovereenkomsten sluiten met de Vlaamse
overheid. In ruil voor het uitvoeren van een aantal maatregelen en het
naleven van bepaalde voorwaarden krijgt de beheerder jaarlijks een
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
vergoeding. Zo kunnen de landbouwers zelf voor een beter milieu zorgen
en bijdragen tot een fraaier landschap in Vlaanderen.
De vergoeding wordt uitbetaald door de Europese Unie en de Vlaamse
overheid. Gemeenten en provincies kunnen sinds kort een supplement
geven op de toegekende vergoedingen a rato van maximum 20% 58.
Dergelijke regeling is in Kalmthout momenteel nog niet van kracht, maar
een beslissing om subsidies voor beheerstaken aan landbouwers te geven
(onafgezien de koppeling met de beheersovereenkomsten van VLM) werd
wel reeds genomen door het gemeentebestuur via het milieujaarprogramma.
In Vlaanderen kunnen landbouwbeheersovereenkomsten worden afgesloten binnen diverse - recentelijk uitgebreide - pakketten (in totaal 25
soorten overeenkomsten). In Kalmthout komen volgende activiteiten in
aanmerking voor het afsluiten van een beheersovereenkomst:
− in het kader van de natuurwetgeving:
•
weidevogelbeheer, door het gebruiken van de percelen als meerjarig grasland, met een aangepast beweidings- en/of maairegime
en/of het plaatsen van nestbeschermers of -markeerders, enkel in
specifiek daartoe aangegeven gebieden met name in de omgeving
van de Maatjes en Marijnevennen
•
perceelsrandenbeheer, in de vorm van de aanleg of het onderhoud
van wegbermen, heggen, houtkanten en houtwallen en het beheer
van oevers van waterlopen
•
beheer van kleine landschapselementen, in de vorm van de aanleg
of het onderhoud van heggen, houtkanten en houtwallen en poelen
58
M.B. d.d. 21 oktober 2005 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten ter
uitvoering van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake
steun voor plattelandsontwikkeling (B.S. 13 februari 2006).
- 79 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
in het kader van de mestwetgeving kunnen beheersovereenkomsten
‘natuur’ worden afgesloten, op percelen permanent grasland waar het
bemestingsverbod van kracht is; het aangepast beheer bestaat uit het
behoud van het grasland, met een aangepast beweidingsregime; in
Kalmthout komen enkel percelen in de omgeving van de Maatjes en de
Kalmthoutse Heide hiervoor in aanmerking.
In Kalmthout zijn er tot op heden geen landbouwers die een overeenkomst
hebben afgesloten.
De procedure tot afsluiting van een beheersovereenkomst werd wel
recentelijk vereenvoudigd. De overeenkomsten worden afgesloten met de
Vlaamse Landmaatschappij (VLM) die ook de aanvraag behandelt, met inbreng van adviezen vanwege de afdelingen Natuur of Land van AMINAL.
Een stijging van de premies door toevoeging van een gemeentelijk supplement zal allicht ook een stimulerend effect hebben.
4.3. Reglementen
4.3.1. Stedenbouwkundige verordening
Reeds in zitting van 28 oktober 1999 keurde de gemeenteraad een
gemeentelijke verordening betreffende de lozing van huishoudelijk
afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de
afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen en
gebouwen goed. Na de inwerkingtreding van het D.O.R.O. werd deze
omgevormd tot een stedenbouwkundige verordening. Deze werd op 31
oktober 2002 goedgekeurd in de gemeenteraad.
In zitting van 25 september 2003 keurde de gemeenteraad (beperkte)
wijzigingen aan deze verordening goed.
- 80 -
4.3.2. Gemeentelijk kapreglement
Het gemeentelijk politiereglement ‘op het vellen van al of niet alleenstaande hoogstammige bomen en tot rooien van heggen’ werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 maart 1977 en bekrachtigd bij K.B.
op 18 december 1979.
In Kalmthout is het rooien van hoogstammige bomen, thans onderworpen
aan de stedenbouwkundige vergunningplicht, en het rooien van alle andere bomen en heggen onderworpen aan een kapvergunning. Het reglement
is overal in de gemeente van toepassing. In toepassing van het reglement
wordt bij de kapping van meerdere bomen of op meerdere percelen
steeds een heraanplanting opgelegd.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
5. Relevante sectorale beleidsdocumenten en studies
5.1. Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan
5.1.1. Status
Het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (G.N.O.P.) werd goedgekeurd in
de gemeenteraad op 28/11/1996. Het werd conform verklaard door de
Vlaamse overheid op 21/04/1997.
5.1.2. Inhoud
In het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces zijn
vooral de aangegeven knelpunten en aandachtspunten (hoofdstuk 4 van
het G.N.O.P.) en het actieprogramma (hoofdstuk 5) relevant. In onderstaande tekst wordt enkel stilgestaan bij een aantal knelpunten en
aandachtspunten en bij de acties met een ruimtelijke impact.
Knelpunten en aandachtspunten
In de natuurgebieden is vooral een betere bescherming en het verminderen van de recreatiedruk, de negatieve invloeden van de nog
aanwezige landbouwexploitatie en de negatieve beïnvloeding van de
waterhuishouding door aanpalende functies van belang. Zo lijdt de
Kalmthoutse Heide aan verdroging door de waterwinningen van de Pidpa
in Essen en waterwinningen in Nederland en aan eutrofiëring door de nog
aanwezige landbouw. In de Maatjes verdwijnt het microrelïef en de Broekloop en de Marijnenloop voeren er verontreinigd water uit landbouwgebieden en de dorpskernen aan. Beide natuurgebieden hebben ook te
lijden onder sluikverkeer.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
In de meeste woonomgevingen is vrij veel groen aanwezig. Enkele
woonparken en de verspreide parken en landschapstuinen bezorgen een
groene aanblik. Bij de inbreiding van het woongebied is wel voorzichtigheid geboden. Vooral het noord-zuidgerichte centrale deel kan bij
(onbedachtzame) inbreiding een onoverkomelijke barrière vormen voor
fauna en flora, indien niet de nodige doorgangen voorzien worden van de
Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) naar het
landbouwgebied en vice versa.
Het landbouwgebied in Kalmthout heeft een ruilverkavelingsoperatie
achter de rug. Dat is helaas te merken aan de zeldzaam geworden natuurlijke plekjes en kleine landschapselementen in het landbouwgebied. De
openheid van het landschap bleef relatief bewaard, maar lintbebouwing en
uitbreiding van de woonomgevingen houden een gevaar in voor versnippering en compartimentering.
Acties
In het G.N.O.P. wordt prioriteit verleend aan de natuur in de natuurgebieden van de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse
Heide), het Klein Schietveld en de Maatjes. De nodige acties worden
gepland om de bescherming te versterken. Volgende voorgestelde
maatregelen zijn relevant in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan en/of hebben een ruimtelijke impact:
− de uitbouw van bufferzones en zachte overgangen rond de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide)
− de betere bescherming van het Klein Schietveld, thans op het gewestplan ingekleurd als militair domein, door herbestemming naar natuurgebied
− het uitbouwen van een buffer tussen de K.M.O.-zone Bosduin en het
Klein Schietveld
- 81 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
de beperking van het verkeer in de Kalmthoutse Heide (Verbindingsweg) en in en om Klein Schietveld
de bescherming als landschap van heel het gebied van de Maatjes
(momenteel is enkel het rietland met een oppervlakte van ca. 7,80 ha
beschermd).
Buiten de natuurgebieden is een aangepaste bescherming en beheer
nodig voor de nog aanwezige natuurwaarden en wordt de nadruk vooral
gelegd op de ecologische infrastructuur. Volgende voorgestelde maatregelen zijn relevant in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en/of hebben een ruimtelijke impact:
− de bescherming van een aantal landschapstuinen in de woonomgevingen van Heide en Heuvel
− opname van randvoorwaarden in bouw- en verkavelingsvergunningen
ter verhoging van het natuurlijk en streekeigen karakter van de tuinen
− de realisatie van specifieke kunstwerken en verkeerstechnische ingrepen (ecotunnels enz.) ter beperking van het aantal (dierlijke)
verkeersslachtoffers
− de realisatie van groene elementen en stapstenen.
In het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is in de eerste
plaats de vooropgestelde categorisering van het lokale wegennet relevant.
Volgende wegen worden als lokale weg type I (lokale verbindingsweg) geselecteerd:
− N122 (Verbinding Essen - Kalmthout - Kapellen)
− N111 (deel) (verbinding Wuustwezel - Kalmthout - Stabroek en ontsluiting Wuustwezel naar N117)
− N133 (verbinding Essen - Wuustwezel).
Het gemeentelijk mobiliteitsplan (fase III) werd conform verklaard tijdens
de provinciale auditcommissie op 09/09/2003.
Volgende wegen worden als lokale weg type II (lokale ontsluitingsweg) geselecteerd:
− Beauvoislaan en een gedeelte van Heikantstraat (ontsluiting Heide
naar N117);
− Max Temmermanlaan (ontsluiting Heide naar N111)
− Heidestatiestraat (ontsluiting Heide naar N111 en N122)
− Darm en een gedeelte van Zilverenhoeksteenweg en Nieuwmoer-Dorp
(ontsluiting Nieuwmoer naar N117)
− Jos Tilborghstraat (verbinding Nieuwmoer - Achtmaal (Zundert,
Nederland)
− Franse Weg (deel) (ontsluiting K.M.O.-zone Bosduin naar secundaire
weg N117).
Deze selectie werd in de loop van het planningsproces aangevuld met
'een "zoekzone" voor bijkomende lokale ontsluitingsweg type II' vanuit de
kern Kalmthout richting N111 en N117.
5.2.2. Inhoud
Alle overige wegen worden als louter lokale woonstraat of landelijke weg
(lokale weg type III) geselecteerd.
5.2. Gemeentelijk mobiliteitsplan
5.2.1. Status
kaart 16
- 82 -
categorisering van het wegennet
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Verder zijn vooral volgende uitspraken relevant in het kader van het
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
− Op het vlak van parkeervoorzieningen in de gemeente worden in de
eerste plaats voldoende parkeervoorzieningen in de stationsomgevingen Kalmthout en Heide (bruikbaar voor park & ride) voorzien.
− De spoorlijn Antwerpen-Roosendaal vormt de ruggengraat voor het
openbaar vervoernetwerk. De Stations Kalmthout en Heide moeten
verder ontwikkeld worden tot knooppunten op intergemeentelijk en
voorstedelijk niveau. De halte Kijkuit is een lokale opstapplaats. Een
buslijn bedient de verschillende wijken en zorgt zo voor verbinding van
Nieuwmoer en Achterbroek met de woonband en station Heide. De
K.M.O.-zone Bosduin wordt niet door de buslijn bediend.
− Langs de spoorweg wordt een fietsverbinding (langzaamverkeersroute) voorgesteld doorheen de woonband als onderdeel van een
hoofdfietsroute op provinciaal niveau. De hoofdfietsroutes en de lokale
wegen type I en II vormen de basis voor het aanduiden van de hoofdfietsroutes. Langs N111 en N117 zijn zij steeds gescheiden. Lokale
fietsroutes binnen het fietsnetwerk zijn tevens nader bepaald.
5.3. Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
situatie, een overzicht van de gevoerde bevragingen, een samenvatting
van de noden en de behoeften en tot slot een beschrijving van de doelstellingen. Deze doelstellingen worden onderverdeeld in drie categorieën:
− de doelstellingen op het vlak van groene ruimten (dat verder werkt op
het project groene speelruimte)
− de doelstellingen op het vlak van de speelruimte in de wijk
− de doelstellingen betreffende de jeugdwerkinfrastructuur.
In het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces zijn
volgende aangegeven behoeften relevant:
− de behoefte aan een vaste lokatie voor gemeentelijke jeugdwerkactiviteiten zoals speelpleinen
− de behoefte aan meer groene (officiële) speelruimten in Heide
(Leopoldstraat, Guido Gezellelaan en Vredelaan)
− de behoefte aan meer groene speelruimte in Kalmthout-Centrum (o.a.
park GITOK II, Beekplein)
− de behoefte aan meer groene speelruimte in Achterbroek en Nieuwmoer (nabij Roerdomp of Chiro-jeugdlokalen)
− de behoefte aan (een) geluidsgeïsoleerde polyvalente ruimte(n) die het
niveau van de bestaande zaaltjes (parochiezaaltjes e.a.) overstijg(t)(en)
− een geschikte fuifruimte in Achterbroek.
5.3.1. Status
Het jeugdwerkbeleidsplan werd goedgekeurd door de gemeenteraad op
28 oktober 2004 en bouwt verder op het pilootproject groene (speel-)
ruimte en het jeugdruimteplan d.d. 30 mei 2002.
5.4. Voorontwerp afbakening van de agrarische
structuur
5.4.1. Status
5.3.2. Inhoud
Het jeugdwerkbeleidsplan richt zich o.a. op de fysische ruimte voor
kinderen. Het plan is opgebouwd uit een beschrijving van de huidige
In 1998 werd door AMINAL Afdeling Land een eerste voorontwerp voor de
concrete afbakening en differentiatie van het agrarisch gebied in geheel
Vlaanderen opgemaakt. Dit voorstel tot afbakening duidt de gebieden aan
die volgens AMINAL in aanmerking komen om opgenomen in of uitge-
- 83 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
sloten te worden uit het toenmalige agrarische bestemmingsgebied, alsook de wijze waarop de aldus afgebakende gebieden van de agrarische
structuur verder gedifferentiëerd kunnen worden als natuurverwevingsgebied of zone non-aedificandi.
In Kalmthout zijn geen gebieden te differentiëren als verwevingsgebied of
als zone non-aedificandi (bouwvrij gebied).
5.5. Integraal waterbeleid
5.5.1. Watertoets
5.4.2. Inhoud
kaart 17
voorontwerp-afbakening agrarische gebieden
Status
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de totale oppervlakten op te
nemen, uit te sluiten en te differentiëren agrarische gebieden.
tabel 20
voorontwerp-afbakening agrarische gebieden
totale oppervlakte agrarisch gebied in Kalmthout
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid
(Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I,
bepaalde verplichtingen op aan overheden, die de watertoets worden
genoemd.
2.424 ha
(gewestplan 1998)
- op te nemen als agrarisch gebied
14 ha
- uit te sluiten als agrarisch gebied
178 ha
totale oppervlakte concrete afbakening
netto afname agrarisch gebied
2.260 ha
0 ha
totaal te differentiëren als zone non-aedificandi
0 ha
AMINAL Afdeling Land (1998)
De gebieden uit te sluiten uit het agrarisch gebied zijn percelen die
omwille van hun huidig bodemgebruik (tuinen, bewoning, recreatie enz.)
elke betekenis voor de agrarische structuur verloren hebben of structureel
en onomkeerbaar aangetast zijn (versnipperd, ingesloten door bebouwing,
beperkte restoppervlakte enz.). In andere gevallen gaat het om agrarische
gebieden met een lage landbouwkundige waarde waar natuur of bos het
actuele bodemgebruik bepalen.
- 84 -
Artikel 8 § 1 van dat decreet betreffende het algemeen waterbeleid luidt:
-164 ha
totaal te differentiëren als verwevingsgebied
bron:
Inhoud
‘Art. 8. § 1. De overheid die over een vergunning, een plan of programma
moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning
of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door
het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of
programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt
beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt
hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van
hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem,
gecompenseerd.
Wanneer een vergunningsplichtige activiteit, een plan of programma,
afzonderlijk of in combinatie met een of meerdere bestaande vergunde
activiteiten, plannen of programma’s, een schadelijk effect veroorzaakt op
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
de kwantitatieve toestand van het grondwater dat niet door het opleggen
van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma
kan worden voorkomen, kan die vergunning slechts worden gegeven of
kan dat plan of programma slechts worden goedgekeurd omwille van
dwingende redenen van groot maatschappelijk belang. In dat geval legt de
overheid gepaste voorwaarden op om het schadelijke effect zoveel
mogelijk te beperken, of indien dit niet mogelijk is, te herstellen of te
compenseren.
Een schadelijk effect wordt in het decreet gedefinieerd als ieder
betekenisvol nadelig effect op het milieu, dat voortvloeit uit een verandering
van de toestand van watersystemen (of bestanddelen ervan), voor zover die
verandering wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit. De
schadelijke effecten omvatten ondermeer effecten op de gezondheid van de
mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en
bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam
gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht,
het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsook de
samenhang tussen één of meer van deze elementen.
Artikel 8 § 2 van het decreet geeft bovendien aan dat de overheid bij het
nemen van die beslissing rekening moet houden met de relevante door de
Vlaamse regering vastgestelde waterbeheerplannen, voorzover die
bestaan.
De beslissing die de overheid neemt in het kader van § 1 wordt
gemotiveerd, waarbij in elk geval de doelstellingen en de beginselen van
het integraal waterbeleid worden getoetst.’
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
5.5.2. Opmaak deelbekkenbeheerplannen
Status
Deze plannen die volgens het decreet in 2006 klaar moeten zijn, bepalen
het beheer voor de stroomgebieden, bekkens en deelbekkens.
Ze bepalen de voorgenomen acties, maatregelen, middelen en termijnen
om de doelstellingen van het decreet te bereiken, nader aangegeven in de
op te stellen waterbeleidsnota. De voornoemde maatregelen kunnen
beperkingen opleggen. Zij mogen evenwel geen beperkingen vaststellen
die absoluut werken of handelingen verbieden of onmogelijk maken die
overeenstemmen met de vastgestelde (plannen van aanleg of) R.U.P.’s,
met uitzondering van de werken of handelingen binnen overstromingsgebieden en oeverzones.
Krachtens artikel 10 § 2 van het decreet kan de Vlaamse regering in de
oeverzones naast de decretaal bepaalde algemene verbodsbepalingen
(zoals een verbod op het oprichten van bovengrondse constructies) ook
andere noodzakelijke maatregelen opleggen, met inbegrip van erfdienstbaarheden.
Het Decreet Integraal Waterbeheer bevat geen analoge verbodsbepalingen ten aanzien van de overstromingsgebieden.
In afwachting van de waterbeheerplannen kunnen wetenschappelijke
kaarten die tot nu toe al opgemaakt zijn als achtergrondinformatie worden
gehanteerd bij een watertoets. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan de
kaarten van nature overstroomde en recent overstroomde gebieden (zie
verder onder hoofdstuk IV. punt 2.3.3.).
- 85 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Inhoud
De deelbekkenbeheerplannen voor de waterlopen op het grondgebied van
Kalmthout worden thans uitgewerkt bij de opmaak van DULO-waterplannen.
In de plannen zal een onderscheid worden gemaakt tussen:
− afgebakende gebieden welke in het verleden op een natuurlijke manier
overstroomden
− afgebakende gebieden welke recent overstroomden (1998, 1999 en
2000).
5.5.3. DULO-waterplan
wateroverlast, maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit als
ecologische maatregelen.
5.5.4. Hydraulische studie Kalmthout
Status
Onderstaande tekst betreft de gegevens met een ruimtelijke impact uit een
hydraulische studie, uitgevoerd door studiebureau Infrabo op vraag van de
gemeente, en vooruitlopend op de opmaak van een DULO-waterplan. In
deze studie wordt in het bijzonder nagegaan welke aanpassingwerken aan
de waterlopen noodzakelijk zijn met het oog op de waterbeheersing. In de
eerste plaats dienen de voorgestelde maatregelen om herhaling van
wateroverlast in Achterbroek en Dorp te voorkomen.
Status
Polders en Wateringen werden opgeroepen om, samen met het
Provinciebestuur en de betrokken gemeentebesturen, waterhuishoudingsplannen of DULO-waterplannen op te maken.
Inhoud
Voor elke deelbekken op het grondgebied van Kalmthout werd inmiddels
een gebiedsanalyse gemaakt.
De discussienota, waarin alle knelpunten aangebracht door de
verschillende maatschappelijke geledingen zijn geïnventariseerd, werd
ondertussen ook afgerond.
De volgende stap is de opmaak van een doelstellingennota waarin alle
nodige maatregelen nader worden omschreven. Deze maatregelen
betreffend zowel maatregelen ter beheersing van de waterkwantiteit en de
- 86 -
Inhoud
Volgende werken worden noodzakelijk geacht aan de Kleine Aa vanaf
Foxemaatstraat tot kruising met Leyterstraat (lengte 564 m):
− verdieping bodem en aanpassing duikers
− verbreding bodembreedte (nu 1,50 m tot 2 m) tot 8 m.
Volgende werken worden noodzakelijk geacht aan de Dorpsbeek tussen
de aansluiting met de Zwanenloop en de aansluiting met de Kleine Aa
(lengte 380 m):
− aanpassing langshelling van de bodem en vergroting duikers
− verbreding bodembreedte (nu 1 m tot 1,9 m) tot 10 m
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
de aanleg van volgende bufferbekkens (ondergronds met overstort in
riolering) en retentiebekkens (bovengronds met vertraagde afvoer in
de waterloop) wordt wenselijk geacht:
•
het bestaande bufferbekken in de Zwanenberg van 600 m² dient
vergroot naar 1.500 m²
•
bij het overstort in de Zwanenberg ter hoogte van de Groeneweg
(rechtover het bufferbekken) dient een retentoebekken gebouwd
met een oppervlakte van ca. 5.000 m²
•
het retentiebekken met een oppervlakte van 2.200 m² op de
Achterbroeksebeek ten westen van de Brasschaatsteenweg (reeds
verwezenlijkt)
•
een retentiebekken met een oppervlakte van ca. 1.800 m² en een
regenbezinktank op de Kleine Aa bij het zuiveringsstation aan het
Handelaar
•
een retentiebekken op de Dorpsbeek ter hoogte van Kijkuitstraat
met een oppervlakte van ca. 2.000 m².
•
complementair met het retentiebekken op de Zwanenberg dient
een retentiebekken op de Kerkeneindbeek, in het verlengde van de
Verbiststraat te worden voorzien met een oppervlakte van 4000 m².
5.6. Windplan Vlaanderen
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
werden de gebieden die omwille van hun gewestplanbestemming of
wettelijke bescherming niet in aanmerking kwamen uitgesloten.
De andere invalshoek voor het opsporen van mogelijke lokaties betreft de
winddichtheid van de juridisch geschikte gebieden.
5.6.2. Inhoud
Op niet al te grote hoogte en binnen de planningscontext komt op
grondgebied van Kalmthout enkel het niet-gerealiseerde industriegebied
De Rijkmaker in het noorden van de gemeente in aanmerking voor de
inplanting van windturbines.
5.7. Toeristisch-recreatief ontwikkelingsperspectief
provincie Antwerpen
5.7.1. Status
De studiedienst van de toeristische federatie van de provincie Antwerpen
(TPA) werkt thans aan de uitwerking van een ruimtelijk toeristischrecreatief ontwikkelingsperspectief voor de gehele provincie.
5.6.1. Status
Bij de opmaak van het zogenaamde windplan Vlaanderen 59 werd in eerste
instantie rekening gehouden met de omzendbrief ‘Afwegingskader en
randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines’ (EME/2000.01) en
59
Universiteit Brussel, dienst storingsmechanica, in opdracht van Ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, Vrije Een
windplan voor Vlaanderen, Een onderzoek naar mogelijke lokaties voor windturbines,
2000.
5.7.2. Inhoud
Kalmthout heeft zoals gekend uiteraard een aantal potenties op het vlak
van toerisme.
Heide-Kalmthout wordt geselecteerd als hoofdkern voor het heidelandschap, gelegen ten noorden van Antwerpen, tegen de Nederlandse grens,
op de overgang van polder naar de hoger gelegen gronden van het
Brabants plateau.
- 87 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Kenmerken van dit deelgebied zijn:
− het kenmerkende doorheen de seizoenen wisselende heide- en veenlandschap, gekenmerkt door openheid en ‘onmetelijkheid’
− de grensoverschrijdende natuur
− de aanwezigheid van voormalige buitenverblijven voor stedelingen.
Als aangrijpingspunten voor het toeristisch-recreatief ontwikkelingsperspectief voor dit deelgebied worden aangehaald.
− Kalmthoutse Heide: het doseren van bezoekers in de in overeenstemming met de beperkte draagkracht van het gebied door gradaties in de
toegankelijkheid in te bouwen
− Kalmthoutse Arboretum
− Groot Schietveld - Polygoon: het beperkt toegankelijk maken van dit
gebied; in overeenstemming met de zeer beperkte draagkracht moet
dit gebied een ondergeschikte rol worden toegeschreven, waarbij ook
hier gradaties in toeganbkelijk moeten worden ingebouwd
− de stationsomgeving van Essen: een lokatie met potentie voor
thematische arrangementen (omgeving quarantainestallen)
− de hiërarchie van de wegenstructuur binnen de gebieden.
- 88 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
IV. Bestaande
ruimtelijke structuur
- 89 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1. Bestaande ruimtelijke structuur van
de regio
kaart 18
bestaande ruimtelijke structuur van de regio
Kalmthout is gelegen in het westen van de Noorderkempen. De open
Kempen is een gebied waarin de open ruimte nog overheerst. De bebouwing is geconcentreerd in kernen waarvan het kleinstedelijk gebied
Hoogstraten de belangrijkste is.
Kalmthout is daarbij gesitueerd tussen de grootstedelijke agglomeratie
Antwerpen en de Noord-Brabantse stedengordel 60 (Bergen-op-Zoom Roosendaal - Breda) en de haven van Antwerpen. Deze entiteiten zijn
onderling verbonden door het autosnelwegennet (A12 Antwerpen Bergen-op-Zoom, E19 Antwerpen - Breda en A58 Bergen-op-Zoom Breda).
Het gebied ten noorden van Antwerpen is een product van de suburbanisatie van het wonen in de jaren zestig en zeventig, van een daarop
volgende verdichting en van de huidige suburbanisatie van allerlei voorzieningen en functies. De fragmentatie van de stad is hier het meest zichtbaar.
De relatie met Nederland uit zich in het doorzetten van de open ruimte aan
weerszijden van de grens.
De landbouwfunctie is dominant waarbij de grondgebonden activiteiten
ruimtelijk blijven overheersen tegenover een dynamische niet-grondge-
60
- 90 -
bonden veeteelt (varkenshouderij) die zich concentreert in het noordelijk
deel. De streek van Kalmthout en van Westmalle is te typeren als een
grootschalige en open streek met intensieve, deels niet-grondgebonden
landbouw.
De Noord-Brabantse steden zijn een rij van steden (Breda, Tilburg en Eindhoven) in
de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Zij behoren momenteel tot de belangrijkste
ontwikkelingspolen van Nederland.
Er zijn zeer grote natuur- en bosgebieden in de regio. Zij ontwikkelen zich
in heide- en boscomplexen zoals de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van
de Withoefse Heide) en de militaire domeinen van Brecht - Wuustwezel en
Brasschaat, de Wouwse Plantage (Roosendaal) en de Horendonkse
(Essen) en Rucphense (Rucphen) bossen. Tevens relatief nabij is het
natuurreservaat De Markiezaat, een slikken- en schorrengebied (Bergenop-Zoom). De bosgebieden ten zuiden van Kalmthout zijn zeer belangrijk
als natuurverbinding. Vroegere bossen werden echter omgezet tot
woonpark of maken deel uit van kasteelparken. Hierdoor is hun
ecologische kwaliteit veeleer matig.
Toerisme en recreatie in deze regio spelen zich meestal af op het vlak van
beweging. Fietsen, wandelen, paardrijden zijn de meest voorkomende
bezigheden. Het is een toeristisch rustiger gebied omdat er geen grootschalige verblijfsaccommodatie aanwezig is. Er bevinden zich wel een
aantal grote natuurlijke domeinen die een heel eigen publiek aantrekken
en waarvan het aantal bezoekers niet kan worden bepaald. De Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) behoort tot die groep.
Het militair domein tussen Brasschaat en Wuustwezel heeft potenties in
die richting.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
2. Fysisch systeem
2.2. Bodem
kaart 19
In Kalmthout treft men hoofdzakelijk zand, lemig zand en in mindere mate
licht zandleem aan. Leem- of kleibodems komen niet voor.
fysisch systeem
2.1. Reliëf
Kalmthout ligt op de waterscheiding tussen Maas en Schelde. De waterscheidingskam loopt doorheen Kalmthout in oost-westelijke richting in het
zuiden van de gemeente. Deze kam, met hoogten tot 28 m helt naar het
noorden af met hoogten van ca. 16 m tegen de grens met Essen.
Kalmthout wordt verder gekenmerkt door een vrij vlakke dekzandtopografie, die bestaat uit een opeenvolging van ruggen en depressies en
waarin duinmassieven opvallen door hun sterk microreliëf met heuvels,
vlaktes en vennen. Het grootste duinmassief wordt gevormd door de
Kalmthoutse Heide. Naast dit grote duinlandschap vinden we ook andere
duinmassieven terug die minder uitgestrekt en vormenrijk zijn. Het
landschap van Dennendael en het Klein Schietveld wordt getypeerd door
een veeleer vlak stuifzandreliëf.
Naast duinen kent het reliëf een relatief vlak verloop met brede en zwakke
rivierdalen en vlakke interfluvia. In het zuidoosten van de gemeente begint
de vallei van de Kleine Aa, die een zwakke insnijding vormt en doorloopt
tot in het noorden. Vooral vanuit het westen lopen enkele kleinere westoost gerichte laagten in deze vallei uit. In de Marijnevennen en de Maatjes
bevinden zich veel afvoerloze kommen die zich voordoen als vrij grote en
zachthellende natte laagtes met niveauverschillen tot 3 m. De meeste van
de afvoerloze kommen in de Marijnevennen zijn bij het in cultuur brengen
van de gronden genivelleerd.
De meest typische bodem voor de zandige noorderkempen is de podzolbodem. Podzolbodems bestaan uit een dikke ruwe humuslaag A0 en een
dunne humusrijke zwarte bovengrond A1, een witte sterk uitgespoelde A2
horizont en een aanreikingshorizont B, al dan niet gescheiden in een
humus- en een ijzer-aanreikingshorizont. In de aanreikingshorizonten is
het uitgespoelde materiaal (humus en ijzer) terug neergeslagen en
afgezet. Daaronder bevindt zich het onverstoorde moedermateriaal, met
name het dek- of stuifzand.
Humus-ijzerpodzolbodems zijn ontstaan in arme zandgronden onder een
verzurende heidevegetatie door de snelle insijpeling van het regenwater.
Ze komen voor in de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse
Heide), Vogelenzang, Markgraaf, tussen Achterbroek en de Kleine Aa,
Heiken, Marijnevennen, tussen Achterbroek en Nieuwmoer, Zilverenhoek
en Venetië. Afhankelijk van de waterhuishouding en de textuur van het
moedermateriaal kunnen ze geschikt zijn voor de landbouw, zoals ter
hoogte van Kruisstraat.
Plaggenbodems zijn bodems met een dikke humusrijke A-horizont. Ze
zijn ontstaan door het potstal landbouwsysteem dat in Kalmthout heeft
bestaan van de vroege middeleeuwen tot eind vorige eeuw. Heideplaggen
vermengd met stalmest werden op de akkergronden gebracht, waardoor
er zich op de onderliggende podzolbodem een 60 à 80 cm dikke zwarte
laag vormde, en de bodem ook meestal hoger kwam te liggen.
Plaggenbodems vinden we terug rond de oude woonkernen en in de
vroegste landbouwgebieden, zoals Kruisstraat, Heikant, Centrum, Heuvel,
Dorp, Achterbroek en Nieuwmoer.
- 91 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Alluviale bodems zijn profielloze bodems in beekdalen die zich ontwikkelen in de overstromingszones van waterlopen. De regelmatige overspoelingen in het natte seizoen verhinderen normale profielontwikkeling
en de waterlopen zetten in deze zones sediment af. Waar de bodem niet
te nat is en waar geen klei op geringe diepte voorkomt zijn dit zeer goede
gronden voor de landbouw.
In de overstromingszones van de Kleine Aa bevindt zich een vrij brede
strook lemig zand. Door oeververstevigingen, rechttrekkingen enz. wordt
de Kleine Aa thans strikt binnen haar bedding gehouden. Bovendien blijkt
dat door verplaatsingen van de Kleine Aa (o.a. bij de ruilverkaveling) de
waterloop op sommige plaatsen niet meer het tracé van de alluviale
gronden volgt.
De duingronden bestaan uit stuifduinen en depressies. De stuifduinen zijn
op sommige plaatsen nog actief of slechts zeer recent gefixeerd door
plantengroei, waardoor geen profielontwikkeling plaatsvindt. Zulke profielloze duinbodems noemt men regosol. Regosol en duinen (met resten
van oude podzolen) komen voor in de Kalmthoutse Heide, in Dennendael
en in en om het Klein Schietveld.
2.3. Hydrografie
kaart 20
hydrografie en risicozones voor overstroming
2.3.1. Waterlopen 61
Ten zuiden van de waterscheidingskam watert Kalmthout op natuurlijke
wijze af naar de Schelde. Er zijn echter geen waterlopen in dit gebied en
61
- 92 -
Bron: G.N.O.P.
de afwatering gebeurt veeleer diffuus via door de mens gegraven
grachten.
Ten noorden van de landrug watert een gedeelte van Kalmthout af naar
de Maas.
Door het graven van de Zoom, welke een verbinding vormt met de
benedenschelde, behoort een deel van de Kalmthoutse Heide en de
Kalmthoutse Hoek via de afwatering van de Essense Spillebeek evenwel
tot het stroombekken van de Schelde. De grote vennen Putse Moer en
Stappersven zijn via een gracht met elkaar verbonden, en met de Nol, dat
langs twee zijden ontwatert. Enerzijds is de Nol namelijk verbonden met
de Nolse vaart, een oude turfvaart, welke in oostelijke richting afwatert
richting Maas, en anderzijds via grachten met het Moerven en van daar
via de Spillebeek naar de Oosterschelde.
De Kleine Aa en de Broekloop en RoosendaalseVaart sluiten in Nederland
aan op het stroombekken van de Maas.
de
De Kleine Aa, een onbevaarbare waterloop van 2 categorie, is de
belangrijkste waterloop van Kalmthout. Deze ontspringt in het Kuilenven,
geen ven, maar wel een zeer nat gebied nabij de grens tussen
Wuustwezel en Kalmthout, ter hoogte van Kruisstraat. De Kleine Aa wordt
gevoed door een stelsel van afwateringsgrachtjes. Onderweg ontvangt ze
de
water van talrijke kleinere onbevaarbare waterloopjes van 3 categorie.
Met uitzondering van Achterbroeksebeek liggen al deze waterlopen aan
de westelijke zijde van de Kleine Aa.
de
Een tweede kleinere onbevaarbare waterloop van 2 categorie is de
Broekloop, die ontspringt op het grondgebied van Wuustwezel ten
noorden van het brongebied van de Kleine Aa. De Broekloop loopt
aanvankelijk noordwaarts en vormt een gedeelte van de gemeentegrens
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tussen Wuustwezel en Kalmthout. Verder buigt deze waterloop af naar het
noordoosten waar hij water ontvangt vanuit Wuustwezel en Kalmthout via
gegraven lopen ter ontwatering van de afvoerloze kommen en depressies
ter hoogte van de Marijnevennen. De Broekloop verlaat het grondgebied
van Kalmthout (en van België) ter hoogte van het rietland de Maatjes. Op
Nederlands grondgebied werd hij aangesloten op de Roosendaalse vaart,
een oude turfvaart. Na de turfwinningen waren de turfvaarten in verval
geraakt, maar de Roosendaalse vaart werd heringericht om het gebied ten
zuiden van Nieuwmoer te ontwateren en geschikt te maken voor de
landbouw. Het oorspronkelijke en natuurlijke stromingsregime van het
oppervlaktewater verliep echter van de Broekloop via de Kleine Beek en
de Werijs tot in de Mark nabij Breda.
Er zijn geen natuurlijke meanders terug te vinden in de Kalmthoutse
waterlopen, door rechttrekkingen van de natuurlijke waterlopen enerzijds,
doordat een groot gedeelte van de waterlopen menselijke ingrepen betreft
(afwateringskanalen) anderzijds.
2.3.2. Oppervlaktewateren 62
Omwille van de hoge ligging van Kalmthout ten opzichte van de omgeving,
en door de zandige ondergrond met onvolledige kleilagen (kleilenzen) is
het gebied voornamelijk een infiltratiegebied.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
substraat, en dus respectievelijk wel en niet schommelend met de grondwaterstand in de Kalmthoutse Heide. Tenslotte zijn er ook vennen of
laagtes die overgebleven zijn na de turfwinning en veeleer een moerassige vegetatie hebben, zoals de Maatjes, de Nol in de Kalmthoutse Heide
en veel depressies rond Nieuwmoer.
2.3.3. Overstroombare en recent overstroomde gebieden 63
Risicozones voor overstromingen situeren zich:
− rond de samenloop van de Kleine Aa en de Zwanenloop ten zuiden en
ten oosten van De Greef in het noorden van de gemeente
− langsheen de Kleine Aa ten zuiden van Achterbroeksteenweg
− langs Kleine Aa ten westen van Brasschaatsteenweg rond de samenvloeiing met de Heikantbeek
− langs de Dorpsbeek in de omgeving van het huidige containerpark
− langs de Dorpsbeek ter hoogte van Groeneweg
− in de Dorpsstraat ter hoogte van de kruising met de Dorpsbeek
− aan het kruispunt Kruisstraat -Brasschaatsteenweg bij de Kleine Aa.
Onder hoofdstuk III, punt 5.5.4. hiervoor is aangegeven welke initiatieven
de gemeente plant om het risico op overstromingen te beperken.
Hier en daar kan tijdens natte periodes wel lokale kwel optreden van
grondwater dat op de kleilenzen in de ondergrond een zeer beperkte weg
heeft afgelegd. Dergelijke kwelzones komen voor in de omgeving van de
Maatjes en de Kalmthoutse Heide. Verder zijn er ook vennen en
waterplassen al dan niet gelegen op een kleiïg of ander ondoordringbaar
62
Bron: G.N.O.P.
63
Bron: website: http://www.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/overstromingskaarten/.
- 93 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
3. Synthese van bestaande ruimtelijke
structuur van de gemeente
kaart 21
synthese van bestaande ruimtelijke structuur
Het leeuwendeel van de bebouwing in Kalmthout is geconcentreerd langs
de spoorlijn Antwerpen - Rotterdam en de oude weg van Kapellen naar
Essen (N122). Deze bebouwing omvat Kalmthout-Dorp met centrum nabij
Kerkeneind - Kapellensteenweg, Heuvel-Dorp, meer naar het noorden
rond het station van Kalmthout, en Heide in het zuiden van de gemeente
rond het station van Heide.
De bebouwing ten westen van de spoorlijn en in Heide is deels gelegen in
bosrijke villawijken, woonbossen die reiken tot over de grens met de
gemeente Kapellen. Deze woonbossen kwamen veelal tot stand door de
verkaveling van beboste kasteeldomeinen. In het noorden van de
gemeente bevindt zich tevens een woonbos als gevolg van de verkaveling
van domein De Greef (waar enkel nog de kasteelhoeve van rest).
Naast bebouwing langsheen de spoorlijn en Kapellensteenweg is de bebouwing hoofdzakelijk geconcentreerd in de dorpskernen van Achterbroek, gelegen op het kruispunt van N111 en N117, en Nieuwmoer, een
meer geïsoleerd gelegen landbouwdorp.
Bedrijvigheid is geconcentreerd in de K.M.O.-zone in het zuiden van de
gemeente, op de grens met Kapellen. Net over de grens van Essen bevindt zich eveneens een bedrijventerrein met een uitloper op het grondgebied van Kalmthout langs Essensteenweg. Verder komt bedrijvigheid
ook verweven in de woonomgevingen voor, met een opvallende concentratie in de vorm van een lint langs het zuidelijk deel van
Brasschaatsteenweg (N117). Verspreid gelegen bedrijvigheid bevindt zich
- 94 -
hoofdzakelijk in de veeleer versnipperde landbouwgebieden ten noordoosten van Nieuwmoer en ten zuiden van Achterbroek.
Het grootste en wellicht bekendste natuurlijk waardevol gebied in Kalmthout is de Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide) in
het westen van de gemeente. De Kalmthoutse Heide, met een oppervlakte
van ruim 2 000 ha op het grondgebied van de gemeenten Kalmthout en
Essen, maakt deel uit van het grensoverschrijdend park ‘De Zoom Kalmthoutse Heide’.
In het zuiden van de gemeente situeren grote natuurwaarden zich op het
militair domein ‘Klein Schietveld’ dat zich uitstrekt over de gemeenten
Kalmthout, Kapellen en Brasschaat. Het Klein Schietveld is - net zoals de
Kalmthoutse Heide - een relict van het vroegere Kempische duinenlandschap, gekenmerkt door een typisch heidelandschap met heide, bossen,
duinen en vennen.
In het oosten van de gemeente bevindt zich het veen- en moerasgebied
‘De Maatjes’, dat samen met ‘De Matjens’ in Nederland eveneens een uitgestrekt grensoverschrijdend natuurgebied vormt.
De Kleine Aa stroomt van zuid naar noord in het open landbouwgebied
tussen de centrale woonband en de dorpskern van Achterbroek. De vallei
van de Kleine Aa is slecht waarneembaar op het terrein, maar het open
karakter van de vallei vormt een landschappelijke kwaliteit. De doorzichten
naar deze open ruimten zijn evenwel schaars. Door lintvormige uitlopers
van de bebouwing langs N117 en N111 kan men slechts op enkele
plaatsen vanop deze wegen nog een blik werpen op deze open ruimte.
Ten noorden van Nieuwmoer en ten oosten van Achterbroek (op grondgebied van Wuustwezel) bevinden zich natuurlijk waardevolle bosrestanten.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
De Roosendaalse Vaart ten noordoosten van Nieuwmoer en de Nolse
vaart op de grens met Essen herinneren aan de voormalige turfontginningen in de streek. Deze turfvaarten werden gegraven voor het vervoer
van de uitgedolven brandstof naar Roosendaal en Bergen-op-Zoom.
- 95 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
4. Bestaande ruimtelijke deelstructuren
De analyse van de bestaande ruimtelijke structuur gebeurde aan de hand
van een analyse in deelstructuren.
kaart 22 (a en b) bestaande ruimtelijke deelstructuren
menten. De biologische waarderingskaart geeft een overzicht van de
soorten biotopen die in de gemeente voorkomen: de bossen, natuurlijke
graslanden, beekvalleien enz. Daaraan is een waardering gekoppeld van
de biologische waarde van elk van deze gebieden. Samen met het
gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) vormen deze gegevens de
basisinformatie om de bestaande natuurlijke structuur in Kalmthout te beschrijven. Deze gegevens zijn aangevuld met informatie uit terreinbezoeken en inzichten van het Instituut voor Natuurbehoud.
4.1. Ruimtelijk-natuurlijke structuur
4.1.1. Definitie
4.1.3. Elementen
De ruimtelijk-natuurlijke structuur is de samenhang van alle ruimten in de
gemeente met een min of meer natuurlijk karakter. Deze ruimten zijn
tevens bepalend voor alle andere activiteiten en niet alleen voor natuur.
Het samengaan van fysisch systeem (bodemgroepen, reliëfovergangen)
en biotische elementen zoals vegetatietypen, is bepalend voor de
natuurlijke structuur. Exclusief natuurlijke gebieden komen in Vlaanderen
niet meer voor. In de meeste gebieden waar de natuurlijke structuur
dominant aanwezig is, komen ook allerlei menselijke activiteiten, zoals
recreatie, landbouw enz. voor 64.
Volgende elementen maken deel uit van de bestaande ruimtelijk-natuurlijke structuur in Kalmthout:
− twee heide- en boscomplexen: Kalmthoutse Heide (met inbegrip van
de Withoefse Heide) en Klein Schietveld
− het veen- en moerasgebied De Maatjes
− ecologische infrastructuur in de vorm van sloten, bomenrijen, heggen,
poelen enz. in het landbouwgebied
− ecologische infrastructuur in de woonomgevingen, in de vorm van
grotere parktuinen, landschapstuinen en restpercelen, hoofdzakelijk in
Dorp, Heuvel, Centrum en Heide.
4.1.2. Basisgegevens
kaart 23
Elementen van de bestaande ruimtelijk-natuurlijke structuur in Kalmthout
zijn beschreven in een aantal eerder gepubliceerde kaarten en docu-
64
- 96 -
Heide- en boscomplexen
biologische waarderingskaart
Hierin verschilt de natuurlijke structuur van de ecologische structuur. Deze laatste is de
samenhang tussen ruimten die bepalend zijn voor het functioneren van natuur en niet
voor alle andere activiteiten.
Een groot deel van het westelijk grondgebied van Kalmthout behoort tot
het grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide, dat zich verder uitstrekt in
Nederland (Woensdrecht). Met een totale oppervlakte van 3.750 ha
herbergt het gebied een grote variatie in biotopen met dikwijls een erg
belangrijke natuurwaarde. Naast boscomplexen, droge en natte heide
komen er ook vennen (Putse Moer, Stappersven, Biezenkuilen enz.),
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
duinen (Kambuusduinen, Wilgenduinen, Boterbergen, Vossenbergen enz.)
en kleinschalige, versnipperde landbouwgebieden voor (Steertse Heide).
De zogenaamde gemeentebossen in het zuiden van het natuurgebied
bestaan voornamelijk uit dicht naaldhoutbestand, dat tot de meest recente
bosaanplantingen behoort.
De Withoefse Heide is door Putsesteenweg van de Kalmthoutse Heide
gescheiden. Het gebied ligt verder ingesloten tussen woonzones en is
nagenoeg volledig bebost, met een afwisseling van open plekken en
kleine stukken heide. Het gebied grenst aan het Natuur Educatief Centrum
en Bijenteeltmuseum en wordt doorkruist door een ‘heideleerpad’ en kent
daardoor een hoge recreatiedruk.
Het Klein Schietveld, bestemd als militair domein, ligt slechts voor een
klein deel in Kalmthout en strekt zich verder uit over het grondgebied van
de gemeenten Kapellen en Brasschaat. Het militair domein bestaat op
Kalmthouts grondgebied voornamelijk uit natte heide, vennen en
gemengde bossen. De vegetatie is zowel in soortenrijkdom als in structuur
verscheiden en wordt op een natuurgerichte manier beheerd. Het Klein
Schietveld wordt door een zeer dichte bosgordel in het noorden
gescheiden van de woonparkzone tussen Mastendreef en Beauvoislaan.
In het oosten, waar het natuurgebied aan het bedrijventerrein Bosduin
grenst, ontbreekt elke vorm van buffering. Het Helleven, een biologisch
zeer waardevol ven dat aansluit bij het Klein Schietveld, is gelegen in
K.M.O.-gebied.
Natuurlijke weilandencomplexen
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
open ruimte-verbinding tussen beide gebieden. De weilanden van de
Markgraaf zijn nat en worden gevoed door lokale kwel vanuit de Kalmthoutse Heide. De Markgraaf is een bijzonder belangrijk fourageergebied
voor heide- en weidevogels. Mits een garantie op een voldoende hoge
waterstand, kunnen de natuurpotenties nog verhogen.
Het landbouwgebied met natuur- en parkbestemmingen Heuvel is een ingesloten landbouwenclave tussen het natuurreservaat aan de noordoostzijde en de aanpalende woonomgeving langs de andere zijden. In die
optiek is het gebied van wezenlijk belang als migratieroute, en voor de instandhouding van natuur buiten de natuurreservaten. Via het gebied
Vogelenzang en een aantal onbebouwde terreinen ten oosten van de
spoorweg maakt het gebied bovendien een verbinding door het centrale
woongebied tot het oostelijk open agrarisch gebied. De huidige
landbouwbedrijfsvoering, de uitbating van een grondgebonden melkveebedrijf, past binnen het behoud van het aanwezige landschap en het
vrijwaren van de natuurontwikkelingspotenties van het gebied.
De Dijk is een kleine landbouwzone met natuurbestemming die in het
westen grenst aan de Markgraaf. Enkele bomenrijen en houtkanten
doorkruisen het gebied.
Samen met de weilanden van de Markgraaf en Heuvel vormt De Dijk een
open gebied aan de oostzijde van de eigenlijke heide. Deze combinatie
van heide met open grasland is zeer waardevol voor water- en weidevogels die hier in alle seizoenen een belangrijk voedselgebied vinden.
Deze functie kan enkel bestendigd worden als het gebied open blijft, er
niet bebost wordt of tuinen en parken aangelegd worden. De natuurbehoudswaarde van de zone kan behouden en zelfs vergroot worden door
enkele strategisch gekozen percelen uit landbouwgebruik te nemen.
Aanpalend bij de Kalmthoutse Heide komen ook enkele kleine ingesloten
landbouwgebieden met een natuur- of parkbestemming voor.
Domein Markgraaf vormt een buffer tussen het heidegebied van de Kalmthoutse Heide en het agrarisch gebied, en voor een aanzienlijk deel een
- 97 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Veen- en moerasgebied
De Maatjes is ontstaan uit een voormalige turfontginning en bestaat thans
uit laaggelegen, vochtige weilanden en rietkragen. Het gebied wordt
gekenmerkt door de veelvuldige aanwezigheid van kleine natuurelementen zoals knotwilgenrijen, houtkanten en heggen. De rietkragen hebben de
plaats ingenomen waar vroeger open waterplassen waren en maken deel
uit van een veel groter rietland over de grens met Nederland.
De omgevende natte weilanden van de Marijnevennen behoren niet tot
het natuurreservaat, maar zijn samen met De Maatjes erg belangrijk voor
overwinterende en doortrekkende weide- en watervogels.
Ecologische infrastructuur in het landbouwgebied
Kleine natuurelementen zoals sloten, bomenrijen, houtkanten, heggen en
poelen zijn karakteristiek voor grote delen van het landbouwgebied in de
gemeente.
Door de aanwezigheid van een grote variatie in natte en opgaande kleine
natuurelementen, hebben delen van het landbouwgebied een zekere
potentie als natuurverbinding tussen de Kalmthoutse Heide en de Maatjes.
Het landbouwgebied ten noorden van Achterbroeksteenweg - Kalmthoutsesteenweg is ecologisch waardevol.
Het gebied Marijnevennen, ten westen van De Maatjes, is erg belangrijk
voor overwinterende en doortrekkende weide- en watervogels. Regelmatig
kunnen er grote groepen waargenomen worden. Het gebied heeft dan ook
een belangrijke natuurbehoudswaarde en sluit als dusdanig functioneel
aan bij het vogelrichtlijngebied ‘De Maatjes, Wuustwezelheide en Groot
Schietveld’. Het uitgestrekte, open karakter en de aanwezigheid van
voldoende landbouwpercelen met bodembedekking tijdens de winter, zijn
randvoorwaarden voor dit gebruik. Daarnaast zijn de beperkingen voor
- 98 -
gemotoriseerd verkeer (exclusieve landbouwwegen) en dus de relatieve
rust, erg gunstig.
De loop van de Kleine Aa, die van zuid naar noord loopt doorheen het
landbouwgebied tussen het aaneengesloten woongebied van Kalmthout
en de dorpskern van Achterbroek, werd bij de ruilverkaveling grotendeels
rechtgetrokken en heeft slechts een matige natuurlijke waarde. Rietkragen
en depressies langs waterlopen en grachten kunnen op termijn van de
vallei een geschikt habitat maken voor bepaalde vogelsoorten. Ook
komen in het beekdal, ten noordwesten van Strijboshof en in het noorden
aan de grens met Essen, oude bomenrijen en houtkanten voor.
‘Annemieke’, een kleine landbouwzone, ingesloten tussen spoorweg, de
bebouwing van Noordeind grenst in het noorden het aan het natuurgebied
de Kalmthoutse Heide. De verwaarloosde gronden, grasland en akkers
wijzen op het verval van het gebied als landbouwzone. Onverharde
wegen, enkele bomenrijen en redelijk schrale wegbermen en
perceelscheidingen doorkruisen het gebied. Er zijn geen bijzondere
natuur- of landschapswaarden voor deze zone bekend, maar door zijn
ligging en afnemend landbouwgebruik heeft het gebied wel belangrijke
potenties als natuurverbinding.
Het landbouwgebied Vogelenzang is een ingesloten landbouwenclave
tussen de spoorlijn en de woonomgeving. Het gebied is slechts door een
lint langs Putsesteenweg van het landbouwgebied met natuur- en
parkbestemming Heuvel gescheiden. Samen vormen deze gebieden als
het ware een open-ruimte vinger in de woonomgeving. In die optiek zijn ze
van wezenlijk belang als migratieroute, en voor de instandhouding van
natuur buiten de natuurgebieden. Via het gebied Vogelenzang en een
aantal onbebouwde terreinen ten oosten van de spoorweg maakt het
gebied bovendien een verbinding door het centrale woongebied tot het
oostelijk open agrarisch gebied.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Ten noorden van de Kalmthoutse Heide ligt het landbouwgebied Groenendries. Door lokale kwel van ondiep grondwater dat infiltreert in de Steertse
Duinen, zijn de weilanden en akkers aan de rand vrijwel het gehele jaar
door vrij nat.
De Groenendries is een belangrijk fourageergebied voor reeën en voor
weidevogels.
De laatste jaren hebben grondophogings- en drainagewerken ten behoeve
van de landbouw tot gevolg dat water sneller afgevoerd wordt, wat een
drainerend effect heeft op de Steertse Duinen en het achterliggend natte
heidegebied van de Steertse Heide. Ze hebben ook een lichte verlaging
van de grondwatertafel tot gevolg, wat het gebied minder geschikt zou
maken als fourageergebied voor weidevogels.
Het natuurreservaat van de Steertse Duinen gaat abrupt over in de
weilanden van Groenendries, zonder enig buffer. De verstoring vanuit het
landbouwgebied is echter minimaal aangezien de grondwaterstroming
vanuit het reservaat komt. De Steertse Duinen zijn volledig bebost, zodat
zij een buffer vormen en ook het inwaaien van meststoffen en geluidsoverdracht zeer beperkt blijft.
In de omgeving van Venetië, ten noorden van Nieuwmoer, zijn tegen de
grens met Essen nog enkele kleinere bosrelicten aanwezig, als aanzet
naar de uitgestrekte Horendonkse bossen in Essen. Verder wordt het
gebied doorkruist door enkele bomenrijen en houtkanten.
Ecologische infrastructuur in de woonomgevingen
De woonparken in het zuiden van de gemeente en ten westen van de
dorpskern nemen grote oppervlakten in. Ze zijn door bebouwing sterk
versnipperd maar hebben door het complex van tuinen en bomenrijen als
geheel toch een groen karakter.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Door hun ligging tussen Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de
Withoefse Heide) en Klein Schietveld hebben ze een zekere verbindende
functie in het ecologisch netwerk van de gemeente. De inplanting van de
woningen maakt dat tuinen achter de bebouwing bij elkaar aansluiten
zodat grote, groene kernen blijven bestaan. Door het grote aandeel
bomen en struiken wordt krijgt het geheel een bos- of parkkarakter, dat
vooral voor vogels een belangrijk biotoop is.
4.2. Nederzettingsstructuur
4.2.1. Definitie
De nederzettingsstructuur is de ruimtelijke samenhang van de nederzettingen. Nederzettingen zijn ruimten waarbij de ontwikkeling sterk
gestuurd wordt door menselijke ingrepen en die een hoge dichtheid aan
dynamische menselijke functies hebben. De verschillende menselijke
activiteiten zijn er verweven in een bebouwde omgeving met een bepaalde
morfologische structuur. Hieronder worden de verschillende soorten
nederzettingen gedefinieerd. Zij komen terug als legende-elementen op de
kaart van de bestaande nederzettingsstructuur van Kalmthout.
4.2.2. Basisgegevens
Elementen van de bestaande nederzettingstructuur in Kalmthout zijn
beschreven in een aantal eerder gepubliceerde documenten en af te lezen
uit kaarten en foto’s. De woonbehoeftestudie geeft een inzicht in de
bestaande woonbebouwing en de potenties voor latere invulling, conform
de bestemmingen van het gewestplan. Deze vaststellingen zijn door
plaatsbezoeken bijgestuurd of bevestigd. Topografische kaarten, luchtfoto,
satellietbeelden geven een indicatie van dichtheid en functie.
Plaatsbezoeken hebben een typologisch onderscheid mogelijk gemaakt.
- 99 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
4.2.3. Elementen
De belangrijkste elementen van de bestaande nederzettingsstructuur zijn:
− een centraal kerngebied met de aan elkaar gegroeide kernen van
Dorp, Centrum en Heide, tussen de spoorlijn en de Kapellensteenweg
− Nieuwmoer en Achterbroek als landbouwkernen met een primair
voorzieningenniveau (bakkers, kruidenier, cafés, kleuterschool, sportinfrastuctuur van lokaal niveau, …) met lintvormige uitlopers in het
omgevende landbouwgebied
− groene woonstraten en woonbossen, hoofdzakelijk in het zuidwesten
van de gemeente
− enkele lintvormige gehuchten in het landbouwgebied
− gebieden met een concentratie aan verspreide (deels zonevreemde)
bebouwing ten noordoosten van Nieuwmoer en ten zuiden van
Achterbroek.
Centraal kerngebied
kaart 24
bestaande ruimtelijke structuur van het centraal kerngebied
De bestaande structuur van het centraal kerngebied wordt beschreven
aan de hand van een aantal structuurbepalende elementen.
De oorspronkelijk aparte bebouwingsconcentraties van Dorp en Centrum
waaruit de dorpskern van Kalmthout ontstaan is, zijn nog herkenbaar in
de huidige ruimtelijke structuur.
Het noordelijk deel van de kern (Dorp) ontwikkelde zich rond het kruispunt
van N111 en N122. Structurerende elementen zijn hier tegenwoordig het
station van Kalmthout en het marktplein.
Het zuidelijk deel van de kern (Centrum) ontstond rond Kerkeneind, met in
de onmiddellijke omgeving het gemeentehuis, de begraafplaats en een
school.
- 100 -
Latere verkavelingen en woonuitbreidingen hebben beide bebouwingsconcentraties sterk uitgebreid en naar elkaar doen groeien. De spoorweg
en de as Noordeind - Dorpsstraat - Kapellensteenweg (N122) zijn daarbij
structuurbepalend.
Toch blijft een cluster van parkdomeinen, met daarop aansluitend de
omgeving van het gemeentelijk zwembad en GITOK II, een duidelijke
onderbreking in het bebouwd weefsel en een scheiding tussen Dorp en
Centrum.
Ten oosten van N122 heeft het landbouwgebruik in de vallei van de Kleine
Aa verdere uitbreiding van de dorpskern tegengehouden. De overgang
tussen dorpsrand en landbouwgebied is wat gerafeld en heterogeen en
wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van heel wat landbouwbedrijven.
In westelijke richting heeft de bebouwing van Kalmthout zich wel verder
uitgebreid. De groene woonstraten strekken zich uit tot aan de zoom van
de Kalmthoutse Heide en worden onderbroken door het arboretum en de
landbouwenclaves rond Heuvel en Vogelenzang.
De dorpskern van Heide bevindt zich tussen de stationsomgeving en
Kapellensteenweg met Heidestatiestraat als verbindende as. Net ten
westen van het station zijn enkele voorzieningen gesitueerd (school,
voetbalveld, begraafplaats).
Groene woonbuurten en woonbossen
De kern van Heide is omringd door groene woonbuurten die ten oosten
van Kapellensteenweg en ten zuiden van Max Temmermanlaan het
karakter van een woonbos krijgen. De bosrijke woonomgeving wordt er
gekenmerkt door veelal smalle straten en grote kavels met vrijstaande
bebouwing en een aantal complexen van gemeenschapsvoorzieningen
(scholen, missiehuis enz.). Zowel in de grote tuinen als op nog onbe-
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
bouwde percelen is de bosstructuur, die zijn oorsprong vindt in aande
plantingen uit de 17 eeuw, duidelijk nog aanwezig. Het interne stratenpatroon is weinig transparant en heeft onopvallende aansluitingen op de
hoofdwegen.
Deze woonbossen zijn begrensd door de Kalmthoutse en Withoefse Heide
en Klein Schietveld en strekken zich in het zuiden verder uit op het grondgebied van Kapellen (Kapellenbos).
Meer naar het noorden heeft ook de bebouwing van Kalmthout zich in
westelijke richting verder uitgebreid. Deze groene woonbuurt strekt zich uit
tot aan de zoom van de Kalmthoutse Heide en worden onderbroken door
het arboretum en de landbouwenclaves rond Heuvel en Vogelenzang.
Verspreid in deze groene woonbuurten en woonbossen bevinden zich
pareltjes van fin-de-siècle- en interbellum-architectuur.
Geïsoleerd ten opzichte van andere woonomgevingen, in het noorden van
de gemeente ligt het grotendeels verkaveld voormalig kasteelbos De
Greef.
Landbouwkernen Achterbroek en Nieuwmoer
kaart 25
bestaande ruimtelijke structuur dorpskern Achterbroek
kaart 26
bestaande ruimtelijke structuur dorpskern Nieuwmoer
Achterbroek heeft een strak, orthogonaal stratenpatroon, dat geënt is op
de kruising van N117 (Roosendaalsebaan - Brasschaatsteenweg) en
N111 (Achterbroeksteenweg - Kalmthoutsesteenweg). Hoewel recentere
woonverkavelingen tussen Brasschaatsteenweg en Heiken de kern sterk
in zuidelijke richting hebben uitgebreid, is het kruispunt nog steeds het
zwaartepunt van Achterbroek. Hier bevinden zich de kerk en de
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
belangrijkste handelszaken. De kernbebouwing strekt zich letterlijk in de
vier windrichtingen uit langsheen deze steenwegen. Naarmate de
bebouwing zich verder van het kruispunt verwijdert, evolueert ze naar
lintbebouwing.
Kapelstraat is de historische verbindingsweg naar Nieuwmoer en wijkt met
zijn zuidwest - noordoost oriëntatie af van het rechtlijnige stratenpatroon.
Een aantal kleine bedrijfjes is verweven in de kern, meestal langs de
steenwegen. Centraal in de dorpskern en ingebed in de woonomgeving
ligt het slachthuis en vleesversnijderij Van Gool, met in de onmiddellijke
omgeving, langs Brasschaatsteenweg, enkele centrumvoorzieningen
(sporthal, school en jeugdhuis).
Recreatievoorzieningen die meer ruimte in beslag nemen (voetbalveld en
manege) zijn aan de rand van het dorp gelegen.
Door de omringende bebouwing grotendeels aan het oog onttrokken,
bevinden zich tussen Van Thillostraat, Goossenaertsstraat en Zandstraat
nog twee onbebouwde binnengebieden.
Talrijke landbouwwegen lopen haaks of parallel aan het hoofdwegennet.
Het zijn dikwijls (restanten van) eeuwenoude veldwegen die de kern met
de omringende open ruimte verbinden.
Blikvangers vanuit de open ruimte zijn de kerk en de schouw van de
voormalige melkerij langs Achterbroeksteenweg.
In en rond de dorpskern van Achterbroek is weinig groen terug te vinden.
Ten noorden van de kerk en aan de kruising van Brasschaatsteenweg met
Kruisbos bevinden zich twee grote beboste tuinen. Verder van de
dorpskern, maar wel zichtbaar, ligt een groter boscomplex op Wuustwezels grondgebied.
In tegenstelling tot Achterbroek heeft Nieuwmoer een veel grilliger en
minder samenhangend stratenpatroon. De kronkelige as Essensteenweg Nieuwmoer Dorp - Wuustwezelsteenweg is hier structuurbepalend. Waar
de historische kern van Nieuwmoer zich rond de kerk concentreerde,
- 101 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
hebben woonverkavelingen de huidige nederzettingsstructuur uitgerekt in
een oostelijke, centrale en westelijke lob. Hoewel de bebouwing is
uitgedeind, vervullen kerk en kerkplein nog een spilfunctie in de ruimtelijke
structuur van Nieuwmoer. De spitse toren is van ver zichtbaar en vormt
een markante blikvanger.
Voorzieningen en centrumfuncties liggen verspreid langs de toegangswegen tot de kern. De lagere school met aangrenzend voetbalveld is meer
centraal gelegen aan de zuidelijke dorpsrand, terwijl de begraafplaats, de
voetbalterreinen van FC Nieuwmoer en het jeugdhuis zich aan verschillende uithoeken van de kern langs invalswegen bevinden. Lokale
bedrijven zijn verweven met de woonomgeving (bv. Nieuwmoer Dorp,
Zilverenhoeksteenweg, Jos Tilborghsstraat, Essensteenweg).
Een heel aantal grotere en kleinere landbouwbedrijven omringt de
dorpskern. Ten noorden ervan, op de grens met Essen, is het bedrijventerrein ‘De Rijkmaker’ gevestigd. Het wordt van de kern gescheiden door
een smalle strook open ruimte langs Essensteenweg.
Enkele kleine bosjes omringen de woonomgeving en sluiten erop aan (o.a.
bij voetbalveld Nieuwmoer Dorp, Mertensdreef, Pastorijdreef, Essensteenweg).
Lintvormige gehuchten in het landbouwgebied
In het landbouwgebied zijn enkele lintvormige gehuchten herkenbaar. Het
betreft:
− Mariënville en Venetië ten noorden van Nieuwmoer, gemengde
lintvormige gehuchten met landbouwbedrijven en ook zonevreemde
woningen en bedrijven
− Den Darm, een concentratie aan zonevreemde woningen ten noorden
van Achterbroek
- 102 -
−
−
Zwanenberg, een lintvormig gehucht met enkele landbouwbedrijven en
zonevreemde woningen, en Handelaar, een lintvormig gehucht met
hoofdzakelijk landbouwbedrijven, beide gelegen nabij de Kleine Aa in
het landbouwgebied ten noorden van Achterbroeksteenweg
Onderzeel, op de grens met Wuustwezel in het zuiden van de gemeente ten oosten van Brasschaatsteenweg, een lintvormig gehucht
met landbouwbedrijven en zonevreemde woningen.
Gebieden met een concentratie aan verspreide bebouwing
De open ruimte ten noorden van Nieuwmoer wordt gekenmerkt door
verspreide bebouwing. Samen met de aanwezige lintvormige gehuchten
dragen deze bij tot de versnippering van deze open ruimte.
4.3. Ruimtelijk-economische structuur
4.3.1. Definitie
De ruimtelijk-economische structuur geeft de samenhang weer tussen de
gebieden die gekarakteriseerd worden door economische activiteiten.
Specifiek wordt gezocht naar de lokatie, omvang en aard van de belangrijkste economische concentraties en naar hun interne en onderlinge
relaties. De landbouwactiviteiten en de toeristisch-recreatieve infrastructuur worden eveneens in deze ruimtelijk economische structuur
gebracht.
4.3.2. Basisgegevens
Basisgegevens voor de analyse van de ruimtelijk-economische structuur
vindt men in de eerste plaats in het onderzoek dat werd verricht in het
kader van de opmaak van een sectoraal B.P.A. voor de zonevreemde
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
bedrijven. Bestanden en gegevens met betrekking tot milieuvergunningen,
van de Gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij, Mestbank en de NISland- en tuinbouwtellingen geven inzicht in situatie en gebruik van gronden
en gebouwen.
4.3.3. Elementen
Verschillende types van economische gebieden met een eigen functionele
structuur kunnen in Kalmthout worden onderscheiden. Zij komen als
legende-elementen voor op de kaart van de bestaande ruimtelijk-economische structuur. De belangrijkste elementen van de bestaande ruimtelijkeconomische structuur zijn:
− de gemengd lokale bedrijven Bosduin en De Rijkmaker
− concentraties aan handel, diensten en bedrijven in de dorpskernen met
lintvormige uitlopers langs de steenwegen
− een grootschalig bedrijf in de woonomgeving van Achterbroek (slachthuis en vleesverwerkend bedrijf Noordvlees - Van Gool)
− structuurbepalende landbouwgebieden met verspreid gelegen (vaak
zonevreemde) bedrijven ten zuiden van Achterbroek en ten noordoosten van Nieuwmoer
− relatief bouwvrije structuurbepalende landbouwgebieden ten noorden
van de Kalmthoutse Heide (Hoek), in de vallei van de Kleine Aa en
tussen Achterbroek en Nieuwmoer
− enkele bovenlokale toeristische attracties.
Bedrijventerreinen Bosduin en De Rijkmaker
Grensoverschrijdend met de grens met Kapellen in het zuidoosten van de
gemeente bevindt zich de K.M.O.-zone Bosduin. De ontsluiting van dit
bedrijventerrein is geënt op Brasschaatsteenweg. Het verkeer bereikt
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
verder via Sint-Jobsesteenweg de op- en afrit Sint-Job op de autosnelweg
E19.
Het terrein, dat thans nog wordt uitgebreid, herbergt enkel lokale bedrijven
met allerhande activiteiten. De ontwikkeling van het terrein is in handen
van de gemeente, die een aantal objectieve toewijzingscriteria hanteert.
De voorkeur gaat in de eerste plaats naar te herlokaliseren zonevreemde
bedrijven in de ruime zin en naar bedrijven die veel arbeidsplaatsen
bieden. Daarbij worden ook de duurzaamheid van het bedrijf en het feit of
het al dan niet de uitbreiding van bestaande activiteiten betreft in rekening
gebracht.
Een aantal bedrijven in het oudste gedeelte van de K.M.O.-zone Bosduin
zijn gelegen tot in het aanpalende natuurgebied dat als buffer naar het
Klein Schietveld dient.
Net over de gemeentegrens met Essen in het noorden van de gemeente
en langs Essensteenweg op Kalmthouts grondgebied bevindt zich de
K.M.O.-zone De Rijkmaker, die eigenlijk bestemd is als industriegebied.
De ontsluiting van het terrein is geënt op Nieuwmoersesteenweg, het
verlengde van Essensteenweg. Het verkeer wordt verder langsheen de
dorpskern van Essen geleid op N117 naar de autosnelweg A58 Bergenop-Zoom - Breda (noordwaarts) of naar de autosnelweg E19 (op- en afrit
Sint-Job), maar verkiest meestal haar weg doorheen de dorpskernen van
Nieuwmoer en Wuustwezel naar de autosnelweg E19.
Het terrein dat op grondgebied van Essen reeds volledig volzet is met
hoofdzakelijk lokale bedrijven met allerhande activiteiten, maar mogelijk
nog zal worden uitgebreid in noordelijke richting, kent langsheen
Essensteenweg op grondgebied van Kalmthout een uitloper met enkel
bedrijven die aanleunen bij de landbouwactiviteiten (o.a. verkoop
landbouwmachines, meststoffenhandel).
- 103 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Op grondgebied van Kalmthout is het achterliggend gedeelte, met gewestplanbestemming industriegebied, thans niet ontwikkeld.
Concentraties aan handel, diensten en bedrijven in de
dorpskernen met lintvormige uitlopers langs de steenwegen
Kalmthout kent niet één duidelijk centrum. Vanuit haar ontstaansgeschiedenis kent de gemeente verschillende dorpskernen waarvan er
sommige naar elkaar toegroeiden (zie ook punt 4.2.3.).
Winkels en diensten zijn hoofdzakelijk geconcentreerd:
− in de omgeving van het marktplein in Kalmthout-Dorp, met een uitloper
langs N111 (Achterbroeksteenweg)
− langs Kapellensteenweg en in de omgeving van het gemeentehuis in
Kalmthout-centrum
− in de Heidestatiestraat in Heide
− nabij het kruispunt van N111 (Achterbroekse- en Kalmthoutsesteenweg) en N117 (Roosendaalse- en Brasschaatsteenweg) in Achterbroek, met uitlopers in alle richtingen
− langs Nieuwmoer Dorp (N133) in Nieuwmoer, met een uitloper naar
het noorden
− Langs het zuidelijk gedeelte van N117 (Brasschaatsteenweg) bevindt
zich een concentratie aan lokale bedrijven.
Grootschalig bedrijf in de woonomgeving van Achterbroek
Het slachthuis en vleesverwerkend bedrijf Noordvlees - Van Gool, met
milieuvergunning tot 28 februari 2007, bevindt zich in het bouwblok tussen
Brasschaatsteenweg, Bloemstraat, Heiken en Zandstraat in de kern van
Achterbroek.
- 104 -
Sinds de vestiging van het bedrijf in 1932 groeide het gestaag uit. Thans is
grootste gedeelte van het binnengebied van het bouwblok ingenomen
door de bedrijfssite. Deze site heeft twee gescheiden toegangen
(opgelegd door het Instituut voor Veterinaire Keuring), met name de
toegang voor vrachtwagens voor de aanvoer van varkens langs Heiken
(onreine toegang) en de in- en uitgang voor de vleeswagens en een
parkeerterrein voor auto’s van personeel en bezoekers langs Bloemstraat
(reine toegang).
Rond de bedrijfsgebouwen is op het bedrijfsterrein een groene buffer
aangelegd, die in breedte varieert van ca. 10 tot 65 m. Het bedrijf beschikt
over een eigen biologische waterzuiveringsinstallatie.
Structuurbepalende landbouwgebieden
gelegen (landbouw)bedrijven
met
verspreid
Ten zuiden van Achterbroek en ten noordoosten van Nieuwmoer bevinden
zich voor de landbouw erg belangrijke gebieden, die evenwel worden
gekenmerkt door een versnippering.
Deze versnippering is het gevolg van de aanwezige zonevreemde woningen en talrijke landbouwbedrijven, hier en daar geconcentreerd in kleine
lintvormige gehuchten.
Hoofdzakelijk wat betreft het gebied ten noordoosten van Nieuwmoer en in
mindere mate voor het gebied ten zuiden van Achterbroek geldt ook de
aanwezigheid van enkele zonevreemde bedrijven, met activiteiten die
veelal aanleunen bij de landbouwactiviteiten (groothandel in granen,
zaden en/of dierenvoeders, opslag, afvalverwerking voor de landbouw).
In het gebied ten zuiden van Achterbroek zijn tevens een aantal hoofdzakelijk niet-vergunde bedrijven recentelijk gestopt.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Relatief bouwvrije structuurbepalende landbouwgebieden
Ten noorden van de Kalmthoutse Heide (Hoek), in de vallei van de Kleine
Aa en tussen Achterbroek en Nieuwmoer bevinden zich voor de landbouw
erg belangrijke landbouwgebieden, die ook nog relatief onbebouwd zijn.
De aanwezige - hoofdzakelijk agrarische - bebouwing sluit aan bij de
randen van de bebouwing van de dorpen en is verder geconcentreerd in
een tweetal geïsoleerde lintvormige gehuchten (Zwanenberg en
Handelaar). Ten zuiden van Achterbroeksteenweg bevindt zich tevens een
relatief beperkte concentratie aan glastuinbouw (Kruisbos).
Bovenlokale toeristische attracties
De gemeente telt verscheidene bovenlokale toeristische attracties: Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse Heide), NEC en bijenteeltmuseum, Arboretum, Suske en Wiskemuseum. De toeristische infrastructuur is verder erg beperkt. Er zijn geen hotels. Wel kan men op een 7tal plaatsen in totaal ca. 10 kamers huren bij particulieren.
4.3.4. Verdere uitwerking
Probleembedrijven niet vatbaar voor opname in sectoraal
B.P.A.
Zoals reeds aangegeven onder hoofdstuk III punt 2.2. zullen 7 zonevreemde bedrijven worden opgenomen in een sectoraal B.P.A. Rond een
aantal andere bedrijven die omwille van hun onderliggende bestemming of
hun activiteit niet vatbaar zijn voor het sectoraal B.P.A. werden problemen
gesignaleerd: uitbreidingsmoeilijkheden, hinder naar omwonenden,
omvangrijke para-agrarische activiteiten die het landschap en de ecologische waarden van het landbouwgebied (mogelijkerwijze) bedreigen.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Veelal zijn de betrokken para-agrarische bedrijven in de omgeving van
Nieuwmoer terug te vinden.
Ruimtelijk-agrarische structuur
kaart 27
landbouwtyperingskaart - 4 parametergroepen
kaart 28
landbouwtyperingskaart - totaalscore
In opdracht van AMINAL-afdeling Land heeft de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) een Vlaanderen-dekkende typering van het landbouwareaal
uitgewerkt op basis van beschikbare informatie over zowel percelen als
over de betrokken landbouwbedrijven 65.
De waardebepaling (van laag naar hoog) werd berekend op basis van 4
groepen van parameters:
− bodemgeschiktheid
− bemestingsnorm
− perceelskenmerken
− bedrijfskenmerken.
De kaarten zijn gebiedsdekkend opgemaakt voor de hele gemeente,
zonder rekening te houden met de bodembestemmingen en -gebruik. Het
zijn voornamelijk de als landbouw bestemde gebieden van het gewestplan
die nuttig zijn voor het onderzoek. Een natuurreservaat kan wel potenties
bezitten maar de intrinsieke waarde als natuurgebied primeert binnen
65
Basis voor de studie waren de aangifte- en registratiegegevens van de Vlaamse
Landmaatschappij (afdeling Mestbank) van 1998. Perceelsoppervlakte, afstand tot de
bedrijfszetel, onderscheid huiskavel-veldkavel en versnipperingsgraad zijn voorbeelden van aldus berekende gegevens. De bodemgeschiktheid en hellingsgraad zijn
berekend uit de bodemgeschiktheids-matrices ter beschikking gesteld door de
provinciale landbouwdiensten respectievelijk het Digitaal Terreinmodel Vlaanderen.
Gegevens over tuinbouwactiviteiten werden bekomen uit de NIS-landbouwstatistieken
van 1997. Bijkomende informatie werd nog bekomen uit digitale bestanden van GISVlaanderen (o.a. digitale bodemkaart en gewestplannen).
- 105 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
deze typering op een mogelijke landbouwwaarde. Aldus kan er voor een
bepaald gebied - op basis van alle kenmerken samen - toch voor gekozen
worden dit gebied een agrarische bestemming te verlenen wanneer dit
voor de bestaande agrarische bedrijfsvoering aangewezen blijkt.
In Kalmthout zijn er twee zones met hoge waarderingsscores, namelijk
Heikant (zone ten oosten van Achterbroek) en Venetië - Magerman, welke
beide gelegen zijn in het oosten van de gemeente.
Als deelgebieden van de bestaande ruimtelijk-agrarische structuur
onderscheiden wij volgende deelgebieden.
− Vogelenzang (agrarisch gebied) en Heuvel (thans gedeeltelijk
zonevreemd en gedeeltelijk bestemd als woongebied), ingesloten
beperkte gebieden ten westen van de spoorlijn
De ingeslotenheid beperkt de mogelijkheden tot schaalvergroting en
intensivering, maar de aanwezige landschappelijke en ecologische
kwaliteiten bieden potenties naar verbreding van de landbouwactiviteiten met beheer van natuurelementen. In deze gebieden kan ook
worden ingespeeld op de behoeften van lokale consumenten door
huisverwerking en -verkoop van producten.
− Kalmthoutse Hoek, een 190 hectare landschappelijk waardevol
agrarisch gebied dat fysisch-morfologisch behoort tot een grotere,
regionale landbouwzone op het grondgebied van Essen, in de
noordwestelijke uithoek van de gemeente
Dit gebied heeft enerzijds een belangrijke landbouwroeping. Anderzijds
wijst de directe aanwezigheid van de Kalmthoutse Heide ook op
potenties naar verbreding van de landbouwactiviteiten met beheer van
natuurelementen.
− Open landbouwgebied, rondom kernen Nieuwmoer en Achterbroek
Functioneel is dit een groot aaneengesloten agrarisch gebied, maar
landschappelijk zijn er een aantal subzones te onderscheiden.
•
Marijnevennen, ten westen van de Maatjes tussen Nieuwmoer en
Achterbroek
- 106 -
•
•
•
De MAP en VLAREM restricties op deze landbouwgronden met
ecologisch of landschappelijk waardevolle agrarische bestemming
nabij de Maatjes bemoeilijken een efficiënte landbouw. Het gebied
biedt anderzijds potenties naar verbreding van de landbouwactiviteiten met beheer van natuurelementen.
Vallei van de kleine Aa
De oprukkende verlinting langs Achterbroeksteenweg bedreigt de
aaneengeslotenheid van dit gebied. De ruilverkaveling ‘oude stijl’
heeft gezorgd voor een sterke achteruitgang van de landschappelijk-ecologische kenmerken van het gebied, maar biedt garanties
naar het toekomstige bestaan van de landbouwactiviteiten in dit
landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het gebied biedt
tevens potenties naar verbreding van de landbouwactiviteiten met
beheer van natuurelementen.
Heikant, ten zuiden van Achterbroek
De oprukkende verlinting langs N117 bedreigt de aaneengeslotenheid van dit agrarisch gebied. Het fysisch systeem en de
aard van de bedrijvigheid laten toe dat hier grootschalige landbouwactiviteiten plaatsvinden (deels al geruggensteund door de
vroegere ruilverkaveling).
Venetië - Magerman ten noorden van Nieuwmoer
Dit is een relatief versnipperd agrarisch gebied (veel zonevreemde
woningen), dat evenwel mogelijkheden biedt tot het inplanten van
(para-)agrarische bedrijven.
4.4. Ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur
4.4.1. Definitie
De verkeers- en vervoersstructuur is te ontrafelen in verschillende soorten
verbindingen, knooppunten en gebieden. Op de verkeers- en vervoersstructuur wordt het traject aangegeven van de voornaamste verbindings-
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
wegen tussen de verschillende woonkernen met uitlopende verbindingen
naar de buurgemeenten. De structuur bevat ook enkele knooppunten. Dit
zijn plekken of gebieden waar verschillende soorten verkeer en vervoer
samenkomen en gereorganiseerd kunnen worden.
4.4.2. Basisgegevens
Naast het kaartbeeld van de bestaande infrastructuren zijn basisgegevens
voor de analyse van de bestaande verkeers- en vervoersstructuur de
categorisering van wegen, waterwegen en spoorwegen volgens het
ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het ruimtelijk structuurplan provincie
Antwerpen en het gemeentelijk mobiliteitsplan.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
ontsloten door weinig frequent openbaar busvervoer. Het lokaal bedrijventerrein Bosduin is niet bereikbaar met het openbaar vervoer.
De hoofdingang tot de Kalmthoutse Heide ligt op ca. 1,5 km van het
station van Heide. Voor gezinnen met kleine kinderen is deze afstand vrij
groot, voor jeugdbewegingen is deze afstand makkelijk te overbruggen.
Het Suske en Wiske museum, met relatief beperkte aantrekkingskracht ligt
nog wat verder van het station van Heide. Het Arboretum ligt vlakbij het
station Kalmthout.
4.5. Landschappelijke structuur
4.5.1. Definitie
4.4.3. Elementen
De belangrijkste elementen van de bestaande ruimtelijke verkeers- en
vervoersstructuur van Kalmthout zijn de volgende:
− de gewestweg N117 (Roosendaalsebaan - Brasschaatsteenweg),
N111 (Putsesteenweg - Achterbroeksteenweg - Kalmthoutsesteenweg), en N133 (Essensteenweg - Wuustwezelsteenweg) als bovenlokale verbindingen; veilige fietspaden langs deze wegen ontbreken
veelal
− gewestweg N122 (Noordeind - Dorpstraat - Kapellensteenweg) met
een lokale verbindende functie; ook langs deze weg ontbreken er op
diverse plaatsen veilige fietspaden
− spoorlijn 12 Antwerpen - Roosendaal, met stations Kalmthout en Heide
en stopplaats Kijkuit.
De landschappelijke structuur is de samenhang tussen landschappen 66,
als een bepaald soort van ruimten. Landschappen zijn daarbij ruimten die
specifiek vanuit een morfologische invalshoek worden beschouwd. De
nadruk ligt op de verschijningsvorm. De landschappelijke structuur wordt
dus een volwaardige deelstructuur en niet alleen onderdeel van het
buitengebied 67.
66
67
Het centrale kerngebied is door de aanwezigheid van de stations en de
busverbinding langs N122 goed ontsloten door het openbaar vervoer. De
kernen van Achterbroek en Nieuwmoer worden met het openbaar vervoer
Ook wel landschapseenheden, categorieën of elementen van de landschappelijke
structuur genoemd. Een landschap wordt in dit geval een soort ruimte, zoals ook een
nederzetting een soort ruimte is.
Zie ook: Provinciebestuur van de provincie Antwerpen, Ruimtelijk structuurplan
provincie Antwerpen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 10 juli 2001;
Studiegroep Omgeving, Ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen, Deelonderzoek
naar de landschappelijke structuur, 1998. Het gehanteerd begrippenkader werd
ontwikkeld voor de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur en wijkt daarom af
van het begrippenkader gebruikt in de landschapszorg.
- 107 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
4.5.2. Basisgegevens
Aaneengesloten bos- en heidecomplexen
−
De Kalmthoutse Heide, onderdeel van het grotere grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide heeft een belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische waarde.
−
Met de kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden (kaart de Ferraris,
de
eind 18 eeuw) en de ‘atlas van de relicten van de traditionele landschappen’ (2001) als basis, kunnen de elementen die iets vertellen
over de ontstaansgeschiedenis van het landschap opgespoord worden. Het gaat om valleien, bossen, bakens, oude landbouwlandschappen, ontginningszones enz.
Deze overblijvende historische elementen, aangevuld met waarnemingen op het terrein zijn de elementen van de bestaande landschappelijke structuur.
De geschiedenis van de heide is sterk antropogeen beïnvloed.
Overbegrazing van de schrale zandgronden leidde tot het ontstaan van
zandverstuivingen en duinen. De vennen zijn overblijfselen van voormalige turfwinningen.
Kleinschalige landbouw hield het landschap min of meer open, maar was
weinig rendabel. Herbebossing van de gronden, met het oog op houtste
productie, vond plaats rond het begin van de 20 eeuw.
4.5.3. Elementen
Kalmthout is een gebied waar drie grensoverschrijdende landschapstypes
rond de kern convergeren.
− In het westen strekt zich een uitgestrekt heidecomplex uit tot over de
grens met Woensdrecht.
− In het noorden en oosten dringt vanuit Essen, Wuustwezel en Zundert
het landbouwgebied van de Noorderkempen tot de gemeente door.
− In het zuiden strekken de woonbossen zich vanuit Kapellen uit tot
voorbij Heide.
Op de overgang tussen de verschillende landschapstypen bevindt zich het
centraal kerngebied. Het meest dicht bebouwd gebied in de gemeente ligt
ingebed tussen de spoorlijn en N122, twee noord-zuidgerichte infrastructuren die de gemeente doorsnijden.
- 108 -
Tegenwoordig bestaat de heide in grote lijnen uit een centraal, open
gedeelte dat omringd wordt door een bosgordel en enkele landgoederen.
In de randzone van het natuurgebied zijn enkele weilandcomplexen gelegen.
De heide blijft tot op heden een zeer dynamisch landschap. Wisselende
waterstanden zijn de oorzaak van variatie in oppervlakte en vorm van de
vennen. Zandverstuivingen zorgen voor beweging in het duinenlandschap.
De Withoefse Heide is van de Kalmthoutse Heide gescheiden door N111
(Putsesteenweg) en wordt verder bijna volledig omringd door bebouwing.
Het Klein Schietveld in het zuidoosten van de gemeente, is door de
dorpskern van Heide en de omringende bebouwing afgesneden van de
Kalmthoutse Heide, maar maakte oorspronkelijk deel uit van hetzelfde
uitgestrekte woeste landschap. Actieve stuifduinen zijn er niet meer
aanwezig, maar wel natte heide met talrijke vennen.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Het gebied loopt zuidelijk door en sluit aan op de uitgestrekte bos- en
groengebieden in Brasschaat en Kapellen (Kamp van Brasschaat, De
Uitlegger, Oude Gracht enz.) In het oosten grenst het Klein Schietveld aan
de K.M.O.-zone Bosduin.
Aaneengesloten landbouwgebieden
Het agrarisch bodemgebruik is bepalend voor het overwegend open tot
halfopen landschapsbeeld in het oosten en noorden van de gemeente.
De open ruimte omringt de dorpskernen van Achterbroek en Nieuwmoer.
De openheid rond Darm en Marijnevennen is beeldbepalend en biedt
vergezichten naar de dorpskernen van Achterbroek en Nieuwmoer, die
centraal in de open ruimte liggen. Met de ruilverkaveling van de jaren
1980 werd het landschap genivelleerd, de drainering geoptimaliseerd en
verdwenen de meeste kleine natuurelementen. Met name het centrale
deel is uitgesproken open, terwijl aan de randen nog bomenrijen,
houtkanten en heggen aanwezig zijn.
De bebouwing langs de steenwegen en de dorpssilhouetten van
Achterbroek en Nieuwmoer begrenzen de horizon. Inplanting van nieuwe
tuinbouwbedrijven en verdere uitbreiding van lintbebouwing versnipperen
de open ruimte relatie tussen Marijnevennen en de aangrenzende
landbouwgebieden (Vallei van de Kleine Aa, Venetië).
Tussen Achterbroek en de dorpskern van Kalmthout strekt het beekdal
van de Kleine Aa zich uit. De beekvallei is breed en weinig herkenbaar in
het landschapsbeeld. De Kleine Aa zelf is zodanig door menselijke ingrepen beïnvloed, dat er geen natuurlijke meandering meer aanwezig is.
Het beekdal wordt door een aantal oost-west georiënteerde wegen
opgedeeld in compartimenten.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Het noordelijk deel rond Handelaar, Beverdonk en Zwanenberg is
halfopen en landschappelijk het meest waardevol. Het wordt doorkruist
door waterlopen, houtkanten en bomenrijen. Het voormalig kasteelpark en
hoeve De Greef begrenzen het gebied in het noorden.
De lintbebouwing langs Achterbroeksteenweg is een harde grens tussen
het noordelijk en zuidelijk deel. Slechts een kleine openheid tussen de
bebouwing verzekert de continuïteit van de beekvallei. In de onmiddellijke
omgeving bevindt zich het pittoreske parkdomein Strijboshof.
Het gebied ten zuiden van Achterbroeksteenweg is door het ontbreken
van kleine natuurelementen de meest open vlakte van Kalmthout. Het
landschapsbeeld wordt er verstoord door enkele grote glastuinbouwbedrijven.
Ten zuiden van Foxemaatstraat komen er opnieuw meer kleine natuurelementen voor, met opvallende houtkanten langs Foxemaatdijk en een
houtwal langs de Kleine Aa. Het centrale deel van dit gebied is bouwvrij.
Ook ten noorden van Nieuwmoer (Venetië - Magerman) is het landschapsbeeld meer gecompartimenteerd door bebouwingslinten, bosjes en
bomenrijen langs wegen en op perceelsscheidingen. In heel wat gevallen
zijn ze onderbroken of onvolledig.
De oorspronkelijke indeling van het landschap is gedeeltelijk verdwenen
door ruilverkaveling, maar het kronkelige stratenpatroon verraadt
eeuwenoud gebruik. De Turfvaart en Roosendaalse Vaart zijn opvallende
lijnen in het landschap van Venetië. De talrijke afwateringskanalen en
grachten ten tijde van de turfontginning gaven het gebied zijn naam.
Aan de grens met Essen zijn de achterkanten van bedrijfsgebouwen op
K.M.O.-zone De Rijkmaker zichtbaar. Hier komen ook enkele kleinere
bosjes voor als aanzet naar de uitgestrekte Horendonkse bossen in
Essen.
- 109 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Verspreid in de open landbouwgebieden komen talrijke landbouwbedrijven
voor. De aanhorige stallen, loodsen en silo’s zijn meestal niet of
nauwelijks door opgaand groen omringd.
De Maatjes: oude turfontginning
In een uithoek van het landbouwgebied ten zuiden van Nieuwmoer, ligt het
natuurgebied De Maatjes. Dit kleinschalig veengebied is een overblijfsel
van een turfontginningsgebied. Door de laaggelegen, vochtige weilanden,
de rietkragen en de veelvuldige aanwezigheid van kleine natuurelementen
onderscheidt het gebied zich landschappelijk van de omgeving.
Kenmerkend is het microreliëf met hoger gelegen ruggen en laaggelegen,
rechtlijnige grachten. Enkele onverharde wegen, soms afgeboord met
heggen en houtkanten, doorkruisen het gebied.
Het Kalmthoutse deel van de Maatjes is slechts een klein deel van een
groter rietland dat zich verder uitstrekt in Nederland.
Landbouwenclaves Vogelenzang en Groenendries
Naast het aaneengesloten landbouwlandschap in het noorden en oosten
van de gemeente, komen er nog enkele kleinere landbouwenclaves voor
in het centrum en het westen.
Vogelenzang is een open landbouwgebied ten westen van de dorpskern,
dat omsloten wordt door bebouwing.
Groenendries is door zijn ligging in een uithoek van de gemeente
geïsoleerd van de overige landbouwgebieden in de gemeente. In het
noorden grenst het aan een uitgestrekter landbouwgebied in Essen
(Hoek). In het zuiden is de strakke overgang naar het natuurgebied
(Steertse duinen) opvallend. In het zeer open landschap komen enkele
landbouwbedrijven en woningen voor.
- 110 -
Kleinere landbouwenclaves bevinden zich in en aan de rand van de
Kalmthoutse Heide, nabij Heuvel en De Markgraaf. Ze worden door
Statiestraat van Vogelenzang gescheiden. Er bevinden zich nog heel wat
lineaire kleine landschapselementen (greppels, grachten, houtkanten,
bomenrijen, kasteeldreef). Deze kleinere landbouwenclaves vervullen een
belangrijke bufferfunctie tussen de heide en het woongebied. Vanuit landschappelijk oogpunt kunnen Markgraaf en Heuvel derhalve beschouwd
worden als graslandcomplexen, behorend bij het heidegebied.
Woonbossen en groene buurten
Het gebied tussen Kalmthoutse Heide (met inbegrip van de Withoefse
Heide) en Klein Schietveld in het zuiden van de gemeente bestaat uit een
bosrijke woonomgeving met veelal smalle straten en grote kavels met
vrijstaande bebouwing en een aantal gemeenschapsvoorzieningen
(scholen, missiehuis enz.). Deze woonbossen strekken zich verder uit op
het grondgebied van Kapellen (Kapellenbos).
Zowel in de grote tuinen als op nog onbebouwde percelen is de bosstructuur duidelijk aanwezig.
Enkele grotere ontsluitingswegen (N111, N122, Beauvoislaan, Max Temmermanlaan) en de spoorlijn doorkruisen het gebied. Het interne stratenpatroon is diffuus en heeft onopvallende aansluitingen op de hoofdwegen.
Verspreid in de woonbossen bevinden zich pareltjes van fin-de-siècle- en
interbellum-architectuur.
De woonbosstrook strekt zich verder uit ten noorden van Heide, langs de
westelijke rand van Kalmthout tot Heuvel en De Markgraaf.
Tussen de kern van Heide en de Withoefse Heide en tussen Heuvel en de
Kalmthoutse Heide liggen enkele wijken met een iets minder uitgesproken
woonboskarakter. Toch zijn ze veel groener dan het centrum van Kalmt-
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
hout of Heide. Deze groene buurten kunnen beschouwd worden als
woonbossen in wording.
Naast de aaneengesloten woonboscomplexen in het zuiden en centrale
deel van de gemeente bevinden zich in de kern en in het noorden nog
kleinere gebieden met woonboskarakter.
De cluster van parkdomeinen tussen Kerkeneind en Dorp laten het
groene karakter van Kalmthout tot ver in de kern doordringen en hebben
een waardevol bouwkundig patrimonium (Zonneweelde, Erica, Holganza
enz.).
Verscholen in een hoek tussen Nolse vaart, spoorlijn en de open ruimte
rond Imkersweg ligt het domein van het voormalige kasteel De Greef,
waarvan de hoeve met omringende slotgracht nog overblijft. De toegang
naar de hoeve wordt gevormd door een intacte dreef.
Het kasteelbos zelf is verkaveld tot een woonbos (Het Ziel, De Vletlaan en
Turfvaartlaan). De Kleine Aa baant zich een weg naar het noorden en
creëert er openheid tussen de villa’s. De bosomgeving van De Greef is het
enige loofbos in de gemeente (G.N.O.P., 1997) en is zowel landschappelijk, ecologisch als cultuurhistorisch waardevol.
Bakens
Een aantal elementen steekt boven de omgeving uit en is van ver zichtbaar. Ze fungeren als herkenningspunten of bakens op gemeentelijk
niveau.
Opvallend zichtbaar vanuit het open landbouwgebied zijn de kerktorens
van Kalmthout (Dorp) en Nieuwmoer en de schouw van de voormalige
melkerij in Achterbroek. De kerktoren van Achterbroek is kleiner dan de
andere torens en minder opvallend. Op sommige plaatsen is het silhouet
van de Bakkersmolen (grondgebied Wildert) zichtbaar.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Ten noorden van de Kalmthoutse dorpskern steekt de watertoren als een
pion boven de bomen uit.
De kerktorens van Heide en Heuvel en de uitkijktoren op de heide zijn in
een meer gesloten omgeving gelegen en daardoor minder goed van veraf
zichtbaar.
Vanuit de omgeving Imkersweg - Beverdonkstraat is de brug van Noordeind (N122) over de spoorweg goed zichtbaar.
Op wijk- en buurtniveau spelen markante gebouwen een rol als oriëntatiepunt. Voorbeelden zijn hoeve De Greef, Strijboshof, De Markgraaf, de
stationsgebouwen van Kalmthout en Heide, verschillende villa’s en fin-desiècle woningen, ouderwetse bakstenen elektriciteitskabines enz.
Door het open landschapsbeeld biedt het oosten van de gemeente de
verste zichten. De omgeving van Darm, Marijnevenne, Handelaar en het
gebied tussen Dorp en Achterbroek zijn plaatsen van waar hoger
genoemde bakens van ver herkenbaar zijn.
Randen
Randen in het landschap begrenzen het zicht en/of vormen een concrete
overgang tussen aan elkaar grenzende landschapstypen met verschillend
karakter. Soms gaat het om strakke, quasi rechtlijnige harde randen,
terwijl op andere plaatsen de overgang tussen open en gesloten
landschap geleidelijker is en gevormd wordt door meer transparante,
diffuse randen.
Herkenbare harde randen zijn:
− de oostgrens van Vogelenzang
− de westgrens van het woonbos De Greef
− de dichte bosrand van Steertse duinen en de openheid van Groenendries
- 111 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
−
−
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
de beboste rand van het Klein Schietveld en de bedrijfsgebouwen in
Bosduin
N111 tussen de Kalmthoutse Heide en het woongebied ten oosten ervan
de kern van Achterbroek (Roosendaalsebaan en Brasschaatsteenweg)
de lintbebouwing langsheen Achterbroeksteenweg.
Diffuse randen zijn:
− de bebouwde oostelijke dorpsrand van Kalmthout
− de linten en straatgehuchten in het open landbouwgebied.
- 112 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
V. Taakstellingen en
behoeften
- 113 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1. Bijkomende woongelegenheden
Het onderzoek naar de behoefte aan bijkomende woongelegenheden
heeft tot doel de woningbouwprogrammatie te onderbouwen die in het
richtinggevend gedeelte is opgenomen. Daarin zijn uitspraken opgenomen
betreffende het al dan niet aansnijden van binnengebieden in het woongebied en woonuitbreidingsgebieden en de eventuele doelgroepen die
worden beoogd.
Daarbij moet worden uitgegaan van:
− de aanwijzingen in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (de
verdeling bijkomende woningen stedelijk gebied - buitengebied 60% 40%, voor Antwerpen verfijnd naar 65% - 35%)
− de omzendbrief van 1997 omtrent de woonbehoeftestudies (methodiek
en verwijzing naar de gesloten bevolkingsprognose als basis voor de
behoeften in het buitengebied, aangewend voor eigen berekeningen)
− het ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen (selectie van hoofddorpen en woonkernen en verdeling van bijkomende woningen op
basis van Mira 2-projectie)
− de omzendbrief voor de opmaak van de woningbouwprogrammatie als
onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen.
De aangegeven periodes lopen van 1 januari 1992 tot 1 januari 2007 (15
jaar), van 1 januari 2002 tot 1 januari 2007 (5 jaar) en van 1 januari 2007
tot 1 januari 2012 (5 jaar).
Hoewel de omzendbrief met betrekking tot de opmaak van een woningbouwprogrammatie van de provincie voorziet dat de woningbehoefte op
niveau van de volledige gemeente wordt berekend, wordt in Kalmthout
sterk aangevoeld dat er in de woonkern Nieuwmoer een grotere behoefte
aan bijkomende woningen zou bestaan dan gemiddeld elders in de
gemeente. Dit sterke aanvoelen vraagt om onderbouwing of weerlegging.
In de eerste plaats wordt daarom in de berekeningen ook telkens een
berekening gemaakt voor de woonkernen van Achterbroek en Nieuwmoer.
Tevens worden hiertoe een aantal socio-economische tendensen geschetst.
1.1. Aanbod op korte termijn (2002 - 2007)
1.1.1. Theoretisch aanbod
Theoretisch aanbod in de hele gemeente
tabel 21
aanbod bouwmogelijkheden voor woningbouw
aanbod
Op advies van de Afdeling Ruimtelijke Planning van het Ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap heeft de gemeente de woonbehoeftestudie van
1998 niet meer afzonderlijk geactualiseerd en werd de actualisatie
uitgevoerd als onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
Het ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen geeft aan dat de behoefte
moet worden berekend voor de periode 1992 - 2007. Gelet op het
naderende einde van deze planperiode zijn echter ook berekeningen
opgenomen voor de periode na 2007.
- 114 -
excl.
incl.
appartementen
appartementen
langs uitgeruste wegen in woongebied
509
565
in binnengebieden in woongebied
747
747
in goedgekeurde verkavelingen
729
729
in woonuitbreidingsgebied
261
261
potenties in woongebied
107
107
2.353
2.409
totalen
bron:
eigen telling op basis van digitale kadasterplannen (situatie 01/01/2002)
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Op basis van het overzicht van de vergunde verkavelingen en de daarin
bebouwde loten en de feitelijke toestand van alle percelen in de verschillende soorten woongebieden werd voor de situatie per 1 januari 2002
een overzicht van de beschikbare gronden opgemaakt. Alle gronden
waarvan thans juridisch een nieuwe bouwkavel zou kunnen worden
gemaakt, zijn opgenomen in de inventaris. Onderstreept moet worden dat
niet al deze potentiële kavels allemaal ooit zullen worden bebouwd maar
in principe kan het voor elk van hen wel gebeuren.
De inventaris verdeelt de beschikbare gronden in vijf categorieën. Voor elk
van die categorieën wordt in de eerste kolom van tabel 21 het aantal
bouwmogelijkheden aangegeven in de veronderstelling dat er alleen
eengezinshuizen worden gebouwd. De tweede kolom geeft de raming
inclusief een correctiefactor voor appartementen (1,11 68) weer. Deze
factor is enkel van toepassing op percelen langs uitgeruste wegen,
aangezien in goedgekeurde verkavelingen het aantal woningen vastligt,
en voor de overige categorie uitgegaan wordt van een dichtheid van 15
woningen per ha.
kaart 29
informatief gedeelte
Theoretisch aanbod in Achterbroek en Nieuwmoer
Onderstaande tabel geeft het aantal bouwmogelijkheden (incl. appartementen) aan op 01/01/2002 in Achterbroek en Nieuwmoer.
tabel 22
aantal bouwmogelijkheden (incl. appartementen)
01/01/2002 in de kernen Achterbroek en Nieuwmoer
op
Achterbroek
Nieuwmoer
langs uitgeruste wegen in woongebied
68
36
in binnengebieden in woongebied
44
21
in goedgekeurde verkavelingen
143
65
in woonuitbreidingsgebied
193
68
-
-
448
190
potenties in woongebied
totalen
bron:
69
In 2001 was 11% van de woningen een appartement.
-
binnengebieden in woongebied, woonuitbreidingsgebieden
en potenties
aanbod (incl. appartementen)
68
31 maart 2006
Voor 1.115 kavels (747 in binnengebieden in woongebied + 261 in woonuitbreidingsgebied + 107 potenties in woongebied 69) zijn een initiatief en
een expliciete goedkeuring van de gemeente nodig (zoals het goedkeuren
van een wegentracé) vereist. Deze gebieden zijn weergegeven op bijgevoegde kaart.
Voor de 261 kavels (in woonuitbreidingsgebied) is bovendien een goedkeuring vanwege de hogere overheden noodzakelijk.
In totaal zijn in de gemeente minstens 2.409 potentiële bouwkavels voor
eengezinshuizen aanwezig: (565+747+107 =) 1.419 in de woongebieden,
729 in verkavelingen en naar schatting 261 in woonuitbreidingsgebieden.
Thans liggen in de gemeente 2.041 bouwmogelijkheden juridisch vast
(729 in goedgekeurde verkavelingen + 565 langs uitgeruste wegen + 747
in binnengebieden in woongebied). Zij kunnen op termijn voor een zeer
groot deel op de markt komen en worden bebouwd. In principe kan dat
onmiddellijk gebeuren zonder dat de hogere overheden hier veel vat op
hebben.
-
eigen telling op basis van digitale kadasterplannen (situatie 01/01/2002)
Het betreft twee binnengebieden in woongebied (nrs. 18 en 19 op kaart 20) waar thans
bedrijven zijn gelegen. Na beëindiging van deze bedrijfsactiviteit kunnen deze als
binnengebieden in woongebied worden ontwikkeld.
- 115 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Ontwerpmatig onderzoek
Voor een aantal binnengebieden in het woongebied en het woonuitbreidingsgebied in Nieuwmoer werden de potenties onderzocht aan de
hand van ontwerpmatig onderzoek.
Bijgevoegde kaarten zijn te beschouwen als ontwerpoefeningen met een
louter illustratieve waarde.
kaart 30
ontwerpoefening inrichting stationsomgeving Kalmthout
kaart 31
ontwerpoefening inrichting omgeving gemeentehuis
(centrum)
kaart 32
ontwerpoefening inrichting binnengebieden GITOK II,
Kerkeneind-west en centrum
kaart 33
ontwerpoefening inrichting afwerkingsproject Nieuwmoer
1.1.2. Vrijkomend juridisch aanbod
−
betekent dit (69% van 729 =) 251 woningen in verkavelingen die op de
markt komen.
In een periode van tien jaar zullen ongeveer 30% van alle juridisch
beschikbare woningbouwmogelijkheden in woongebied op de markt
komen en/of worden bebouwd. Omgerekend voor de periode 20022007 (dus 15% want 5 jaar in plaats van 10 jaar) betekent dit ongeveer
197 vrijkomende kavels (op een totaal aanbod langs uitgeruste wegen
en in binnengebieden in woongebied van 565 + 747 = 1.312), waarvan
85 percelen langs uitgeruste wegen.
Indien de in de gemeente sinds 1998 ingevoerde bewarende maatregel
ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés gehandhaafd
blijft, zullen naar verwachting (251 in goedgekeurde verkavelingen + 85
langs uitgeruste wegen =) 336 percelen op de markt komen tijdens de
periode 2002 - 2007.
Indien deze bewarende maatregel niet gehandhaafd blijft, wordt het aantal
percelen dat tijdens de periode 2002 - 2007 op de markt komt geraamd op
(251 in goedgekeurde verkavelingen + 197 langs uitgeruste wegen én in
binnengebieden in woongebied =) 448 percelen.
Vrijkomend juridisch aanbod in de hele gemeente
Niet alle juridisch beschikbare bouwgronden in de gemeente zullen tijdens
de eerstvolgende jaren daadwerkelijk op de markt komen.
Vrijkomend juridisch aanbod in Achterbroek en Nieuwmoer
Voor de berekening van het vrijkomend juridisch aanbod worden volgende
hypotheses gehanteerd.
− Voor de onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen wordt
aangenomen dat de realisatiegraad (69%) tijdens de komende tien jaar
dezelfde blijft als de realisatiegraad van de afgelopen 10 jaar (periode
1992 - 2002). Voor de periode 2002 - 2007 (5 in plaats van 10 jaar)
Dezelfde hypothese worden gehanteerd ten opzichte van het respectievelijk juridische aanbod.
− Voor de onbebouwde percelen in goedgekeurde verkavelingen wordt
aangenomen dat de realisatiegraad (69%) tijdens de komende tien jaar
dezelfde blijft als de realisatiegraad van de afgelopen 10 jaar (periode
1992 - 2002). Voor de periode 2002 - 2007 (5 in plaats van 10 jaar)
betekent dit dat er in verkavelingen:
•
in Achterbroek: 49 vrijkomende woningen
- 116 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
in Nieuwmoer: 22 vrijkomende woningen
In een periode van tien jaar zullen ongeveer 30% van alle juridisch
beschikbare woningbouwmogelijkheden in woongebied op de markt
komen en/of worden bebouwd. Omgerekend voor de periode 20022007 (5 jaar in plaats van 10 jaar) betekent dit:
•
in Achterbroek: 16 vrijkomende kavels, waarvan 10 percelen langs
uitgeruste wegen
•
in Nieuwmoer: 9 vrijkomende kavels, waarvan 6 percelen langs
uitgeruste wegen.
•
−
1.1.3. Bijkomende mogelijkheden binnen de huidige
voorraad
In Kalmthout is geen overtollige leegstand 70 aanwezig. Het mobiliseren
van de leegstand biedt dus geen mogelijkheden om bijkomende woningen
te voorzien zonder nieuwe gronden aan te snijden.
Een beter gebruik van bestaande woningen, naargelang de gezinsgrootte,
is een tweede mogelijkheid. Door het voorzien van kleinere woningen van
verschillende prijsklassen kunnen waarschijnlijk heel wat alleenstaanden
of bejaarde koppels worden aangezet om hun te groot geworden huis te
verlaten. Door verkoop of verhuur zouden zo woningen voor gezinnen
vrijkomen. Hierover bestaat echter geen cijfermateriaal.
70
Overtollige leegstand is het saldo van het aantal leegstaande woningen - 2,5%
vervangingsleegstand (leegstand noodzakelijk om verhuizingen te kunnen opvangen).
In de gemeente zijn er 19 woningen opgenomen op de lijst leegstand.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1.2. Behoefte op korte termijn (2002 - 2007)
1.2.1. Behoefteraming provincie Antwerpen
In de eerste plaats wordt voor het bepalen van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden uitgegaan van de prognose die de provincie
Antwerpen maakte in haar omzendbrief 71 op basis van de Mira 2-projectie
en het eventuele surplus, te voorzien omwille van de selectie van
Kalmthout in het R.S.P.A. als een gemeente met een structuurondersteunend hoofddorp.
Uit de omzendbrief kunnen volgende cijfers worden afgeleid.
− De provincie Antwerpen raamt de behoefte aan bijkomende woongelegenheden in Kalmthout voor de periode 1991 - 2007 op 1.075
woningen.
− Omwille van de selectie van Kalmthout als een gemeente met een
structuurondersteunend hoofddorp I mag deze taakstelling worden
vermeerderd met een surplus van maximum 20%.
Het aantal bijkomende woongelegenheden voor de periode 1991 - 2007
bedraagt bijgevolg minimum 1.075 woningen en maximum (+20%) 1.290
woningen.
Conclusie: na aftrek van de inmiddels gerealiseerde woningen (gerealiseerd tussen 1991 - 2002) blijven er nog (1.075 - 931 à 1.290 - 931 =) 144
à 359 woningen te voorzien voor de periode 2002 - 2007.
71
Omzendbrief voor de opmaak van de woningbouwprogrammatie als onderdeel van het
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
- 117 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1.2.2. Behoefte op korte termijn volgens gesloten bevolkingsprognose (eigen berekening)
Behoefte op de korte termijn in de hele gemeente
kernen in 1992. Vervolgens wordt het aantal reeds gerealiseerde
woningen per kern afgetrokken van de behoefte.
tabel 23
72
Ter controle worden de uit de Mira 2-projectie geraamde behoeften getoetst aan de behoefte aan bijkomende woongelegenheden berekend
volgens een gesloten bevolkingsprognose op basis van de door AROHM
(Afdeling ARP) gehanteerde parameters.
Uit de berekening komen volgende cijfers naar voor.
− Het aantal inwoners daalt tijdens de planperiode (1992 - 2007) van
17.372 naar 17.155.
− De gemiddelde gezinsgrootte daalt ook in diezelfde periode van 2,87
naar 2,56.
Hieruit volgt een behoefte aan 6.701 woningen tegen 2007, dit is 1.317
meer dan in 1991 (inclusief frictie, na aftrek leegstand).
Conclusie: na aftrek van de inmiddels gerealiseerde woningen (gerealiseerd tussen 1991 - 2002) blijven er nog (1.317 - 931 =) 386 woningen te
voorzien voor de periode 2002 - 2007.
Behoefte op korte termijn in Achterbroek en Nieuwmoer
In de gemeente Kalmthout is er in totaal een behoefte aan 1.317 bijkomende woningen voor de periode 1992-2007 (volgens eigen berekening). Deze behoefte wordt verdeeld à rato het aantal inwoners in de
72
- 118 -
De provincie beoordeelt de woningbouwprogrammatie in het gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan evenwel enkel aan de hand van de Mira 2-projectie.
raming behoefte op korte termijn in Achterbroek en
Nieuwmoer
(heel) Kalmthout
Achterbroek
Nieuwmoer
aantal inwoners 1992
16.344
1927
1950
aandeel in de gemeente
100 %
11,79 %
11,93 %
behoefte
1.317
155
157
reeds gerealiseerd 1992-2002
931
131
109
saldo
386
24
48
bron:
eigen berekening
Conclusie: de geactualiseerde behoefte (periode 2002-2007) bedraagt
voor de kern Achterbroek 24 woningen en voor de kern Nieuwmoer 48
woningen.
1.2.3. Volkshuisvestingsbehoeften en behoefte aan bijkomende woningen voor bijzondere doelgroepen
De volkshuisvestingsbehoefte en de behoefte aan bijkomende woningen
voor bijzondere doelgroepen (service-flats, woningen voor minder-validen
enz.) maakt integraal deel uit van de hiervoor op twee wijzen berekende
behoefte aan bijkomende woningen.
Reeds bij de aanvang van het planningsproces stond vast dat de gemeente Kalmthout een beduidende achterstand heeft op het vlak van
volkshuisvesting.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Aanwezigheid van en bouwactiviteit voor sociale huisvesting
in Kalmthout
Op 1 januari 2004 waren er in Kalmthout 27 (gerealiseerde) sociale huurwoningen (22 woningen en 5 appartementen) 73, 94 (verkochte en te koop
aangeboden) sociale koopwoningen 74 en 38 sociale kavels 75.
Dit betekent dat in de totale woningvoorraad van de gemeente Kalmthout
(ten opzichte van het aantal woningen in 1991) de sociale huurwoningen
een aandeel van 0,49 % innemen. Dit aandeel in de voorraad ligt erg veel
lager dan het gemiddelde van 5,87 % in Vlaanderen.
Het aandeel van de sociale koopwoningen (1,73%) ligt eveneens heel wat
lager dan het gemiddelde in Vlaanderen (4,97%).
Het aandeel van sociale kavels (0,70%) ligt dan juist weer hoger dan het
gemiddelde in Vlaanderen (0,31%).
Taakstelling vanuit het R.S.P.A. (2002 - 2007)
In het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Antwerpen
worden richtlijnen gegeven voor de beoordeling van de woningbouwprogrammatie in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De richtlijnen zijn
gebaseerd op de ligging van de gemeenten (in stedelijk gebied versus in
buitengebied) en op het huidig aandeel van de sociale woningen (huur- en
koopwoningen samen). Het actueel aanbod aan sociale huurwoningen
(die aanwezig zijn) en aan koopwoningen (die ooit zijn verkocht) samen,
uitgedrukt als percentage van het totaal aantal woningen in 1991 (N.I.S.woningtelling), wordt in elke gemeente vergeleken met het Vlaams
73
74
75
Gegevens sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning cvba.
Waarvan 70 sociale koop woningen in Kalmthout-centrum in Verbiststraat, Meester
Vorsselmanslaan en E. De Bomlaan, en 19 sociale koopwoningen gepland (maar nog
niet in aanbouw) in het binnengebied Draka Polva in Kalmthout - Heide.
Roerdomp te Nieuwmoer.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
gemiddelde. Dat bedraagt 5,87% voor sociale huurwoningen en 4,97%
voor sociale koopwoningen, zijnde 10,84% in totaal of vereenvoudigd 10%
(cijfers eind 1997).
Ten opzichte van een Vlaams gemiddelde van 10,84% bedraagt het
aantal sociale huur- en koopwoningen in Kalmthout slechts (0,49% +
1,73% =) 2,22%.
Indien een gemeente minder dan 5% sociale woningen in haar woningvoorraad heeft, zoals Kalmthout, dan zou minimaal 15% en maximaal 25%
van het totaal aantal bijkomende woningen uit sociale woningen moeten
bestaan. Deze regel geldt zowel voor gemeente in het buitengebied als
voor gemeenten in het stedelijk gebied.
Rekening houdend met de taakstelling van Kalmthout als structuurondersteunend hoofddorp type I betekent dit dat er binnen de huidige
planperiode (tot 2007) minimum 54 en maximum 90 sociale huur- en
koopwoningen dienen gerealiseerd 76.
1.3. Vergelijking aanbod en behoefte op korte
termijn (2002 - 2007)
Vergelijking aanbod en behoefte op korte termijn voor de
hele gemeente
Onderstaande tabel geeft een overzicht van behoeften en aanbod weer.
76
Vergelijk ook met het aantal kandidaat-huurders op de wachtlijst van de sociale
huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning, die 97 Kalmthoutse gezinnen telt.
- 119 -
informatief gedeelte
Zoals hoger aangegeven dienen binnen de bijkomend te ontwikkelen
gebieden (binnengebieden in woongebied, woonuitbreidingsgebied, andere gebieden) minimum 54 sociale huur- en koopwoningen gerealiseerd, of
de volledige omvang van buiten het vrijkomend aanbod te realiseren
woningen.
77
- 120 -
Dit neemt niet weg dat op niveau van de woonkernen ook voldaan moet kunnen
worden aan de behoefte geraamd vanuit een gesloten bevolkingsprognose. In de
woningbehoeftestudie uit 1998 bleek dit zeker het geval in Nieuwmoer.
maximale behoefte
berekening provincie
-
vrijkomend aanbod
berekening
behoefte eigen
-
vrijkomend aanbod
excl.
binnengebieden
Op niveau van de gemeente 77 kan de aansnijding van gebieden buiten het
woongebied (ook gebieden in woonuitbreidingsgebied) niet kwantitatief
worden verantwoord en is dit in elk geval enkel mogelijk wanneer dit
kadert binnen de gewenste ruimtelijke structuur (in een kernversterkend
beleid) zoals afgewogen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplanningsproces.
vergelijking aanbod en behoeften aan bijkomende woongelegenheden (2002 - 2007) in de hele gemeente
maximale behoefte
tabel 24
berekening provincie
Uit de confrontatie van de behoefte aan bijkomende woningen met het
vrijkomend aanbod langs uitgeruste wegen en in goedgekeurde
verkavelingen (exclusief binnengebieden) blijkt dat er - bij handhaving van
de bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe
wegentracés - een tekort aan bijkomende woongelegenheden is, dat
(naargelang de berekeningswijze) varieert van 23 woningen tot 50
woningen.
Wanneer voornoemde bewarende maatregel niet wordt gehandhaafd, is er
geen enkele behoefte om van overheidswege gebieden aan te snijden. De
gemeente heeft dan dus (vrijwel) geen mogelijkheden ter realisatie van
sociale en betaalbare woningen.
berekening
-
behoefte eigen
31 maart 2006
2002-2007
-
vrijkomend aanbod
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
336
386
359
448
386
359
-50 (tekort)
-23 (tekort)
incl.
binnengebieden
bron:
62 (overschot)
89 (overschot)
eigen berekening
Conclusies:
− er is een kleine behoefte (23 tot 50 woningen tot 2007) om binnengebieden in het woongebied aan te snijden door verkavelingen met
nieuwe wegentracé’s goed te keuren; prioriteit gaat daarbij naar
kernversterkende initiatieven met een sociale doelstelling
− er is (op niveau van de hele gemeente) geen behoefte om woonuitbreidingsgebieden noch andere gebieden buiten woongebied aan te
snijden of te herbestemmen.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Vergelijking aanbod en behoefte op korte termijn voor
Achterbroek en Nieuwmoer
-
behoefte
vrijkomend aanbod
behoefte
2002-2007
vergelijking aanbod en behoeften aan bijkomende woongelegenheden (2002 - 2007) in Achterbroek en Nieuwmoer
vrijkomend aanbod
tabel 25
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1.4. Aanbod op middellange termijn (2007 - 2012)
Aangezien de planhorizont uit het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen erg
dichtbij komt (2007) werd de noodzaak aan een behoefteraming van het
aantal woningen op iets langere termijn (tot 2012) aangevoeld.
Om een beeld te bekomen van de behoefte aan bijkomende woningen op
middellange termijn wordt een gesloten bevolkingsprognose voor de
periode vanaf 2007 tot 2012 berekend. Eerst nog wordt het aanbod in
2007 geraamd (dit is immers nog niet bekend). De confrontatie tussen de
behoefte bij een gesloten bevolkingsprognose en het juridisch vrijkomend
aanbod in de periode vanaf 2007 tot 2012 levert een indicatie van de
behoefte aan bijkomende woningen op middellange termijn.
Achterbroek
excl. binnengebieden
60
24
36
(overschot)
incl. binnengebieden
65
24
41
(overschot)
excl. binnengebieden
28
48
-20
(tekort)
incl. binnengebieden
31
48
-17
(tekort)
Nieuwmoer
bron:
eigen berekening
Conclusie: uit de vergelijking van het vrijkomend aanbod en behoefte
blijkt dat er in Achterbroek steeds een overschot is (minimum 36
woningen) en in Nieuwmoer minimum een behoefte is van 17 bijkomende
woningen. Hiertoe kan de gemeente het woonuitbreidingsgebied beperkt
aansnijden (op voorwaarde dat er een excentrisch gelegen niet uitgerust
woongebied voor de lange termijn wordt gereserveerd).
Deze ramingen zijn indicatief, aangezien zij gekoppeld moeten worden
aan nieuwe behoefteramingen inzake bijkomende woningen die mogelijk
als gevolg van de herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
worden meegegeven.
1.4.1. Theoretisch aanbod op de middellange termijn
Theoretisch aanbod op middellange termijn in de hele gemeente
Het aanbod in 2007 is nog niet bekend. Uit de berekening van het vrijkomend aanbod in de periode van 01/01/2002 (datum van de telling) tot
01/01/2007 blijkt dat er - mits handhaving van de bewarende maatregel
ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés:
− vermoedelijk 252 onbebouwde kavels in goedgekeurde verkavelingen
worden bebouwd
− vermoedelijk 85 onbebouwde percelen in woongebied langs uitgeruste
wegen zouden worden bebouwd.
- 121 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Dit maakt dat op 01/01/2007 er nog:
− 729 - 252 = 477 onbebouwde kavels zullen zijn in goedgekeurde verkavelingen
− 565 - 85 = 480 onbebouwde percelen zullen zijn in woongebied langs
uitgeruste wegen.
Theoretisch aanbod op middellange termijn in Achterbroek
en Nieuwmoer
Het aanbod in 2007 is nog niet bekend. Uit de berekening van het vrijkomend aanbod in de periode van 01/01/2002 (datum van de telling) tot
01/01/2007 blijkt dat er - mits handhaving van de bewarende maatregel
ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés:
− in goedgekeurde verkavelingen vrijkomen:
•
in Achterbroek: 49 woningen
•
in Nieuwmoer: 22 woningen
− langs uitgeruste wegen vrijkomen:
•
in Achterbroek: 10 percelen
•
in Nieuwmoer: 6 percelen.
Dit maakt dat er op 01/01/2007:
− in Achterbroek:
•
nog (143 - 49 =) 91 onbebouwde kavels zullen zijn in goedgekeurde verkavelingen
•
nog (68 - 10 =) 58 onbebouwde percelen zullen zijn in woongebied
langs uitgeruste wegen
− in Nieuwmoer:
•
nog (65 - 22 =) 43 onbebouwde kavels zullen zijn in goedgekeurde
verkavelingen
•
nog (36 - 6 =) 30 onbebouwde percelen zullen zijn in woongebied
langs uitgeruste wegen.
- 122 -
1.4.2. Raming van het vrijkomend aanbod in de periode
2007 - 2012
Raming van het vrijkomend aanbod in de periode 2007 2012 in de hele gemeente
Het vrijkomend aanbod in de periode van 01/01/2007 tot 01/01/2012 in de
hele gemeente wordt berekend op dezelfde wijze als voor de korte termijn
en wordt geraamd op:
− in goedgekeurde verkavelingen (69% op 10 jaar, 34,5% op 5 jaar van
477 =): 165 percelen
− op onbebouwde percelen langs uitgeruste weg (30% op 10 jaar; 15%
op 5 jaar van 480 =): 72 percelen.
In totaal komen dus (165 + 72 =) 237 percelen vrij op markt (en worden
bebouwd) in de periode 01/01/2007 - 01/01/2012 (indien de bestaande
bewarende maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe
wegentracés wordt gehandhaafd).
Indien de bestaande bewarende maatregel wordt opgeheven komen
bovenop dit vrijkomend aanbod nog eens 224 woningen extra vrij op de
markt (voor de periode 2002 - 2012). Hierbij wordt van uitgegaan dat van
de 747 bouwmogelijkheden in binnengebieden in woongebied 30% op een
periode van 10 jaar kan worden gerealiseerd.
Raming van het vrijkomend aanbod in de periode 2007 2012 in Achterbroek en Nieuwmoer
Mits behoud van de bewarende maatregel wordt het vrijkomend aanbod in
de periode van 01/01/2007 tot 01/01/2012 wordt geraamd op:
− in Achterbroek, in totaal 100 woningen waarvan:
•
in goedgekeurde verkavelingen (69% op 10 jaar, 34,5% op 5 jaar
van 91 =): 31 woningen
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
langs uitgeruste wegen (30% op 10 jaar; 15% op 5 jaar van 58 =):
9 woningen
in Nieuwmoer, in totaal 20 woningen waarvan:
•
in goedgekeurde verkavelingen (69% op 10 jaar, 34,5% op 5 jaar
van 43 =): 15 woningen
•
langs uitgeruste wegen (30% op 10 jaar; 15% op 5 jaar van 30 =):
5 woningen.
•
−
Indien de bestaande bewarende maatregel wordt opgeheven komen
bovenop dit vrijkomend aanbod (voor de periode 2002 - 2012) nog eens
extra vrij op de markt:
− 7 woningen in Achterbroek
− 3 woningen in Nieuwmoer.
Hierbij wordt er van uitgegaan dat 30% van de bouwmogelijkheden in
binnengebieden in woongebied op een periode van 10 jaar kan worden
gerealiseerd (15% in een periode van 5 jaar).
1.4.3. Potenties buiten de huidige voorraad
Bij de opmaak van een B.P.A. voor de omgeving van een bestaande
bedrijfssite in de kern van Achterbroek, slachthuis en vleesverwerkend
bedrijf Noordvlees - Van Gool NV, wordt voor de ganse site een nabestemming als woongebied voorzien.
Aangezien het bedrijf zijn milieuvergunning nog heeft verlengd tot 28
februari 2007 en thans de voorbereidingen treft voor een volgende
verlenging, mag in alle redelijkheid worden aangenomen dat deze potentie
zeker niet voor 2007 zal vrijkomen.
kaart 34
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Bijgevoegde kaart is te beschouwen als een ontwerpoefening met een
louter illustratieve waarde.
1.5. Behoefte op middellange termijn (2007 2012)
Behoefte op middellange termijn voor de hele gemeente
Om een beeld te bekomen van de behoefte aan bijkomende woningen op
middellange termijn wordt een gesloten bevolkingsprognose berekend
voor de periode vanaf 2007 tot 2012. De bevolkingspiramide van
01/01/2007 is echter nu nog niet bekend. Daarom wordt vertrokken van de
bevolkingspiramide van 2002 (totale bevolking = 17.373). De bevolking
zou volgens een gesloten bevolkingsprognose stijgen tot 18.063 begin
2012 en de gemiddelde gezinsgrootte daalt naar schatting verder tot 2,44.
Combinatie van deze twee gegevens maakt dat er begin 2012 naar
schatting 7.403 gezinnen in de gemeente zullen zijn, 974 gezinnen meer
dan in 2002. Met frictieleegstand bedraagt de behoefte 998 woningen voor
de periode 2002 - 2012. Herleid naar de periode 01/01/2007 - 01/01/2012
(5 jaar in plaats van 10 jaar) bedraagt de behoefte 499 woningen. Van
deze behoefte maken 75 tot 125 sociale huur- en koopwoningen (15% tot
25%) deel uit.
Behoefte op middellange termijn voor Achterbroek en
Nieuwmoer
De behoefte bij een gesloten bevolkingsprognose (cfr. vorig punt in de
tekst) wordt op basis van het aantal inwoners in 2002 verdeeld over de
kernen Achterbroek en Nieuwmoer.
ontwerpoefening inrichting nabestemming slachthuisterrein
Van Gool te Achterbroek
- 123 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 26
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
raming behoefte op middellange termijn in Achterbroek en
Nieuwmoer
Kalmthout
Achterbroek
aantal inwoners 2002
17.403
2.174
2.017
aandeel in de gemeente
100 %
12,49 %
11,59 %
1.499
62
58
behoefte 2007-2012
bron:
Nieuwmoer
eigen berekening
1.6. Vergelijking aanbod en behoefte op middellange termijn (2007 - 2012)
1.6.1. Met handhaving van de bewarende maatregel ten
aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés
Conclusie: het tekort bedraagt (499 - 237 =) 262 woningen voor de
periode 2007 - 2012. Van deze behoefte maken 75 tot 125 sociale huuren koopwoningen deel uit, of meer dan een vierde tot bijna de helft van
het tekort.
Daarbij wordt uitgegaan van de invulling van de behoefte op korte termijn.
Wanneer er op korte termijn meer woningen bijkomen dan het aantal
woningen om aan de behoefte op korte termijn te voldoen, dan moet het
verschil in mindering worden gebracht op voornoemd tekort op de
middellange termijn van 262 woningen.
Voor Achterbroek en Nieuwmoer
tabel 28
Voor de hele gemeente
tabel 27
vergelijking aanbod en behoefte (2007-2012) mét
handhaving bewarende maatregel in de hele gemeente
vrijkomend aanbod 2007-2012
+ 237
behoefte 2007-2012
- 499
saldo
Achterbroek
Nieuwmoer
vrijkomend aanbod 2007-2012
+ 41
+ 20
overschot aanbod 2002-2007
+ 36
0
behoefte 2007-2012
- 62
- 58
+ 15 (overschot)
- 38 (tekort)
saldo
- 262 (tekort)
bron:
bron:
eigen berekening
eigen berekening
Uit de vergelijking tussen het aanbod en de berekeningen van de behoefte
op middellange termijn blijkt dat bij handhaving van de bewarende
maatregel ten aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés het
vrijkomend juridisch aanbod maar een deel van de behoefte (ongeveer de
helft) kan opvangen. Er moeten dus (delen van) binnengebieden worden
aangesneden om het tekort op te vangen.
- 124 -
vergelijking aanbod en behoefte (2007-2012) mét
handhaving bewarende maatregel in Achterbroek en
Nieuwmoer
Uit de vergelijking van het vrijkomend aanbod en de behoefte tussen
2007-2012 blijkt dat er:
− in Achterbroek nog steeds een overschot bestaat
− in Nieuwmoer een nieuwe behoefte aan 38 bijkomende woningen
bestaat.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Conclusie:
− voor Achterbroek kan geen aansnijding van gebieden buiten de
woongebieden worden verantwoord
− voor het opvangen van de woningbouwbehoefte op de langere termijn
in Nieuwmoer een verdere gefaseerde aansnijding van binnengebieden in woongebied of het woonuitbreidingsgebied mogelijk is.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Merk op dat de mogelijkheden tot realisatie van sociale huur- en
koopwoningen bij volledige opheffing van de bewarende maatregel ten
aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés drastisch zouden
slinken en de taakstelling aan sociale huur- en koopwoningen (minimum
75 woningen) zelfs niet meer realiseerbaar zou zijn.
Bovendien zou de gemeente bij opheffing van deze bewarende maatregel
weinig vat hebben op de plaats waar de bijkomende woningen worden
gerealiseerd.
1.6.2. Zonder handhaving van de bewarende maatregel ten
aanzien van verkavelingen met nieuwe wegentracés
Voor Achterbroek en Nieuwmoer
Voor de hele gemeente
tabel 29
vergelijking aanbod en behoefte periode 2007-2012 zonder
handhaving bewarende maatregel in de hele gemeente
vrijkomend aanbod 2007-2012
behoefte 2007-2012
saldo
bron:
tabel 30
vergelijking aanbod en behoefte periode 2007-2012 zonder
handhaving bewarende maatregel in Achterbroek en
Nieuwmoer
(237 + 224 = ) + 461
- 499
- 38 (tekort)
eigen berekening
Conclusie: uit de vergelijking tussen het aanbod en de berekeningen van
de behoefte op middellange termijn blijkt dat het vrijkomend juridisch
aanbod slechts een klein gedeelte van de behoefte niet kan opvangen. Er
moeten dus extra (delen van) binnengebieden worden aangesneden om
het tekort op te vangen. Het tekort bedraagt 38 woningen voor de periode
vanaf 2007 tot 2012.
vrijkomend aanbod 2007-2012
Achterbroek
Nieuwmoer
(41 + 7 =) + 48
(20 + 3 =) + 23
overschot aanbod 2002-2007
+ 36
0
behoefte 2007-2012
- 62
- 58
+ 22 (overschot)
- 35 (tekort)
saldo
bron:
eigen berekening
Conclusie: Ook zonder handhaving van de bewarende maatregel (met
aansnijding van binnengebieden) blijkt er op de middellange termijn een
tekort in Nieuwmoer.
Daarbij wordt uitgegaan van de invulling van de behoefte op korte termijn.
Wanneer er op korte termijn meer woningen bijkomen dan het aantal
woningen om aan de behoefte op korte termijn te voldoen, dan moet het
verschil in mindering worden gebracht op voornoemd tekort op de
middellange termijn van 38 woningen.
- 125 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1.7. Enkele relevante socio-economische gegevens en tendensen met betrekking tot
Nieuwmoer
1.7.1. Bevolkingssamenstelling
De behoefte aan een betaalbaar wooninitiatief in Nieuwmoer in functie van
het behoud van de leefbaarheid van deze woonkern wordt tevens
onderbouwd vanuit een aantal socio-economische gegevens en
tendensen.
De laatste 5 jaar (cijfers 1997-2002) steeg het aantal gezinshoofden (en
dus gezinnen) zeer sterk (+38) in relatie tot de beperkte aangroei van
inwoners (slechts +8), het gevolg van een sterke gezinsverdunning,
vermoedelijk in grote mate te wijten aan een sterke vergrijzing.
Het aandeel 60-plussers in Nieuwmoer neemt namelijk sneller toe dan in
de rest van de gemeente en groeit dit toe naar het gemeentelijk gemiddelde, wat duidt op een forse vergrijzing van de bevolking in deze dorpskern (van 15,5 in Nieuwmoer en 18,5 in heel Kalmthout in 1992 naar 19,3
in Nieuwmoer en 20,4 voor heel Kalmthout in 2002).
Uit de bevolkingsloop blijkt ook een sterke uitwijking van de in 1992 20jarigen, die moeilijk een eigen woning kunnen verwerven in Nieuwmoer.
De schoolbevolking nam in de loop der jaren gestaag af van 262 kinderen
in het basisonderwijs in 1992 naar 213 kinderen in 2002.
1.7.2. Aantal woningen en sociale woningen
Het aantal gerealiseerde woongelegenheden gedurende het laatste decennium is aan de lage kant op een bevolkingsaantal van ongeveer 2000
inwoners (in totaal 109 woningen in de periode 1992-2002).
- 126 -
In het verleden werd de natuurlijke bevolkingsaangroei opgevangen in:
− een particuliere verkaveling met een 70-tal bouwkavels begin jaren
zestig (‘De nieuwe wijk’)
− een verkaveling op initiatief van de gemeente met een 40-tal bouwkavels halverwege de jaren tachtig (‘De Roerdomp’)
De eerste was voldoende om de naoorlogse generatie de mogelijkheid te
geven om in Nieuwmoer te blijven wonen. De bouwers binnen de tweede
verkaveling waren veelal kinderen van de generatie die eerder woningen
bouwde in de verkaveling van de jaren zestig.
Sinds ook de kinderen van deze generatie op zoek zijn gaan naar een
eigen woning en mede door de gevolgen van de inwijking - zowel vanuit
de aanpalende gemeenten alsook vanuit Nederland - is de druk op de
bestaande woningen en beschikbare bouwgronden verhoogd.
Ook grondspeculatie heeft dit in de hand gewerkt. Dit alles leidt tot de
vaststelling dat de prijzen van bestaande woningen en beschikbare
gronden ook hier spectaculair zijn gestegen de laatste tien jaar. De
bestaande woningenvoorraad en enkele zeer kleinschalige particuliere
verkavelingsprojecten langs de uitgeruste wegen (restpercelen) hebben/
kunnen de huidige behoefte aan bijkomende woningen niet (kunnen)
opvangen.
Ook is er in Nieuwmoer in het verleden geen enkel initiatief geweest met
betrekking tot sociale huisvesting en er zijn geen sociale koop of
huurwoningen. Voor een deel is dit uiteraard ook te verklaren door de
twee bovengenoemde meer omvangrijke verkavelingen, die de behoefte
aan betaalbare woningen hebben opgevangen. De oudste verkaveling
bestond grotendeels uit kleinere percelen - veelal voor halfopen
bebouwing - en de percelen van de tweede verkaveling werden verkocht
door de gemeente aan zeer betaalbare tarieven.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1.7.3. Voorzieningenniveau
Het voorzieningenniveau daalt bij gebrek aan voldoende draagvlak.
Eén van de twee vestigingen van de basisschool in Nieuwmoer (voormalige jongensschool en meisjesschool die na de doorvoering van het
gemengd onderwijs eind jaren ’80 beide in gebruik bleven) werd eind jaren
’90 buiten gebruik gesteld als school (thans in gebruik als buitenschoolse
kinderopvang, een jeugdhuis en - zeer beperkt - lokalen voor het plaatselijk verenigingsleven).
− Het dalende voorzieningenniveau laat zich ook op andere vlakken
voelen.
− Het plaatselijk postkantoor werd enkele jaren geleden gesloten.
− De plaatselijke uitleenpost van de openbare bibliotheek wordt enkel
nog zeer beperkt opengehouden in functie van schoolbezoeken.
− De zitdag (in de voormalige school) van de Christelijke Mutualiteit werd
afgeschaft; aangesloten leden kunnen enkel nog post deponeren in
een speciale postbus.
− De buitenschoolse kinderopvang zal bij de aanvraag tot hernieuwing
van de erkenning het aantal kinderen beperken.
− Heel wat handelszaken en cafés zijn de laatste jaren gesloten. De
panden waarin deze zaken waren gevestigd werden verbouwd tot
enkel woongelegenheid.
− Ook de ledenaantallen van de diverse verenigingen neemt gestaag af.
- 127 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
2. Bijkomende ruimte voor bedrijvigheid
2.1. Aanbod
Het gebied in Blikstraat bestrijkt drie percelen. Er is geen bedrijf gelokaliseerd.
tabel 31
realisatiegraad bedrijventerreinen
naam
oppervlakte
totaal
Overzicht
gerealiseerd
opmerking / bestemming
nietgerealiseerd
kaart 35
realisatiegraad bedrijventerreinen volgens plannen van
aanleg
In Kalmthout zijn vijf bedrijventerreinen aangegeven op het gewestplan
(zie ook kaart 6). Het gebied Draka Polva werd bij B.P.A. herbestemd. De
overige terreinen zijn weergegeven in tabel 31.
bedrijvenzones volgens gewestplan - (gedeelten) niet verfijnd/herbestemd door B.P.A.
Bosduin
33,0 ha
33,0 ha
0 ha gebied voor ambach-
(Kalmthout)
De Rijkmaker
telijke bedrijven of K.M.O.
33,4 ha
6,4 ha
27,0 ha gebied voor milieu-
(Nieuwmoer)
De oppervlakte voor ambachtelijke bedrijven en K.M.O. in de gemeente
bedraagt volgens het vigerende gewestplan ca. 65 ha (ca. 1,1% van de
totale gemeentelijke oppervlakte). Voor milieubelastende industrieën is dit
ca. 40 ha (ca. 0,7%).
Van Gool
1,0 ha
1,0 ha
0,0 ha gebied voor milieu-
(Achterbroek)
belastende industrieën
(B.P.A. in opmaak)
Blikstraat
Het zuidelijk deel van het gebied Bosduin werd reeds aangesneden in het
kader van de economische expansie in het begin van de zeventiger jaren,
vóór de uiteindelijke goedkeuring van het gewestplan. Een aantal bedrijven liggen op de rand van dit gebied, gedeeltelijk in natuurgebied.
belastende industrieën
0,3 ha
0,0 ha
0,3 ha gebied voor ambach-
(Nieuwmoer)
telijke bedrijven of K.M.O.
bedrijvenzone volgens B.P.A.
Bosduin
28,1 ha
13,5 ha
14,6 ha fase 1 gerealiseerd;
(Kalmthout)
Slechts een deel van het gebied Rijkmaker, ten oosten van Essensteenweg is aangesneden. Het gebied langs de steenweg werd eerder
verkaveld voor woningbouw, maar door specifieke verkavelingswijzigingen
werd het gebruik van de percelen voor bedrijvigheid mogelijk gemaakt.
totalen
95,8 ha
bron:
Voor het gebied Slachthuis Van Gool en omgeving is een B.P.A. in
opmaak (definitief vastgesteld in de gemeenteraad op 28/04/2005).
- 128 -
fase 2 in uitvoering
53,9 ha
41,9 ha
eigen berekening
Het B.P.A. nr. 3 Bosduin vormt een verfijning van de K.M.O.-bestemming
volgens het gewestplan in functie van verdere ontwikkeling van het
K.M.O.-gebied ten noorden van Franse Weg. De begrenzing van de
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
K.M.O.-zone werd aangepast rekening houdend met de natuurlijke waarde
van de aangrenzende percelen (cfr. Biologische Waarderingskaart) en de
eigendomsstructuur. Ze beslaat slechts een deel van het gelijknamige
gebied bestemd door het gewestplan. De vooropgestelde realisatie van
het B.P.A. is in uitvoering. De gemeente is verkopende eigenaar van de
gronden. Het B.P.A. beslaat een totale oppervlakte van ca. 28,1 ha. Het
aansnijden van de terreinen verloopt gefaseerd. De eerste uitvoeringsfase
omvatte een totale oppervlakte van ca. 11,5 ha. Zo ’n 2 ha. werden (nog)
niet verkocht. Een nieuwe uitvoeringsfase, met een oppervlakte van ca.
8,3 ha is thans in uitvoering.
De terreinen worden aan de kandidaat-kopers toegewezen op basis van
een aantal algemene, objectieve toewijzingscriteria. Primaire criteria
vormen hierbij de noodzaak tot herlokalisatie van zonevreemde bedrijven
in de ruime zin van het woord en de perspectieven op de creatie van
lokale tewerkstelling.
Eén van de concepten voor de ontwikkeling van het bedrijvenpark omvat
de realisatie van een ‘mini-bedrijvenpark’ of een ‘bedrijvencluster’ voor
kleinere bedrijven. Een eerste bedrijvencluster, met een totale oppervlakte
van ca. 0,9 ha, goed voor de vestiging van 10 kleinere bedrijven werd
inmiddels gerealiseerd.
Andere bedrijven worden op basis van de toewijzingscriteria opgedeeld in
drie categorieën.
Ontwerpmatig onderzoek
Voor de lokatie De Rijkmaker werden de potenties onderzocht aan de
hand van ontwerpmatig onderzoek.
kaart 36
ontwerpoefening
Rijkmaker
inrichting
lokaal
bedrijventerrein
De
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Bijgevoegde kaart is te beschouwen als een ontwerpoefening met een
louter illustratieve waarde.
2.2. Behoeften
2.2.1. Behoeften van de zonevreemde bedrijven
Vanuit de evaluatie van de bedrijven die theoretisch in aanmerking komen
voor het sectoraal B.P.A. kan een eerste raming worden gemaakt van de
ruimtebehoefte van zonevreemde bedrijven in de gemeente. Uit de
voorstudie voor het sectoraal B.P.A. blijkt dat in totaal voor 14 bedrijven
een herlokalisatie aangewezen is. De totale oppervlakte van deze
bedrijven bedraagt bruto ca. 10,5 ha.
Aangezien een belangrijk aandeel van de bedrijven slechts een beperkt
deel van deze oppervlakte effectief gebruikt en de herlokatie de aanzet
kan zijn voor een herstructurering van de bedrijvigheid met een zuiniger
ruimtegebruik tot gevolg, is deze ingeschatte behoefte ruimer dan de
werkelijke behoefte. Daartegenover staat dat men wel rekening moet
houden met de mogelijke gewenste uitbreiding van het bedrijf bij herlokalisatie. Hoe dan ook kan men besluiten dat de aangegeven oppervlakten een zeer ruime inschatting zijn van de nuttige oppervlakte als een
bruto-oppervlakte geïnterpreteerd moet worden.
Er kan uitgegaan worden van een belangrijke gemiddelde bezuiniging in
oppervlakte door het herstructureren van het bedrijf. De richtwaarde
gehanteerd door G.O.M. Antwerpen bedraagt ca. 0,5 ha voor lokale
bedrijven. Voor de resterende bedrijven zou men dan komen aan een
totale oppervlakte van ca. 7 ha. Dit is vrij realistisch aangezien verschillende bedrijven slechts de helft tot zelfs een derde van de perceelsoppervlakte daadwerkelijk in gebruik heeft.
- 129 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Voor 7 bedrijven moet onderzoek ter plaatse uitwijzen of herlokalisatie
noodzakelijk is. De bedrijven nemen een beperkte oppervlakte in beslag
en zijn veelal deels in woongebied, deels in agrarisch gebied gelegen.
Hun gezamenlijke ruimtebehoefte bedraagt ca. 1,5 ha.
Het betreft 7 bedrijven 78. Met een gemiddelde oppervlakte van ca. 0,5 ha
per bedrijf (richtwaarde gehanteerd door de G.O.M. Antwerpen), kan voor
deze bedrijven een behoefte van ca. 3,5 ha afgeleid worden.
Tot slot zijn er nog een aantal bedrijven waarvoor een oplossing ter
plaatse is aangewezen. Enerzijds betreft het bedrijven gelegen in het
industriegebied Bosduin met delen tot in natuurgebied, anderzijds bedrijven gelegen in het industriegebied De Rijkmaker met delen tot in het
agrarisch gebied.
− De eerste groep neemt een totale perceelsoppervlakte in van ca. 9,7
ha. Hiervan ligt ca. 2,8 ha in natuurgebied.
− De overige oppervlakte ligt reeds in een gebied bestemd voor bedrijvigheid.
Voor de overige bedrijven is de oppervlakte minder relevant.
2.3. Vergelijking aanbod en behoeften
tabel 32
raming benodigde oppervlakte
te herlokaliseren bedrijven
ca. 7,0 ha
te onderzoeken bedrijven
ca. 1,5 ha
oplossing ter plaatse - omgeving Bosduin
ca. 2,8 ha
eigen berekening
vergelijking aanbod - behoeften bedrijvigheid
aard
oppervlakte
aanbod waarvan
+ 41,9 ha
-
niet gerealiseerde oppervlakte in gewestplanbestemmingen voor
bedrijven, niet in B.P.A.
+ 27,3 ha
-
niet gerealiseerde oppervlakte in B.P.A.’s
+ 14,6 ha
behoefte herlokalisaties waarvan
-10,5 ha
-
behoefte te herlokaliseren zonevreemde bedrijven, theoretisch in
aanmerking komend voor een sectoraal B.P.A.
- 7,0 ha
-
behoefte probleembedrijven, niet vatbaar voor opname in sectoraal
B.P.A.
- 3,5 ha
behoeftebepaling zonevreemde bedrijven
ontwikkelingsperspectief
bron:
tabel 33
behoefte oplossingen ter plaatse waarvan
- 4,3 ha
-
te onderzoeken bedrijven, theoretisch vatbaar voor opname in
sectoraal B.P.A.
- 1,5 ha
-
oplossing ter plaatse, omgeving Bosduin
- 2,8 ha
aanbod - behoefte herlokalisaties (41,9 ha - 10, 5 ha =)
+ 30,4 ha
aanbod - totale behoefte (41,9 ha - 10,5 ha - 4,3 ha =)
+ 26,1 ha
2.2.2. Behoeften voor herlokalisatie van probleembedrijven
gelegen in het woongebied
De herlokalisatie van probleembedrijven die niet vatbaar zijn in voor
opname in het sectoraal B.P.A. worden binnen de behoeftebepaling voor
de zonevreemde bedrijven niet in rekening genomen.
- 130 -
78
In totaal worden 27 bedrijven als mogelijk problematisch beschouwd. Hiervan kunnen
zo ’n 20 bedrijven binnen de context van de behoeftebepaling voor bedrijvigheid buiten
beschouwing worden gelaten. Het betreft o.a. 14 para-agrarische bedrijven, 2 maneges en 2 specifieke gemeenschapsvoorzieningen (waterzuivering en hoogspanning).
Voor twee bedrijven in agrarisch gebied binnen de verkaveling 056/60 is een oplossing
in het kader van de ontwikkeling van het gebied De Rijkmaker aangewezen.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
bron:
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
eigen berekening
Met het huidige aanbod kan duidelijk op de behoeften worden ingespeeld.
De niet gerealiseerde voorraad in het gebied Bosduin overtreft de behoeften gecreëerd door de waarschijnlijk te herlokaliseren. Ook voor bedrijven waarvoor een oplossing moet worden onderzocht is eventueel nog
ruimte vrij.
- 131 -
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
3. Bijkomende ruimte voor recreatie
tabel 34
3.1. Aanbod
naam
realisatiegraad gebieden bestemd voor dagrecreatie79
totale
oppervlakte
opmerking / bestemming
3.1.1. Aanbod aan recreatiegebieden
Volgens het gewestplan zijn ca. 13 ha bestemd voor recreatie. Deze
oppervlakte is versnipperd over 11 gebieden. Via B.P.A.’s werd één gebied toegevoegd (B.P.A. de Vennen) en één gebied beperkt uitgebreid
(B.P.A. Heikantstraat). Vijf gebieden, samen goed voor meer dan één
derde van de voor recreatie bestemde oppervlakte, werden niet ingevuld
door recreatieve infrastructuur.
oppervlakte
niet
gerealiseerd
-
oppervlakte
gerealiseerd
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
recreatiegebieden volgens het gewestplan, niet verfijnd of herbestemd door B.P.A.
Nieuwmoer,
1,2 ha
1,2 ha
Essensteenweg
Nieuwmoer,
0 ha voetbalterreinen gedeeltelijk in
het agrarisch gebied
1,1 ha
0 ha
0,7 ha
0,4 ha
1,1 ha in landbouwgebruik
Elvo-Spreeuwstraat
Met hun gemiddelde oppervlakte van ca. 1,2 ha hebben de recreatieve
bestemmingen veelal een te beperkte oppervlakte voor de opvang van de
reële behoefte. Getuige hiervan zijn de voetbalvelden in Nieuwmoer en
Achterbroek, gedeeltelijk gelegen in agrarisch gebied en het terrein te
Heide, waar uitbreiding onmogelijk is. Ruimte voor infrastructuren van
gemeentelijk niveau is er niet.
Achterbroek,
Roosendaalsebaan
0,3 ha gebied gedeeltelijk ingenomen
door tuinen,
voetbalterreinen gedeeltelijk in
agrarisch gebied
Achterbroek, Achterstraat
0,7 ha
0,0 ha
0,7 ha verkaveld,
gebied
tuinen bij woningen
Bruto wordt ca. 8,2 m² per inwoner voor sport gebruikt. Het aanbod aan
sportinfrastructuur in open lucht per kern wordt weergegeven in de
volgende tabel. Merk op dat ongeveer de helft van het aanbod (ca. 7,1 ha)
gesitueerd is in de aan elkaar gegroeide kernen van Dorp-Heuvel,
Centrum en Heide.
Indien men de bij het kadaster gekende oppervlakte aan recreatieve
infrastructuren beschouwd wordt dit aanbod sterk gerelativeerd. Slechts
1,8 m² /inwoner is als een terrein voor recreatie bij het kadaster gekend.
Heide, Missiehuislei
1,3 ha
0,0 ha
1,3 ha verkaveld
Heide,
1,2 ha
1,2 ha
0,0 ha voetbalveld
Bezemheide
1,3 ha
1,3 ha
0,0 ha voetbalveld
Het Scheel
1,1 ha
0,0 ha
1,1 ha in landbouwgebruik
Kapellensteenweg
1,4 ha
1,4 ha
0,0 ha gemeentelijk zwembad
Dorp, Kapellaan
0,8 ha
0,0 ha
0,8 ha verkaveld
Koningin Astridlaan
79
- 132 -
Het betreft benaderende gegevens.
volledig
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
oppervlakte
niet
gerealiseerd
oppervlakte
gerealiseerd
opmerking / bestemming
totale
oppervlakte
naam
B.P.A.’s
Zwarte Hond,
1,9 ha
1,9 ha
0,0 ha verfijning en uitbreiding
Heikantstraat
1,5 ha
1,5 ha
0,0 ha herbestemd naar recreatie
ca. 1 ha ingevuld voor sport
totaal
14,2 ha
8,9 ha
5,3 ha
eigen berekening
tabel 35
kern
bruto-aanbod aan sportinfrastructuren in open lucht per kern
bruto-aanbod
Dorp-Heuvel
ca. 2,5 ha
Centrum
ca. 1,3 ha
Heide
ca. 1,2 ha
Nieuwmoer
ca. 2,2 ha
Achterbroek
ca. 0,7 ha
totaal
ca. 7,9 ha
bron:
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
3.1.2. Aanbod aan recreatief groen
De meeste van de 14 zogenaamde wijkspeelpleintjes functioneren op
buurtniveau. De helft ligt in Centrum(4) en Dorp(4). In Heide en Achterbroek blijft dit beperkt tot één terrein. Nieuwmoer beschikt niet over een
ingericht terrein. Er zijn er wel twee voorzien. Twee andere terreinen,
Zwarte Hond en Strijboshof liggen geïsoleerd ten opzichte van de
woonomgeving.
recreatiegebied
Nieuwmoer, De Vennen
bron:
-
eigen berekening; het gebied ‘Zwarte Hond’ met een oppervlakte van ca. 1,9 ha, werd
omwille van de excentrische ligging t.o.v. de woongebieden niet meegerekend.
Op buurtniveau wordt ook dikwijls buiten de daartoe speciaal ingerichte
speelterreinen gespeeld. Naast de toegankelijkheid vormt ook de ‘bespeelbaarheid’ van het openbaar domein en centrale open plekken hierin
een belangrijk criterium. Zo wordt voor balspelen gebruik gemaakt van de
parking van de kleuterschool in Heide. Voor meer avontuurlijke spelen
wordt soms gebruik gemaakt van braakliggende terreinen, meestal in
privé-handen. In Dorp wordt soms gebruik gemaakt van de markt en de
weide bij het ‘Plein de Beek’. Ook het park nabij de onderwijsinstelling
GITOK II (privé-eigendom) en de sportterreinen in de stationsomgeving
(gemeentelijk eigendom) zijn speelplekken. Het park dat de school GITOK
I omgeeft zou ook opengesteld kunnen worden als speelruimte binnen
bepaalde openingsuren.
Ook parkgebieden volgens het gewestplan kunnen in principe een
recreatieve functie vervullen als groene speelruimte. Een vergelijking
tussen bestemde oppervlakte en gerealiseerde oppervlakte is hier van
minder belang. De gemeente telt 14 parkgebieden volgens het gewestplan
met een gezamenlijke oppervlakte van 88,3 ha. In vele gevallen zijn de
parken in private handen en niet toegankelijk als speelruimte. Nabij
Nieuwmoer is geen parkgebied aanwezig. Vanuit Achterbroek moet
worden uitgeweken naar Strijboshof.
- 133 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Uit inventarisatie van de groene speelruimten in de gemeente blijkt dat
kinderen en jongeren niet alleen in de daartoe bestemde ‘parkgebieden’
spelen maar ook daarbuiten. Zo wordt nabij Nieuwmoer het Venetiëbos
gebruikt als speelruimte. Ook delen van de Kalmthoutse Heide (met
inbegrip van de Withoefse Heide), het Klein Schietveld en de Maatjes
worden als speelruimte gebruikt. Dit geeft aanleiding tot conflicten zowel
op het vlak van de natuurlijke draagkracht van het gebied (vertrappeling)
als op het vlak van veiligheid.
van de netto-behoefte. Dit komt voor Kalmthout dan neer op 13,5 tot 18
ha. Volgende tabel geeft hiervan een verdeling per kern.
tabel 36
verdeling behoeften per kern
netto-behoefte
bruto-behoefte
Dorp-Heuvel
ca. 2,5 ha
ca. 3,7 à 5 ha
Centrum
ca. 2 ha
ca. 3 à 4 ha
Heide
ca. 2,5 ha
ca. 3,7 à 5 ha
3.2. Behoeften
Nieuwmoer
ca. 1 ha
ca. 1,5 à 2 ha
3.2.1. Behoefte aan ruimte voor sportinfrastructuur
Achterbroek
ca. 1 ha
ca. 1,5 à 2 ha
De nood aan bijkomende sportterreinen kan moeilijk cijfermatig berekend
worden. Kengetallen met betrekking tot het aantal vierkante meters
sportterrein per inwoner variëren in de literatuur van 5 tot 20 m²/inwoner.
Dit illustreert plaatselijke verschillen, maar ook het verschil in totstandkoming van dergelijke ratio’s. Of schoolsportterreinen, overdekte
sportaccommodaties, tennisbanen e.d. wel of niet zijn inbegrepen is niet
altijd duidelijk 80.
totaal
ca. 9 ha
ca. 13,5 à 18 ha
Destijds werden door BLOSO minimale netto-richtwaarden van 3 m²/
inwoner voor de subsidiëring gebruikt. Hierbij werd aangegeven dat er in
principe een netto-behoefte bestond van 5 m²/inwoner wat voor Kalmthout
neerkomt op een totaal van ca. 9 ha, exclusief kleedkamers, tribunes en
parkeergelegenheid.
Niet zozeer de oppervlakte, maar vooral de bereikbaarheid vormt een
belangrijke factor voor het bezoek aan groene recreatieve ruimten. Dit
geldt zowel voor jongeren als voor ouderen. Barrières beperken de
aantrekkelijkheid. De minimale afstand kan verder vertaald worden naar
functionele gebieden zoals buurt en wijk en gekoppeld worden aan
minimale oppervlakten. Volgende tabel geeft een voorbeeld van deze
vertaling.
De benodigde bruto-oppervlakte staat sterk in functie van het terrein en de
versnippering van de infrastructuren. Zij beslaat zowat 150% tot 200 %
80
- 134 -
E.F. Nozeman, Planologische Kengetallen 5030, november 2001, p.22.
(waarvan 10,5 à 14 ha in Dorp Heuvel - Centrum - Heide)
bron:
eigen berekening
3.2.2. Behoefte aan recreatief groen
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 37
referentiekader voor bereikbare groene ruimten
functieniveau
maximumafstand
woongroen
< 150 m
buurtgroen
< 400 m
> 1 ha
wijkgroen
< 800 m
> 10 ha (park: > 5ha)
gemeentelijk groen 81
< 1600 m
> 30 ha (park: > 10 ha)
bron:
minimumareaal
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
3.3. Vergelijking aanbod en behoeften
3.3.1. Sportinfrastructuren
Beschouwd over het geheel aan sportinfrastructuren voldoet het aanbod
aan sportinfrastructuren niet aan de berekende behoefte. Dit geldt zowel
voor de minimale als de voor de maximale bruto-behoefte.
Beschouwd per kern blijkt dat in alle kernen, met uitzondering van
Nieuwmoer, een tekort bestaat.
Lange Termijnplanning Groenvoorziening 1993, aangepast aan internationaal onderzoek VUB in MIRA-S 2000.
Algemeen geldende kwaliteitsbepalende factoren zijn in vijf groepen in te
delen:
− uitrusting (inrichting en mate van toegankelijkheid)
− natuur (contact met natuur die haar eigen gang gaat)
− cultuur en historie (goed onderhouden parken met culturele kwaliteiten,
duidelijk tot stand gekomen door de mens)
− ruimte(lijkheid) ( de groene ruimte als onbegrensde (belevings)ruimte)
− rust en stilte (dikwijls is geluid zelfs belangrijker dan het visuele
aspect).
Het tekort situeert zich vooral in het centraal woongebied. Het tekort in
Dorp-Heuvel, Centrum en Heide, bedraagt in totaal 5,5 à 9 ha. Wanneer
Zwarte Hond, dat enigszins excentrisch gelegen is, wel wordt
meegerekend bedraagt het tekort nog steeds 3,6 à 7,1 ha.
Bovendien geldt juist in het centraal woongebied dat een gedeelte van de
terreinen gelegen zijn bij het station van Kalmthout, een plek met meer
potenties (zie eerder onder hoofdstuk V punt 1.1.1.). Bij eventuele
ontwikkeling van deze omgeving als nieuwe woonlokatie dienen de
bestaande sportterreinen geherlokaliseerd, wat aanleiding geeft tot een
bijkomende bruto-behoefte van minimum 2,5 ha (en een totale behoefte
van minimum 6,1 à 9,6 ha).
Ontwikkeling, (her)inrichting en beheer van openbare ruimten dient te
vertrekken van wensen en behoeften van gebruikers. Hierdoor wordt de
betrokkenheid van de bewoners vergroot en de buurt minder kwetsbaar
voor vervuiling, vandalisme en sociale onveiligheid 82.
81
82
In de lange termijnplanning voor groenvoorziening wordt, vanuit een stedelijke context,
de term stadsdeelgroen gebruikt.
Van Herzele A. e.a. Stedelijk milieu in: MIRA-S 2000: Milieu en natuurrapport
Vlaanderen: scenario’s, VMM, Garant.
- 135 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
tabel 38
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
vergelijking bruto-aanbod en behoeften per kern
netto-
bruto-behoefte
bruto-aanbod
aanbod - behoefte
(bruto) 83
behoefte
Dorp-Heuvel
ca. 2,5 ha
ca. 3,7 à 5 ha
ca. 2,5 ha
-1,2 à -2,5 ha
ca. 2 ha
ca. 3 à 4 ha
ca. 1,3 ha
-1,7 à -2,7 ha
ca. 2,5 ha
ca. 3,7 à 5 ha
ca. 1,2 ha
-2,5 à -3,8 ha
Nieuwmoer
ca. 1 ha
ca. 1,5 à 2 ha
ca. 2,2 ha
+0,7 à +0,2 ha
Achterbroek
ca. 1 ha
ca. 1,5 à 2 ha
ca. 0,7 ha
-0,8 à -1,3 ha
totaal
ca. 9 ha
13,5 à 18ha
ca. 7,9 ha
-5,6 à -10,1 ha
Centrum
Heide
bron:
eigen berekening
Voor de bespeelbaarheid van het openbaar domein kan worden verwezen
naar het referendum georganiseerd door het kinderrechtencommisariaat 84
waarin de Kalmthoutse kinderen aangeven dat zij vooral een behoefte
hebben aan veiliger verkeer en meer speelruimte.
Op wijkniveau is er een tekort aan toegankelijke groengebieden in de
verschillende kernen. Dit wordt bevestigd in het jeugdruimteplan waar in
belangrijke mate vanuit de vragen van het jeugdwerk werd vertrokken en
door een aantal verenigingen de vraag naar een speelbos (ca. 5 ha) werd
opgeworpen. De behoefte wordt bevestigd in het jeugdruimteplan. Per
kern worden volgende behoeften geformuleerd:
− Heide: nood aan groene (officiële) speelterreinen (een verhard of
zanderig terrein voor balspelen e.d.)
− Centrum en Dorp: nood aan een speelbos
− Achterbroek: nood aan meer groene speelruimte of speelbos en extra
speelruimte nabij de jeugdlokalen
− Nieuwmoer: nood aan meer groene speelruimte of speelbos.
3.3.2. Recreatief groen
Vanuit het speelruimteplan worden de tekorten aan buurtgroen onder de
vorm van speelpleintjes in Heide, Achterbroek en Nieuwmoer bevestigd.
Hieraan kan tegemoet getreden worden door inrichting van een aantal
terreinen.
Voor meer avontuurlijke terreinen op buurtniveau situeren de tekorten zich
in zowat alle kernen. Zowel in Nieuwmoer als in Achterbroek is er nood
aan groene speelruimte. In Centrum en Dorp blijkt een behoefte te bestaan aan een grotere toegankelijkheid van avontuurlijke speelplekken. Dit
geldt ook voor Heide waar gebruik wordt gemaakt van een braakliggend
terrein en een park.
3.4. Potentiële lokaties
3.4.1. Potentiële lokaties voor sportvoorzieningen
Aan het tekort aan nieuwe sportvoorzieningen kan op verschillende
manieren tegemoet getreden worden. Omwille van het belang van de
bereikbaarheid van de (groene) recreatieve voorzieningen lijkt de ontwikkeling aangewezen van een soort netwerk waarin de speelpleinen, de
sportvelden en een grotere recreatieve pool met elkaar en met de omliggende woonomgeving verbonden zijn.
84
83
- 136 -
Een negatief saldo duidt op een tekort, een positief op een overschot.
Referendum georganiseerd door het kinderrechtencommisariaat via de Vlaamse
basisscholen van 18 tot 22 september 2001 voor kinderen van 8 tot 12 jaar. 218
Kalmthoutse kinderen namen hieraan deel.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Vanuit deze optie werd gekozen om potentiële lokaties aan te duiden voor
de inplanting van infrastructuren op wijkniveau aansluitend bij de kernen
Achterbroek en Nieuwmoer. Nabij het centraal woongebied werden potentiële lokaties gezocht voor de inplanting van een concentratie aan
sportinfrastructuren van lokaal, gemeentelijk niveau.
tabel 39
1.
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van recreatievoorzieningen
naam
oppervlakte
beschrijving
Driehoek
ca. 9 ha
−
potenties voor concentratie gemeentelijk niveau
−
gewestplan: agrarisch gebied
−
Overzicht
sluit sterk aan bij bestaande kern met
gemeenschapsvoorzieningen
−
In onderstaande tabel wordt een korte beschrijving van de verschillende
zoeklokaties gegeven.
kaart 37
-
potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van recreatievoorzieningen
−
aanwezigheid belangrijke landbouwwaarden
relatief homogeen en open gebied met
aanwezigheid kleine landschapselementen
2.
Diesterweg
ca. 16 ha
−
hoge bereikbaarheid voor autoverkeer
−
potenties voor concentratie gemeentelijk niveau
−
gewestplan: agrarisch gebied en (beperkt)
recreatiegebied
−
sluit aan bij bestaande recreatieve
infrastructuren (voetbalplein, jeugdlokalen,
schoolkolonie)
−
geen belangrijke landbouwwaarden aanwezig
−
beperkte landschappelijke waarde
−
versnipperd, ingesloten gebied
−
matige bereikbaarheid voor autoverkeer
- 137 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
3.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
naam
oppervlakte
beschrijving
FC Nieuwmoer
ca. 4 ha
−
potenties voor concentraties op wijkniveau
−
gewestplan: agrarisch gebied en recreatiegebied
−
5.
naam
oppervlakte
beschrijving
VV Achterbroek
ca. 3 ha
−
−
waarvan 0,4 ha in gebruik als sportterreinen) en
sluit weinig aan bij de kern van Nieuwmoer,
agrarisch gebied
−
zonevreemd
De Vennen
ca. 6 ha
gewestplan: gebied voor dagrecreatie (0,7 ha
(1,2 ha)
aanwezige voetbalvelden gedeeltelijk
4.
potenties voor concentratie op wijkniveau
sluit weinig aan bij de kern van Achterbroek;
aanwezige voetbalterreinen gedeeltelijk
−
matige landbouwwaarde
−
sluit aan bij open landbouwgebied;
−
hoge landbouwwaardering
landschappelijke waarden in omgeving
−
rand open gebied met landschappelijke waarde
aanwezig: relictenzone
−
zonevreemd
woonwijken afgesneden van gebied door drukke
−
hoge bereikbaarheid voor autoverkeer
verkeersweg; matige bereikbaarheid voor
−
potenties voor concentraties op wijkniveau
autoverkeer (smalle toegangsweg)
−
gewestplan: landschappelijk waardevol agrarisch
6.
Kapelstraat
ca. 11 ha
−
−
−
−
gebied
B.P.A. De Vennen
−
−
sluit sterk aan bij de kern van Nieuwmoer en bij
sluit aan bij de kern van Achterbroek en bij een
zonevreemde manege
(jeugdlokalen, fil-o-droom, school)
−
hoge landbouwwaardering
matige landbouwwaardering, vrij vochtig gebied
−
open ruimte gedeeltelijk ingesloten door
zuidelijke open ruimte aan de rand van het dorp,
lintbebouwing
−
waardevolle elementen aanwezig, begrensd
door beekje ten zuiden
−
gewestplan: agrarisch gebied, ge-deeltelijk
woongebied met landelijk karakter
andere (recreatieve) voorzieningen
−
potenties voor concentraties op wijk-niveau
matige tot hoge bereikbaarheid autoverkeer
bron:
matige bereikbaarheid autoverkeer
eigen verwerking
Ontwerpmatig onderzoek
Voor de lokaties Driehoek en Diesterweg werden de potenties onderzocht
aan de hand van ontwerpmatig onderzoek.
- 138 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
kaart 38
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
ontwerpoefening inrichting sportpark Driehoek en groene
parkrand Diesterweg
Bijgevoegde kaart is te beschouwen als een ontwerpoefening met een
louter illustratieve waarde.
3.4.2. Potentiële lokaties voor recreatief groen
Groen op buurtniveau is weinig structurerend op gemeentelijk niveau. Op
de behoefte aan zowel avontuurlijke terreinen in Dorp en Centrum kan
worden ingespeeld door overeenkomsten in verband met het gebruik van
het park GITOK II. Wat de meer ingerichte speelruimte betreft kan een
antwoord worden gegeven door voldoende groen te voorzien bij de aanleg
van nieuwe woonwijken.
Op wijkniveau kunnen een aantal potentiële lokaties voor een speelbos
worden aangeduid. In Nieuwmoer en Achterbroek kunnen zij tegelijk inspelen op de behoefte aan avontuurlijke speelruimten op wijkniveau. Zo
biedt het gebied De Vennen mogelijkheden in de omgeving van de
jeugdlokalen in Nieuwmoer en kan ook het gebied Kapelstraat gedeeltelijk
bebost worden voor recreatieve doeleinden.
- 139 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
4. Bijkomende ruimte voor specifieke
gemeenschapsvoorzieningen
Het gemeentebestuur ziet zich reeds enige jaren geconfronteerd met een
aantal behoeften. Over de behoeften is iedereen het eens, maar over de
mogelijke oplossingen die deze behoeften kunnen invullen is al veel
gewikt en gewogen. Het gaat namelijk niet enkel om (soms omvangrijke)
bouw- en infrastructuurwerken, maar vooral ook om projecten die vaak
aan elkaar gerelateerd zijn, en verstrekkende gevolgen (kunnen) hebben
voor de organisatie van een aantal gemeentelijke diensten, zowel intern
als extern.
kaart 39
potentiële lokaties voor de (her)lokalisatie van gemeenschapsvoorzieningen
4.1. Vernieuwing of herlokalisatie recyclagepark
Nu al vormt de omgeving van het station een drukke plek. Het afleveren
van afval gebeurt vooral met de wagen. Door de drukte en de beperkte
inrichtingsmogelijkheden vormt de huidige lokatie geen optie voor eventuele uitbreiding of herstructurering van het containerpark. Bovendien is
deze omgeving een interessante inbreidingslokatie.
Het is mogelijk om het recyclagepark op de K.M.O.-zone Bosduin in te
planten. Hoewel excentrisch gelegen, verplaatsen de meeste bezoekers
aan een containerpark zich met de wagen. Het zijn veelal grotere fracties
die worden aangeleverd. Lokaal kunnen in de verschillende kernen
voorzieningen aangebracht worden voor kleiner afval (glascontainers
enz.). Ook een degelijke selectieve ophaling lost reeds een belangrijk deel
van de problematiek op.
- 140 -
Voor de herlokalisatie van het containerpark zal een deel van de K.M.O.zone Bosduin worden ingenomen. Vraag is of deze inname - omwille van
de nood aan bedrijventerreinen op provinciaal niveau - gecompenseerd
dient en/of kan worden door een uitbreiding van het bedrijventerrein.
Hierbij kan worden gedacht aan een uitbreiding van het gereserveerde
terrein Bosduin in noordelijke richting met eventueel een tweede ontsluiting naar Heikantstraat.
4.2. Uitbreiding gemeentehuis
De gemeentelijke administratieve diensten lijden aan nijpend plaatsgebrek. Zo is er in de eerste plaats nood aan bijkomende kantoorruimte,
vergaderruimte en archiefruimte.
Het behoud van de gemeentelijke administratieve diensten en uitbreiding
op hun huidige lokatie (Centrum) krijgt de voorkeur.
− Bij herlokalisatie van de politie zou de huidige lokatie als annex van het
gemeentehuis kunnen worden ingenomen. De ruimtewinst die dit zou
opleveren is echter gering, vergeleken met de hoge moeilijkheidsgraad
en verbouwingskost die dat met zich zou meebrengen. Omwille van
zijn bescherming als monument kan/mag het oorspronkelijke
gemeentehuis namelijk niet ingrijpend verbouwd worden. De realisatie
van een gelijkvloerse centrale toegang, van een goede verbinding
tussen de gebouwen aan weerszijden van het oude gemeentehuis en
van een efficiënte indeling van de lokalen is zeer moeilijk of zelfs uitgesloten.
Bovendien heeft de politie op korte termijn geen intenties om het
gebouw te verlaten.
− Een uitbreiding van het gemeentehuis op het parkeerterrein achter het
gemeentehuis in eigendom van de gemeente vormt niet meteen een
meer geschikt alternatief. De plaats is zeer beperkt. Bovendien gaat de
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
−
−
parkeerruimte voor het gemeentepersoneel verloren indien op deze
plaats zou worden gebouwd, zonder alternatief.
Dieper in het achterliggende binnengebied is wel nog ruimte voor
eventuele uitbreiding. Deze uitbreiding dient wel te passen binnen een
totale ordening voor dit binnengebied, dat thans nog gedeeltelijk in
gebruik is door een tuinbouwbedrijf. De gemeente heeft hier echter
geen terreinen in eigendom, wat een (dure) grondaankoop zou noodzaken.
Recentelijk kwam de brandweerkazerne in het vizier als mogelijke
uitbreidingslokatie. De brandweer is namelijk bereid te verhuizen naar
de aanpalende loods, die thans de technische diensten huisvest.
De brandweerkazerne is een structureel gezond en intern relatief
gemakkelijk aanpasbaar gebouw.
Bij de uitbreiding van het gemeentehuis in de brandweerkazerne kan
een aantrekkelijke pleinwand gecreëerd worden.
Een bijzonder aandachtspunt betreft wel het bereikbaar houden van
het parkeerterrein achter het huidige volume van het gemeentehuis
voor het personeel. Als het huidige gemeentehuis en de brandweerkazerne gelijkvloers aaneengeschakeld worden, is dit parkeerterrein
niet meer toegankelijk.
4.3. Uitbreiding of herlokalisatie dienst openbare
werken
De gemeentelijke technische diensten (werkplaats, opslag, enz.) die ook
in deze omgeving zijn gevestigd, kampen eveneens met plaatsgebrek.
Ook de afzonderlijke ligging, gescheiden van recyclagepark en opslagplaats van de milieudienst, is een nadeel dat verbonden is aan de huidige
lokatie.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Een bundeling van alle activiteiten van de milieudienst en de dienst
openbare werken - administratie uitgezonderd - met het recyclagepark
biedt een alternatieve oplossing voor uitbreiding ter plaatse en komt
bovendien tegemoet aan de vraag naar meer centralisatie. Recyclagepark, stallingsplaats voor voertuigen en ander materieel, opslag bouw- en
wegenmaterialen en snoeihout, slibopslag, magazijn, schrijnwerkerij,
garage, personeelsvoorzieningen ed. vormen in dat geval één ruimtelijk
geheel.
Bij verhuis van de dienst openbare werken vanuit de huidige lokatie kan
het bestaande gebouwencomplex voor de huisvesting van andere gemeenschaps- en/of openbare nutsvoorzieningen worden aangewend.
4.4. Vernieuwing of herlokalisatie van de
brandweerkazerne
De brandweer die ook in deze omgeving is gevestigd wenst haar centrale
ligging (in de woonomgevingen) in de gemeente te behouden. De
brandweer is echter wel bereid te verhuizen naar de aanpalende loodsen,
thans in gebruik door de gemeentelijke dienst openbare werken. Hoewel
de brandweerkazerne een structureel gezond gebouw is, is het gebouw
overigens wel aan vernieuwing toe.
Een bijzonder aandachtspunt vormt de ontsluiting, die dan verbetering
verdient. De verplaatsing van de nabijgelegen zendmast verdient dan ook
aanbeveling. Er kan worden onderzocht of deze ondergebracht kan
worden in de kerktoren, aan het zicht onttrokken en vlakbij. Op termijn is
een tweede definitieve toegangsweg, op Foxemaatstraat of Driehoekstraat
een vereiste.
Ook kunnen de recentelijk reeds vernieuwde sectionaalpoorten opnieuw
worden gebruikt bij de omvorming van de aanpalende loods.
- 141 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
4.5. Ruimte voor het politiekantoor
In het kader van de politiehervormingen werd gezocht naar een geschikte
lokatie voor de hoofdvestiging van de politionele zone (IPZ) Essen Kalmthout - Wuustwezel.
Het bestaande politiekantoor nabij het gemeentehuis lijkt niet voldoende
ruim om de hoofdvestiging blijvend in onder te brengen.
Het hergebruik en de uitbreiding van de voormalige rijkswachtkazerne lijkt
voor de hand liggend. Op dit ogenblik is het programma nog steeds
onvoldoende duidelijk om na te gaan of deze lokatie geschikt is. Zo niet,
zal gezocht moeten worden naar een andere gemakkelijk bereikbare
lokatie in Kalmthout-centrum (of een lokatie buiten de gemeente in
Wuustwezel of Essen).
Een belangrijke randvoorwaarde bij de inplanting is de ontsluiting. Voor de
concrete invulling is een goede onderbouwing vanuit de programmatie
voor deze infrastructuur noodzakelijk.
4.6. Ruimte voor een polyvalent ontmoetingscentrum
Het aanbod aan infrastructuren voor culturele beleving is over de gehele
gemeente versnipperd. De aanwezige accommodatie in deze centra is
beperkt tot en gericht op het wijkniveau. Infrastructuren op het lokale
gemeentelijke niveau zijn afwezig.
Er bestaat een behoefte om, naast de verschillende kleinere en minder
goed uitgeruste zaaltjes, een grotere polyvalente ruimte op te richten.
Deze behoefte werd onder andere bevestigd in de beleidsverklaring 2001-
- 142 -
2006 85. Ook in het jeugdruimteplan wordt een mogelijke behoefte aan een
dergelijke polyvalente ruimte aangegeven naast de behoefte aan een
(vast) lokaal voor gemeentelijke jeugdwerkactiviteiten.
In navolging van het decreet inzake het gemeentelijk cultuurbeleid 86 kan
voor Kalmthout een dergelijk polyvalent ontmoetingscentrum het gemeentelijke socio-culturele gemeenschapsleven ondersteunen. Dergelijk
centrum heeft op zich geen bovengemeentelijke uitstraling.
Voor de inplanting van een polyvalent ontmoetingscentrum kunnen drie
verschillende lokaties worden voorgesteld:
− aansluitend op de concentratie van gemeentelijke diensten in Centrum,
achter de basisschool Kadrie, een lokatie waar in het verleden reeds
een circustent stond
− als vergroting/verruiming van de mogelijkheden bij het parochiecentrum Zonnedauw in Kerkeneind-west
− als onderdeel van een eventuele nieuwe aanleg van de markt in Dorp
op wandelafstand van het jeugdhuis Govio.
4.7. Scholen in parkgebied met uitbreidingsmoeilijkheden
De scholen GITOK I en Zonnekind wensen op eigen terrein uit te breiden
(tot) in parkgebied.
85
86
Gemeentebestuur Kalmthout, 2001, Beleidsverklaring 2001-2006 ‘De kunst van het
kiezen’, goedgekeurd door de gemeenteraad van april 2001, www.kalmthout.be.
Decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal
gemeentelijk cultuurbeleid.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
VI. Knelpunten, kwaliteiten en
kansen
Uit gesprekken met bevoorrechte getuigen, uit gesprekken binnen de
projectgroep, uit het bestuderen van allerlei gegevens en uit terreinonderzoek kunnen een groot aantal knelpunten en kwaliteiten worden
opgesomd.
Hieronder worden echter enkel deze aangehaald die ruimtelijk en vanuit
de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur naar voor komen als
belangrijke ruimtelijke knelpunten of kwaliteiten op het niveau van de
gemeente, waarop het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan een antwoord
moet trachten te bieden.
- 143 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
1. Knelpunten
Nood aan een doordachte woonpolitiek
Een doordachte woonpolitiek is noodzakelijk. Er bestaat een omvangrijk
tekort aan sociale woningen en aan woningen voor bepaalde specifieke
doelgroepen, zoals senioren, gezinnen met veel kinderen, en éénoudergezinnen. De gemeente wenst een betaalbaar alternatief te bieden
voor het privé-aanbod.
De maatregelen voorgesteld in het kader van de woonbehoeftestudie uit
1998, zoals de toen ingevoerde bewarende maatregel ten aanzien van
verkavelingen met nieuwe wegentracés, behoeven evaluatie.
De woonkernen Nieuwmoer en Achterbroek komen enkel in aanmerking
voor de opvang van de lokale behoefte om bijkomende woningen te
realiseren. Anderzijds betekent een achteruitgang van het inwonersaantal
een bedreiging van het draagvlak van het voorzieningenniveau, vooral in
Nieuwmoer.
Een betere inpassing van bedrijvigheid
Voor het slachthuis en vleesversnijderij Noordvlees - Van Gool N.V. en de
onmiddellijke omgeving wordt een B.P.A. opgemaakt, waarbij een aantal
flankerende ruimtelijk maatregelen (buffer- en speelgroen) juridisch
worden vastgelegd.
De bedrijvigheid op het bedrijventerrein De Rijkmaker op het grondgebied
van Essen is slecht ontsloten, met veel doorgaand (vracht)verkeer door
het woongebied van Nieuwmoer als gevolg.
In het landbouwgebied ten noorden en ten noordoosten van Nieuwmoer
komen verspreid een aantal zonevreemde bedrijven voor.
In Bosduin liggen een aantal bedrijven deels in natuurgebied. Het Helleven is een natuurlijk waardevol ven, gelegen in het nog niet ontwikkelde
gedeelte van de K.M.O.-zone ten zuiden van Franse weg tegen het Klein
Schietveld.
Gebrek aan toegankelijk openbaar groen op buurtniveau
Lage kwaliteit van de inrichting van het openbaar domein
De kwaliteit van de inrichting van een aantal pleinen kan beter.
Sommige pleinen zijn louter vanuit het oogpunt van het parkeren van
auto’s en vrachtwagens aangelegd. Het marktplein in Kalmthout - Dorp,
een uitgestrekte betonvlakte is daar een voorbeeld van. Er wordt geen
eenduidige vormentaal gehanteerd bij de inrichting van het openbaar
domein. De groenvoorzieningen zijn over het algemeen schaars.
Er is tevens een gebrek aan aangename en veilige functionele fietsroutes.
Langsheen de drukke verkeerswegen ontbreken nog kwalitatieve fietsvoorzieningen.
- 144 -
Op het grondgebied van de gemeente Kalmthout bevinden zich een aantal
grote natuurlijk en landschappelijk waardevolle gebieden. Deze zijn, juist
omwille van de hoge natuurwaarde, vaak slechts beperkt toegankelijk.
Bovendien zijn zij niet vanuit alle wijken op wandelafstand bereikbaar.
Er kan gesteld worden dat er nood is aan toegankelijk groen op buurt- en
wijkniveau. Vanuit de jeugd leeft de vraag naar speelbossen. De groenere
aankleding van pleinen en straten kan hierin ook een zekere rol spelen.
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Scheppen van voorzieningen voor recreatie en toerisme
Een aantal sportvoorzieningen zijn (gedeeltelijk) zonevreemd. De omgeving van de sportterreinen (o.a. atletiekpiste) nabij het station van
Kalmthout biedt andere potenties, voornamelijk op het vlak van wonen. Er
kan worden gezocht naar een lokatie voor de uitbouw van een gemeentelijk sportpark.
De gemeente beschikt over verschillende bovenlokale toeristische
attracties (Arboretum, Suske en Wiske-museum, Kalmthoutse Heide (met
inbegrip van de Withoefse Heide) met natuur-educatief centrum en bijenteeltmuseum). Met uitzondering van de Kalmthoutse Heide (met inbegrip
van de Withoefse Heide), waar tevens een natuur-educatief centrum en
een bijenteeltmuseum zijn ondergebracht, functioneren deze attracties
echter volledig los van elkaar. Niettegenstaande tal van fiets-en wandelroutes langsheen de verschillende bezienswaardigheden lopen, bestaat er
geen specifiek uitgestippelde route die langsheen de verschillende attracties leidt. De mogelijkheid om fietsen te huren (bijvoorbeeld aan het
station) ontbreekt.
Het aanbod aan overnachtingsmogelijkheden is vandaag beperkt, maar de
interesse om kamers te verhuren (bed-and-breakfast, hoevetoerisme)
stijgt.
Nood aan ruimte voor een aantal gemeenschapsvoorzieningen
Er is vraag naar ruimte voor een aantal gemeenschapsvoorzieningen op
gemeentelijk niveau.
− Het gemeentelijk recyclagepark kampt met plaatsgebrek en is op zoek
naar een nieuwe lokatie.
− De gemeentelijke administratie kampt met plaatsgebrek.
−
−
−
−
−
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Ook de werk- en opslagplaatsen van de gemeentelijke milieudienst en
de dienst openbare werken, gevestigd in dezelfde omgeving, kampen
met plaatsgebrek.
De brandweerkazerne is aan vernieuwing toe, maar is gehuisvest in
een structureel gezond gebouw. De brandweer wenst haar centrale
ligging te behouden.
De eenheidspolitie voor de zone Kalmthout - Essen - Wuustwezel
zoekt een lokatie voor haar hoofdvestiging.
Talrijke zaaltjes vervullen een rol als vergader- , concert- of theaterruimte, maar een grotere polyvalente ruimte, die het socio-culturele
gemeenschapsleven kan ondersteunen, ontbreekt.
De scholen Zonnekind en GITOK I wensen - op eigen terrein - uit te
breiden (tot) in parkgebied.
Onvoldoende juridische bescherming van de natuurlijke en
landschappelijke waarden van het open agrarisch gebied
De natuurlijke en vooral landschappelijke waarden van de vallei van de
Kleine Aa zijn onvoldoende beschermd. De vallei slibt dicht (lintbebouwing
langs verbinding Kalmthout - Achterbroek) en wordt bedreigd door de
oprichting van serres en andere gebouwen voor landbouwdoeleinden. Bij
de ruilverkavelingsoperatie werd weinig rekening gehouden met de
intensiviteit van het agrarisch grondgebruik en met de ecologische waarde
van bepaalde gebieden. Vele kleine landschapselementen zoals poelen
en hagen verdwenen.
Ook in de omgeving van Marijnevennen zijn de natuurlijke en landschappelijke waarden weinig beschermd. Er gelden wel beperkingen
vanuit het MAP en VLAREM, maar een wettelijke bescherming van de
open ruimte ontbreekt. Het instrument van beheersovereenkomsten met
de landbouwers is weinig of niet benut.
- 145 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
De mogelijke ontwikkeling van de verspreid gelegen onderbenutte
recreatiegebieden Het Scheel en langs Spreeuwstraat vormt een
potentiële bedreiging voor de open ruimte.
Nood aan betere verkeersdoorstroming in oost-westrichting
De openbaar vervoerverbindingen van en naar Antwerpen zijn goed via
het spoor en de busverbinding op N122. Zoals aangegeven in het
gemeentelijk mobiliteitsplan zijn openbaar vervoerverbindingen richting
haven en richting Wuustwezel echter schaars of ontbreken ze zelfs
helemaal. Nochtans zijn er heel wat pendelaars richting haven, en zijn er
veel schoolgaande kinderen die vanuit Wuustwezel in Kalmthout naar
school gaan.
Om het centrum van Stabroek van doorgaand verkeer te ontlasten, maar
de oost-westverbindingen van en naar de haven vanuit de Kempen te
garanderen en te verbeteren, voorziet het R.S.P.A. een nog nader te
lokaliseren verbinding tussen N11 en A12. Het streefbeeld voor A12, de
autosnelweg Antwerpen - Bergen-op-Zoom, thans in opmaak, moet uitwijzen waar precies de aansluiting zal worden gerealiseerd. De gemeente
Kalmthout is voorstander van de situering van deze verbindingsweg (in de
pers benoemd als 'Nx') zo dicht mogelijk bij Putsesteenweg (N111) en niet
bij Kapellensteenweg (N122). Een aansluiting nabij N122 brengt de
verkeersleefbaarheid van de doortochten van N122 door Heide,
Kalmthout-centrum en Dorp in het gedrang. Overigens is N122 niet als
secundaire weg geselecteerd.
2. Kwaliteiten en kansen
Groen en landelijk karakter van de gemeente
De aanwezigheid van uitgestrekte grensoverschrijdende natuurlijk en
landschappelijk waardevolle gebieden zoals de Kalmthoutse Heide (met
inbegrip van de Withoefse Heide) en de Maatjes vormt een belangrijke
troef voor de gemeente.
Daarnaast draagt het open landbouwgebied bij tot het groen en landelijk
karakter van de gemeente.
Tenslotte wordt ook de aanwezigheid van rustige groene woonomgevingen in de gemeente als een kwaliteit ervaren.
Voldoende graad van zelfstandigheid van de verschillende
woonkernen
De verschillende wijken kennen een voldoende hoog voorzieningenniveau
om aan de meeste dagelijkse behoeften tegemoet te komen, inclusief
basisonderwijs.
Kalmthout-centrum wordt zelfs gekenmerkt door een hoge aanwezigheid
aan scholen, waarvan verschillende met een bovenlokaal karakter.
Aanwezigheid van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen
Naast een aantal cultuurhistorisch waardevolle oude boerderijen,
concentreert het cultureel erfgoed zich in de vorm van villa’s in de woonbossen uit het fin-de-siècle en het interbellum in het zuiden van de
gemeente (Kapellenbos). Enkele van deze gebouwen genieten reeds bescherming als monument.
- 146 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
Potenties voor inbreiding in en afwerking van de verschillende kernen
In de verschillende kernen zijn een aantal onbebouwde plekken waar
aantrekkelijke inbreidings- of afwerkingsprojecten gerealiseerd zouden
kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn:
− de stationsomgeving van Kalmthout (gelegen in woongebied)
− een aantal binnengebieden tussen Kapellensteenweg en de spoorlijn
ter hoogte van Kalmthout-centrum (gelegen in woongebied)
− de gebieden achter het gemeentehuis en achter Kadrie in KalmthoutCentrum (gelegen in woongebied)
− het niet-gerealiseerde gedeelte van het woonuitbreidingsgebied en het
binnengebied tussen Bremlaan en Essensteenweg (gelegen in woongebied) in Nieuwmoer.
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Potenties op het vlak van toerisme
De gemeente heeft reeds een kwalitatief aanbod aan toeristische attracties. Een toeristisch en recreatief medegebruik van de natuurlijk en landschappelijk waardevolle gebieden (de Kalmthoutse Heide met inbegrip
van de Withoefse Heide, en de Maatjes) is mogelijk onder de vorm van
passieve recreatie (wandelen, fietsen), zij het met de grootste omzichtigheid.
Netwerkvorming tussen de verschillende bestaande toeristische attracties
langsheen landschappelijk interessante wandel- of fietsroutes, kan de
toeristische druk misschien wat kanaliseren.
In het open landbouwgebied zijn potenties voor een toeristisch en/of
recreatief medegebruik onder de vorm van hoevetoerisme.
Sterke landbouw
De landbouw staat nog relatief sterk in Kalmthout.
De Noorderkempen kennen een goede landbouwstructuur. Een hoog
aandeel van de gronden is in eigendom. De Noorderkempen hebben een
veeleer grootschalige perceelsstructuur onder meer als gevolg van
verschillende ruilverkavelingen en de schaalvergroting binnen de landbouw.
Goede bereikbaarheid van het grootstedelijk
Antwerpen en goede ontsluiting richting haven
gebied
Vanuit Kalmthout is het grootstedelijk gebied Antwerpen, met een zeer
hoog voorzieningenniveau, goed bereikbaar, vooral met de trein.
Vlotte verbindingen richting E19 en A12 maken dat de gemeente ook
behoorlijk ontsloten is voor autoverkeer richting haven en Roosendaal.
De melkveehouderij is het belangrijkste agrarisch landgebruik. Het
hoogste B.S.S./ha cultuurgrond en stuks melkvee per oppervlakte cultuurgrond worden gerealiseerd in de omgeving van Kalmthout en Essen.
- 147 -
ruimtelijk structuurplan Kalmthout
- 148 -
-
31 maart 2006
-
informatief gedeelte
Download