H/V Geschiedeniswerkplaats 2e editie 1 havo/vwo Antwoorden paragraaftoets 4.1: Van stad tot wereldrijk 1 a imperium Romanum b militair c overheid d senaat 2 D, E, C, B, A 3 Bijvoorbeeld: Toen strekte het rijk zich uit van Noord-Engeland en de Rijn in het noorden, tot de Sahara in het zuiden en de Eufraat in het oosten. 4 Bijvoorbeeld: Ze deelden de overwonnen gebieden op in provincies. Elke provincie werd bestuurd door een Romeinse gouverneur. 5 Bijvoorbeeld: De aanvoerders van Romeinse legioenen werden steeds machtiger en gingen tegen elkaar vechten om de macht. In een van deze burgeroorlogen won Julius Caesar. Hij dwong de senaat om hem te benoemen tot dictator. Nadat hij vermoord was, maakte zijn geadopteerde zoon Octavianus van de republiek een keizerrijk. Hij werd zelf de eerste keizer, Augustus. 6 Bijvoorbeeld: vrede binnen het Romeinse rijk in de 1e en 2e eeuw n.C. 7 A, C 8 C 9 Bijvoorbeeld: - De Belgen zijn het dapperst. - Van luxeartikelen verslapt het karakter. 10 Bijvoorbeeld: Hannibal was een legeraanvoerder van Carthago. Hij was van plan om Rome te veroveren door met olifanten over de Alpen te trekken. Uiteindelijk kwam hij wel in Italië aan, maar hij werd door de Romeinen verslagen. © BOA, 2016 1