Module2H1

Module 2 – Hoofdstuk 1
Geschiedenis en soorten computers
Verschillende generaties
•
•
•
•
•
‘0e generatie’ (vóór 1940)
1e generatie (1940 – 1956)
2e generatie (1956 – 1964)
3e generatie (1964 – 1971)
4e generatie (na 1971)
Mechanische rekenmachines
• De ‘Pascaline’ van Blaise Pascal
– De eerste mechanische telmachine
• 1642
Even voor de vergelijking
Mechanische rekenmachines
• De ‘Difference Engine’
van Charles Babbage
– 1822
Mechanische rekenmachines
• De Comptometer was de eerste rekenmachine
met een toetsenbord
– 1852
Mechanische rekenmachines
• Met de Stolzenberger Millionär kan via een
omwenteling van de slinger een
vermenigvuldiging
worden gemaakt
– 1892
Mechanische rekenmachines
• De Brunsviga rekenmachine: nauwkeuriger
dan een rekenliniaal
– 1940
De eerste generatie
• 1940 – 1956
• Computers zijn uitgerust met vacuümbuizen
• De ponskaart was de belangrijkste in-enuitvoermethode
De eerste generatie
• De ponskaart:
– Werd in 1880 ontwikkeld, maar pas na 1940 veel
gebruikt
– Invoer van gegevens vond plaats door gaatjes op
de juiste plaats te maken
– De machine gaf de resultaten weer door gaatjes in
uitvoerkaarten te ponsen
Ponskaart
De eerste generatie
• Identificatie-ponskaart: deze kun je vergelijken
met de magneetpasjes die tegenwoordig in
veel organisaties gebruikt worden
De eerste generatie
• Computers uit de eerste generatie namen
grote zalen in beslag
De eerste generatie
De eerste generatie
• Een kapotte vacuümbuis: de 19.000 buizen
worden stuk voor stuk gecontroleerd
De eerste generatie
• Een serie vacuümbuizen
De tweede generatie
• 1956 – 1964
• Transistoren in plaats van vacuümbuizen
• Magnetische banden in plaats van
ponskaarten
• De eerste computers met een werkgeheugen
Magnetische banden
De tweede generatie
• De UNIVAC
De tweede generatie
De tweede generatie
• Een service-rapportponskaart voor het
UNIVAC-systeem
De tweede generatie
• De eerste computerbug
De derde generatie
• 1964 – 1971
• Chips in plaats van transistoren
• Op een computer werden meerdere terminals
aangesloten
• Scheiding van software en hardware
• Computers werden voor veel organisaties
betaalbaar
• Deze computers worden minicomputers
genoemd
De derde generatie
• IBM 1401: een van de bekendste
minicomputers
De derde generatie
De homecomputer
• De homecomputer is een uitgeklede versie
van de minicomputer
De vierde generatie
•
•
•
•
Vanaf 1971
Kenmerk: één centrale microprocessor
Scheiding van besturingssysteem en hardware
Bekendste computer uit de vierde generatie is
de pc: de personal computer
De vierde generatie
• De pc van IBM, die de markt veroverde in 1981
De vierde generatie
• Een modernere uitvoering van de pc
Soorten computers
•
•
•
•
Supercomputer
Mainframe
Minicomputer
Microcomputer (pc)
Supercomputer
•
•
•
•
Ruimtevaartprojecten
Wetenschappelijk onderzoek
Weervoorspellingen
Massive Parallel Processing
Supercomputer KNMI
Supercomputer
Mainframe
•
•
•
•
Bij grotere bedrijven
Transactieverwerking bij een bank
Gericht op betrouwbaarheid
Jarenlang storingsvrij
ABN AMRO Disaster Recovery Center
Mainframe
• Voorbeeld
– IBM z10 met
64x quad-core
4.4GHz processors
Minicomputer
• Vaak in gebruik als netwerkserver
• Term tegenwoordig minder gangbaar
Microcomputer
• De bekendste computer: pc
Wet van Moore
Overige apparaten
• Notebook
– Laptop
– Ultra book (MacBook Air)
Overige apparaten
• Smartphone
• Tablet
– iPad, Gallaxy Tab