Katern voor scholing, her- en bijscholing 61 Een uitgave van Intech Elektro & ICT en OTIB april 2012 inHoud 1 Veilig werken aan elktrische installaties 4 Fotowedstrijd 5 Cursussen 5 Otib-nieuws Veilig werken aan elektrische installaties ‘Werken onder spanning is verboden’, zo valt in het Arbobesluit te lezen. Wat wordt bedoeld met ‘werken onder spanning’? En hoe moet hier volgens NEN 3140 praktisch mee worden omgegaan? Welke uitzonderingen zijn er op deze bepaling? Door: Anton Kerkhofs Veilig werken aan elektrische installaties volgens NEN 3140 kan en mag alleen als deze volledig spanningsloos is. Onder ‘spanningsloos’ wordt verstaan dat er geen spanning op de aanraakbare actieve installatie(delen) staat waaraan wordt gewerkt, dat er geen spanning staat op de aanraakbare installatie(delen) in de nabijheid van de werkplek, en dat de installatie waaraan wordt gewerkt geen (rest)lading meer bevat. Pas nadat een installatie spanningsloos is en nadat alle maatregelen om een elektrisch gevaar te voorkomen zijn getroffen, is sprake van een veilige werkplek. Nadat de installatie van de voeding is gescheiden, moet er altijd een aantal maatregelen worden getroffen: - Tussen alle geleiders, zo dicht mogelijk bij de werkplek, moet de spanningsloosheid worden vastgesteld met een dubbelpolige spanningsaanwijzer die voldoet aan NEN-EN-IEC 61243-3, of hieraan gelijkwaardig. Dus niet met een multimeter, spanningzoeker, voltstick en dergelijke. - Door het aanbrengen van een vergrendeling moet voorkomen worden dat de installatie kan worden ingeschakeld. - Op of nabij de plaats waar de scheiding heeft plaatsgevonden, moet een opschrift of label ‘niet inschakelen’ met bijbehorende gegevens worden aangebracht. Indien relevant moeten er ook nog aanvullende maatregelen worden getroffen: - Door het aanbrengen van goedgekeurde isolerende afschermingen kan een werkgebied aanrakingsveilig worden gemaakt. - Als niet kan worden gegarandeerd dat een installatie spanningsloos blijft, moeten alle geleiders onderling met een zogeheten aardingsgarnituur worden verbonden. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn bij installaties waar terugvoeding mogelijk is, een vreemde voeding kan inschakelen of de installatie onoverzichtelijk is. Bij de toepassing van aardingsgarnituur moet de doorsnede van de toegepaste geleiders zodanig groot zijn en de verbindingen zodanig goed zijn aangebracht dat als de installatie onverwachts wordt ingeschakeld – en er dus een kortsluiting optreedt – er geen vlamboog ontstaat. Werken onder spanning Bij werken onder spanning raken personen met hun lichaam, gereedschap of hulpmiddelen, zoals een schroevendraaier of (persoonlijke) beschermingsmiddelen, (mogelijk) niet-geïsoleerde actieve delen aan waarop een gevaarlijke spanning staat omdat deze delen of hulpmiddelen binnen de gevarenzone komen. De gevarenzone is een gebied rondom het niet-aanrakingsveilige actieve deel of delen. De werkverantwoordelijke (WV) bepaald de afstand van het actieve deel tot de buitengrens van de gevarenzone. NEN 3140 geeft minimale afstanden voor de gevarenzone: - metingen ≥ 5 cm; - bedieningshandelingen ≥ 10 cm; - algemene werkzaamheden ≥ 50 cm. NEN 3140 beschouwt ook het verplaatsen van vast aangesloten materieel terwijl dat onder spanning staat als werken onder spanning, tenzij wordt voorkomen dat er aanrakings61 1 IE04 Impuls 61.indd 1 30-03-12 14:58 VEILIG WERKEN AAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES 1 2 3 4 1. De stappen: 1) scheiden, 2) spanningsloosheid vaststellen met een dubbelpolige spanningsaanwijzer, 3) voorkomen van onverwachts inschakelen (vergrendeling) en 4) label aanbrengen. gevaar of het gevaar op een vlamboog ontstaat. Dit risico moet vooraf door de WV worden beoordeeld. Gevaarlijke spanning Werkzaamheden aan of nabij installaties met spanningen lager dan 50 V AC en/of 120 V DC, zoals in SELV- en PELV-ketens zijn veilig met voorbeveiliging In ≤ 25 A en vermogen P ≤ 1.250 VA. Voorbeelden van dergelijke installaties waarbij geen gevaar te verwachten is zijn datanetwerken, audio-installaties enzovoort. 5 Let op: werkzaamheden aan accu-gevoede installaties, zoals UPS- en tractiesystemen, zijn ondanks de mogelijke lage spanningswaarde niet veilig. Het kortsluitvermogen is, wanneer een accu wordt kortgesloten, hoog en de vlamboog die hierbij ontstaat, kan zeer intens zijn. Werken aan installaties onder spanning is dus in principe bij wet verboden. Door dit toch te doen, wordt in bijna alle gevallen de Arbowet overtreden. Volgens bepaling 3.5 in het Arbobesluit mag er – in uitzonderlijke gevallen – onder spanning aan a laagspanningsinstallaties worden gewerkt. Er moet dan wel worden voldaan aan vier voorwaarden: - De dringende noodzaak voor het onder spanning werken moet zijn aangetoond. - Er moet voor deze klus een specifieke opdracht zijn gegeven. - De installatie moet zodanig zijn uitgerust dat de risico’s bij de werkzaamheden acceptabel zijn. - Er moeten doeltreffende maatregelen zijn getroffen om de werkzaamheden veilig te laten verlopen. 3. Gevarenzone rondom een actief deel: zonder afschermingen (a) en een afscherming aan één zijde (b). b 6 2. Eventueel stap 5 en 6: isolerende afscherming en aardingsgarnituur. 61 2 IE04 Impuls 61.indd 2 30-03-12 14:58 VEILIG WERKEN AAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Dringende noodzaak De WV moet zich als eerste overtuigen, dat er niet op een andere, veiligere manier aan de installatie kan worden gewerkt. Eenvoudig gezegd: het gevaar van uitschakelen moet groter zijn dan werken aan de installatie onder spanning. Een reden als ‘de productie moet doorgaan’ of ‘de computer kan niet uit’, zijn niet legitiem en in strijd met de regelgeving. a b 6. Bescherming tegen stroomdoorgang en vlambogen 4. Markering volgens IEC (a) en volgens VDE (b). met beperkte energie-inhoud. Specifieke opdracht Als de WV na een afweging heeft besloten om onder spanning te werken, moet hij dit schriftelijk voorbereiden. Na een risicoanalyse moet hij beschrijven wie, waar, wanneer en welke werkzaamheden uitvoert, de volgorde van handelingen, het toepassen van (beschermende) hulpmiddelen enzovoort. Deze relevante zaken moeten worden beschreven, zodat de klus zonder ongelukken verloopt. Voorafgaand aan de werkzaamheden behoren alle betrokkenen medewerkers te worden geïnstrueerd. Acceptabele risico’s In sommige installaties zijn de risico’s onacceptabel groot. Zo is er bijvoorbeeld in een oude gietijzeren schakel- en verdeelinrichting een te groot risico op het ontstaan van kortsluiting. Ook bij het werken in installaties die zijn beveiligd met mespatronen groter dan circa 630 A, zijn de risico’s te groot. Tegen de vlamboog die bij een eventuele kortsluiting in een dergelijke installatie ontstaat, is geen adequate bescherming met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) voor het lichaam mogelijk. Doeltreffende maatregelen Als er toch wordt gekozen om onder spanning te werken, dan zullen passende PBM’s toepassen 5. Maatregelen tegen aanrakingsgevaar. 7. Bescherming tegen stroomdoorgang en vlambogen met grote energie-inhoud (speciale PBM’s die beschermen tegen vlambogen). beschermingsmaatregelen moeten worden getroffen om schade en letsel te voorkomen. Hierbij zullen de potentiële risico’s duidelijk in kaart moeten worden gebracht, evenals de beheersmaatregelen die moeten worden getroffen om de risico’s te minimaliseren. Denk hierbij aan de keuze van PBM’s. Ook dit is een taak voor de WV. Werken in de gevarenzone Omdat er een verhoogd risico op stroomdoorgang en/of vlambogen is bij het werte verwachte kortsluitstroom in smeltpatroon (A) installatieautomaat (A) alleen maatregelen tegen aanrakingsgevaar treffen < 25 < 16 beschermende maatregelen tegen stroomdoorgang en vlambogen met beperkte energie-inhoud treffen 25 – < 100 16 – < 25 beschermende maatregelen tegen stroomdoorgang en vlambogen met grote energie-inhoud treffen (speciale PBM’s die tegen vlambogen beschermen) 100 – ≤ 630 25 – ≤ 80 veilig werken onmogelijk, tenzij een WV dit heeft berekend en passende PBM’s worden toegepast > 630 > 80 Tabel 1. De grenswaarden en toe te passen beschermingsmiddelen. ken in de gevarenzone, mogen deze werkzaamheden alleen worden verricht door: - een vakbekwaam persoon (VP); - een voldoende onderricht persoon (VOP) of een leek onder ononderbroken toezicht van een VP. VP’s en VOP’s zijn medewerkers met een aanwijzing in het kader van NEN 3140 waarbij de taak ‘ werken onder spanning’ binnen het taakprofiel valt, zoals dat op de aanwijzing is beschreven. Als onder spanning wordt gewerkt – dus bij alle werkzaamheden, bedieningswerkzaamheden en metingen waarbij de kans bestaat dat met lichaamsdelen in de gevarenzone wordt gekomen – moeten PBM’s ter bescherming tegen stroomdoorgang worden toegepast. Dit zijn goedgekeurde isolerende beschermingsmiddelen, zoals handschoenen en vloermatten met de juiste markeringen (afbeelding 4). Een uitgebreid overzicht van passende PBM’s en de bijbehorende normen staat in hoofdstuk 8 van NEN 3140. Afhankelijk van het kortsluitvermogen ter plekke moet de medewerker ook tegen 61 3 IE04 Impuls 61.indd 3 30-03-12 14:58 VEILIG WERKEN AAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES de gevolgen van een vlamboog worden beschermd. Als leidraad voor de potentiele energie die bij een kortsluiting vrijkomt wordt in NEN 3140 de nominale stroomwaarde van de beveiliging voor de plaats van de kortsluiting genomen. Dus: het smeltpatroon of de installatieautomaat die de installatie waaraan wordt gewerkt beveiligd. Op basis van de nominale stroomwaarde van het smeltpatroon of de installatieautomaat moeten PBM’s worden toegepast die bescherming bieden tegen vlambogen. De praktijk Ondanks de duidelijke regelgeving gebeuren er jaarlijks nog steeds tientallen ongelukken omdat medewerkers toch aan installaties onder spanning werken. Redenen hiervoor kunnen zijn dat: - de technische medewerker dacht dat de installatie (nog) spanningsloos was; - een gebrek aan ervaring van de medewerker voor de betreffende werkzaamheden; FOTOWEDSTRIJD - de risico’s niet goed werden ingeschat, wellicht door een gebrek aan kennis of ervaring. Medewerkers mogen de afweging – het wel of niet onder spanning werken – niet zelfstandig nemen. Dit betekent dat een medewerker nooit ‘zomaar’ onder spanning mag werken. Zijn handelswijze is dan strafbaar. Ook kan zijn baas, die eventueel hiertoe opdracht gaf, worden veroordeeld wegens strafbaar handelen. Door leidinggevenden, maar ook door medewerkers, wordt vaak onvoldoende gerealiseerd wat de consequenties zijn van een incident als zich een (elektriciteits) ongeval voordoet. Afgezien van lichamelijk letsel kan een ongeval verschillende gevolgen hebben: een strafzaak of een bestuurlijke boete door de inspectie SZW, een civiele rechtszaak tussen ondernemingen, een civiele rechtszaak tussen werknemer en werkgever enzovoort. Vaak is de eigenlijke oorzaak van een incident een gebrek van de organisatie. Het is de taak van een WV om werkzaamheden aan elektrische installaties goed voor te bereiden. Voorbeelden hiervan zijn: - voorafgaand aan de werkzaamheden de potentiële risico’s van de werkzaamheden en de omgeving inschatten; - een aanwijsbeleid opstellen waaruit blijkt welke medewerker met de juiste kennis, vaardigheden en ervaring bepaalde taken mag verrichten en welke bevoegdheden en verantwoordelijkheden de betreffende persoon heeft; - een plan opstellen om veilig te werken; - voorafgaand aan de werkzaamheden de juiste werkmethoden bepalen; - de juiste gereedschappen, meetapparatuur en beschermingsmiddelen beschikbaar stellen; - betrokken medewerkers voorafgaand aan de werkzaamheden instrueren; - toezicht houden op medewerkers en op het veilig verloop van werkzaamheden. Al deze taken behoren te zijn beschreven in de aanwijzing van de WV. tig de hoofdzekering, die dan met hulp van de aanwezige bezoekers werd vervangen. Dit ging het snelst als de zegels van de hoofdaansluiting al waren verbroken en het deksel er vanaf was. Dat de voeding van deze aansluiting door Liander is beveiligd met een groepszekering van 3x160 A maakte kennelijk geen indruk. Ook bungelden de versterkers van de CAIinstallatie (gedeeltelijk van metaal) er los voor. Inmiddels is alles opgeruimd en zijn alle leidingen netjes vastgezet. Daarna is de installatie met Liander voorzien van drie automaten en weer afgesloten en verzegeld. Het Isso-handboek is inmiddels onderweg. Namens de redactie: van harte gefeliciteerd. Fotowedstrijd ‘Zo moet het niet’ Onder het motto ‘Zo moet het niet’ zoekt de redactie van Intech Elektro en ICT naar duidelijke voorbeelden van slecht of foutief uitgevoerde installaties. Inzenders van wie de foto’s worden geplaatst winnen een Isso-handboek ter waarde van 245 euro. De foto’s (van goede kwaliteit), vergezeld van een korte beschrijving en naam en adres van de inzender, kunnen – o.v.v. ‘Zo moet het niet’ – worden gemaild naar [email protected], of per post naar Intech Elektro en ICT, t.a.v. redactie, postbus 188, 2700 AD Zoetermeer. Prijswinnaar van de maand Deze maand gaat het Issohandboek naar André Kok van Kok-Elektra (Nibbixwoud en Amsterdam). Hij maakte de foto’s in de meterkast van een NoordHollands café. Als het druk was sprong regelma- Kijk voor meer foto’s van slecht uitgevoerde installaties op www.intechei.nl, Zo moet het niet. 61 4 IE04 Impuls 61.indd 4 30-03-12 14:58 OTIB-NIEUWS CURSUSSEN Instal Award Cursussen De Instal Award is een tweejaarlijkse prijs voor de vmbo-school met het meest innovatieve onderwijsproject in de elektrotechniek, installatietechniek en instalektro. Een onafhankelijke vakjury beoordeelt samen met een jongerenjury de genomineerde projecten op originaliteit, aansluiting op nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs en techniek, en aansluiting bij de praktijk. Donderdag 14 juni 2012 wordt de Instal Award 2012 uitgereikt tijdens de landelijke docentendag van het Platform Technische Installaties. Otib organiseert de Instal Award om scholen te stimuleren hun lesprogramma te blijven vernieuwen. Een innovatief lesprogramma zorgt voor enthousiaste leerlingen. Zij vormen ten slotte de toekomstige werknemers in de technische installatiebranche. BIM en 3D met Stabicad 8 Wie: Werkvoorbereiders, projectleiders, tekenaars. Informatie: www.stabiplan.nl. BIM voor managers, de basics Wie: Werkvoorbereiders, managers, projectleiders, tekenaars. Informatie: www.stabiplan.nl. Flexibel werken heeft de toekomst Hoe is te bereiken dat werk beter past bij wat de werknemer wil? Hoe wordt voorkomen dat de werkgever daar last van heeft? Kunnen arbeidstijden flexibeler worden gemaakt – bijvoorbeeld door te werken op tijden die beter passen bij de thuissituatie – zonder dat dit de bedrijfsvoering negatief beïnvloed? En welke rol speelt scholing eigenlijk? Flexibiliteit is geven en nemen. Als werknemer en werkgever hier samen over praten, komt er vanzelf een oplossing die Coördinatie met Navisworks Wie: Calculators, tekenaars, werkvoorbereiders, projectleiders. Informatie: www.stabiplan.nl. voor iedereen werkt. Kortom: werk dat past! Het is van groot belang om werknemers te behouden voor de branche en aantrekkelijk te zijn voor nieuwe werknemers, zeker als de komende jaren de vraag naar mensen met een technische achtergrond toeneemt. Een (individueel) passende werkomgeving kan hierbij een middel zijn. De Otib-brochure ‘Werk dat past!’ beschrijft zes praktijksituaties. Kijk voor meer informatie op www.otib.nl. Revit Essentials Wie: Calculators, tekenaars, werkvoorbereiders, projectleiders. Informatie: www.stabiplan.nl. Revit Mep e-learning Wie: Calculators, tekenaars. Informatie: www.cadac.com. Samenwerken in een BIM-proces EVC 500 Wie: Calculators, tekenaars, werkvoorbereiders, projectleiders. Informatie: www.stabiplan.nl. Otib verstrekt dit jaar vijfhonderd werknemers in de technische installatiebranche 500 euro extra EVC-vergoeding. Het ervaringscertificaat (EVC) brengt alle ervaring, kennis en kunde in kaart. Met dit certificaat krijgt de werkgever inzicht in het vakmanschap dat hij in huis heeft. De werknemer ziet exact wat zijn ervaring, kennis en kunde waard zijn in de branche. Otib verstrekt werkgevers al langer een financiële tegemoetkoming bij een EVC-traject. Om het al aanwezige vakmanschap nog beter in kaart te brengen en werknemers zich verder te laten ontwikkelen, stelt Otib in 2012 voor vijfhonderd werknemers daarom 500 euro extra ter beschikking. Kijk voor meer informatie op www.evc500.otib.nl. Het actuele overzicht van opleidingen en aanbieders staat ook op www.etalage.otib.nl. Het gebrek aan instroom van jong personeel in de installatiebranche is nijpend. Installateursvereniging Uneto-VNI verwacht dat er binnenkort al vijftienduizend vakmensen te weinig zijn om alle werkzaamheden te kunnen uitvoeren. De installatiebranche heeft de komende jaren juist extra vakmensen nodig om de uitdagingen van de branche, zoals energiebesparing en duurzaamheid, waar te kunnen maken. Om jongeren te wijzen op de carrièremogelijkheden in de installatiebranche ondersteunde Uneto-VNI Skills Masters, dat vorige maand in Ahoy Rotterdam werd gehouden. Volgens Marcel Engels, voorzitter van Uneto-VNI, dreigen de tekorten de komende jaren alleen maar op te lopen. ‘De installatiebranche doet er alles aan werknemers aan te trekken, maar wij zijn niet de enige sector die jonge mensen probeert binnen te halen. Er ontstaat nu een enorme concurrentie tussen branches.’ Volgens Engels bestaat er in Nederland een verkeerd beeld van de beroepen in de installatiebranche. Veel gehoorde vooroordelen zijn dat het gaat om zwaar en vuil werk en dat er onvoldoende carrièreperspectief is. Foto: industrie Instroomtekort nekt installatiebranche Daarnaast wordt gedacht dat een baan als installateur of monteur eenzijdig is. Engels vindt dat deze beeldvorming volstrekt niet strookt met de werkelijkheid. ‘De installatiebranche is een echte hightechsector, met volop carrièrekansen. Een keuze voor een loopbaan in de installatiebranche staat bijna synoniem aan een baangarantie.’ 61 5 IE04 Impuls 61.indd 5 30-03-12 14:58