PDF Uw naaste aan de beademing

advertisement
H.278342.0215
Uw naaste aan
de beademing
Inleiding
Uw naaste is opgenomen op de intensive care (IC) en ligt aan de
beademing.
Contactpersoon
De verpleegkundige is gebonden aan wettelijke voorschriften en
mag alleen informatie geven aan de eerste, en bij diens afwezigheid,
de tweede contactpersoon.
Het kan goed zijn om iemand te vragen zorg te dragen voor het
doorgeven van informatie aan belangstellenden.
De opname
Er zijn 2 manieren waarop iemand op de IC wordt opgenomen en
aan de beademing komt.
 als het buiten het ziekenhuis niet goed gaat, door een ongeval,
een hartstilstand of door problemen met de ademhaling
 in het ziekenhuis zelf kan het na een operatie tijdelijk nodig zijn,
maar ook doordat er problemen zijn met het hart of met de
longen.
Bij binnenkomst moet er van alles gebeuren. Eerst wordt de patiënt
geholpen om zich wat beter te voelen, daarna zoekt men de oorzaak
waarom het niet meer ging.
Er staan veel apparaten met draden om het bed heen, waarmee
dingen worden gemeten die belangrijk zijn. Verder wordt de patiënt
door een buisje via de keel in de luchtpijp geholpen met het
ademhalen.
De beademing
De patiënt is via een aantal slangen en een buisje verbonden met
de beademingsmachine. Door het buisje in de luchtpijp, tube (spreek
uit “tjoep”) krijgt de patiënt lucht. De beademingsmachine kan
geheel of gedeeltelijk de ademhaling overnemen.
De beademing en het buisje vindt de patiënt vervelend en pijnlijk.
Daarom krijgt hij medicijnen om te slapen en voor het bestrijden van
de pijn.
Met de patiënt praten
Door de slaapmedicatie is het moeilijk contact te krijgen met uw
naaste. Het kan zijn dat hij nog dingen hoort of voelt.
Vaak ziet u de verpleegkundige ook gewoon praten tegen de
patiënt. Ook u kunt gewoon tegen uw naaste praten, hem aanraken
of een kus geven.
Als de slaapmedicatie verminderd wordt, zal de patiënt geleidelijk
wakker worden. Hij kan nog niet praten door het buisje in de
luchtpijp. U kunt dan wel op een andere manier communiceren.
Bijvoorbeeld door vragen te stellen waarop uw naaste “ja” kan
knikken of “nee” kan schudden.
U kunt ook iets schrijven. Uw naaste kan dan iets terugschrijven.
Vaak gaat dat moeilijk.
Met een speciaal bord (bij de verpleging) kunnen er letters
aangewezen worden. Ook is er een mogelijkheid om met plaatjes te
werken.
Wie komen er allemaal aan het bed
 Intensivist
Hij is de behandelend arts van uw naaste en het aanspreekpunt.
 IC verpleegkundige
Dagelijks is er 1 verpleegkundige met een IC opleiding
verantwoordelijk. Zij is degene die de contactpersoon op de
hoogte houdt. Met uw vragen kunt u bij hem/haar terecht.
 Consultartsen
Als het nodig is worden andere artsen bij de behandeling
betrokken (longarts, cardioloog, neuroloog, chirurg, enz.).
 Fysiotherapie
Dagelijks komt de fysiotherapeut langs om oefeningen te doen
om de spieren niet stijf te laten worden.
Verzorging
De beademingspatiënt kan niet zelf het slijm ophoesten wat in zijn
keel en longen zit. Dit komt door het buisje en door de
slaapmedicatie. Daarom helpt de verpleegkundige een aantal keren
per dag hierbij. Iedere dag wordt de patiënt verzorgd, een eigen
zeep of geurtje mag. Eigen nachtkleding kan niet in verband met de
vele slangen en snoertjes.
Voeding
Doordat er een buisje in de luchtpijp zit, kan de patiënt niet zelf eten
en drinken. Hij krijgt nu voeding via een slang in de maag of
rechtstreeks via het bloed.
Tips
 Als u een gesprek heeft met de arts, neem dan iemand mee.
Twee horen meer dan één. Maak van tevoren een lijstje met
vragen. Het blijkt dat achteraf vaak nog vragen overblijven die
niet gesteld of verteld zijn
 De patiënt zelf weet vaak achteraf niets meer van de tijd op de
IC. Hij voelt het als een zwart gat. Het is goed om af en toe wat
op te schrijven in een dagboekje
 Als de patiënt weer wakker wordt is het fijn als er een foto ligt
met bekenden of muziek waar hij van houdt.
Weetjes
 Een alarm van de apparatuur betekent niet altijd dat er iets mis
is.
 Patiënten houden door het ziek zijn en de beademing veel vocht
bij zich en ze kunnen er opgeblazen uitzien
 Patiënten kunnen verward zijn als ze bijkomen
 Om te voorkomen dat een verwarde patiënt slangen en snoeren
los gaat trekken, worden soms de polsen vastgemaakt
 U kunt de verpleegkundige vragen een afspraak voor u met de
arts te maken
 Als het buisje uit de luchtpijp is, kan uw naaste nog een paar
dagen hees zijn.
Vragen
Als u nog vragen heeft dan kunt u contact opnemen met de
verpleegkundige.
(0523) 276840
Als contact persoon mag u altijd bellen, ook midden in de nacht. Niet
tussen 07.00 en 10.00 uur in verband met de verzorging van
patiënten.
Download