Avondmaal: feest van overgave Meditatieve preek voor het Avondmaal, over 2 Korintiërs 5:14-15 lezen: 2 Korintiërs 5:14-6:10 Lelystad, 5 november 2006 R.J.Vreugdenhil Overgave. Jezelf helemaal geven voor iets of iemand. Niet denken aan wat je erdoor kunt verliezen. Of zelfs van tevoren wéten dat je er veel door zult verliezen. En het dan toch doen. Jezelf helemaal geven, jezelf durven verliezen. Volledige overgave. Dat deed Jezus, uw Heer, uw Redder. Hij gaf zichzelf helemaal. Hij wist wat hij er door zou verliezen. Hij wist wat het hem ging kosten. Maar hij deed het. Wij kijken naar brood en wijn. Kijk er doorheen, naar Jezus. Wat hij over zich heen liet komen. Zijn lichaam, kapot geslagen. Blauwe plekken, kneuzingen. Alles deed pijn. En overal bloed. Z’n rug lag helemaal open. Zo ging hij naar het kruis. Voor het allerergste. Niet alleen lichamelijke pijn, maar ook nog dat diep-donkere gat van alleen-zijn. Zelfs zonder God zijn. Jezus wist dat het zou komen. Maar hij gaf zich helemaal. Hij cijferde zichzelf helemaal weg. Hij gaf zich over voor u, voor jou, voor mij. Daar worden we stil van, bij het Avondmaal. Brood en wijn nemen onze aandacht mee naar Jezus die stierf voor ons. Wat een overgave. *** Maar het Avondmaal trekt onze aandacht ook naar Jezus als levende Heer in de hemel. Na zijn opstanding was nog steeds aan hem te zien dat Hij zich overgegeven had aan pijn en dood: in zijn handen en voeten zag je nog de littekens van de spijkers. Thomas mocht kijken naar de plek in zijn zij, waar de speer in gestoken was. Toen Jezus naar de hemel ging, zegende hij zijn leerlingen met doorboorde handen. Zo is hij als Heer in de hemel. De opgestane Heer, die de dood overwon, is nog steeds de man van overgave. Zo staat hij vandaag zichzelf uit te delen. 317554206 1 Met doorboorde handen, met een groot gat in zijn zij. Hij deelt zichzelf uit, vanaf het kruis. Hij geeft vergeving. Kom die vergeving hier halen. Hou je handen maar op. Met schaamte, want dat vreselijke lijden van Jezus was nodig voor de vergeving van jouw zonden. Maar ook met dankbare verwondering: Hij deed het wel voor jou! Jouw schuld wordt weggestreept met zijn bloed. Hij deelt zichzelf uit. Ook als de levende Heer. Het brood mag je in je mond stoppen. De wijn mag je naar binnen voelen glijden. Zo wil Jezus als levende Heer in je komen. Hij wil in je leven. Met dat hij dat stukje brood aan je geeft, zegt hij: zal ik in je leven meegaan. Wil je mij volgen. Na de slok wijn zegt hij: zal ik me je meelopen, naar je plek. Zal ik straks met je meegaan de kerk uit? De man van overgave, met z’n doorboorde handen, wil ook jou leren je over te geven. Hij wil in je leven, zoals hij zelf geleefd heeft: vol overgave aan God en aan mensen. Bij het Avondmaal wil hij je daar weer de voeding voor geven. *** Overgave. Jezelf geven voor iets of iemand. Niet denken aan wat je erdoor kunt verliezen. Of zelfs van tevoren wéten dat je er veel door zult verliezen. En het dan toch doen. Jezelf helemaal geven, jezelf durven verliezen. In het er zijn voor een ander. Helpend, dienend. Tijd, geld, energie of wat ook maar- durven verliezen om een ander omhoog te helpen. Of om Gods zaak te dienen. Jezelf durven verliezen om Gods eer te redden. Of om een medemens bij God te brengen. Het risico nemen uitgelachen te worden, of erger. Al die dingen die Paulus hier noemt over je heen laten komen, en toch doorgaan - voor God. Als je niet durft, houdt de Heer je vast. Met een doorboorde hand: ‘kijk, ik deed het ook. Ik gaf mezelf - met mij kun jij het ook’. Desnoods geeft hij je een duwtje in de rug met zijn doorboorde hand. Ga maar, geef je zelf maar. Ik sta achter je. *** Als je vandaag brood en wijn aanneemt uit die doorboorde handen, hoef je ook niet zo te schrikken als er gaten vallen in je eigen handen en voeten. Als je gapend gat in je eigen zij hebt. Als er dingen in je leven gebeuren, die je geen plek kunt geven. 317554206 2 Als er pijn is van verdriet, ziekte. Pijn die mensen je aandoen. Pijn door wat God je te dragen geeft. Als zoiets gebeurt, vraag je uiteraard: o God, neem die pijn toch bij me weg. Genees me, troost me, neem het voor me op. Soms lijkt er dan niets te gebeuren. Maar in je pijn is er wel die hand. Een hand onder je leven. Een hand die jou vast wil houden, dwars door de pijn heen. En kijk goed, het is een doorboorde hand. Het is de hand van de man van overgave. De man van pijn. Het is de hand die brood en wijn uitdeelt en zegt: zal ik in je leven zijn. Dat is duizend keer meer waard dan gezondheid en geluk en een voorspoedig leven. Durf je aan mij te geven. Geef je aan mij over, dwars door je pijn heen. En wie weet hoe God jou, ook met je pijn, met de gaten in je handen, kan gebruiken. Sluit je met je pijn, je teleurstelling, je boosheid, je beschadiging uit het verleden, niet op in jezelf. Maar geef je over aan je Heer en vraag hem of hij jou, met pijn en al, kan gebruiken om uit te delen aan anderen. Ook daarin Jezus volgen: met doorboorde handen, met pijn in je zij, toch uitdelen aan anderen. Omdat Jezus in je leeft. *** Zo mag u Avondmaal vieren. Jezus gaf zich over voor u en jou. Met schaamte en met dankbaarheid mag je zijn vergeving aanpakken. Jezus wil als man van overgave ín je zijn. Hij houdt je vast met zijn doorboorde hand. Zodat jij los kan laten en je kunt overgeven. Amen AVONDMAAL: FEEST VAN OVERGAVE onze belijdenis van afhankelijkheid groet namens de Heer openingslied Psalm 96:1, 2, 4 gebed Christus' opdracht om Avondmaal te vieren Formulier V, instelling Schuldbelijdenis Formulier V, gedachtenis belijdenis-lied NG 80 Genadeverkondiging antwoordlied Gezang 7:3, 5, 6 gebed voor de lezing Lezing 2 Korintiërs 5:14 - 6:10 meditatie n.a.v. 2 Korintiërs 5:14,15 amenlied Liedboek 473 (wisselzang): 1A, 3V, 4M, 6A, 7M, 9V, 10A Viering Formulier V, gemeenschap en verwachting gebed 317554206 3 geloofsbelijdenis Stil gedenken Vieren, met zingen van Psalm 118: 1,6,7, Liedboek 341, Liedboek 434, Gezang 35 Dankzegging Gebed: dank en voorbede Collecte slotlied Psalm 96: 6,8 zegen 317554206 4