Extremismes vergeleken - Nederlands Genootschap van

advertisement
Deradicalisering
goedschiks en kwaadschiks
Jaap van Donselaar
Universiteit Leiden
Anne Frank Stichting
www.monitorracisme.nl
Radicalisering
Benadering door de Nederlandse overheid:
 “Een proces van groeiende bereidheid om nietdemocratische middelen te gebruiken om politieke
of godsdienstige opvattingen aan anderen op te
leggen”
Radicalisering
Wetenschappelijke benadering,
volgens Ehud Sprinzak:
 Radicalisering is een proces van
gefaseerde“delegitimering”:
– vertrouwenscrisis
– legitimiteitsconflict
– legitimiteitscrisis
Proces van delegitimering
vertrouwenscrisis
legitimiteitsconflict
legitimiteitscrisis
Radicalisering
Dynamiek en verandering:
 kans op “doorradicaliseren”
– politiek en/of racistisch geweld
– terrorisme?
– terugtrekking, enclavevorming
 kans op stationaire toestand
 kans op deradicalisering
Deradicalisering
Begripsafbakening:
 verandering van radicaal naar minder radicaal
 geradicaliseerde uit zich minder radicaal
Deradicalisering
Begripsafbakening:
 verandering van radicaal naar minder radicaal
 geradicaliseerde uit zich minder radicaal
Deradicalisering
Begripsafbakening:
 verandering van radicaal naar minder radicaal
 geradicaliseerde uit zich minder radicaal
Deradicalisering
Begripsafbakening:
 verandering van radicaal naar minder radicaal
 geradicaliseerde uit zich minder radicaal
Deradicalisering
Bevorderen & remmen:
 Waardoor wordt deradicalisering bevorderd?
 Waardoor wordt deradicalisering geremd?
Deradicalisering
Bevorderd door:
 interne factoren (in radicale groep):
– teleurstelling, falen, spanningen, conflicten
 externe factoren:
– repressie van overheden
– nadelige gevolgen (repressie, toekomstperspectief)
– sociale sancties (brandende schepen en bruggen)
Deradicalisering
Geremd door:
 interne factoren (in radicale groep):
– sociale afhankelijkheid (veiligheid)
– individuele factoren (onder andere: psychische
aandoeningen, verslaving)
 externe factoren:
– nadelige gevolgen van repressie
– geen toekomstperspectief
– sociale sancties: verbrande schepen en bruggen
Deradicalisering
Langs diverse lijnen:
 spontaan, van binnenuit:
– andere oriëntatie
– belemmeringen hanteerbaar gemaakt
 gestimuleerd, van buitenaf:
– vanuit omgeving betrokkene
– beleidsmatig: twee soorten persoonsgerichte aanpak
Gestimuleerde deradicalisering
Twee sporen van persoonsgerichte aanpak:
 gericht op de harde kern
 gericht op de schil
Gestimuleerde deradicalisering
Twee sporen van persoonsgerichte aanpak:
 gericht op de harde kern: “kwaadschiks”
–
–
–
–
opvoeren van repressie
hinderlijk volgen
verstoring
wig drijven tussen kern en schil
 gericht op de schil: “goedschiks”
– belemmeringen wegnemen
– hulp bij doorbreking isolement
– hulp bij alternatieven: scholing, werk
Gestimuleerde deradicalisering
Paradox van de persoonsgerichte aanpak:
Deïsoleren
Isoleren
Gestimuleerde deradicalisering
Essentieel voor de persoonsgerichte aanpak:
Informatiepositie
 over radicale groep en afzonderlijke leden
 om persoongerichte aanpak te richten:
– wie behoren tot de harde kern?
– en wie tot de schil?
 ter voorkoming van vergissingen:
– “goedschiks” jegens de kern
– “kwaadschiks” jegens de schil
Gestimuleerde deradicalisering
Bij voorbeeld…
een Nederlandse tak van
Blood and Honour
Gestimuleerde deradicalisering
Hoekstenen voor beleidsontwikkeling:
 informatiepositie
 harde kern isoleren
 de schil deïsoleren
Deradicaliseringsbeleid?
 informatiepositie
 harde kern isoleren
 de schil deïsoleren
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welke wijze?
Wanneer geslaagd?
Deradicaliseringsbeleid?
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welke wijze?
Wanneer geslaagd?
Deradicaliseringsbeleid?
Hoofdbrekens:
 Doelstelling: de mate van deradicalisering
 wanneer is deradicalisering geslaagd?
 Capaciteitsproblematiek
 informatiepositie
 Expertise?
 Prioriteitsstelling?
 Organisatie en regie?
Proces van radicalisering
vertrouwenscrisis
legitimiteitsconflict
legitimiteitscrisis
Proces van deradicalisering
vertrouwenscrisis
legitimiteitsconflict
legitimiteitscrisis
???
???
Deradicaliseringsbeleid?
Hoofdbrekens:
 Doelstelling: de mate van deradicalisering
 wanneer is deradicalisering geslaagd?
 Capaciteitsproblematiek
 informatiepositie
 Expertise?
 Prioriteitsstelling?
 Organisatie en regie?
Download