OPNAME BIJ EEN HARTOPERATIE BROCHURE VOOR PATIËNTEN EN FAMILIE INHOUD ANATOMIE VAN HET HART 5 De hartholten 6 De hartkleppen 7 De bloedvoorziening van het hart HARTAANDOENINGEN 8 Aangeboren afwijkingen 8Hartklepafwijkingen 10 Vernauwing van de kransslagaders 12 VOORBEREIDING OP DE INGREEP DE OPERATIES 13 Klepoperatie 15 De coronaire bypass OPNAME IN HET ZIEKENHUIS 16 Informatie bij opname 16Medicatie 16Kamerkeuze 16 Tijdstip van de ingreep 17 Wat brengt u mee naar het ziekenhuis? 17Diefstalpreventie 17 Hulp na ontslag 18Onderzoeken 19 De dag van de ingreep HET VERBLIJF OP DE INTENSIEVE ZORGENAFDELING 20 Hoe ziet de kamer er uit? 20 Het team 20 Opvolgen en ondersteunen van lichaamsfuncties 22Bezoekregeling 23 ALCOHOL EN HARTOPERATIE © De tekeningen zijn gemaakt voor het Hartcentrum Hasselt door spMedical-illustration.com. 2 VOORWOORD Het team van de afdeling cardiochirurgie heet u van harte welkom. Nu u van uw arts vernomen heeft dat een hartoperatie voor u de beste behandeling is, zullen er bij u ongetwijfeld een aantal vragen de kop op steken. Deze brochure is niet alleen bedoeld als informatiebron voor u, die een behandeling aan het hart moet ondergaan, maar ook voor uw familie. In deze informatiebrochure proberen we u antwoorden te geven op uw belangrijkste vragen. U kan deze brochure ook gebruiken als leidraad tijdens uw verblijf op de afdelingen intensieve zorgen en de hospitalisatieafdeling. Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, kan u hiervoor steeds terecht bij het behandelende team van artsen en verpleegkundigen. Voor aanvullende informatie verwijzen wij u graag naar onze website: www.cardiothoracalechirurgie.be. Beschikt u niet over internet? Heeft u aanvullende vragen? Zijn er zaken niet duidelijk? Aarzel niet om ons te contacteren of vraag informatie bij uw behandelende cardioloog of huisarts. We wensen u een aangenaam verblijf in ons ziekenhuis en een vlot herstel. 3 ANATOMIE VAN HET HART ANATOMIE VAN HET HART Het hart is een orgaan dat hoofdzakelijk uit spierweefsel bestaat. Het hart werkt als een pomp om het bloed rond te sturen naar de longen en alle andere delen van het lichaam. Het bloed bevoorraadt ons lichaam met de nodige voedingsstoffen en neemt afvalstoffen mee. Het hart pompt bij elke hartslag ongeveer 70 ml bloed in de grote bloedvaten aan een gemiddeld ritme van 70 slagen per minuut. Als we een eenvoudige berekening maken zien we dat ons hart tot heel wat in staat is: - 70 ml/slag x 70 slagen/minuut = 4900 ml/minuut = bijna 5 liter/minuut! - 5 l/min x 60 minuten = 300 liter per uur - 300 l/u x 24 uur = 7200 liter per dag 4 ANATOMIE VAN HET HART DE HARTHOLTEN Het hart bestaat uit twee helften: een linker- en een rechterharthelft. Elke helft is nog eens verdeeld in twee helften: een bovenste deel (de voorkamer of atrium) en een onderste deel (de kamer of ventrikel). Het hart bestaat dus uit vier delen die hol zijn. Het rechter hartgedeelte verzamelt het bloed dat terugkomt van het lichaam via de grote holle aders. Het aangevoerde bloed is het ‘gebruikt’ (zuurstofarm) bloed. Dit zuurstofarme bloed wordt via de rechtervoorkamer en de rechterkamer in de longslagader gepompt om in de longen te worden voorzien van zuurstof. Via de longcirculatie bereikt het zuurstofrijke bloed de linkerharthelft, van waaruit het ‘verse’ (zuurstofrijke) bloed in de levensslagader (aorta) wordt gepompt. Daarna circuleert het bloed door een netwerk van slagaders om ons lichaam van de nodige zuurstof te voorzien. VAN bovenlichaam NAAR bovenlichaam NAAR rechter long NAAR linker long VAN linker long VAN rechter long VAN onderlichaam NAAR onderlichaam DE VERSCHILLENDE HARTHOLTEN 5 ANATOMIE VAN HET HART DE HARTKLEPPEN De hartkleppen kan u vergelijken met ‘deurtjes‘ die automatisch openen en sluiten. Er zijn kleppen tussen de voorkamers en de kamers. Dit zijn de mitralisklep en de tricuspidalisklep. Er bevinden zich ook 2 kleppen ter hoogte van de overgang tussen de kamers en de grote bloedvaten (aorta en longslagader), namelijk de aortaklep en de pulmonalisklep. De vier kleppen kunnen enkel in één richting openen. Als gevolg hiervan kan het bloed, wat het hart binnenstroomt en er terug wordt uitgepompt, slechts in één richting stromen (unidirectioneel). Pulmonalis klep Mitralis klep Aorta klep Tricuspidalis klep SCHEMATISCHE WEERGAVE KLEPPEN 6 ANATOMIE VAN HET HART DE BLOEDVOORZIENING VAN HET HART Zoals elk ander orgaan heeft ook het hart zuurstofrijk bloed nodig om te functioneren. De slagaders die voor de bloedvoorziening van het hart zorgen worden de kransslagaders of coronairen genoemd. Er zijn twee kransslagaders: - de rechterkransslagader die één grote tak heeft, de RCA (kort voor right coronary artery) - de linkerkransslagader die twee grote takken heeft, de LAD (kort voor left anterior descending) en de circumflex LINKER kransslagader Circumflex RECHTER kransslagader LAD CORONAIREN 7 HARTAANDOENINGEN HARTAANDOENINGEN Er zijn verschillende aandoeningen die de normale werking van het hart kunnen verstoren. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen drie soorten van aandoeningen. - aangeboren afwijkingen -hartklepafwijkingen - vernauwing van de kransslagaders AANGEBOREN AFWIJKINGEN De vernauwing ter hoogte van de kransslagaders en slecht werkende hartkleppen zijn aandoeningen die niet aangeboren maar verworven zijn. Ze zijn dus ontstaan in de loop der jaren. Het is echter ook mogelijk dat u met een hartafwijking geboren wordt. Dan spreekt men over aangeboren afwijkingen. In dit ziekenhuis wordt geen kinderhartchirurgie verricht. Enkel de aangeboren aandoeningen die zich op volwassen leeftijd manifesteren, worden op onze dienst wel behandeld. HARTKLEPAFWIJKINGEN Gezonde hartkleppen sluiten perfect en gaan volledig open. Er kunnen problemen met hartkleppen ontstaan, doordat ze niet meer volledig sluiten of opengaan: - een vernauwing van de opening door verkalking van de klep’bladen’ (= klepstenose) - een vergroeiing van de klepbladen (= klepstenose) - beschadiging, verslapping of uitrekking van de klepbladen of de klep’ring’ (= klepinsufficiëntie) In al deze gevallen heeft het hart het moeilijker dan normaal. De meeste klepafwijkingen komen voor bij de mitralisklep en de aortaklep. Na verloop van tijd kan het hart hier schade van ondervinden. Het hart moet dan meer moeite doen om te pompen (=hartfalen). Hiervoor kan dan een klepoperatie nodig zijn. 8 HARTAANDOENINGEN De meest voorkomende klachten bij een klepaandoening zijn: -kortademigheid - opgezette voeten (= oedeem) - pijn op de borst - onregelmatige hartslag -moeheid - duizeligheid bij inspanning -syncope - kortademigheid en vocht op de longen MITRALISklep AORTAklep Normale klep: gesloten Normale klep: open Stenotische en/of insufficiënte klep OVERZICHT KLEPDEFICIËNTIES 9 HARTAANDOENINGEN VERNAUWING VAN DE KRANSSLAGADERS Zoals alle spieren heeft ook het hart zuurstof nodig. Die krijgt het uit de kransslagaders. Zolang die slagaders van binnen mooie gladde wanden hebben, is er niets aan de hand. Ook als u zich tijdens het werk of sporten hard inspant en het hart extra zuurstof nodig heeft, kunnen de kransslagaders nog altijd genoeg bloed en zuurstof aan het hart afgeven. Problemen ontstaan als de kransslagaders aan de binnenzijde dichtslibben (=atherosclerose). Dit dichtslibben gebeurt doordat vet zich ophoopt tegen de wand van de bloedvaten. Hierdoor wordt de binnenste laag van het bloedvat beschadigd, waarop er een dikke plaque gevormd wordt en de kransslagader nauwer wordt. Langs een plaque kan het bloed minder goed stromen en zo krijgt het hart minder zuurstof dan het op een bepaald moment nodig heeft. Atheroom van de slagader - atheromateuze plaque Wit stolsel adhesie en aggregatie van bloedplaatjes 2 Begin van de stolling 3 Progressieve vorming van de trombus 4 5 Trombose De slagader slibt dicht ONTWIKKELING ATHEROMATEUZE PLAQUE 10 1 HARTAANDOENINGEN Atherosclerose kan leiden tot volledige afsluiting van de kransslagader waardoor een infarct kan optreden. Dit kan zich uiten door: - drukkende pijn achter het borstbeen - pijn in de linkerarm, kaken, eventueel rug en schouderbladen - soms pijn in de rechterarm -maagklachten -kortademigheid Veel voorkomende behandelingen zijn: -medicatie - gezonde levensstijl (dieet, rookstop, voldoende beweging) - ballondilatatie: de kransslagader wordt opengeblazen waardoor de vernauwing verdwijnt - het plaatsen van een stent, waarbij de kransslagader wordt opengerokken en wordt voorkomen dat het bloedvat terug dichtslibt - coronaire bypass of overbruggingsingreep: dit is een operatie waarbij de vernauwing die in de coronair (kransslagader) zit wordt omgeleid met een bloedvat van elders in het lichaam en de circulatie over de vernauwing alzo wordt overbrugd. Wanneer de atherosclerose niet behandeld wordt, leidt het uiteindelijk tot een volledige afsluiting van de kransslagader waardoor een infarct optreedt. 11 VOORBEREIDING OP DE INGREEP VOORBEREIDING OP DE INGREEP Na het uitvoeren van een volledig hartonderzoek door de arts, of nadat u een coronarografie (=kijkoperatie via de lies of arm) heeft ondergaan, kan besloten worden dat voor u een operatie de beste oplossing is. Belangrijk om te weten is dat u deze beslissing moet nemen, in overleg met uw familie en in samenspraak met de arts. Wanneer u met spoed werd opgenomen, is er meestal weinig tijd om de beslissing te overwegen en wordt er onmiddellijk ingegrepen. In normale omstandigheden kan u zich goed voorbereiden op uw hartoperatie. Enkele richtlijnen ter voorbereiding van uw operatie: - Een streng rookverbod is noodzakelijk om een optimale ademhaling na uw operatie na te streven. Dit verbod zorgt verder voor een goede ‘hygiëne’ van uw bloedvaten. - Wanneer u een klepoperatie zal ondergaan, is het belangrijk dat u bij uw tandarts op raadpleging gaat. Zieke en slechte tanden verhogen de kans op infecties ter hoogte van het hart. - Neem uw medicatie op de vastgestelde tijdstippen en in de juiste hoeveelheid. - Contacteer uw huisarts als er zich abnormale wijzigingen voordoen in uw medische toestand. - Breng bij opname in het ziekenhuis steeds uw bloedgroepkaart en thuismedicatie mee in de originele verpakking. - Door voldoende informatie in te winnen kan u de onzekerheid en de angst die gepaard gaat met deze operatie proberen te verminderen. Het is aan te raden om eens te gaan praten met iemand die reeds een hartoperatie ondergaan heeft. - Probeer rust en kalmte te zoeken bij mensen uit uw naaste omgeving. Een wachttijd voor de operatie vraagt een extra dosis levenskunst. - Teveel begaan zijn met uw hartaandoening werkt vaak verlammend. Probeer wat afleiding te zoeken in uw werk, uw hobby of probeer u bezig te houden met aangename dingen. - Zoek in geval van twijfel de hartchirurg op voor een verhelderend gesprek. Een goed gesprek kan vaak rust en vertrouwen geven. 12 DE OPERATIES DE OPERATIES De duur van de operatie kan variëren van het soort ingreep die u moet ondergaan. Een operatie kan drie tot zes uur duren. Na de operatie wordt u overgebracht naar de intensieve zorgenafdeling. Onmiddellijk na de ingreep zal de hartchirurg telefonisch contact opnemen met de familie. Spreek af binnen de familie wie als contactpersoon optreedt, dit helpt de communicatie volledig en duidelijk te houden. KLEPOPERATIE Bij een klepoperatie wordt de klep Kunstring hersteld of vervangen. Herstellen van de klep kan gaan om het losmaken van met elkaar vergroeide klepbladen of het verwijderen van een afwijkend stukje klep. Herstellen van de klep kan ook inhouden dat een uitgerekte klepring kleiner wordt gemaakt en een kunstring wordt geplaatst. Bij vervanging van de klep haalt men de bestaande klep helemaal of gedeeltelijk weg, en vervangt deze door middel van een kunstklep. SOORTEN KLEPPEN Er zijn 2 soorten kunstkleppen: de mechanische en de biologische kunstklep. Omdat deze elk hun voor- en nadelen hebben, is het belangrijk om de juiste keuze te maken. 13 DE OPERATIES Mechanische kunstkleppen zijn gemaakt uit kunststof (koolstofverbindingen en metaal). Zij gaan in principe levenslang mee. Sommige van deze kleppen zijn duidelijk hoorbaar, andere maken weinig geluid. Belangrijk om te weten: wanneer een mechanische klep wordt ingeplant, moet u levenslang antistollingsmedicatie innemen. Mechanische kunstklep Biologische kunstkleppen zijn afkomstig van dierlijk weefsel (een klep van een varken of gemaakt uit het hartvlies van varkens of runderen). Biologische kleppen hebben het voordeel dat ze geluidloos zijn en dat men niet levenslang aan antistollingsmedicatie gebonden is. Het belangrijkste nadeel is dat ze na verloop van tijd slijtage vertonen en daardoor op een gegeven moment weer aan vervanging toe zijn. Het is belangrijk om samen met uw arts de voor- en nadelen van de verschillende kunstkleppen te bespreken en zo voor u de juiste keuze te maken. Voor aanvullende informatie verwijzen wij u naar onze website: www.cardiothoracalechirurgie.be. Biologische kunstklep 14 DE OPERATIES DE CORONAIRE BYPASS Om de vernauwing in de kransslagaders (coronairen) op te heffen worden een aantal omleidingen (= overbruggingen) gemaakt. Voor deze omleidingen worden bloedvaten die nog in een goede staat zijn vanuit andere delen van uw lichaam gehaald. Enkel die bloedvaten worden gebruikt uit plaatsen waar deze gemist kunnen worden zonder dat u er schade of ongemak van ondervindt. Bij voorkeur zal de arts kiezen om één of twee borstslagaders te gebruiken. Hierbij heeft u slechts één wonde: deze ter hoogte van uw borstkas. Uw chirurg kan ook opteren om aders uit het been te nemen. In dit geval heeft u naast de wonde ter hoogte van uw borstkas ook nog een wonde ter hoogte van uw been. Minimale incisie RECHTER arteria mammaria LINKER arteria mammaria RECHTER arteria mammaria (als bypass) 15 OPNAME IN HET ZIEKENHUIS OPNAME IN HET ZIEKENHUIS INFORMATIE BIJ OPNAME Bij de opname in het ziekenhuis zal u door de opnamedienst verwezen worden naar de verpleegafdeling. Daar zal een verpleegkundige zorg dragen voor uw opname en u de gewenste en nodige informatie geven. Breng de vragenlijst die u heeft ontvangen (anamneseformulier) ingevuld mee, zo krijgen we snel een goed en volledig overzicht op uw lichamelijke toestand, en voorgeschiedenis. Denk na over belangrijke informatie en meld deze zeker! Denk aan allergieën, anti-stollende medicatie, diabetes,… MEDICATIE Breng een duidelijk overzicht mee van de medicatie die u thuis inneemt. Wij raden u aan de originele verpakking mee te brengen om misverstanden te voorkomen. Tijdens uw verblijf krijgt u medicatie van het ziekenhuis, vergeet dus uw medicatie niet terug mee te geven naar huis om fouten te voorkomen. KAMERKEUZE Wij doen ons uiterste best om te voldoen aan uw voorkeur voor kamertype. Indien u een privékamer wenst maar die op het ogenblik van opname niet beschikbaar is, bestaat de mogelijkheid dat u in tussentijd op een tweepersoonskamer moet verblijven. Wij doen ons uiterste best om uw wensen te respecteren en verhuizen u naar een privékamer zodra dat mogelijk is. TIJDSTIP VAN DE INGREEP De avond van de opname krijgt u het tijdstip door waarop uw ingreep doorgaat. Dit is een richtuur. Elke patiënt en elke ingreep krijgt de tijd die hij verdient dus kan dit uur wijzigen. Ook dringende ingrepen kunnen het operatieprogramma beïnvloeden. Wij houden u tijdens uw verblijf zo goed mogelijk op de hoogte van het operatieprogramma. Aarzel niet om ons hierover aan te spreken. 16 OPNAME IN HET ZIEKENHUIS WAT BRENGT U MEE NAAR HET ZIEKENHUIS Omdat er dagelijks nieuwe patiënten worden opgenomen of overgenomen van de dienst intensieve zorgen, kunnen wij u niet garanderen dat u na de operatie op dezelfde kamer zal verblijven als die van de dag van uw opname. Beperk daarom wat u meebrengt bij opname, zo vermijdt u nodeloos uit- en inpakken. Breng bij opname enkel het volgende mee: - een pyjama wanneer u de dag voor de ingreep binnenkomt -toiletgerief -prothesen - uw bril - eventueel pantoffels Wanneer u terug naar onze afdeling komt, worden u en uw familie tijdig verwittigd en kan u kledij laten meebrengen voor de resterende duur van uw verblijf. DIEFSTALPREVENTIE Wij raden u aan zo weinig mogelijk waardevolle voorwerpen mee te brengen naar het ziekenhuis. Op uw kamer kan u wel waardevolle zaken opbergen achter slot. De sleutel kan u aan een verpleegkundige in bewaring geven wanneer u niet op de kamer bent. HULP NA ONTSLAG Wees erop voorbereid dat u na de operatie een periode heeft waarin u misschien wat moeilijker voor uzelf kan zorgen. Denk hier alvast over na en bespreek dit met uw familie, huisarts of specialist. De sociale werker op de hospitalisatieafdeling helpt u vanaf dag 1 om een zo vlot mogelijke terugkeer te garanderen. Ook voor uw opname kan u contact opnemen met onze sociale werkers die u duidelijke informatie kunnen geven over mogelijke aanvullende ondersteuning thuis of in een herstelverblijf. 17 OPNAME IN HET ZIEKENHUIS ONDERZOEKEN De onderzoeken die op de dag van opname nog zullen plaatsvinden, zetten we nog even voor u op een rij: - EKG (hartfilmpje) - RX-thorax (foto van de longen) - bloedname (u hoeft niet nuchter te zijn) - screening op MRSA (= de ‘ziekenhuisbacterie’) Soms zijn er bijkomende onderzoeken nodig zoals: - Doppler halsvaten (echografie) -urineonderzoek - sputumonderzoek (bij klepoperatie) - consultatie bij de neus- keel-oorarts (bij klepoperatie) - consultatie bij de tandarts (bij klepoperatie) -longfunctieonderzoek Sommige onderzoeken kunnen reeds ambulant gebeurd zijn. Breng altijd de resultaten mee bij opname. Tijdens de dag van opname komen ook de kinesist, de chirurg en de anesthesist bij u langs. Dit geeft u de mogelijkheid om bijkomende vragen te stellen. Mogen wij u daarom vragen dat u de dag van opname op de kamer blijft of meldt wanneer u de kamer wil verlaten. Wanneer u denkt die avond moeilijk slaap te kunnen vatten of wanneer u zenuwachtig bent of angst heeft, kan u aan de anesthesist vragen om medicatie voor te schrijven. De avond voor de operatie zal een verpleegkundige de operatiestreek ontharen. Bij de operatie wordt ter hoogte van de borstkas en (soms) de benen een insnede gemaakt. Vanuit hygiënisch oogpunt is ontharen noodzakelijk. Dit betekent dat het haar weggetrimd wordt ter hoogte van de borstkas, beide benen en de schaamstreek. Na het ontharen neemt u een ontsmettende douche. 18 OPNAME IN HET ZIEKENHUIS DE DAG VAN DE INGREEP De dag van de operatie moet u nuchter zijn. Dit wil zeggen niet meer eten, drinken of roken vanaf middernacht de dag voor de operatie. Wanneer u aan de beurt bent volgt een laatste controle aan de hand van de preoperatieve checklist. U krijgt een zuigtablet als voorbereiding op de algemene narcose. U zal van deze medicatie nog niet in slaap vallen, maar u zal zich loom beginnen voelen en alles wat rondom u gebeurt zal minder impact op u hebben. Belangrijk is dat u na het innemen van deze medicatie niet meer uit bed komt. De verpleegkundigen van de afdeling zullen u met uw bed naar de operatiezaal brengen waar u toevertrouwd wordt aan het team van het operatiekwartier. 19 INTENSIEVE ZORGENAFDELING HET VERBLIJF OP DE INTENSIEVE ZORGENAFDELING Een hartoperatie is een zeer ingrijpende gebeurtenis voor uw lichaam. Het is dan ook noodzakelijk om u de eerste dagen onder continu toezicht te houden door een groep van speciaal opgeleide artsen en verpleegkundigen op de intensieve zorgenafdeling. HOE ZIET DE KAMER ER UIT? De intensieve zorgenafdeling is gelegen op de derde verdieping van het ziekenhuis. Door de hoge intensiteit van de zorg zijn er op deze dienst geluiden waar te nemen zoals alarmen, het aan- en aflopen van verpleegkundigen, artsen en het schoonmaakteam. De kamers zijn continu verlicht, maar dit wordt ‘s nachts tot een minimum beperkt. Dit is noodzakelijk voor de continue bewaking van de lichaamsfuncties. HET TEAM Op de afdeling intensieve zorgen is voor u continu een verantwoordelijke verpleegkundige en arts aanwezig. U kan op elk moment een beroep doen op deze personen. U bent dus nooit alleen op de intensieve zorgenafdeling. OPVOLGEN EN ONDERSTEUNEN VAN LICHAAMSFUNCTIES ADEMHALING Wanneer u na de operatie op de intensieve zorgenafdeling aankomt, bent u nog steeds in slaap en zal een beademingstoestel u ondersteuning bieden voor de ademhaling. Tijdens de operatie, nadat u in slaap gebracht bent, brengt de anesthesist een buisje via de mond in de luchtpijp. Dit buisje wordt met kleefpleister op uw wangen gekleefd en is aangesloten op het beademingstoestel. Het ademen met behulp van een machine is gedurende enige tijd na de operatie noodzakelijk. Zolang de buis in uw keel zit, is het onmogelijk om te spreken. De verpleegkundigen van de intensieve zorgenafdeling zijn opgeleid om u hierin bij te staan. Ze kennen de noden van de beademde patiënt. Als u iets wenst te vragen aan de verpleegkundigen kan u altijd het oproepsysteem hanteren. De verpleegkundige zal zeer gerichte vragen stellen gebaseerd op zijn ervaring en kennis die u kan beantwoorden door met het hoofd ja of neen te knikken. Bij sommige ingrepen (bv. een endo-ACAB) kan de beademingsbuis al op de operatietafel verwijderd worden. 20 INTENSIEVE ZORGENAFDELING HARTRITME, BLOEDDRUK, UITSCHEIDING Uw hartritme wordt gevolgd door middel van een monitor die met kabeltjes verbonden wordt met klevers op uw lichaam. De bloeddruk wordt continu gemeten via een buisje (katheter) dat geplaatst wordt in de slagader van de pols. Via dit buisje wordt elke bloedname gedaan. Dit betekent dat men u niet telkens hoeft te prikken. De urineproductie wordt opgevolgd door een buisje (sonde) dat in de blaas geplaatst wordt tijdens de operatie. Door het plaatsen van deze sonde loopt de urine continu in een opvangzak en hoeft u niet op te staan om te plassen. VOEDSEL- EN VOCHTINNAME Om u van het nodige vocht en de nodige calorieën te voorzien krijgt u intraveneuze vloeistoffen langs een katheter die meestal in de arm en/of de hals geplaatst wordt. AFVOER VAN WONDVOCHT In uw borstkas bevinden zich enkele afvoerbuisjes (drains) die ervoor zorgen dat het wondvocht dat geproduceerd wordt kan afvloeien. Zonder deze buizen zou het wondvocht zich kunnen opstapelen in de borstkas en zou u hiervan pijn of schade kunnen ondervinden. Belangrijk om te weten is dat al deze buisjes worden geplaatst nadat u in slaap bent gebracht, zodat u van de plaatsing ervan geen hinder of pijn zal ervaren. Na het lezen van het voorgaande zal u wellicht begrijpen dat al die buisjes en draadjes van groot belang zijn voor het continu opvolgen van de functie van uw lichaam. Een persoon die normaal ademt en niet geopereerd is, zal regelmatig eens diep ademen, automatisch hoesten of zal regelmatig de keel schrapen. Na de operatie kan het voorkomen dat de spieren van de borstkas wat geforceerd zijn en het pijnlijk is om te ademen. Adem zoveel mogelijk met uw buikspieren. Door uw wonde ter hoogte van de borstkas zal u vaak uit angst voor de pijn minder diep ademen en zal u niet geneigd zijn om door te hoesten. Het nadelige gevolg van het niet goed door hoesten is dat er vocht en slijm (fluimen) in de longen achter blijven. Deze gestagneerde fluimen kunnen ontsteken en zullen de ademhaling bemoeilijken. Daarom is het van belang dat u voor de operatie ademhalingsoefeningen hebt gekregen van de kinesist. De kinesist zal u helpen en aanmoedigen om de fluimen op te hoesten. 21 INTENSIEVE ZORGENAFDELING Naarmate uw verblijf op de intensieve zorgenafdeling vordert, zal u merken dat er meer en meer apparaten en leidingen bij u verwijderd worden. Na een tweetal dagen kan u meestal weer eten en drinken. De verblijfsduur op de intensieve zorgenafdeling is afhankelijk van de evolutie van uw gezondheidstoestand. De opnameduur is dus van persoon tot persoon verschillend. U blijft dus zolang op deze afdeling als uw toestand dit vereist. De anesthesist/intensivist beslist wanneer u terug naar de cardiochirurgische verpleegafdeling gaat. Als u naar de kamer gaat, heeft u enkel nog één infuus, krijgt u via een neusbril nog wat extra zuurstof en heeft u soms nog de blaassonde voor het verder opvolgen van de urine productie (nierfunctie). Al de rest is verwijderd op de IZ. BEZOEKREGELING OP DE INTENSIEVE ZORGENAFDELING Voor de rust van de patiënten is het bezoek op de IZ beperkt tot 2 maal per dag. Er mogen maximaal 3 personen (boven de 14 jaar) per keer op de kamer bij de patiënt. De bezoekuren zijn: - van 15u30 tot 16u00 - van 19u15 tot 20u00 Directe familie kan altijd telefonisch contact opnemen met de verpleging van IZ om te informeren naar uw toestand. De verpleging zal dan beknopt wat uitleg geven. De afdeling is 24/24u telefonisch bereikbaar. 22 ALCOHOL EN HARTOPERATIE ALCOHOL EN HARTOPERATIE Het is belangrijk om eerlijk te zijn tegenover uw zorgverleners over uw alcoholgebruik. Het herstel van van uw hartoperatie kan gecompliceerd verlopen wanneer uw zorgverleners geen weet hebben over uw juist alcoholgebruik. Vertel uw zorgverleners hoeveel glazen u per dag of per week drinkt. Overmatig alcoholgebruik, elke dag meer dan 3 glazen per dag, kan het resultaat van uw operatie negatief beïnvloeden. Dit geldt ook voor grote hoeveelheden alcohol gebruiken in één keer. HOE BEÏNVLOEDT ALCOHOL HET RESULTAAT VAN MIJN HARTOPERATIE? Wanneer je dagelijks meer dan 3 glazen drinkt, kunnen er na de operatie ontwenningsverschijnselen optreden. Dit zijn symptomen die mensen vertonen wanneer ze plots stoppen met drinken na een lange periode alcohol te hebben gebruikt. Het kan gaan om beven, transpireren, hallucineren of stuiptrekkingen hebben. Wanneer deze ontwenningsverschijnselen onbehandeld blijven, kan dit aanleiding geven tot levensbedreigende complicaties. Vandaar het belang om de juiste informatie aan uw zorgverleners te geven. Er bestaan behandelingen om de kans op een ‘alcohol ontwenningssyndroom’ te voorkomen waardoor veel problemen kunnen vermeden worden. We bemerken daardoor een: - daling van de incidentie van postoperatieve neurologische aandoeningen - verminderd gebruik van sedativa - minder lange beademing - verminderd voorkomen van orgaanfalen en biochemische complicaties - verminderd gebruik van bewegingsbeperkende maatregelen - verminderd voorkomen van valincidenten - verkort verblijf op de intensieve zorgenafdeling - verkort ziekenhuisverblijf Hoe weet ik of ik risico loop op een ‘alcohol ontwenningssyndroom’? Tijdens uw preoperatief onderzoek zullen een aantal vragen gesteld worden over dit risico. Antwoord zo eerlijk mogelijk op deze vragen omdat dit het succes van uw hartoperatie kan beïnvloeden. Onthoud steeds dat deze informatie strikt vertrouwelijk is en valt onder het beroepsgeheim. 23 MEER INFORMATIE ARTSEN: DR. MARC HENDRIKX DR. URBAIN MEES DR. ALAADDIN YILMAZ Voor afspraken en inlichtingen: Tel. secretariaat: 011 33 71 00 AFDELING INTENSIEVE ZORGEN Tel. verpleegeenheid: 011 30 91 30 - 011 30 91 34 AFDELING HART-, LONG- EN VAATCHIRURGIE Tel. verpleegeenheid: 011 30 92 60 vzw Jessa Ziekenhuis Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt, www.jessazh.be