Cameratoezicht stationsgebied Delft - Delft R.I.S.

advertisement
Nota
Cameratoezicht stationsgebied Delft
Inclusief evaluatie cameratoezicht mei 2008 - april 2009
Maart 2009
Registratie nr: 939872
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Inhoudsopgave
Samenvatting ........................................................................................... 2
1 Inleiding ................................................................................................ 10
1.1 Veilig verkeren op en rond het station Delft ............................................ 10
1.2 Cameratoezicht ...................................................................................... 11
1.3 Doelen cameratoezicht .......................................................................... 13
1.4 Geïntegreerde monitorcentrale (GMC) Haaglanden ............................... 14
1.5 Evaluatie ................................................................................................ 14
2 Effectdoelstellingen stationsgebied............................................ 16
2.1 Veiligheidsgevoel/beleving ..................................................................... 16
2.2 Aantal aangiften en meldingen van delicten ........................................... 18
2.3 Overlast ................................................................................................. 20
2.4 Verplaatsingseffect ................................................................................ 21
3 Procesdoelstellingen cameratoezicht........................................ 25
3.1 Aantal waargenomen en gemelde incidenten ......................................... 25
3.2 Opvolging van meldingen ....................................................................... 25
3.3 Continuïteit cameratoezicht .................................................................... 26
3.4 Dekking cameratoezicht ......................................................................... 26
3.6 Gebruik beelden..................................................................................... 27
3.7 Opvattingen over cameratoezicht ........................................................... 29
4 Verlenging cameratoezicht ........................................................... 32
4.1 Conclusie op basis van de gegevens en ontwikkelingen stationsgebied 32
4.2 Afweging ................................................................................................ 32
4.3 Procedure .............................................................................................. 33
4.4 Doelstellingen 2009-2013 ...................................................................... 33
4.5 Financiën ............................................................................................... 34
4.6 Voorstel verlenging cameratoezicht stationsgebied ................................ 36
Literatuur en bronnen ......................................................................... 37
Bijlagen .................................................................................................... 38
1
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Samenvatting
Voor de huidige kabinetsperiode streeft het kabinet naar een daling van de
criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002. De inzet van gemeenten
is hard nodig om de gewenste vermindering van criminaliteit en overlast te
realiseren. Gezien de ontwikkelingen in en rond Delft is in het programma
Veiligheid voor de volgende doelen gekozen:
 80% van de bewoners voelt zich veilig in de eigen buurt
 Daling criminaliteit met 25% t.o.v. 2002
 Versterken van de regierol en het verbeteren van de kwaliteit van de
samenwerking waarbinnen ook meer aandacht komt voor de relatie
met de wijkaanpak en de bewonersparticipatie.
Om deze doelstellingen te bereiken, focust het programma Veiligheid zich bij
de aanpak van de openbare ruimte op zogenoemde hotspots: plekken waar
criminaliteit en/of overlast beduidend hoger zijn dan in de rest van de stad. Al
in 2004 is het stationsgebied naar voren gekomen als hotspot voor overlast
en criminaliteit. Om de overlast en criminaliteit te bestrijden is het project
Veilig verkeren op en rond station Delft1 gestart. Binnen dit project is een
aantal maatregelen genomen die elkaar versterken. Er is een
beheersconvenant2
en
een
handhavingarrangement3,
er
vinden
handhavingacties plaats en er is gekozen voor cameratoezicht als aanvulling
op het bestaande fysieke toezicht en de andere maatregelen. Sinds mei 2006
hangen op en rondom het station Delft 23 gemeentelijke camera’s.
Onder het stationsgebied wordt verstaan: De Van Leeuwenhoeksingel, het
Stationsplein, de Stationstunnel, het Laantje van Mater en de Houttuinen. De
Coenderstraat, waar ook camera’s hangen, kunnen we niet meenemen als
het gaat om de aangiftecijfers omdat deze straat in HKS
(politieregistratiesysteem) bij een andere buurt (Westerkwartier) hoort.
Het doel van de camera’s is bijdragen aan het terugdringen van criminaliteit
en overlast op en rond het station. Daarnaast is het de bedoeling
veiligheidsgevoelens van bewoners, ondernemers en reizigers positief te
beïnvloeden. Alle maatregelen tezamen moeten uiteindelijk leiden tot een
verbetering van de sociale veiligheid op en rond het station Delft. Daarom zijn
de effect-doelstellingen geformuleerd voor het hele stationsgebied.
Cameratoezicht is een noodzakelijk onderdeel van het totale pakket van
maatregelen dat tot deze effecten moet leiden. Landelijke regelgeving
omtrent cameratoezicht geeft aan dat cameratoezicht altijd als aanvulling op
andere maatregelen moet worden toegepast, en niet als op zichzelf staand
middel. Om de efficiency van het cameratoezicht te meten zijn er
procesdoelstellingen opgesteld. Deze gelden specifiek voor het
cameratoezicht, en niet voor de overige maatregelen in het stationsgebied.
De camerabeelden worden op vaste tijdstippen “live” uitgekeken, zoals
vastgesteld in de Nota Cameratoezicht (vastgesteld door de Raad maart
1
Projectplan Veilig verkeren op en rond het station (2004)
Beheerconvenant (2006) registratienummer: 881819
3 Handhavingarrangement (2006) registratienummer: 881819
2
2
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
2005), en 24 uur per dag worden alle beelden opgeslagen in de
geïntegreerde monitorcentrale (GMC) van de regio Haaglanden. Als zich een
incident voordoet, wordt contact opgenomen met de gemeenschappelijke
meldkamer die vervolgens de inzet bepaalt. De opgenomen beelden worden
zeven dagen bewaard en kunnen worden gebruikt voor opsporing. Omdat het
project in april 2008 met één jaar verlengd is, is het nu tijd voor een evaluatie
en een voorstel voor verlenging. Voor de evaluatie zijn enquêtes op straat
gehouden (vergelijkbaar met de enquêtes in 2004, 2006 en 2008)4 en zijn
door de politie en de NS cijfers aangeleverd.
Effectdoelstellingen stationsgebied
De doelstellingen in de nota gingen uit van een verlenging van het
cameratoezicht met drie jaar (2008-2011). De gemeenteraad heeft besloten
tot een verlenging met 1 jaar. De doelstellingen als zodanig zijn niet
aangepast. In deze evaluatie is gekeken naar de ontwikkeling in 2008 ten
opzichte van 2007.
Doelstelling 1: Het veiligheidsgevoel van reizigers moet in 2011 minimaal
gelijk zijn aan 2008;
In 2008 is het veiligheidsgevoel van reizigers ten opzichte van 2007
gestegen. Overdag scoort het stationsgebied een voldoende. ’s Nachts
scoren vooral het fiets- en voetgangerstunneltje en de achterzijde van het
station onvoldoende. Het veiligheidsgevoel (beoordeling van de sociale
veiligheid met een 7 of hoger) van NS treinreizigers is overdag gestegen van
91% naar 94%, en ’s avonds van 63% naar 71%.
Conclusie: deze doelstelling is gehaald.
Doelstelling 2: Het aantal door de politie geregistreerde aangiften en
meldingen van delicten in het stationsgebied mag in 2011 – bij
gelijkblijvende aangiftebereidheid – niet groter zijn dan in 2002;
Het totale aantal aangiften is in het afgelopen jaar gestegen met 18 in de
stationsbuurt ten opzichte van het jaar daarvoor (van 217 naar 235) Het
aantal vermogensdelicten (o.a. diefstal, diefstal van/uit fietsen en voertuigen,
overval, beroving en zakkenrollerij) is ten opzichte van het jaar hiervoor
gestegen van 158 naar 193. Deze toename van het aantal
vermogensdelicten kan verklaard worden door een verhoogd aantal
fietsdiefstallen met behulp van blanco moedersleutels. Opvallend is wel dat
dit cijfer gelijk is aan 2004 terwijl de volgende ontwikkeling zich heeft
voorgedaan. Tussen 2005 en nu is het aantal fietsparkeerplekken uitgebreid
met bijna 1200 plaatsen tot 3400. Het gemiddeld aantal geparkeerde fietsen
is in deze periode ruim verdubbeld van 2100 naar 4600. Het aantal
vernielingen is verdubbeld van 5 naar 10. Het aantal mishandelingen en
bedreigingen is juist met 15 afgenomen (van 29 naar 14). De
aangiftebereidheid blijkt per jaar erg te fluctueren. Het totaal aantal aangiften
is in het afgelopen jaar niet hoger dan in de 1e meet periode.
Conclusie: deze doelstelling is gehaald.
4
Veiligheidsbeleving stationsgebied, Onderzoek en Statistiek (Delft, 2004, 2006 en
2008)
3
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Doelstelling 3: Het percentage reizigers dat overlast ondervindt van (groepen)
jongeren, drugsdealers en drugsverslaafden mag in 2011 niet
groter zijn dan in 2008.
Het aantal overlastregistraties bij de politie is in vergelijking met de meting in
2008 nu gedaald van 71 naar 47. Het percentage ondervraagden dat
aangeeft overlast te hebben ervaren van jongeren of zwervers is licht
gedaald. 60% van de reizigers zegt in het afgelopen jaar helemaal niet met
overlast of diefstal geconfronteerd te zijn. In het jaar daarvoor was dat 54%.
Conclusie: deze doelstelling is gehaald.
Verplaatsingseffect
Het cameratoezicht mocht geen verplaatsingseffect geven naar de
omliggende wijken. Voor zowel het totaal aantal aangiften als de
onderverdeling naar vermogensdelicten, bedreiging en mishandeling en
vernielingen zijn de cijfers in het Westerkwartier over 2008 lager of gelijk aan
die van 2004, met uitzondering van aangiften “overige”. Voor Centrum zuidwest geldt dat het totaal aantal aangiften als de onderverdeling naar
vermogensdelicten, bedreiging en mishandeling en vernielingen ook gedaald
of gelijk is gebleven ten opzichte van 2004. Op jaarbasis fluctueren in alle 3
de gebieden Stationsbuurt, Westerkwartier en Centrum zuid-west de cijfers
vanwege de soms ook lage aantallen.
De cijfers geven aan dat er geen verplaatsingseffect vanuit de Stationsbuurt
naar de naast gelegen buurten Westerkwartier en Centrum zuid-west is waar
te nemen.
Conclusie: deze doelstelling is gehaald.
Procesdoelstellingen cameratoezicht
Doelstelling 4: Bij 100% van de incidenten die door de GMC worden gemeld
aan de politie Delft, moet de politie in actie komen;
De politie maakt onderscheid in prioriteiten van meldingen. In totaal zijn er bij
de politie in de afgelopen periode 889 meldingen binnengekomen via de
GMC. Op 100% van de prio 1 en 2 meldingen is door bureau Delft
gereageerd. Prio 1 meldingen zijn meldingen met een spoedeisend karakter
(escalatiegevaar, levensgevaar). Bij prio 2 meldingen is wel een noodzaak
om direct ter plaatse te komen, maar het is niet dermate dringend. Een
reactie is het aan een melding koppelen van een eenheid die ter plaatse
gaat. Op het totale aantal meldingen van de meldkamer is op 80% van alle
meldingen gereageerd. Dit kan worden verklaard er dan elders in Delft
bijvoorbeeld een prio 1 of 2 melding was, die altijd voorgaan..
Conclusie: voor de prio1 en 2 meldingen is deze doelstelling gehaald.
4
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Doelstelling 5: Bij 50% van de incidenten waar de dader in beeld was,
moet een verdachte worden aangehouden;
Deze doelstelling die we in de evaluatie van 2008 geformuleerd hebben leek
meetbaar en concludeerbaar maar bleek operationeel nog niet mogelijk. Een
betere formulering is opgenomen in het voorstel voor de nieuwe
doelstellingen. De GMC werkt op dit moment aan een informatie systeem dat
inzicht moet geven in de aard van de meldingen en de opvolging hiervan.
Conclusie: deze doelstelling in de loop van 2009 te meten en wordt
aangepast voor de periode 2009-2013.
Doelstelling 6: Ondanks de bouwwerkzaamheden in het gebied, moeten de
camera’s 95% van de tijd werken (‘up-time’);
De GMC geeft aan dat de camera’s nagenoeg 100% up-time gedraaid
hebben. Eén camera heeft korte tijd niet gewerkt door vernieling en is
vervangen.
Conclusie: deze doelstelling is gehaald.
Doelstelling 7: De GMC moet minstens 75% van alle incidenten in het
stationsgebied die zichtbaar waren op een monitor, ook
daadwerkelijk hebben waargenomen en doorgegeven aan de
politie in Delft;
Deze doelstelling is in 2008 geformuleerd. Het blijkt dat dit niet geregistreerd
kan worden, derhalve zijn er geen cijfers beschikbaar. Op basis van ervaring
geven betrokken leidinggevenden van de GMC en politie aan dat minimaal
75% van de incidenten is waargenomen. In andere steden wordt dit
eveneens aangenomen als een reëel cijfer.
Conclusie: geen harde cijfers beschikbaar maar betrokken
medewerkers geven aan dat dit gehaald wordt. Deze doelstelling vervalt
voor de komende meetperiode.
Doelstelling 8: De GMC levert elke drie maanden een overzicht van de
incidenten die wel zijn waargenomen, maar niet zijn gemeld
aan de politie in Delft. Op basis hiervan stelt de politie nieuwe
prioriteiten voor de volgende toezichtperiode van drie
maanden;
100% van de waargenomen incidenten is gemeld aan de politie Delft. Daarop
is door de politie ook actie ondernomen voor alle prio 1 en 2 meldingen.
Daarom was er geen noodzaak om nieuwe prioriteiten te stellen. Daarom
vervalt deze doelstelling voor de volgende meetperiode.
Conclusie: deze doelstelling is gehaald
Gebruik beelden
De politie heeft in de afgelopen periode 92 maal beelden opgevraagd bij de
GMC. Deze zijn gebruikt voor opsporingsdoeleinden. Indien mogelijk relevant
voor een strafzaak worden beelden bijgevoegd in het onderzoeksdossier. Het
is niet duidelijk of deze beelden ook echt zijn gebruikt als bewijsmateriaal en
of ze tot een veroordeling hebben geleid. Belangrijk element hierbij is dat het
administratiesysteem van de politie en het OM niet zodanig is ingericht dat dit
geregistreerd wordt en dus ook eenvoudig te onderzoeken is. Dit soort
5
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
informatie wordt namelijk niet centraal geregistreerd door het OM. Dit
probleem speelt, zoals navraag leert bij bijna elke evaluatie van
cameratoezicht. In de doelstellingen voor 2009-2013 zal deze doelstelling
gewijzigd worden in: de politie maakt inzichtelijk hoe vaak beelden zijn
opgevraagd bij de GMC.
Opvattingen over cameratoezicht door gebruikers van het gebied en hun
veiligheidsgevoel
Uit het onderzoek onder gebruikers van het station (de 4-meting, zie bijlage
1) blijkt dat 70% van de ondervraagden positief staat tegenover het
cameratoezicht, dit is nagenoeg gelijk aan de vorige enquête. Een even grote
groep (69%) is van mening dat het cameratoezicht een bijdrage levert aan
het terugdringen van criminaliteit en overlast. 4% van de ondervraagden staat
negatief tegenover het cameratoezicht.
Verder geeft het onderzoek van de NS aan dat 94 % van de ondervraagden
de sociale veiligheid met een 7 of hoger waardeert overdag en in de
avonduren is dit 71%.
Als we dit afzetten tegen de doelstelling van het programma veiligheid dat
80% van de bewoners zich veilig moet voelen in zijn eigen wijk en dat
percentage vaak lager is in de niet eigen wijk, kunnen we stellen dat de ze
doelstelling overdag ruimschoots gehaald wordt. In de avonduren blijven we
er net onder.
Conclusie: overdag wordt de doelstelling ruimschoots gehaald.
Doelstelling programma veiligheid:daling criminaliteit met 25% tov 2002.
Deze doelstelling is niet onderzocht omdat deze geldt voor heel Delft en
meegenomen wordt in de totale evaluatie van het programma veiligheid. De
cijfers in het stationsgebeid zijn onvoldoende representatief voor heel Delft.
Doelstelling programma veiligheid:Versterken van de regierol
Aan deze doelstelling is vorm gegeven door het afsluiten van een
handhavingsarrangement en een beheerconvenant en 3 handhavingacties
per jaar, allemaal onder regie van de gemeente.
Conclusie: deze doelstelling is gehaald
Komende periode
Het stationsgebied zal er de komende jaren anders uit komen te zien, omdat
het project Spoorzone van start gaat. Daarbij kunnen de
bouwwerkzaamheden rond het station tot onoverzichtelijke situaties leiden.
Daarnaast worden de woningen in het gebied gesloopt waardoor de “sociale”
controle afneemt. Een rommelige en onoverzichtelijke situatie en een gebrek
aan sociale controle maken het gebied een interessante plek voor
veroorzakers van overlast en criminaliteit. Bovendien gaan mensen zich er
onveiliger voelen. Juist in een dergelijke situatie is het cameratoezicht van
belang. Het cameratoezicht kan het fysieke toezicht goed aansturen en
ondersteunen. Dit is in de tijdelijke situatie belangrijk omdat werkzaamheden
en slechte bereikbaarheid ook voor toezichthouders een belemmering zijn.
Bovendien bevordert het cameratoezicht het veiligheidsgevoel van reizigers,
passanten en bewoners in het gebied. Onderzoek wijst het volgende uit:
“Gebieden die van niemand lijken te zijn worden ingenomen. Niet alleen de
6
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
ontwerpkenmerken van de gebouwde omgeving spelen een rol met betrekking tot
ongewenst en crimineel gedrag maar ook de onderhoudstoestand, de snelheid
waarmee winkels en woningen opnieuw worden verhuurd of verkocht, en het tempo
waarin lege terreinen nieuwe bestemmingen krijgen. Ruimte die niet duidelijk regulier
wordt ingenomen, wordt irregulier ingenomen, en meestal niet ten dienste van de
sociale veiligheid.” 5 Met het Ontwikkelbedrijf Spoorzone zijn daarom
afspraken gemaakt over het verplaatsen van de camera’s zodat deze op de
juiste plekken komen te staan om effectief te blijven. De kosten daarvan zijn
niet voor de gemeente. Als straks het nieuwe station gereed is zullen alle
maatregelen die nu gelden op het gebied van sociale veiligheid in het
stationsgebied geactualiseerd moeten worden naar de nieuwe situatie.
Waarbij nieuwe afwegingen over de in te zetten maatregelen moeten worden
gemaakt.
Financiën
Voor het jaar 2009 bedragen de kosten voor het cameratoezicht na de
verlenging ¾ van € 12.400 = € 9.300 Dit is beperkt in verhouding tot de
gedane investering van € 250.000 in 2005.
In het Regionaal College is afgesproken dat het uitlezen van de
camerabeelden bij verlenging van het cameratoezicht bij de gemeenten in
rekening moet worden gebracht. Hierover is indringend gesproken met de
korpschef. Aan de andere kant is het zo dat het uitlezen van de camera’s uit
het budget komt van de regionale politie. En een relatief klein deel daarvan
vergoeden wij. Vanaf 1 januari 2010 betaalt de gemeente Delft voor het
uitlezen van de beelden jaarlijks € 34.500 aan de politie Haaglanden. Bij een
verlenging van het cameratoezicht met een duur van 4 jaar van 1 mei 2009
tot 1 mei 2013 bedragen de totale kosten voor het cameratoezicht € 161.975
excl. BTW. Na 2013 is het camerasysteem afgeschreven qua economische
levensduur en is het nieuwe station in gebruik..
Conclusie
Cameratoezicht is succesvol. De meeste doelstellingen zijn gehaald. Daar
waar dat niet zo is blijkt de geformuleerde doelstelling niet meetbaar.
Verder heeft het cameratoezicht in de afgelopen meetperiode een bijdrage
geleverd aan het veilig blijven van het stationsgebied en het verhogen van
het veiligheidsgevoel van reizigers, passanten en bewoners in het
stationsgebied.
Verlenging cameratoezicht
Het cameratoezicht in het stationsgebeid wordt verlengd voor 4 jaar omdat
cameratoezicht succesvol is geweest in de afgelopen periode. Daarnaast
speelt me dat het stationsgebied de komende jaren wordt verbouwd
waardoor de onoverzichtelijkheid tijdelijk toeneemt. En tenslotte zijn de
5
Ontwerp en sociale veiligheid, Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie
van VROM, van Gemerden en Staats (Leiden 2006) (p17)
7
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
camera’s nog niet afgeschreven. Over de nieuwe doelstellingen zal een
tussenevaluatie worden gehouden in 2011.
Voor deze nieuwe periode 2009-2013 worden de volgende doelstellingen
vastgelegd.
Nieuwe doelstellingen
Effectdoelstellingen voor het stationsgebied als geheel op basis van alle
maatregelen:
 Het veiligheidsgevoel van reizigers moet in 2013 minimaal gelijk zijn
aan 2008;
 Het aantal door de politie geregistreerde aangiften en meldingen van
delicten in het stationsgebied mag in 2013 – bij gelijkblijvende
aangiftebereidheid – niet groter zijn dan in 2002;
 Het percentage reizigers dat overlast ondervindt van (groepen)
jongeren, drugsdealers en drugsverslaafden mag in 2013 niet groter
zijn dan in 2008;
 Er mag geen verplaatsingseffect van het stationsgebied naar
omliggende buurten optreden.
Procesdoelstellingen specifiek voor het cameratoezicht:
 Ondanks de bouwwerkzaamheden in het gebied, moeten de camera’s
95% van de tijd werken (‘up-time’);
 Bij 100% van de prio 1 en 2 incidenten die door de GMC aan de politie
worden gemeld, moet de politie in actie komen;
 Bij minimaal 50% van de incidenten die gemeld worden via de GMC en
waarbij een verdacht persoon c.q. een dader in beeld is, wordt
opgetreden door hetzij te waarschuwen/aan te spreken, hetzij te
verbaliseren/aan te houden;
 De politie maakt inzichtelijk hoe vaak beelden zijn opgevraagd bij de
GMC.
Voorstel:
Het cameratoezicht is succesvol geweest in de afgelopen periode. Daarom
stelt het college een verlenging voor. Daarnaast zijn bijkomende argumenten
dat er in de komende periode bouwwerkzaamheden plaatsvinden in het
Spoorzone-gebied en de economische afschrijvingstermijn van het
camerasysteem van acht jaar (2006-2013). Het college stelt daarom voor aan
de raad om:
1. In te stemmen met het verlengen van het cameratoezicht in het
stationsgebied voor een periode van 4 jaar tot 1 mei 2013.
2. De financiering tot en met 31 december 2009 uit het budget Veiligheid
te laten komen.
3. De extra kosten vanaf 2010 t/m 2013 van € 34.500 op jaarbasis
worden in de begrotingsbehandeling 2010-2013 integraal afgewogen.
4. In te stemmen met de in deze nota aangegeven doelstellingen voor
de periode 2009-2013.
5. De tekst van artikel 2.9.1, lid 1, van de Algemene Plaatselijke
Verordening voor Delft te wijzigen, zodat deze komt te luiden: De
Burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet
8
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
besluiten tot plaatsing van vaste camera’s in het Stationsgebied voor
een periode van 4 jaar, ingaande op 1 mei 2009.
9
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
1 Inleiding
Voor de huidige kabinetsperiode streeft het kabinet naar een daling van de
criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002. In “Samen aan de Slag”,
het bestuursakkoord tussen rijk en gemeenten, zijn afspraken gemaakt over
de inzet van gemeenten. Deze is immers ook hard nodig om de gewenste
vermindering van criminaliteit en overlast te realiseren.
Gezien de ontwikkelingen in en rond Delft is voor de volgende doelen voor
het programma Veiligheid gekozen:
 80% van de bewoners voelt zich veilig in de eigen buurt.
 Daling criminaliteit met 25% t.o.v. 2002.
 Versterken van de regierol en het verbeteren van de kwaliteit van de
samenwerking waarbinnen ook meer aandacht komt voor de relatie met
de wijkaanpak en de bewonersparticipatie.
Om deze doelstellingen te bereiken focust het programma Veiligheid zich in
de aanpak van de openbare ruimte op zogenoemde hotspots: plekken waar
criminaliteit en/of overlast beduidend hoger zijn dan in de rest van de stad.
1.1 Veilig verkeren op en rond het station Delft
Al in 2004 is het stationsgebied naar voren gekomen als hotspot voor
overlast en criminaliteit. Om de overlast en criminaliteit te bestrijden is het
project Veilig verkeren op en rond station Delft gestart. Dit project had de
volgende doelstellingen:
 Terugdringen van het aantal aangiften van criminele activiteiten
 Minimaliseren van de overlast
 Vergroten van het veiligheidsgevoel van bezoekers, passanten en
bewoners
 Komen tot een structureel beheersplan
In mei 2004 is de nota ‘Veilig verkeren op en rond het station Delft’ door de
Raad goedgekeurd. Om de doelstellingen uit de nota te bereiken is een
aantal maatregelen genomen die elkaar versterken. Er zijn een
beheersconvenant en een handhavingarrangement afgesloten. Hierin zijn
door alle betrokken partijen, te weten politie Haaglanden, gemeente Delft,
NS, Connexxion, HTM en het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)
afspraken gemaakt over het schoon, heel en veilig houden van het
stationsgebied. Drie maal per jaar wordt de openbare ruimte geschouwd. Aan
de hand van de uitkomsten van deze schouwen wordt de openbare ruimte
onderhouden en verbeterd. Daarnaast vinden er jaarlijks drie integrale
handhavingacties plaats. Deze acties zijn gericht op het tegengaan van
overlast en hebben een belangrijke signaalfunctie naar bezoekers, passanten
en bewoners. Tevens is er een Nota Cameratoezicht (2005) vastgesteld,
waarin de noodzaak en doelstellingen van het cameratoezicht zijn toegelicht.
In mei 2006 zijn op en rondom station Delft 23 gemeentelijke camera’s
opgehangen. De keuze voor cameratoezicht in het kader van handhaving van
de openbare orde en veiligheid kwam dus voort uit het projectplan Veilig
verkeren op en rond station Delft.
10
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
1.2 Cameratoezicht
De Gemeentewet maakt duidelijk aan welke voorwaarden moet worden
voldaan om tot (verlenging van) cameratoezicht over te gaan. Het draait
allemaal om de vraag of cameratoezicht noodzakelijk, proportioneel en
subsidiair is.
Eis 1 - Noodzakelijkheid
Wil een gemeente cameratoezicht op straat inzetten (of verlengen), dan moet
daar een noodzaak voor zijn. Dit houdt in dat er sprake moet zijn van een
openbaar gebied waarin zich regelmatig onveilige situaties voordoen en waar
eerdere maatregelen niet het gewenste effect hebben gehad.
Eis 2 - Subsidiariteit
De subsidiariteiteis houdt in dat om een handhavingdoel te bereiken het
lichtste middel moet worden ingezet waarmee dat doel bereikt kan worden.
Cameratoezicht is een zwaar middel, dat alleen mag worden ingezet als
andere ‘lichtere’ maatregelen niet het beoogde doel hebben bereikt.
Eis 3 - Proportionaliteit
Proportionaliteit houdt in dat het cameratoezicht in verhouding moet staan
met de geconstateerde criminaliteit en overlast. Het is niet proportioneel als
cameratoezicht wordt ingezet om foutparkeerders aan te pakken of een
groep jongeren die geen overlast geven in de gaten te houden.
De integrale aanpak die voort is gekomen uit het project Veilig verkeren op
en rond station Delft zorgt ervoor dat aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan. Dit betekent dat het cameratoezicht niet los kan worden
gezien van de overige maatregelen uit het project. De camera’s maken vanaf
het begin deel uit van het handhavingarrangement voor het stationsgebied.
Sterker nog: de camera’s zijn er gekomen doordat bleek dat de andere
maatregelen die in het kader van het handhavingarrangement waren
getroffen, niet in staat waren bepaalde problemen op te lossen. De camera’s
waren nodig om ook op andere momenten een vorm van toezicht in het
gebied te hebben. Om het stationsgebied in Delft veiliger en leefbaarder te
maken, heeft de politie in de periode 2001-2004 relatief veel fysiek toezicht
gehouden in het gebied rond het station. Dat leidde tot een daling van de
criminaliteit en overlast. Maar de problemen bleken hardnekkig, met name op
momenten dat er geen toezicht was. Aangezien het voor de politie onmogelijk
is om 24 uur per dag aanwezig te zijn rondom het station, werd
cameratoezicht als een goede aanvulling beschouwd.
In het kader van het arrangement komen alle betrokken partijen elk kwartaal
bij elkaar om de situatie te bespreken en, indien nodig, extra
handhavingacties te houden. Zo zijn extra acties gehouden tegen zwartrijden
in het openbaar vervoer en tegen de overlast door ‘weesfietsen’ (fietsen die
langer dan 28 dagen in het stationsgebied staan ) en fietsen die de doorgang
voor reizigers en passanten blokkeren.
11
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Tevens wordt er tijdens de handhavingsacties opgetreden tegen fietsers die
op hinderlijke wijze door het publiek heenrijden. De betrokken partijen maken
regelmatig gezamenlijk een ronde door het gebied om te zien hoe de situatie
zich ontwikkelt. Dit werkt goed, aldus de politie, de gemeente en de NS.
Problemen worden gesignaleerd, de betrokken partijen worden het met
elkaar eens over de definitie van wat kan en wat niet kan en ze maken
duidelijk welke rol de afzonderlijke disciplines spelen. Ook is onderling
afgesproken dat de toezichthouders van verschillende instanties zich niet
beperken tot ‘binnen’ of ‘buiten’ het station, maar altijd een integrale bril op
dienen te zetten. De medewerkers van de gemeente (Toezicht Openbare
Ruimte) lopen op hun rondes ook altijd het station binnen, terwijl de mensen
van de Spoorwegpolitie ook het stationsplein meenemen in hun rondes.
Kortom: het handhavingarrangement heeft de samenwerking verbeterd en
heeft ervoor gezorgd dat eenieder zijn taak beter kan uitvoeren. De camera’s
maken deel uit van het totaalpakket aan maatregelen dat is genomen in het
kader van het arrangement. Het programma Veiligheid heeft de regie op het
handhavingarrangement , het beheerconvenant en de handhavingsacties.
Alle maatregelen tezamen moeten uiteindelijk leiden tot een verbetering van
de sociale veiligheid op en rond het station Delft. Daarom zijn de
effectdoelstellingen
geformuleerd
voor
het
hele
stationsgebied.
Cameratoezicht is daarbij een noodzakelijk onderdeel van het totale pakket
aan maatregelen dat tot deze effecten moet leiden. Om de efficiëntie van het
cameratoezicht te meten zijn er procesdoelstellingen opgesteld. Deze gelden
specifiek voor het cameratoezicht, en niet voor de overige maatregelen in het
stationsgebied.
Als straks het nieuwe station gereed is zullen alle maatregelen die nu gelden
op het gebied van sociale veiligheid in het stationsgebied geactualiseerd
moeten worden naar de nieuwe situatie. Waarbij nieuwe afwegingen over de
in te zetten maatregelen moeten worden gemaakt.
12
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
1.3 Doelen cameratoezicht
In de Nota Cameratoezicht zijn doelstellingen voor het cameratoezicht
geformuleerd. In de evaluatie over de eerste twee jaar zijn het project en de
doelstellingen geëvalueerd (cameratoezicht stationsgebied Delft, 2008). Naar
aanleiding van deze evaluatie heeft de gemeenteraad besloten om, naast de
verlenging met 1 jaar, ook de doelstellingen van het cameratoezicht bij te
stellen. De volgende doelstellingen zijn door de Raad in 2008 hierbij
geformuleerd:
Voor het stationsgebied als geheel op basis van alle maatregelen:
 Het veiligheidsgevoel van reizigers moet in 2011 minimaal gelijk zijn
aan 2008;
 Het aantal door de politie geregistreerde aangiften en meldingen van
delicten in het stationsgebied mag in 2011 – bij gelijkblijvende
aangiftebereidheid – niet groter zijn dan in 2002;
 Het percentage reizigers dat overlast ondervindt van (groepen)
jongeren, drugsdealers en drugsverslaafden mag in 2011 niet groter
zijn dan in 2008.
Voor specifiek het cameratoezicht:
Om te bepalen of het cameratoezicht goed werkt, wordt voorgesteld om de
volgende doelen te formuleren waarbij duidelijk is dat het de camera’s zijn
die de doelen hebben bereikt en niet een andere maatregel.
 Bij 100% van de incidenten die door de GMC worden gemeld aan de
politie Delft, moet de politie in actie komen;
 Bij 50% van de incidenten waar de dader in beeld was, moet een
verdachte worden aangehouden;
 Ondanks de bouwwerkzaamheden in het gebied, moeten de camera’s
95% van de tijd werken (‘up-time’);
 De GMC moet minstens 75% van alle incidenten in het stationsgebied
die zichtbaar waren op een monitor, ook daadwerkelijk hebben
waargenomen en doorgegeven aan de politie in Delft;
 De GMC levert elke drie maanden een overzicht van de incidenten die
wel zijn waargenomen, maar niet zijn gemeld aan de politie in Delft. Op
basis hiervan stelt de politie nieuwe prioriteiten voor de volgende
toezichtperiode van drie maanden;
Naast deze doelstellingen heeft de raad gevraagd6 om inzicht te geven in de
volgende aspecten:
 Hoe vaak de beelden door het OM gebruikt zijn.
 Inzicht in mogelijke verplaatsingseffecten van het cameratoezicht
 Een vergelijking van de criminaliteitsstatistieken van het stationsgebied
met de rest van Delft
6
Raadsbesluit van 23 april 2008, Registratie nr.: 345287
13
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
1.4 Geïntegreerde monitorcentrale (GMC) Haaglanden
Het camerasysteem is via een beveiligde verbinding aangesloten op de
geïntegreerde monitor centrale (GMC) van de regio Haaglanden. Daar
worden de beelden 24 uur per dag, 7 dagen per week op acht schermen live
bekeken door politiesurveillanten. Als er in de GMC een incident wordt
waargenomen of als er via de meldkamer een melding binnenkomt, wordt
contact opgenomen met het politiebureau Delft. Daar staan vier
beeldschermen die de beelden weergeven. De politie bepaalt op welke wijze
en met hoeveel mensen ze in actie komt. Tijdens het incident is de centralist
in de GMC degene die de knoppen bedient. Via de portofoon kan de
centralist het incident volgen. Indien nodig kunnen de politiemensen op straat
via de portofoon direct communiceren met de centralist in de GMC. In
bijzondere gevallen, zoals tijdens grote evenementen, worden de
camerabeelden door bureau Delft zelf live bekeken. Als een incident niet live
is waargenomen, maar er is wel behoefte aan de opgenomen beelden, dan
kan bureau Delft tot maximaal zeven dagen na het incident de beelden
opvragen bij de GMC. Daarna worden de beelden automatisch gewist.
1.5 Evaluatie
In de Gemeentewet is vastgelegd dat cameratoezicht op openbare plaatsen
per definitie een tijdelijke maatregel moet zijn. Elke gemeente die
cameratoezicht inzet, moet periodiek evalueren of de doelen van het
cameratoezicht gerealiseerd worden en of het cameratoezicht nog wel
noodzakelijk is. Het cameratoezicht in Delft is geïnstalleerd voor een
proefperiode van twee jaar. Na afloop van de proefperiode is een eerste
evaluatie gehouden over de periode 2006-2008. Naar aanleiding van deze
evaluatie heeft de gemeenteraad het cameratoezicht verlengd met de
periode van één jaar. In mei 2009 loopt de verlenging af. Om te kunnen
bepalen of er na 1 mei 2009 opnieuw een verlenging moet komen is
wederom een evaluatie gehouden.
Om de effecten van het cameratoezicht te bepalen zijn diverse bronnen
geraadpleegd:
 Enquêtes op straat in 2004, 2006, 2008 en 2009. Deze zijn afgenomen
en geanalyseerd door Onderzoek + Statistiek (O+S) van de gemeente
Delft.
o De eerste meting is gehouden in maart 2004, ruim vóór de start
van het cameratoezicht (nulmeting). Vervolgens is een
tussenmeting gehouden in maart 2006. Twee maanden later (mei
2006) was het camerasysteem operationeel. De derde meting is
gehouden in januari 2008 – twintig maanden na de start van het
cameratoezicht. De laatste meting is in januari 2009 gehouden,
zodat de resultaten van deze meting goed te vergelijken zijn met
de resultaten uit 2008. De timing van deze metingen is ideaal om
de effecten van het cameratoezicht goed te kunnen vaststellen.
De enquêtes zijn door O+S geanalyseerd en een gedeelte van die
resultaten wordt in dit rapport gebruikt. Daarnaast publiceert O+S
14
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
een zelfstandig rapport met alle uitkomsten van de metingen
(bijlage 1).
 Gegevens uit de politie informatiesystemen en de GMC
o De politie Delft heeft het aantal aangiften en meldingen in het
stationsgebied, de naastgelegen buurten en Delft als geheel op
een rij gezet voor de afgelopen jaren. Daarnaast leverden zij een
overzicht van het aantal registraties van incidenten in de
geïntegreerde monitor centrale.
 Cijfers uit het klanttevredenheidsonderzoek van de NS
15
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
2 Effectdoelstellingen stationsgebied
2.1 Veiligheidsgevoel/beleving
Het veiligheidsgevoel van reizigers bij de evaluatie in 2009 moet minimaal
gelijk zijn aan het niveau van 2008. De doelstelling om het veiligheidsgevoel
minimaal op hetzelfde niveau, als bij de meting in 2008, te houden is
gehaald. De fiets- en voetgangerstunnel en de achterzijde van het station
scoren, vooral in de avonduren, nog onvoldoende. Het doel van de
maatregelen in het stationsgebied is het vergroten van het veiligheidsgevoel
van bezoekers, passanten en bewoners, zodanig dat alle onderzochte
gebieden een ‘voldoende’ scoren.
In maart 2004 is gestart met een 0-meting voordat de uitvoering van het plan
“Veilig verkeren op en rond station Delft” werd gestart. Daarna is er een 1meting geweest in maart 2006 voordat het cameratoezicht werd ingevoerd.
Vervolgens is er in januari 2008 een 3-meting geweest en in januari 2009 een
4-meting. Beide laatste metingen zijn gehouden in verband met de verlenging
van het cameratoezicht.
Veiligheidsgevoelens zijn gemeten in de enquêtes die op straat zijn
gehouden in januari 2009. Aan de deelnemers is gevraagd om vier locaties in
het stationsgebied een cijfer te geven. Omdat de veiligheidsbeleving sterk
samenhangt met het tijdstip op de dag is gevraagd naar het veiligheidsgevoel
overdag en ’s avonds. Overdag scoren het station, het stationsplein en de
achterzijde een voldoende. Alleen het fiets en voetgangerstunneltje blijft hier
net onder (5,9).
Tabel: Veiligheidsgevoel overdag (rapportcijfers 1 t/m 10)
Overdag
2004
2006
2008
2009
Stationsplein
6,9
7,2
7,0
6,9
NS station
6,8
7,0
6,9
7,0
Achterzijde van het NS station
6,1
6,4
6,3
6,3
Fiets- en voetgangertunnel
5,7
6,1
5,9
5,9
Bron: Enquêtes door O+S onder voorbijgangers op straat
’s Avonds scoort geen van de gebieden een voldoende. Het stationsplein en
het station net niet (5,9), de achterzijde en het tunneltje scoren onvoldoende,
respectievelijk een 4,9 en een 4,6. Het verschil met 2008 is zowel overdag
als ‘s avonds verwaarloosbaar.
Tabel: Veiligheidsgevoel ’s avonds (rapportcijfers 1 t/m 10)
's Avonds laat
2004
2006
2008
2009
Stationsplein
5,2
5,9
5,8
5,9
NS station
5,1
5,8
5,9
5,9
Achterzijde van het NS station
4,5
5,1
4,9
4,9
4
4,6
4,7
4,6
Fiets- en voetgangertunnel
Bron: Enquêtes door O+S onder voorbijgangers op straat
16
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
De NS houdt een eigen periodiek (kwartaal) onderzoek onder haar reizigers.
Hieruit blijkt dat de NS reizigers in 2008 beduidend positiever waren over de
sociale veiligheid op het station dan de deelnemers aan de enquête van
O&S. Overdag beoordelen bijna alle ondervraagden (94%) de sociale
veiligheid op het station met een 7 of hoger. In de avonduren is dit ruim twee
derde (71%).
Tabel: Rapportcijfer voor sociale veiligheid (% dat een 7 of hoger geeft)
2004
2005
2006
2007
2008
Overdag
88%
90%
89%
91%
94%
‘s Avonds
59%
61%
65%
63%
71%
Bron: Klantenonderzoek NS reizigers station Delft
Meer dan de helft (54%) van de ondervraagden geeft aan dat het
cameratoezicht hun veiligheidsgevoel vergroot, terwijl bij 4 procent juist het
veiligheidsgevoel afneemt. Aan de deelnemers van de O+S enquête is ook
een aantal stellingen voorgelegd om meer inzicht te krijgen in hoe zij de
sociale veiligheid in het stationsgebied ervaren. De uitkomsten hiervan zijn
sinds 2006 nagenoeg onveranderd. Ongeveer een kwart van de
ondervraagden (24%) mijdt ’s avonds het stationsgebied. 30 procent van de
ondervraagden denkt extra goed op te moeten letten om niet beroofd te
worden. 15% vindt het stationsgebied een onveilige plek.
Grafiek: Stelling: het stationsgebied is een onveilige plek*
2009 4% 11%
29%
42%
12%
1%
2008 3% 10%
31%
42%
12%
1%
2006 3% 11%
29%
13%
1%
2004
8%
0%
43%
27%
20%
39%
40%
22%
60%
helemaal mee eens
mee eens
neutraal
mee oneens
helemaal mee oneens
weet niet
80%
3% 1%
100%
Bron: Enquêtes door O+S onder voorbijgangers op straat
* In 2004 is de vraag positief gesteld: is het stationsgebied een veilige plek?
17
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
2.2 Aantal aangiften en meldingen van delicten
Het doel tot en met 2011 is het verder terugdringen van het totaal aantal
geregistreerde delicten tot het niveau van 2002. Dit betekent dat wordt
gestreefd naar een daling van ruim 20%. Hierbij gaat specifieke aandacht uit
naar het aantal vermogensdelicten. In de afgelopen periode is het totaal van
het aantal aangiften toegenomen, van 217 naar 235. Daarmee is het niveau
van aangiften terug op het niveau van 2004-2005 maar ook van 2006-2007.
Tabel: Aangiften Stationsbuurt
Aangiften
Stationsbuurt
Mei 04april 05
Mei 05april 06
Mei 06april 07
Mei 07april 08
Mei 08april 09
236
215
231
217
235
Bron: politiecijfers HKS
Door de politie is een overzicht gemaakt van alle aangiften en meldingen in
de stationsbuurt voor de twaalf maanden vóór invoering van cameratoezicht
(mei 2005 – april 2006) en de periode daarna. De cijfers zijn gebaseerd op
aangiftecijfers (HKS-systeem) t/m november 2008 De cijfers van december
en later waren ten tijde van het opstellen van deze evaluatie nog niet
beschikbaar. Daarom zijn de cijfers tot en met april 2009 geëxtrapoleerd,
zodat deze te vergelijken zijn met de eerdere periodes. Onder het
stationsgebied wordt verstaan: De Van Leeuwenhoeksingel, het
Stationsplein, de Stationstunnel, het Laantje van Mater en de Houttuinen. De
Coenderstraat, waar ook camera’s hangen, kunnen we niet meenemen als
het gaat om de aangiftecijfers omdat deze straat in HKS bij een andere buurt
(Westerkwartier) hoort.
Het aantal geregistreerde vermogensdelicten lag in de afgelopen periode op
193, een stijging van 35 ten opzichtte van de periode daarvoor. Deze stijging
wordt vooral veroorzaakt door een stijging van het aantal fietsdiefstallen, en
in mindere mate zakkenrollen. De toename van het aantal fietsdiefstallen kan
worden verklaard doordat er in 2008 in Delft veel fietsen zijn gestolen met
behulp van eerder ontvreemde moedersleutels, waarmee ieder slot van één
bepaald type geopend kan worden. Diefstal op deze wijze kan zeer moeilijk
door de centralist worden opgemerkt: op de camerabeelden ziet het eruit of
iemand de eigen fiets van slot haalt en ermee wegrijdt. Tegelijkertijd is het zo
dat er in de periode tussen 2005 en nu er een enorme toename is geweest
van het aantal gestalde fietsen in het stationsgebied ten opzichte van 2005.
Tussen 2005 en nu is het aantal fietsparkeerplekken uitgebreid met bijna
1200 plaatsen tot 3400. Het gemiddeld aantal geparkeerde fietsen is in deze
periode ruim verdubbeld van 2100 naar 4600.
Het aantal bedreigingen en mishandelingen is fors afgenomen, met meer dan
de helft van 29 naar 14. Het aantal vernielingen is gestegen van vijf naar tien.
En daarmee terug op het niveau van het jaar ervoor. Opgemerkt moet wel
worden dat het statistisch gaat om zeer kleine aantallen.
18
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Fietsdiefstal
Zaak 1: Via beelden is te zien dat iemand een fiets wegneemt. Ter plaatse is de verdachte al
verdwenen. Werd later die dag herkend door collega’s en in overleg met de Officier van
justitie buiten heterdaad aangehouden. Verdachte heeft zaak bekend en verklaarde fiets koud
gezet te hebben, maar fiets is helaas op locatie niet meer aangetroffen.
Zaak 2: Via GMC verdachte aan gehouden nadat GMC had gezien dat verdachte aan het
voelen was aan fietsen. Ter plaatse verdachte aangehouden voor poging diefstal fiets. Hij
bekende.
Grafiek: Aangiften stationsbuurt mei 2004 – april 2009
250
14
5
18
200
18
10
14
24
21
14
11
20
25
5
29
26
150
100
199
176
154
193
158
50
0
Mei 04-april 05 Mei 05- april 06 Mei 06- april 07 Mei 07- april 08 Mei 08- april 09
Vermogensdelicten
Bedreiging, mishandeling
Vernielingen
Overig
Het totaal aantal aangiften wordt bepaald door het aantal delicten en de
aangiftebereidheid (het percentage ondervraagden dat slachtoffer geworden
is van een delict en hiervan aangifte heeft gedaan). Het doel om het aantal
aangiften terug te brengen tot het niveau van 2002 geldt bij een
gelijkblijvende aangiftebereidheid. Bij een negatieve of positieve ontwikkeling
van de aangiftebereidheid zal ook de doelstelling worden aangepast. De
aangiftebereidheid is in 2008 licht gedaald ten opzichte van 2007 en ligt nu
iets onder het regionaal gemiddelde. Dit cijfer kent enige fluctuatie, daarom
wordt deze daling in de politiemonitor (nog) niet als negatieve ontwikkeling
aangemerkt.
Tabel: Aangiftebereidheid Haaglanden en Delft
Regio
Delft
2005
2006
2007
2008
30.6%
33.7%
28.0%
22.9%
24.7%
26.7%
25.9%
22.3%
Bron: Politiemonitor Bevolking 2008
19
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
2.3 Overlast
De derde doelstelling voor het stationsgebied is het voorkomen van een
toename van de overlast van groepen jongeren, dealers en verslaafden.
Deze doelstelling is gehaald, de ervaren overlast is licht afgenomen.
Overlast is een lastig te meten fenomeen: wat de één ‘spelende kinderen’
noemt, kan voor een ander ‘jongerenoverlast’ zijn. Daar komt nog bij dat
overlast in de meeste gevallen niet wordt gemeld aan de politie – het is dus
een fenomeen dat beter met behulp van enquêtes dan politiecijfers in beeld
kan worden gebracht. Beide bronnen (politiecijfers en enquêtes) worden
hieronder beschreven.
Voor de periode mei 2008 tot mei 2009 zijn er 47 registraties van overlast.
Ook hier is sprake van geëxtrapoleerde cijfers zoals ook in paragraaf 2.2. Het
betreft hier een combinatie van overlastmeldingen over drank- en
drugsgebruik, geluid, horeca, jongeren, gestoorde personen en overige. Dit is
een afname van een derde ten opzichte van de vorige meetperiode namelijk
47 registraties in plaats van 71.
Tabel: Geregistreerde overlast stationsgebied voor en na invoering
cameratoezicht
Mei 05- april Mei 06- april Mei 07- april Mei 08- april
06
07
08
09
politieregistraties
88
81
71
47
Bron: politiecijfers Genesys: bij de Genesysregistraties wordt, in tegenstelling
tot HKS, de Coenderstraat wel meegenomen en de Houttuinen niet.
Uit de enquête die in het stationsgebied is uitgevoerd komt een minder sterke
daling naar voren. Het aantal ondervraagden dat last heeft ervaren (13%) is
nagenoeg gelijk aan de vorige periode (14%). Het aantal mensen dat is lastig
gevallen door zwervers is met drie procent licht gedaald.
Tabel: Ervaren overlast (percentage respondenten dat overlast ervaart)
Overlast door
2004
2008
2009
Groep(en) jongeren
19%
14%
13%
Zwervers
26%
22%
19%
Bron: Enquêtes door O+S onder voorbijgangers op straat
Behalve naar de ervaren overlast is in de enquête van O+S in januari 2009
ook gevraagd of men in de afgelopen 12 maanden het slachtoffer is
geworden van fiets- c.q. tassendiefstal of zakkenrollerij. Zestig procent van
de ondervraagden geeft aan niet met overlast of diefstal te zijn
geconfronteerd. In de periode hiervoor, gemeten in januari 2008, was dit nog
54%. Ten opzicht van 2004 is dit een positieve omdat toen slechts 43% dit
aangaf.7
7
Figuur 17 Veiligheidsbeleving stationsgebied, maart 2009
20
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
2.4 Verplaatsingseffect
In discussies over cameratoezicht speelt verplaatsing, ook wel het
‘waterbedeffect’ genoemd, vaak een belangrijke rol. Verplaatsing is mogelijk,
maar zeker niet vanzelfsprekend en eigenlijk nooit honderd procent volledig.
Op basis van de politiecijfers is geen duidelijk verplaatsingseffect
waarneembaar. Dit sluit aan bij de verwachting dat verplaatsingseffecten niet
of beperkt optreden bij het toepassen van cameratoezicht in een breder
pakket van maatregelen.
Het aantonen van een verplaatsingseffect is moeilijk. Bij gebruik van
gegevens kunnen alleen grote verschuivingen een verplaatsingseffect
aantonen. Kleine veranderingen in de verhoudingen van delicten tussen
buurten kunnen veel verschillende oorzaken hebben. Delicten verschuiven
van buurt naar buurt door bijvoorbeeld verhuizing van veelplegers,
verschuiving van verkeersstromen of media aandacht. Verder geeft de politie
aan dat de meeste daders minder flexibel zijn dan wel wordt aangenomen.
Uit de evaluaties van cameratoezicht in diverse gemeente blijkt dat, wanneer
waarneembaar, de verplaatsingseffecten beperkt zijn en het soort delicten
dat verplaatst per gemeente verschilt.8
De delicten waarbij de kans op verplaatsing het grootst is zijn de veel
voorkomende vermogensdelicten. Veel voorkomende vermogensdelicten zijn
diefstal, diefstal van/uit fietsen en voertuigen, overval/beroving en
zakkenrollerij. Als er verplaatsing optreedt dan is dit altijd naar aangrenzende
buurten, in dit geval zouden dat het Westerkwartier en het Centrum zuid-west
zijn. Als wordt gekeken naar het aandeel van de Stationsbuurt en de
omliggende
buurten in
het
totaal aantal
veel
voorkomende
vermogensdelicten in Delft dan zien we geen verschuiving na de invoering
van het cameratoezicht in 2006. Dit betekent dat er geen significante
verplaatsingseffecten optreden.
Tabel: Aandeel buurten in aangiften veel voorkomende vermogensmisdrijven
in Delft
Delft
Aandeel
Stationsbuurt
Aandeel
Westerkwartier
Aandeel Centrum
zuid-west
Mei 04april 05
4602
Mei 05april 06
4229
Mei 06april 07
3657
Mei 07april 08
4187
Mei 08april 09
5165
3%
2%
2%
2%
2%
3%
3%
3%
3%
3%
4%
3%
4%
3%
3%
Bron: politiecijfers HKS
8
“Evaluatie cameratoezicht op openbare plaatsen”, Regioplan (Amsterdam, 2008)
21
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Wanneer we inzoomen op de aangifte cijfers in de verschillende categorieën;
vermogensdelicten, bedreiging en mishandeling, vernieling en overige, is er
geen duidelijk verplaatsingeffect waarneembaar.
Tabel: Totaal aantal aangiften in Delft en buurten
7889
7898
7277
7401
8361
Verschil
07/08
en
08/09
+ 960
236
215
231
217
235
+ 18
355
288
256
273
336
+ 63
221
184
158
182
175
-7
Mei 04- Mei 05- Mei 06- Mei 07- Mei 08april 05 april 06 april 07 april 08 april 09
Delft
Aandeel
Stationsbuurt
Aandeel
Westerkwartier
Aandeel
Centrum zuidwest
Bron: politiecijfers HKS
Het totaal aantal vermogensdelicten in Delft is in de afgelopen periode
gestegen. In de Stationsbuurt en het Centrum zuid-west is er sprake van een
stijging, alhoewel dat voor de laatste gaat om 5 aangiften terwijl in het
Westerkwartier het aantal vermogensdelicten juist sterk is gedaald. De
stijging in het stationsgebied komt onder andere door een toename van het
aantal aangiften van fietsendiefstal vanwege de blanco sleutels die in omloop
waren (en zijn). De modus operandi (manier van werken) met deze sleutel
onderscheidt zich niet van de normale wijze van openen van een fietsslot. En
er zijn in de loop van het project meer fietsenklemmen geplaatst en dus meer
fietsen in het gebied.
Tabel: Aangiften vermogensdelicten in Delft en buurten
5411
5064
4406
4969
5914
Verschil
07/08
en
08/09
+ 945
199
154
176
158
193
+ 35
174
142
121
142
108
- 34
176
120
102
112
117
+5
Mei 04- Mei 05- Mei 06- Mei 07- Mei 08april 05 april 06 april 07 april 08 april 09
Delft
Aandeel
Stationsbuurt
Aandeel
Westerkwartier
Aandeel
Centrum zuidwest
Bron: politiecijfers HKS
De aangiften in de afzonderlijke buurten laten een sterke fluctuatie zien.
Hierbij moet rekening worden gehouden met de lage absolute aantallen
aangiften.
22
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Het aantal aangiften van mishandeling en bedreiging in Delft is in de
afgelopen periode zeer licht gedaald. Uit onderzoek blijkt dat cameratoezicht
slechts een beperkte preventieve werking op geweldsmisdrijven heeft.9 Dit
betekent dat de start van geweldsmisdrijven nauwelijks worden beïnvloed
door cameratoezicht. Het cameratoezicht kan wel helpen door er snel bij te
zijn en zo escalatie te voorkomen, of bij de opsporing. In de Stationsbuurt en
Centrum zuid-west is sprake van een afname). Het Westerkwartier
daarentegen laat een kleine stijging zien. Deze stijging is in absolute cijfers
beperkt (4 incidenten) en kan dus niet automatisch worden gewijd aan een
verplaatsingseffect, ook gezien het beperkte effect van cameratoezicht op
geweldsmisdrijven.
Tabel: Aangiften bedreiging en mishandeling in Delft en buurten
539
545
657
570
552
Verschil
07/08
en
08/09
- 28
18
26
20
29
14
- 15
33
32
33
22
26
+4
10
19
6
18
12
-6
Mei 04- Mei 05- Mei 06- Mei 07- Mei 08april 05 april 06 april 07 april 08 april 09
Delft
Aandeel
Stationsbuurt
Aandeel
Westerkwartier
Aandeel
Centrum zuidwest
Bron: politiecijfers HKS
Ook bij de aangifte van vernielingen gaat het over dusdanige aantallen dat er
jaarlijks fluctuaties zijn waarbij soms uitschieters mogelijk zijn maar waarbij er
niet gesproken kan worden van een waterbedeffect.
Tabel: Aangiften vernielingen in Delft en buurten
1037
1183
1130
1045
939
Verschil
07/08
en
08/09
- 106
5
14
11
5
10
+ 5
123
73
52
59
81
+ 22
18
21
19
33
17
- 16
Mei 04- Mei 05- Mei 06- Mei 07- Mei 08april 05 april 06 april 07 april 08 april 09
Delft
Aandeel
Stationsbuurt
Aandeel
Westerkwartier
Aandeel
Centrum zuidwest
Bron: politiecijfers HKS
9
“Cameratoezicht in het publieke domein in EU-landen”, WODC (Den Haag, 2000)
23
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Het aantal overige aangiften in Delft is in de afgelopen periode met bijna 138
gestegen. In de buurt Centrum zuid-west is deze met 10 toegenomen. De
Stationsbuurt en het Westerkwartier laten juist een daling zien respectievelijk
van 7 en 12.
Tabel: Aangiften ‘overige’ in Delft en buurten
902
1106
1084
817
955
Verschil
07/08
en
08/09
+138
14
21
24
25
18
-7
25
41
50
50
38
-12
17
24
31
19
29
+ 10
Mei 04- Mei 05- Mei 06- Mei 07- Mei 08april 05 april 06 april 07 april 08 april 09
Delft
Aandeel
Stationsbuurt
Aandeel
Westerkwartier
Aandeel
Centrum zuidwest
Bron: politiecijfers HKS
De conclusie is dat er op basis van de beschikbare aangiftes er geen sprake
is van een verplaatsingseffect vanaf de Stationsbuurt richting Westerkwartier
of Centrum zuid-west
24
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
3 Procesdoelstellingen cameratoezicht
Cameratoezicht is onderdeel van de maatregelen die in het stationsgebied
zijn getroffen om de veiligheid te vergroten en de overlast te verminderen. In
dit hoofdstuk gaat het over het proces van het cameratoezicht. Met het
proces bedoelen we de wijze waarop het cameratoezicht is uitgevoerd en
gebruikt in de afgelopen periode. We kijken naar de opbrengsten achter de
schermen: hoe goed werkt het live toezicht, hoeveel incidenten worden er
waargenomen en hoe vaak worden opgenomen beelden gebruikt voor
opsporing achteraf?
3.1 Aantal waargenomen en gemelde incidenten
In 2008 zijn er via de GMC aan bureau Delft 889 verdachte omstandigheden
en incidenten gemeld.
De opvolging van de meldingen door bureau Delft is afhankelijk van de
prioriteit die de politie stelt aan het incident. Prio 1 meldingen zijn meldingen
met een spoedeisend karakter (escalatiegevaar, levensgevaar). Bij prio 2
meldingen is wel een noodzaak om direct ter plaatse te komen, maar het is
niet dermate dringend. Op 100% van alle prio 1 en 2 meldingen is door
Bureau Delft gereageerd. Bij een reactie koppelt de gemeenschappelijke
meldkamer Haaglanden een eenheid aan de melding. Bij prio 1 en 2
meldingen geldt de tien minuten norm voor de aanrijdtijd. Op de overige
meldingen is alleen gereageerd, wanneer er eenheden beschikbaar waren
die niet aan dringendere zaken gekoppeld waren. In 2008 is uiteindelijk op
ruim 80% van alle meldingen vanuit de GMC gereageerd.
De GMC is intussen druk bezig een systeem te ontwikkelen om ook nog
inzichtelijk te maken wat voor soort incidenten het betrof.
Tabel: Aantal incidenten en reacties in 2008 (januari t/m december)
2008
Incidenten
reacties
percentage
889
717
81%
Bron: GMC
3.2 Opvolging van meldingen
Één van de doelen van het cameratoezicht is dat de pakkans voor plegers
van delicten wordt vergroot. Als doelstelling hiervoor is opgenomen dat in
minimaal 50% van de incidenten waar een dader in beeld was, de politie een
verdachte moet aanhouden. Het is niet mogelijk om aan te geven of deze
doelstelling behaald is. Wanneer er bij bureau Delft een melding binnen komt
vanuit de GMC, is er niet meteen sprake van een dader. Er is immers pas
sprake van een dader wanneer een delict voltooid is. Bij veel meldingen is
dat niet het geval. Zo hebben meldingen regelmatig betrekking op verdachte
omstandigheden, waarbij er geen sprake is van een dader, maar hooguit van
een verdacht persoon. Als deze persoon nog wordt aangetroffen, dan wordt
deze aangesproken c.q. gewaarschuwd. Alleen bij een voltooid delict volgt óf
een aanhouding (en dus een verder vervolg aan het politiebureau), óf het
25
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
uitschrijven van een bekeuring ter plaatse. In het laatste geval wordt dus wel
opgetreden tegen de pleger van het delict, maar volgt geen aanhouding.
De systemen van de politie Haaglanden bieden momenteel niet de
mogelijkheid om op een eenvoudige wijze cijfers te genereren die aangeven
in hoeverre er bij een melding vanuit de GMC is opgetreden en in welke
vorm. Ten eerste worden momenteel niet alle reacties na een GMC melding
geregistreerd. Wanneer niemand is aangetroffen, wordt de inzet vaak niet
teruggekoppeld in de systemen. Hetzelfde geldt voor reacties waarbij
personen zijn aangesproken of gewaarschuwd. Hierdoor is de politie niet in
staat een zuiver beeld te verschaffen van het aantal keer dat feitelijk is
opgetreden bij incidenten die gemeld worden via de GMC en waarbij een
verdacht persoon of een dader in beeld is.
De politie gaat om dit beter te registreren een speciale code aanmaken,
waaronder registraties die betrekking hebben op een reactie naar aanleiding
van een GMC-melding weggeschreven kunnen worden. Daarnaast zal er
binnen politie Delft op gestuurd worden dat elke inzet op een GMC-melding
wordt vastgelegd in het bedrijfsprocessensysteem en dat ook de vorm van
optreden wordt vastgelegd (aanspreken c.q. verbaliseren c.q. aanhouden).
Op deze wijze kan voor de volgende evaluatie de opvolging door de politie
van meldingen inzichtelijk gemaakt worden. Hiervoor is het wel noodzakelijk
om de doelstelling aan te passen. Deze wordt nu:
In 50% van de incidenten die gemeld worden via het GMC en waarbij een
verdacht persoon c.q. een dader in beeld is, wordt opgetreden door hetzij te
waarschuwen/aan te spreken, hetzij te verbaliseren/aan te houden.
3.3 Continuïteit cameratoezicht
Het GMC geeft aan dat de camera’s nagenoeg 100% up-time gedraaid
hebben in 2008. Daarmee is de doelstelling van 95% gehaald. Voor één
camera in het gebied geldt dat deze korte tijd niet gewerkt heeft als gevolg
van een vernieling. Hiervan is door de gemeente aangifte gedaan en deze
camera is vervangen. Deze doelstelling is vooral van belang als straks de
werkzaamheden aan de Spoorzone starten. Tijdens de werkzaamheden blijft
het station in gebruik. Er zullen dan camera’s verplaatst moeten worden in
verband met werkzaamheden en omdat het busplatform verhuist naar een
tijdelijke locatie (zie ook paragraaf 4.1).
3.4 Dekking cameratoezicht
Om te achterhalen welk deel van de incidenten in het stationsgebied op de
camera’s zichtbaar waren, is de doelstelling opgenomen dat minstens 75%
van alle incidenten in het stationsgebied die zichtbaar waren op de monitor,
ook daadwerkelijk moeten zijn waargenomen door de GMC en doorgegeven
zijn aan de politie in Delft.
De GMC geeft aan dat het heel aannemelijk is dat 75% van de incidenten die
zichtbaar waren op de monitor zijn waargenomen, vanwege de
professionaliteit en de ervaring van de hier specifiek voor opgeleide
26
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
politiesurveillanten die de beelden uitkijken. De GMC kan deze uitspraak niet
onderbouwen met exacte gegevens, omdat niet kan worden aangegeven
hoeveel incidenten zich wél hebben voorgedaan die niét op de camera’s zijn
waargenomen. Deze doelstelling vervalt daarom in de volgende meetperiode.
3.5 Sturing cameratoezicht
Het GMC geeft aan dat elk incident dat wordt waargenomen ook gemeld
wordt aan de politie in Delft. Een overzicht van de incidenten die wel zijn
waargenomen, maar niet zijn gemeld aan de politie in Delft is niet te leveren,
omdat dergelijke incidenten niet bestaan. Omdat alle incidenten worden
doorgegeven hoeven er geen prioriteiten voor de GMC gesteld te worden. De
doelstelling om prioriteiten te stellen voor de GMC is op dit moment dus niet
van toepassing en vervalt in de komende meetperiode.
3.6 Gebruik beelden
In 2008 heeft de politie in Delft 92 keer beelden opgevraagd bij de GMC. De
beelden worden niet alleen gebruikt als bewijsmateriaal. Ze worden ook
opgevraagd, wanneer de politie denkt deze nodig te hebben voor een
opsporingsonderzoek. Momenteel wordt door de politie niet bijgehouden hoe
vaak beelden opgestuurd worden naar het openbaar ministerie (OM). Het
gebruik van beelden is in een rechtszaak van veel omstandigheden
afhankelijk.
Indien mogelijk relevant voor een strafzaak worden beelden bijgevoegd in het
onderzoeksdossier. Het is niet duidelijk of deze beelden ook echt zijn gebruikt
als bewijsmateriaal en of ze tot een veroordeling hebben geleid. Belangrijk
element hierbij is dat het administratiesysteem van de politie en het OM niet
zodanig is ingericht dat dit geregistreerd wordt en dus ook eenvoudig te
onderzoeken is. Dit soort informatie wordt namelijk niet centraal geregistreerd
door het OM. Dit probleem speelt, zoals navraag leert bij bijna elke evaluatie
van cameratoezicht. Voor de komende periode wordt deze procesdoelstelling
gewijzigd in: de politie maakt inzichtelijk hoe vaak beelden zijn opgevraagd bij
de GMC.
27
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Zakkenrollerij en regionale samenwerking
Op 28 januari 2009 vindt er een diefstal van een pinpas plaats op station Delft. De aangever
werd door een groep van 4 Oost Europeanen bestolen van zijn portemonnee. Later werd er
1250,- euro van zijn bankrekening gehaald.
Dan gebeurt het volgende:
Op dinsdag 3 februari 2009 omstreeks 07:27 kregen wij melding via de GMC dat een groep
zakkenrollers actief was op de Nelson Mandela Brug te Zoetermeer. Deze zakkenrollers
werden door de GMC 100% herkend en zijn bekenden. Na eerst de beelden in de meldkamer
bekeken te hebben zijn wij met meerdere eenheden ter plaatse gegaan en troffen daar 3
verdachten aan. Twee van de verdachten konden op de Mandela brug worden aangehouden
en de derde verdachte kon uiteindelijk worden aangehouden op de A12 na dat de collega's
een marathon hadden gelopen langs de A12. De verdachte zijn op last van de hulpofficier van
justitie aangehouden buiten heterdaad en over gebracht naar Bureau Zoetermeer. Vervolgens
heeft de Officier van justitie toestemming verleend tot de aanhouding buiten heterdaad. GMC
gecontact. De collega zal een proces verbaal van bevindingen maken, faxt het en stuurt het
met de interne post.
Aanvulling GMC: Op dinsdag 3 februari 2009 omstreeks 07.24 uur deed ik dienst op het GMC
en was belast met het uitkijken van de beelden aan openbare tafel 1. Op camera M009 welke
zicht geeft op de zuidelijke roltrap zag ik 2 personen aankomen welke mij ambtshalve bekend
waren vanwege een eerder incident op het station van Delft op 28-01-2009 betreffende
zakkenrollerij. Het betrof hier een 100% herkenning. Ik heb Bureau Zoetermeer en de Centrale
Meldkamer hiervan op de hoogte gebracht en de beelden naar hen doorgezet zodat ze konden
meekijken. Vlak daarna kwamen nog 2 ambtshalve bekende personen in beeld waardoor de
groep dezelfde samenstelling had als bij eerder genoemd incident op het Station van Delft.
Signalementen van de personen doorgegeven aan de Centrale meldkamer. Toen meerdere
eenheden TP kwamen zag ik dat alle vier de eerder genoemde personen snel de trap afliepen
richting spoor 3 gevolgd door vier collega's. Proces verbaal van bevindingen van
bovenstaande zal door mij worden gemaakt.
Alle verdachten zijn gehoord middels een tolk en in verzekering gesteld. De GMC heeft proces
verbaal van bevindingen gemaakt en de beelden klaar gelegd. Worden opgehaald door de
KLPD (korps landelijke politiediensten). De KLPD gaat morgen verder met de zaak. "
Skimming
Bericht vanuit politie Delft:
Werden als 8102 gestuurd richting Delft station. De GMC had gezien dat een man een
voorwerp van de treinkaartjesautomaat afhaalde en wegliep in de richting van de tram. Kregen
signalement mee. Wij die kant op. Kregen door dat hij inmiddels in de tram was gestapt
richting Den Haag/Rijswijk. Tram stopgezet, onze verdachte aangehouden op signalement.
Troffen bij de opsporingsfouillering onder zijn jas een skim-apparaat aan.
Aanvulling recherche: de verdachte is gehoord en deze verklaarde ook nog zaken omtrent zijn
medeverdachte. Later is de medeverdachte aangehouden. Op 7/11/2008 09:15 uur contact
gehad met kabinet van de rechter commissaris. Beide verdachten zijn gehouden en zitten in
bewaring.
28
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
3.7 Opvattingen over cameratoezicht
Hoewel in de nota geen doelen zijn gesteld op dit gebied, is het natuurlijk wel
van belang dat gebruikers van het gebied weten dat er camera’s hangen.
Daarnaast is het interessant om te peilen of men cameratoezicht een goed
idee vindt en of men zich er bewust veiliger door voelt.
Ruim de helft van de ondervraagden (54%) geeft aan dat hun veiligheidsgevoel groter wordt door het cameratoezicht. Een kleine groep ondervraagden (4%) geeft aan dat de aanwezigheid van camera’s hun veiligheidsgevoel
juist negatief beïnvloedt.
Grafiek: Wat betekent de aanwezigheid van camera's op het stationsgebied
voor uw gevoel van veiligheid?
54
2009
39
50
2008
0%
20%
4 3
42
40%
60%
6 3
80%
mijn veiligheidsgevoel wordt groter, want"
maakt niet uit
mijn veiligheidsgevoel wordt kleiner, want"
weet niet/geen mening
100%
Bron: Enquêtes door O+S onder voorbijgangers op straat
Voor een goede preventieve werking van cameratoezicht is het dus van
belang dat het publiek zoveel mogelijk op de hoogte is van het
cameratoezicht. Opvallend is dat minder mensen (-3%) lijken te weten dat er
cameratoezicht is in het stationsgebied dan in de afgelopen periode. Dit
ondanks dat in de afgelopen periode regelmatig in de media is bericht over
de rol van cameratoezicht in het stationsgebeid bij het oplossen van delicten
(o.a. het aanhouden van een verdachte in een skimming-zaak en de
resultaten van de handhavingacties). Extra aandacht voor de communicatie
omtrent cameratoezicht kan de bekendheid van het cameratoezicht
vergroten. Dit heeft een verbetering van het veiligheidsgevoel als positief
gevolg.
29
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Grafiek: Wist u dat er cameratoezicht is op het station?
43
2009
16
46
2008
0%
15
20%
ja
41
40%
39
60%
80%
ja, nu herinner ik het mij weer
100%
nee
Bron: Enquêtes door O+S onder voorbijgangers op straat
Ruim tweederde namelijk 70% van de ondervraagden staat positief
tegenover het cameratoezicht, dit is nagenoeg gelijk aan de vorige enquête.
Een zeer kleine groep ondervraagden is negatief gebleven tegenover het
cameratoezicht, namelijk 4 %. Deze groep is in de afgelopen periode gelijk
gebleven
Grafiek: Staat u positief of negatief tegenover de aanwezigheid van camera's
in het stationsgebied?
2009
70
25
41
2008
69
26
41
0%
20%
40%
60%
80%
(zeer) positief
neutraal
(zeer) negatief
weet niet/geen mening
100%
Bron: Enquêtes door O+S onder voorbijgangers op straat
30
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Ruim tweederde van de respondenten (69%) is van mening dat het
cameratoezicht een bijdrage levert aan het terugdringen van criminaliteit en
overlast. Als belangrijkste reden hiervoor noemen de ondervraagden de
preventieve werking van camera’s en het vergemakkelijken van de opsporing
omdat daders op beeld staan. 14% van de ondervraagden denkt dat het
cameratoezicht niet bijdraagt aan het terugdringen van overlast en
criminaliteit. Als belangrijkste reden hiervoor wordt genoemd dat men denkt
dat daders geen rekening houden met camera’s.
Grafiek: Denkt u dat camera's een bijdrage leveren aan het terugdringen van
criminaliteit en overlast in het stationsgebied?
2009
69
14
16
2008
67
18
15
0%
20%
ja, want
40%
nee, want
60%
80%
100%
weet niet/geen mening
Bron: Enquêtes door O+S onder voorbijgangers op straat
31
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
4 Verlenging cameratoezicht
4.1 Conclusie op basis van de gegevens en ontwikkelingen
stationsgebied
De in dit rapport onderzochte gegevens wijzen uit dat het cameratoezicht
succesvol is en dat de meeste doelstellingen zijn gehaald. Daarnaast komt
het stationsgebied er de komende jaren anders uit komen te zien, omdat het
project Spoorzone van start gaat. In de eerste fase gaat het om het bouwrijp
maken van het gebied, onder meer door de sloop van een groot aantal
gebouwen rond het station en het verplaatsen van het busstation. Het
busplatform en de fietsenrekken aan de voorzijde van het station worden
verplaatst. Eerst naar een tijdelijke locatie en vervolgens naar de nieuwe
definitieve locatie. Daarbij kunnen de bouwwerkzaamheden rond het station
tot onoverzichtelijke situaties leiden. Daarnaast worden de woningen in het
gebied gesloopt waardoor de “sociale” controle afneemt.
Een rommelige en onoverzichtelijke situatie en een gebrek aan sociale
controle maken het gebied een interessante plek voor veroorzakers van
overlast en criminaliteit. Bovendien gaan mensen zich er onveiliger voelen.
Juist in een dergelijke situatie kan het cameratoezicht goede ondersteuning
bieden. Het cameratoezicht kan het fysieke toezicht goed aansturen, wat in
de tijdelijke situatie belangrijk is omdat werkzaamheden en moeilijke
bereikbaarheid ook voor toezichthouders een belemmering zijn. Bovendien
bevordert het cameratoezicht het veiligheidsgevoel van reizigers, passanten
en bewoners in het gebied. Onderzoek wijst het volgende uit: “Gebieden die
van niemand lijken te zijn worden ingenomen. Niet alleen de
ontwerpkenmerken van de gebouwde omgeving spelen een rol met
betrekking tot ongewenst en crimineel gedrag maar ook de
onderhoudstoestand, de snelheid waarmee winkels en woningen opnieuw
worden verhuurd of verkocht, en het tempo waarin lege terreinen nieuwe
bestemmingen krijgen. Ruimte die niet duidelijk regulier wordt ingenomen,
wordt irregulier ingenomen, en meestal niet ten dienste van de sociale
veiligheid.” 10
Met het Ontwikkelbedrijf Spoorzone zijn afspraken gemaakt over het
verplaatsen van de camera’s zodat deze op de juiste plekken komen te staan
om zo effectief mogelijk te blijven. De kosten daarvan liggen niet bij de
gemeente.
4.2 Afweging
De Gemeentewet maakt duidelijk aan welke voorwaarden moet worden
voldaan om tot (verlenging van) cameratoezicht over te gaan. Het draait
10
Ontwerp en sociale veiligheid, Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het
ministerie van VROM, van Gemerden en Staats (Leiden 2006) (p17)
32
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
allemaal om de vraag of cameratoezicht noodzakelijk, proportioneel en
subsidiair is.
Eis 1 - Noodzakelijkheid
Wil een gemeente cameratoezicht op straat inzetten (of verlengen) dan moet
daar een noodzaak voor zijn. Dit houdt in dat er sprake moet zijn van een
openbaar gebied waarin zich regelmatig onveilige situaties voordoen en waar
eerdere maatregelen niet het gewenste effect hebben gehad.
Eis 2 - Subsidiariteit
De subsidiariteiteis houdt in dat om een handhavingdoel te bereiken het
lichtste middel moet worden ingezet waarmee dat doel bereikt kan worden.
Cameratoezicht is een zwaar middel dat alleen mag worden ingezet als
andere ‘lichtere’ maatregelen niet het beoogde doel hebben bereikt.
Eis 3 - Proportionaliteit
Proportionaliteit houdt in dat het cameratoezicht in verhouding moet staan
met de geconstateerde criminaliteit en overlast. Het is niet proportioneel als
cameratoezicht wordt ingezet om foutparkeerders aan te pakken of een
groep jongeren die geen overlast geeft in de gaten te houden.
4.3 Procedure
Als de gemeenteraad van mening is dat cameratoezicht ook na mei 2009
nodig is, kan zij besluiten het project te verlengen, tot mei 2013. Vervolgens
kan de burgemeester op basis van een door de raad toegekende
bevoegdheid een uitvoeringsbesluit nemen en het cameraproject verlengen.
Het besluit van de burgemeester is een besluit in de zin van de Algemene
wet bestuursrecht (Awb), waartegen bezwaar en beroep openstaan.
4.4 Doelstellingen 2009-2013
Op basis van deze evaluatie zijn de doelstellingen voor de verlenging
bijgesteld. Dit is gebeurd op basis van de voor handen zijnde informatie, de
vraag naar informatie vanuit de gemeenteraad en de praktijkervaringen zoals
beschreven in deze evaluatie. De volgende doelstellingen kunnen
gehanteerd worden voor de periode 2009-2013:
Effectdoelstellingen voor het stationsgebied als geheel op basis van alle
maatregelen:
 Het veiligheidsgevoel van reizigers moet in 2013 minimaal gelijk zijn aan
2008;
 Het aantal door de politie geregistreerde aangiften en meldingen van
delicten in het stationsgebied mag in 2013 – bij gelijkblijvende
aangiftebereidheid – niet groter zijn dan in 2002;
 Het percentage reizigers dat overlast ondervindt van (groepen) jongeren,
drugsdealers en drugsverslaafden mag in 2013 niet groter zijn dan in
2008;
 Er mag geen verplaatsingseffect van het stationsgebied naar omliggende
buurten optreden.
Procesdoelstellingen specifiek voor het cameratoezicht
33
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009





Ondanks de bouwwerkzaamheden in het gebied, moeten de camera’s
95% van de tijd werken (‘up-time’);
De GMC dient 100% van de waargenomen incidenten door te geven aan
de politie;
Bij 100% van de prio 1 en 2 incidenten die door de GMC aan de politie
worden gemeld, moet de politie in actie komen;
Bij minimaal 50% van de incidenten die gemeld worden via de GMC en
waarbij een verdacht persoon c.q. een dader in beeld is, wordt
opgetreden door hetzij te waarschuwen/aan te spreken, hetzij te
verbaliseren/aan te houden;
De politie maakt inzichtelijk hoe vaak beelden zijn opgevraagd bij de
GMC.
Over deze doelstellingen zal een tussenevaluatie worden gehouden in 2011.
4.5 Financiën
Omdat de economische levensduur van de camera’s op 8 jaar is gesteld, is
voor het hele camerasysteem uitgegaan van een afschrijvingstermijn van 8
jaar. De kosten voor het cameratoezicht zijn rechtstreeks ten laste van de
voorziening ISV gebracht. Daarom zijn uiteindelijk geen kapitaallasten
berekend en dus ook geen rente en afschrijving.
De uiteindelijke kosten van het installeren van het cameratoezicht in 2005
waren € 249.526 (excl. BTW). Hierdoor zit er nu nog een restbedrag van
€ 86.474 (excl. BTW) in het ISV budget voor vervanging. Volgens de
vastgestelde meerjarenraming ISV 2009 is inclusief BTW nog € 100.000
beschikbaar. Met dit overgebleven ISV geld is het goed mogelijk om alle
camera’s indien nodig een keer te vervangen.
Tabel: Installatiekosten bij start cameratoezicht 2006
Onderdeel
Camerasysteem en service
contract
Aansluiting
Installatie en verlichting
Bijdrage aan GMC
Leverancier
Q-cat/ Siemens
Eneco
Citytec
Politie
Haaglanden
Totaal
Kosten (€)
143.421
485
15.620
90.000
249.526
Als we het cameratoezicht beëindigen per 1 mei dan zou, als de investering
niet in één keer ten laste van de voorziening ISV zou zijn gebracht, de
boekwaarde van de investering moeten worden afgeboekt. Dit is nu niet het
geval, maar het betekent dan wel dat het cameraproject per jaar afgerond
€ 83.000 heeft gekost.
34
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Tabel: Stand van zaken en begroting gehele afschrijvingstermijn
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
20052013
249.526
0
0
0
0
0
0
0
0
249.526
Onderhoud
0
1.750
3.500
3.500
4.400
4.400
4.400
4.400
4.400
30.750
Reparaties
0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0
0
0
7.000
8.000
8.000
8.000
8.000
9.000
48.000
0
0
0
0
0
34.500 34.500 34.500 34.500
138.000
10.500 12.400 46.900 46.900 46.900 47.900
466.276
Installatie
Servicecontract
Politie
haaglanden
GMC
Totaal
249.526 1.750
3.500
In 2009 bestaan de kosten voor de gemeente alleen uit onderhoud en de
verlenging van het servicecontract. Voor de pilot-periode 2006-2008 was dit
servicecontract opgenomen in de installatiekosten. De kosten voor
onderhoud en het servicecontract worden betaald uit het budget van het
programma Veiligheid.
In het Regionaal College is afgesproken dat het uitlezen van de
camerabeelden bij verlenging van het cameratoezicht bij de gemeenten in
rekening moet worden gebracht. Hierover is indringend gesproken met de
korpschef. Aan de andere kant is het zo dat het uitlezen van de camera’s uit
het budget komt van de regionale politie. En een relatief klein deel daarvan
vergoeden wij. De afspraak dat het bij de eerste verlenging moet
plaatsvinden zou betekenen dat de gemeente vanaf 1 mei 2008 voor het
uitlezen van de camera’s zou moeten betalen. De gemeente heeft voor het
uitlezen bij aanvang van het project € 90.000 betaald. Mede gelet op alle
door de gemeente gedane investeringen is met de politie afgesproken dat
deze eerdere investering geldt voor een periode van bijna 4 jaar, van 1 mei
2006 tot 1 januari 2010. Vanaf 1 januari 2010 moet per camera jaarlijks een
bedrag van € 1.500 betaald worden voor het uitlezen door de GMC. Dit komt
neer op € 34.500 per jaar. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2010 de totale
jaarlijkse kosten van het cameratoezicht neerkomen op € 46.900 excl. BTW.
De installatiekosten hebben afgerond € 250.000 bedragen. In 2009 zijn de
kosten beperkt in verhouding tot de gedane investering. Bij een verlenging
van het cameratoezicht met een duur van 4 jaar betekent dit de volgende
kosten:
Tabel: Kosten verlenging cameratoezicht mei 2009 - mei 2013
Periode
Kosten (€)
mei 2009-dec 2009 (3/4 x € 12.400)
Jan 2010- dec 2012
Jan 2013-april 2013 (1/4 x € 47.900)
4 jaar verlenging
mei 2009- april 2013
9.300
140.700
11.975
161.975
35
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
4.6 Voorstel verlenging cameratoezicht stationsgebied
Het cameratoezicht is succesvol geweest in de afgelopen periode. Daarom
stelt het college een verlenging voor. Daarnaast zijn bijkomende argumenten
dat er in de komende periode bouwwerkzaamheden plaatsvinden in het
Spoorzone-gebied en de economische afschrijvingstermijn van het
camerasysteem van acht jaar (2006-2013). Het college stelt daarom voor aan
de raad om:
1. In te stemmen met het verlengen van het cameratoezicht in het
stationsgebied voor een periode van 4 jaar tot 1 mei 2013.
2. De financiering tot en met 31 december 2009 uit het budget Veiligheid
te laten komen.
3. De extra kosten vanaf 2010 t/m 2013 van € 34.500 op jaarbasis
worden in de begrotingsbehandeling 2010-2013 integraal afgewogen.
4. In te stemmen met de in deze nota aangegeven doelstellingen voor
de periode 2009-2013.
5. De tekst van artikel 2.9.1, lid 1, van de Algemene Plaatselijke
Verordening voor Delft te wijzigen, zodat deze komt te luiden: De
Burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet
besluiten tot plaatsing van vaste camera’s in het Stationsgebied voor
een periode van 4 jaar, ingaande op 1 mei 2009.
36
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Literatuur en bronnen
Assessing the impact of CCTV, Home Office research, (2005)
Cameratoezicht in het publieke domein in EU-landen, WODC (Den Haag,
2000).
Cameratoezicht stationsgebied Delft, Evaluatie van de effecten en ervaringen
in de eerste twee jaren (2006 - 2008), DSP-Groep (Amsterdam 2008).
Evaluatie cameratoezicht op openbare plaatsen, Regioplan (Amsterdam,
2008).
Haalbaarheid mobiel cameratoezicht in Delft, TNO (Den Haag, 2004)
Handreiking cameratoezicht, CCV (Den Haag 2006).
Jaarrapportage 2007 Cameratoezicht Rotterdam, Bureau Onderzoek op
maat, Rotterdam, juni 2008
Nota cameratoezicht stationsgebied, gemeente Delft (2005). Registratie nr.:
543314
Nota cameratoezicht stationsgebied, gemeente Delft (2008). Registratie nr.:
345287
Ontwerp en sociale veiligheid, Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het
ministerie van VROM, van Gemerden en Staats (Leiden 2006)
Projectplan Veilig Verkeren op en rond het Station Delft, politie Haaglanden
(2004)
Raadsbesluit van 23 april 2008, Registratie nr.: 345287.
Cijfermateriaal
Veiligheidsbeleving stationsgebied 2009, Onderzoek en Statistiek, gemeente
Delft (2009). (bevat de gegevens uit de metingen in 2004, 2006 en 2008)
Stationsgebied uitgebreid cijferoverzicht HKS en Genesys, Infodesk bureau
Delft (2009).
Klanttevredenheidsonderzoek NS (2008).
37
Evaluatie cameratoezicht 2008-2009
Bijlagen
Veiligheidsbeleving stationsgebied 2009, Onderzoek en Statistiek, gemeente
Delft (2009). (bevat de gegevens uit de metingen in 2004, 2006, 2008 en
2009)
38
Download