20160518 PIT Startnotitie bodemdaling

advertisement
PIT Startnotitie: Bodemdaling
Probleembeschrijving
Wat is bodemdaling?
Bodemdaling is een proces dat optreedt door geologische processen zoals tektonische daling,
afbraak van veen en zetting van voornamelijk (slappe)kleigronden door ontwatering en kan ook
optreden door onttrekking van water, olie of gas uit de ondergrond. In orde van grootte is de
afbraak van veen en zetting als gevolg van ontwatering (inklinking) vele malen groter dan de daling
veroorzaakt door geologische processen. Daarbij zijn vooral de veengebieden erg gevoelig voor
bodemdaling; als veen eenmaal geoxideerd is, is het definitief weg. In Delfland daalt de bodem als
geheel niet homogeen: waar in het duingebied geen sprake is van daling, is in de meer oostelijk
gelegen polders wel degelijk sprake van bodemdaling. Tussen het oosten en het westen van het
beheergebied bestaat een hoogteverschil van ca. 6 meter. Hierdoor is in de loop der eeuwen een
bijzonder kunstmatig watersysteem ontstaan, met veel polders, tussenpeilen en gemalen. Ook op
kleinere schaal komt veel variatie in bodemdaling voor, afhankelijk van bodemsoort of
ontwateringsituatie.
Wat maakt bodemdaling een probleem?
Bodemdaling heeft verschillende negatieve effecten. Zo wordt het niveauverschil tussen boezem en
polders en tussen peilgebieden onderling groter. Dit maakt het peilbeheer complexer; peilgebieden
moeten vaker worden opgeknipt om de functies goed te faciliteren. Dit terwijl Delfland idealiter zo
groot mogelijke peilgebieden heeft.
Daarnaast kan bodemdaling tot verzakking van (oude) bebouwing en, infrastructurele
(water)werken en grondwateroverlast leiden. Hierdoor moeten waterkeringen telkens worden
opgehoogd. In de oude binnenstedelijke gebieden lopen we echter tegen de grenzen aan van wat
nog kan, omdat de direct aanliggende bebouwing ook mee zakt met de bodem. Bodemdaling kan
tevens leiden tot verslechtering van de waterkwaliteit, als de nutriënten (stikstof en fosfaten) die
vrijkomen door afbraak van het veen afstromen naar het oppervlaktewater.
Bodemdaling kan op de langere termijn beperkend zijn voor de gebruiksfuncties van bepaalde
gebieden, functies kunnen niet meer door het peil worden gefaciliteerd. Waar het peil nu nog de
functie volgt, zal op sommige plekken de functie het peil moeten volgen. Dit vraagt om een
uitgebreid traject met de belanghebbenden.
Bodemdaling is dus een complex probleem dat meerdere oorzaken heeft en waarbij de gevolgen per
functie en gebied verschillen.
Hoe gaat Delfland nu om met bodemdaling?
Om aanwezige functies zo lang mogelijk te faciliteren, zet Delfland met het peilbeheer op dit
moment in op maximale afremming van het bodemdalingsproces. In bodemdalingsgevoelige
gebieden wordt bodemdaling als een belang meegenomen in de afweging bij het peilbesluit en gaan
we terughoudend om met peilverlagingen of peilaanpassingen (het volgen van de maaivelddaling).
Delflandse visie en strategie nodig
Zowel bij Delfland als in andere delen van Nederland zijn al verschillende onderzoeken naar de
oorzaken, gevolgen en maatregelen tegen bodemdaling gedaan. Omdat de mate en de gevolgen van
bodemdaling zo verschillen per locatie en functie, is er niet een algemene oplossing te vinden. Dit
zorgt ervoor dat bodemdaling dus een complex probleem is. Delfland zal dus een visie en strategie
moeten ontwikkelen die rekening houdt met deze diversiteit en complexiteit.
Doelstelling
In het WBP is de volgende doelstelling opgenomen: Delfland heeft in 2019 een visie heeft
ontwikkeld op de omvang van bodemdaling in het beheergebied en de gevolgen ervan. Uit deze
visie kunnen scenario’s en maatregelen worden bepaald om (de gevolgen van) bodemdaling het
hoofd te bieden.
Hiervoor zijn de volgende vragen te benoemen:
1. Hoe speelt bodemdaling in Delfland en wat is de impact en zijn de gevolgen?
2. Wat zijn mogelijke maatregelen?
3. Welke maatregelen hebben onder welke voorwaarden de voorkeur?
Eindproduct
Het eindproduct is een visie en strategie op hoofdlijnen over hoe om te gaan met bodemdaling in
Delfland.
Het eindproduct bevat de volgende onderdelen:
 Inzicht in de differentiatie in bodemdaling in het gebied en de verschillende issues die
daarbij spelen.
 Verschillende scenario’s en maatregelen die in die gevallen de voorkeur hebben.
 Een strategie om (de gevolgen van) bodemdaling het hoofd te bieden.
 Een procesplan over het betrekken van stakeholders bij het uitvoeren van de strategie.
Aandachtspunten
Algemeen:
 Er is buiten Delfland al veel onderzoek gedaan naar bodemdaling, vooral naar veen in
landelijk gebied. Ook bij Delfland zijn al enkele onderzoeken uitgevoerd.
 In het stedelijk gebied is minder bestaand onderzoek.
 In andere gebieden (ook in de Provincie Zuid-Holland) zijn gesprekken gestart over
functiewijziging met bewoners in zogenaamde knikpuntgebieden. Wat kan Delfland daarvan
leren?
 Veenoxidatie is verantwoordelijk voor 2% van de jaarlijkse CO2-uitstoot in Nederland.
Aandachtspunten binnen thema:
 De gevolgen van bodemdaling en de mogelijke maatregelen verschillen per bodemtype en
functie.
Aandachtspunten met andere werkvelden van Delfland:
 Effect van bodemdaling/afbraak van veen op waterkwaliteit
 Vasthouden van hemelwater of gezuiverd afvalwater kan droogte en daarmee veenafbraak
tegengaan.
 Wanneer gekozen wordt voor volledig zelfvoorzienend systeem (zonder Brielse meer),
zullen de peilen af en toe ver uitzakken, dit kan veenafbraak veroorzaken.
 Bodemdaling kan ervoor zorgen dat er meer oppervlaktewater in de waterketen komt door
verzakking van de overstortdrempel. Daarnaast kan ook de riolering verzakken, waardoor








deze gaat lekken.
Nu volgt het peil de functie. Wanneer is dit niet meer vol te houden? Wat kan de ruimtelijke
ordening hierbij betekenen? Dit is ook iets wat binnen klimaatadaptatie speelt.
Met het juiste peilbeheer kan bodemdaling deels worden vertraagd.
Door ongelijkmatige bodemdaling neemt versnippering van het gebied toe. Wat is het effect
hiervan op het waterbeheer?
Wat is het effect van onderbemalingen?
Effect van bodemdaling op keringen? In oude kernen is weinig ruimte voor het ophogen van
kades. Wat is het effect van bodemdaling op (veen)kades?
De kosten van het waterbeheer zullen door bodemdaling hoger worden. De baten liggen bij
andere partijen.
Bodemdaling kan een oorzaak zijn van grondwateroverlast.
Waterbewustzijn is een belangrijk aspect van het omgaan met (de gevolgen van)
bodemdaling
Aandachtspunten voor proces met externe partijen:
 Er zijn verschillende partijen die samen met Delfland aan de slag willen met bodemdaling.
Hierover zijn deels ook al afspraken gemaakt. Het gaat om de volgende partijen: Midden
Delfland (24 uur van), Westland (uitvoeringsprogramma waterplan), Schiedam (platform
Slappe Bodems), Pijnacker-Nootdorp, Vlaardingen, Delft (Watertafel) , Natuurmonumenten
(vergunning Aalkeetbuitenpolder).
 Er lopen veel landelijke sporen o.a. via de Unie en via de Stowa.
 Gasboring Maasland
Procesaanpak
De volgende aandachtspunten zijn bepalend voor de aanpak:
 De gevolgen van bodemdaling en de mogelijke maatregelen verschillen per bodemtype en
functie;
 Er is al veel onderzoek gedaan naar bodemdaling; binnen Delfland, maar vooral in andere
gebieden;
 Meerdere partijen hebben aangegeven samen te willen werken met Delfland op het gebied
van bodemdaling;
Stap 1: Inventarisatiefase:
a. Onderzoek: Wat betekent bodemdaling binnen Delfland?
o Waar vindt bodemdaling plaats?
o Hoe snel gaat de bodemdaling?
o Wat zijn waar de oorzaken en gevolgen?
b. Stakeholder analyse/Rondje langs stakeholders:
o Hoe speelt bodemdaling bij hun?
o Wat doen ze?
o Wat kunnen we samen doen?
c. Onderzoeken welke onderzoeken er al liggen en of en hoe dit toepasbaar is voor Delfland.
d. Onderzoeken welke instrumenten beschikbaar zijn en hoe we deze kunnen inzetten.
e. Aanhaken landelijke sporen
o Inhoud: Stowa, Slappe bodems, kennisprogramma veen
o Governance: Unie
Stap 2: Probeerfase:
 Opstellen prioritering van gebieden waarin projecten worden opgepakt.
 Projecten samen met stakeholders om te onderzoeken hoe technieken binnen Delfland
uitwerken. Hierbij wordt in ieder geval gedacht aan een project in het landelijk en een
project in het stedelijk gebied.
o Speerpunten landelijk gebied: agenderen, peilbeheer, samenhang met weidevogels.
o Speerpunten stedelijk gebied: kades, bebouwing, ruimtelijke ontwikkelingen.
Stap 2 zal deels tegelijk met stap 1 plaats vinden.
Stap 3: Strategiefase:
 Opstellen visie en strategie, inclusief een plan voor het omgevingsmanagement.
 Met behulp van deze strategie kunnen we keuzes maken over wat te doen in een gebied,
bijvoorbeeld op het gebied van peilbeheer. Daarnaast helpt het bij het aangaan van het
gesprek met omgeving.
Fasering
2016
2017
2018
2019
Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2
Stap 1: Inventarisatiefase:
a. Onderzoek: bodemdaling in Delfland?
b. Rondje langs gemeenten
c. Inventarisatie bestaande onderzoeken
d. Inventarisatie bestaande instrumenten
e. Aanhaken landelijke sporen
Stap 2: Probeerfase:
Projecten met gemeenten
Stap 3: Strategiefase:
Opstellen visie en strategie
Mijlpalen:
 Beleidsnota peilbeheer: Met het peilbeheer proberen we bodemdaling zoveel te vertragen.
De afspraken met de provincie Zuid-Holland zijn gemaakt in het kader van de wateragenda
worden vastgelegd in de nieuwe beleidsnota peilbeheer. Deze wordt voorzien voor eind
2016/begin 2017.
 Op dit moment vinden verschillende gesprekken met gemeenten plaats. Ze staan
welwillende tegenover samenwerking met Dellfand. Naar aanleiding van die gesprekken zal
worden bepaald welke projecten Delfland op kan pakken. Eind 2016/begin 2017 zal een
nadere planning worden opgesteld.
Organisatie
Opdrachtgever
Saskia van Heusden
Opdrachtnemer
Annemarieke Verbout
Verantwoordelijk portefeuillhouder
Hans Middendorp
Download