Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen Fischer Technik: E-Tec Technologische Opvoeding 1e Graad A 1 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen Wegwijs/Inleiding: Lees individueel dit hoofdstuk aandachtig De “DOE-opdrachten” , zowel op de PC als de bouwopdrachten ,voer je uit per 2 Vul de gevraagde antwoorden in op de daarvoor voorziene plaats en geef ze de gevraagde opmaak Sla regelmatig je oefening op !!!!!! Voer de gevraagde “DOE-opdrachten” zorgvuldig uit, verdeel de taken Laat de bouwoefeningen eerst door de leerkracht controleren vooraleer zelf te testen Op het einde van dit hoofdstuk moet je een korte vragenlijst met evaluatieblad invullen Vraag de juiste bouwdoos aan je leerkracht. De doos die je toegewezen wordt is volgens alfabet. De eerste 2 leerlingen van het alfabet krijgen doos nr 1. Let wel, deze doos blijf je behouden tot en met het laatste hoofdstuk, dus blijf je hier verantwoordelijk voor. Vraag ook een PC aan je leerkracht. Hier hanteren we hetzelfde principe als de bouwdoos. De eerste 2 leerlingen van het alfabet krijgen PC 1 Elke nieuwe bouwdoos wissel je van partner Het uitprinten van het hoofdstuk doe je pas nadat dit volledig is afgewerkt en na toestemming van de leerkracht Deze afspraken herhalen zich voor alle volgende hoofdstukken. Legenda symbolen in de opdracht: Let op: Veiligheidstips Zoek op: Zoekopdracht via internet Vul in: Vul verder aan Download: Open de opdracht en sla op in je eigen map op het netwerk Bouw: Opbouwen van de oefening Voer uit op PC: Opdracht uitvoeren via de computer Testen: Je mag de opstelling uittesten Technologische Opvoeding 1e Graad A 2 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen 1. E-Tec: H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen Vul onderstaande tabel in: Leerlingen: ……………………. ……………………. Klas:…………………………… Bouwdoos nr.: …………….. PC nr.: …………………….. Voer uit op PC : Maak volgende mappenstructuur aan op het netwerk: Z:\je eigen map\fischer technik/E-Tec In deze bouwdoos gaan we ons bezighouden met verschillende facetten binnen de elektrotechniek. Beginnend met eenvoudige stroomkringen gaan we via allerlei manueel/mechanisch bediende schakelingen eindigen met toepassingen gestuurd door een voorgeprogrammeerde microcontroller (elektronisch gestuurd). We spreken dan al van de eerste “mini-automatisering”. In een volgende bouwdoos (Robo starter set) gaan we deze toepassingen dan tenslotte zelf programmeren. (TO 2e jaar A) Maar laten we maar eenvoudig beginnen. 1.1 Alvorens van start te gaan. Bij de komende opdrachten heb je elektrische componenten nodig. Deze componenten en de juiste verbindingen die bij een experiment horen zijn in de bouwhandleiding op de website www.proweto.be terug te vinden. Er zullen echter ook oefeningen komen waarbij je het aansluitschema zelf zal moeten maken. Let op: De lengte van de snoeren is niet altijd zoals voorgeschreven. Technologische Opvoeding 1e Graad A Let dus op dat je voldoende geleider neemt, maar overdrijf ook niet. Teveel geleider nemen voor de toepassing is verspillen van dure koperdraad en extra milieuvervuilend. Check ook altijd je voedingsspanning wanneer je de instelbare adapter (230 V AC naar 9 V DC) gebruikt. 3 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen 1.2 De eenvoudige elektrische stroomkring. Met enkele eenvoudige proefjes gaan we nu de elektrotechniek trachten te verduidelijken. Als eerste bekijken we een eenvoudige stroomkring. Voor onze eerste stroomkring (1e experimentje) heb je de volgende onderdelen nodig: Stroombron en elektrische verbruiker Alvorens je begint te bouwen, moeten we deze termen nog even verduidelijken. A) Stroombron: Er bestaan verschillende mogelijke stroombronnen. Ken je er enkele? Vul in: Noem 3 verschillende stroombronnen, vermeld ook de hoeveelheid en soort spanning, vertrek van het voorbeeld. Stroombron Batterrij AA Soort spanning Gelijkspanning (DC) Hoeveelheid spanning 1,5 Volt Zoals je waarschijnlijk zelf ingevuld hebt, kennen we 2 soorten spanningen. Gelijkspanning met afkorting DC ( Direct Current) en Wisselspanning met afkorting AC (Alternating Current). Verschil tussen AC en DC? Een wisselspanning en wisselstroom moet je zien als een sinus die door de nul-as gaat. Deze wisselt dus steeds van polariteit (richting), vandaar wissel. De netspanning die uit ons stopcontact komt bedraagt 230V en de frequentie is het aantal keren dat de polariteit wisselt per seconde. Bij het elektriciteitsnet is dit 50 maal (50 Hertz). Een gelijkspanning of gelijkstroom blijft steeds dezelfde waarde en polariteit (richting) behouden (constante gelijkspanning /stroom). In enkele gevallen kan een gelijkspanning ook wel van waarde wisselen, dit noemen we een pulserende gelijkspanning. Als er geen spanning is kan er ook geen stroom vloeien, MAAR er kan wel spanning over een open schakelaar staan. (Doordat de schakelaar open is zal er geen stroom vloeien maar staat de spanning er wel over.) Technologische Opvoeding 1e Graad A 4 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen Gelijkspanning is een elektrisch potentiaalverschil tussen twee punten waarbij het potentiaalverschil in de tijd stabiel blijft. Dit in tegenstelling tot wisselspanning, waarbij het potentiaalverschil meestal met een vaste frequentie wisselt in functie van de tijd. Gelijkspanning wordt opgewekt in bijvoorbeeld een batterij of zonnecel (fotovoltaïsche cel). Wisselspanning wordt meestal opgewekt door rotatie zoals bij een dynamo of generator. Wisselspanning is relatief eenvoudig om te zetten naar gelijkspanning (door middel van een diodebrug en een handje vol condensatoren). Om gelijkspanning daarentegen om te zetten naar een stabiele wisselspanning is meer complexe elektronica nodig. Gevaren Er kleven enige gevaren aan gelijkspanning. Als er sprake is van het aanraken van een voorwerp onder gelijkspanning zullen de spieren verkrampen waardoor het slachtoffer niet los kan laten, een vorm van elektrocutie. Bij wisselspanning heeft het slachtoffer een schokreactie en zou men op het moment van fasedoorgang (moment dat de spanning 0 V is) kunnen loslaten, ware het niet dat dit moment te kort is. Beide stromen boven een bepaalde sterkte zijn levensbedreigend. Ook zijn de vonken van gelijkstromen langduriger. Een voorbeeld hiervan is bliksem. De contacten van relais en schakelaars die gelijkstroom schakelen moeten hiervoor speciaal ontworpen worden. Let op: Het is niet de spanning die zo gevaarlijk is, maar de stroomsterkte is de factor die de (hart)spieren kan doen falen. 60mA door een mensenhart is genoeg om het hart te doen stoppen. Zo kan er bijvoorbeeld 80V over een kabel staan, maar zolang er een zeer kleine stroom vloeit, (bijvoorbeeld 10mA) zal dit alleen maar een heftige schrikreactie veroorzaken. (Mits er sprake is van een niet al te lang contact.) Hoe we ons in de meeste gevallen hiertegen kunnen beveiligen, zien we in een later hoofdstuk. Nog meer informatie over de verschillen tussen AC en DC, vindt je onder ander op de volgende site: http://nl.wikipedia.org/wiki/Elektrische_spanning B) Elektrische verbruiker: Een elektrische verbruiker is een toestel/component dat elektrische energie omzet in een toepassing of in een andere energievorm. Technologische Opvoeding 1e Graad A 5 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen Bijvoorbeeld: een lamp zet elektriciteit om in licht een motor zet elektriciteit om in een ronddraaiende beweging Er bestaan tal van elektrische verbruikers, zowel voor wisselspanning als gelijkspanning. Vul in/ Zoek op: Noem buiten het voorbeeld nog 3 verschillende elektrische verbruikers, vermeld ook de soort spanning(AC/DC) en de hoeveelheid spanning ze nodig hebben. Elektrische verbruiker TL-lamp Soort spanning Wisselspanning (AC) Hoeveelheid spanning 230 Volt Bij het omzetten van elektrische energie door verbruikers komt er altijd een gedeelte warmte vrij, die in de meeste gevallen een vorm van energieverlies is. Bijvoorbeeld een lamp die licht geeft wordt ook warm, deze warmte is eigenlijk niet nodig en dus energieverlies. Enkel bij verwarmingselementen (bijvoorbeeld waterkoker) is deze opgewekte warmte geen verlies, maar nuttige energie. Voer uit op PC : Sla dit document een eerste maal op in: Z:\je eigen map\fischer technik\E-Tec als Z:\je eigen map\fischer technik\E-Tec \H1.doc C) Elektrische geleider: Een elektrische geleider heeft de eigenschap om de elektrische stroom van de bron naar de verbruiker te transporteren. Meer hierover in hoofdstuk 2. In de volgende oefeningen gebruik je de meegeleverde geleiders met aansluitstekkers. De rode geleider is voor de plus-pool en de groene geleider voor de min-pool Bouw: Bouw je eerste stroomkring zoals in nevenstaande figuur. De verbruiker voor de eerste oefening die je gaat bouwen, wordt een gloeilampje. Deze zit in de bouwdoos. Als bron neem je een 9 VDC batterij. Vraag deze oplaadbare batterij aan je leerkracht. Opmerking: De bouwdoos bevat 2 verschillende lampen: Technologische Opvoeding 1e Graad A 6 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen a) De kogellamp: dit is een gewone gloeilamp. b) De Lenslamp: In deze lamp is een lens ingebouwd die het licht bundelt. Deze lamp gebruiken we vooral als we in combinatie met een fototransistor een lichtsluis willen bouwen (in een van de volgende hoofdstukken) Deze lenslamp lijkt nogal sterk op de kogellamp. Je moet dus opletten dat je ze niet verwisselt. Beide lampen werken echter wel op de batterij van 9 V DC. Vul in: Wat neem je waar als je de lamp op de batterij hebt aangesloten? ………………………… Koppel de batterij na je bevinding maar terug los door de stekker uit te trekken. 1.3 Een elektrische schakelschema. Wil men in de elektrotechniek weergeven hoe de verschillende componenten worden aangesloten, dan tekent men normaal gesproken niet de reële onderdelen, leidingen en stekkers, maar gebruikt men elektrische symbolen in de plaats. Zo ziet je opstelling van daarstraks er vereenvoudigd, in een stroomkring er als volgt uit: Deze voorstelling noemt men in de elektrotechniek een schakelschema. 1.4 Wanneer en hoe vloeit een elektrische stroom? Hoe? Je hebt in je eerste opdracht een stroomkring gebouwd. De stroom vloeit via de geleiders in deze kring van de plus-pool door de verbruiker naar de min-pool van de stroombron. (De plus-pool wordt altijd met het langste streepje van de bron aangeduid) Technologische Opvoeding 1e Graad A 7 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen Een elektrische bron kan men vergelijken met een waterpomp. Zoals een waterpomp water door een leiding pompt, stuurt een elektrische bron elektrische stroom door een geleider. Zoals de pomp , afhankelijk van haar capaciteit een hoeveelheid (debiet) water kan rondpompen, levert een elektrische bron een hoeveelheid spanning die in Volt (V) wordt uitgedrukt. De verbruikers die je aansluit op een spanningsbron, moeten deze hoeveelheid spanning kunnen verdragen. Opgelet: Voor onze Fischer-Technik verbuikers is dit standaard 9V DC. Let op: Een verbruiker die wordt aangesloten op een te hoge spanning gaat verbranden. Elke verbruiker moet dus geschikt zijn voor een bepaalde spanning, maar ze hebben ook een hoeveelheid elektrische stroom nodig. Zoals een waterkraan voor het water een weerstand vormt, is ook de verbruiker een weerstand voor de elektrische stroom. Hoe kleiner de weerstand van de verbruiker, hoe groter de stroom wordt die erdoor stroomt. In onderstaande tabel zijn de eenheden van de elektrische waardes neergeschreven. Symbool U I R Benaming Elektrische spanning Elektrische stroom Elektrische weerstand Basiseenheid Volt Ampére Ohm Afkorting eenheid V A De verhouding van deze waardes wordt in een wet weergegeven, meer bepaald de “WET van Ohm”. Deze wet zegt het volgende: R= U/I, dus I= U/R en U = I.R Bij een constante spanning zal de stroom dalen bij stijgende weerstand en zal de stroom stijgen bij dalende weerstand. Vul in: Bereken onderstaande ontbrekende elektrische waardes. Spanning 24 V V 230 V Stroomsterkte 2A 1A A Weerstand 12 460 Voer uit op PC : Sla dit document nogmaals op in: Z:\je eigen map\fischer technik\E-Tec als Z:\je eigen map\fischer technik\E-Tec \H1.doc Technologische Opvoeding 1e Graad A 8 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen Wanneer vloeit er een elektrische stroom? Opmerking: Er kan enkel een stroom vloeien als aan volgende voorwaarden is voldaan: DUS: Er moet een spanningsbron zijn Er moet een verbruiker zijn De verbruiker moet aangesloten zijn op de spanningsbron een elektrische stroom vloeit enkel wanneer een elektrische stroomkring gesloten is Er kan dus een spanning zijn, zonder er een stroom vloeit 1.5 Het schakelelement Terug naar onze stroomkring. Bij het verbreken van de vorig opgebouwde stroomkring moest je de stekker uittrekken. Dit is geen al te beste manier van handelen. We gaan dit vanaf nu oplossen met een schakelelement. Het schakelelement bouwt men via de geleiders in tussen spanningsbron en verbruiker. Dit schakelelement kan de stroomkring verbreken of sluiten (maken). Het verschil tussen een drukknop en een schakelaar is dat een drukknop de stroomkring enkel schakelt bij bediening ervan. (Men moet de drukknop blijven inhouden en hij keert na het loslaten ervan terug naar zijn oorspronkelijke positie) Een schakelaar schakelt de stroomkring als deze bediend wordt en verbreekt pas bij een nieuwe bediening. (Bij het bedienen neemt een schakelaar een nieuwe positie in) Opgelet: Drukknoppen en schakelaars komen in allerlei maten en vormen voor. Een drukknop kan ook een ander schakelement zoals een relais of contactor bedienen die dan op zijn beurt de verbruiker schakelt. De werking hiervan komen we in één van de volgende hoofdstukken tegen. Vul in: Welke schakelelementen zitten er in de TO-lokalen om de verlichting van deze lokalen te bedienen? C027 C019 Voor ons eerste experiment gebruiken we het Fischertechnikschakelelement. Het gaat hier om een drukknop met 3 aansluitpunten. Deze kan dus op meerdere manieren aangesloten worden. Technologische Opvoeding 1e Graad A 9 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen 1) Normaal Gesloten: Verbindt men de geleiders bij dit schakelelement met de contacten 1 en 2, dan is de verbruiker in ruststand geactiveerd. De stroomkring is gesloten. Activeert men de drukknop, wordt de stroomkring geopend en wordt de verbruiker gedeactiveerd. De toestand waarbij het schakelelement in ruststand schakelt, noemt men een ”Normaal Gesloten” of “NG” afgekort. In het Engels is dit “Normally Closed” = “NC”. 2) Normaal Open: Verbindt men de geleiders bij dit schakelelement met de contacten 1 en 3, dan is de verbruiker in ruststand gedeactiveerd. De stroomkring is Open. Activeert men de drukknop, wordt de stroomkring gesloten en wordt de verbruiker geactiveerd. De toestand waarbij het schakelelement in ruststand schakelt, noemt men een ”Normaal Open” of “NO” afgekort. In het Engels is dit “Normally Open” = “NO”. Om dit onderscheid nog eens te verduidelijken, breiden we onze vorige opgebouwde stroomkring (bron, geleider en verbruiker) uit met de drukknop. Deze drukknop plaatsen we tussen de bron en verbruiker (verbruiker is de lamp in ons voorbeeld) Bouw: Bouw onderstaande stroomkring op de grondplaat aan de hand van het schakelschema. De verbruiker voor deze oefening blijft de gloeilamp. Vul ook in de tabel in wat je constateert. Alle componenten zitten in de bouwdoos. Als bron gebruik je de batterij van 9 V DC. Vul in: Lamp Knop niet ingedrukt Knop ingedrukt Bouw: Bouw onderstaande stroomkring op de grondplaat aan de hand van het schakelschema. De verbruiker voor deze oefening blijft de gloeilamp. Vul ook in de tabel in wat je constateert. Alle componenten zitten in de bouwdoos. Als bron gebruik je de batterij van 9 V DC. Vul in: Lamp Knop niet ingedrukt Knop ingedrukt Technologische Opvoeding 1e Graad A 10 Provinciaal Instituut Lommel Fischer Technik E-Tec H1: Eenvoudige elektrische stroomkringen Nu ga je dit hoofdstuk eindigen met het bouwen van de functies NG en NO aan de hand van een Fischer Technik-model. Bouw: Bouw met de onderdelen van de bouwdoos een zaklamp. Bedenk daarbij of de schakelaar NG of NO moet geschakeld worden. Als bron gebruik je de batterij van 9 V DC. Teken ook het bijhorende schakelschema. De bouwtekening is terug te vinden in de bouwhandleiding op de website. Schakelschema: Bouw: Bouw met de onderdelen van de bouwdoos een koelkast. Let hier bij op dat de binnenverlichting moet branden als de koelkast open is. Bedenk daarbij of de schakelaar NG of NO moet geschakeld worden. Als bron gebruik je de batterij van 9 V DC. Teken ook hier het bijhorende schakelschema. De bouwtekening is terug te vinden in de bouwhandleiding. Schakelschema: Voer uit op PC : Print je document Z:\je eigen map\fischer technik \E-Tec\\H1.doc af en overhandig het aan je leerkracht. Je mag nu verder gaan naar opdracht 2, vraag deze aan je leerkracht. Technologische Opvoeding 1e Graad A 11 Provinciaal Instituut Lommel