Hoofdstuk 16 : Helpen consumenten te herinneren 1. Inleiding Ben je ooit al eens teruggekeerd van het winkelen en je thuis gerealiseerd dat je iets vergeten bent dat je eigenlijk moest kopen ? Falen in het herinneren is een terugkerend thema binnen consumentengedrag Iedere keer dat een consument iets vergeet te kopen, heeft een bepaalde organisatie een verkoopsopportuniteit gemist Producten die niet worden teruggehaald uit het geheugen zullen niet gekozen worden tenzij ze fysiek aanwezig zijn tijdens het beslissingsproces Dus: Het is belangrijk om geheugenpunten (memory points) te creëren Deze zorgen ervoor dat een bepaald model goed herinnerd wordt Wat herinnerd wordt, bepaalt wat wordt gekozen Helpen bij het herinneren van consumenten is eveneens bruikbaar bij het verbeteren van de effectiviteit van reclame. Bvb.: Nostalgische reclame: herinner mensen aan iets uit die “goede oude tijd” De positieve gevoelens verbonden aan deze ervaring uit het verleden kunnen dan overgedragen worden naar de opinie over het product Bvb.: romantische vakantie Voor bovenstaande redenen is het van groot belang voor de industrie om consumenten te helpen herinneren. MAAR: NIET ALTIJD Lees : Consumer in Focus 16.1: We hope you forget about it p.489 Herinneren bestaat uit 2 basisprocessen: 1) Cognitief leren = informatie IN het geheugen krijgen 2) Retrieval/ophalen = informatie UIT het geheugen krijgen Leren KT -geheugen LT -geheugen Retrieval 2. Cognitief leren = wanneer informatie uit het KT -geheugen wordt opgeslagen in het LT -geheugen Dus : Hoe goed iets wordt herinnerd, hangt af van hoe goed iets werd geleerd Men kan niets herinneren dat men niet kent Herhaling + Elaboratie = key factoren 2.1 Herhaling = de mentale herhaling van informatie doorheen het KT –geheugen 2 hoofdfuncties : 1. Het laat toe dat informatie behouden wordt in het KT –geheugen Bvb.: het mentaal herhalen van een telefoonnummer na het opzoeken in de Gouden Gids, opdat we het zonder op te schrijven kunnen intikken en bellen 2. Maakt de transfer mogelijk van info uit het KT –geheugen naar het LT –geheugen 2.2 Elaboratie = de mate van integratie tussen de stimulus en de bestaande kennis Elaboratie beïnvloedt het leren Hoe groter de elaboratie, hoe groter het leereffect # niveaus: het herinneren van een nummerplaat - laag niveau: gewoon door het herhalen van de plaat: “A-J-N-2-6-8” - hoog niveau: rangschik de letters in de naam “JAN” maak de som van de nummers: 16 visualiseer een 16 jarige jongen, genaamd Jan Hoe meer een persoon bepaalde info elaboreert, hoe meer paden dat er ontstaan in het geheugen die leiden naar dezelfde info. Er ontstaan namelijk linken tussen de nieuwe en de oude info. => hierdoor kan men zaken beter herinneren Elaboratie is afhankelijk van de motivatie en de mogelijkheid van de persoon: Motivatie Intentioneel leren = leren om later te herinneren Bvb.: Student die blokt voor examen Incidenteel leren = onbewust leren Bvb.: door naar het nieuws te kijken Het leereffect is groter bij intentioneel leren dan bij incidenteel leren. Mogelijkheid Kennis is een belangrijke determinant van leren Waarom? het laat toe dat de persoon een meer betekenisvolle elaboratie kan toepassen tijdens het iformatieprocesproces Zelfs wanneer de kennis groot is, kan de mogelijkheid om te leren klein zijn Reden? Afhankelijk van zowel individuele als omgevingsfactoren Bvb.: veel geluid op de achtergrond Leren is eveneens leeftijdsgebonden. Ouderdom vermindert de mogelijkheid om te leren 2.3 Mentale representaties = verwijst naar de manier waarop info wordt opgeslagen in het LT –geheugen Hetzelfde stukje info kan op verschillende manieren binnen het LT –geheugen gerepresenteerd worden. Dual coding: Semantisch (nl. de betekenis) Visueel (nl. de verschijning) Voordeel van meervoudige representaties is dat het zorgt voor een toename van de pathways die gebruikt kunnen worden om zaken te herinneren. Een ander aspect is de manier waarop de representaties zijn georganiseerd in het LT geheugen Favoriet uit de literatuur: het associatieve netwerk Vanuit dit perspectief wordt informatie binnen het geheugen georganiseerd naar analogie met het spinnenweb Geheugenknooppunten bevatten stukjes info die gelinkt zijn aan andere knooppunten in een serie van hiërarchische netwerken (zie fig. 16.3, p.492) 3. Retrieval Langs de ene kant heb je dus het leren, om info IN het geheugen te krijgen. Langs de andere kant heb je “retrieval” = de activatie van informatie opgeslagen in het LT –geheugen dat dan verplaatst wordt naar het KT –geheugen Succesvolle terughaling is afhankelijk van een aantal zaken: De sterkte van het geheugenspoor o Vb.: naam van je mama is = zeer goed gekende en gerepresenteerde info die men spontaan kan oproepen uit het geheugen o Het geheugenspoor van andere info kan veel zwakker zijn Beroep doen op “retrieval cues” = een stimulus die informatie in het geheugen activeert, relevant aan de te herinneren info Bvb. : Adhv foto’s de naam van je leraar uit het eerste leerjaar herinneren Het aantal en de sterkte van de verbindingen tussen het te herinneren item en andere geheugenknooppunten o Volgens het concept “spreidingsactivatie” veroorzaakt het activeren van een geheugenknooppunt een golfbeweging dat zich verspreidt doorheen de verbindingen met andere knooppunten o Dit verhoogt de kans dat andere knooppunten worden geactiveerd, afhankelijk van de sterkte van de verbindingen Hoe sterker de verbinding, hoe groter de kans op herinnering 3.1 Vergeten Waarom vergeten we sommige zaken? # theorieën: 1) Vervaltheorie = herinneringen worden zwakker na verloop van tijd Soms worden ze zo zwak, dat men ze moeilijk of niet kan ophalen Maar men kan ook vergeten, ook al is het geheugenspoor verre van zwak Reden? Niet alles wat opgeslagen is in het LT –geheugen is toegankelijk om op te roepen op bepaalde tijdstippen Bvb.: het niet meer herinneren van een naam, en de volgende dag spontaan weer wel Dit falen in het herinneren van iets dat niet door tijd vervaagd is uit het geheugen, wordt toegeschreven aan de effecten van interferentie 2) Interferentietheorie = de kans voor het ophalen van een specifiek stukje info wordt verkleind als de tussenkomst van andere info groter wordt Bvb.: herinneren van tandpasta –merken 1 groep krijgt reclamespot te zien van Colgate, groep 2 niet Groep & kan minder merken opnoemen dan groep 2 Het vertonen van de advertentie/spot activeert de getoonde merknaam in het KT –geheugen Dit interfereert met de mogelijkheid om andere merknamen op te halen uit het LT –geheugen 3.2 Herkenning en terugroepen Het blijkt dat mensen een beter geheugen hebben wanneer men dit meet aan de hand van herkenning dan wanneer men dit meet aan de hand van oproeping (= recall) uit het geheugen. Men onderscheidt 2 soorten van “recall”: 1. Vrije terugroeping, maw zonder de hulp van “retrieval cues” Bvb.: Vragen om alle/zoveel mogelijk merken op te noemen die tijdens de pauze van een film in de reclameblok voorkwamen. 2. Met de hulp van “retrieval cues” Bvb.: Zeggen dat er tijdens de reclameblok een spot was over een bepaald soort frisdrank en dan pas vragen naar de merknaam van dit produkt. => Met de hulp van “retrieval cues” wordt er meer herinnerd Productbewustzijn = een belangrijke vereiste om overweging uit te lokken tijdens het beslissingsproces Wanneer is terugroepen uit het geheugen of herkenning de meest aangewezen indicator voor productbewustzijn? “Het oproepen“ van info uit het geheugen is de beste indicator voor productbewustzijn voor overwegingssets gegenereerd binnen het hoofd van de persoon. Dwz. Overweging tijdens de keuze tussen # merken door interne spraak, waarbij alternatieven vrij uit het geheugen worden opgeroepen. Op andere momenten worden de overwegingssets gevormd tijdens het moment van aankoop. Bvb.: Mensen die niet veel in den “DI” gaan winkelen, zullen dan op basis van herkenning een verzorgingsproduct uit de rekken kiezen. Of herkenning of terugroepen het meest relevant is om productbewustzijn te meten, vereist te begrijpen welk type van terughalen nodig is om tot overweging over te gaan. 2 redenen: 1) Er zou nl. veel geld verloren gaan wanneer bvb. enkel merkherkenning nodig is en merkoproeping wordt gebruikt. Er is nl. minder reclame nodig voor productherkenning 2) Ook bepaalde bedrijfstactieken moeten zich afstemmen op de relevantie van herkenning of terugroeping van een bepaald merk Advertentiebewustzijn Wat herinneren mensen zich eigenlijk van advertenties? Wat is belangrijk dat ze zich herinneren om aan te zetten tot aankoop? Wanneer is reclame effectief? , … Dit zijn belangrijke vragen voor bedrijven. Sommige mensen herinneren zich vaak niet de advertentie of de productnaam, maar WEL de prijs, hoe het product eruit ziet, 1 specifieke eigenschap, … Het is NIET omdat men zich een advertentie herinnert dat deze ook effectief zal zijn. Bvb.: Aanstotelijke reclame zal men niet snel vergeten, maar deze roept vaak negatieve gevoelens op, die niet aanzetten om het product te kopen. I.p.v. zich af te vragen hoeveel mensen een bepaalde advertentie herinneren, kan men zich beter afvragen WAT men zich herinnert van de advertentie. Of mensen zich het betreffende merk herinneren of bepaalde eigenschappen die in de advertentie voorkomen, is belangrijk om enkele redenen: 1) Wanneer men zich het merk NIET herinnert, is er slechts een kleine kans dat de zaken die men zich wel herinnert gelinkt zullen worden aan dit product/merk 2) Nog erger, zou men door verwarring de eigenschappen van het desbetreffende product linken aan een ander merk Het is NIET omdat men zich een bepaalde reclame herinnert, dat men deze reclame dan ook automatisch geloofwaardig vindt. Dus het onthouden van bepaalde gepromote producteigenschappen wordt niet steeds vertaald in de gewenste attitudes. 4. Hoe organisaties consumenten kunnen helpen te herinneren 4.1 Reminders Zeer voor de handliggend is consumenten te herinneren aan datgene wat het bedrijf wil dat ze zich herinneren. Voorbeelden: Vragen of ze niet vergeten zijn het geadverteerde product aan te kopen? (Fig.16.6,p.498) Artsen en tandartsen die een herinneringskaart sturen dat bvb het laatste doktersbezoek reeds een half jaar geleden is en tijd is voor een nieuw halfjaarlijks onderzoek. Zonder de herinneringssticker in de auto met de datum voor het verversen van de olie zouden veel mensen dit vergeten Probleempunt: Vaak is er een redelijke tijdspanne tussen het aanbieden van de commercial of advertentie en het eigenlijke moment van de aankoop Gevolg: Hierdoor kan belangrijke informatie, gelinkt aan het product/merk, dat aan bod komt tijdens de ad, niet steeds opgeroepen worden tijdens de aankoopfase. Oplossing: Het aanbieden van “retrieval cues” op de verpakking van het product om zo het ophalen van belangrijke info uit de ad op te wekken. Voorbeeld Fig. 16.7, p.499: De positieve invloed van het roze konijn met de trommel tijdens de reclame van de batterijen van “Energizer” (in België “Duracell-konijn”), wordt tijdens de aankoop van batterijen niet steeds gelinkt aan het juiste merk. Zo kan men op de verpakking het roze konijn met zijn trommel afbeelden, om zo de positieve invloed van de reclame bij aankoop aan te wakkeren. Een andere methode die organisaties toepassen, is het herhaaldelijk laten terugkomen van retrieval cues in verschillende reclames van verschillende producten. Bvb.: de aanwezigheid van een dansend koppel in de reclame van verschillende soorten alcoholische dranken; Reden? Zo probeert men bepaalde info uit de reclames te reactiveren bij het zien van de andere, maar gelijkaardige, reclamespot. Dit helpt bij de opbouw van een sterker geheugenspoor Het helpt ook bij het versterken van de linken tussen de mentale representaties in het geheugen die gevormd worden na het bekijken van iedere commercial “Product Premiums” (gratis staaltjes, kortingen, …) helpen ook vaak bij het herinnernen van bepaalde zaken, om zo aankoop te stimuleren. Lees ‘Consumer in Focus’ 16.3, p.500 4.2 De waarde van herhaling We weten reeds dat herhaling leidt tot een betere herinnering Zo trachten organisaties via het herhaaldelijk vertonen van hun ad’s, de herinnering te stimuleren. Men moet de ad’s herhalen want mensen zijn vaak niet zo gemotiveerd als bijvoorbeeld tijdens het studeren voor een examen, om de info uit de ad te memoriseren. Zo worden consumenten geforceerd om te herhalen door het veelvoudig vertonen van de reclames. MAAR: Weet ook dat men het leren kan stimuleren via herhaling, maar dit heeft ook een plateauniveau; M.a.w. vanaf een bepaald moment heeft het herhalen van de informatie een omgekeerd/niet productief effect. Waardoor mensen hun mening tov een product in de negatieve zin gaan veranderen, omdat ze geïrriteerd worden door de steeds terugkerende identieke reclamespots tot verveling toe. Oplossing? het is daarom aangeraden om minstens 2 verschillende versies te maken van de reclame en deze afwisselend te vertonen Het is ook goed om te weten dat men de herhaling best kan verspreiden over een zekere periode, i.p.v. ze te clusteren in een zeer korte tijdspanne. Zo zouden wij, als studenten idealiter reeds vanaf januari geleidelijk aan moeten blokken om een optimaal resultaat te bereiken. Maar wij weten ook dat dromen doen leven! De mate van noodzakelijke herhaling is afhankelijk van 2 factoren: 1. de motivatie en leercapaciteit van de persoon in kwestie 2. de moeilijkheidsgraad/hoeveelheid van de aan te leren informatie Bvb.: Een makkelijke boodschap + persoon zonder de intentie om te onthouden Versus een moeilijke boodschap + een persoon die werkelijk moeite doet om zich de inhoud van de boodschap eigen te maken, hebben beiden even veel kans om te slagen of te falen. Behalve de herhaling d.m.v. het herhaaldelijk vertonen van de reclamespots, kan men ook herhaling toepassen binnen dezelfde reclamespot. Dit levert vaak humoristische resultaten op. Bvb.: De reclamespot waarin een man enorm veel moeite doet om zich de naam van een bedrijf te herinneren, zonder aandacht te schenken aan een eend die herhaaldelijk de naam van het bedrijf loopt te kwaken. (Vlerick’s humor) 4.3 Aanmoedigen van elaboratie Elaboratie, nl. de mate waarin een stimulus gerelateerd is aan verschillende concepten in het geheugen, stimuleert het leren. Hoe kunnen we elaboratie bij consumenten aanmoedigen? 1. link ieder woord van een merk aan een ander concept in het geheugen 2. door zelf-referentie = koppel een stimulus aan de persoon zelf en/of zijn ervaringen Bvb.: Zelfbeoordelingschalen, nl. in welke mate passen bepaalde eigenschappen bij u? => Hierbij doet men aan zelfreferentie wanneer men stil staat bij zichzelf als persoon en de mate dat hun gedragingen en ervaringen consistent zijn met de implicaties van de woorden Veronderstel nu dat anderen dezelfde lijst met woorden hebben , maar voor de woorden synoniemen moeten zoeken. De personen met de zelf-referentietaak zullen achteraf meer woorden onthouden dan de groep met de synoniemen. Aan wat is dit effect van zelf-referentie toe te schrijven? De representatie van “het zelf” is een complexe, goed georganiseerde structuur. De activatie van deze rijke structuur verbetert het aantal en de sterkte van potentiële linken die gemaakt kunnen worden tussen de te herinneren info en de reeds vroeger opgeslaagde info, wat op zijn beurt de kans op ophalen uit het geheugen vergroot. 4.4 Aanmoedigen van meervoudige representaties in het geheugen Informatie in het LT-geheugen is gerepresenteerd in verschillende vormen, nl. semantisch en visueel. Afhankelijk van de manier waarop mensen de te herinneren informatie hebben gerepesenteerd in het geheugen, zal men op een andere manier het ophalen van de info moeten stimuleren. Bvb.: Visuele representaties van de merknamen kan helpen bij het herinneren van de naam achteraf 4.5 De belangrijkheid van consistentie Consistentie vergemakkelijkt de herinnering. De productvoordelen die beschreven worden in een advertentie/reclamespot worden beter herinnerd wanneer deze voordelen consistent zijn met diegene die gesuggereerd worden door de geadverteerde productnaam. M.a.w wanneer merknaam, slogan, foto/spot dezelfde betekenis vervullen Bvb.: “Smooth as Ice … Icy Cold. Icy clear. Imported Icy Vodka of Iceland. 4.6 Gebruik “easy-to-remember” stimuli Bvb.: 1-800-356-9377 versus 1-800-flowers, dit laatste zal men beter onthouden. Men onthoud beter 1 woord dan 7 cijfers. Er is een onderscheid tussen concrete (hond en boom) versus abstracte (democratie en gelijkheid) woorden. Concrete woorden worden beter gevisualiseerd dan abstracte woorden. Dus: Concrete woorden => betere visualisatie => voorziet extra geheugenspoor => betere herinnering Het is dus niet onbelangrijk om de naamkeuze van een product meer te baseren op concrete woorden dan op abstracte woorden. Zo weten wij allen dat het moeilijk is om de namen van medicijnen te onthouden, bvb.: Actifed, Encaprin,… daar deze weinig betekenis hebben voor niet-laboranten. Niet onbelangrijk zijn de unieke en distinctieve stimuli. Zo zal men in een lijst van jongensnamen met 1 meisjesnaam, gemakkelijk de meisjesnaam onthouden, aangezien deze naam zich onderscheidt van de andere. Unieke kenmerken aan een product kunnen het product onderscheiden van de concurrerende producten, en zo zorgen voor herkenning/onthouden van het product. 4.7 Zorg ervoor dat consumenten in een goede stemming geraken Vrij logisch is het feit dat wanneer mensen in een goede stemming zijn/worden gebracht ze meer positieve zaken van de reclame zullen onthouden. Daaruit volgt dat een negatieve stemming kan zorgen voor het ophalen van ongewenste informatie betreffende het product. Reclame speelt hierop in door het gebruik van muziek en humor in hun spots en advertenties, om ze de consument in een goede stemming te brengen in de hoop dat hij deze positieve gevoelens zal linken aan de kenmerken van het product. 5. Samenvatting 6. Review & discussievragen