p r o e f s c h r i f t b e s p r e k i n g B lootst e lli n g a a n i socya n at e n v e r oo r z a a k t r es pi r ato i r e g e zo n d h e i ds e ffec t e n b i j v e r fs pu it e r s Auteur A. Pronk Tr e f w o o r d e n astma, isocyanaten, oligomeren, sensibilisatie, verfspuiters Samenvatting Op 28 november 2007 promoveerde mw. ir. A. Pronk aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift ‘Isocyanate exposure and respiratory health effects in the spray painting industry’. Dit onderzoek werd uitgevoerd bij de ‘Business Unit Food and Chemical Risk Analysis, TNO Quality of Life’ en het ‘Institute for Risk Assessment Sciences’, Univer- siteit Utrecht, onder begeleiding van de promotoren dhr. prof. dr. ir. D.J.J. Heederik en dhr. prof. dr. J.W. Lammers, en copromotoren mw. dr. ir. L. Preller en dhr. dr. G. Doekes. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen van haar promotieonderzoek weergegeven. Inleiding Verfspuiters vormen een grote groep werknemers met mogelijk hoge blootstelling aan isocyanaten, doordat veel lakken hexamethyleendiisocyanaat (HDI) bevatten. Het doel van dit onderzoek was het onderzoeken van het verband tussen isocyanaatblootstelling, luchtwegeffecten en specifieke sensibilisatie bij verfspuiters in Nederland. In geïndustrialiseerde landen is blootstelling aan isocyanaten een van de meest voorkomende oorzaken van beroepsastma. Isocyanaten zijn een groep verbindingen die worden gekenmerkt door reactieve NCO-groepen. Di-isocyanaten bevatten 2 NCOgroepen en worden gebruikt als polymeriserende verbindingen in polyurethaanproducten, zoals lakken, (isolatie)schuimen en kitten. Veel di-isocyanaatmonomeren in producten zijn vervangen door hun grotere oligomeren (samengesteld uit verschillende monomeren) die minder vluchtig zijn, om blootstelling via de lucht te verlagen. Naast beroepsastma, dat gezien wordt als belangrijkste gezondheidseffect, kunnen isocyanaten ook andere luchtweg- en huidaandoeningen veroorzaken.1 Veel aspecten van de relatie tussen isocyanaatblootstelling en gezondheidseffecten zijn onduidelijk. Dit komt mede door de complexiteit van het meten van isocyanaatblootstelling, de verschillende gezondheidseffecten met mogelijk overlappende symptomen, en het ontbreken van valide immunologische markers voor specifieke allergische sensibilisatie. VOL. 8 nr. 3 - 2008 (Ned Tijdschr Allergie 2008;8:105-7) Blootstelling aan isocyanaten Blootstelling via de luchtwegen is in kaart gebracht in 30 autoschadeherstelbedrijven en industriële spuiterijen. Hiervoor zijn meer dan 500 persoonlijke blootstellingsmetingen uitgevoerd tijdens taken zoals spuiten, aanmaken van lak, et cetera. Van de 23 verschillende isocyanaten die zijn bepaald, kwamen HDI-oligomeren het meest voor en waren de niveaus hiervan het hoogst. De hoogste niveaus kwamen voor tijdens het verfspuiten. Tijdens andere taken werden werknemers ook blootgesteld, maar meestal aan een lager niveau.2 Naast blootstelling via de lucht kwam ook blootstelling via de huid voor.3 De relatieve bijdrage van N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e 105 p r o e f s c h r i f t b e s p r e k i n g huidblootstelling aan totale blootstelling is mogelijk groot door het wijdverspreide gebruik van beschermende maskers. De rol van blootstelling via de huid is echter niet verder onderzocht. Luchtwegklachten en bronchiale hyperreactiviteit (BHR) Het verband tussen luchtwegblootstelling en klachten is bestudeerd bij 581 werknemers. Voor iedere werknemer is de persoonlijke blootstelling geschat op basis van de taakgerichte luchtblootstellingsmetingen en individuele tijdsbesteding. Astma-achtige klachten (piepen op de borst of benauwdheid), COPD-achtige klachten (chronisch hoesten, slijm ophoesten, of kortademigheid) en werkgerelateerde benauwdheid kwamen significant vaker voor bij werknemers met hogere blootstelling (prevalentieratio’s (PR’s) voor een toename in blootstelling van het 25ste tot 75ste percentiel (interkwartielrange; IQR: 1,2, 1,3 en 2,0; p<0,05).4 Bij 229 werknemers zijn ook de BHR en de longfunctie bepaald. BHR kwam vaker voor bij werknemers met een hogere blootstelling (PR IQR: 1,8; p≤0,05). Daarnaast waren het ‘forced expiratory volume’ (FEV)1, de FEV1/‘forced vital capacity’ (FVC)-ratio en volumestroomparameters geassocieerd met blootstelling, vooral bij niet-atopici. Laatstgenoemde verbanden waren onafhankelijk van BHR en suggereren naast astma meer chronische effecten op de luchtwegen ten gevolge van isocyanaatblootstelling. Specifieke sensibilisatie De mechanismen achter het ontstaan van isocyanaatastma zijn onduidelijk. Ondanks dat verschillende kenmerken van isocyanaatastma wijzen op immunologische mechanismen, worden IgE-antilichamen over het algemeen maar bij een klein gedeelte van de astmagevallen gevonden.1 In deze studie zijn meerdere tests gebruikt omdat veel controverse bestaat over de validiteit van serologische tests. Specifieke IgE- en IgG-antilichamen tegen HDI in serum zijn bepaald met behulp van ImmunoCAP en enzymimmunoassays (EIA) met verschillende HDIhumaanserumalbumine (HSA)-conjugaten. Deze conjugaten zijn gemaakt met HDI in vloeistof- of in gasfase, of met HDI-oligomeren. Specifieke IgE-antilichamen kwamen zeer weinig voor (tot 4,2%). Desondanks kwam IgE tegen een HDI-oligomeer-HSA vaker voor bij werknemers met hoge blootstelling en bij werknemers met werkgerelateerde benauwdheid. Specifieke IgG-antilichamen 106 VOL. 8 nr. 3 - 2008 kwamen vaker voor (2-50%) en waren duidelijk verhoogd bij werknemers met een hoge blootstelling. Specifieke IgG-antilichamen kwamen niet vaker voor bij werknemers met klachten en lijken daarom vooral een marker van blootstelling te zijn. De resultaten die zijn verkregen met de verschillende assays, waren vergelijkbaar. Inhibitie-experimenten lieten zien dat de verschillende HDI-conjugaten kruisreacties vertoonden. Er waren echter ook verschillen in reactiviteit en associaties met blootstelling en gezondheidseffecten. EIA’s met HDI-oligomeerconjugaten resulteerden in deze populatie van spuiters, die vooral was blootgesteld aan oligomeren van HDI in de sterkste associaties met blootstelling en klachten. Hoogblootgestelde werknemers waren significant minder vaak atopisch (Phadiatop®) dan laagblootgestelden. Conclusie In dit onderzoek is een duidelijk verband aangetoond tussen luchtwegblootstelling aan isocyanaatoligomeren en luchtwegklachten, BHR en longfunctie bij verfspuiters. De resultaten duiden erop dat bij niveaus die in Nederland gewoonlijk worden gevonden, isocyanaten effecten op de luchtwegen kunnen veroorzaken. Dit benadrukt het belang van regulatie en beheersing van blootstelling in bedrijven en bekendheid van de effecten bij artsen. BHR, longfunctie en sensibilisatie hingen onderling zwak samen, maar waren elk met blootstelling geassocieerd. Dit patroon is mogelijk het gevolg van verschillende luchtwegaandoeningen en onderliggende verschillen in de pathogenese. Bij het bepalen van specifieke sensibilisatie is het van belang aan welke isocyanaten de populatie wordt blootgesteld. Specifieke IgE-sensibilisatie speelt waarschijnlijk op zijn hoogst een rol bij de ontwikkeling van gezondheidseffecten bij een klein deel van de werknemers. Verschillende resultaten wijzen er op dat atopici en werknemers met klachten hoge blootstelling mijden. Hierdoor kan het belang van beroepsmatige blootstelling aan isocyanaten bij klinisch manifeste aandoeningen worden onderschat. Referenties 1. Wisnewski AV, Redlich C, Mapp C, Bernstein DI. Polyisocyanates and their prepolymers. In: Bernstein IL, Chan-Yeung M, Malo JL, Bernstein DI, editors. Asthma in the workplace. New York: Taylor & Francis Group 2006. p. 481-504. 2. Pronk A, Tielemans E, Skarping G, Bobeldijk I, Van Hemmen J, Heederik D, et al. Inhalation exposure to N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e isocyanates of car body repair shop workers and industrial Correspondentieadres spray painters. Ann Occup Hyg 2006;50:1-14. 3. Pronk A, Yu F, Vlaanderen J, Tielemans E, Preller L, Bobeldijk I, et al. Dermal, inhalation, and internal expo- Mw. dr. ir. A. Pronk, postdoctoraal fellow sure to 1,6-HDI and its oligomers in car body repair shop workers and industrial spray painters. Occup Environ Med Occupational and Environmental Epidemiology 2006;63:624-31. Branch 4. Pronk A, Preller L, Raulf-Heimsoth M, Jonkers IC, National Cancer Institute Lammers JW, Wouters IM, et al. Respiratory symptoms, 6129 Executive Blvd, EPS 8111, MSC 7240 sensitization, and exposure response relationships in Bethesda, MD 20892-7240 spray painters exposed to isocyanates. Am J Respir Crit Verenigde Staten Care Med 2007;176:1090-7. Tel.: 00 1 30 14 35 47 05 E-mailadres: [email protected] Ontvangen 11 maart 2008, geaccepteerd 13 maart 2008. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: dit onderzoek werd ondersteund door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ‘CEFIC Long-Range Research Initiative’. VOL. 8 nr. 3 - 2008 N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e 107