EMERITIFORUM K.U.LEUVEN p.a. Senaat K.U.Leuven “Eygen Heerd” Minderbroedersstraat 5 B-3000 Leuven KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, 11 januari 2008 EMERITIFORUM Panelgesprek nr. 38 Vredeshandhaving. Een nieuwe uitdaging voor de NAVO Panel: de heer Willy Claes, Minister van Staat, voormalig secretaris-generaal van de NAVO lt.-gen. vlieger, ir. Marc Vankeirsbilck, commandant NATO Defense College, Rome Moderator: prof. Luc De Vos, KMS en K.U.Leuven Plaats: Faculty Club, W. Van Croyzaal Datum: Donderdag 20 december om 10.30 uur Aantal ingeschrevenen: 125 Aantal verontschuldigden: 28 Aantal deelnemers aan de lunch: 91 ______________________________________________________________________________ Ter beschikking gestelde documentatie: - P.P.- presentatie van generaal Vankeirsbilck - The NATO Summit in Bucharest: The Alliance at a Crossroads – Karl-Heinz Kamp - Nato and International Organizations – David S.Yost - zie ook www.ndc.nato.int Deze documenten zijn te raadplegen op de webstek van het Emeritiforum: www.kuleuven.be/emeritiforum. __________ Secretariaat : tel. 016/32 07 77 - Fax 016/32 37 38 e-mail : [email protected] BLAD NR. 2 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, De voorzitter van het Emeritiforum wijst op de toch aanwezige emotionele band tussen het gespreksonderwerp ‘vredeshandhaving’ en de Kerstperiode. Met de jongste berichten over de strijd waarin NAVO-troepen op verschillende plaatsen in het buitenland verwikkeld geraakten, zou men helaas wel tot een ander besluit over hun rol kunnen komen... Ook volgens EU-adviseur Kees Rietveld is het gebruik van de NAVO als militair wapen meestal nodig om tot oplossingen te komen. De voorzitter stelt collega De Vos voor, verbonden aan ons Instituut voor internationaal en Europees beleid en erkend als een gedegen analist in deze materie. Prof. De Vos schetst in zijn historische en geopolitieke inleiding, het ontstaan van de NAVO (1949) als product van de koude oorlog. Maar wat is nu de toekomst van deze in die context goed functionerende organisatie? Omdat gevreesd werd dat ook West-Europa het slachtoffer zou worden van een zich alsmaar meer installerend communisme in Centraal- en Oost-Europa, werd er eerst economisch (het Marshallplan, 1947) en dan politiek-militair (het Pact van Brussel, met Groot-Brittannië en Frankrijk, 1948) gereageerd. Na de blokkade van Berlijn in 1948 stapte de V.S. af van het door hen sedert 1823 gevolgde isolationisme (Monroe-doctrine). De NAVO werd dan, samen met een paar andere regionale verdragsorganisaties, deel van de ‘containmentdoctrine’ van president H.Trumann, die tot doel had de Sovjet-Unie als het ware te omsingelen. De Britse hoogleraar John Mackinder ontwikkelde een theorie waarbij de wereld zou beheerst worden vanuit het ‘heartland’ d.w.z. westelijk Rusland. De tegenzet van de Amerikaanse hoogleraar Nicholas Spykman bestond erin om de nadruk te leggen op het ‘rimland’ d.w.z. de landen gelegen rond het ‘heartland’. De controle van het ‘rimland’ moest toelaten om het ‘heartland’ af te snijden van de wereldzeeën en dus de ontbrekende minerale en energetische bevoorrading. Deze theorie werd overgenomen door George Kennan die er bovendien de nadruk op legde dat de tijd in het voordeel speelde van de westerse democratieën. Hij was ervan overtuigd dat het communisme de kiemen van de autodestructie in zich droeg. George Kennan inspireerde de Amerikaanse president H. Truman en zijn vele opvolgers in hun beleid. Prof. De Vos stelt minister Claes voor als het ware voorbestemd voor zulke internationale carrière: van student politieke wetenschappen aan de VUB en met nadien belangrijke verantwoordelijkheden binnen de socialistische zuil over o.a. minister van buitenlandse zaken tot secretaris-generaal van de NAVO. De heer Claes is bovendien op heden nog voorzitter van de Associatie Hasselt. Volgens minister Claes werd door de val van de Berlijnse muur en de ontbinding van de Sovjet-Unie een einde gesteld aan de bipolaire structuur van de wereld, tot dan toe gesteund op de ‘afschrikking in de terreur’ – met ABC (atomic, biological, chemical) - wapens. Alleen een Amerikaanse supermogendheid bleef over... Onrechtstreeks hebben we nadien nog wel militaire conflicten gekend, zoals Korea en Vietnam. Volgens de Amerikaanse president van dat ogenblik, Bush sr. was er een nieuwe wereldorde ontstaan gedomineerd door vrede en vrije markteconomie. Beleefden we ‘het einde van de geschiedenis’? Er werden tal van multilaterale initiatieven genomen door de VN, ter bestrijding van de armoede, ter verzoening van economie en ecologie, ... Verschillende blauwhelmmissies kregen taken voor het herstellen van de vrede (‘peace keeping’) en voor het consolideren van de vrede (‘peace making’) en ten tijde van secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali waren niet minder dan 200.000 blauwhelmen actief op een twintigtal plaatsen! Dit grote opzet is niet geslaagd, en op de vraag of de NAVO nog nodig is moet volmondig ‘ja’ geantwoord worden, als militaire alliantie en als politieke alliantie (transatlantische solidariteit). Ondanks de roep naar een demilitarisering moet men vaststellen dat de veiligheid in een geglobaliseerde wereld nog bedreigd is. 2 BLAD NR. 3 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, Er zijn immers de nieuwe uitdagingen: de nucleaire proliferatie, het fundamentalistische terrorisme, de ‘rogue states’ en instabiele situaties allerhande zoals in Pakistan, Afghanistan, Irak, ex-Joegoslavië... en Rusland (belangrijk gasleverancier voor West-Europa; recente opschorting van het verdrag tot beperking van de conventionele wapens). Dat alles heeft tot gevolg dat voor Europa de verplichtingen uit het Handvest van de VN inzake ‘peace keeping’ en ‘peace making’ volledig overeind blijven. Wat betreft de nucleaire proliferatie zijn we natuurlijk niet geloofwaardig meer. De gesloten atoomclub van 5 bestaat niet meer: Israël zou over een 200-tal nucleaire koppen beschikken en we deden zaken met landen die het non-proliferatieverdrag nooit ondertekenden, zoals India en Pakistan. Hoe kunnen we andere landen nog op hun plichten wijzen!? Iran zal op termijn ongetwijfeld pogen zijn ambities ook met nucleaire wapens te onderlijnen. Slaagt de wereld er niet in dit element van instabiliteit weg te nemen, dan is dit het einde van de non-proliferatie. Immers, ook andere landen uit het Midden-Oosten en Japan werken aan militaire nucleaire programma’s. Het fundamentalistische terrorisme van zijn kant streeft in essentie de vernietiging van het Westerse model na, zowel politiek als economisch en cultureel. Deze terroristische structuren, die zich gelinkt hebben aan de moderne misdaad, zijn dé uitdaging voor de geheime diensten. De voedingsbodem ervan moet niet alleen met militaire, maar bijvoorbeeld ook met economische middelen besteden worden. Europa kan dit theoretisch alleen doen (via een soort nieuwe ‘Europese Defensiegemeenschap’), of samen met de VS in NAVO-verband. Europa moet zijn verdieping doortrekken, ook op het vlak van zijn buitenlands en militair beleid. Ook nu nog is binnen de EU de unanimiteitsregel behouden voor het buitenlandse beleid... Politiek zijn de voorwaarden voor een EDG niet vervuld en ook militair kunnen we de taak niet aan. Zonder belangrijke Amerikaanse hulp op het vlak van ‘intelligence’ en bepaalde onderdelen van de logistiek, zouden we nu al niet meer bekwaam zijn om bijvoorbeeld een Milosevic terug naar de onderhandelingstafel te drijven. Of met andere woorden: de technische kloof tussen de beide zijden van de Atlantische oceaan is aan het verdiepen. Er is inderdaad een zware tegenstelling op het culturele vlak: een Amerikaan vindt het normaal dat meer dan 3 miljard $ per dag aan Defensie wordt besteed, maar een Europeaan heeft andere prioriteiten. Meer integratie van militaire en technische middelen zou al een begin van oplossing kunnen zijn, maar mentaal zijn we er niet. Die integrerende beweging moet echter verder en sneller doorgezet worden binnen de NAVO. De uitdagingen, waarmee we geconfronteerd worden, houden evenwel zulke universele dimensie in zich, dat het van blindheid zou getuigen de transatlantische solidariteit op te geven. Moderator De Vos overloopt de loopbaan van generaal Vankeirsbilck: cadettenschool, ir., piloot Starfighter en C130, operaties in het buitenland, adviseur NAVO-ambassadeur, kabinet Defensie en nu dus commandant NATO Defense College in Rome. Generaal Vankeirsbilck licht zijn inleiding toe aan de hand van zijn P.P.-presentatie. De NAVO is een organisatie die niet alleen als praktisch (militair, wetenschappelijk, optreden bij rampen) kan gekwalificeerd worden, maar is ook een partnerschap van politieke dialoog, bijvoorbeeld in verband met vrede. De perceptie blijft wel dat de NAVO een militair instrument is, met een preventief effect, doch het is wel degelijk één coherent geheel. De taak van de NAVO inzake vredeshandhaving of ‘peace keeping’ is een onderdeel van vredesondersteuning in de meest brede betekenis. De leden van de alliantie van initieel 2 Amerikaanse en 10 Europese landen gingen in art. 5 van het verdrag van Washington een uniek engagement aan: ‘...an armed attack against one shall be considered an attack against them all...’, wat meteen een erkenning inhield dat de Europese leden niet in staat waren hun eigen zaken te beredderen. 3 BLAD NR. 4 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, Haar eerste fase is die van de koude oorlog: er werd geen schot afgevuurd, er werd alleen maar gedreigd. De NAVO had een stabiliserend effect. Tijdens de daaropvolgende fase kreeg de alliantie uiteraard een andere bestaansreden. Het Europese continent evolueerde van een verdeeld naar één gemaakt geheel, en de politieke en militaire rol van de NAVO wijzigde zich. Er werden partnerschappen gesloten met vroegere tegenstanders en andere landen, en de alliantie werd uitgebreid naar Centraalen Oost-Europa. Militair was er een verschuiving naar vredeshandhaving en crisismanagement buiten het eigen territorium. Gebruik van effectieve macht kwam in de plaats van ontrading en de veiligheidsbelangen reikten ook verder dan het grondgebied van de lidstaten. De relatief rustige en vredevolle transities werden een succes. De periode ‘post 9/11’ is dan het begin van de derde fase in het bestaan van de NAVO, met als kenmerken: 1. de bedreigingen zijn van wereldwijde aard (de macht van het individu!); 2. ze komen van buiten Europa; 3. ze vergen een meer actieve inzet. Voor de NAVO was dit het einde van de Eurocentrische benadering en een engagement ‘whenever’ en ‘wherever’, dus zonder artificiële grenzen en ongetwijfeld de meest uitdagende fase voor de alliantie. In plaats van op verklaringen wordt de NAVO nu beoordeeld op wat ze doet. De vraag tot inzet stijgt voortdurend en het operationele spectrum wordt ook steeds breder: humanitaire hulp, vredeshandhaving, echte gevechtsoperaties, steun zoals in Darfoer, maritieme patrouilles, ... De risico’s zijn ook groter geworden: menselijke verliezen, financiering van de operaties (ook voor materieel dat snel aan slijtage onderhevig is) van lange duur en een succes dat bovendien afhangt van andere (burger)actoren verantwoordelijk voor bepaalde aspecten van de ontwikkeling, en waarvan de NAVO de gegijzelde kan worden. Is de verdragsorganisatie nog in staat nieuwe uitdagingen aan te gaan? Daarvoor zal zij een actieplan dienen te ontwikkelen met de volgende aandachtspunten: 1. aanpassen van het militaire instrument (o.a. de Weapons of Mass Destruction - bescherming) en bijgevolg meer expeditionair worden; 2. politieke dialoog; 3. alomvattende benadering; 4. breder partnerschip; 5. politiek van open deur (het afwerken van een onvoltooid Europa). Er zijn echter een hele reeks valkuilen (slides: NAVO’s mogelijke breuklijnen). Amerika en Europa kunnen evenwel een dynamisch duo blijven vormen: een ‘verlicht’ atlanticisme. XXXXXXXXXX V. Is onze houding t.a.v. Israël niet de katalysator geweest voor een aantal gebeurtenissen, zoals 9/11? A. Men moet het dossier Israël - Palestina niet al te veel eer aandoen: Kosovo en Afghanistan bijvoorbeeld hebben toch niets met Israël te maken! Zeker ten tijde van president Bush jr. werd inderdaad nogal unilateraal de Israëlische kaart getrokken (ondanks wat in Oslo en Madrid werd overeengekomen), al lapte ook dat land heel wat aan zijn laars. Wil men tot twee leefbare staten komen, dan zal Israël een stap moeten terugzetten en bezette gebieden ontruimen, maar zal de overzijde ook garanties voor de leefbaarheid van de Israëlische staat moeten op tafel leggen. Thans is er wel een kentering in de diplomatieke koers van Washington vast te stellen. We hebben echter te doen met duistere bewegingen zonder spelregels, die het Westerse model gewoon willen vernietigen. 4 BLAD NR. 5 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, V. Zijn we in onze relatie met Rusland wel handig tewerk gegaan? Moesten de Baltische staten per se als volwaardige leden in de NAVO opgenomen worden en moesten bij de installatie van het Amerikaanse ruimteschild, waarbij toch strategische en financiële vragen te plaatsen zijn, Tsjechië en Polen betrokken worden? Heeft al het bovengenoemde trouwens nut of werkte het alleen maar irriterend bij de Russen? A. Er werden echt inspanningen gedaan om Rusland bij dit laatste project te betrekken, cfr. de Stichtingsakte van 1997 inzake goede samenwerking. Wat het Balticum betreft moest toch de kans geboden worden Europese landen in vrijheid te laten beslissen wat zij wensten, zonder een ‘droit de regard’ aan Rusland te geven. Het ruimteschild, met zijn slechts 10 afweerraketten, is een defensief systeem met de bedoeling eventuele raketten (en ook ABC- wapens) van ‘schurkenstaten’ te neutraliseren. Het is en kan niet gericht zijn tegen Russische raketten. De NAVO is per definitie een politieke organisatie. Rusland was in de jaren 90 verworden tot een ontwikkelingsland met kernkoppen en we moeten dus begrip hebben voor Poetin, maar een ‘democratische grootmacht’ moet ook de soevereiniteit van nieuwe staten erkennen. Aan de andere kant heeft de NAVO in een ‘partnership of peace’ ook een belangrijke bijdrage geleverd in het democratiseringsproces van de jonge staten. De NAVO vraagt niet beter dan de inbreng van Rusland in een gemeenschappelijke strategie: zie in dit verband de oprichting van de ‘Council + 1’, en verzoekt steeds op voorhand om Russisch advies. Maar als we vragende partij zijn voor een gestructureerde dialoog dan moet Rusland ook het spel correct willen spelen. Het blijft natuurlijk niet te ontkennen dat relaties ontwikkelen met landen die grenzen aan Rusland, zoals Oekraïne en Georgië, een delicate kwestie is. V. Hebben na 9/11 terroristen geen interesse voor Brussel of is de beveiliging er beter verzekerd dan elders? A. Het terrorisme is natuurlijk onberekenbaar, maar onze geheime diensten hebben in het verleden al goed ingegrepen zoals bij de geplande aanslag op de Amerikaanse ambassade in Parijs. België schiet zeker niet tekort in zijn plichten, maar een meer verdiepte aanpak binnen Europa is nodig. V. Vóór 50 jaar was er geen Al-Qaeda, het is gegroeid uit sympathie voor het Palestijnse volk. Sympathie is met miljoenen $ niet te bestrijden. Kan men dan militair wel iets doen tegen de terroristen? A. Niet altijd, maar het kan wel helpen in een brede aanpak. Denken we aan de controleacties in de Middellandse zee. V. ‘Intelligence’ , satellietnetten, ... zijn ongetwijfeld belangrijk, maar is de NAVO-leiding altijd wel voldoende op de hoogte van de interne situaties in het land? Denken we maar aan de Britse nederlagen bij de Khyber Pass in de 19de eeuw! En behalve bij een toplaag van de bevolking – en in Irak ten tijde van Saddam Hoessein, zijn de Westerse democratische normen en waarden totaal vreemd in de Islamwereld: men zweert er bij de toepassing van de sharia. 5 BLAD NR. 6 ONS KENMERK UW KENMERK LEUVEN, A. De NAVO treedt wel niet op in Irak, en in Afghanistan stelt men vandaag vast dat 1/3 van het parlement uit vrouwen bestaat en dat het aantal schoolgaande meisjes spectaculair groeide (van een paar duizend tot 6 miljoen). Dit zijn toch wel indicatoren dat men in de goede richting gaat. Anderzijds wordt in de militaire academies nu sterk de nadruk gelegd op antropologische aspecten, de kennis van andere culturen, ... In Rome wordt zelfs een ‘Middle East Faculty’ opgericht. En ook de troepen worden in die zin klaargestoomd. Het is natuurlijk niet te loochenen dat militaire operaties tot in detail worden voorbereid, maar de maatschappelijke context wordt soms verwaarloosd (bijvoorbeeld in Irak). Er moet inderdaad meer respect worden aangeleerd voor de invloed van andere culturen. De dominantie van de Westerse economie geeft jammer genoeg dikwijls aanleiding tot mistoestanden: de plaatselijke jeugd dweept met Coca-Cola, Nike of popmuziek...ook al proberen de regimes dat te onderdrukken. Maar we moeten ook geen minderwaardigheidscomplex hebben voor onze fundamentele waarden. Bescheidenheid past, maar we moeten geloven in onze eigen waarden. De Universele verklaring van de rechten van de mens (VN 1948) is ten slotte...universeel. 6