2.4 Hoe komt HIV de cel in? samenvatting

advertisement
2.4 a, b en c
Gp120 gaat een verbinding aan met een CD4 receptor, een polaire binding . Het geheel wat dan
ontstaat noem je GP160. Dan zit het HIV deeltje vast aan de cel. De membraam van het virus deeltje
vloeit samen met de cel membraan van de lichaamscel. Er zijn 2 stukjes van het CD4 die hechten aan
het GP120 en die CD4 receptoren trekken beide een deel van het gp120 naar zich toe waardoor het
gp41 kan hechten aan het membraan van de cel en het GP41 brengt het mechanisme op gang dat er
voor zorgt dat er een gat in het membraan komt en daar door kan het HIV de cel in. Op het plaatje
hieronder zie je hoe dat gat gevormd wordt. De membranen zijn nu samen gevoegd tot 1 membraan
waardoor de HIV cel al zijn binnen kant de lichaamscel in kan duwen en daar kan hij dan de schade
aanrichten.
Gp160 bindt JT: met
het gp120-deel aan de
CD4-receptor. Deze
verandert in het CD4
complex. Daarna is er
een binding met de
co-receptoren. HIV
smelt samen met het
membraan van de
CD4+ cel. Deze cel
dient nu als koeriercel en brengt HIV naar
T-lymfocyt.
HIV spikes moeten
aan de membraan receptoren hechten, er past maar één soort HIV-cel op één lichaamscel. De
lichaamscel is de doel-cel die HIV wil infecteren. De meest voorkomende receptor is CD4 ook wel de
CD4+-cel.
Met de twee receptoren CCR5 en CXCR4 treed er een infectie op, om een cel te kunnen infecteren
heeft hiv twee receptoren nodig. Namelijk CCR5 en CXCR4. Niet alle cellen hebben dezelfde eiwitten
op hun oppervlak en HIV kan dus alleen die cellen infecteren die CD4 in combinatie met CCR5 of met
CXCR4 hebben. Witte bloedcellen produceren en scheiden bepaalde stoffen uit, de chemokines (een
familie van structureel verwante cytokinen) (cytokinen hebben een functie bij het activeren van
bepaalde receptoren), die aan CCR5 en CXCR4 kunnen binden (door het binden van chemokines aan
CCR5 of CXCR4 krijgt de betreffende cel een signaal om een bepaalde functie uit te gaan oefenen).
Doordat zowel HIV als chemokines aan dezelfde eiwitten kunnen binden, ontstaat er in de
aanwezigheid van beide een competitie. Op deze manier remt de aanwezigheid van een overmaat
aan chemokines de binding van HIV aan zijn co-receptor en dus infectie.
hier zie je hoe HIV in de lichaamscel dringt.
http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/aids.html
Download