1. Voorbeelden van examenvragen uit de les oncologie (Prof. Schöffski) (niet exhaustief) - Definieer incidentie # nieuwe diagnosen/100 000/jaar - Definieer mortaliteit # overlijdens/100 000/jaar - Wat zijn de 3 meest frequente tumortypes bij de vrouw in België? Borst – dikke darm – baarmoederlichaam (Vlaanderen 2000) Borst – longen - colon/rectum (USA 2004) - Wat is apoptose? geprogrammeerde celdood (als natuurlijke herstelmechanismen overspoeld celdood bij eerstvolgende of latere deling = basis vd radiotherapie) One of the mechanisms by which CELL DEATH occurs (compare with NECROSIS and AUTOPHAGOCYTOSIS). Apoptosis is the mechanism responsible for the physiological deletion of cells and appears to be intrinsically programmed. It is characterized by distinctive morphologic changes in the nucleus and cytoplasm, chromatin cleavage at regularly spaced sites, and the endonucleolytic cleavage of genomic DNA; (DNA FRAGMENTATION); at internucleosomal sites. This mode of cell death serves as a balance to mitosis in regulating the size of animal tissues and in mediating pathologic processes associated with tumor growth. - Wat is de algemene vijfjaarsoverleving bij pancreascarcinoom? a. >50% b. 30-50% c. 15-29% d. <15% 1 2. Voorbeelden van examenvragen uit de les radiotherapie (Prof. Van den Bogaert) (niet exhaustief) - Waarom worden verschillende bestralingsbundels gebruikt om tumoren te bestralen? om de stralen zo goed mogelijk te kunnen centreren op één punt, de tumor Verschillende ingangspoorten gebruikt om bestralingsdosis op te drijven waar bundels elkaar kruisen id diepte ~ relatief hoge dosis + lagere dosis op omgeving - Wat wordt er versneld in een lineaire versneller? elektronen versneld die zelf kunnen gebruikt worden als bestralingsmiddel (zz: 5-10% vd indicaties) botsing vd elektronen op metalen doelwit dr remstralingen een bestralingsbundel gegenereerd waarvan energie bepaald wordt dr de snelheid vd elektronen die versneld worden in een versnellingsbuis op een radiogolf (hoogste diepterendement ~ huidsparend effect max. dosis vroeger op oppervlak ~ beperkende factor (huid) nu tolerantie wfs/structuren id diepte) - Waarom wordt een bestralingsdosis in vele fracties toegediend en niet eenmalig? om mogelijkheid tot herstel te geven tussendoor Differentieel effect: normale weefsel herstellen beter (beter gestructureerd en georganiseerd) straling in verschillende pakketjes beter herstel telkens opnieuw vermenigvuldigd Nl wfs houdt zich in stand schade # cellen Tumor niet noodz gevoeliger, maar nl wfs herstelt beter ~ exponentiële reactie Er blijft wel zekere schade aan nl wfs zo schade tumorcellen > normale cellen normale cellen kunnen voldoende herstellen tumorcellen onder leefbaarheiddrempel definitief desintegreren 2 3. Examenvragen chemotherapie (exhaustieve lijst !!!!!!!) A. DEEL CHEMO- EN HORMOONTHERAPIE 1. (Waaruit bestaat de systemische behandeling van het mammacarcinoom?) Op welke belangrijke prognostische en predictieve factoren berust de keuze voor adjuvante systemische postoperatieve therapie bij patiënten met invasief borstcarcinoom? !! tip van de prof: lees alles in de vraag goed !! dus: - invasief borstcarcinoom → niets van in situ tumoren geven - ajuvante systemische postoperatieve therapie → het was een operabele tumor - prognostische en predictieve factoren → maak 2 kolommen (Systemische R/ Opmerking: kan lokale R/ nooit vervangen chemotherapie (anti)hormonale behandelingen Immunotherapie) prognostische factoren (= algemeen, indicaties vr prognose) stadium, I en II zijn best predictieve factoren (= bepalend vr de keuze v R/) hormoongevoeligheid: ER, PR, HER2 (als niet R positief geen hormonale R/) pTNM: vnl. pT, pN en de graad (histologie) (deze 3 Leeftijd? factoren bepalen ook de NPI) hormoongevoeligheid: HER2, PR Co-morbiditeit? (hormoonRstatus = tumor met "remmen": pas snel groeien als hormonen hoog) menopauzale status/leeftijd 3 2. Welke zijn de 3 groepen van hormoontherapie gebruikt bij mammacarcinoom + werkingsmechanisme en 2 voorbeelden. Antagonisten van vrouwelijk hormoon anti-oestrogenen (SERMs): Tamoxifen, Toremifene, Faslodex, Raloxifene competitie met receptor (receptor antagonisten) (uit cursustekst: werkt door competitie met oestrogenen voor binding met receptoren) Blokkade aanmaak vrouwelijk hormoon vóór de menopauze, ovariële ablatie: HK, RT, LHRHa (Zoladex) ná de menopauze, aromatase remmers: Anastrazole (niet-steroidale), Letrozole (nietsteroidale), Exemestane (steroidale) inhiberen het enzyme aromatase; aromatase zorgt voor de omzetting van androgenen naar oestrogenen, zo vermindert de hormoonproductie. remmen productie van oestrogenen post-menopausaal Zeer hoge dosissen hormonen progestiva, androgenen, oestrogenen 3. Bij de therapie van hormoongevoelig mammacarcinoom: wat is het werkingsmechanisme van de aromataseremmers? En van tamoxifen? Vergelijk bijwerkingen en voor- en nadelen. a. Tamoxifen: receptorblokker, competitieve binding op de receptor of alteratie van de werking van de receptor door verandering van het receptorcomplex Bijwerkingen: positief: o Improved survival o Contralateral Ca o beschermt tegen botdemineralisatie preventie osteoporose o op cardiovasculair niveau: daling cholesterol ~ verminder risico myocard infarct o (Cognition) negatief: o menopauzale klachten: vapeurs (vasomotorische symptomen) o oestrogenen effect → proliferatie van het endometrium → meer endometriumcarcinoom o activatie van de stolling = trombogeen effect (trombo-embolie) o (Long term agonist?) o (HER2+ patients?) b. Aromataseremmers: blokkeert enzyme aromatase dat zorgt voor de omzetting van androgenen naar oestrogenen. Werkt enkel postmenopauzaal (niet krachtig genoeg om ovarieel aromatase te inhiberen) 4 Bijwerkingen: positief: o geen endometriumproliferatie: minder carcinoom o geen trombo-embolisch effect o minder vasomotorische symptomen negatief: o vapeurs, maar minder dan bij Tamoxifen o spier- en gewrichtspijnen door gebrek aan oestrogeen o geen bescherming tg botontkalking → meer osteopenie en osteoporose o geen positieve invloed op cholesterol (effects on lipids? Letrozole, Anastrozole =, Exemestane ? Cardiac risk ??) o gynecological: atrophy 4. Citeer 4 cytostatica en hun werkingsmechanisme die werkzaam zijn bij mammacarcinoom a. Taxanen: Taxotere = tubuline depolymerisatie remmen Blokkade celdeling ~ Metafase (tubuline) remmers Interferentie met microtubuli ~ migratie chromosomen (verdeling tss dochtercellen): migratie nr polen (depolymerisatie, verkorting tubuli) Taxanen: blokkade tubuline depolymerisatie Vb. Paclitaxel, Docetaxel b. F: Fluoro-uracil: Antimetaboliet: remming DNA synthese: blokkade synthese pyrimidines enzymatische werking: blokkeert synthetase Structureel analoog aan normale stofwisselingsproducten opgenomen ih nle stofwisselingsproces MAAR dr kleine structurele verschillen enzymen geblokkeerd reactie loopt vast Remmen aanmaak van DNA ~ cellen voornamelijk vatbaar gedurende de S-faze uit cursustekst: 5-Fluorouracil(5-FU) gelijkt op thymine (methyluracil, fluor ipv CH3), een van de 4 DNA basen, en blokkeert thymidylate synthetase, essentieel enzym betrokken bij DNA synthese) Geen productie thymidine (blokkade thymidilaat synthetase) synthese DNA en productie abnormaal DNA & RNA c. E: Epirubicine = antracycline: heeft verschillende werkingsmechanismen Remming DNA duplicatie/transcriptie Antitumorantibioticum uit cursustekst (algemeen over antitumorantibiotica): Werken vaak via intercalatie tussen de twee DNA spiralen, waaraan ze zich vasthaken en verhinderen zo de vorming van RNA (transcriptie) en DNA (replicatie). Hun structuur omvat polycyclische ringen (planaire structuur waardoor intercalatie), dubbele bonden en zuurstof, waardoor electronen transferten en productie van vrije zuurstof radicalen, welke secundair DNA en eiwitten kunnen beschadigen (radio-mimetisch effect) topoisomerase 2 remmer Remmen enzymen betrokken bij snel knippen en hechten van DNA ~ transcriptie en replicatie Belangrijke DNA beschadiging stilstand van de celdeling en apoptose Mutageen Kankerverwekkend: als beschadigde cel overleeft zonder apoptose: risico op mutagenese met kankerverwekkend effect op lange termijn (vooral leukemieën) 5 anthracyclines (adriamycine, epi-): klieft 2 strengen meer onomkeerbare schade (itt topo 1 remmers) d. C: Cyclofosfamide = alkylantium DNA beschadiging door covalente binding: alkylatie uit cursustekst: De alkylerende cytostatica bezitten hoog-reactieve alkylgroepen, die zich vastzetten op DNA ketens en aldus de replicatie van de nucleïne zuren verstoren. Alkylantia zijn niet cyclus specifiek en zijn dus toxisch voor alle cellen, ongeacht de fase binnen de cyclus. uit cursustekst: Binden covalent met DNA basen (voornamelijk guanine), via een of twee reactieve « alkylerende » radicalen, waardoor DNA beschadiging. Cellen zijn vatbaar gedurende de hele cyclus, doch meer gevoelig gedurende de S-fase. Bifunctionele alkylantia kunnen de twee DNA spiralen overbruggen (intra- of interchain), waardoor reparatie soms onmogelijk is. De beschadigde cel pleegt zelfmoord (apoptose) gedurende G1 of G2 (checkpoints voor herstel) ; zonder apoptose is er gevaar op kankerwekkende mutaties (lag termijn complicatie van alkylerende behandelingen). Monofunctioneel alkylantium: 1 DNA spiraal B. DEEL CHEMOTHERAPIE 1. Welke zijn cytostatica specifiek actief tijdens de M-fase van de celcyclus + 2 voorbeelden van werkingsmechanismen? En tijdens S-fase en 2 voorbeelden? a. M-fase: mitose: scheiding van chromosomen via tubuline → tubulineremmers, metafaseremmers blokka de celdeling uit cursustekst: Essentiële rol van tubuline (eiwit) gedurende de celdeling, voor verdeling van chromosomen tussen de twee dochtercellen. Interferentie met microtubuli ~ migratie chromosomen (verdeling tss dochtercellen) alignatie op evenaar (polymerisatie, verlenging tubuli) migratie nr polen (depolymerisatie, verkorting tubuli) Vinca-alkaloiden (< planten): blokkeren polymerisatie tubuline uit cursustekst: Vinca alkaloiden beletten tubuline polymerisatie, waardoor blokkade van celdeling in de metafase door hun specifieke inwerking op de spoel vorming. Bv. Vincristine Taxanen: blokkeren depolymerisatie van tubuline Vb. Paclitaxel, Docetaxel b. S-fase: remming DNA synthese: antimetabolieten: blokkade synthese pyrimidines of purines uit cursustekst: Antimetabolieten zijn cytostatica die structureel analoog zijn aan normale stofwisselingsproducten. Door deze structurele gelijkenis worden de antimetabolieten in het normale stofwisselingsproces opgenomen. Echter door kleine structurele verschillen worden enzymen geblokkeerd en loopt de reactie vast Remmen aanmaak van DNA ~ cellen voornamelijk vatbaar gedurende de S-faze *PYRIMIDINES (T,C) Methotrexaat: blokkeert dehydrofoliumzuurreductase: nodig voor foliumzuursynthese 6 uit cursustekst: Methotrexaat (MTX) is een antagonist van dihydrofoliumzuur reductase, het enzym die zorgt voor omzetting van dihydrofoliumzuur (FH2) naar tetrahydrofoliumzuur (FH4), een vitamine, betrokken in de synthese van thymine. Structuur lijkt op foliumzuur (methyl- ipv H-) Normale werking FZ geblokkeerd, Interferentie met pyrimidinesynthese Antagonist van dihydrofoliumzuur reductase: dihydrofoliumzuur (FH2) tetrahydrofoliumzuur (FH4) FH4 betrokken in synthese thymine !Cave: nierfunctie, Vit C, aspirine fluoro-uracil: enzymatische werking: blokkeert synthetase uit cursustekst: 5-Fluorouracil(5-FU) gelijkt op thymine (methyluracil), een van de 4 DNA basen, en blokkeert thymidylate synthetase, essentieel enzym betrokken bij DNA synthese Structuur lijkt op thymine (fluor- ipv CH3-) Geen productie thymidine (blokkade thymidilaat synthetase) synthese DNA en productie abnormaal DNA & RNA * PURINES (A,G) Ara-6 Thioguanine Mercaptopurine (Purinethol, 6-MP) Thioguanine (Lanvis, 6-TG) 2. Hoe werken alkylantia, vinca-alkaloiden, taxanen en methotrexaat? Van welke zijn er antidota? a. Alkylantia: vb. Cyclofosfamide Werkingsmechanisme: Bezitten hoog-reactieve alkylgroepen zetten zich vast op DNA ketens replicatie van de nucleïnezuren verstoord Niet cyclus specifiek toxisch voor alle cellen, ongeacht de fase binnen de cyclus (wel meer gevoelig in S-fase) Covalente binding met DNA (vooral guanine) via 1 of 2 alkylerende radicalen DNA beschadiging Hoge mutageniciteit Kankerverwekkend Monofunctioneel alkylantium (cyclofosfamide, mustin) of bifuntioneel (2 spiralen overbruggen toxischer: intrachain of interchain, repair soms onmogelijk) apoptose (G1, G2); anders gevaar kankerwekkende mutaties (lange termijn complic) Bifunctionele: platina zouten: cisplatinum, carboplatinum nefrotoxiciteit = limiterend vr dosis veel vocht geven gezocht nr analogen: carboplatinum Antidotum Cyclofosfamide = pro-drug Afbraakproduct (acroleine) beschadigt het urotheel risico hemorrhagische cystitis en op lange termijn blaaskanker goede hydratatie monitoring van urine (microscopische hematurie) zo nodig preventie met het antidotum Mesna(altijd bij hoge doses) 7 wikipedia: (http://en.wikipedia.org/wiki/Cyclophosphamide) Hemorrhagic cystitis is a frequent complication, but this is prevented by adequate fluid intake and Mesna (sodium 2-mercaptoethane sulfonate). Mesna is a sulfhydryl donor and binds acrolein. b. Vinca-alkaloiden: vb. vincristine Werkingsmechanisme: Blokkade celdeling Metafase (tubuline) remmers Interferentie met microtubuli ~ migratie chromosomen (verdeling tss dochtercellen) alignatie op evenaar (polymerisatie, verlenging tubuli) Vinca alkaloïden (uit planten geëxtraheerd) blokkeren celdeling id metafase ~ blokkade tubuline polymerisatie Antidotum: aandachtspunt bij vincristine = extravasatie beleid bij extravasatie infuus stoppen katheter ter plaatse trachten zoveel mogelijk cytostaticum te aspireren katheter verwijderen evt specifiek antidotum subcutaan (hydrocortisone) of locale applicaties (DMSO, ijs of warme compressen) verder klinisch toezicht volgende dagen bij gevaarlijke stoffen (MMC), overleg met plastisch chirurg c. Taxanen: Werkingsmechanisme: Metafase (tubuline) remmers Interferentie met microtubuli ~ migratie chromosomen (verdeling tss dochtercellen) migratie nr polen (depolymerisatie, verkorting tubuli) blokkade tubuline depolymerisatie vb. Paclitaxel, Docetaxel Antidotum:???? ALTIJD preventief corticoiden (~ allerg reacties) d. Methotrexaat: Werkingsmechanisme Remming van DNA synthese: antimetabolieten: Blokkade synthese pyridimidines (T, C) Structureel analoog aan normale stofwisselingsproducten opgenomen ih nle stofwisselingsproces MAAR dr kleine structurele verschillen enzymen geblokkeerd reactie loopt vast Remmen aanmaak van DNA ~ cellen voornamelijk vatbaar gedurende de S-faze Structuur lijkt op foliumzuur (methyl- ipv H-) Normale werking FZ geblokkeerd Interferentie met pyrimidinesynthese Antagonist van dihydrofoliumzuur reductase: tetrahydrofoliumzuur (FH4) FH4 betrokken in synthese thymine Antidotum:??????? gereduceerd foliumzuur 8 dihydrofoliumzuur (FH2) verplicht 24-36u na hoge dosis MTX (rescue vr sarcomen en R/ bepaalde lymfomen, zz) dosis ~ concentratie in serum monitoring + blijven geven tot onder bepaalde spiegel beschermt de gezonde wfs, maar veel minder de tumorcellen die vaak FH4 slecht kunnen opnemen (deficiëntie in concentratie mechanismen) vb. Leucovorin, Elvorin 3. Op welke principes en vereisten is een ideale combinatie chemo met 2 of 3 cytostatica gebaseerd? Combinaties (vaak 2 tot 4 tesamen) ingrediënten actief in mono, werking additief effect of synergie (moet in vitro aangetoond zijn): breder spectrum en uitstel van resistentie vorming geen negatieve PK interacties combinaties empirisch opgesteld weinig (geen?) overlappende toxiciteit soms zeer ingewikkelde en langdurige combinatieschemata R/ in stappen - inductie/aanvalsbehandeling: dmv intensieve therapie asap complete remissie - consolidatie: minder intensief, kan toegepast worden bij herval 4. Hoe wordt febriele neutropenie gedifferentieerd? Welke maatregelen moeten toegepast worden? Febriele neutropenie Mstl klinisch niks te vinden, wel gevaarlijke situatie Neutrofielen <1000/mm³ Koorts >38,5°C; rillingen Maatregelen Hospitalisatie Hemoculturen Bactericide AB (IV) G-CSF Geen profylactische AB Geen isolatie 5. Welk is met meest emetiserend cytostaticum? Welke preventieve anti-emetische R/ blijkt aangewezen en hoelang? Meest emetiserende: CISPLATINUM (altijd, en ook lang na toediening) Zeer emetiserend (setrons in de acute fase), zelfs laattijdig (tot 4d na toediening) Opmerking: Anti-emetica: beleid Bij sterk emetogene schema’s steeds steroïden + 5-HT3-blokker ter preventie van acuut braken ook Emend upfront of vroegtijdig associëren Ter preventie van uitgesteld braken metoclopramaide (of litican) + steroïden orale toediening van 5-HT3 is even goed als IV tijdig starten: moeilijker om nadien te controleren 9 Andere oorzaken: vb hersenmetastasen 6. Beschrijf de gonadale toxiciteit van chemotherapie met een alkylantium bij de man en bij de vouw Specifiek vr alkylantium??????? Algmeen Ovariële toxiciteit M. Hodgkin (MOPP, ABVD) placentair choriocarcinoom: MTX, ACT-D, 6MD borstcarcinoma: L-PAM, CMF … Consequenties panovarieel alle functies amenorrhee (50-75% - leeftijdsgebonden) steriliteit – menopauzale symptomen Vruchtbaarheid – teratogenese contraceptie tijdens de behandeling geen laattijdige teratogenese Hormonaal substitutie na menopauze CI na borstcarcinoom lokaal estrogenen (atrofie vagina) vapeurs: Agreal? Dixarit? Efexor? Testiculaire toxiciteit Normale endocriene functie Louter aantasting van germinale lijn: azoospermie Geen impotentie Steriliteit – soms reversibel Voor puberteit, minder toxisch? Spermacollectie; contraceptie 7. Definitie en hoofddoel van adjuvante behandeling, neo-adjuvante behandeling en palliatieve behandeling a. Adjuvante R/ *na (of tijdens) de locoregionale R/ ~ residuele micrometastasen te vernietigen ~ “preventief” *Wie? hoogrisicopatiënten, bij wie de kans op residuele microscopische (per definitie ondetecteerbare) tumorresten hoog risico van recidief ovv. metastasen zo accuraat mogelijk evalueren voor individuele patiënten ~ patiëntenselectie *Opmerking: micrometastasen zijn subklinisch niet detecteerbaar dr laboratoriumonderzoekingen (gebrek aan gevoeligheid en specificiteit tumormerkers), noch dr beeldvorming *duur van de behandeling op empirische basis want geen te volgen tumorparameters bv. adhv resultaten v gerandomiseerde studies ( bv. 6 kuren CMF na mastectomie bij weiknooppositieve borstcarcinomapatiënten even goed als 12) 10 *individuele doeltreffendheid niet geëvalueerd bij patiënten die (nog) niet zijn hervallen protectie-effect geschat op grote groepen van patiënten (absolute en relatieve daling in recidief risico) b. Neo-adjuvante R/ *voor de toepassing van locoregionale modaliteiten *wel mogelijk effect op primaire tumor te evalueren *gehoopt dat systemische behandeling die primaire tumor doet regresseren, ook gunstig effect zal hebben op micrometastasen *respons is gecorreleerd met de prognose *significante tumorvolumeafname minder mutilerende chirurgie (succesvol bij lymfomen, osteosarcomen, borst-, larynx-, anaal kanaal- en rectumcarcinomen, belovende resultaten vr blaas-, long-, slokdarm- en cervixcarcinomen) als grote tumor wegnemen teveel schade eerst chemo meer kans op sparende R/ minder mutilatie vr gevorderde tumoren van de borst, van de botten (osteosarcoma) en mogelijk van blaas en slokdarm c. Palliatieve behandeling *controle S/ en comfort als doel verbetering vd overleving, maar geen te agressieve en nutteloze modaliteiten Evaluatie tumorrespons (opvolging meetbare laesies en tumormerker) om vroegtijdig nieteffectieve R/ stop te zetten + asap alternatieve modaliteit verbetering van de kwaliteit van leven (QoL) afwegen van benefit tov toxiciteit wens van de patiënt mogelijks langdurige remissies bij patiënten met metastasen 8. Voor de 4 klassen cytostatica (alkylantia, metafaseremmers, anti-metabolieten en topoisomeraseremmers), kies uit de volgende lijst één werkingsmechanisme: Beschadiging tubuline? Remming aanmaak DNA? Covalente binding met DNA? Blokkade vd enzymes betrokken met DNA replicatie? Kies ook vr elke klasse 2 voorbeelden in de volgende lijst: Taxol, cyclofosfamide, adriamycine, 5-fluorouracil, vincristine, methotrexaat, topotecan, cisplatinum) a. Alkylantia Werkingsmechanisme: covalente binding met DNA Vb. Cisplatinum, Cyclofosfamide b. Metafaseremmers Werkingsmechanisme: beschadiging tubuline Vb.Vincristine, Taxol c. Anti-metabolieten Werkingsmechanisme: remming aanmaak DNA Vb.Methotrexaat, 5-fluorouracil d. Topo-isomeraseremmers Werkingsmechanisme: blokkade vd enzymes betrokken met DNA replicatie Vb.Topotecan, Adriamycine 11