H.331668.0214 Verwijderen van een fistel bij de anus Inleiding U heeft samen met uw arts besloten tot het verwijderen van een fistel bij de anus. Het is een operatie waarvoor u één à twee dagen wordt opgenomen. Een fistel is een onnatuurlijke verbinding van een lichaamsholte of van een klier met de huid. Een lichaamsholte kan bijvoorbeeld een darm zijn of een afvoerbuis van een orgaan. Meestal ontstaat een fistel na een ontsteking. Vanuit de lichaamsholte of klier heeft de ontsteking zich tot de huid uitgebreid (bijvoorbeeld als een abces naast de anus) en is vervolgens spontaan of na insnijding doorgebroken. Wanneer de ontstekingsverschijnselen zijn verdwenen, kan er een fistel overblijven. Soms lijkt het erop of het fistelwondje is genezen, maar na enige tijd komt er toch weer vuil of vocht uit. Een peri-anale fistel (of fistula ani) is een verbinding ("gangetje") tussen de endeldarm en de huid. Het ontstaat meestal na een ontsteking in een anaalplooi of anaalkliertje. De ontsteking breidt zich uit in de sluitspier van de anus en vervolgens naar de huid. Wanneer de ontsteking door de huid heen is gebroken, kan er een fistel overblijven. De fistel loopt daardoor bijna altijd door het onderste deel van de sluitspier van de anus. Wachtlijst U komt op de wachtlijst bij het bureau patiëntenlogistiek. Ongeveer een week voor de operatie krijgt u schriftelijk bericht wanneer u geopereerd wordt. Pre-operatief onderzoek in het ziekenhuis Voor u wordt opgenomen voor uw operatie krijgt u een afspraak op het preoperatief spreekuur. (poli 12). Voorbereiding thuis U blijft nuchter, volgens de aanwijzingen in de folder Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling. Gebruik na het douchen geen bodylotion, make up en nagellak. Draag geen sieraden of piercings. Laat waardevolle spullen thuis. Wat neemt u mee Uw patiëntenkaart. Waar meldt u zich U meldt zich bij de receptie van het Röpcke-Zweers Ziekenhuis. 2 Opnamedag is operatiedag Men kan nooit precies zeggen hoe laat u aan de beurt bent om geopereerd te worden. Operaties duren soms langer dan verwacht en er kan een spoedoperatie tussendoor komen. U wordt gelaxeerd. U krijgt operatie kleding aan. Ter voorbereiding op de anesthesie krijgt u medicatie (tablet) toegediend, hiervan kunt u een slaperig gevoel krijgen. Een eventueel kunstgebit, gehoorapparaat, bril of contactlenzen doet u dan uit. Daarna houdt u bedrust. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Het infuus wordt ingebracht en de eventuele ruggenprik wordt toegediend. Daarna gaat u naar de operatiekamer. De ingreep De chirurg voert de operatie uit. Om te zorgen dat u voldoende vocht krijgt, heeft u tijdens en na de operatie een infuus in de arm. Bij de operatie wordt het verloop van de fistelgang vastgesteld en wordt de fistelgang helemaal opengelegd. Wanneer de fistel door het onderste deel van de sluitspier van de anus loopt - en dat is doorgaans het geval - wordt ook dit deel van de sluitspier doorgenomen en opengelegd. Er blijft echter genoeg sluitspierweefsel over om incontinentie te voorkomen. Bij gecompliceerde fistels kan - afhankelijk van de ingewikkeldheid - wel eens een andere operatieprocedure nodig zijn. De arts zal in dat geval de procedure met u bespreken. Na de operatie Bij volledige narcose en bij een ruggenprik gaat u na de ingreep naar de uitslaapkamer. Voor ontslag of eind van de avond op de verpleegafdeling, krijgt U een injectie om trombose te voorkomen. Wanneer de anesthesie voldoende is uitgewerkt en de lichaamsfuncties zoals bloeddruk, hartritme en ademhaling stabiel zijn gaat u terug naar de afdeling. Terug op de verpleegafdeling Regelmatig worden uw pols, bloeddruk en temperatuur gecontroleerd, evenals de wondjes. 3 Wanneer u niet (meer) misselijk bent mag u na de operatie weer beginnen met het drinken van water. Wanneer dit goed gaat wordt dit uitgebreid tot normaal eten. Als de controles goed zijn, u drinkt voldoende en u hebt geplast wordt het infuus verwijderd. Op de dag van de operatie wordt er weer begonnen met mobiliseren. Mogelijke complicaties Complicaties zijn gelukkig zeldzaam, maar nooit uit te sluiten. Voorbeelden zijn nabloeding en wondinfectie. Na de operatie kan de huid rondom het operatiegebied (tijdelijk) gevoelloos zijn. Vaak herstelt zich dit. Omdat de wond open gelaten wordt na de ingreep zal de wondgenezing van binnen uit op gang komen en wat langer duren (twee tot drie weken). Naar huis De arts vertelt u wanneer u naar huis mag. U krijgt een afspraak mee voor poliklinische controle of deze wordt thuisgestuurd. Nazorg Omdat de wonden worden opengelaten zal er zeker wat ongemak bestaan, en net na de operatie zeker ook pijnklachten. Na behandeling zal het wondgebied bij de anus bedekt zijn met een gaasje. Het wondgebied moet regelmatig worden schoongespoeld, met name na de stoelgang, maar ook tussendoor. Twee à drie keer per dag is doorgaans voldoende. Met de douche kunt u het gebied gemakkelijk schoon spoelen. Bij pijn is het innemen van een pijnstiller (Paracetamol) meestal voldoende. Na de ingreep zal de stoelgang zacht gehouden moeten worden, hiervoor krijgt u een recept mee naar huis. Belangrijk is dat u voldoende drinkt en vezelrijk voedsel eet. Vragen Voor uw opname Vraagt u de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek. Tijdens uw opname Vraagt u uw arts of de verpleegkundige. Na uw ontslag Neemt u contact op met de afdeling chirurgie (0523) 276822 Of met de polikliniek chirurgie op werkdagen van 09.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur Hardenberg (0523) 276310 Coevorden (0524) 526321 4